Falcon- en Loden jas 23e JAARGANG VRIJDAG 28 OCTOBER 1932 No. SB NIEUWS- EN ADVERTENTIE WIERINGEN EN BLAD VOOR PIJP - TABAK „DE WAKENDE LEEUW" ADELDOM OF LIEFDE BIJ SC O L T O F KANAALWEG DEN HELDER. WIERINGER COURANT N._ VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER. WIERINGEN. f- BDREAO Hlppolytushoef Wielingen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIèN Van 1—5 regeu Iedere regel meer o.sa t o.ia VOOR BETERE TABAKSFABRIEK J. R. KEUSS. Laat 125 Alkmaar. DE WERKLOOSHEID. Bij het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer over de Rijksbegrooting 1933. zijn ook beschouwingen gehouden over het in dezen tijd sterk op den voorgrond tredend vraag stuk der werkloosheid. Algemeen hechtte men als hulpmiddel ter bestrijding van den crisisnood de allergrootste waarde aan de vermeerdering' van werkgelegenheid. Het is beter zoo drukten zich verschei den leden onder instemming van vele ande ren uit f 200.000.000 uit te geven voor nut tige werken dan 100.000.000 voor ondersteu ning van werkloozen. Bij zeer vele leden had het in dit verband teleurstelling gewekt, dat de Regeering de Zuiderzeewerken niet wenscht voort te zetten. Eveneens werd voort zetting of terhandneming van andere groote werken bepleit. Aanleg van wegen, bruggen bouw, verbetering der spoorwegtoestanden bij Amsterdam. Rotterdam en Den Haag, be bossching van de duinen, werden met name aanbevolen. Enkele andere leden weifelden of verdere inpoldering van Zuiderzeegronden wel in overeenstemming zou zijn met de groote kos ten. Verscheiden leden zagen ook in verkor ting van den arbeidsduur een uitnemend mid del om de werkloosheid te verminderen. Van verschillende zijden werd het vertrou wen uitgesproken, dat de Regeering het vraag stuk van de jeugdige werkloozen, in de Troonrede vermeld, met den grootsten spoed zal ter hand nemen. De vraag werd gesteld of de Regeering zou kunnen verschaffen een zoo nauwkeurig mogelijk overzicht van het aantal Nederlan ders in het buitenland werkzaam en het aan tal buitenlanders, dat zich in Nederland in loondienst bevindt. Verscheiden leden wezen er op, dat menig ander rijk de economische toestand van den arbeider veel ongunstiger is dan in Nederland. Sommige leden waarschuwden tegen het doen verrichten in werkverschaffing van ge wone werken, welke in elk geval tot stand zouden moeten worden gebracht zooals her haaldelijk geschiedt. Immers heeft dit ten gevolge, dat de loonstandaard in de bij die werken betrokken bedrijven tot het peil der werkloosheidsuitkeeringen wordt terugge bracht, hetgeen zij alleszins ongewenscht achten. Ook de steunverleening aan werkloozen maakte een onderwerp van gedachtenwisse ling uit. Verscheiden leden betreurden, dat de Commissie-Weiter, op grond van cijfers, welke op een zeer belangrijk punt onjuist waren, een verlaging der steunnormen heeft aanbevolen. Andere leden verklaarden, niet te kunnen beoordeelen of het voorstel van FEUILLETON. No. 38. Door een hartsaangelegenheid van Herbert wordt het moeilijke werk van gravin Renate in gevaar gebracht. De jonge Grauenstein bemint de dochter van den houtvester en wil van Rita niets weten. Zij echter ook niet van hem, maar dat vermoedde de gravin toch nog niet. Zij begint nu op haar zoon een druk uit te oefenen, die dagelijksch harder werd en het leven op het kasteel ondragelijk maakt. Her- bert verwenscht het heele majoraat en droomt slechts van een geluk aan de zijde van Lore zijn moeder, die als „mevrouw Walker" alles met oplettende oogen volgt en door haar vertrouweling Hanna Kogler over alles nauwkeurig ingelicht is, stelt zich nu met de gravin in