Falcon- en
Loden jas
23e JAARGANG
VRIJDAG 28 OCTOBER 1932
No. SB
NIEUWS- EN ADVERTENTIE
WIERINGEN EN
BLAD VOOR
PIJP - TABAK
„DE WAKENDE LEEUW"
ADELDOM OF LIEFDE
BIJ SC O L T O F
KANAALWEG DEN HELDER.
WIERINGER COURANT
N._
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER.
WIERINGEN. f-
BDREAO
Hlppolytushoef Wielingen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIèN
Van 1—5 regeu
Iedere regel meer
o.sa
t o.ia
VOOR BETERE
TABAKSFABRIEK
J. R. KEUSS.
Laat 125 Alkmaar.
DE WERKLOOSHEID.
Bij het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer over de Rijksbegrooting 1933. zijn ook
beschouwingen gehouden over het in dezen
tijd sterk op den voorgrond tredend vraag
stuk der werkloosheid. Algemeen hechtte
men als hulpmiddel ter bestrijding van den
crisisnood de allergrootste waarde aan de
vermeerdering' van werkgelegenheid.
Het is beter zoo drukten zich verschei
den leden onder instemming van vele ande
ren uit f 200.000.000 uit te geven voor nut
tige werken dan 100.000.000 voor ondersteu
ning van werkloozen. Bij zeer vele leden had
het in dit verband teleurstelling gewekt, dat
de Regeering de Zuiderzeewerken niet
wenscht voort te zetten. Eveneens werd voort
zetting of terhandneming van andere groote
werken bepleit. Aanleg van wegen, bruggen
bouw, verbetering der spoorwegtoestanden
bij Amsterdam. Rotterdam en Den Haag, be
bossching van de duinen, werden met name
aanbevolen.
Enkele andere leden weifelden of verdere
inpoldering van Zuiderzeegronden wel in
overeenstemming zou zijn met de groote kos
ten. Verscheiden leden zagen ook in verkor
ting van den arbeidsduur een uitnemend mid
del om de werkloosheid te verminderen.
Van verschillende zijden werd het vertrou
wen uitgesproken, dat de Regeering het vraag
stuk van de jeugdige werkloozen, in de
Troonrede vermeld, met den grootsten spoed
zal ter hand nemen.
De vraag werd gesteld of de Regeering zou
kunnen verschaffen een zoo nauwkeurig
mogelijk overzicht van het aantal Nederlan
ders in het buitenland werkzaam en het aan
tal buitenlanders, dat zich in Nederland in
loondienst bevindt.
Verscheiden leden wezen er op, dat
menig ander rijk de economische toestand
van den arbeider veel ongunstiger is dan in
Nederland.
Sommige leden waarschuwden tegen het
doen verrichten in werkverschaffing van ge
wone werken, welke in elk geval tot stand
zouden moeten worden gebracht zooals her
haaldelijk geschiedt. Immers heeft dit ten
gevolge, dat de loonstandaard in de bij die
werken betrokken bedrijven tot het peil der
werkloosheidsuitkeeringen wordt terugge
bracht, hetgeen zij alleszins ongewenscht
achten.
Ook de steunverleening aan werkloozen
maakte een onderwerp van gedachtenwisse
ling uit. Verscheiden leden betreurden, dat
de Commissie-Weiter, op grond van cijfers,
welke op een zeer belangrijk punt onjuist
waren, een verlaging der steunnormen heeft
aanbevolen. Andere leden verklaarden, niet
te kunnen beoordeelen of het voorstel van
FEUILLETON.
No. 38.
Door een hartsaangelegenheid van Herbert
wordt het moeilijke werk van gravin Renate
in gevaar gebracht. De jonge Grauenstein
bemint de dochter van den houtvester en wil
van Rita niets weten. Zij echter ook niet van
hem, maar dat vermoedde de gravin toch
nog niet.
