ܧjP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
Loden jas
24e JAARGANG
VRIJDAG 27 JANUARI 1933
No. e
WIERINGEN EN OMSTREKEN
PIJP - TABAK
..DE WAKENDE LEEUW"
J. R. KEUSS.
Laat 125 Alkmaar.
BIJ S. COL TOF.
KANAALWEG DEN HELDER.
■WIERINGER COURANT
x
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRUDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOS KEK, WIERINGER.
BUREAU
Hippolytnshoef Wielingen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVIBTINTIIM
Van 1—8 regeu oji.
Iedere regel meer f ojr
VOOR BETERE
TABAKSFABRIEK
STRENGER TOEZICHT OP HET VERKEER.
Weggebruikersopgepast
Naar aanleiding van de in uitzicht gestelde
scherpere controle op overtreding van de
verkeersvoorschriften zendt de A. N. W. B.-
Toeristenbond voor Nederland ons het volgen
de overzicht van de „regels van den weg"
ALGEMEENE WENKEN.
1. Rijdt nimmer op zoodanige wijze, dat
de veiligheid van het verkeer in gevaar word
gebracht of de vrijheid van beweging der
overige weggebruikers wordt belemmerd.
2. Houdt steeds rechts en wijkt, als ge
een ander inhaalt, naar links uit. Ga nim
mer na het voorbijrijden te snel weer naar
de rechterzijde. (Dus niet snijden
3. Berijdt nimmer zonder noodzaak de
linkerweghelft en bedenkt, dat rijden op de
linkerweghelft verboden is
a. in alle bochten binnen bebouwde kom
men
b. in onoverzichtelijke bochten daarbuiten
4. Neemt daarom ook een bocht naar
rechts kort en een bocht naar links ruim.
5. Berijdt den meest rechts gelegen rijweg,
wanneer breede straten, enz. door een plant
soen, middenpad of anderszins in tweeën
verdeeld zijn.
6. Verleent voorrang aan van rechts ko
mend verkeer. Bedenkt evenwel, wanneer gij
zelf van rechts komt, dat uw recht van voor
rang u niet ontslaat van de verplichting, om
acht te geven op het kruisende verkeer. Let
dus ook op auto's enz., welke van links komen.
7. Haalt een tram alleen aan de linker
zijde in, wanneer ge daardoor niet op de lin
ker weghelft behoeft te komen.
VOOR WIELRIJDERS.
1. Rijdt nimmer met meer dan twee naast
elkander. (Blijft op smalle wegen zelfs achter
elkaar.)
2. Rijdt niet op den rijweg, als daarnaast
een fietspad aanwezig is. (Een rond blauw
bord met witte fiets erop geschilderd geeft
aan, dat de rijweg voor wielrijders verboden
is. Waar zoo'n bord staat, moet het rijwiel
pad dus bereden worden.)
3. Rijdt op rijwielpaden achter elkander,
tenzij het pad zéér breed is.
N.B. In tegenstelling met den gewonen re
gel (zie boven) moet op een links van den
weg gelegen rijwielpad, dat daarvan niet
door een berm, of iets dergelijks gescheiden
is, aan de rechterzijde worden ingehaald,
(zoo noodig op den rijweg.)
4. Geeft tijdig teekens
a. Als gij stoppen wilt of vaart vermin
EEN HELD DER KUST.
Uit het veelbewogen leven van den
redder Klaasen.
Drama's van de Zee.
Ver van het drukke, wufte gewoel, dat in
den zomer Scheveningen's boulevard kleurt
met bonte schakeeringen, maar toch genes
teld aan den voet van het duin dat hen moet
beschermen tegen dien wreeden heerscher,
van wien ze allen afhankelijk zijn, die hun
schamel brood levert, ligt Klaasen's stulp.
Geen nauwe straatjes met hobbelkeien,
lage visschershuisjes met nauwe doorgange
tjes naar erfjes erachter, waar armoedig in
het zand een simpele goudsbloem vegeteert.
neen, een nieuwe straat met kleine poppen
huisjes en op den achtergrond de wachter,
die rood oppriemt naar den hemelkoepel, zee-
manslicht en gids.
De ruwe Noordwester boldert tierend door
de straatjes, doet het scherpe zand in groote
wolken opdwarrelen. In de haven klotsen de
golven tegen het bazalt, zuchten de loggers
in krakende trossen.
