Falcon- en
Locle
jn ias
24e JAARGANG
DINSDAG 10 JANUARI 1933
No. 3
NIEUWS- EN
WIERINGEN
ADVERTENTIEBLAD VOOR
EN OMSTREKEN
GERECHTIGHEID.
BIJ S. COL TOF. KANAALWEG
DEN HELDER.
WIER NGER COURANT
"VERSCHIJNT ELK EN
V
s
BUREAU
AOVIRTINTIIM
DINSDAG en VRIJDAG.
UITGEVER
Hlppolytiuhocf Wieringen.
Van 1—6 regel*
t 0.»
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER,
WIERUVGER.
Telefoon Intercomm. No. 19.
iedere regel meer
f o.ia
per 3 maanden 1.
MEER BRUINBROOD ETEN
De meelmedewerker van het vak
blad „Granen, veevoeder, kunstmest"
schrijft over de verhooging van het
maalpercentage in inlandsche tarwe
Deze verhooging schijnt aan onze
groot-industrie allesbehalve aange
naam te zijn. Dit jaar, nu de tarwe in
zulk een bijzonder goeden toestand
binnengekomen is, zal de uitwerking
van de verhooging op de kwaliteit van
de bloem en de uitkomsten der kost
prijscalculatie misschien nog niet zoo
sterk voelbaar zijn, hoewel 40 pCt. van
onze zachte en trage tarwe, ook van de
beste kwaliteit toch al heel wat harde
Ajnerikaansche tarwe zal vereischen,
om haar minder aangename eigenschap
pen te verbergen. De fabrikanten voor
spellen thans reeds, dat het brood dro
ger zal gaan worden door de verhoogde
bijmenging en dat dientengevolge het
broodverbruilc zal afnemen. Dat wil
zeggen het wittebroodverbruik en
daar zit juist de kneep, voor zoover de
groot-industrie de zaak beziet. Want
het zou niet ondenkbaar zijn, dat juist
tengevolge van deze verhooging, die de
kwaliteit van het wittebrood volgens de
verklaringen van de grootfabrikanten
zelf -- zal doen achteruit gaan, het z.g.
bruinbrood weer meer genade zal vin
den in de oogen van het publiek.
Bruinbrood werd immers vroeger,
vóór het bestaan van de Tarwewet, ge
bakken van meel waarin haast uitslui
tend inlandsche tarwe vermalen was.
Juist aan deze omstandigheid ont
leende dit brood zijn aangenamen
smaak. Hoe meer inlandsche tarwe dus
volgens de wet in het Nederlandsche
meel, dus ook in het ongebuild, inge-
malen moet worden, hoe dichter de
nieuwe toestand aan den ouden nadert
Terwijl dus de aard van het witte
brood meer en meer dreigt te verande
ren, komt het bruinbrood langzamer
hand weer dichter en dichter bij de
oude kwaliteit terug en dit kan niet an
ders dan een gunstigen invloed op de
consumptie van het bruinbrood hebben.
Dat dit nu niet bepaald datgene is
wat de groote fabrieken vroegere
voorstanders van de Tarwewet -- graag
zien, is zeer goed verklaarbaar, want
hun grootste kracht ligt in het verma
len van „bloem" voor wittebrood, niet
van het ongebuilde meel, dat beter in
handen is van de kleine plattelands
molens. Bovendien is dit niet het eeni-
ge argument ten gunste van de platte
landsmolens en ten nadeele van de
grootindustrie. Lmmers de „strategi
sche" ligging van sommige onzer groot
ste fabrieken vlak bij de aankomst
plaatsen der oceaanschepen wordt min
of meer illusoir, nu haast d» helft van
haar grondstof in kleinere partijen uit
het binnenland moet worden aange
voerd om later weer als eindproduct
naar het binnenland te moeten worden
teruggevoerd
Het gaat meestal zoo met dergelijke
dingen men weet wel waar men be
gint, doch niet waar men eindigt. Toen
de Tarwewet nog slechts 'n strijdpunt
vormde tusschen de groote maal-indu-
strie en importeurs, was er slechts
sprake van 5 pCt. maaldwang, en och,
het leek zoo verleidelijk, om als com-
ipensatie voor die kleine moeite, om
5 pCt. inlandsche tarwe in te mengen,
de geheele gehate ümport-concurren-
tie nu eens eindelijk onder den grond
te kunnen stoppen en kwijt te raken.
