23e JAARGANG
DINSDAG 6 SEPTEMBER 1932
No. 70
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
S. COLTOF, KANAALWEG 143-154-155-156 DEN HELDER.
ZONDAGS
Japonnen en Hoeden.
Kanaalweg tot 2 uur
GEOPEND.
ADELDOM OF LIEFDE
WIERINGER COURALT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.
uitgever
corN. j. bosker,
'c
WIERINGEN.
bureau
Hippolytushoef WIerIngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTI1N:
Van 1—5 regelf
Iedere regel meer
f 0.5a
1 o.ia
Bericht de ontvangst der
nieuwste NA JAARS- en
WINTERMANTELS.
Zondags zijn onze winkels
Kanaalweg tot 2 uur
geopend.
Rijk gegarneerde Mantels
met bont op zijde gevoerd
SLECHTS 26.50.
Groote sorteering
ZIJN ONZE WINKELS
BINNENLANDSCH NIEUWS.
VALSCHE f 1000-BILJETTEN.
De uitgever te Heerlen gearre
steerd. Een vrouw bij een
poging om een biljet te wisse
len, door de politie te Aken
aangehouden.
Woensdagmorgen verschenen voor
het loket van het hoofdstation te Aken
twee vrouwen, die een bankbiljet van
duizend gulden wilden wisselen. De
vrouwelijke beambte, die dienst deed,
vertrouwde de zaak niet en liet een col
lega de politie waarschuwen, terwijl
zij zelf de uitbetaling in Marken rekte
tot de politie ter plaatse was. Beide
vrouwen werden aangehouden. Zij ver
klaarden het biljet van een Nederlan
der in een lokaal te Aken te hebben
ontvangen. Deze man, die waarschijn
lijk lont geroken had, was per auto
weggereden. Het biljet, dat bleek
valsch te zijn, was zeer goed nage
maakt,.
Men vermoedde, dat deze biljetten
in Nederland werden gemaakt en dat
men trachtte deze in Duitscland uit te
geven. Een der vrouwen werd in vrij
heid gesteld, de andere werd vastge
houden. intusschen stelde de Duitsche
politie zich in verbinding met de Heer-
lensche. Men vermoedde, dat de uil-
gever van het bankbiljet te Heerlen
woonde. Dit bleek inderdaad zoo te
zijn. De man is Vrijdag te Heerlen aan
gehouden.
Zevenjarig meisje verdronken.
Tengevolge van een rukwind
te water geraakt.
Tijdens het stormweer geraakte te
Alfen aan den Rijn een zevenjarig meis
je, eenigst kind van de familie Van
Eijk, wonende aan het WouLrugsche
pad, te water en verdronk.
Terwijl het meisje met een nichtje
uit school kwam, greep een rukwind
haar parapluie, waaronder de meisjes
op het jaagpad, ter hoogte van den
Ileerenweg langs den Ouden Rijn lie
pen, met het gevolg, dat beiden in het
water terecht kwamen. Eenige school
jongens slaagden er in, een der meis
jes op liet droge te brengen, maar het
meisje van Van Eijck zonk onmiddel
lijk in de diepte.
Omwonenden werden gewaarschuwd
Zij hebben direct alle pogingen in het
werk gesteld om het kind te redden.
Tenslotte gelukte het den vader van
het in de nabijheid liggende weeshuis
het meisje met een dreg op te halen.
Langen tijd -werd getracht jnet behulp
van een zuurstof apparaat de levens
geesten weer op te wekken, doch deze
pogingen bleven vruchteloos.
liet andere meisje kon ongedeerd
naar huis worden vervoerd.
Het mysterie van de prijsschommeling.
Vrijdag stonden velen op de West-
landsche veilingen weer voor een onbe
grijpelijk geval. De geheelc week wa
ren de prijzen van tomaten en druiven
aan den zeer lagen kam, geweest en
voor Vrijdag verwachtte men al nier
hetere resultaten. Tot velei verbazing
-- zelfs van hen die jaren in den handel
bekend zijn liep de prijs voor toma
ten en druiven echter belangrijk op.
Voor tomaten, welke de geheele week
geen betere prijzen dan '35 cent per
bak konden behalen, werden te Poel
dijk weer 87 cent per kist besteed, ter
wijl de groote aanvoer van druiven
eveneens vlot van de hand ging tegen
betere prijzen als dagen achtereen be
haald konden worden. Voor het binnen
land werden flinke partijen aange
kocht.
