/3e JAARGANG
VRIJDAG ie SEPTEMBER 1932
No.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
A
ADELDOM OF LIEFDE
S. COLTOF, KANAALWEG 143-154-155-156 DEN HELDER.
Japonnen en Hoeden.
ZONDAGS
Kanaalweg tot 2 uur
GEOPEND.
..DE WAKENDE LEEUW"
J. R. KEUSS.
Laat 125 Alkmaar.
■WIERINGER COURANT
VERSCHÜNT ELKEN
DINSDAG EN VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN.
BUREAU:
HJppolytushoef Wlerlngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIéN
Van 15 regel* 0.50.
Iedere regel meer f 0.10.
Sociaal en Maatschappelijk allerlei.
n.
We gaan verder, na de groepeering in het
vorige stukje gegeven te hebben, met de ge
schiedenis van de vakvereenigingen, maar
moeten eerst de vraag beantwoorden Wat is
vakvereeniging eigenlijk
Deze vraag is niet zoo gemakkelijk te be
antwoorden, vooral niet, omdat bij het ont
staan allerlei factoren hun rol speelden, o.a.
de behoefte naar gezelligheid, voorzorgsmaat
regelen voor kwade tijden enz. Men kan dit
duidelijk zien aan de naam van deze eerste,
in 't begin plaatselijke vereenigingen. Zoo
was er inl849 te Amsterdam een „bond" ont
staan, ik meen van typografen„Voorzorg
en genoegen."
Langzamerhand ging men de lijnen duide
lijker zien en momenteel moet men misschien
zeggen de vakvereeniging is een permanen
te bond van werknemers, die ten doel heeft
de arbeidsvoorwaarden van deze op peil te
houden en, zoo mogelijk, te verbeteren.
Wat zijn nu hiervoor de middelen
Allereerst de collectieve contracten, d.w.z,
het vaststellen van een eensoortige regeling
ten opzichte van loon, arbeidstijd, feestdagen
enz. voor alle arbeiders, werkzaam in een
bepaalde tak van arbeid.
Danhet ter beschikking hebben van
fondsen voor tijden van werkeloosheid, de
zgn. werkeloozen kas.
Tenslotte gelden voor uitkeering in tijden
van staking en uitsluiting.
Men zal begrijpen, dat deze middelen eerst
aan hun doel kunnen beantwo.orden, wanneer
zoo veel mogelijk, zoo niet alle, arbeiders zich
georganiseerd hebben in de voor hen in aan
merking komende bonden.
Let men echter alleen hierop, dan lijkt
het er veel op, alsof het in de vakvereeniging
er alleen om te doen is, een machtspositie te
verwerven. Velen staan ook op dit standpunt,
m.i. ten onrechte. Zonder deze versterking
van positie af te keuren kan men en moet
men uitgaan van de gedachte, dat in de al
lereerste plaats de bonden er zijn om een
goed georganiseerd overleg te kunnen plegen
tusschen werknemer en werkgever. Is men,
en dit geldt voor beide zijden, alleen op eigen
voordeel belust, dan zal dit steeds ten nadee-
le zijn van het geheelstaat het er slecht
voor met een bepaald gedeelte van de maat
schappij, dan zullen op den duur alle deelen
daarvan de gevolgen ondervinden. Natuurlijk
weet ik zeer goed, dat overleg niet steeds tot
het beoogde doel voert maar ook dan nog
blijft staan Samenwerking is beter dan
strijd, met daaraan onvermijdelijk verbon
den haat. Jammer genoeg leiden de om
standigheden er dikwijls toe, dat het slecht
ste gekozen wordt. De geschiedenis wijst dit
maar al te duidelijk uit
Een opmerking nog, voor we terugkeeren
tot feiten en jaartallen denkt niet, dat een
dergelijke opvatting opgebouwd is op „liefde."
In het sociale leven kan het eenigste uit
gangspunt zijn „gerechtigheid."
