Falcon- en Loden jas 24e JAARGANG DINSDAG 3 JANUARI 1933 No. i H8P NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN BIJ S. COL TOF. KANAALWEG DEN HELDER. GERECHTIGHEID. FBISO BAAI DOUWE EGBERTS ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU a U V t K 'l' N T H N DINSDAG en VRIJDAG. UITGEVER Hfppolytoshoef Wleiinren. Van 1—6 regen f 0.5a ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. Telefoon Intercomm. No. IS. Iedere regel meer 0.10. per 3 maanden 1. DAMES en HEEREN koopt uw DE ONBEWAAKTE OVERWEG BEKOSTIGD Met 29 dooden en 29 gewonden. Hoeveel nog DROEVE STAAT OVER HET AFGELOOPEN JAAR. rvE onbewaakte overwegen in ons land hebben zich zachtjes aan een berucht- baarheid verworven. Als ooit een be zuinigingsmaatregel bij het publiek antipa thiek is geweest, dan is het wel deze. Vroeger waren de spoorwegondernemingen wettelijk verplicht alle overwegen te doen bewaken, hetgeen natuurlijk een zwaren financieeïen last beteekende. In 1922 bracht de Spoorweg wet verlichting aan de Spoorwegondernemers door de bepaling dat voortaan bij algemee- nen maatregel van bestuur ontheffing zou kunnen worden verleend van de verplichting tot het afsluiten van overwegen. Als gevolg hiervan is sindsdien de bewaking van een groot aantal overwegen opgeheven, zoodat er thans zelfs tweemaal zooveel onbewaakte als bewaakte overwegen zijn. Het laat zich indenken, dat ondanks de duidelijke waar schuwingen, welke bij elke overweg worden geplaatst, ongelukken niet langer te vermij den waren. Wij willen op gezag van de Spoorwegen gaarne aannemen, dat het grootste deel der ongevallen aan eigen roekeloosheid of onop lettendheid te wijten was, maar er zijn zeker ook slachtoffers gevallen doordat het uitzicht op de spoorbaan belemmerd was of door an dere onfortuinlijke omstandigheden. Zij, die den bestaanden toestand blijven verdedigen of tenminste tolereeren onder het motief, dat het publiek maar moet leeren, laden dan ook een zware verantwoordelijkheid op zich. Want een bezuiniging, die jaarlijks gekocht moet worden met tientallen menschenlevens, is moeilijk te verdedigen, ook niet met eer- beroep op de schuldvraag. De doodenlijst ver toont een bijna onafgebroken stijgende lijn in 1925 maakte de onbewaakte overweg 11 dooden en 18 gewonden in 1926 resp. 17 en 17 in 1927 resp. 20 en 21 in 1928 resp. 23 en 15 in 1929 resp. 22 en 27 in 1930 „slechts" 11 dooden en 25 gewonden in 1931 tenslot te vielen er 44 dooden. Wanneer wij thans de droeve balans van het afgeloopen jaar 1932 opmaken, dan komen wij tot de slotsom, dat de dood op den onbewaakten overweg weer 28 slachtoffers maakte, voorts dat er 11 men- schen zwaar en 18 licht gewond werden 2 paarden gedood en tenslotte 63 schapen en 2 honden werden gedood. Om den lezer een zoo zuiver mogelijk in zicht te geven in de omstandigheden die van deze ongevallen de oorzaak waren, laten wij hier het droeve relaas volgen van een aantal der meest noodlottige gevallen. Allereerst blijkt dan, dan op 6 Januari de 60-jarige heer H. de Corte door zijn doofheid (dus buiten zijn schuld) op den onbewaakten overweg bij Deurne werd overreden en onherkenbaar ver minkt. Op 9 Januari werd op den overweg te Maastricht het totaal vermorzelde lijk gevon den van den 42-jarigen G., die niet wel bij het hoofd was. Op 25 Jan. werd te Duiven- drecht een 30-jarige fietser gegrepen, zonder dat de machinist iets merkte en 600 meter meegesleurd. Bij De Haar werd op 4 Maart FEUILLETON. No. 