IS DAT AMBTENARIJ
Iemand schrijft uit Leiden
Een ingezetene vervoegde zich aan 't
postkantoor alhier aan het zegellokei,
waar hij 37 rente-zegels vroeg.
„Het spijt mij", zeide de ambtenaar,
„doch ingevolge voorschrift mag ik aan
één persoon slechts twintig stuks tege
lijk verkoopen. Gaat u dus naar den
Raad van Arbeid, waar u er zooveel
kunt krijgen als u hebben wilt".
„Ik heb", aldus antwoordde de ander
weinig zin, om, nu ik eenmaal hier
ben, een wandeling naar en terug van
den Raad van Arbeid te maken, geeft
u jnij dan alvast maar twintig stuks,
dan kom ik over enkele minuten de
overige zeventien halen."
De ambtenaar mopperde eenige
woorden binnensmonds en gaf de ge
vraagde twintig rentezegels, die a rai-
son van twaalf gulden door den koo-
per in ontvangst werden genomen.
Hierna plaatste hij zich achter in de
rij van personen, die aan het loket post
zegels kwamen koopen. Toen deze per
sonen geholpen waren, kwajn hij weer
aan de beurt en vroeg laconiek om ze
ventien rentezegels.
Weer mopperde de ambtenaar eeni
ge onverstaanbare woorden, doch hij
kon, wijl zijn voorraad toereikend was,
den vrager de zeventien zegels niet wei
geren. Na f 10.20 te hebben gedeponeerd
werden hem de resteerende zeventien
zegels ter hand gesteld.
„U neemt mij niet kwalijk", zeide de
kooper, „doch waar u aan één persoon
slechts twintig zegels tegelijk mag ver
koopen, kojn ik tweemaal. Ik moet dan
wel de tweede maal achter in de rij
gaan staan, doch het kost minder tijd
en minder moeite dan dat ik heen en
terug naar den Raad van Arbeid moet"
Hoe het ook zij, de ambtenaar had
FEUILLETON.
aan zijn voorschriften voldaan en de
aanvrager kreeg zeven en dertig rente
zegels aan het postkantoor.
Van een vracht hooi gevallen.
Een landarbeider doodgevallen,
Donderdagmiddag waren een boer
zijn zoon en een arbeider op een stuk
land aan den Harlingerstraatweg op
Leeuwarden bezig met het laden van
hooi op een wagen. Opeens ontdekten
vader en zoon, dat de 57-jarige arbei
der Eelke Bouma niet meer op het
hooi stond. Aan den anderen kant van
den wagen vond men het lijk. Vermoe
delijk is Bouma van het hooi gegleden
en met zijn hoofd op den grond terecht
gekojneh, waardoor hij den halswervel
brak, zooals eenige doctoren later con
stateerden.
Ontevreden tewerkgestelden.
Zij vonden het loon te laag.
De hoofdopzichter te Coevorden van
de Nederlandsche Heidemaatschappij
heeft zeven arbeiders uit de gemeente
Schoonebeek ontslagen, werkende hij
het graven van een waterreservoir bij
de aardappelmeelfabriek te Coevorden
welk werk werd uitgevoerd als werk
verschaffing. Deze arbeiders hadden 'n
dreigende houding tegenover het toe
zichthoudend personeel aangenomen
en enkelen hadden een baas vastgegre
pen, zonder dezen echter te slaan of te
stompen. Het conflict vloeide voort
uit oneenigheid over de tarieven, wel
ke de arbeiders te laag en de baas vol
doende vond.
Zes stroopers tegen een agent.
De politieman werd bewuste
loos geslagen. -- De daders zijn
gearresteerd.
Te Schaesberg was Donderdag een
agent van politie in de Stryhagerbos-
schen op surveilance, toen hij eenige
schoten hoorde vallen. Direct begaf
hij zich naar de plek, vanwaar deze
schoten kwa,men en daar zag hij zes
mannen, die waarschijnlijk aan het
stroopen waren. De mannen liepen weg
waarop hij een revolverschot op den
grond richtte het gelukte hem vervol
gens een der mannen, die uit Kaalhei
de afkomstig was, gevangen te nemen.
Toen hij dezen naar zijn naam vroeg
weigerde de man zijn naam op te ge
ven en pleegde vervolgens verzet. Ter-
wijl de agent met den man bezig was,
naderde een zoon. Deze sloeg met j-n
steen den agent op het hoofd, waar
door deze bewusteloos geraakte. Toen
de agent bijkwam, waren de mannen
verdwenen. Het gelukte echter de op-
litie, daar het geen onbekenden waren,
de mannen spoedig in Kaalheide te ar
resteeren.