Zij begint nu op haar zoon een druk uit te
oefenen, die dagelijksch harder werd en het
leven op het kasteel ondragelijk maakt. Her-
bert verwenscht het heele majoraat en droomt
slechts van een geluk aan de zijde van Lore
zijn moeder, die als „mevrouw Walker"
alles met oplettende oogen volgt en door
haar vertrouweling Hanna Kogler over alles
nauwkeurig ingelicht is, stelt zich nu met de
gravin in verbinding en zegt, dat men haar
zoon gelukkig moet laten worden, anders zal
zij van haar recht gebruik maken. Er ont
staat een verbitterde strijd tusschen de twee
vrouwen over het geluk harer kinderen. Als
de gravin toegeeft, dat Herbert met Lore
trouwt, dan maakt zij hierdoor haar eigen
kind tot een doodarm gravinnetje en als zij
niet toegeeft, bedreigt mevrouw Walker haar
met het bekend maken van de heele misdaad
Ook de graaf wordt erbij gehaald. Hij biedt
mevrouw Walker een som geld aan. Maar
deze is zelf zeer rijk. Zij wil niets anders dan
de Commissie Weiter al dan niet aanbeveling
verdient.
Verscheiden leden verklaarden zich geens
zins te kunnen vereenigen met het denkbeeld,
een gedeelte van de uitkeeringen aan de
werkloozen te vervangen door verstrekkingen
in natura. Andere leden waren van meening.
dat zoodanige verstrekking aanbeveling zou
verdienen.
Sommige leden achtten het dringend noo-
dig, dat naast de Rijkssteunregeling een al-
gemeene regeling zal worden tot stand ge
bracht met betrekking tot de uitkeeringen
van dien aard uit andere openbare kassen,
met name die der gemeenten. Ook verdient
naar hun meening een nadere regeling van
het aandeel van het Rijk in de uitgaven,
welke op de gemeenten uit hoofde der Werk
loosheidsverzekering drukken, aanbeveling.
DE WERKLOOSHEID.
„Amerika gaat een winter tegemoet, zoo
als wij nog nooit hebben beleefd", verklaart
de Amerikaansche Labourfederatie in haat-
zoo juist gepubliceerd rapport. „Wel valt die
jaar voor het eerst sinds 1929 eenige verbe
tering te bespeuren in de werkloosheidscij
fers, doch op de ll'/s millioen werkloozen is
dit nog slechts van weinig beteekenis. Het
lijdt geen twijfel, gaat het rapport verder,
dat de komende winter voor velen zeer moei
lijk zal zijn, te meer daar middelen tot leni
ging van de ellende nog ontbreken. Milli-
oenen gezinnen zullen zijn genoodzaakt te le
ven van de liefdadigheid van hun medebur
gers en naar schatting zijn 40 millioen men-
schen door economische zorgen naar lichaam
en geestkracht volkomen ondermijnd. Het is
een ramp met geen andere te vergelijken,
zelfs niet met den wereldoorlog", aldus het
rapport.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
VAKBOND BENADEELD.
Penningmeester verduistert
f 14.000
Do penningmeester van de afd. Rot
terdam van don R.K- Bouwarbeiders
bond heeft zicli gedurende de laatste
jaren aan verduistering van ongeveer
f 1-4.000 schuldig gemaakt, ten nadeole
van dien bond. Dezer dagen is de man,
die als penningmeester reeds was ont
slagen, geroyeerd als bondslid.
Hij zou aan werkloozen giften heb
ben verstrekt buiten medeweten van
de overige bestuursleden en de tekor
ten, die hij in zijn kas kreeg, zou hij
hebben aangezuiverd met geld uit de
kassen die hij beheerde van andere
organisaties en fondsen. Dezen zomer
moesten de vacantiebonnen van le
den van don bond worden verzilverd,
maar daartoe was geen voldoende geld
aanwezig. Op den Zaterdag dat de le
den dit geld kwamen innen, heeft de
penningmeester hen heen gezonden.
's-Maandags werd liet geld uitgekeerd,
omdat inmiddels f -4.000 van Maat
schappelijk Hulpbetoon voor de werk
loozen was binnengekomen. Later zijn
deze vierduizend gulden teruggestort-
De verduisteringen zijn evenwel uitge
komen en bij onderzoek bleek dat zij
gedurende de laatste jaren zijn ge
pleegd.
DE AFSLUITDIJK ALS VERKEERS
WEG.
Aansluitingswegen nog niet
gereed. Nog geen autobuscon-
cessies toegekend. -- Voorloo-
pig geen spoorweg.
In aansluiting op ons bericht, dat de
Aisluitdijk dit jaar nog niet voor het
verkeer zal worden in gebruik geno
men, meldt het N. C. B.
