ܧjP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Loden jas 24e JAARGANG VRIJDAG 27 JANUARI 1933 No. e WIERINGEN EN OMSTREKEN PIJP - TABAK ..DE WAKENDE LEEUW" J. R. KEUSS. Laat 125 Alkmaar. BIJ S. COL TOF. KANAALWEG DEN HELDER. ■WIERINGER COURANT x VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRUDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOS KEK, WIERINGER. BUREAU Hippolytnshoef Wielingen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVIBTINTIIM Van 1—8 regeu oji. Iedere regel meer f ojr VOOR BETERE TABAKSFABRIEK STRENGER TOEZICHT OP HET VERKEER. Weggebruikersopgepast Naar aanleiding van de in uitzicht gestelde scherpere controle op overtreding van de verkeersvoorschriften zendt de A. N. W. B.- Toeristenbond voor Nederland ons het volgen de overzicht van de „regels van den weg" ALGEMEENE WENKEN. 1. Rijdt nimmer op zoodanige wijze, dat de veiligheid van het verkeer in gevaar word gebracht of de vrijheid van beweging der overige weggebruikers wordt belemmerd. 2. Houdt steeds rechts en wijkt, als ge een ander inhaalt, naar links uit. Ga nim mer na het voorbijrijden te snel weer naar de rechterzijde. (Dus niet snijden 3. Berijdt nimmer zonder noodzaak de linkerweghelft en bedenkt, dat rijden op de linkerweghelft verboden is a. in alle bochten binnen bebouwde kom men b. in onoverzichtelijke bochten daarbuiten 4. Neemt daarom ook een bocht naar rechts kort en een bocht naar links ruim. 5. Berijdt den meest rechts gelegen rijweg, wanneer breede straten, enz. door een plant soen, middenpad of anderszins in tweeën verdeeld zijn. 6. Verleent voorrang aan van rechts ko mend verkeer. Bedenkt evenwel, wanneer gij zelf van rechts komt, dat uw recht van voor rang u niet ontslaat van de verplichting, om acht te geven op het kruisende verkeer. Let dus ook op auto's enz., welke van links komen. 7. Haalt een tram alleen aan de linker zijde in, wanneer ge daardoor niet op de lin ker weghelft behoeft te komen. VOOR WIELRIJDERS. 1. Rijdt nimmer met meer dan twee naast elkander. (Blijft op smalle wegen zelfs achter elkaar.) 2. Rijdt niet op den rijweg, als daarnaast een fietspad aanwezig is. (Een rond blauw bord met witte fiets erop geschilderd geeft aan, dat de rijweg voor wielrijders verboden is. Waar zoo'n bord staat, moet het rijwiel pad dus bereden worden.) 3. Rijdt op rijwielpaden achter elkander, tenzij het pad zéér breed is. N.B. In tegenstelling met den gewonen re gel (zie boven) moet op een links van den weg gelegen rijwielpad, dat daarvan niet door een berm, of iets dergelijks gescheiden is, aan de rechterzijde worden ingehaald, (zoo noodig op den rijweg.) 4. Geeft tijdig teekens a. Als gij stoppen wilt of vaart vermin EEN HELD DER KUST. Uit het veelbewogen leven van den redder Klaasen. Drama's van de Zee. Ver van het drukke, wufte gewoel, dat in den zomer Scheveningen's boulevard kleurt met bonte schakeeringen, maar toch genes teld aan den voet van het duin dat hen moet beschermen tegen dien wreeden heerscher, van wien ze allen afhankelijk zijn, die hun schamel brood levert, ligt Klaasen's stulp. Geen nauwe straatjes met hobbelkeien, lage visschershuisjes met nauwe doorgange tjes naar erfjes erachter, waar armoedig in het zand een simpele goudsbloem vegeteert. neen, een nieuwe straat met kleine poppen huisjes en op den achtergrond de wachter, die rood oppriemt naar den hemelkoepel, zee- manslicht en gids. De ruwe Noordwester boldert tierend door de straatjes, doet het scherpe zand in groote wolken opdwarrelen. In de haven klotsen de golven tegen het bazalt, zuchten de loggers in krakende trossen. Loodgrijs jachten de wolken