LOONEn in het bouwbedrijf.
Besturen der werknemers-or
ganisaties bereid een 8 pCt.
loonsverlaging te aanvaarden.
Nadat de vergadering van den Bonds
raad van den Algemeenen Nederland-
schen Bouwarbeidersbond met alge-
meene stemmen verworpen had het
voorstel der regering het loon uit de
No. 23.
r - -
„En op zekeren dag Lore, let goed op
toen zat ik weer hier, zonder het te weten
voor den eersten keer alleen Het was lente.
De beuken bloeiden en in dal ruischte het
water zoo vroolijk, alsof er niets gebeurd
was, en de vogels zongen zooals ieder jaar
hun feestelijk liefdesgezang
Toen kwam er iets zeldzaams over mij. Ik
weet niet, hoe ik je dat beschrijven moet,
Lore... Klein en nietig scheen ik mij zelve
toe, zooals de grashalmen aan mijn voeten,
die slechts een klein deel van het onmetelijk
groote heelal en voortgroeien in den zonne
schijn, al vertrapt mijn voet er vele naast
hem
En toen kwam er een wonderbare kalmte
over mij. Met gulden stralen scheen de zon
over mij en de rust van het bosch stilde mijn
tranen. Ik had een gevoel, of er duizend won
derschoone dingen om mij heen waren, die
ik vroeger niet had gezienen ik boog mij
in ootmoed voor God, die aan niemand meer j
oplegt, dan hij kan dragen.
Toen ging ik naar huis en de eerste maal
dat ik jou daarna in de oogen keek, Lore.
werd ik bewust, dat ik niet alleen was. Ik
weet niet, of je mij begrepen hebt, mijn
kindook jou heeft het leven veel ontno-I
men, maar God heeft je ook een troost laten]
overhouden zie om je heen, Lore, waarheen
je ook kijkt je wordt omgeven door de
heerlijke natuur En naast je zit je oude
vader, die al je leed met je deelt en je zoo
graag den vrede zijn eigen ziel zou willen
meedeelen
Hij zweeg. In zijn oogen was een glans,
dien Lore nooit eerder in zijn goedig, eenvou
dig, gezicht had gezien. Haar tranen waren
gedroogd, zij kuste eerbiedig zijn door het
weer gebruinde hand.
„Ik dank u, vader. Ja ik heb u begre
pen.
Toen stond zij op.
„Laten we gaan Het is hoog tijd. Ik zou
niet willen, dat Herbert kwam, voor dat ik
weg ben, ofschoon ik me nu heel kalm ge
voel
Zij gingen terug naar de houtvesterswoning.
En toen vertrok Lore Steinbrech naar een
tante in het gebergte, een kinderlooze zuster
harer moeder.
Steinbrech, die nog dienzelfden dag zijn
betrekking wilde neerleggen, zou haar vol
gen, zoodra hier een plaatsvervanger voor
hem gevonden was.
Juist zat de gravin in haar boudoir en
luisterde naar het verslag van den rentmees
ter, toen houtvester Steinbrech bij haar werd
aangediend. Toen hij binnenkwam, keek de
gravin hoogmoedig over hem heen en de
toon, waarop zij zijn groet beantwoordde,
was alles behalve vriendelijk.
„Het is mij aangenaam dat u komt, Stein
brech," zeide zij, terwijl haar grijze oogen
hem strak aankeken. „Ik heb in den laatsten
tijd veel bemerkt, waardoor ik met uw werk
zaamheid niet tevreden benmijn arme
man was helaas veel te toegevendook
gunde hij zich nooit tijd, om er met u over
te spreken
Steinbrech keek kalm in het steenen ge
zicht voor hem, toen zei hij met een bijna
onmerkbaar lachje „Zou mevrouw de gra
vin mij willen zeggen, wat ik tekort gekomen
ben
,0er kwam een lichte verlegenheid
op haar gezicht, „ik wil liever niet in bijzon
derheden treden. Het moest slechts.... een
waarschuwing zijn."
„O zoo Het lachje om Steinbrech's mond
kwam duidelijker te voorschijn. „Maar als
dat zoo is, dan mag ik zeker hopen, dat me
vrouw de gravin mijn verzoek van vandaag
niet zal afslaan. Ik ben gekomen, om mijn
ontslag te vragen en zou mijn ambt liefst zoo
spoedig mogelijk willen neerleggen."