Wij vernemen, dat, hoewel de weg
over den dijk zelf voor het verkeer vrij
wel gereed is, het nog wel eenige maan
den zal duren alvorens de algeheele
openstelling zal kunnen geschieden,
en wel omdat de aansluitingswegen bij
VVieringen en in Friesland nog niet
klaar zijn om het te verwachten druk
autovervoer over den dijk op te vangen
Tegen het aanstaande voorjaar zal
men echter in elk geval op deze open
stelling kunnen rekenen-
W'at de concessies voor autobusdien
sten betreft, er zijn een aantal aanvra
gen, waaronder een van de A. T. O. en
diverse van particuliere ondernemers
bij de colleges van Ged. Staten van
Noord-Holland en Friesland in be
handeling. Tot nu toe is nog geen en
kele consessie aan eenige transporton
derneming voor een autobusdienst
over den dijk verleend.
Wat den voorgenomen aanleg van
een spoorlijn over den afsluitdijk be
treft, deze aanleg -- waarop met de
constructie van den dijk is gerekend
zal stellig acht tot tien millioen gulden
kosten en het is niet te verwachten,
dat de Ned. Spoorwegen in de tegen
woordige tijdsomstandigheden dergel ij
ke sommen zullen beschikbaar stellen
voor dit doel. Voordat de spoorweg
aansluiting tot stand komt, zullen er
stellig nog wel eenige jaren mee heen
gaan-
Intusschen wordt voortgegaan met
den aankoop van gronden in de gedeel
ten van Nrd.-IIolland en Friesland,
voor de aansluiting van den toekognsti
gen spoorweg over den dijk benoodigd
HOOG WATER EN DEFENSIE
Het peil van het IJselmeer.
Alle besturen van de polders, die op
hej IJsselmeer overtollig water uit
slaan, klagen er over, dat het peil van
dat meer zoo hoog blijft, nu er vrijwel
overal last is van water. Het Noordzee
kanaal heeft ook met hoog water te
kampen, ten ongerieve van de binnen
scheepvaart.
Waarom het peil vair het IJsselmeer
niet omlaag Defensie verzet zich
hiertegen en dit departement heeft
formeel gelijk, het steunt op de wet
van 29 Juni 1925 Staatsbl. 306, die
spreekt van den aanleg van verdedi
gingswerken in verband met de afslui
ting.
Art. 4 dier wet bepaalt, dat, als de
Zuiderzee is afgesloten, de inundatie
van de verdedigingslinie zal moeten
geschieden uit de Noordzee bij IJmui-
den, waar werken moeten geschieden
uit de Noordzee bij IJmuiden, waar
werken moeten worden aangelegd.
Zoolang die werken niet gereed zijl
mag het peil van liet IJssselmeer niet
lager zijn dan 13 c.m- A.P. gemeten
bij Urk.
De hier bedoelde werken zijn niet
klaar en dus heeft Defensie formeel
volkomen gelijk aan het minimumpeil
van 13 c.m. A.P. vast te houden.
Maar -- de theorie is wel eens an
ders dan de practijk. En de practijk
leert, dat in dezen tijd het genoemde
peil te hoog is voor een gezonden w;
terstaatkundigen toestand-
De Regeering moet zich aan de wei
houden. Natuurlijk, maar een nood
wetje b.v. met de bepaling, dat in
bijzondere omstandigheden (als de na
tuur al voor de inundatie heeft ge
zorgd) het peil tijdelijk kan worden
verlaagd, kan gauw genoeg in het
Staatsblad komen
Herbert gelukkig zien, en in dezen eisch vol
hardt zij met ijzeren standvastigheid.
Eindelijk begrijpt de gravin dat zij in elk
geval de papieren in handen moet zien te
krijgen, die de geboorte van Herbert naar
waarheid vaststellen. Zij haalt den graaf
over, om de papieren te stelen of ze met ge
weld aan mevrouw Walker te ontnemen. Heb
ik 't zoover goed, mijnheer Morgan
Morgan sprong op.
„Alle achting voor uw scherpzinnigheid,
mijnheer Hempel, precies zoo heeft die arme
Mary mij de gebeurtenissen afgeschilderd
Silas knikte bevredigd.
„Goed. Tot zoover was alles duidelijk voor
mij. Maar toen raakte alles in de war. Met
logische konsekwentie wees alles den graaf
aan als den moordenaar, toch klopte alles
niet. Ten eerste hield ik het voor onmogelijk,
dat mevrouw Walker ik wil dien naam
voorloopig vasthouden haar geheim en de
desbetreffende papieren vrijwillig aan een
derde zou toevertrouwen. Ik moest dus aanne
men, dat de bezitter van haar papieren ook
haar moordenaar was in dit geval u.