Doch dikwijls gebeurt het, dat de krach
,ten, die wij in ons voordeel ontketenen,
ons over het hoofd groeien en ophou
den voordeel te brengen en het moet ge
'zegd worden, dat de Nederlandsche
maalindustrie in dit opzicht al bijzon
der ongelukkig geweest is.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
FEUILLETON
No. 19.
In het harde en zware soldatenleven scheen
Lebrensky volkomen vergeten te hebben, dat
er een stad bestond, die Parijs heette hij
hield zich alleen bezig met wat vóór hem
lag, ging met hart en ziel op in de plannen
en berekeningen, waarvan zijne superieuren
hem dikwijls deelgenoot maakten. Hij stond
zeer goed aangeschreven, men verwachtte
spoedig zijne benoeming tot kapitein en er
werd gemompeld, dat hij veel kans had aan
den staf verbonden te worden, daar men
hoogen prijs stelde op zijn vlug en helder
oordeel en de gemakkelijkheid, waarmede
hij een situatie overzag en beheerschte.
HOOFDSTUK XVI.
Door de straat, die vroeger de hoofdstraat
was van het grootendeels in puin geschoten
dorp achter de linies, dat nu voor cantonne-
mentsplaats gebruikt werd, liep een jonge
vrouw in verpleegstersuniform. Hare handen
waren vol pakken en pakjes en aan haar arm
bengelde een net, dat gevuld was met verschil
lende benoodigdheden van den medischen
dienst.
Zij was lang en slank. De witte kap omsloot
nauw een fijn en donker, expressief gezicht.
Een ernstige trek lag om den mooien mond
en de lippen vormden in hunne geslotenheid
een strenge, strakke lijn. Met flinken, korda-
ten stap ging ze over de ongelijke bestrating,
recht af op de woning.
De dochter der herbergierster, die haar
moeder hielp bij de besturing van het huis,
was ernstig ziek geworden en men had zuster
Paula geroepen uit het veldhospitaal om
haar te komen verplegen.
Een week was ze nu hier in het dorp, de
zieke begon te herstellen en Paula hoopte
Het goud van de „Lutine".
Om een schat van 16 milliocn.
Volgens „de Msb." bestaan er plan
nen, die reeds in een vergevorderd sta
dium van doorvoering zouden verkee-
ren, om de goudharen ter waarde van
f 16.000.000, die in het bij Texel gezon
ken oorlogsschip Lutine" lagen opge
borgen, door middel van een vernuftig
geconstrueerd toestel naar boven te
halen.
Reeds jaren lang zijn er pogingen ge
daan, om het goudsschip te lichten, fot
heden echter zonder resultaat. Het
schip wordt momenteel bedekt door
een laag van naar schatting 112 M. fijn
drijfzand. Men is er in geslaagd schroe
ven, spijkers en dergelijke kleine voor
werpen naar boven te zuigen, waarin
de naam van het schip gemerkt stond,
zoodat ,men van de plaats, waar het
schip ligt zeker is.
Een industrieel uit Gennep zou thans
een toestel geconstrueerd hebben, dat
inmiddels ook reeds in groote Duit-
sche werkplaatsen vervaardigd is, waar
door het mogelijk moet zijn tot het
schip op den zeebodem door te dringen
en het goud naar boven te halen.
Op het toestel is bereids patent ge
kregen. De bedoeling is niet het schip
te lichten, maar door middel van het
toestel naar het schip af te dalen en
het goud mee naar boven te nemen.
Een bekende bergingsmaatschappij
op Texel, die de concessie hééft om
het schip te lichten (een concessie, die
zij van de Verzekerings-Mij. „Lloyd"
verkregen heeft, zou eveneens in de
zaak zijn betrokken.
Drie angstige jonge dames.