langs het zwerk. Scheveningen ligt sidderend onder de geeselende vlagen van den storm. Klaasen doet zelf open en ontvangt den bezoeker in zijn huiskamer. Ziezoo, we hebben 't rijk alleen. Zijn korte gestalte zit stevig, kaarsrecht op den stoel. Een glimp licht valt op zijn gebronsd ge laat, dat nog merkwaardig jeugdig is geble ven, een wit schippersbaardje past bij zijn geheele figuur die stoer vierkant is, gehuld in een blauwe trui. Een zeemanstype, een van 't oude stempel, die je niet veel meer ziet. deren door het op en neer bewegen van uw arm b. Als gij van richting veranderen gaat door het zijwaarts uitsteken van uw arm in de nieuwe richting (bij linksaf gaan dus den linkerarm uitsteken bij rechtsaf gaan den rechter.) 5. Voorziet uw rijwiel van een behoorlij ken, verticaal geplaatsten, reflector of rood, achterlicht, een goede bel en, wanneer de fiets een vrijwiel heeft, bovendien van ten minste één krachtig werkende rem. 6. Richt den lichtbundel van uw fietslamp schuin naar omlaag vermijdt verblinding VOOR AUTOMOBILISTEN EN MOTORRIJDERS. 1. Vermijdt alcoholgebruik, wanneer gij daarna nog rijden moet. 2. Let bij het inhalen op, of uit tegenge stelde richting geen verkeer nadert. Gaat nimmer na het inhalen te snel weer naar rechts, (niet snijden! 3. Geeft tijdig teekens a. Als gij stoppen wilt of vaart verminde ren door het toonen van uw stoplicht of door het op en neer bewegen van uw arm b. Als gij van richting veranderen gaat door het zijwaarts uitsteken van uw arm of richtingaanwijzer, in de nieuwe richting. 4. Geeft tijdig signalen, als de veiligheid dat eischt. (Misbruikt echter uw hoorn niet onze tijd heeft dringend rust noodig 5. Staat nimmer in een bocht stil, dan belet ge anderen, om op die toch al gevaar lijke punten voldoende rechts te houden. 6. Zorgt bij duisternis voor de volgende verlichting a. aan de voorzijde twee witte lichten (ter weerszijden van den auto) b. aan den linkerzijde een rood achterlicht; c. een voldoende verlichting van het ach ternummer. N.B. Motorrijwielen behoeven aan de voor zijde slechts één wit licht te hebben motor driewielers en motorzij spancombinaties staan gelijk met automobielen. 7. Dempt uw verblindende verlichting bij het tegenkomen van ander verkeer (auto's, fietsen, paardenkarren, enz.) op 100 meter vóór de ontmoeting a. binnen bebouwde kommen b. tijdens het stilstaan. 8. Verleent steeds uw hulp na een aanrij ding, botsing, enz., waarbij een mensch letsel heeft bekomen. Dit geldt óók, wanneer gij geen schuld aan de aanrijding hebt. 9. Zorgt voor goede remmen. Een rem werkt goed, wanneer hij in staat is, de auto tot stilstand te brengen binnen de volgende afstanden (gerekend op een droog, stroef wegdek bij een snelheid 2 wielremmen. 4 wielr. van 20 km/u binnen 6 M. 3 M. 30 13 7 40 22 13 50 35 19 60 50 28 10. Zorgt voor een goede stuurinrichting. Deze is in orde, wanneer de speling (vrije slag) in het stuurwiel niet meer bedraagt dan 30 graden (gemeten aan den optrek.) 11. Parkeert nooit op zoodanige wijze, dat het rijdend verkeer gehinderd kan worden. Dus b.v. niet op of vlak bij hoeken van straten, niet in bochten, niet anders dan vlak langs den berm of het trottoir, enz, 22ste R. A. I. Tentoonstelling Nederlands's eerste chauffeur Vertelt van Nederland's eer ste auto. Nu aanstonds de R. A. I. haar poor ten weer opent en gedurende de ko mende tien dagen duizenden en dui zenden zich zullen verdringen rond de imodei'nste producten der automo bielindustrie, klinkt het bijna onge looflijk, dat nog maar zes en dertig jaar terug, in de Noord-Hollandsche Wieringeraard, de bakermat van het