Falcon- en Locle jn ias 24e JAARGANG DINSDAG 10 JANUARI 1933 No. 3 NIEUWS- EN WIERINGEN ADVERTENTIEBLAD VOOR EN OMSTREKEN GERECHTIGHEID. BIJ S. COL TOF. KANAALWEG DEN HELDER. WIER NGER COURANT "VERSCHIJNT ELK EN V s BUREAU AOVIRTINTIIM DINSDAG en VRIJDAG. UITGEVER Hlppolytiuhocf Wieringen. Van 1—6 regel* t 0.» ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER, WIERUVGER. Telefoon Intercomm. No. 19. iedere regel meer f o.ia per 3 maanden 1. MEER BRUINBROOD ETEN De meelmedewerker van het vak blad „Granen, veevoeder, kunstmest" schrijft over de verhooging van het maalpercentage in inlandsche tarwe Deze verhooging schijnt aan onze groot-industrie allesbehalve aange naam te zijn. Dit jaar, nu de tarwe in zulk een bijzonder goeden toestand binnengekomen is, zal de uitwerking van de verhooging op de kwaliteit van de bloem en de uitkomsten der kost prijscalculatie misschien nog niet zoo sterk voelbaar zijn, hoewel 40 pCt. van onze zachte en trage tarwe, ook van de beste kwaliteit toch al heel wat harde Ajnerikaansche tarwe zal vereischen, om haar minder aangename eigenschap pen te verbergen. De fabrikanten voor spellen thans reeds, dat het brood dro ger zal gaan worden door de verhoogde bijmenging en dat dientengevolge het broodverbruilc zal afnemen. Dat wil zeggen het wittebroodverbruik en daar zit juist de kneep, voor zoover de groot-industrie de zaak beziet. Want het zou niet ondenkbaar zijn, dat juist tengevolge van deze verhooging, die de kwaliteit van het wittebrood volgens de verklaringen van de grootfabrikanten zelf -- zal doen achteruit gaan, het z.g. bruinbrood weer meer genade zal vin den in de oogen van het publiek. Bruinbrood werd immers vroeger, vóór het bestaan van de Tarwewet, ge bakken van meel waarin haast uitslui tend inlandsche tarwe vermalen was. Juist aan deze omstandigheid ont leende dit brood zijn aangenamen smaak. Hoe meer inlandsche tarwe dus volgens de wet in het Nederlandsche meel, dus ook in het ongebuild, inge- malen moet worden, hoe dichter de nieuwe toestand aan den ouden nadert Terwijl dus de aard van het witte brood meer en meer dreigt te verande ren, komt het bruinbrood langzamer hand weer dichter en dichter bij de oude kwaliteit terug en dit kan niet an ders dan een gunstigen invloed op de consumptie van het bruinbrood hebben. Dat dit nu niet bepaald datgene is wat de groote fabrieken vroegere voorstanders van de Tarwewet -- graag zien, is zeer goed verklaarbaar, want hun grootste kracht ligt in het verma len van „bloem" voor wittebrood, niet van het ongebuilde meel, dat beter in handen is van de kleine plattelands molens. Bovendien is dit niet het eeni- ge argument ten gunste van de platte landsmolens en ten nadeele van de grootindustrie. Lmmers de „strategi sche" ligging van sommige onzer groot ste fabrieken vlak bij de aankomst plaatsen der oceaanschepen wordt min of meer illusoir, nu haast d» helft van haar grondstof in kleinere partijen uit het binnenland moet worden aange voerd om later weer als eindproduct naar het binnenland te moeten worden teruggevoerd Het gaat meestal zoo met dergelijke dingen men weet wel waar men be gint, doch niet waar men eindigt. Toen de Tarwewet nog slechts 'n strijdpunt vormde tusschen de groote maal-indu- strie en importeurs, was er slechts sprake van 5 pCt. maaldwang, en och, het leek zoo verleidelijk, om als com- ipensatie voor die kleine