verbinding en zegt, dat men haar zoon gelukkig moet laten worden, anders zal zij van haar recht gebruik maken. Er ont staat een verbitterde strijd tusschen de twee vrouwen over het geluk harer kinderen. Als de gravin toegeeft, dat Herbert met Lore trouwt, dan maakt zij hierdoor haar eigen kind tot een doodarm gravinnetje en als zij niet toegeeft, bedreigt mevrouw Walker haar met het bekend maken van de heele misdaad Ook de graaf wordt erbij gehaald. Hij biedt mevrouw Walker een som geld aan. Maar deze is zelf zeer rijk. Zij wil niets anders dan de Commissie Weiter al dan niet aanbeveling verdient. Verscheiden leden verklaarden zich geens zins te kunnen vereenigen met het denkbeeld, een gedeelte van de uitkeeringen aan de werkloozen te vervangen door verstrekkingen in natura. Andere leden waren van meening. dat zoodanige verstrekking aanbeveling zou verdienen. Sommige leden achtten het dringend noo- dig, dat naast de Rijkssteunregeling een al- gemeene regeling zal worden tot stand ge bracht met betrekking tot de uitkeeringen van dien aard uit andere openbare kassen, met name die der gemeenten. Ook verdient naar hun meening een nadere regeling van het aandeel van het Rijk in de uitgaven, welke op de gemeenten uit hoofde der Werk loosheidsverzekering drukken, aanbeveling. DE WERKLOOSHEID. „Amerika gaat een winter tegemoet, zoo als wij nog nooit hebben beleefd", verklaart de Amerikaansche Labourfederatie in haat- zoo juist gepubliceerd rapport. „Wel valt die jaar voor het eerst sinds 1929 eenige verbe tering te bespeuren in de werkloosheidscij fers, doch op de ll'/s millioen werkloozen is dit nog slechts van weinig beteekenis. Het lijdt geen twijfel, gaat het rapport verder, dat de komende winter voor velen zeer moei lijk zal zijn, te meer daar middelen tot leni ging van de ellende nog ontbreken. Milli- oenen gezinnen zullen zijn genoodzaakt te le ven van de liefdadigheid van hun medebur gers en naar schatting zijn 40 millioen men- schen door economische zorgen naar lichaam en geestkracht volkomen ondermijnd. Het is een ramp met geen andere te vergelijken, zelfs niet met den wereldoorlog", aldus het rapport. BINNENLANDSCH NIEUWS. VAKBOND BENADEELD. Penningmeester verduistert f 14.000 Do penningmeester van de afd. Rot terdam van don R.K- Bouwarbeiders bond heeft zicli gedurende de laatste jaren aan verduistering van ongeveer f 1-4.000 schuldig gemaakt, ten nadeole van dien bond. Dezer dagen is de man, die als penningmeester reeds was ont slagen, geroyeerd als bondslid. Hij zou aan werkloozen giften heb ben verstrekt buiten medeweten van de overige bestuursleden en de tekor ten, die hij in zijn kas kreeg, zou hij hebben aangezuiverd met geld uit de kassen die hij beheerde van andere organisaties en fondsen. Dezen zomer moesten de vacantiebonnen van le den van don bond worden verzilverd, maar daartoe was geen voldoende geld aanwezig. Op den Zaterdag dat de le den dit geld kwamen innen, heeft de penningmeester hen heen gezonden. 's-Maandags werd liet geld uitgekeerd, omdat inmiddels f -4.000 van Maat schappelijk Hulpbetoon voor de werk loozen was binnengekomen. Later zijn deze vierduizend gulden teruggestort- De verduisteringen zijn evenwel uitge komen en bij onderzoek bleek dat zij gedurende de laatste jaren zijn ge pleegd. DE AFSLUITDIJK ALS VERKEERS WEG. Aansluitingswegen nog niet gereed. Nog geen autobuscon- cessies toegekend. -- Voorloo- pig geen spoorweg. In aansluiting op ons bericht, dat de Aisluitdijk dit jaar nog niet voor het verkeer zal worden in gebruik geno men, meldt het N. C. B. Wij vernemen, dat, hoewel de weg over den dijk zelf voor het