Nederlandsch automobilisme heeft ge staan. Wanneer Dirk Kuiper, de nestor onzer beroepschauffeurs, de eerste Ne derlander, die het volant hanteerde, uit die oerdagen vertelt, moet men on willekeurig glimlachen, hoewel zijn verhalen even authentiek ais geloof waardig zijn. Hij was in die dagen koetsier bij no taris Backx, die een uitgestrekte prac- tijk waarnam en reeds herhaaldelijk voor „een auto" bewerkt was. Kuiper gaf tenslotte den doorslag. Een er kend ingenieur had den notaris ge waarschuwd voor het veelvuldig warm loopen der nieuwe benzinewa gens. Hij weet er niks van -- had Kui per geantwooord als ik de assen van het rijtuig niet smeer worden ze ook warm -- En Kuiper was deskun dig hij had ervaring met stoom- dorschjnachines De order voor de Daimler Victoria, werd dus geplaatst. Koopsom f 3000.-- Twee-cylinder met gloeikopontste- king, motor achter, waterreservoir voor, riemoverbrenging met vier ver snellingen, gummi rijtuigbanden, 4 plaatsen binnen en twee op den bok. Maximum-snelheid 25 K.M. Per trein werd in October 1896 de eerste auto voor ons land aan de Wtees perpoort te Amsterdam aangevoerd. De ondernemende auto-importeur, de gelukkige kooper en zijn chauffeur, waren allen op dat gedenkwaardige oogenblik aanwezig. Geen hunner evenwel mocht het gelukken de nieu we machine op gang te krijgen en bij navraag in de hoofdstad bleek er nie mand te zijn die raad wist te schaffen De eenige uitkomst was de fabriek. Zeven dagen later reden een auto mobielhandelaar, die straalde van trots en geluk en de inmiddels gere- quireerde fabrieksmonteur het Noor den in en door een haag van onthutste dorpelingen beleefden zij eeri glorieu- zen intocht te Wieringerwaard. Nog drie dagen zouden de experts na de aflevering blijven om Dirk het rijden met den wagen bij te brengen. Echter geen van beiden had lust om op de smalle wegen in het waterland het stuurrad uit handen te geven. De rijles bleef uit. Zoo stond, toen de deskundigen naar den trein .waren gebracht, de po onier Kuiper met zijn nieuwe rijtuig alleen voor den nachtelijken terug tocht naar het dorp. Het was een gron dige vuurproef met alle technische wederwaardigheden uit dien lijd twee maal drie emmers koelwater be nevens een keer of wat schoonmaken der branders. Maar Dirk Kuiper, die stamhouder van een compleet geslacht chauffeurs zou worden rijdt niet thans een dei- drie zoons den Amsterdamschen hoofd commissaris was er de man niet naar zich spoedig gewonnen te geven. Hij kwam heelhuids thuis. Negen en een half jaar lang reed de notaris met zijn Victoria, opzien ba rend, waar hij kwam. Het waren roem ruchte dagen uit de geschiedenis van ons automobilisme. Toen Alkmaar voor het eerst geno- En naar gelang het verhaal vlot, de talloos strandde. vele gebeurtenissen van zijn lange, veelbe wogen leven in een bonte rij weer voor zijn geest komen, begint zijn heele figuur te leven. Zijn helder blauwe oogen tintelen ondeugend bij een vermakelijk voorval, staan melancho lisch als hij een treurige herinnering ver haalt, of wel flikkeren wild bij het bekennen van machteloosheid, als hij met van woede gebalde vuisten daar stond en wist dat het niet konniet kon. Het zijn herinneringen aan talloos vele reddingen, die zijn afgespeeld in donkere nachten als de storm meedoogenloos de ki^st beukte. Van het begin af vertelt hij ze, zichzelf zooveel mogelijk op den achtergrond houdend omdat hij in zijn grooten eenvoud en beschei denheid niet graag spreekt over al die groote daden waarvan hij het middelpunt, de stu wende kracht was, de verpersoonlijking van moed en zelfopoffering. Hij is altijd de kalme, vastberaden