We hebben de vorige maal gezegd, dat een
van de groepen in de vakbeweging de „mo
derne" genoemd wordt, en daarbij aangeduid,
dat deze socialistisch gekleurd is.
Hoe is het verloop geweest
In 1891 hield de Socialistische Internationa
le een congres te Brussel en daarvan was het
gevolg, dat in verschillende landen een ar-
beids-secretariaat opgericht werd, om één
centraal punt voor de verschillende bonden
en vereenigingen te vormen. In Nederland
was dit, het in 1892 tot stand gekomen N.A.S.
(Nationaal-Arbeids-Secretariaat)Van den
beginne af heeft dit dus Socialistische in
vloed ondergaan, hoewel het allen wilde ver
eenigingen. En bovendien het was de groot
;te vraag welk socialisme het parlemen
taire, dat- dus langs de weg van vertegen
woordigers kiezen mee wilde regeeren óf het
anti-parlementaire, dat we „syndicalisme"
noemen.
FEUILLETON.
No. 26.
De majoor echter, verre van den angst der
vrouwen te deelen, stond er met een grimmig
gezicht bij, terwijl toorn en verontwaardiging
hem vervulden.
Eindelijk klopte hij zijn vrouw ongeduldig
op den schouder.
„Wees nu eens verstandig, Sybille, waar
om huil je toch eigenlijk
„Och, Hendrik, heb je dan niet gehoord,
wat Walter bedreigt
„Onzin Je zult toch niet in ernst gelooven,
dat zooiets mogelijk is Een Grauenstein als
moordenaar gevangen nemen Belachelijk
En vluchten moet hij Dat zou nog mooier
zijn dan zouden de menschen ten slotte
denken, dat hij bang was. Neem mij niet
kwalijk, freule, maar als u mijn jongen eer
lijk lief hebt, dan moest u zooiets niet verzin
nen
Rita hief haar hoofd op en keek den ouden
man angstig aan.
„Denkt u Maar tante zegt, dat hij zoo
goed als verloren is
De majoor knikte boos.
„Dat zij het wenscht, betwijfel ik volstrekt
niet en zij zal het hare er wel voor gedaan
hebben. Het zou zeker een zoete wraak op
mij zijnmaar gelukkig is Renate niet als
rechter over mijn zoon aangesteld. Als men
werkelijk het ongehoorde zou durven wagen
wat ik nog lang niet geloof dan zal één
woord van Walter de zaak ophelderen
Een verschrikte kreet van Rita onderbrak
hem. Haar blik was toevallig op mijnheer
Gundling gevallen, van wiens aanwezigheid
zij tot dan toe geen vermoeden had gehad.
Hier moeten we een oogenblik stil staan
om ons af te vragen wat Syndicalisme is.
We kunnen het wellicht 't beste zoo zeg
gen Het Syndicalisme heeft om tot een
Socialistische heilstaat te komen de „Staak
maar raak" methodeè Staken en saboteeren,
zonder op iets anders te letten, geen onder
handeling, niet mee doen aan de regeering,
geen strijdkassen, alleen de „revolutionaire
geest" moet het doen. Van gezag wil men
niets weten, ook niet van de bestuurders van
de eigen vakvereeniging collectieve contrac
ten zijn de Syndicalisten een doorn in 't oog.
Gemakkelijk kan men inzien, dat, wanneer
men zoo zou handelen, alles onderstboven
zou worden geworpen, en men een reddeloo-
ze chaos over zou houden.
De „modern" georienteerden, die een ande
re opvatting huldigden, kregen dan ook be
t-rekkelijk snel genoeg van deze methoden,
en lokten in 1904 een verklaring uit van het
N. A. S. én scheiden zich af. Zonder cen
traal punt konden zij echter ook niet blij
ven en zoo sloten de „modernen" zich in
1905 aaneen en stichten het N.V.V. (Neder-
landsch Verbond van Vakvereenigingen), dat
1 Januari 1906 met zijn arbeid begon. De
groei van het N.V.V. was snel.
In 1906 18.960 leden,
in 1910 40628,
in 1920 247704.