Ten tweede werd de graaf mij afgeschil
derd als een man met weinig verstand, maar
met een streng gevoel van eer, die heelemaal
onder den pantoffel zat.
Van zoo'n man kan men moeilijk een
moord verwachten.
Daarbij kwam zijn verdwijning en het klei
ne tijdsverschil tusschen zijn eventueel be
zoek en het uwe. Om half zeven hoorde vrouw
Brandeis u nog met mevrouw Walker praten,
om zeven uur liep u door Grunau en om half
acht viel het schot, dat den graaf verwond
de. Hij moest ze dus onmiddellijk gevolgd
zijn wanneer moest hij den moord hebben
begaan Mevrouw Walker had haar avond
DAMES en HEEREN koopt uw
Waar een wil is
Alg- Hlbd.
ONGELUK MET JACHTGEWEER.
Zaterdagmiddag tegen 5 uur ging de onge
veer 24-jarige jongeman J. v. d. B. te Einig-
hausen (bij Sittard) het veld in, gewapend
met een oud jachtgeweer, vermoedelijk om
te zien of hij niet een stukje wild kon be
machtigen.
Gekomen tot ter plaatse genaamd „de lan
ge Jan" schijnt hij door een heg te zijn ge
kropen en heeft daarna het jachtgeweer tot
zich getrokken. De jongeman kreeg de volle
lading in de borst.
Volgens de bloedsporen is hij nog een me
ter of vijf geloopen en daarna ineengezakt.
Zijn familie, die door het lange uitblijven
ongerust geworden was, is in den nacht op
zoek gegaan en tegen 3 uur in den morgen
vond men hem dood op bovengenoemde
Nadat dr. Garé uit Sittard den dood gecon
stateerd had. werd het lijk naar het vereni
gingslokaal overgebracht.
Verzoeningsrit met paard en wagen
Te Botterdam arriveerde dezer dagen
een vreemd gespan een kleine rood
geverfde wagen, 'n soort motorbijspan
met een ponny er voor. Uit het wagen
tje stapte een man in motorjekker. Het
w as hem al van verre aan te zien. dat
hij behoorde tot liet gilde der globe
trotters. Hij liet zich aandienen als
Friedrich Ganz, uit Blankenesse bij
Hamburg. Een joviale kerel, dat zag
men zóó al, toen hij begon te praten.
Het doel van zijn reis bleek héél zeld
zaam te zijn. Hij wordt namelijk ge
dreven door liet verlangen om eenige
Fransche families, waarmee hij nota
bene in den wereldoorlog bevriend is
geraakt, terug te zien. Ik heb, zoo rede
neert de heer Ganz, den heelen oorlog
in Frankrijk meegemaakt. In enkele
veldslagen ben ik gewond geworden,
gelukkig nooit ernstig. Alle verschrik
kingen van den oorlogshel heb ik aan
schouwd, maar ik heb ook goede din
gen gezien en onder die goede dingen
rangschik ik in de eerste plaats de
vriendschappelijke verhouding van tal
van Franschen ten opzichte van ons
Duitschers. Ik ben in Frankrijk vaak
beter behandeld dan in Duitschland
door Duitschers. Daarom ga ik nu
naar Frankrijk
De heer Ganz, die een ijsfabriekje in
de Ilamburgsche badplaats Blanke
nesse leidt, is op 1 September uit zijn
woonplaats vertrokken- Zijn ponny.
Nurmi genaamd (naar den Finsclien
hardlooper) die des zomers altijd hei
ijs van zijn baas op 't strand van Blan
kenesse langs de badgasten draagt,
staat voor het wagentje en gedraagt
zich als een dapper ros, dat geen ver
moeidheid kent.
