las 24e JAARGANG VRIJDAG 3 FEBRUARI 1933. No. io NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN „DE WAKENDE LEEUW" BIJ S. COL TOF. KANAALWEG DEN HELDER. WIER1NGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WDSRDIGH. BUREAU Hlppolytuiboef Wielingen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTINTIIN Van 1—5 regeu O.M. Iedere regel meer 0.11 VOOR BETERE PIJP - TABAK TABAKSFABRIEK J. R. KEUSS. Laat 125 Alkmaar. PARIJSCHE MODEBRIEF. KLEUREN, DIE NIET IEDEREEN STAAN. Een praatje over rood en paars. Een muziek-avondje, ten bate van een lief dadig doel. Klein, gezellig zaaltje. Op het podium glanzend zwarte vleugel met een Oostersche doek, een palm, een klein tafeltje met bloemen. Prettige stemming onder het publiek. Een der medewerksters van dezen avond is een heel jong meisje, pas van het conser vatorium. Ze is niet lang, ze is meer mollig dan slank en ze heeft een dik, rond gezichtje met appelwangetjes die nu, door de agitatie, nog rooder zijn dan gewoonlijk. En daarbij is ze gekleed in rood fluweel. Rood van een wilde, felle nuance. „Waarom heeft ze deze kleur gekozen vraag ik mij af. Rood is een prach tige kleur, rood is ln de mode. Dat zullen wel de voornaamste beweegrede nen geweest zijn. Rood kan ook een tenger blond meisje met matte teint zeer flatteeren maar is volkomen ongeschikt voor dit struische, Vlaamsche type. De juiste keuze der kleuren schijnt toch voor menige vrouw niet zoo gemakkelijk te zijn. Hier helpt alleen zooals we al eens meer zeiden een critische blik in den spie gel, het durven constatee- ren van eigen tekortko mingen. Ook is het altijd nuttig, het effect van ver schillende stoffen na el kaar eens te probeeren, omdat men soms door vergelijking tot het goede inzicht komt. Een alge- meene regel is heel moei lijk te geven, daar bij de kleurenkeuze zoo ontzettend veel factoren een rol spelen en soms uiterlijk twee gelijke ty pen toch niet dezelfde tinten kunnen dragen. jg? w f Een van de mooiste modekleuren, die we in langen tijd gehad hebben, is het prachtige rijke paars dat op het oogenblik in de smaak Ook dit staat niet iedereen, hoewel hier veel afhangt van de keuze der juiste nuance. We zagen in den schouwburg b.v. een oude dame met sneeuwwit haar in een violet cos- tuum dat haar prachtig stond. En op denzelf den avond ontmoetten we een piepjong bak- vischje in een teer lila japonnetje dat haar eveneens snoezig kleedde. Rossig blonde vrou wen staat deze kleur dikwijls ook heel mooi. Het gemakkelijkst te dragen is echter de kleur zwart. Dat vinden tenminste de meeste Pari- siennes en ik geloof wel dat ze in dit opzicht op haar juist en zeker smaak gevoel vertrouwen kun nen. Ze gaan van de ge dachte uit, dat zwart slank maakt en men van een zwarte japon, door een verschil in coupe, e- vengoed een eenvoudige huis jurk als een hyper- elegant avondtoilet kan maken. Verder kan men zwart op eiken leeftijd dragen en een vrouw dus nooit verwijten, dat ze zich te jong kleedt wat met lichte kleuren wel eens het geval is. Staat zwart bij uitzondering eens niet goed in het gezicht zoo is dit .met een kleinigheidje te verhel pen, door een kraag, een ruche, een pelerine van andere tint. Eigenaardig is het, dat men zelfs heel veel sportcostuums ziet van zwarte stof, leuke schaatsen- en skipakjes van zwarte wol, met een felgekleurde jumper of shawl. Of met wijde man chetten, mutsje en sokjes van kleurige streep wol. Ondertusschen blijft de smaak voor japon nen uit twee of drie verschillende kleuren onverminderd voortbestaan. Hoewel we reeds de stoutste fantasieën zien, schijnen de mo gelijkheden op dit gebied toch nog niet ge heel uitgeput. Eiken keer verschijnt er iets nieuws. De tweede kleur wordt soms slechts aangegeven door een kleinigheid, een