Wat doet ondertusschen het N.A.S.
Ook in deze linker vleugel komt nog weer
eens splitsing.
In Rusland waren na de oorlog de bolsje
wisten de baas geworden en begonnen, na de
eerste revolutionaire periode, aan de opbouw
van dat geweldige rijk op communistische
wijze. Op het terrein van het Sociale leven
stichtte men een eigen, nieuwe vakbeweging,
die ook buiten de grenzen van Rusland aan
sluiting zocht.
Zoo moest ook het N.A.S. beslissen aan
sluiting aan de communistische „Roode Vak-
vereenigings Internationale" of niet In
1923 heeft het dit gedaan, maar in 1923
zich weer daarvan los gemaakt. De motieven
daarvoor zullen we hier niet noemen dat
zou te ver voeren.
In ieder geval, toen het N. A. S. in 1923
voor Moskau (Roode Vakver. Int.) koos,
'richtten de tegenstanders daarvan in het
zelfde jaar het N. S. V. (Nederlandsch Syn
dicalistisch Vakverbond) op, dat dus de lijn
van het oude N.A.S., vóór de aansluiting aan
Moskau, wilde blijven volgen. Als tegenhan
ger van de cijfers van het N.V.V. geef ik hier
enkele van N.A.S. en N.S.V..
Men ziet dat de getallen zeer klein zijn.
N.A.S. in 1920 51.570 leden,
1925 8.110 leden (dat is dus na de split
sing),
1930 17.500 leden.
N. S. V. 1925 7.300 leden
1930 2.750 leden.
Steeds weer zien we deze splitsing binnen
het Socialisme op komen, telkens komt er
een rechter- en linkervleugel, die dan na
veel getwist uiteengaan en meest de grootste
vijanden van elkaar worden. Om van deze
ingewikkelde geschiedenis een overzicht te
geven, hier de jaartallen
1891 Congres v.d. Social. Internationale te
Brussel, als gevolg daarvan
1892 Oprichting van het N.A.S. (Nationaal-
Arbeids-Secretafiaat.)
1904 Strijd in het N.A.S. De „modernen"
scheiden zich af en stichten
1905 het N.V.V. (Nederl. Verbond van Vak
vereenigingen.
19171920 Omwenteling in Rusland de
communistische Roode Vakvereeni-.
gings Internationale (Moskau).
Als gevolg daarvan
1923 Aansluiting van het N.A.S. aan Moskau
Gevolg splitsing in het N.A.S.
Oprichting van het N.S.V. (Neder
landsch Syndicalistisch Vakverbond.)
In een teekening zou dit ongeveer zoo uit
zien
Bericht de ontvangst der
nieuwste NAJAARS- en
WINTERMANTELS.
Zondags zijn onze winkels
Kanaalweg tot 2 uur
geopend.
Rijk gegarneerde Mantels
met bont op zijde gevoerd
SLECHTS f 26.50.
Groote sorteering
ZIJN ONZE WINKELS
BINNENLANDSCH NIEUWS.
(Wordt vervolgd.)
FINKENSIEPER.
Hij zat wel in een krant verdiept, maar het
was meer dan waarschijnlijk, dat hij een
groot gedeelte van hun gesprek had gehoord.
„O hemel, ik dacht dat wij alleen waren.."
,Wees daarover niet ongerust, lief kind
zei de gravin. „Dat is slechts mijnheer Gund
ling, een geleerde, die bij ons inwoont en ze
ker alleen vriendschappelijke deelneming
heeft voor alles, wat ons betreft
Weer hield voor het huis een rijtuig stil.
Twee heeren stapten er uit en gingen na ee-
nige aarzeling het hek binnen.
Met een lichte buiging ging de eerste naar
den majoor.
„Graaf majoor van Grauenstein
„Die ben ik. Wat wenschen de heeren
„Mag ik u verzoeken om een gesprek van
twee minuten onder vier oogen
Grauenstein werd vaalbleek, boog zwijgend
en ging het huis binnen, gevolgd door de bei
de heeren.