Ik ben van plan, zoo vertelde de heer
Ganz verder, om het heele oude weste
lijke front te bezoeken. Met België be
gin ik. Over Antwerpen en Brussel rijd
ik naar Vlaanderen, naar Yperen. De
ze familie hier -- en hij liet een
groote familiefoto zien is het gezin
van een schoolhoofd. Ze hebben mij
geen van allen vergeten. Toen Yperen
ii.1. in puin geschoten was, heb ik deze
menschen uit een kelder gered, en nog
altijd schrijven ze mij brieven- Het zijn
goede vrienden van mij geworden en
ik heb nu zelfs het gevoel of ik naar
verwi anten ga. O, wat deze menschen
hebben geleden, het is niet te zeggen
U moet denken mijn landgenooten heb
ben zich dikwijls onbehoorlijk gedra
gen in Frankrijk, en ik kan me best
voorstellen, dat er veel Franschen zijn,
die ons hartgrondig haten. Natuurlijk
worden er in den oorlog wandaden aan
beide zijden gepleegd, dat spreekt van
zelf. De Franschen hebben zich ook niet
onbetuigd ge Ta ten. Ik hoop nu maar,
dat de Franschen, die ik op mijn reis
ontmoet, even vredelievend zullen
zijn als ik ben. De Duitschers zijn leg"),
woordig allesbehalve vredelievend^
Overal ontmoet je geharrewar tusschen
soci's n nazi's en allerlei andere par
tijen-
- U behoort zeker niet tot de na
zi's werd gevraagd.
- O neen, ik blijf buiten alle par
tijen. Ik heb den oorlog gezien en als je
zooiots hebt meegemaakt -- je hoeft
maar veertien dagen in de loopgra
ven gelegen te hebben, dan ben ie
een ander mensch.. Dan kan je den vij
and niet meer haten. Dan leer je de
dingen heel anders zien. En de nazi's
in Duitschland dat zijn meest jonge
lui, die den oorlog niet hebben meege
maakt, dus menschen, die niets weten.
En nu naar Frankrijk, naar de Fran
sche vrienden. Ik heb, zoo ging de heer
Ganz verder zelfs mijn vrouw en mijn
kind tot April a.s. alleen gelaten, al
leen om mijn verlangen te kunnen bn-
vieren, aan de Franschen te- laten zien
dat er Duitschers zijn die hen niet
haten.
Tenslotte heeft de Duitscher, die
voorzien was van aanbevelingsbrieven
voor enkele vooraanstaande burgers,
ziin ingenomenheid betuigd met de wij
ze, waarop hij in ons land wordt ont
vangen. Alles -- zoo zeide hij ademt
hier vrede. Ik heb nog nergens ruzie of
zoo ontdekt. Nederland is 'n land naar
mijn hart en het spijt mij te moeten
merken, dat het land zoo gebukt gaat
onder de crisis. In Duitschland denkt
men meestal, dat Holland nog altijd
hot rijke land is van weleer.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
maal nog niet gebruikt, toen zij vermoord
werd, de moord moet dus onmiddellijk na
uw vertrek hebben plaats gehad.
De gedachte, dat de graaf de moordenaar
was, heeft zeer herhaaldelijk aan mij opge
drongen, toch zette ik telkens die mogelijk
heid uit mijn hoofd, omdat het te onwaar
schijnlijk was.
Ik zie, dat ik nog heel wat moeten leeren.
Wilt u nu zoo vriendelijk zijn, mijnheer Mor
gan, om het verhaal van de feiten voort te
zetten, waar ik gebleven ben
„Ja zeker. Heel veel moet echter nog een
veronderstelling blijven.
XIX.
„U hebt de geschiedenis in den geest ge
volgd tot het tijdstip, dat er ernstige oneenig-
heid kwam tusschen mijn schoonzuster en
de Grauensteins. Mary heeft tegen mij hier
over slechts weinig gezegd. Zij vertelde, dat
de gravin onder het voorwendsel, dat zij het
zieke kind eener dagloonersweduwe bezocht,
bij haar kwanj. Eerst langzamerhand werd
het voor Mary duidelijk, dat niets anders de
gravin bij haar bracht, dan de wensch om dc
papieren in handen te krijgen."
„Waarin bestaan die papieren eigenlijk
Alleen in het dokument, dat betrekking heeft
op de afkomst van Herbert
„Neen. Er is ook een verklaring bij van de
overledene Jozefa Kogler, waarin deze beves
tigd dat de ruiling der kinderen op de aange
geven wijze heeft plaats gehad. Mijn schoon
zuster heeft een groote som geld betaald,
om dit dokument te verkrijgen. Verder is
daarbij de trouwakte van haar huwelijk met
Bakker, een dagboek, waarin zij nauwkeu
rig alle bijzonderheden der heele geschiede
nis vertelt, en ten slotte een stapel brie
ven van Jahanna Kogler, die deze in den loop
der jaren naar Australië heeft gestuurd en
waarin zij vertelt over het leven van het
kind. Deze brieven, die vol troostwoorden
zijn, bevestigen in elk geval ontwijfelbaar,
wat er gebeurd is, zoodat die papieren in hun
geheel een onaantastbaar en door verschillen
de personen bevestigde beschuldiging van de
gravin vormen."