17. Het was laat in den nacht, toen hij met Paul in zijn auto stapte. Zij spraken niet veel gedurende den rit, doch telkens zocht Paul's hand de zijne in een stevigen druk van alles begrijpen wat er in hem omging. Twee dagen gingen voorbij de spanning vermeerderde. De lucht was geladen met elec- triciteit. De minister van buitenlandsche za ken verliet zijn bureau bijna niet. Het gebeur de soms, dat hij er den nacht doorbracht. Vreemde gezanten, hooggeplaatste militai ren, politici en diplomaten kwamen en gin gen zonder ophouden. De minister was dan niet verwonderd, toen de kamerbewaker, even vóór middernacht, nog eens aan de deur van zijne kamer tikte. De man had een verzegeld pakket in de hand. Mij is gezegd dit aan Uwe Excellentie persoonlijk ter hand te stellen. De minister stak de hand uit en nam het aan. Het was een dikke vierkante enveloppe. Haastig verbrak hij de zegels en haalde een papier half uit het couvert te voorschijn, dat hij even snel weer terugschoot. Wie bracht dit vroeg hij zich tot kalm te dwingende. Een man, Eencellentie. Hoe zag hij er uit Hij was op een motorfiets en droeg een stofbril, een racepet en een leeren jas met hoogen kraag, zoodat ik niet veel heb kunnen onderschelden. Het is goed. Je kunt gaan. De man verdween en de minister haalde nu den inhoud der enveloppe geheel te voor schijn. Het was het bewuste geheime docu ment, dat hij coüte que coüte wilde leeren kennen. Er bij lag een stukje papier, het be ruchte, ordinaire, geruite postpapier, waarop een luxe-auto uit Leersum geheel vernield, doordat den bestuurder, den heer van Dijk, het uitzicht werd belemmerd door het wacht posthuisje. Een merkwaardig staaltje was het ongeluk, dat op 23 Maart den handelsreiziger F. uit «Utrecht trof, die op den Waterlooschen weg te Apeldoorn den overweg passeerde, ter wijl in de verte een trein naderde. Met de rustige zekerheid dat het gevaar achter den rug was, passeerde hij een tweeden overweg, doch moest toen ervaren, dat hij zizch lee- lijk had vergist en de trein op deze baan reed en niet op de eerst-gepasseerde Het uitzicht op de tweede spoorbaan was hem bovendien door een wachthuisje belemmerd. De bestuurder moest tusschen de brokstuk ken van zijn wagen worden uitgezaagd en naar het ziekenhuis worden vervoerd. Het was de derde maal dat hij door den trein werd overreden Een zeer droevig ongeval had plaats op 11 April op den beruchten overweg bij de halte Zuidplaspolder op de lijn Gouda-Den Haag., waar eveneens het uitzicht door een dubbele woning wordt belemmerd. De tuinder P. van Vuuren uit Capelle aan den IJsel, werd met zijn auto gegrepen en werd tezamen met zijn 5-jarig dochtertje gedood. De man was met de gevaarlijke situatie aldaar niet be kend. Niet minder noodlottig was het ongeluk op 12 April in de z.g. Allee te Meppel, waar twee kleine meisjes, die alle aandacht had den voor een goederentrein, niet op den uit tegenovergestelde richting naderenden snel trein letten en zoodanig werden vermorzeld, dat de ouders de lijkjes slechts aan de klee- ren konden herkennen. Een ander geval, waarbij zeker niet van roekeloosheid sprake was op 19 Mei fietste de 15-jarige F. Hor- singe te Loon in een onweersbui, waarbij bo vendien het zand door den wind werd opge jaagd. De jongen zag den trein niet,, omdat hij voorover gebogen op zijn rijwiel zat en werd door den locomotief gegrepen en ge dood. Een tragisch ongeval was ook dat op 21 Ju ni, toen de 69-jarige A. Kleyn te