Loodgrijs jachten de wolken langs het
zwerk. Scheveningen ligt sidderend onder de
geeselende vlagen van den storm.
Klaasen doet zelf open en ontvangt den
bezoeker in zijn huiskamer.
Ziezoo, we hebben 't rijk alleen.
Zijn korte gestalte zit stevig, kaarsrecht op
den stoel.
Een glimp licht valt op zijn gebronsd ge
laat, dat nog merkwaardig jeugdig is geble
ven, een wit schippersbaardje past bij zijn
geheele figuur die stoer vierkant is, gehuld
in een blauwe trui.
Een zeemanstype, een van 't oude stempel,
die je niet veel meer ziet.
deren door het op en neer bewegen van uw
arm
b. Als gij van richting veranderen gaat
door het zijwaarts uitsteken van uw arm in
de nieuwe richting (bij linksaf gaan dus
den linkerarm uitsteken bij rechtsaf gaan
den rechter.)
5. Voorziet uw rijwiel van een behoorlij
ken, verticaal geplaatsten, reflector of rood,
achterlicht, een goede bel en, wanneer de
fiets een vrijwiel heeft, bovendien van ten
minste één krachtig werkende rem.
6. Richt den lichtbundel van uw fietslamp
schuin naar omlaag vermijdt verblinding
VOOR AUTOMOBILISTEN EN
MOTORRIJDERS.
1. Vermijdt alcoholgebruik, wanneer gij
daarna nog rijden moet.
2. Let bij het inhalen op, of uit tegenge
stelde richting geen verkeer nadert. Gaat
nimmer na het inhalen te snel weer naar
rechts, (niet snijden!
3. Geeft tijdig teekens
a. Als gij stoppen wilt of vaart verminde
ren door het toonen van uw stoplicht of door
het op en neer bewegen van uw arm
b. Als gij van richting veranderen gaat
door het zijwaarts uitsteken van uw arm of
richtingaanwijzer, in de nieuwe richting.
4. Geeft tijdig signalen, als de veiligheid
dat eischt. (Misbruikt echter uw hoorn niet
onze tijd heeft dringend rust noodig
5. Staat nimmer in een bocht stil, dan
belet ge anderen, om op die toch al gevaar
lijke punten voldoende rechts te houden.
6. Zorgt bij duisternis voor de volgende
verlichting
a. aan de voorzijde twee witte lichten (ter
weerszijden van den auto)
b. aan den linkerzijde een rood achterlicht;
c. een voldoende verlichting van het ach
ternummer.
N.B. Motorrijwielen behoeven aan de voor
zijde slechts één wit licht te hebben motor
driewielers en motorzij spancombinaties staan
gelijk met automobielen.
7. Dempt uw verblindende verlichting
bij het tegenkomen van ander verkeer
(auto's, fietsen, paardenkarren, enz.) op 100
meter vóór de ontmoeting
a. binnen bebouwde kommen
b. tijdens het stilstaan.
8. Verleent steeds uw hulp na een aanrij
ding, botsing, enz., waarbij een mensch letsel
heeft bekomen. Dit geldt óók, wanneer gij
geen schuld aan de aanrijding hebt.
9. Zorgt voor goede remmen.
Een rem werkt goed, wanneer hij in staat
is, de auto tot stilstand te brengen binnen
de volgende afstanden (gerekend op een
droog, stroef wegdek
bij een snelheid 2 wielremmen. 4 wielr.
van 20 km/u binnen 6 M. 3 M.
30 13 7
40 22 13
50 35 19
60 50 28
10. Zorgt voor een goede stuurinrichting.
Deze is in orde, wanneer de speling (vrije
slag) in het stuurwiel niet meer bedraagt dan
30 graden (gemeten aan den optrek.)
11. Parkeert nooit op zoodanige wijze, dat
het rijdend verkeer gehinderd kan worden.
Dus b.v. niet op of vlak bij hoeken van
straten, niet in bochten, niet anders dan vlak
langs den berm of het trottoir, enz,
22ste R. A. I. Tentoonstelling
Nederlands's eerste chauffeur
Vertelt van Nederland's eer
ste auto.