De gravin was blijkbaar zeer verrast. Onge
rustheid en wantrouwen spiegelden zich op
haar gezicht af. Toen vroeg zij kortweg
„Wat gaf u aanleiding hiertoe, mijnheer
Steinbrech
„Familieomstandigheden. Mijn dochter kan
niet goed tegen de lucht hier."
Zij haalde verlicht adem.
„Ja dandan behoefde u toch niet weg
te gaan, het zou voldoende zijn
„Neen, mevrouw de gravin, dat zou niet
voldoende zijn. Ik wil van mijn eenig kind
niet op den duur gescheiden zijn."
Weer en erger dan straks stonden er wan
trouwen en ongerustheid in de oogen der
gravin. Zij stond op, kwam een stap naderbij
en keek Steinbrech doorborend aan.
„Wees openhartig u wil vrij spel heb
ben
Steinbrech week verschrikt achteruit.
„De hemel beware mij Ik ben mijn leven
lang altijd oprecht en eerlijk geweest
„En toch hebt u die zaak in de hand ge
werkt viel de gravin hem in de rede. „Als
ik er tot nu geen notitie van heb genomen,
dan was dit slechts, omdat de ondervinding
mij leert, dat zooiets toeneemt als er tegen
werking uitgeoefend wordt. Toch had ik on
gelijk, toen ik de zaak zoolang negeerde
men heeft helaas in uw huis vergeten, wat
men ons verschuldigd is, en verzekeringen
aangehoord, die beter achterwege hadden
kunnen blijvenalleen al omdat zij geheel
waardeloos zijn. Mijn zoon is sedert zijn kin
derjaren met mijn nicht verloofd."
„Hij heeft dit voor mijn dochter niet ver
zwegen, maar de liefde van die twee jonge
menschen was te machtig. Ik zelf heb er pas
voor eenige dagen kennis van gekregen
toen ik zag, dat het een echte, waarachtige
liefde was, gevoelde ik mij niet gerechtigd om
er een eind aan te maken. Ik ben wel ver
plicht, om een trouw dienaar van den huize
Grauenstein te zijn, maar niet om terwille
van hen mijn kind ongelukkig te maken."
„Och komongelukkig
„Daarover kan mevrouw de gravin mis
schien niet oordeelen, en ik verzoek mij te
landelijke collectieve arbeidsovereen
komst voor de bouwbedrijven jnet 10
pCt. te verlagen, is den volgenden dag
een vergadering gehouden van de be
sturen der algemeene en confessioneelc
arbeiders-organisaties, waarin beslo
ten is aan de werkgeversbonden in het
bouwbedrijf te berichten dat de bestu
ren wel genegen zijn hunne leden te
adviseeren een verlaging van 8 pCt.
te aanvaarden, onder voorwaarde dat
de bestaande overeenkomst alsdan ver
lengd wordt tot 1 October 1933.
Het is nog niet bekend of dit eenige
verandering zal brengen in het bestaan
de plan der werkgeversorganisaties,
die een verlaging van 10 pCt. noodza
kelijk achten.
Indien tusschen de wederzijdsche or
ganisaties geen overeenstemming
wordt bereikt, beteekent dit dat einde
Februari 1933 de thans bestaande ar
beidsvoorwaarden een einde namen.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
EEN FORTUINLIJK BAD.
Een boer uit het kustgebied bij Bar-
celona is plotseling rijk geworden, na
dat hij een bad had genomen. Toen hij
n.1. zich in het water dompelde, vond
hij een stevig gesloten flesch. In die
flesch bevond zich een stuk papier.
Daar hij niet kon lezen, vroeg hij een
kameraad hem den inhoud van dit
schrijven mede te deelen en tot zijn
groote verbazing en blijdschap vernam
hij, dat het stuk papier een testament
was.
De schrijver van het testament, die
uitgebreide inlichtingen gaf omtrent
zijn persoonlijkheid, verklaarde lijden
de te zijn geweest aan een ongenees
lijke kwaal en dat hij zijn vermogen
achterliet aan hem, die het testament
vond. Het betrof hier zijn spaarduitjes
ten bedrage van 27000 peso*a's. Het tes
tament besloot met den wensch, dat
de vinder nog lang mocht blijven leven
en een goede gezondheid mocht ge
nieten.
OPIUMROOKEN OP ZEE.
Een mondain vermaak.
In het „Tournal" wijst Geo London
op een noodlottig „vermaak" dat dezen
zomer zijn intrede heeft gedaan aan de
Riviera, o.a. te Monte-Carlo, Juan-les
Pins, Nice, Cannes, Saint-Tropez, n.1.
het opiumrooken op vaartuigen in
open zee voor de kust.