verkeer vrij wel gereed is, het nog wel eenige maan den zal duren alvorens de algeheele openstelling zal kunnen geschieden, en wel omdat de aansluitingswegen bij VVieringen en in Friesland nog niet klaar zijn om het te verwachten druk autovervoer over den dijk op te vangen Tegen het aanstaande voorjaar zal men echter in elk geval op deze open stelling kunnen rekenen- W'at de concessies voor autobusdien sten betreft, er zijn een aantal aanvra gen, waaronder een van de A. T. O. en diverse van particuliere ondernemers bij de colleges van Ged. Staten van Noord-Holland en Friesland in be handeling. Tot nu toe is nog geen en kele consessie aan eenige transporton derneming voor een autobusdienst over den dijk verleend. Wat den voorgenomen aanleg van een spoorlijn over den afsluitdijk be treft, deze aanleg -- waarop met de constructie van den dijk is gerekend zal stellig acht tot tien millioen gulden kosten en het is niet te verwachten, dat de Ned. Spoorwegen in de tegen woordige tijdsomstandigheden dergel ij ke sommen zullen beschikbaar stellen voor dit doel. Voordat de spoorweg aansluiting tot stand komt, zullen er stellig nog wel eenige jaren mee heen gaan- Intusschen wordt voortgegaan met den aankoop van gronden in de gedeel ten van Nrd.-IIolland en Friesland, voor de aansluiting van den toekognsti gen spoorweg over den dijk benoodigd HOOG WATER EN DEFENSIE Het peil van het IJselmeer. Alle besturen van de polders, die op hej IJsselmeer overtollig water uit slaan, klagen er over, dat het peil van dat meer zoo hoog blijft, nu er vrijwel overal last is van water. Het Noordzee kanaal heeft ook met hoog water te kampen, ten ongerieve van de binnen scheepvaart. Waarom het peil vair het IJsselmeer niet omlaag Defensie verzet zich hiertegen en dit departement heeft formeel gelijk, het steunt op de wet van 29 Juni 1925 Staatsbl. 306, die spreekt van den aanleg van verdedi gingswerken in verband met de afslui ting. Art. 4 dier wet bepaalt, dat, als de Zuiderzee is afgesloten, de inundatie van de verdedigingslinie zal moeten geschieden uit de Noordzee bij IJmui- den, waar werken moeten geschieden uit de Noordzee bij IJmuiden, waar werken moeten worden aangelegd. Zoolang die werken niet gereed zijl mag het peil van liet IJssselmeer niet lager zijn dan 13 c.m- A.P. gemeten bij Urk. De hier bedoelde werken zijn niet klaar en dus heeft Defensie formeel volkomen gelijk aan het minimumpeil van 13 c.m. A.P. vast te houden. Maar -- de theorie is wel eens an ders dan de practijk. En de practijk leert, dat in dezen tijd het genoemde peil te hoog is voor een gezonden w; terstaatkundigen toestand- De Regeering moet zich aan de wei houden. Natuurlijk, maar een nood wetje b.v. met de bepaling, dat in bijzondere omstandigheden (als de na tuur al voor de inundatie heeft ge zorgd) het peil tijdelijk kan worden verlaagd, kan gauw genoeg in het Staatsblad komen Herbert gelukkig zien, en in dezen eisch vol hardt zij met ijzeren standvastigheid. Eindelijk begrijpt de gravin dat zij in elk geval de papieren in handen moet zien te krijgen, die de geboorte van Herbert naar waarheid vaststellen. Zij haalt den graaf over, om de papieren te stelen of ze met ge weld aan mevrouw Walker te ontnemen. Heb ik 't zoover goed, mijnheer Morgan Morgan sprong op. „Alle achting voor uw scherpzinnigheid, mijnheer Hempel, precies zoo heeft die arme Mary mij de gebeurtenissen afgeschilderd Silas knikte bevredigd. „Goed. Tot zoover was alles duidelijk voor mij. Maar toen raakte alles in de war. Met logische konsekwentie wees alles den graaf aan als den moordenaar, toch klopte alles niet. Ten eerste hield