Nu aanstonds de R. A. I. haar poor
ten weer opent en gedurende de ko
mende tien dagen duizenden en dui
zenden zich zullen verdringen rond
de imodei'nste producten der automo
bielindustrie, klinkt het bijna onge
looflijk, dat nog maar zes en dertig
jaar terug, in de Noord-Hollandsche
Wieringeraard, de bakermat van het
Nederlandsch automobilisme heeft ge
staan.
Wanneer Dirk Kuiper, de nestor
onzer beroepschauffeurs, de eerste Ne
derlander, die het volant hanteerde,
uit die oerdagen vertelt, moet men on
willekeurig glimlachen, hoewel zijn
verhalen even authentiek ais geloof
waardig zijn.
Hij was in die dagen koetsier bij no
taris Backx, die een uitgestrekte prac-
tijk waarnam en reeds herhaaldelijk
voor „een auto" bewerkt was. Kuiper
gaf tenslotte den doorslag. Een er
kend ingenieur had den notaris ge
waarschuwd voor het veelvuldig
warm loopen der nieuwe benzinewa
gens. Hij weet er niks van -- had Kui
per geantwooord als ik de assen
van het rijtuig niet smeer worden ze
ook warm -- En Kuiper was deskun
dig hij had ervaring met stoom-
dorschjnachines
De order voor de Daimler Victoria,
werd dus geplaatst. Koopsom f 3000.--
Twee-cylinder met gloeikopontste-
king, motor achter, waterreservoir
voor, riemoverbrenging met vier ver
snellingen, gummi rijtuigbanden, 4
plaatsen binnen en twee op den bok.
Maximum-snelheid 25 K.M.
Per trein werd in October 1896 de
eerste auto voor ons land aan de Wtees
perpoort te Amsterdam aangevoerd.
De ondernemende auto-importeur, de
gelukkige kooper en zijn chauffeur,
waren allen op dat gedenkwaardige
oogenblik aanwezig. Geen hunner
evenwel mocht het gelukken de nieu
we machine op gang te krijgen en bij
navraag in de hoofdstad bleek er nie
mand te zijn die raad wist te schaffen
De eenige uitkomst was de fabriek.
Zeven dagen later reden een auto
mobielhandelaar, die straalde van
trots en geluk en de inmiddels gere-
quireerde fabrieksmonteur het Noor
den in en door een haag van onthutste
dorpelingen beleefden zij eeri glorieu-
zen intocht te Wieringerwaard.
Nog drie dagen zouden de experts
na de aflevering blijven om Dirk het
rijden met den wagen bij te brengen.
Echter geen van beiden had lust om
op de smalle wegen in het waterland
het stuurrad uit handen te geven. De
rijles bleef uit.
Zoo stond, toen de deskundigen
naar den trein .waren gebracht, de po
onier Kuiper met zijn nieuwe rijtuig
alleen voor den nachtelijken terug
tocht naar het dorp. Het was een gron
dige vuurproef met alle technische
wederwaardigheden uit dien lijd
twee maal drie emmers koelwater be
nevens een keer of wat schoonmaken
der branders.
Maar Dirk Kuiper, die stamhouder
van een compleet geslacht chauffeurs
zou worden rijdt niet thans een dei-
drie zoons den Amsterdamschen hoofd
commissaris was er de man niet
naar zich spoedig gewonnen te geven.
Hij kwam heelhuids thuis.
Negen en een half jaar lang reed de
notaris met zijn Victoria, opzien ba
rend, waar hij kwam. Het waren roem
ruchte dagen uit de geschiedenis van
ons automobilisme.
Toen Alkmaar voor het eerst geno-
En naar gelang het verhaal vlot, de talloos strandde.
vele gebeurtenissen van zijn lange, veelbe
wogen leven in een bonte rij weer voor zijn
geest komen, begint zijn heele figuur te leven.
Zijn helder blauwe oogen tintelen ondeugend
bij een vermakelijk voorval, staan melancho
lisch als hij een treurige herinnering ver
haalt, of wel flikkeren wild bij het bekennen
van machteloosheid, als hij met van woede
gebalde vuisten daar stond en wist dat het
niet konniet kon.
Het zijn herinneringen aan talloos vele
reddingen, die zijn afgespeeld in donkere
nachten als de storm meedoogenloos de ki^st
beukte.
Van het begin af vertelt hij ze, zichzelf
zooveel mogelijk op den achtergrond houdend
omdat hij in zijn grooten eenvoud en beschei
denheid niet graag spreekt over al die groote
daden waarvan hij het middelpunt, de stu
wende kracht was, de verpersoonlijking van
moed en zelfopoffering.