moeite, om 5 pCt. inlandsche tarwe in te mengen, de geheele gehate ümport-concurren- tie nu eens eindelijk onder den grond te kunnen stoppen en kwijt te raken. Doch dikwijls gebeurt het, dat de krach ,ten, die wij in ons voordeel ontketenen, ons over het hoofd groeien en ophou den voordeel te brengen en het moet ge 'zegd worden, dat de Nederlandsche maalindustrie in dit opzicht al bijzon der ongelukkig geweest is. BINNENLANDSCH NIEUWS. FEUILLETON No. 19. In het harde en zware soldatenleven scheen Lebrensky volkomen vergeten te hebben, dat er een stad bestond, die Parijs heette hij hield zich alleen bezig met wat vóór hem lag, ging met hart en ziel op in de plannen en berekeningen, waarvan zijne superieuren hem dikwijls deelgenoot maakten. Hij stond zeer goed aangeschreven, men verwachtte spoedig zijne benoeming tot kapitein en er werd gemompeld, dat hij veel kans had aan den staf verbonden te worden, daar men hoogen prijs stelde op zijn vlug en helder oordeel en de gemakkelijkheid, waarmede hij een situatie overzag en beheerschte. HOOFDSTUK XVI. Door de straat, die vroeger de hoofdstraat was van het grootendeels in puin geschoten dorp achter de linies, dat nu voor cantonne- mentsplaats gebruikt werd, liep een jonge vrouw in verpleegstersuniform. Hare handen waren vol pakken en pakjes en aan haar arm bengelde een net, dat gevuld was met verschil lende benoodigdheden van den medischen dienst. Zij was lang en slank. De witte kap omsloot nauw een fijn en donker, expressief gezicht. Een ernstige trek lag om den mooien mond en de lippen vormden in hunne geslotenheid een strenge, strakke lijn. Met flinken, korda- ten stap ging ze over de ongelijke bestrating, recht af op de woning. De dochter der herbergierster, die haar moeder hielp bij de besturing van het huis, was ernstig ziek geworden en men had zuster Paula geroepen uit het veldhospitaal om haar te komen verplegen. Een week was ze nu hier in het dorp, de zieke begon te herstellen en Paula hoopte Het goud van de „Lutine". Om een schat van 16 milliocn. Volgens „de Msb." bestaan er plan nen, die reeds in een vergevorderd sta dium van doorvoering zouden verkee- ren, om de goudharen ter waarde van f 16.000.000, die in het bij Texel gezon ken oorlogsschip Lutine" lagen opge borgen, door middel van een vernuftig geconstrueerd toestel naar boven te halen. Reeds jaren lang zijn er pogingen ge daan, om het goudsschip te lichten, fot heden echter zonder resultaat. Het schip wordt momenteel bedekt door een laag van naar schatting 112 M. fijn drijfzand. Men is er in geslaagd schroe ven, spijkers en dergelijke kleine voor werpen naar boven te zuigen, waarin de naam van het schip gemerkt stond, zoodat ,men van de plaats, waar het schip ligt zeker is. Een industrieel uit Gennep zou thans een toestel geconstrueerd hebben, dat inmiddels ook reeds in groote Duit- sche werkplaatsen vervaardigd is, waar door het mogelijk moet zijn tot het schip op den zeebodem door te dringen en het goud naar boven te halen. Op het toestel is bereids patent ge kregen. De bedoeling is niet het schip te lichten, maar door middel van het toestel naar het schip af te dalen en het goud mee naar boven te nemen. Een bekende bergingsmaatschappij op Texel, die de concessie hééft om het schip te lichten (een concessie, die zij van de Verzekerings-Mij. „Lloyd" verkregen heeft, zou eveneens in de zaak