ik het voor onmogelijk, dat mevrouw Walker ik wil dien naam voorloopig vasthouden haar geheim en de desbetreffende papieren vrijwillig aan een derde zou toevertrouwen. Ik moest dus aanne men, dat de bezitter van haar papieren ook haar moordenaar was in dit geval u. Ten tweede werd de graaf mij afgeschil derd als een man met weinig verstand, maar met een streng gevoel van eer, die heelemaal onder den pantoffel zat. Van zoo'n man kan men moeilijk een moord verwachten. Daarbij kwam zijn verdwijning en het klei ne tijdsverschil tusschen zijn eventueel be zoek en het uwe. Om half zeven hoorde vrouw Brandeis u nog met mevrouw Walker praten, om zeven uur liep u door Grunau en om half acht viel het schot, dat den graaf verwond de. Hij moest ze dus onmiddellijk gevolgd zijn wanneer moest hij den moord hebben begaan Mevrouw Walker had haar avond DAMES en HEEREN koopt uw Waar een wil is Alg- Hlbd. ONGELUK MET JACHTGEWEER. Zaterdagmiddag tegen 5 uur ging de onge veer 24-jarige jongeman J. v. d. B. te Einig- hausen (bij Sittard) het veld in, gewapend met een oud jachtgeweer, vermoedelijk om te zien of hij niet een stukje wild kon be machtigen. Gekomen tot ter plaatse genaamd „de lan ge Jan" schijnt hij door een heg te zijn ge kropen en heeft daarna het jachtgeweer tot zich getrokken. De jongeman kreeg de volle lading in de borst. Volgens de bloedsporen is hij nog een me ter of vijf geloopen en daarna ineengezakt. Zijn familie, die door het lange uitblijven ongerust geworden was, is in den nacht op zoek gegaan en tegen 3 uur in den morgen vond men hem dood op bovengenoemde Nadat dr. Garé uit Sittard den dood gecon stateerd had. werd het lijk naar het vereni gingslokaal overgebracht. Verzoeningsrit met paard en wagen Te Botterdam arriveerde dezer dagen een vreemd gespan een kleine rood geverfde wagen, 'n soort motorbijspan met een ponny er voor. Uit het wagen tje stapte een man in motorjekker. Het w as hem al van verre aan te zien. dat hij behoorde tot liet gilde der globe trotters. Hij liet zich aandienen als Friedrich Ganz, uit Blankenesse bij Hamburg. Een joviale kerel, dat zag men zóó al, toen hij begon te praten. Het doel van zijn reis bleek héél zeld zaam te zijn. Hij wordt namelijk ge dreven door liet verlangen om eenige Fransche families, waarmee hij nota bene in den wereldoorlog bevriend is geraakt, terug te zien. Ik heb, zoo rede neert de heer Ganz, den heelen oorlog in Frankrijk meegemaakt. In enkele veldslagen ben ik gewond geworden, gelukkig nooit ernstig. Alle verschrik kingen van den oorlogshel heb ik aan schouwd, maar ik heb ook goede din gen gezien en onder die goede dingen rangschik ik in de eerste plaats de vriendschappelijke verhouding van tal van Franschen ten opzichte van ons Duitschers. Ik ben in Frankrijk vaak beter behandeld dan in Duitschland door Duitschers. Daarom ga ik nu naar Frankrijk De heer Ganz, die een ijsfabriekje in de Ilamburgsche badplaats Blanke nesse leidt, is op 1 September uit zijn woonplaats vertrokken- Zijn ponny. Nurmi genaamd (naar den Finsclien hardlooper) die des zomers altijd hei ijs van zijn baas op 't strand van Blan kenesse langs de badgasten draagt, staat voor het wagentje en gedraagt zich als een dapper ros, dat geen ver moeidheid kent. Ik ben van plan, zoo vertelde de heer Ganz verder, om het heele oude weste lijke front te bezoeken. Met België be gin ik. Over Antwerpen en Brussel rijd ik naar Vlaanderen, naar Yperen. De ze familie hier -- en hij liet een groote familiefoto zien is het gezin van een schoolhoofd. Ze hebben mij geen van allen vergeten. Toen Yperen ii.1. in puin geschoten was, heb ik deze