Hij is altijd de kalme, vastberaden vletter-
man geweest, die nooit maar in de vlet joem-
te als zijn makkers, maar de kansen over
woog, de goede zoowel als de kwade, het mo
gelijke en het onmogelijke.
Als Klaasen in de vlet stapte, had hij het
plan al uitgewerkt, wist hij wat er gebeuren
zou, omdat hij elk bankje en hoekje, elke
plaat en stroomnaad en rafeling
kende als de planken van zijn eigen vlet.
En nooit of te nimmer heeft zijn kalme
berekening zijn moed aangetast of verzwakt.
Hij was altijd een der eersten, die in de vlet
sprong en door zijn voorbeeld minder dap
peren tot helden maakte.
Klaasen heeft even de kamer verlaten om
zijn papieren te halen die zijn herinneringen
wat vaster zullen omlijnen.
't Zijn er zooveel dat je de tel zou kwijt
raken.
Aan den wand hangen twee schilderijen
van de stranding van de „Renown", een
Duitsche bark, die in 1887 op de Pannekoek
Drie dagen zijn de redders bezig geweest in
een ijzige vrieskou met hemelhooge zee. En
nu nog spreekt Nederland eerbiedig over de
ze daad, waar onafscheidelijk namen als
Rijkers, Klaasen, Lastdrager, Smits en nog
zoovele anderen aan verbonden zijn.
En die kleine man, die daar met een sta
pel papieren weer binnenkomt, is een van
de hoofdpersonen geweest.
interesseert het u
'k Ben in Amsterdam geboren in '55 maar
toen ik drie maanden was, gingen we in Den
Helder wonen. Als jongen van 13 jaar 't zee
gat al uit op een Groningsche schoener, de
„Antje". Een geweldigen storm meegemaakt
en we hebben het er maar net afgebracht,
'k Was dertien jaar maar 'k wist al goed
wat zeemans misère was.
Afwisselend heb ik gevaren en achter de
ploeg geloopen, totdat ik in 1878 mijn eerste
redding volbracht.
't Was een Zweedsche schoener, die in een
hevigen storm onder de kust was verdaagd,
maar nog net kans had gezien het anker
erin te gooien.
Met weggeslagen masten lag het schip te
gen den storm te beuken.
Naar het wrak roeien was in dit vliegend
weer onmogelijk, zoodat de sleepboot „Her
cules" uitvoer en de reddingsboot op sleep
touw nam. Tot driemaal toe werd de boot
door de zwaar loopende zeeën omge
gooid en toen we zagen dat we zoo niet ver
der kwamen, besloot schipper C. de Roover
op de „Hercules" over te gaan.
De sleepboot kon het wrak niet naderen,
zoodat op 't laatst de sloep weer dienst moest
doen. Met vijf man roeiden we naar het
wrak en werden door een stortzee bijna te
pletter geslagen.
Zes man haalden we eraf en trokken over
de gronden naar de „Hercules", die ons op
nam. De reddinsboot was zoo gehavend dat
wij ze moesten laten schieten.
Dat was Klaasen's eerste redding, de eerste
DAMES en FiEEREN koopt uw
men moest worden stapten vier dien
ders voor het rijtuig uit om de bevol
king te beschermen en vrij baan te
maken. Bij het eerste bezoek aan Am
sterdam was het de chef van liet ver
voerwezen zelf, de hoofd-inspccteur
van Oost die het vehikel besteeg en de
stad door loodste om er tenslotte het
predicaat „veilig" aan te verleencn.
De Victoria van notaris Backx was
't die het eerst het conflict aato-voet
ganger verwekte het was behalve de
eerste auto die reed, tevens ook de
eerste Nederlandsche auto, die niet
verder kon. Daar ploeterde de eer
ste chauffeur-mechanicien twee volle
dagen, daar deze „en panne" stond
inLutjewinkel, demonteerde
en monteerde hij de geheele mo
tor en het verdere mechaniek om
eindelijk te ontdekken, dat een ver-
topte uitlaat het eenige euvel was.
Van rijbewijs wist niemand. Een
door de koningin eigenhandig getee-
de acte was nummer en rijbewijs tege
lijk en machtigde Kuiper met het ge
vaarte te rijden. Een der voorschriften
bevatte het verbod om bij mist niet
harder te rijden dan 8 K.M.