zijn betrokken. Drie angstige jonge dames. Toen Donderdagavond omstreeks negen uur drie jongedames van de In dustrieschool te Leerdam huiswaarts keerden zagen ze op den Schaiksche- weg, onder 'n lantaarn een man heen en weer loopen. De meisjes maakten zich zoo bang, dat ze niet voorbij durf den en tenslotte rechtsomkeert maak ten en het politiebureau binnenstorm den, waar zij hun bevindingen vertel den. Hierop trok de inspecteur van po litie er op uit en inderdaad liep op de aangeduide plaats nog steeds een heer te wandelen. Hem werd verzocht den inspecteur naar het bureau te volgen, waaraan de man, nadat hij hiertegen eenige bezwaren had ingebracht, vol deed. Op het bureau bleek echter, dat de man een oom was van een der jonge dames. Hij was naar Leerdam overge- na nog een week naar het hospitaal te kun nen terugkeeren. Zij voelde zich daar meer op haar plaats dan hier in de betrekkelijke rust van het dorp. Voor de deur van het eenvoudige hötel stond een auto. Dat was niets bijzonders. Da gelijks botsten die hier door de straten, om na een paar uren of een paar dagen opont houd verder te gaan naar de voorste linies, zoo dicht ze die naderen konden. Deze auto zag er echter niet uit, alsof zij veel front dienst had gedaan. Wel was de carosserie bespat en beslikt, maar ze had toch geheel het voorkomen, alsof ze regelrecht uit Parijs kwam getuft. Zuster Paula schonk er evenwel weinig aan dacht aan. Ze schoof de lange donkere gang in, waar het koel en frisch was. Een groepje heeren stond er te praten, twee burgers en twee militairen. Ze maakten plaats voor de verpleegster, die zonder op te zien langs hen gleed en de trap opging, naar de eerste ver dieping, waar haar zieke lag. Het meisje sliep, toen ze binnenkwam en Paula legde behoedzaam hare pakjes op de plaats, waar zij behoorden en zette zich toen voor het open raam. Het was een zoele, mooie lentedag, met be loften van nieuw licht en nieuw leven na den bang doorworstelden winter. Peinzend staarde Paula naar buiten en vroeg zich af, hoe lang het nog zou duren voor ze een bericht kon krijgen van één der genen, die ze daarginds in de hel van vuur wist en die haar méér was dan iets ter wereld. Een zachte blik kwam in haar donkere oogen terwijl ze, met het hoofd tegen het venster kozijn geleund, voor zich uitstaarde. Onder haar venster klonken stemmen tot haar op en een naam, dien ze gemeend had in deze omgeving nooit te zullen hooren uit spreken, deed haar zich overeind richten en gespannen luisteren. Voorzichtig keek zij even naar buiten. Bij de auto, beneden haar venster stond een der beide heeren in burger, die zij in de gang had zien staan, met een stafofficier, die in het kojnen en had zijn nichtje willen ver rassen door haar van school af te ha len. De verrassing was dus volkomen geslaagd, al was het in een anderen vorm, dan de oom bedoeld had. Gaat de el verdwijnen De Minister van Economische Zaken en Arbeid heeft, naar de „Ned. Werkge ver" mededeelt, aan den Nijverheids- raad ter fine van advies een voor-ont werp eener nieuwe IJkwet toegezonden Daarin wordt o.a. voorgesteld het ge bruik van verouderde maten en ge wichten (als bijv. de el) te verbieden en voorts om ook automatische weeg- en meetwerktuigen als gas- water- en elee triciteitsjneters snelwegers, benzine pompen enz. aan den ijk te onderwer pen. Deze behoeven echter niet stuk voor stuk te worden