Schiedam, die doofstoom was, bij den Laagslootschenweg door den trein van Hoek bij Holland werd gedood. Te Geleen werd op 28 Juni de heer Jansen uit Schimmert met zijn auto gegre pen en op slag gedood. Op 23 Juli werd te Goor de 33-jarige J. Wiermering, die eenige weken later in het huwelijk zou treden, op zijn fiets 50 Meter meegesleurd en gedood. Nauwelijks een week later viel er weer een slachtoffer, de 50-jarige arbeider Poffert, die te Vroomshoop 300 Meter werd medegesleurd en gedood. Acht kinderen bleven ouderloos achter toen op 22 Augustus hun vader, de heer Schel uit Rosmalen met zijn fiets onder den trein geraakte. Op 10 Augustus had bij Echt een zeer droevig ongeval plaats, waarbij een 50-jarige schaapherder werd gedood en bovendien 63 schapen en twee herdershon den om het leven kwamen. Op 14 Augustus geraakte te Bunnik de 22-jarige K. van N. juist op den overweg met zijn hengel bekneld tusschen zijn fiets, waardoor hij voor den sneltrein kwam te vallen en op slag werd gedood. Eigen schuld Wél in hooge mate roekeloos was een autobestuurder uit Eind hoven, die op 9 September te Drunen niet op den naderenden trein lette, hoewel het uit zicht geheel vrij was. De auto werd vernield, doch beide inzittenden ontkwamen als door een wonder aan den dood. de woorden stonden „Robert le Diable." Verwonderd bleef de minister een oogenblik op de papieren staren. Langzaam trok een fijne glimlach langs zijne lippen. Zou hij Robert le Diablemompelde hij en maakte dan een gebaar alsof hij iets onzinnigs uit zijne gedachten wilde bannen. Hij nam de dicht-beschreven vellen papier, die het geheime verdrag bevatten, in de hand en streek ze peinzend glad. Wie hij dan ook is, de man die mij deze papieren zond, heeft het vaderland een on- schatbaren dienst bewezen, sprak hij, terwijl zijne oogen reeds over de eerste regels vlogen. Tot diep in den nacht zat de minister over de belangrijke papieren gebogen. Toen stond hij op en streek met de hand over het voor hoofd. Hij wist nu meer dan hij ooit verwacht had te zullen weten en hij wist ook, dat de oorlog onvermijdelijk was. Hij besloot onver wijld een geheimen ministerraad bijeen te roepen, maar eerst liet hij zich naar het Elysée rijden. Den Prisident moest hij zijne ontdekking meedeelen en het geheime docu ment toonen. Hoe is het u gelukt, dit stuk in handen te krijgen vroeg de President, nadat zij het samen hadden doorgelezen en besproken. De minister haalde de schouders op. Het is mij gebracht, zei hij kortaf. Maar hoe, wanneer en door wien Te middernacht. Een man, dien niemand kent, heeft het aan den kamerbewaarder af gegeven, met de opdracht het mij onverwijld en persoonlijk ter hand te stellen. De President stond een oogenblik in ge dachten verdiept en zeide, met dezelfde woor den die de minister gebruikt had Wie hij ook zij, hij heeft het vaderland een onschatbaren dienst bewezen. De beide mannen stonden een oogenblik tegenover elkaar en zagen elkaar vast in de oogen. Het zal dus oorlog zijn, zeide de Presi dent eindelijk op ernstigen toon. En de minister richtte zich wat hooger op en herhaalde krachtig De 64-jarige A. Vroegindewei te Rotterdam kwam op 19 September door weifelend over stekend op den overweg bij het Roode Hek onder de electrische tram moest dit met den dood bekoopen. Op den beruchten overgang te Onnen bij Meppel hadden op 24 September zelfs twee ongevallen plaats, doordat eerst een fietser en later een autobestuurder door huisjes en