Stijf als een beeld bleef gravin Sybille
staan en keek hem na. De jonge freule van
Sydow legde onwillekeurig beschermend haar
arm om de oude dame heen, want het scheen
haar toe, dat deze wankelde. Ook mijnheer
Gundling was opgestaan en kwam verschrikt
aanloopen.
Op dit oogenblik hoorde men door het
openstaande raam der benedenkamer een
doffen schreeuw en de door een vreemdeling
gesproken woorden „Ik verzoek u in uw ei
gen belang, majoor, om alle opzien te vermij
den. U zou anders uw toestand en dien van
uw zoon slechts verergeren
Onmiddellijk daarna kwamen de drie hee
ren het huis weer uit. De majoor liep in het
midden. Zijn tred was onvast en wankelend,
zijn blik had een wezenlooze uitdrukking.
Zonder zijn vrouw aan te kijken, ging hij
haar voorbij naar het wachtende rijtuig,
waarin hij plaats nam. De twee heeren gin
gen naast hem zitten.
Toen het portier van het rijtuig met een
doffen slag dichtviel, gaf gravin Sybille een
vreeselijken gil.
„Zij hebben hem gevangen genomen
Toen viel zij bewusteloos in de armen van
freule van Sydow.
Een kwartier later werd de kantoordeur bij den
heer Bolzman wild opengerukt en kwam er
een oude heer stormachtig zonder groet naar
binnen.
Het was mijnheer Theodoor Gundling.
Zonder zich "den tijd voor een groet te gun
nen, riep hij in de deur al opgewonden uit
„Zeg me toch in vredesnaam, man, hoe kon
je zoo'n onzin uithalen om de Grauenstein's
gevangen te laten nemen, nu ik toch stijf en
strak volhield, dat zij onschuldig waren
Mijnheer van Bolzman keek verontwaar
digd op. „Zeg mij liever, mijnheer, hoe u hier
zoo durft binnendringen Ik ken u niet
wie heeft u ingelaten
„O ja," pruttelde de oude heer nijdig, rukte
de witte pruik van zijn hoofd, smeet die in
een hoek, richtte zich toen op en keek den
commissaris woedend aan.
Maar nu kent u mij toch, mijnheer van
Bolzman
„Hempel riep Bolzman verbaasd.
„Jawel, en nu vraag ik antwoord
Bolzman zette een hoogmoedig gezicht.
„Ik zal u iets zeggen, beste mijnheer Hem
pel, uw gemis aan vormen wordt bepaald
onaangenaam. De Grauensteins werden ge
vangen genomen, omdat ik meer dan ooit
van hun schuld overtuigd ben en daarmee
basta
„Zoo Hempel snakte letterlijk naar lucht.
„En ik moet mij dus laten welgevallen, dat
men na mijn wekenlang zwoegen mijn net
met een moedwillige vuist vernielt O neen,
beste mijnheer van Bolzman, ik zal u nu ook
iets zeggen u hebt uw belofte, om mij in
die zaak zelfstandig en alleen te laten wer
ken, slecht gehouden en het begint mij te
vervelen, om uw speelbal te zijn Ik verzoek
hiermee om mijn onmiddellijk ontslag uit
den dienst."
„Maar beste mijnheer Hempel
Noodlottig gevolg van een stoeipartij.
Een doode.
Dinsdagmiddag ontstond tusschen
den 22-jarigen gehuwden v. Z. uit Gin-
neken en den ongeveer 20-jarigen on
gehuwde v.d. B. uit Bergen op Zoom,
beiden werkzaam bij de Intern. Gewa
pend Betonbouw te Breda, een stoei
partij. Van Z. die een schroevendraai
er in de hand had, gaf v.d. B. al stoei
ende, een klap tegen het hoofd.
Van der B. klaagde aanvankelijk
over hoofdpijn, doch ging eenigen tijd
later, nadat de werkmeester hem er»
v. Z. over het stoeien had onderhouden
wederom aan zijn werk. Eenigen tijd
daarna begon Van der B. zich onwel ie
gevoelen, hetgeen ook den werkmees
ter, daar Van der B. begon te wankelen
opviel.