gekeurd, doch volstaan kan worden met keuring van het standaardmodel van een bepaald fabri kaat. Uit krankzinnigengesticht ontvlucht Zaterdag hield zich te Goirle bij Til burg een net gekleed heer op, die, on der voorwendsel dat hij werkloos was, langs de huizen om ondersteuning vroeg. Toen men hem waarschuwde dat de politie op dergelijke bezoekers streng toeziet, wandelde hij in de rich ting Tilburg. Onderweg is de man in elkaar gezakt, waarbij zijn rechterbo- venbeen brak. Op medisch advies werd hij naardiet ziekenhuis te Tilburg over gebracht. Aan de politie gaf hij op J. v. d. B. te heeten, te Eindhoven te wonen doch afkomstig te zijn te Den Dungen (N.-Br.) Bij het doorzoeken van zijn kleedingstukken werd de naam van den man gevonden, doch tevens zag men, dat die kleedingstukken het Rijks merk droegen. De politie vond dit ver dacht en na een kort verhoor bleek, dat men te doen had met een krankzinnige, die verleden Maandag uit het Rijks krankzinnigengesticht te Woensel bij Eindhoven was ontvlucht. Per ziekenauto is de man toen naar het gesticht teruggebracht. DAMES en HEEREN koopt uw GEMEENTE WIERINGEN. Verkooping Landerijen. Ten overstaan van Notaris Obreen had op Zaterdag 7 Jan. 1933 in c hotel van den heer M. de Haan te Hip polytushoef en ten verzoeke van den heer Joh. Rotgans Sz. de openbare vrijwillige ver kooping plaats van de navolgende onroeren de goederen (landerijen) le. Het Vermaningsweidje, groot 0.38.60 H.A., hoogste bod eigenaar f 900, niet gemijnd. 2e. Het Westen, groot 1.69.40 H.A., h.b. ei genaar f 3000, niet gemijnd. 3e. Het Glis, groot 0.53.30 H.A., h.b. eige naar f 350 gem. door op eig. op f 500. 4e. Brookweidje, groot 0.18.10 H.A., h.b. eig. f 200. 5e. Ven Dorperkoog, groot 0.57.20 H.A., h.b. C. Vermeulen f 750, gemijnd door J. Doves Sz. op f 805. 6e. Arrekomp, groot 0.45.80 H.A., h.b. eig. f 400. 7e. Paardenven, groot 0.41.85 H.A., h.b. D. v. Duin f 310, gem. door eig. op f 400. 8e. Bovenste Blok, groot 0.71.47 H.A., h.b. eig. f 1750. 9e. Onderste blok, groot 1.20.50 H.A., h.b. S. Lont (vet) f 1840, gemijnd door S. Rotgans Jz., op f 1885. 10e. Batum, groot 0.27.60 H.A., h.b. eig. f 450. 11e. Nes Stroeërkoog, groot 0.40.80 H.A h.b. D. Jac. Mulder f 300, gemijnd door Jn. Lont Cz. op f 312. 12e. Bosch bij de Kooij, (Mulder), groot 0.44.30 H.A., h.b. eig. f 120. 13e. Frederiksven, groot 0.71.20 H.A., h.b. eig. f 950. 14e. Bosch bij den duiker, groot 0.52.80 H.A., h.b. eig. f 160, gem. eig. f 260. 15e. Zevensnesje, groot 0.24.60 H.A., h.b. eig. f 100, gem. eig. op f 160. 16e. Lauwe Ven, groot 0.55 H.A., h.b. eig. f 340, gem. eig. op f 365. 17e. Kofczand, groot 0.99.40 H.A.„ h.b. eig. f 740, gem. eig. op f 840. 18e. Delven, groot, 0..73.25 H.A., h.b. eig. f 410, gem. door eig. op f 475. 19e. Keesaaltjesweid, groot 0.71.00 H.A., h.b. eig. f 700, gem. door eig. op f 725. 20e. Onderstukje Smerp, groot f 0.10.10 H.A., h.b. eig. f 170, gem. door eig. op f 200. 21e. Krocht voor het Oude huis, groot 0.45.10 H.A., h.b. eig. f 900, gem. door eig. op f 1300. I 22e. Strandweidje, groot 0.40.70 H.A., H.A. h.b. eig. f 600, gem. eig. op f660. 8 en 9 in combinatie h.b. gez. f 3635, gem. door E. Everts f op 3715. 