vletter- man geweest, die nooit maar in de vlet joem- te als zijn makkers, maar de kansen over woog, de goede zoowel als de kwade, het mo gelijke en het onmogelijke. Als Klaasen in de vlet stapte, had hij het plan al uitgewerkt, wist hij wat er gebeuren zou, omdat hij elk bankje en hoekje, elke plaat en stroomnaad en rafeling kende als de planken van zijn eigen vlet. En nooit of te nimmer heeft zijn kalme berekening zijn moed aangetast of verzwakt. Hij was altijd een der eersten, die in de vlet sprong en door zijn voorbeeld minder dap peren tot helden maakte. Klaasen heeft even de kamer verlaten om zijn papieren te halen die zijn herinneringen wat vaster zullen omlijnen. 't Zijn er zooveel dat je de tel zou kwijt raken. Aan den wand hangen twee schilderijen van de stranding van de „Renown", een Duitsche bark, die in 1887 op de Pannekoek Drie dagen zijn de redders bezig geweest in een ijzige vrieskou met hemelhooge zee. En nu nog spreekt Nederland eerbiedig over de ze daad, waar onafscheidelijk namen als Rijkers, Klaasen, Lastdrager, Smits en nog zoovele anderen aan verbonden zijn. En die kleine man, die daar met een sta pel papieren weer binnenkomt, is een van de hoofdpersonen geweest. interesseert het u 'k Ben in Amsterdam geboren in '55 maar toen ik drie maanden was, gingen we in Den Helder wonen. Als jongen van 13 jaar 't zee gat al uit op een Groningsche schoener, de „Antje". Een geweldigen storm meegemaakt en we hebben het er maar net afgebracht, 'k Was dertien jaar maar 'k wist al goed wat zeemans misère was. Afwisselend heb ik gevaren en achter de ploeg geloopen, totdat ik in 1878 mijn eerste redding volbracht. 't Was een Zweedsche schoener, die in een hevigen storm onder de kust was verdaagd, maar nog net kans had gezien het anker erin te gooien. Met weggeslagen masten lag het schip te gen den storm te beuken. Naar het wrak roeien was in dit vliegend weer onmogelijk, zoodat de sleepboot „Her cules" uitvoer en de reddingsboot op sleep touw nam. Tot driemaal toe werd de boot door de zwaar loopende zeeën omge gooid en toen we zagen dat we zoo niet ver der kwamen, besloot schipper C. de Roover op de „Hercules" over te gaan. De sleepboot kon het wrak niet naderen, zoodat op 't laatst de sloep weer dienst moest doen. Met vijf man roeiden we naar het wrak en werden door een stortzee bijna te pletter geslagen. Zes man haalden we eraf en trokken over de gronden naar de „Hercules", die ons op nam. De reddinsboot was zoo gehavend dat wij ze moesten laten schieten. Dat was Klaasen's eerste redding, de eerste DAMES en FiEEREN koopt uw men moest worden stapten vier dien ders voor het rijtuig uit om de bevol king te beschermen en vrij baan te maken. Bij het eerste bezoek aan Am sterdam was het de chef van liet ver voerwezen zelf, de hoofd-inspccteur van Oost die het vehikel besteeg en de stad door loodste om er tenslotte het predicaat „veilig" aan te verleencn. De Victoria van notaris Backx was 't die het eerst het conflict aato-voet ganger verwekte het was behalve de eerste auto die reed, tevens ook de eerste Nederlandsche auto, die niet verder kon. Daar ploeterde de eer ste chauffeur-mechanicien twee volle dagen, daar deze „en panne" stond inLutjewinkel, demonteerde en monteerde hij de geheele mo tor en het verdere mechaniek om eindelijk te ontdekken, dat een ver- topte uitlaat het eenige euvel was. Van rijbewijs wist niemand. Een door de koningin eigenhandig getee- de acte was nummer en rijbewijs tege lijk en machtigde Kuiper met het ge vaarte te rijden. Een der voorschriften bevatte het verbod om bij mist niet harder te rijden dan 8 K.M. Drommen