struikgewas den trein niet zagen aankomen en slechts door terzijde tegen een hek op te rijden het veege lijf konden red den. Op den niet minder beruchten overweg aan den Zwarteweg te Gouda waren dit jaar weer verscheiden ongevallen te betreuren. Het meest noodlottig was wel dat op 18 Oc- tober, toen de 30-jarige mej. J. van Eyk uit Reeuwijk door den hevig striemenden regen den trein niet opmerkte en te pletter reed. Het ergste maakte het wel de overweg te Kethel, die op 21 October den 48-jarigen mo torrijder W. Schruyer uit Rotterdam het slachtoffer maakte en daarmede het lugubere record van 100 dooden vestigde Op 7 No vember werd de 35-jarige J. de Boer uit Borgsmeer op den overweg nabij Farmssem met zijn fiets door de tram gegrepen en ge dood. Op denzelfden overweg te Echt, waar in Augustus een herder met 63 schapen werd gedood, had op 22 November een ontzettend ongeluk plaats, dat den gebroeders A. en H. Delsing uit Echt, door eigen onoplettendheid het leven kostte. Een beruchte overweg is ook die te Hillegersberg, waar op 30 November het zooveelste ongeluk gebeurde, dat welis waar door een toeval geen menschenlevens eischte, maar waarbij een verhuisauto uit Winschoten werd meegesleurd en in elkaar gedrukt. Een dag later reed de chef-veldwach ter R. Klaassen der gemeente Maartensdijk zich met zijn motorfiets op den overweg bij de Hollandsche Rading tegen den trein te pletter. Op St. Nicolaasavond had een vree- selijk ongeval plaats op den overweg te Zijpe bij Schagen, het vierde reeds op dezelfde plek Hoewel het uitzicht geheel vrij was, reed den heer P. Ero uit Alkmaar met zijn auto tegen den trein op. De wagen werd ge heel vernield, terwijl de bestuurder zwaar werd gewond. Nog erger was er aan toe een der gezusters ter Bruggen uit Heiloo, die in hoogst zorgwekkenden toestand naar het zie kenhuis werd vervoerd. Haar zuster kwam er met lichte verwondingen af. Aan eigen roe keloosheid was het ongeluk te wijten dat op 7 December den voerman D. B. te Baflo trof, die ondanks het naderen van een trein nog trachtte over te steken, waardoor zijn wagen werd vernield. Hij kwam er zelf met den schrik en een verdiend proces-verbaal af. Ook Nootdorp is berucht om zijn gevaarlijk overwegen, waarvan er één, n.1. die bij den Veenweg op 31 October een doode eischte. Een chauffeur van de Vios-autobus-onderne- ming, die als bezadigd zijnde bekend staat, reed met een luxe auto tegen de locomotief. De 50-jarige bakkersknecht W. uit Den Haag, die gevraagd had mee te mogen rijden, werd uit den auto geslingerd en op slag gedood. De chauffeur werd slechts licht gewond. Dezer dagen viel het 29e slachtoffer, de 87- jarige J. Oudhof, die bij het oversteken van den spoorweg ter hoogte van het z.g. Klap hek, nabij den Zeeweg te IJmuiden-Oost, door den electrischen trein werd gegrepen en onmiddellijk gedood. Deze droeve feiten wij noemen slechts de voornaamste schij nen nog steeds weinig indruk te maken op de spoorweg-autoriteiten. Wij lezen althans, dat het in het voornemen ligt om zeer binnen kort ook den derden overweg in meer ge noemde gemeente Nootdorp onbewaakt te laten. De Vios Mij. achtte het dan ook niet langer verantwoord om haar busdienst op het traject DelftLeidschendam te handha ven en zag zich genoodzaakt om Ged. Staten om ontheffing van de concessie te verzoeken tegen hetzelfde tijdstip, waarop de bewa king van dezen overweg zal worden opgehe ven. Op een verzoek van het gem. bestuur van Gouda om den