1 en 11, combinatie h.b. gez. f 1212, gemijnd door eig. op f 1242. In totaal groot 12.72.87 H.A., opgebracht f 16762. Vijf-jarig bestaan „Bouwat." Jubileum avond. Zaterdag 7 Januari was het vijf jaar geleden dat te Oosterland werd opgericht de vereeniging Bouwat. Deze vereeniging stelt zich ten doel door het houden van cursussen jongelui te ontwikkelen in Waterbouwkunde, waterpassen, meetkunde enz. Niet alleen wor den de vakken theoretisch geleerd, doch door het houden van excursies naar de Zuiderzee werken, Wieringermeer enz. worden vele vak ken ook in de praktijk beoefend. De vereeni ging kan zich er op beroemen steeds over goede leerkrachten beschikt te hebben, meest al bestonden deze leeraren uit opzichters van de Zuiderzeewerken. Door overplaatsing naar een ander werk werden de leerkrachten nog wel eens gewijzigd. Les werd gegeven dooi de Heeren L. Poortman (een der oprichters van de Vereeniging), v. Meurs, Lammers en v. d. Berge. Momenteel wordt les gegeven door de Heer Steinmetz en Mej. de Wit. De vereeniging telt nog zestien leden. Daar de Zuiderzeewerken ten einde loopen en velen naar elders vertrekken gaat de vereeniging een moeilijke tijd tegemoet. Het valt daarom te betreuren dat vele Wieringer jongens niet in zien, nu de visscherij achteruit gaat van hoeveel nut het zou wezen om de cursussen van Bouwat te volgen. Het Hoofdbestuur van de Vereeniging heeft gedurende het bestaan geen wijziging onder gaan. Het Dagelijksch bestuur onderging na afloop van lederen cursus de gebruikelijke wijzigingen. De leiding van de vereeniging is nog steeds in handen van de Heer M. Bos ker, een der oprichters van de vereeniging die dan ook op de op Zaterdagavond door Bou wat gegeven feestavond werd gehuldigd. Het Hoofdbestuur van de vereeniging bestaat uit de heeren M. Bosker, voorz., KI. Oudt, en J de Graaf. Dat Bouwat medewerking geniet op Wie- ringen bleek uit de groote medewerking voor hotel verblijf hield. Zij spraken op gedempten toon, maar ieder woord klonk duidelijk op tot de luisteraarster, aan het venster. Dus u weet zeker, dat luitenant Lebrens ky niemand anders is dan Een transportwagen, die voorbij rammelde, deed den naam verloren gaan, maar Paula had dien ook niet noodig. Ze wist maar al te goed van wien er sprake was. Nog even luisterde zij. Niet alleen zeker, ik heb de bewijzen, de onomstootelijke bewijzen in handen. Hij is een van onze beste officieren, her nam de ander, het schijnt jammer om.... maar als het is zooals u zegt, dan, jatoch jammer, hij is van eene ongeloofelijke dap perheid, de heele compagnie sleept hij mee reeds nu hebben we veel aan hem te dan ken, en Maar het recht moet zijn loop hebben, kolonel. De officier haalde de schouders op. Zeker, u hebt gelijk, het recht moet zijn loop hebben, stemde hij onwillig toe. Maar het vaderland heeft mannen noodig, mannen met moed, en als het recht aan het va derland die mannen ontneemt Hij maakte den zin niet af, doch wendde zich om en ging het huis binnen. Snel, maar zonder eenig gerucht, richtte Paula zich overeind. Zij keek naar het bed De zieke sliep nog. Even geruischloos als zij was binnengekomen, verliet zij de kamer. Beneden in de keuken vond zij de herbergier ster. Met een enkel woord legde zij haar uit, dat zij genoodzaakt was een oogenblik uit te gaan. De zieke was nu zoover, dat zij zeer goed enkele uren zonder verpleegster kon blijven en de moeder beloofde telkens even naar haar dochter te zullen gaan kijken. Terwijl Paula de gang doordiep om naar buiten te gaan, piepte de deur der gelagka mer open. Zij bukte haastig