menschen uit een kelder gered, en nog altijd schrijven ze mij brieven- Het zijn goede vrienden van mij geworden en ik heb nu zelfs het gevoel of ik naar verwi anten ga. O, wat deze menschen hebben geleden, het is niet te zeggen U moet denken mijn landgenooten heb ben zich dikwijls onbehoorlijk gedra gen in Frankrijk, en ik kan me best voorstellen, dat er veel Franschen zijn, die ons hartgrondig haten. Natuurlijk worden er in den oorlog wandaden aan beide zijden gepleegd, dat spreekt van zelf. De Franschen hebben zich ook niet onbetuigd ge Ta ten. Ik hoop nu maar, dat de Franschen, die ik op mijn reis ontmoet, even vredelievend zullen zijn als ik ben. De Duitschers zijn leg"), woordig allesbehalve vredelievend^ Overal ontmoet je geharrewar tusschen soci's n nazi's en allerlei andere par tijen- - U behoort zeker niet tot de na zi's werd gevraagd. - O neen, ik blijf buiten alle par tijen. Ik heb den oorlog gezien en als je zooiots hebt meegemaakt -- je hoeft maar veertien dagen in de loopgra ven gelegen te hebben, dan ben ie een ander mensch.. Dan kan je den vij and niet meer haten. Dan leer je de dingen heel anders zien. En de nazi's in Duitschland dat zijn meest jonge lui, die den oorlog niet hebben meege maakt, dus menschen, die niets weten. En nu naar Frankrijk, naar de Fran sche vrienden. Ik heb, zoo ging de heer Ganz verder zelfs mijn vrouw en mijn kind tot April a.s. alleen gelaten, al leen om mijn verlangen te kunnen bn- vieren, aan de Franschen te- laten zien dat er Duitschers zijn die hen niet haten. Tenslotte heeft de Duitscher, die voorzien was van aanbevelingsbrieven voor enkele vooraanstaande burgers, ziin ingenomenheid betuigd met de wij ze, waarop hij in ons land wordt ont vangen. Alles -- zoo zeide hij ademt hier vrede. Ik heb nog nergens ruzie of zoo ontdekt. Nederland is 'n land naar mijn hart en het spijt mij te moeten merken, dat het land zoo gebukt gaat onder de crisis. In Duitschland denkt men meestal, dat Holland nog altijd hot rijke land is van weleer. BUITENLANDSCH NIEUWS. maal nog niet gebruikt, toen zij vermoord werd, de moord moet dus onmiddellijk na uw vertrek hebben plaats gehad. De gedachte, dat de graaf de moordenaar was, heeft zeer herhaaldelijk aan mij opge drongen, toch zette ik telkens die mogelijk heid uit mijn hoofd, omdat het te onwaar schijnlijk was. Ik zie, dat ik nog heel wat moeten leeren. Wilt u nu zoo vriendelijk zijn, mijnheer Mor gan, om het verhaal van de feiten voort te zetten, waar ik gebleven ben „Ja zeker. Heel veel moet echter nog een veronderstelling blijven. XIX. „U hebt de geschiedenis in den geest ge volgd tot het tijdstip, dat er ernstige oneenig- heid kwam tusschen mijn schoonzuster en de Grauensteins. Mary heeft tegen mij hier over slechts weinig gezegd. Zij vertelde, dat de gravin onder het voorwendsel, dat zij het zieke kind eener dagloonersweduwe bezocht, bij haar kwanj. Eerst langzamerhand werd het voor Mary duidelijk, dat niets anders de gravin bij haar bracht, dan de wensch om dc papieren in handen te krijgen." „Waarin bestaan die papieren eigenlijk Alleen in het dokument, dat betrekking heeft op de afkomst van Herbert „Neen. Er is ook een verklaring bij van de overledene Jozefa Kogler, waarin deze beves tigd dat de ruiling der kinderen op de aange geven wijze heeft plaats gehad. Mijn schoon zuster heeft een groote som geld betaald, om dit dokument te verkrijgen. Verder is daarbij de trouwakte van haar huwelijk met Bakker, een dagboek, waarin zij nauwkeu rig alle bijzonderheden der heele geschiede nis vertelt, en ten slotte een stapel brie ven van Jahanna Kogler, die deze in den loop