Toen Donderdagavond omstreeks
negen uur drie jongedames van de In
dustrieschool te Leerdam huiswaarts
keerden zagen ze op den Schaiksche-
weg, onder 'n lantaarn een man heen
en weer loopen. De meisjes maakten
zich zoo bang, dat ze niet voorbij durf
den en tenslotte rechtsomkeert maak
ten en het politiebureau binnenstorm
den, waar zij hun bevindingen vertel
den. Hierop trok de inspecteur van po
litie er op uit en inderdaad liep op de
aangeduide plaats nog steeds een heer
te wandelen. Hem werd verzocht den
inspecteur naar het bureau te volgen,
waaraan de man, nadat hij hiertegen
eenige bezwaren had ingebracht, vol
deed.
Op het bureau bleek echter, dat de
man een oom was van een der jonge
dames. Hij was naar Leerdam overge-
na nog een week naar het hospitaal te kun
nen terugkeeren. Zij voelde zich daar meer
op haar plaats dan hier in de betrekkelijke
rust van het dorp.
Voor de deur van het eenvoudige hötel
stond een auto. Dat was niets bijzonders. Da
gelijks botsten die hier door de straten, om
na een paar uren of een paar dagen opont
houd verder te gaan naar de voorste linies,
zoo dicht ze die naderen konden. Deze auto
zag er echter niet uit, alsof zij veel front
dienst had gedaan. Wel was de carosserie
bespat en beslikt, maar ze had toch geheel
het voorkomen, alsof ze regelrecht uit Parijs
kwam getuft.
Zuster Paula schonk er evenwel weinig aan
dacht aan. Ze schoof de lange donkere gang
in, waar het koel en frisch was. Een groepje
heeren stond er te praten, twee burgers en
twee militairen. Ze maakten plaats voor de
verpleegster, die zonder op te zien langs hen
gleed en de trap opging, naar de eerste ver
dieping, waar haar zieke lag.
Het meisje sliep, toen ze binnenkwam en
Paula legde behoedzaam hare pakjes op de
plaats, waar zij behoorden en zette zich toen
voor het open raam.
Het was een zoele, mooie lentedag, met be
loften van nieuw licht en nieuw leven na den
bang doorworstelden winter.
Peinzend staarde Paula naar buiten en
vroeg zich af, hoe lang het nog zou duren
voor ze een bericht kon krijgen van één der
genen, die ze daarginds in de hel van vuur
wist en die haar méér was dan iets ter wereld.
Een zachte blik kwam in haar donkere oogen
terwijl ze, met het hoofd tegen het venster
kozijn geleund, voor zich uitstaarde.
Onder haar venster klonken stemmen tot
haar op en een naam, dien ze gemeend had
in deze omgeving nooit te zullen hooren uit
spreken, deed haar zich overeind richten en
gespannen luisteren.
Voorzichtig keek zij even naar buiten. Bij
de auto, beneden haar venster stond een der
beide heeren in burger, die zij in de gang had
zien staan, met een stafofficier, die in het
kojnen en had zijn nichtje willen ver
rassen door haar van school af te ha
len. De verrassing was dus volkomen
geslaagd, al was het in een anderen
vorm, dan de oom bedoeld had.
Gaat de el verdwijnen
De Minister van Economische Zaken
en Arbeid heeft, naar de „Ned. Werkge
ver" mededeelt, aan den Nijverheids-
raad ter fine van advies een voor-ont
werp eener nieuwe IJkwet toegezonden
Daarin wordt o.a. voorgesteld het ge
bruik van verouderde maten en ge
wichten (als bijv. de el) te verbieden en
voorts om ook automatische weeg- en
meetwerktuigen als gas- water- en elee
triciteitsjneters snelwegers, benzine
pompen enz. aan den ijk te onderwer
pen.
Deze behoeven echter niet stuk voor
stuk te worden gekeurd, doch volstaan
kan worden met keuring van het
standaardmodel van een bepaald fabri
kaat.