volk begeleidden de eer ste auto het rijtuig zonder paarden op haar ontdekkingsreis door het land So,ms werden er centen uitgegooid door den notaris om zich tenminste van de jeugd tijdelijk te bevrijden. Geen paard dorst voorbij. Ook niet wanneer het voertuig stil stond. Men- schen langs den weg zagen met ont zetting de wondere verschijning nade ren, die de duivel zelf wel kon zijn. Velen van hen stapten zoo ver achter uit, dat zij in de sloot terecht kwamen Om de boeren niet van de wijs te brengen werd voor de paarden om drinken gevraagd als het koelwater (moest zijn. Sommigen overleefden het nauwelijks, als de notaris dan vertel de, dat de paarden achterin zaten, daar waar de branders gonsden Dat alles is nog maar zes en dertig jaar geleden. Dirk Kuiper is thans chauffeur in ruste in het dorpje Santpoort. Hij heeft alle phasen der ontwikkeling kunnen bijwonen. Van 25 tot 115 K.M. Want nog 13 jaar geleden bereed Kui per in dienst van minister Cremer een zwaren Spijker door binnen- en buitenland. Een unieke loopbaan. Zes en dertig jaar geleden Nimmer nog wist eenig ander ver voermiddel zich zoo snel te ontwikke len en de wereld te veroveren. Zes en dertig jaar geleden kwam de eerste auto in ons land. Ook nu weer staan de. belangstel lenden, uit alle deelen van het land gekomen, aan 't Weesperspoorstation. Snelle taxi's voeren de bezoekers naar het R. A. I.-gebouw, waar hon derden merken in onafzienbare rijen staan tentoongesteld. Kijken, proefrit, koopen. Practisch gesproken gaat de nieuwe auto mee naar huis. En dan te bedenken, dat nog maar zes en dertig jaar geleden van een lange reeks. Een Jaar later in 1879 strandde de Duit sche driemastschoener „Oscar" op de Tessel- sche gronden, 't Was kalm weer en al gauw waren er een paar honderd vletterlieden aan boord, tuk als ze waren op een „sjouwtje." Steekt me daar plotseling een storm op die allen hals over kop doet vluchten. En aan boord blijven de bemanning en 40 vletterlie den achter. Ik met m'n vlet naar de „Hercules", die weer in de nabijheid lag. Daar was ook de Engelsche consul Van Vliet aan boord, die niet wist, wat er gebeu ren moest en uitriep Hoe moet dat nu Als ik er heenga, verspeel ik m'n vlet, geef ik tot antwoord. Daar sta ik borg voor, Klaasen. Met acht man op de riemen heb ik toen in vier tochten 55 man gered. Hoe eenvoudig zonder opsmuk en met to tale afwezigheid van zelfverheffing komen die korte aangrijpende brokjes menschen- liefde voor den dag. Kalm vertelt hij ze of het niets anders was dan spelevaren op een blak zeetje en of niet torenhooge golven de vlet met vernietiging bedreigden, gluiperige grondzeeën ieder oo genblik de sloep konden omsmakken. Of nooit een gedachte aan zijn huis en gezin zijn moed verlamden in twijfel over een toekomst vol ellende als hij in dien hek senketel blijven zou. Ook zijn vrouw, die dagenlang in onze kerheid verkeerde, als zij slechts den wind rond het huisje hoorde huilen en den man aan zijn menschüevend werk wist, gedroeg zich dapper. Nu drukt de last der jaren op haar, die slechts een leven vol zorg en ontberingen heeft gekend. En nu de „Renown 't Is of de naam dien hij nu uitspreekt, BINNENLANDSCH NIEUWS. VEREISCHTEN voor NUMMERBORDEN. De letters N L moeten op een afzonderlijke plaat. Van verscheiden kanten verzoekt men nog eens een overzichtje te geven van de ver- eischten, waaraan, volgens de jongste voor schriften, de nummerborden van automobie len moeten voldoen. Gaarne geven wij gevolg aan dit verzoek. Hier volgen de voornaamste bepalingen. Vereischt worden witte cijfers en letters op een donkerblauw fond. De provincieletter