„Hoe verstandig van uw schoonzuster om
die papieren in veiligheid te brengen Als zij
de gravin in handen waren gekomen dan
zou het schandelijk bedrog, waardoor het
majoraat aan den rechtmatigen erfgenaam
onthouden wordt, nooit aan den dag zijn ge
komen."
„Zeker. Mary vermoedde dat en het was
haar zooals ik reeds zeide slechts erom
te doen, dat haar kind gelukkig zou worden.
Zij was veel te wereldwijs, om geluk des har
ten niet veel hooger te stellen dan alle ui
terlijkheden. Zij zag dat Herbert niet het
majoraat, maar wel zijn geliefde Lore noo-
dig had, om gelukkig te worden. Zij was rijk.
Haar vermogen bestond niet alleen in het
geld, dat men bij haar vond, maar ook nog
in het deelgenootschap onzer firma. Als zij
dit aan Herbert overdeed, kon hij met Lore
trouwen en met haar en zijn moeder terug
gaan naar Sydney, waar ik hem graag als
deelgenoot zou ontvangen.
In dien geest sprak ook Mary met mij over
de toekomst. De reden, waarom zij wenschie
zoo spoedig mogelijk de papieren aan mij
toe te vertrouwen, was, dat zij op zekeren
dag bij haar terugkeer van een lange wan
deling bemerkte, dat iemand in haar afwe
zigheid de vakken van haar schrijftafel had
nagesnuffeld. De huisdeur was toch goed
Tegen het rassen-vooroordeel.
Bewogen kerkdienst.
Een bewogen kerkdienst is Zondag
gehouden in een klein kerkje in de
New-Yorksche negerwijk Harlem. De
bekende Episcopaalschc bisschop \Yil-
liam Thomas Manning zou in hei kerk
je preeken. waarin zich een gehoor van
blanken bevond, doch waar ook een
tweehonderd negers, die tot dezelfde
kerkelijke gemeenschap behoorden, toe
gang wenschten. De blanke lidmaten
sloten de hoofddeur van de kerk en
weigerden ook den bisschop den toe
gang, toen hun bleek dat deze op het
gesloten. Er moest dus iemand in het geheim
een tweeden sleutel hebben laten maken. Zij
behoefde er niet lang over na te denken, wie
en waarom
Hempel knikte. Hij herinnerde zich, dat dc
gravin bij haar nachtelijk bezoek met haar
eigen sleutel het huis had opengesloten.
„Op dien avond", ging de heer Morgan
voort, „toen ik Mary bezocht, was zij zeer
opgewonden. Zij vertelde mij, dat er den vo-
rigen dag een heftige scene was afgespeeld
tusschen haar en den graaf en dat hij dien
avond zou terugkomen, om haar laatste en
beslissend antwoord te ontvangen. Hij be
loofde zelfs niets meer te zullen doen, om
het geluk van Herbert met Lore Steinbrech
te verhinderen, indien Mary hem daarvoor
in ruil de gezamenlijke papieren zou over
handigen."
„Ha
„Mary was natuurlijk niet zoo dom om
hierop in te gaan. Pas op den trouwdag van
Herbert wilde zij ze misschien afgeven. De
graaf beloofde erover te zullen nadenken en
Vrijdagavond terug te komen. Ik wil nog
even zeggen, dat mijn schoonzuster na dit
alles wel bang was voor de papieren, maar
het volstrekt niet mogelijk achtte, dat haar
eigen leven gevaar liep. Zij verheugde zich al
op het uur, waarin zij den graaf kon mee-
deelen, dat de papieren in veiligheid waren.
Zij vertelde mij, dat dit 's avonds om zeven
uur zou gebeuren, indien de graaf zijn af
spraak hield. Daarna noodigde zij mij uit,
om iets te gebruiken, wat ik echter afsloeg,
omdat ik moest vertrekken. Wij namen af
scheid precies om vijf minuten over half ze
ven.
(Slot volgt.)