Uit krankzinnigengesticht ontvlucht
Zaterdag hield zich te Goirle bij Til
burg een net gekleed heer op, die, on
der voorwendsel dat hij werkloos was,
langs de huizen om ondersteuning
vroeg. Toen men hem waarschuwde
dat de politie op dergelijke bezoekers
streng toeziet, wandelde hij in de rich
ting Tilburg. Onderweg is de man in
elkaar gezakt, waarbij zijn rechterbo-
venbeen brak. Op medisch advies werd
hij naardiet ziekenhuis te Tilburg over
gebracht. Aan de politie gaf hij op J. v.
d. B. te heeten, te Eindhoven te wonen
doch afkomstig te zijn te Den Dungen
(N.-Br.) Bij het doorzoeken van zijn
kleedingstukken werd de naam van
den man gevonden, doch tevens zag
men, dat die kleedingstukken het Rijks
merk droegen. De politie vond dit ver
dacht en na een kort verhoor bleek, dat
men te doen had met een krankzinnige,
die verleden Maandag uit het Rijks
krankzinnigengesticht te Woensel bij
Eindhoven was ontvlucht.
Per ziekenauto is de man toen naar
het gesticht teruggebracht.
DAMES en HEEREN koopt uw
GEMEENTE WIERINGEN.
Verkooping Landerijen. Ten overstaan van
Notaris Obreen had op Zaterdag 7 Jan. 1933
in c hotel van den heer M. de Haan te Hip
polytushoef en ten verzoeke van den heer
Joh. Rotgans Sz. de openbare vrijwillige ver
kooping plaats van de navolgende onroeren
de goederen (landerijen)
le. Het Vermaningsweidje, groot 0.38.60
H.A., hoogste bod eigenaar f 900, niet gemijnd.
2e. Het Westen, groot 1.69.40 H.A., h.b. ei
genaar f 3000, niet gemijnd.
3e. Het Glis, groot 0.53.30 H.A., h.b. eige
naar f 350 gem. door op eig. op f 500.
4e. Brookweidje, groot 0.18.10 H.A., h.b.
eig. f 200.
5e. Ven Dorperkoog, groot 0.57.20 H.A., h.b.
C. Vermeulen f 750, gemijnd door J. Doves Sz.
op f 805.
6e. Arrekomp, groot 0.45.80 H.A., h.b. eig.
f 400.
7e. Paardenven, groot 0.41.85 H.A., h.b. D.
v. Duin f 310, gem. door eig. op f 400.
8e. Bovenste Blok, groot 0.71.47 H.A., h.b.
eig. f 1750.
9e. Onderste blok, groot 1.20.50 H.A., h.b.
S. Lont (vet) f 1840, gemijnd door S. Rotgans
Jz., op f 1885.
10e. Batum, groot 0.27.60 H.A., h.b. eig.
f 450.
11e. Nes Stroeërkoog, groot 0.40.80 H.A
h.b. D. Jac. Mulder f 300, gemijnd door Jn.
Lont Cz. op f 312.
12e. Bosch bij de Kooij, (Mulder), groot
0.44.30 H.A., h.b. eig. f 120.
13e. Frederiksven, groot 0.71.20 H.A., h.b.
eig. f 950.
14e. Bosch bij den duiker, groot 0.52.80
H.A., h.b. eig. f 160, gem. eig. f 260.
15e. Zevensnesje, groot 0.24.60 H.A., h.b.
eig. f 100, gem. eig. op f 160.
16e. Lauwe Ven, groot 0.55 H.A., h.b. eig.
f 340, gem. eig. op f 365.
17e. Kofczand, groot 0.99.40 H.A.„ h.b. eig.
f 740, gem. eig. op f 840.
18e. Delven, groot, 0..73.25 H.A., h.b. eig.
f 410, gem. door eig. op f 475.
19e. Keesaaltjesweid, groot 0.71.00 H.A.,
h.b. eig. f 700, gem. door eig. op f 725.
20e. Onderstukje Smerp, groot f 0.10.10
H.A., h.b. eig. f 170, gem. door eig. op f 200.
21e. Krocht voor het Oude huis, groot
0.45.10 H.A., h.b. eig. f 900, gem. door eig. op
f 1300.
I 22e. Strandweidje, groot 0.40.70 H.A., H.A.
h.b. eig. f 600, gem. eig. op f660.