om haar schoenveter vast te maken, die losgegaan scheen te zijn. De heer, die uit de gelagkamer kwam, was de zelfde, dien zij zooeven bij de auto had gezien. Ja, vannacht om twaalf uur, riep hij door de deur naar binnen, blijkbaar als ant woord op eene vraag, die hem gedaan werd De verpleegster ging rustig langs hem heen. Een oogenblik, toen zij op den drempel van de deur stond, viel het helle zonlicht vol op de slanke witte gestalte, vol jeugdige veer kracht. De man in de duistere gang zag haar op merkzaam na, toen zij met haar vasten, ze keren tred door de dorpstraat liep. Wie is dat vroeg hij aan een jong offi cier, die met een bundel papieren onder den arm naar binnen wilde stappen. Madame Paula Oh, een verpleegster, die gerequireerd is om de dochter van la mère Delarue op te passen. Het schepseltje is hard ziek geweest en Kan ik haar in Parijs gezien hebben Wie La belle Yvonne Onmogelijk, waarde heer. Het is het meest onbedorven boerendeerntje, op wie ooit Gods lieve zon geschenen heeft Neen, natuurlijk bedoel ik die verpleeg ster, viel de ander hem ongeduldig in de rede. Ah Mon Dieu, ja, dat is heel goed mo gelijk. Madame Paula is een Parislenne tot in hare vingertoppen Dank u voor de inlichtingen. De ondervrager was reeds buiten, voordat de jonge officier van zijne verbazing beko men was. Zóó kortaf was men hem nog nooit in de rede gevallen, als er over mooie jonge dames gesproken werd. En madame Paula was mooi, daar ging niets van af. Oogen had ze, waarmee ze je door en door kon zien. En gezellig kon ze babbelen, wanneer ze er toe in de stemming was. Alleen, ze was niet dikwijls in de stemming. Meestal keek ze heel ernstig, nu ja, te verwonderen was het niet en wie weet had ze niet in de loopgraven een liefste of een broer over wien ze ongerust was. Maar waar was ze Madame Paula was nergens meer te zien. Ginds in de verte liep de man in burger, die hem zoo bruusk had laten staan. Wat ver beeldde de vent zich wel, zoo'n politiekje het doen slagen van de feestavond welke Za terdagavond werd gehouden ln de zaal van den heer Alb. Klein te Oosterland. Toen om acht uur de Heer Bosker de Fees- te lij ken bijeenkomst opende was de zaal ge heel met belangstellenden gevuld. In tegenstelling met anders, aldus de Heer Bosker, moet lk beginnen met een woord van dank te richten aan allen die deze avond medewerken aan het programma, want allen geven hun medewerking gratis om onze ver eeniging te steunen. De heer Bosker geeft vervolgens een overzicht van de oprichting van de vereeniging en besluit zijn openings woord met een oproep om lid van Bouwat te worden. Na het openingswoord van den heer Bos ker verschijnen Thomasvaêr en Pieternel op het tooneel voor het uitspreken van hun wensch. Hierin werd natuurlijk Bouwat niet vergeten terwijl de tram Ewijcksluis-Schagen een goede beurt kreeg. Ook Genéve werd niet vergeten terwijl Pieternel het met al die scho len die op Wieringen worden gebouwd niet eens kon worden. Aan het einde van hun wensch moesten Thomasvaêr en Pieternel, resp. de Heer D. Bakker en Mej. M. Cornelis- sen een hartelijk applaus in ontvangst ne men. Voor deze avond had Bouwat ook de mede werking van de harmonica-virtuoos, de heer Joost Bakker gevraagd die op voortreffelijke wijze eenige nummers ten gehoore bracht. Vervolgens kregen wij het optreden van het duo Dirk bestaande uit de Heeren D. Bak ker en