kan geplaatst worden vóór of middenhoven de cijfers in het eerste geval door een ho rizontale streep ervan gescheiden. De letters N L mogen niet op de nummer plaat voorkomen. De minimum afmetingen der cijfers moe ten zijn 9 cm hoog en 6.5 breed (dat is groo ter dan op de meeste oude nummerplaten.) Langs boven- en benedenranden van plaat of veld moet een hoogte van ten minste 10 mm en langs de zijranden een breedte van ten minste 15 mm buiten de teekens over blijven. Op het blauwe vlak al of niet voorzien van een witten rand mag niets anders dan het nummer met letter worden aange bracht. De NL-plaat mag daarop dus niet voorkomen. De nummerplaat aan de achterzijde moet tusschen een half uur na zondsondergang en een half uur voor zonsopgang helder verlicht zijn, hetzij door beschijning, hetzij door mid del van een transparant. In het laatste geval mogen, als de letter midden boven het num mer is geplaatst, het achterlicht en het stop licht worden aangebracht in den linker en den rechter bovenhoek van het blauwe vlak. AUTOBUSDIENSTEN. Ged. Staten van Noord-Holland hebben besloten tot I. intrekking van de bij besluit van 3 Sep tember 1930 aan de C.V. West-Friesche Auto Car Onderneming te Hoorn verleende vergun ning tot het uitoefenen van autobusdiensten van Hoorn over Hoogkarspel naar Enkhulzen en terug, van Hoorn over Venhuizen naar Enkhuizen en terug, van Hoorn over Wer- vershoof en Andijk naar Enkhulzen en terug, van Hoorn naar Lambertschaag en terug, van Hoorn naar Twisk en terug en van Medem- blik naar Hoogkarspel en terug. n. verleening van een vergunning aan de naamlooze vennootschap N.V. West-Friesche Auto Car Onderneming te Hoorn, tot het uit oefenen van autobusdiensten a. van Hoorn over Hoogkarspel naar Enkhulzen en terug b. van Hoorn over Venhuizen naar Enkhui zen en terug c. van Hoorn over Wervershoof en Andijk naar Enkhuizen en terug, d. van Hoorn over Lambertschaag, Middenmeer, Wieringerwerf, Slootdorp en De Haukes naar Den Helder en teruge. van Hoorn over Nib- bixwoud, Bennlngbroek, Sijbekarspel en de hem weer begeestert. De schipbreuk van de „Renown", de gul den bladzijde in het ongeschreven boek over de helden van onze kust. 't Was een ruwe stormdag, die 9de Decem ber 1887 toen de Duitsche bark „Renown" op weg van Bangkok naar Bremen 's morgens op de beruchte Pannekoek strandde. 't Was volop winter, een strenge vrieskou bracht een snijdenden orkaan wind. De groote mars-steng en de voorbramsteng waren reeds overboord geslagen. Op 't telefoontje van den post gingen we er op uit in de reddingsboot. De „Hercules" sleepte weer tot zoover het mogelijk was en toen moesten we zelf maar zien dat we verder kwamen. Recht op de zee ging het door de branding. Stortzeeën overspoelden alles en daarbij het vroor dat het kraakte. Tweemaal werden we teruggeslagen en ln de bruisende diepten gesmakt. 't Schip zat gevaarlijk, zoo goed als ge heel onder water, alleen de bezaansmast stak boven water en daarin zaten 25 man, zich aan het want vastklemmend. Met ontzaglijke moeite hebben we elf man in de sloep gehaald toen konden we niet meer. Met de „Hercules" brachten wij ze naar den wal. 's Middags zijn we weer naar het wrak ge gaan, maar de vloed was zoo geweldig opge komen en het stormde zoo verschrikkelijk, dat wij de „Renown" niet meer konden na deren. Denk je 't eens interug, en veertien van die arme kerels moesten in dien ijskou- den winternacht achterblijven. Zoo gauw *t weer dag was besloten we weer uit te varen. De achtergeblevenen hingen nog steeds in den mast, zoo meldde de kust wacht. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1