8 en 9 in combinatie h.b. gez. f 3635, gem.
door E. Everts f op 3715.
1 en 11, combinatie h.b. gez. f 1212, gemijnd
door eig. op f 1242.
In totaal groot 12.72.87 H.A., opgebracht
f 16762.
Vijf-jarig bestaan „Bouwat." Jubileum
avond. Zaterdag 7 Januari was het vijf jaar
geleden dat te Oosterland werd opgericht de
vereeniging Bouwat. Deze vereeniging stelt
zich ten doel door het houden van cursussen
jongelui te ontwikkelen in Waterbouwkunde,
waterpassen, meetkunde enz. Niet alleen wor
den de vakken theoretisch geleerd, doch door
het houden van excursies naar de Zuiderzee
werken, Wieringermeer enz. worden vele vak
ken ook in de praktijk beoefend. De vereeni
ging kan zich er op beroemen steeds over
goede leerkrachten beschikt te hebben, meest
al bestonden deze leeraren uit opzichters van
de Zuiderzeewerken. Door overplaatsing naar
een ander werk werden de leerkrachten nog
wel eens gewijzigd. Les werd gegeven dooi
de Heeren L. Poortman (een der oprichters
van de Vereeniging), v. Meurs, Lammers en
v. d. Berge. Momenteel wordt les gegeven
door de Heer Steinmetz en Mej. de Wit. De
vereeniging telt nog zestien leden. Daar de
Zuiderzeewerken ten einde loopen en velen
naar elders vertrekken gaat de vereeniging
een moeilijke tijd tegemoet. Het valt daarom
te betreuren dat vele Wieringer jongens niet
in zien, nu de visscherij achteruit gaat van
hoeveel nut het zou wezen om de cursussen
van Bouwat te volgen.
Het Hoofdbestuur van de Vereeniging heeft
gedurende het bestaan geen wijziging onder
gaan. Het Dagelijksch bestuur onderging na
afloop van lederen cursus de gebruikelijke
wijzigingen. De leiding van de vereeniging is
nog steeds in handen van de Heer M. Bos
ker, een der oprichters van de vereeniging die
dan ook op de op Zaterdagavond door Bou
wat gegeven feestavond werd gehuldigd. Het
Hoofdbestuur van de vereeniging bestaat uit
de heeren M. Bosker, voorz., KI. Oudt, en J
de Graaf.
Dat Bouwat medewerking geniet op Wie-
ringen bleek uit de groote medewerking voor
hotel verblijf hield. Zij spraken op gedempten
toon, maar ieder woord klonk duidelijk op
tot de luisteraarster, aan het venster.
Dus u weet zeker, dat luitenant Lebrens
ky niemand anders is dan
Een transportwagen, die voorbij rammelde,
deed den naam verloren gaan, maar Paula
had dien ook niet noodig. Ze wist maar al te
goed van wien er sprake was.
Nog even luisterde zij.
Niet alleen zeker, ik heb de bewijzen,
de onomstootelijke bewijzen in handen.
Hij is een van onze beste officieren, her
nam de ander, het schijnt jammer om....
maar als het is zooals u zegt, dan, jatoch
jammer, hij is van eene ongeloofelijke dap
perheid, de heele compagnie sleept hij mee
reeds nu hebben we veel aan hem te dan
ken, en
Maar het recht moet zijn loop hebben,
kolonel.
De officier haalde de schouders op.
Zeker, u hebt gelijk, het recht moet zijn
loop hebben, stemde hij onwillig toe. Maar
het vaderland heeft mannen noodig, mannen
met moed, en als het recht aan het va
derland die mannen ontneemt
Hij maakte den zin niet af, doch wendde
zich om en ging het huis binnen.
Snel, maar zonder eenig gerucht, richtte
Paula zich overeind. Zij keek naar het bed
De zieke sliep nog. Even geruischloos als zij
was binnengekomen, verliet zij de kamer.
Beneden in de keuken vond zij de herbergier
ster. Met een enkel woord legde zij haar uit,
dat zij genoodzaakt was een oogenblik uit te
gaan. De zieke was nu zoover, dat zij zeer
goed enkele uren zonder verpleegster kon
blijven en de moeder beloofde telkens even
naar haar dochter te zullen gaan kijken.