Drommen volk begeleidden de eer
ste auto het rijtuig zonder paarden op
haar ontdekkingsreis door het land
So,ms werden er centen uitgegooid
door den notaris om zich tenminste
van de jeugd tijdelijk te bevrijden.
Geen paard dorst voorbij. Ook niet
wanneer het voertuig stil stond. Men-
schen langs den weg zagen met ont
zetting de wondere verschijning nade
ren, die de duivel zelf wel kon zijn.
Velen van hen stapten zoo ver achter
uit, dat zij in de sloot terecht kwamen
Om de boeren niet van de wijs te
brengen werd voor de paarden om
drinken gevraagd als het koelwater
(moest zijn. Sommigen overleefden het
nauwelijks, als de notaris dan vertel
de, dat de paarden achterin zaten,
daar waar de branders gonsden
Dat alles is nog maar zes en dertig
jaar geleden.
Dirk Kuiper is thans chauffeur in
ruste in het dorpje Santpoort. Hij
heeft alle phasen der ontwikkeling
kunnen bijwonen. Van 25 tot 115 K.M.
Want nog 13 jaar geleden bereed Kui
per in dienst van minister Cremer
een zwaren Spijker door binnen- en
buitenland. Een unieke loopbaan.
Zes en dertig jaar geleden
Nimmer nog wist eenig ander ver
voermiddel zich zoo snel te ontwikke
len en de wereld te veroveren.
Zes en dertig jaar geleden kwam de
eerste auto in ons land.
Ook nu weer staan de. belangstel
lenden, uit alle deelen van het land
gekomen, aan 't Weesperspoorstation.
Snelle taxi's voeren de bezoekers
naar het R. A. I.-gebouw, waar hon
derden merken in onafzienbare rijen
staan tentoongesteld.
Kijken, proefrit, koopen. Practisch
gesproken gaat de nieuwe auto mee
naar huis.
En dan te bedenken, dat nog maar
zes en dertig jaar geleden
van een lange reeks.
Een Jaar later in 1879 strandde de Duit
sche driemastschoener „Oscar" op de Tessel-
sche gronden, 't Was kalm weer en al gauw
waren er een paar honderd vletterlieden aan
boord, tuk als ze waren op een „sjouwtje."
Steekt me daar plotseling een storm op die
allen hals over kop doet vluchten. En aan
boord blijven de bemanning en 40 vletterlie
den achter.
Ik met m'n vlet naar de „Hercules", die
weer in de nabijheid lag.
Daar was ook de Engelsche consul Van
Vliet aan boord, die niet wist, wat er gebeu
ren moest en uitriep
Hoe moet dat nu
Als ik er heenga, verspeel ik m'n vlet,
geef ik tot antwoord.
Daar sta ik borg voor, Klaasen.
Met acht man op de riemen heb ik toen
in vier tochten 55 man gered.
Hoe eenvoudig zonder opsmuk en met to
tale afwezigheid van zelfverheffing komen
die korte aangrijpende brokjes menschen-
liefde voor den dag.
Kalm vertelt hij ze of het niets anders was
dan spelevaren op een blak zeetje en of niet
torenhooge golven de vlet met vernietiging
bedreigden, gluiperige grondzeeën ieder oo
genblik de sloep konden omsmakken.
Of nooit een gedachte aan zijn huis en
gezin zijn moed verlamden in twijfel over
een toekomst vol ellende als hij in dien hek
senketel blijven zou.
Ook zijn vrouw, die dagenlang in onze
kerheid verkeerde, als zij slechts den wind
rond het huisje hoorde huilen en den man
aan zijn menschüevend werk wist, gedroeg
zich dapper.
Nu drukt de last der jaren op haar, die
slechts een leven vol zorg en ontberingen
heeft gekend.
En nu de „Renown
't Is of de naam dien hij nu uitspreekt,
BINNENLANDSCH NIEUWS.
VEREISCHTEN voor NUMMERBORDEN.
De letters N L moeten op een
afzonderlijke plaat.
Van verscheiden kanten verzoekt men nog
eens een overzichtje te geven van de ver-
eischten, waaraan, volgens de jongste voor
schriften, de nummerborden van automobie
len moeten voldoen.
Gaarne geven wij gevolg aan dit verzoek.
Hier volgen de voornaamste bepalingen.