bewusten overweg bij den Zwarteweg onder bewaking te stellen, kreeg men van de directie der Ned. Spoorwegen een antwoord, dat „alle ongevallen op bedoel den overweg moeten worden toegeschreven aan onoplettendheid der slachtoffers", zoodat de directie geen aanleiding kon vinden de afsluiting te herstellenWij zullen dus het volgend jaar opnieuw de balans moeten op maken. BINNENLANDSCH NIEUWS. BOEREN IN WERKVERSCHAFFING. Het Tweede Kamerlid, de heer Braat, stel de aan den minister van Binnenlandsche Za ken de volgende vragen I. Is het den minister bekend dat kleine boeren, die eigenaar zijn van b.v. meer dan 1 ha land, zij het dan ook zwaar belast, even als hun gebouwen, dikwijls van werkver schaffing worden uitgesloten II. Is het den minister voorts bekend dat veel werk thans bij wijze van werkverschaf fing wordt uitgevoerd dat oorspronkelijk daartoe niet was bestemd en dat mede daar door vele kleine boeren en tuinders, benevens kleine middenstanders en z.g. rijke arbeiders zonder inkomen of werk zijn III. Is de minister bereid maatregelen te treffen dat de bedoelde personen wel in de werkverschaffing worden begrepen en als norm van toelating een inkomengrens te bepalen BROODELOOZE VARKENSHANDELAREN. Het Tweede Kamerlid, de heer Van der Sluis heeft aan den minister van Economi sche Zaken en A. gevraagd Peronj 12 c». p. V» ons 6 ct. Héél goedkoop! Héél best! Donderdagmiddag is te Vlaardingen (binnengeloopen de stoombeuger „Voor lichting" VI 114, schipper T. E. van de Reederij Doggermaatschappij aldaar, waarvan de bemanning Dondordug- 1. Kan de minister mededeelen, hoeveel morgen ter hoogte van Schevetlingen zijn gorden twee mannen, die in een open jol hul- peloos ronddreven, had gered. Het zal oorlog zijn, nu het moet. Maar wij zullen het eerste woord niet spreken. Wij zullen slechts trachten gereed te zijn. HOOFDSTUK XIV. Van het oogenblik waarop het mobilisatie bevel was gegeven, had eene groote rusteloos heid zich van Boris Lebrensky meester ge maakt. Zijne mannen had hij zien vertrek ken, den een na den ander en als ze afscheid kwamen nemen van hun chef, met een har- telijken handdruk, een enkel woord over de avonturen en gevaren, die zij samen gedeeld hadden, was er een vreemde blik in zijn don kere oogen en diepe rimpels lagen op zijn voorhoofd. Hij was immers een vreemdeling, hij was vrij om het land te verlaten, vrij om te gaan waarheen hij wilde, hij stond te midden van hen en scheen nu plotseling uitgebannen, eenzamer dan hij ooit gedacht had te kun nen zijn. Fransois, de Parijsche voyou, de deugniet, dol op gevaarlijke ondernemingen en gewaag de expedities, vertrok den eersten dag, Jac- ques, de chauffeur den derden, in gezelschap van een viertal anderen. En zoo slonk het troepje dag aan dag, om druppel voor druppel te worden opgenomen in het groote leger, waarvan ze waarschijnlijk niet eens de slecht ste soldaten zouden uitmaken. Ik houd het niet langer uit, riep Boris hartstochtelijk, toen hij afscheid genomen had van Jacques, die als een razende Roland met hem over de wegen was gestoven, in den torpedovormigen racewagen, die niet te ach terhalen was. Er gebeure wat wil, ik kan me niet langer onttrekken aan mijn plicht, ik moet dienstnemen. Als ik denk, dat de ande ren, mijne kameraads van vroeger, nu al op weg zijn, terwijl de.neen en neen en neen! Ik blijf niet langer werkloos wachten, ik wil... Je kunt je toch bij een vreemdelingen legioen laten inschrijven, merkte Paul op, tot