Terwijl Paula de gang doordiep om naar
buiten te gaan, piepte de deur der gelagka
mer open.
Zij bukte haastig om haar schoenveter vast
te maken, die losgegaan scheen te zijn. De
heer, die uit de gelagkamer kwam, was de
zelfde, dien zij zooeven bij de auto had gezien.
Ja, vannacht om twaalf uur, riep hij
door de deur naar binnen, blijkbaar als ant
woord op eene vraag, die hem gedaan werd
De verpleegster ging rustig langs hem heen.
Een oogenblik, toen zij op den drempel van
de deur stond, viel het helle zonlicht vol op
de slanke witte gestalte, vol jeugdige veer
kracht.
De man in de duistere gang zag haar op
merkzaam na, toen zij met haar vasten, ze
keren tred door de dorpstraat liep.
Wie is dat vroeg hij aan een jong offi
cier, die met een bundel papieren onder den
arm naar binnen wilde stappen.
Madame Paula Oh, een verpleegster,
die gerequireerd is om de dochter van la mère
Delarue op te passen. Het schepseltje is hard
ziek geweest en
Kan ik haar in Parijs gezien hebben
Wie La belle Yvonne Onmogelijk,
waarde heer. Het is het meest onbedorven
boerendeerntje, op wie ooit Gods lieve zon
geschenen heeft
Neen, natuurlijk bedoel ik die verpleeg
ster, viel de ander hem ongeduldig in de rede.
Ah Mon Dieu, ja, dat is heel goed mo
gelijk. Madame Paula is een Parislenne tot
in hare vingertoppen
Dank u voor de inlichtingen.
De ondervrager was reeds buiten, voordat
de jonge officier van zijne verbazing beko
men was. Zóó kortaf was men hem nog nooit
in de rede gevallen, als er over mooie jonge
dames gesproken werd. En madame Paula
was mooi, daar ging niets van af. Oogen
had ze, waarmee ze je door en door kon zien.
En gezellig kon ze babbelen, wanneer ze er
toe in de stemming was. Alleen, ze was niet
dikwijls in de stemming. Meestal keek ze heel
ernstig, nu ja, te verwonderen was het niet
en wie weet had ze niet in de loopgraven
een liefste of een broer over wien ze ongerust
was. Maar waar was ze
Madame Paula was nergens meer te zien.
Ginds in de verte liep de man in burger, die
hem zoo bruusk had laten staan. Wat ver
beeldde de vent zich wel, zoo'n politiekje
het doen slagen van de feestavond welke Za
terdagavond werd gehouden ln de zaal van
den heer Alb. Klein te Oosterland.
Toen om acht uur de Heer Bosker de Fees-
te lij ken bijeenkomst opende was de zaal ge
heel met belangstellenden gevuld.
In tegenstelling met anders, aldus de Heer
Bosker, moet lk beginnen met een woord van
dank te richten aan allen die deze avond
medewerken aan het programma, want allen
geven hun medewerking gratis om onze ver
eeniging te steunen. De heer Bosker geeft
vervolgens een overzicht van de oprichting
van de vereeniging en besluit zijn openings
woord met een oproep om lid van Bouwat te
worden.
Na het openingswoord van den heer Bos
ker verschijnen Thomasvaêr en Pieternel op
het tooneel voor het uitspreken van hun
wensch. Hierin werd natuurlijk Bouwat niet
vergeten terwijl de tram Ewijcksluis-Schagen
een goede beurt kreeg. Ook Genéve werd niet
vergeten terwijl Pieternel het met al die scho
len die op Wieringen worden gebouwd niet
eens kon worden. Aan het einde van hun
wensch moesten Thomasvaêr en Pieternel,
resp. de Heer D. Bakker en Mej. M. Cornelis-
sen een hartelijk applaus in ontvangst ne
men.
Voor deze avond had Bouwat ook de mede
werking van de harmonica-virtuoos, de heer
Joost Bakker gevraagd die op voortreffelijke
wijze eenige nummers ten gehoore bracht.