Vereischt worden witte cijfers en letters
op een donkerblauw fond. De provincieletter
kan geplaatst worden vóór of middenhoven
de cijfers in het eerste geval door een ho
rizontale streep ervan gescheiden.
De letters N L mogen niet op de nummer
plaat voorkomen.
De minimum afmetingen der cijfers moe
ten zijn 9 cm hoog en 6.5 breed (dat is groo
ter dan op de meeste oude nummerplaten.)
Langs boven- en benedenranden van plaat
of veld moet een hoogte van ten minste 10
mm en langs de zijranden een breedte van
ten minste 15 mm buiten de teekens over
blijven.
Op het blauwe vlak al of niet voorzien
van een witten rand mag niets anders
dan het nummer met letter worden aange
bracht. De NL-plaat mag daarop dus niet
voorkomen.
De nummerplaat aan de achterzijde moet
tusschen een half uur na zondsondergang en
een half uur voor zonsopgang helder verlicht
zijn, hetzij door beschijning, hetzij door mid
del van een transparant. In het laatste geval
mogen, als de letter midden boven het num
mer is geplaatst, het achterlicht en het stop
licht worden aangebracht in den linker en
den rechter bovenhoek van het blauwe vlak.
AUTOBUSDIENSTEN.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
besloten tot
I. intrekking van de bij besluit van 3 Sep
tember 1930 aan de C.V. West-Friesche Auto
Car Onderneming te Hoorn verleende vergun
ning tot het uitoefenen van autobusdiensten
van Hoorn over Hoogkarspel naar Enkhulzen
en terug, van Hoorn over Venhuizen naar
Enkhuizen en terug, van Hoorn over Wer-
vershoof en Andijk naar Enkhulzen en terug,
van Hoorn naar Lambertschaag en terug, van
Hoorn naar Twisk en terug en van Medem-
blik naar Hoogkarspel en terug.
n. verleening van een vergunning aan de
naamlooze vennootschap N.V. West-Friesche
Auto Car Onderneming te Hoorn, tot het uit
oefenen van autobusdiensten a. van Hoorn
over Hoogkarspel naar Enkhulzen en terug
b. van Hoorn over Venhuizen naar Enkhui
zen en terug c. van Hoorn over Wervershoof
en Andijk naar Enkhuizen en terug, d. van
Hoorn over Lambertschaag, Middenmeer,
Wieringerwerf, Slootdorp en De Haukes naar
Den Helder en teruge. van Hoorn over Nib-
bixwoud, Bennlngbroek, Sijbekarspel en de
hem weer begeestert.
De schipbreuk van de „Renown", de gul
den bladzijde in het ongeschreven boek over
de helden van onze kust.
't Was een ruwe stormdag, die 9de Decem
ber 1887 toen de Duitsche bark „Renown" op
weg van Bangkok naar Bremen 's morgens
op de beruchte Pannekoek strandde.
't Was volop winter, een strenge vrieskou
bracht een snijdenden orkaan wind.
De groote mars-steng en de voorbramsteng
waren reeds overboord geslagen.
Op 't telefoontje van den post gingen we
er op uit in de reddingsboot.
De „Hercules" sleepte weer tot zoover het
mogelijk was en toen moesten we zelf maar
zien dat we verder kwamen.
Recht op de zee ging het door de branding.
Stortzeeën overspoelden alles en daarbij
het vroor dat het kraakte.
Tweemaal werden we teruggeslagen en ln
de bruisende diepten gesmakt.
't Schip zat gevaarlijk, zoo goed als ge
heel onder water, alleen de bezaansmast stak
boven water en daarin zaten 25 man, zich
aan het want vastklemmend.
Met ontzaglijke moeite hebben we elf man
in de sloep gehaald toen konden we niet
meer. Met de „Hercules" brachten wij ze
naar den wal.
's Middags zijn we weer naar het wrak ge
gaan, maar de vloed was zoo geweldig opge
komen en het stormde zoo verschrikkelijk,
dat wij de „Renown" niet meer konden na
deren.
Denk je 't eens interug, en veertien
van die arme kerels moesten in dien ijskou-
den winternacht achterblijven.
Zoo gauw *t weer dag was besloten we weer
uit te varen. De achtergeblevenen hingen
nog steeds in den mast, zoo meldde de kust
wacht.
Wordt vervolgd.