der jaren naar Australië heeft gestuurd en waarin zij vertelt over het leven van het kind. Deze brieven, die vol troostwoorden zijn, bevestigen in elk geval ontwijfelbaar, wat er gebeurd is, zoodat die papieren in hun geheel een onaantastbaar en door verschillen de personen bevestigde beschuldiging van de gravin vormen." „Hoe verstandig van uw schoonzuster om die papieren in veiligheid te brengen Als zij de gravin in handen waren gekomen dan zou het schandelijk bedrog, waardoor het majoraat aan den rechtmatigen erfgenaam onthouden wordt, nooit aan den dag zijn ge komen." „Zeker. Mary vermoedde dat en het was haar zooals ik reeds zeide slechts erom te doen, dat haar kind gelukkig zou worden. Zij was veel te wereldwijs, om geluk des har ten niet veel hooger te stellen dan alle ui terlijkheden. Zij zag dat Herbert niet het majoraat, maar wel zijn geliefde Lore noo- dig had, om gelukkig te worden. Zij was rijk. Haar vermogen bestond niet alleen in het geld, dat men bij haar vond, maar ook nog in het deelgenootschap onzer firma. Als zij dit aan Herbert overdeed, kon hij met Lore trouwen en met haar en zijn moeder terug gaan naar Sydney, waar ik hem graag als deelgenoot zou ontvangen. In dien geest sprak ook Mary met mij over de toekomst. De reden, waarom zij wenschie zoo spoedig mogelijk de papieren aan mij toe te vertrouwen, was, dat zij op zekeren dag bij haar terugkeer van een lange wan deling bemerkte, dat iemand in haar afwe zigheid de vakken van haar schrijftafel had nagesnuffeld. De huisdeur was toch goed Tegen het rassen-vooroordeel. Bewogen kerkdienst. Een bewogen kerkdienst is Zondag gehouden in een klein kerkje in de New-Yorksche negerwijk Harlem. De bekende Episcopaalschc bisschop \Yil- liam Thomas Manning zou in hei kerk je preeken. waarin zich een gehoor van blanken bevond, doch waar ook een tweehonderd negers, die tot dezelfde kerkelijke gemeenschap behoorden, toe gang wenschten. De blanke lidmaten sloten de hoofddeur van de kerk en weigerden ook den bisschop den toe gang, toen hun bleek dat deze op het gesloten. Er moest dus iemand in het geheim een tweeden sleutel hebben laten maken. Zij behoefde er niet lang over na te denken, wie en waarom Hempel knikte. Hij herinnerde zich, dat dc gravin bij haar nachtelijk bezoek met haar eigen sleutel het huis had opengesloten. „Op dien avond", ging de heer Morgan voort, „toen ik Mary bezocht, was zij zeer opgewonden. Zij vertelde mij, dat er den vo- rigen dag een heftige scene was afgespeeld tusschen haar en den graaf en dat hij dien avond zou terugkomen, om haar laatste en beslissend antwoord te ontvangen. Hij be loofde zelfs niets meer te zullen doen, om het geluk van Herbert met Lore Steinbrech te verhinderen, indien Mary hem daarvoor in ruil de gezamenlijke papieren zou over handigen." „Ha „Mary was natuurlijk niet zoo dom om hierop in te gaan. Pas op den trouwdag van Herbert wilde zij ze misschien afgeven. De graaf beloofde erover te zullen nadenken en Vrijdagavond terug te komen. Ik wil nog even zeggen, dat mijn schoonzuster na dit alles wel bang was voor de papieren, maar het volstrekt niet mogelijk achtte, dat haar eigen leven gevaar liep. Zij verheugde zich al op het uur, waarin zij den graaf kon mee- deelen, dat de papieren in veiligheid waren. Zij vertelde mij, dat dit 's avonds om zeven uur zou gebeuren, indien de graaf zijn af spraak hield. Daarna noodigde zij mij uit, om iets te gebruiken, wat ik echter afsloeg, omdat ik moest vertrekken. Wij namen af scheid precies om vijf minuten over half ze ven. (Slot volgt.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1932 | | pagina 1