Vervolgens kregen wij het optreden van
het duo Dirk bestaande uit de Heeren D. Bak
ker en D. Verfaille. Allereerst een pantomime
in drie bedrijven voorstellende twee heeren
die naar de schouwburg gaan. Het eerste be
drijf was saai, het tweede bedrijf dramatisch
en het derde bedrijf vroolijk. Dit stukje werd
onder groote vroolijkheid opgevoerd. De heer
D. Verfaille zong vervolgens „Hou er de
moed maar in", het refrein werd steeds luid
meegezongen. Verschillende liedjes en voor
drachten werden nog door het duo Dirk naar
voren gebracht, te veel om allen op te noe
men. Het optreden van het duo Dirk heeft
veel bijgedragen tot het succes van deze
avond.
Het programma werd besloten met een
revue „Besteed Uw tijd met noeste vlijt".
in deze revue was bewerkt de lotgevallen
van Bouwat en Cursisten.
De heer Bosker dankt allen die hebben me
degewerkt en vraagt of er onder de aanwezi
gen zijn die lid willen worden van Bouwat.
De Heer Koster van de M.T.S. te Haarlem
spreekt vervolgens over de noodzaak van de
studie in de tegenwoordige tijd en raadt de
jongelingen in de zaal aan om lid te worden
van Bouwat.
De Heer Oudt, secretaris van de vereeniging
brengt dank aan de Heer Bosker voor het
vele dat hij gedaan heeft voor de vereeniging
-n biedt namens het bestuur en leden de heer
Bosker een fraaie bloemenmand aan. (Lang
durig applaus.)
De heer Bosker dankt voor de huldeblijk
en verzoekt de aanwezigen wederom een ap
plaus aan te heffen en wel thans voor de
Heer Öudt die reeds 4l/i jaar secretaris van
het hoofdbestuur ls.
De avond werd met een gezellig bal beslo
ten.
Groot Nationaal Solisten-Concours vapwege
de R.K. Harmonie—Vereeniging „Utlle Dulci"
te Haarlem op j.1. Zaterdagavond.
In de le afd. Solo-plstonnlst nam deel de
Wat deed hij hier Vermoedelijk zou hij wel
heel grondige redenen hebben om hier te
komen, als de kolonel hem duldde, maar wat
hem betreft, hij had hem graag kort en goed
den weg teruggewezen naar Parijs, vanwaar
hij gekomen was.
De man, die zulke weinig vriendelijke ge
dachten had opgewekt, volgde uit de verte
de witte gestalte der verpleegster door de
dorpstraat.
Bij het hek van de pastorie, waarvan de
helft nog slechts uit een paar gapende muren
bestond, hield ze stil en vroeg blijkbaar iets
aan een soldaat, die naar buiten kwam. Deze
stond stil en beantwoordde de vraag door met
de ehand achter zich te wijzen.
Zij knikte en ging naar binnen. De soldaat
nam een paar zware pakken weer op, die hU
een oogenblik had neergelegd en kwam in
de richting van den burger.
Zoodra zij op gelijke hoogte waren, hield
deze hem staande.
Wie woont daar vroeg hij op de half
verwoeste pastorie wijzend.
Oh, wonen Dat is een groot woord,
lachte de soldaat. Een officier van gezond
heid, die hier in het dorp alles zoo'n beetje
nagaat, heeft er voorloopig zijn bivak opge
slagen.
Zoo. Zou ik hem nu kunnen spreken,
denk je
- Zeker wel, mijnheer. Op het oogenblik
is er een verpleegster bij hem, maar als u
wacht, totdat zij naar buiten komt, kunt u
zóó bij hem binnengaan.
Dank je voor de informatie.
De soldaat salueerde en ging verder met
zijne pakken, de man in burger posteerde
zich voor het hek.
Het duurde niet lang of Paula kwam weer
naar buiten. Haar oogen stonden strak en de
lijn om den mond was scherper dan te voren.
Even, heel vluchtig, zag ze nu den man
aan, die haar bij het hek passeerde. Hij fi
xeerde haar scherp en ging het huis binnen.
(Wordt vervolgd.),