sterk gekleurde „veter" waarmee, volgens de nieuw I ste mode, het japonlijfje is dichtgeregen, een strik hier of daar, een ingezet stuk in de mouwen welke naaister zal zich op het oo genblik ooit over te weinig stof beklagen, nu er zoo vele hulpmiddelen zijn Zullen we na deze veelkleurige periode weer verlangen naar het stemmige ensemble één tint, waarin zelfs het taschje, handschoe nen, kousen en schoentjes opgenomen zijn Misschien wel. Want volgens het bekende Fransche spreekwoord „souvent femme varie' hebben we nog al eens afwisseling noodig. WILHELMINA. DE STIER „JAN." Over de veemarkt ging een zee van gelui den, een klankmassa, waarin menschelijke stemmen samensmolten met het geloei der koeien, het geblaat der schapen en het ge knor of krijschend geschreeuw der varkens. Het was een chaos, waarvan de dreunende klankgolven doordrongen tot in de huizen om de markt, waarin den geheelen dag de rust zoek was. In het café, dat den grootschen titel droeg „Het Gouden Hoofd" zaten boeren en koop lieden bijeen. Zij bereidden er nieuwe trans acties voor of rekenden er af na den gesloten koop. Daar was de weerspiegeling der bedrij vigheid van de markt, daar klonken de nijdi ge handslagen tusschen het loven en bieden daar schreeuwde men, elkaar helpend, spot tende opmerkingen over menschen en dieren, daar werd de koop bezegeld met een „trakta tie er over heen." Een veemarkt is een strijdplaats bij uitne mendheid in de menschenmaatschappij. Er wordt gevochten tot het uiterste voor vergroo ting van de winst, brutaler en meer opwin dend dan waar ook worstelt hier de koopman zijn strijd om het bestaan, vecht hij tegen verlies bij dalende markt, wordt de zwakke de dupe van den sterke. Het is een brute strijd, die weinig ontziet en die speciale krach ten vereischt om hem met succes te kunnen doorstaan. Aan een der kleine tafeltjes zat de hande laar Boerema in druk gesprek met een keu terboertje, dat hem zoo juist een kalf had verkocht. Het is een zoetemelksch kalf, Boerema een bovenstebeste. Je hebt er geen dure aan. Dat mot blijken, maar 'k vertrouw jou in ieder geval beter dan de rijke Veenhoven daar bij jullie weg. Die heeft me de vorige HITLER. De nieuwe groote man in Duitschland is Adolf Hitier. Iedereen weet, dat Adolf Hitier in zijn jeugd als Oostenrijker is geboren en huisschildersknecht is geweest. Op grond van deze gegevens zijn de tallooze carricaturen tot stand gekomen, die men sedert jaar en dag van hem heeft gezien. Hardnekkig werd verzwegen, dat deze Hitier uit een eerzame, hard werkende burgerlijke familie afkomstig was en dat de gaven van Adolf zelf hem, als de wereld normaal was gebleven, op het oo genblik kunstschilder dan wel architect had den laten worden. Maar Hitler's vader stierf jong, te Braunau, voor den oorlog en twee jaar later overleed zijn moeder, een Sudeten Duitsche. Adolf moest in zijn eigen onder houd voorzien, pakte alle werk aan, dat hij kon krijgen, was geruimen tijd verversknecht en werd toen opgeslokt door den wereldoor log. Als vrijwilliger teekende hij bij de Beler- sche infanterie, verwierf het IJzeren Kruis eerste klasse de eenige onderscheiding, welke hij nog steeds draagt werd later het slachtoffer van een Franschen gasaanval, kwam in het Pasewalkhospitaal te Berlijn te recht en zag op zijn ziekenhuisbed, dat zijn gedachten zich van oorspronkelijke idealen afwendden en nieuwe idealen hem geheel in haar macht kregen. Tot die nieuwe idealen behoorde dat hij zijn tweede vaderland, Duitschland, van een politieken en economischen ondergang moest helpen redden en dat hij zulks het best zou kunnen bereiken door middel van de gedemo biliseerde en de toekomstlooze jeugd. Hij werd het zevende lid van een nieuwe partij en ont wikkelde zich al gauw tot