wien deze wilde toespraak gericht was. Er was minder vastheid in zijn stem dan an door de werking van de varkenscentrale 2. Kan de minister mededeelen, öf en zoo ja op welke wijze deze menschen zijn gehol pen VORMEN VAN IJSWACHTEN. Doe het nu De Ned. Bond tot het Redden van Drenke lingen tracht met alle geoorloofde middelen den verdrinkingsdood in ons land te bestrij den en heeft van zijn oprichting in 1917 af gewezen op de gevaren in ijstijd, omdat de keerzijde van het ijsvermaak is, dat in iedere vorstperiode een groot aantal personen het slachtoffer worden van ongelukken. Het droef gebeuren in Februari 1932 toen op enkele plaatsen van ons land één dag be rijdbaar ijs was en toch tal van ongevallen met doodelijken afloop te betreuren waren (o.a. twee kinderen te Westzaan, twee men schen te Erp, vier jongelui te Bemmel, enz.) heeft het Bestuur van den Bond aanleiding gegeven tot het verzenden van een 800-tal circulaires aan de gemeentebesturen hier te lande. In deze circulaire worden worden de ge meentebesturen opgewekt te overwegen of met in de gemeente bestaande zwemvereeni- gingen, E.H.B.O.-vereenigingen, of met leden van een ijsvereeniging, of wel van het Oran je-, het Groene,- het Witte-, of het Geel witte Kruis, te vormen zou zijn een „Vrij willige IJswacht", die ten doel heeft, in ijs tijd op rivieren, vaarten, kanalen, leemput ten of afgravingen, waar veel wordt gereden, bij een ongeval direct helpend op te treden. Gewenscht is, dat een dergelijke „IJswacht" de beschikking heeft over een paar goede, moedige zwemmers (bij voorkeur onderlegd in zwemmend redden) en over leden, die een cursus volgen in EHBO. Waar de vorming van ijswachten voorbe reiding vordert, vertrouwt het Bondsbestuur, dat men niet wacht tot de vorst is ingeval len, dan is het onherroepelijk te laat. Ruim een etmaal in een roeiboot op zee Twee Scheveningers door Vlaar- dingschen stoombeuger gered. Schipper Eygenraam deelde hierom trent het volgende mede Na verkoop van de versche visch te IJmuiden, vertrok de VI 114 Donder dagmorgen van daar naar Vlaardingen Om elf uur werd ter hoogte van Sche- veningen een open roeiboot, een jol, waarop een klein mastje met zeil stond ontdekt. Op dit scheepje maakte een man alle mogelijke gebaren om de aan dacht te trekken. Vermoedende dat er iets niet in orde was, stoomde de VI. 114 er dadelijk heen en toen bleek dat in het bootje zich twee mannen bevon den, die verkleumd waren van koude en rammelden van den honger. Zij waren afkomstig van Schevenin- gen en waren Woensdagmorgen naar zee gegaan met een klein net om te trachten, zooals er wel meer deden, schar te vangen. Doordat echter de wind uit de wal was gekomen, waren zij van de kust afgedreven. Circa 30 uur hadden zij zonder eten of drinken en in voortdurenden angst dat de wind zou gaan opsteken, op zee rondgedre ven, daar zij niet konden zeilen door een mankement aan de boot. Groot was dus hun blijdschap toen de VI 114 voorhij kwam. Dadelijk werden de twee Schevenin gers aan boord gehaald, waar zij zich in de machïï lzeer mo< /^iden venvar- men, waarna zij *11, ('o. s in de .bruine boonen" vielen, de be manning ging juist middagmalen. Bei den verorberden hiervan een geweldi ge portie. Zij konden letterlijk niet ge noeg krijgen, vertelde de zegsman. De boot werd op sleeptouw genomen en Donderdagmiddag kwam de VI 114 te Vlaardingen aan, waarna de gcred- ders en hij zag buitengewoon bleek. Zoo is het, chef, merkte een der