Bijna onmiddellijk daarna, zakte
Van der B. ineen en was een lijk.
De gemeente-politie werd aanstonds
met het geval in kennis gesteld. Zij
hield v. Z. aan, in afwachting van na
der onderzoek.
Van Z., die zich thans in arrest be
vindt, is zeer onder den indruk van het
gebeurde.
De Ratten aan boord van het
s.s. „Waterland".
De directeur van den Gemeentelij
ken Geneeskundigen en Gezondheids
dienst bericht, dat het s.s. „Waterland"
van de Koninklijke Hollandsche Lloyd
in den nacht van 9 op 10 September j.i.
binnenliep. Van de autoriteiten te
Hamburg was bericht binnengekomen
dat bij de lossing van o.m. lijnzaad, af
komstig van Zuid-Afrika, gevonden
waren 'n vijftigtal doode ratten, eij dat
waar het toch voor Amsterdam be
stemd was, men daar van verdere
maatregelen afzag. Te Amsterdam aan
gekomen, is het schip van rattenschil-
den voorzien, de bemanning vrijgela
ten en het schip met cyaangas ontrat.
Er was aan boord een geweldig certifi
caat, gedateerd 8 Juni 1932, te Ham
burg afgegeven toen daar ontratting
plaats vond door middel van zwavel.
Door de gassing met cyaan te Amster
dam, werden 626 ratten gedood. Hoe
wel het onderzoek nog niet geheel is
afgeloopen staat op het oogenblik vrij
wel vast, dat er geen pestzieke ratten
aan boord waren.
Nader deelt men mede, dat het aan
tal gevonden ratten aan boord van het
schip de 800 nadert.
Vergiftigingsgeval te Vreeland.
Opzet in het spel
Een dezer dagen werd iemand te
Vreeland plotseling onwe.1 Op genees
kundig advies werd de man naar hel
ziekenhuis te Utrecht overgebracht
„Ik ben geen „beste" meneer Hempel, ik
ben doodgewoon Hempel en wil dat blijven
Doe nu verder maar, wat u verkiest, en ik
zal ook doen, wat ik verkies."
„Wat moet dat nu weer beteekenen
„Dat ik de moordenaars van nu af aan op
eigen gezag zal nagaan. Als gewoon burger
Voor mijn genoegen En reken er maar op.
dat wij elkaar zullen wederzien indien niet
vóór dien tijd, dan toch bij de terechtzitting.
En reken er dan ook maar op, dat dit weder
zien dan voor mij een genoegen zal zijn l
Goeiendag
Hempel verliet het kantoor, waarvan hij
de deur niet, te zacht achter zich sloot, en
stormde de trap af.
Beneden in den gang liep hij een man te
gen het lijf.
„Pardon prevelde hij en wilde doorloo-
pen. Bij den toon van zijn stem keek de an
der verbaasd op en liep hem haastig na.
„Mijnheer Hempel.... mijnheer Hempel
Hempel keek dadelijk om.
„O Kockstein, jij
„Ja, en ik zocht u al heinde en ver."
„Bah, wat je me vertellen wil, dat weet ik
al, maar ik ben toch blij, dat ik je ontmoet.
Ik heb een gewichtige opdracht voor je. Je
moet dadelijk voor mij naar Grauenegg, om
iets uit te visschen. Maar weet het welik
ben van nu af aan een gewoon, vrij burger.
Ik heb die lui daar binnen mijn onmiddellijk
ontslag gevraagd. Wat je van nu af aan in
opdracht van mij doet, wordt als geheim be
handeld en door mij extra betaald, begre
pen
„Zeer goed Wat voor een opdracht hebt
u?"
Dat zal ik je dadelijk uiteenzetten, als je
meegaat naar mijn huis. Eerst moet ik die
grauwe ouderdom van mijn gezicht wasschen,
die heeft nu geen reden van bestaan meer.