D. Verfaille. Allereerst een pantomime in drie bedrijven voorstellende twee heeren die naar de schouwburg gaan. Het eerste be drijf was saai, het tweede bedrijf dramatisch en het derde bedrijf vroolijk. Dit stukje werd onder groote vroolijkheid opgevoerd. De heer D. Verfaille zong vervolgens „Hou er de moed maar in", het refrein werd steeds luid meegezongen. Verschillende liedjes en voor drachten werden nog door het duo Dirk naar voren gebracht, te veel om allen op te noe men. Het optreden van het duo Dirk heeft veel bijgedragen tot het succes van deze avond. Het programma werd besloten met een revue „Besteed Uw tijd met noeste vlijt". in deze revue was bewerkt de lotgevallen van Bouwat en Cursisten. De heer Bosker dankt allen die hebben me degewerkt en vraagt of er onder de aanwezi gen zijn die lid willen worden van Bouwat. De Heer Koster van de M.T.S. te Haarlem spreekt vervolgens over de noodzaak van de studie in de tegenwoordige tijd en raadt de jongelingen in de zaal aan om lid te worden van Bouwat. De Heer Oudt, secretaris van de vereeniging brengt dank aan de Heer Bosker voor het vele dat hij gedaan heeft voor de vereeniging -n biedt namens het bestuur en leden de heer Bosker een fraaie bloemenmand aan. (Lang durig applaus.) De heer Bosker dankt voor de huldeblijk en verzoekt de aanwezigen wederom een ap plaus aan te heffen en wel thans voor de Heer Öudt die reeds 4l/i jaar secretaris van het hoofdbestuur ls. De avond werd met een gezellig bal beslo ten. Groot Nationaal Solisten-Concours vapwege de R.K. Harmonie—Vereeniging „Utlle Dulci" te Haarlem op j.1. Zaterdagavond. In de le afd. Solo-plstonnlst nam deel de Wat deed hij hier Vermoedelijk zou hij wel heel grondige redenen hebben om hier te komen, als de kolonel hem duldde, maar wat hem betreft, hij had hem graag kort en goed den weg teruggewezen naar Parijs, vanwaar hij gekomen was. De man, die zulke weinig vriendelijke ge dachten had opgewekt, volgde uit de verte de witte gestalte der verpleegster door de dorpstraat. Bij het hek van de pastorie, waarvan de helft nog slechts uit een paar gapende muren bestond, hield ze stil en vroeg blijkbaar iets aan een soldaat, die naar buiten kwam. Deze stond stil en beantwoordde de vraag door met de ehand achter zich te wijzen. Zij knikte en ging naar binnen. De soldaat nam een paar zware pakken weer op, die hU een oogenblik had neergelegd en kwam in de richting van den burger. Zoodra zij op gelijke hoogte waren, hield deze hem staande. Wie woont daar vroeg hij op de half verwoeste pastorie wijzend. Oh, wonen Dat is een groot woord, lachte de soldaat. Een officier van gezond heid, die hier in het dorp alles zoo'n beetje nagaat, heeft er voorloopig zijn bivak opge slagen. Zoo. Zou ik hem nu kunnen spreken, denk je - Zeker wel, mijnheer. Op het oogenblik is er een verpleegster bij hem, maar als u wacht, totdat zij naar buiten komt, kunt u zóó bij hem binnengaan. Dank je voor de informatie. De soldaat salueerde en ging verder met zijne pakken, de man in burger posteerde zich voor het hek. Het duurde niet lang of Paula kwam weer naar buiten. Haar oogen stonden strak en de lijn om den mond was scherper dan te voren. Even, heel vluchtig, zag ze nu den man aan, die haar bij het hek passeerde. Hij fi xeerde haar scherp en ging het huis binnen. (Wordt vervolgd.),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1