haar propagandist., sprak hij eerst voor een handjevol menschen, al spoedig werd het een zaaltje vol en in de laatste jaren telde men zijn toehoordersscha len bij tienduizenden. Onlangs nog bedroeg zijn auditorium 80.000 man. Pas sinds een jaar is Hitier Dultscher. De Brunswijksche regeering heeft het hem ge maakt. Bijna achttien jaren lang is hij zon der nationaliteit geweest, daar de Oostenrij kers hem, .toen hij in den oorlog weigerde voor Oostenrijk dienstplicht te vervullen, als deserteur afgeschreven. Van iemand, die in den beginne alleen maar heil zag in een gewelddadige omwen teling der bestaande machtsvormen getui ge zijn Putsch poging te München met gene raal Von Ludendorff vijf jaren na het slui ten van den wapenstilstand werd hij lang zamerhand een volkstribuun, die inzag dat eens hem de voornaamste regeeringsmacht ten deel zou vallen als hij de massa's maar achter zich wist. Hij heeft inderdaad die massa's bij elkaar getrommeld, hetgeen hem den bijnaam van „Der Trommler" bezorgde. Aan opbouwende critiek waren zijn redevoe ringen arm. In het afbreken was hij een meester. Verder sprak hij eenvoudig, militairement en verviel, echter op handige wijze, tot herha lingen, die zijn toehoorders zonder dat dezen het zich bewust werden, er toe brachten vijf of zesmaal per redevoering een en dezelfde gedachte luide toe te juichen. Zijn grootste teleurstelling behaalde hij verleden jaar, toen de grijze veldmaarschalk Von Hinden burg hem bij den stembusstrijd om het Rijks presidentschap met stukken sloeg en de groot ste verbittering ondervond hij, toen Hinden burg weigerde den leider der nationaal-soci- alisten als een tweeden Mussolini Berlijn te laten binnenrukken en grooten schoonmaak te houden onder de zittende bewindmannen. Zijn heftigsten tegenstander, Von Papen, ging Duitschland besturen als was er geen kou aan de lucht en als bestond er geen na- tionaal-socialisme met millioenen aanhan gers en velen dachten, dat Hitier zijn roem had overleefd. Toen de beruchte November-verkiezingen bovendien nog een teruggang van 230 op 196 Hitlerianen in den Rijksdag opleverden, gaf men den Trommler geen kans meer. De on mogelijkheid echter het Duitsche volk nor maal te regeeren zonder den Rijksdag te ne- geeren, heeft den grijzen Rijkspresident er DAMES en HEEREN koopt uw eindelijk toe gebracht om, toen Von Papen hem wist voor te tooveren dat het zeer wel mogelijk zou zijn alle rechts staande krach ten en machten te vereenigen tot een natio nale concentratie met Hitier als spil, den voormaligen verversknecht het Rijkskanse- llerschap aan te bieden. En zoo is deze Oostenrijker, die de weder opstanding van Duitschland in alle toonaar den heeft verkondigd, de twee-en-twlntigste bezetter geworden van een plaats, v/aar eens Bismarck en later figuren als Von Bulow en Von Bethmann, Hollweg hebben gezeteld. Hij is de eerste autodidact, de eerste vreemdeling op diplomatiek en politiek terrein, die daar plaats neemt. Hij is een gewone volkstribuun, gedragen door de aanhankelijkheid van mil lioenen volgelingen en door de keihardheid van zijn halsstarrige overtuiging. Van een verwezenlijking der Hitleriaansche idealen zal hij moeten afzien, want hij zit in de Wil- helmstrasse aan het hoofd van een kabinet, waarin de Duitsch-Nationalen door middel van Hugenbergem de Pruisische jonkers door middel van Von Papen minstens even hard aan de touwtjes trekken als hijzelf. Komt het op stemmen aan, ook dan vormen de Hitleri anen gezamenlijk geen meerderheid in het kabinet. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden met de wenschen en ver langens van het Centrum, zonder hetwelk Hitier niets belangrijks in den Rijksdag kan te berde brengen. Van zijn oorspronkelijke leuze wij willen de macht en niets anders dan de algeheele machtis dus overgebleven Wij zullen netjes regeeren volgens de grootst gemeenen deeler van het kiezerskorps. Opgelet Griep Ongetwijfeld zult U bij de eerste verschijn selen van griep Uw toevlucht nemen tot ASPIRIN-TABLETTEN. Men zij echter op zijn hoede, dat ASPIRIN afgeleverd wordt, indien men zulks verlangt, aangezien dikwijls minderwaardige namaak verstrekt wordt. Let dus in Uw eigen belang steeds op het Bayer-kruis, dat op elketablet gestempeld is. Alleen dan heeft men de zekerheid, geen oud. veregen, of product van twijfelachtige her komst te ontvangen. ASPIRIN is uitsluitend verkrijgbaar in öranjeband-buisjes van 20 tabletten a 70 cent en oranje-zakjes van 2 tabletten a 10 cent. Gei lichten over den ex-keizer. Tegenspraak uit Doorn. Er hebben geruchten geloopcn, dat de ex-keizer vornemens zou zijn naar Duitschland terug te keeren nu Ilitler rijkskanselier is geworden er zoiv den al eenige nieuwe auto's voor ge reed gehouden zijn en dat hij zijn voldoening zou te kennen hebben ge- gegven over Tlitlers benoejning. De „Evening Standaard" heeft zich naar aanleding van dit gerucht met. Doorn in verbinding gesteld en van den chef der hofhouding telefonisch vernomen dat „Zijne keizerlijke Maje steit" geenerlei meening uit omtrent de tegenwoordige regeering in Duitsch land. „Zijne Keizerlijke Majesteit zoo ging de telefonische mededeeling voort, machtigt mij te ontkennen, dat hij eenig voornemen heeft op hei oogen blik Doom te verlaten, en te verkla ren, dat het verhaal van auto's, gela den en uitgerust om hem terug Ie brengen naar Duitschland een bedenk sel zonder grond is. OM EEN HAAS. Twee jagers kregen ruzie do eene is doodgeslagen, de an der levensgevaarlijk ziek. Dezer dagen waren eenige jongelui onder Wijier gaan jagen. Na afloop week voor den tweeden keer met een kalf er tusschen genomen. Het beest had een kluit meel in de maag, waar je van omviel. Veenhoven is nog nooit te vertrouwen geweest. Nee. Dit is nou de tweede maal, dat hij me zoo iets lapt, maar nou zal hij er plezier van hebben. Die mij neemt, pak ik weer. Mag jij hem DT is niemand, die hem mag in het dorp. Dan moet jij hier es even blijven. De kerel is gemeen, maar dom. Nou zal jij lol hebben. Hij komt hier zoo dadelijk met mij over een stier praten, dien hij van mij koo- pen wil. Is er dan wat met dien stier Nee, maar.nou ja, wacht maar af. Je zult het wel zien. Pas op, daar heb je hem! De groote stoere Veenhoven keek zoekend door het zaaltje. Hier Veenhoven, riep Boerema, hier moet je wezen. De boer kwam nader. Ik dacht alje zal er wel wezen. Dat heb je goed gedacht. Hier is een stoel. En nu onze zaak. Ik kon je zooeven niet goed te woord staan, omdat ik die twee koeien kwijt moest, maar als ik goed begre pen heb, wou je een stier koopen. Dat heb je goed. Ik wou een stier. Maar alleen een beste, zie je Natuurlijk, antwoordde Boerema. Wat doe je met slecht vee als je het goede wel be talen kan. Zoo is 't, vond Veenhoven. 't Beste be loont zichzlf. Vast wel, antwoordde Boerema met een onschuldig gezicht. En 't slechte wreekt zich. Veenhoven gluurde valsch met zijn kleine varkensoogjes, die vreemd in het steenroode gezicht stonden naar den koopman, doch de ze vertrok geen spier van zijn gelaat. Ook het keuterboertje keek heel onschuldig. Nou, Veenhoven, begon de handelaar weer, ik zal je wat zeggen. Ik heb een stier voor je, die geknipt is voor jou stal. Ik snap al lang, wat je zoekt. Jij wilt natuurlijk een beest hebben, waar je plezier aan kan heb ben nou, dat kan je met dezen, hoor Ken je de afkomst ook vroeg de boer Stamboekhouders. De vader is stier Kre- lis van de stadsboerderij. Natuurlijk moeten wij mekaar wat vertrouwen, Veenhoven. Jij mij, zooals ik jou altijd vertrouwd heb. 