Kockstein lachte.
„Ik dacht dadelijk al wel, dat u achter dien
mijnheer Grundling zat."
„Je hebt, waarlijk meer verstand dan je
zijn toestand was tamelijk ernstig. In-
tusschen heeft de justitie een onder
zoek bevolen, daar 't ziektegeval wees
op vergiftiging. Een onderzoek in zijn
woning werd ingesteld en de gemeente
en rijkspolitie legden beslag op een
hoeveelheid boter, terwijl 'n leeg doos
je, waarin rattenvergift had gezeten,
meegenomen werd. Vermoed wordt,
dat het rattenvergift door de boter is
gedaan.
Na een uitgebreid onderzoek werden
aangehouden de 22-jarige echtgenoote
van het slachtoffer, die te Weesp bij
haar ouders woonde, en de ongeveer
50-jarige schoonmoeder van den man.
Beiden zijn gevankelijk naar Vreeland
overgebracht, waar zij na een verhoor
zijn opgesloten. Beide vrouwen worden
verdacht bij afwezigheid van den man
het huis te zijn ingegaan om daar het
vergift door de boter te doen.
Het parket uit Utrecht kwam ter
plaatse om een uitgebreid onderzoek
in te stellen.
Schadeloosstelling voor Zuiderzee-
visschers.
Publicatie van een K.B. gevraagd.
Het lid van de Tweede Kamer de
heer Duymaer van Twist heeft den Mi
nister van Waterstaat gevraagd
Is de minister bereid het K.B. van
19 Mei betreffende de geldelijke tege
moetkomingen aan de belanghebben
den in den zin van art 1 van de Zuider
zeesteunwet 1925, gewijzigd bij de wet
van 27 Maart 1931, openbaar te maken?
Zoo ja, mag dan verwacht worden,
dat de publicatie van het besluit met
eenigen spoed geschiedt
VOOR BETERE
PIJP - TABAK
TABAKSFABRIEK
collega Steiner met zijn blozend gezicht
Die kerel heeft mij al dien tijd voor een me
deplichtige van den majoor gehouden en is
mij nauwkeurig nagegaan. Zelfs mijn ge
droogde planten heeft hij in mijn afwezig
heid eens in het geheim nagesnuffeld. Hij
dacht vermoedelijk, dat er bloed aan kleefde
van die geheimzinnige Grauenegger moorden!
Maar daar zijn wij al aan mijn woning."
XIII.
In de bediendenkamer van Grauenegg ging
het vroolijk en druk toe, want zooals het
spreekwoord zegt„als de kat van huis is,
dansen de muizen."
De gravin was namelijk voor eenige dagen
met haar nicht en Herbert overgehuisd naar
haar woning in de stad en werd pas morgen
terugverwacht.
Zij had Jan meegenomen, die de kleeren
van zijn vermoorden meester moest inpakken
en meebrengen naar Grauenegg. De laatste
vrije avond, zoo was in den hoogen raad der
bedienden besloten, moest feestelijk gevierd
worden. Rika, de keukenmeid had een fijn
maal klaargemaakt, Lisette en Treesje, de
twee kamermeisjes der grafelijke dames dek
ten de tafel en Frans bracht uit den kelder
een half dozijn flesschen met een eerbied
waardig uiterlijk te voorschijn. Toen Rika dit
zag, schudde zij bedenkelijk haar hoofd.
„Och, och als mevrouw dat eens zag Je
weet toch, Frans, dat zij de flesschen altijd
natelt
„Heb maar geen angst In de tegenwoor
dige omstandigheden denkt men er niet aan.
Denk eens even aan alles, wat ze aan haar
hoofd heeft de moord van den graaf, de
verloving van graaf Herbert, en nu nog de
gevangenneming van haar zwager en haar
neef, die twee moorden op hun geweten moe
ten hebben En bij dat alles zou zij de
flesschen in den kelder tellen Geen denken
aan
(Wordt vervolgd.)