De gelegenheid tot het rooken van
opium wordt geboden op allerlei soor
ten luxe schepen, motorbooten, kleine
zeeschepen, jachten, enz. die een eind-
weegs in zee gaan en daar ankeren.
Vertrekken de vaartuigen dan zou
laten uitpraten. Pas gisteren vernam mijn
dochter uit den mond der blinde Hanna, dat
er een testament bestaat, volgens hetwelk
graaf Herbert, indien hij geen huwelijk, vol
gens zijn stand sluit, een groot vermogen
verliest
„Zeer juist."
„En dat het bezit van dit vermogen een
noodzakelijkheid is voor hem en de zijnen."
De gravin drukte haar lippen stijf op elkaar
en zweeg.
„Daarop besloot Lore uit vrijen wil, om
haar levensgeluk voor het welzijn der fami
lie Grauenstein tén offer te brengen. Zoo
staan de zaken, en daarom vraag ik mijn
ontslag. Het is 't beste, om een steen die voor
een ander gevaarlijk is, heelemaal op te rui
men."
„Weet mijn zoon iets van dit besluit
„Neen. Ik zal hem pas, als mijn ontslag
een feit is, hiervan kennis geven."
De gravin gaf Steinbrech de hand.
„Dan moet ik u wel bedanken, mijnheer
SteinbrechU hebt gehandeld als een
waarlijk trouw dienaar."
„Dezen dank kan ik niet aannemen. Mijn
ambt heeft niet den doorslag gegeven. Zoo
als die geschiedenis voor me lag, zou ik onder
alle omstandigheden zoo gehandeld hebben.
En wat mijn ontslag betreft, dat mag ik ze
ker wel als toegestaan beschouwen
„Ja zeker. Ik zal u schriftelijk al het
verdere laten toekomen, mijnheer Steinbrech.
En.... nogmaals besten dank!"
„Daar is geen reden voor."
Steinbrech boog even en verliet de kamer.
Een uur later begaf de gravin zich naar
het park. Zij vond vond onder den grooten
beuk de blinde Hanna Kogler en Rita van
Sydow zitten. Rita schreide en Hanna streek
liefderijk over haar haren, terwijl zij haar
kalmeerend toesprak.
Bij het zien hiervan werd het gezicht der
gravin verontwaardigd. Er kwam iets drei
gends in haar oogen, toen zij de blinde Han
na aansprak.
„Wat doe je hier, Hanna Waarom ben je
niet op je kamer Je weet, dat ik niet hou
van die vertrouwelijkheden achter mijn rug".
De blinde Hanna stond zwijgend op, greep
haar stokken en wilde zich verwijderen.
„Wacht ik breng je naar boven zei
Rita vlug, terwijl zij haar tranen droogde en
de gravin wilde voorbijgaan.
„Och, laat dat maar, Hanna kan heel goed.
alleen loopenik zie volstrekt niet in
Hanna, ga dan toch beval zij heerschzuch-
tig. De blinde richtte haar uitgedoofde oogen
op de gravin, er lag een treurige uitdrukking
op haar gezicht. Verlegen en smeekend zei
de zij „Wees goed voor haar, mevrouw de
gravin
De gravin kwam dicht naar de oude vrouw
toe en fluisterde haar in het oor „Ga weg
En bemoei je niet met dingen, die je niets
aangaan, anders zou mijn geduld uitgeput
raken Waarom stel je je altijd tusschen mij
cn de mijnen
Nog steeds rustten de oogen der blinde strak
op haar. Die doffe blik had iets aaanklagends,
iets verschrikkelijks.
,Ik dring mij nergens in," zei ze zachtjes
en alleen voor de gravin verstaanbaar. „Maar
ik tracht goed te maken, wat u te kort komt.
lederen nacht komt zij aan mijn bed en ver
maant mijneem u in acht, mevrouw de
gravin, ook dooden kunnen verrijzen en spre
ken, als het tijd is Er heeft al een offer
moeten vallen verlang niet nog meer
De gravin was bleek geworden, maar meer
van drift dan van schrik. Nu sprak zij de
blinde ruw aan
„Gaga dan tochuit mijn oogen..
waanzinnige
Hanna liep langzaam naar het huis, terwijl
de gravin zich tot haar nicht wendde. Een
oogenblik keken zij elkaar zwijgend aan.
Toen vroeg Rita heftig
„Waarom is u zoo hard voor de arme Han
na, tante
„En sedert wanneer nem je tegenover mij
de partij op van een arme dienstbode
(Wordt vervolgd.)