mannen op, die bij het gesprek tegenwoordig was, daar hij eenige instructies had te ontvangen. Als het niet was, dat ik ben afgekeurd, dan zat ik ook niet meer hier, maar Ik wil niet dienen in een ander regi ment, zei Boris heftig, alle voorzichtigheid vergetend, die hij tegenover zijne meest ver trouwden toch nooit uit het oog had verlo ren. Ik wil vechten onder mijn eigen vlag en... Een snelle waarschuwende blik van Paul bracht hem tot bezinning. Hij zweeg plotse ling. Ik weet niet, of er een Poolsch regiment gevormd wordt, merkte de man op, wien de beteekenis van den uitval ontgaan was. Boris hoorde de opmerking niet. Hij liep naar de garage en kwam terug met een mo- torpot op en zijn steeds gereedstaande mo torfiets aan de hand. Ik ga naar Parijs, zeide hij kort tot Paul. de machine in gang brengende. Vanavond ben ik terug. Laat mij mee gaan. Neen, was het korte antwoord. Ik moet alleen gaan. Wees niet ongerust. Een sprekende blik, een stevige handdruk, die den slanken jongen de tranen in de oo gen deed springen en hij was weg. Met een razende snelheid vloog de machi ne over den gladden grintweg, scherpe boch ten omzwierend, steile hellingen afstuivend, tot de berijder, eenmaal binnen de muren der stad, zijn dolle vaart moest matigen. Hij reed naar het ministerie van buiten landsche zaken, en vroeg den minister te spreken. Er werden bezwaren gemaakt, doch einde lijk kreeg hij gedaan, dat een kamerbewaar der met het kaartje van graaf Boris Lebrens ky naar de ministerskamer ging. Zonder eenig uitstel werd Boris toegelaten. De minister kwam met uitgestrekte hand naar he toe. Mijn beste vriend, waarmee kan ik u van dienst zijn Woorden en toon waren van eene niet tc miskennen welwillendheid. Boris voelde den scherpen, onderzoekenden blik van den fijnen diplomaat op zich rus ten. Zijne wangen kleurden zich een tintje donkerder, doch hij wendde den blik niet af en zag hem vrijmoedig in de oogen. Excellentie, ik kom u een groote gunst verzoeken. Wees er van verzekerd, beste vriend, dat ik bereid ben u alles toe te staan, wat niet in strijd is met de belangen van het vaderland. Ik geloof het niet, antwoordde Boris fijntjes lachend. Ik wil dienst nemen en de gunst, die ik u verzoek, is mij in te deelen in het Fransche leger en niet in een vreemde lingenregiment. Opnieuw stak de minister hem de hand toe. Ik geloof, dat u daar volkmen op uw plaats zult zijn, zeide hij met nadruk. Ik zal persoonlijk met mijn collega van oorlog over deze zaak spreken en ik sta er voor in, dat uw verzoek zal worden ingewilligd. Ik meen u iets verschuldigd te zijn, graaf Lebrensky. Boris drukte hartelijk de aangeboden had. Hij voelde, dat de man, die daar voor hem stond, iets van zijne geheimen had geraden en hem toch zijne genegenheid niet onthield. Nog een oogenblik spraken zij over den po- litieken toestand, over de vooruitzichten van het leger, over de aanleiding tot den oorlog, maar het geheimzinnig document werd met geen enkel woord aangeroerd. Volgens zijn belofte was Boris Lebrensky in den loop van den avond op de villa terug. Opgewonden vertelde hij de toezegging van den minister. Voor het eerst deelde Paul niet in zijne vreugde. En ik dan Boris legde de handen op zijne schouders. JU Ja. ik Denk Je dat ik hier alleen en van God en menschen verlaten wil achter- bhjven Denk je. Maar kind, zei Boris, het zal wel moeten Je kunt toch nietbedenk toch Wordt vervnigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1