't Is zooals ik zeg, een best beest, afkomst bekend, uitstekend gebouwd. Meer kan ik je er niet van zeggen. Maar dit wil 'k je wel beloven over dezen stier zal gepraat worden als jij hem koopt. Kijk es, Veenhoven, ik weet, dat jij graag zekerheid hebt en daarom zal ik jou 't op papier geven. Jawel, da's wel goed, antwoordde de boer, maar de prijs Daar hebben we nog niet over gepraat, 't Gaat dunkt mij een beetje raar, niet Boerema keek hem zeer verwonderd aan en het keuterboertje volgde dat voorbeeld. Raar Hoezoo Nou, 'k weet niet. Ken jij dat beest vroeg hij zijn dorpsgenoot. Nee, antwoordde deze, maar als Boerema zegt, dat het een goeie is, dan is dat zoo, Boerema is eerlijk. Ik zal je wat zeggen, Veenhoven, begon de handelaar weer, we zullen den prijs eerst vaststellen als de stier bij jou in den stal staat. Ik ben d'r zoo van overtuigd, dat Jij die stier moet en wil hebben, dat ik het daar best op durf laten aankomen. Eerlijk gezegd ik heb er een koopje aan en daarom zul jij hem ook niet te duur van mij hebben. Jaoch jadan kan 't nooit kwaad zou ik zoo zeggen Is 't niet zoo Maar dan moeten we het even opschrijven met een paar getuigen erbij. Dat is zekerder voor ons allebei. Boerema riep een collega, vroeg om pen en papier en schreef „Ondergeteekende, Jan Veenhoven, ver BINNENLANDSCH NIEUWS. van de jachtpartij werd een stevig glas gedronken. Toen kwam er spoe dig twist over het bezit von een haas. De eene jager wond zich daarbij zoo op, dat hij den ander een slag met een geweerkolf op het hoofd gaf. Ofschoon het geval zich aanvankelijk niet ge vaarlijk liet aanzien, is de getroffene thans aan de gevolgen overleden. De dader is door het gebeurde zóó over- tuur geraakt, dat hij in het Zieken huis moest worden opgenomen. Zijn toestand is hoogst zorgwekkend. Aanslag op den burgemeester van Nederweert. Op den heer J. van Udcn, burge meester te Nederweert, tevens lid van Provinciale Staten van Limburg is een aanslag gepleegd. Door het werpen van steenen tegen zijn woning word de burgemeester naar buiten gelokt. Toen de heer Van Uden buiten kwam, werd van den Rijksweg af op hem geschoten. Hij werd door enkele hagelkorrels in de borst getroffen, terwijl hij een schamp schot aan het hoofd kreeg. Zijn toe stand is niet levensgevaarlijk. De burgemeester had nog de kracht om zijn woning weer binnen te gaan. De telefoonverbinding bleek verbro ken te zijn, waarschijnlijk doordat de leiding door een steen werd getroffen. Do politie heeft een man aangehou den. De aanleiding tot dezen aanslag is niet hekend. Groote schade door ijs op Urk. Aan de Zuidzijde van het eiland Urk is het ijs mot donderend geraas uiteen gespat, meldt „De Telegraaf". Geweldige ijsmassa's zijn over de ha- vendijken heengeschoven, alles ver nielend wat in hun weg kwam. Z.vare basaltblokken en andere steenen wer den in de haven geslingerd. Het haven hoofd is zoodanig geteisterd door het ijs, dat do palen afknapten. Do haven meester heeft maatregelen genomen, om de schepen welke aan de binnen zijde van den havendijk liggen, in vei ligheid te brengen. Een rumoerig Raadslid. De vergadering van den raad te Beverwijk moest geschorst worden. In de Dinsdag gehouden raadsverga dering der gemeente Beverwijk is de begrooting voor 1933 behandeld. Daar bij kwam het nu en dan tot heftige dis cussies. Het raadslid Eyking wond zich daarbij zoo op, dat hij begon te vloeken en te schelden. De burgemees ter schorste daarop eenigen tijd de vergadering en toen zij weer heropend werd, bleek het raadslid eenigszins gekalmeerd te zijn. In do avondvergadering kwam het klaart tegen een redelijken, later vast te stel len prijs, te koopen van Klaas Boerema, den stier „Jan," zoon van „Krelis", indien deze voldoet aan normale eischen. Veenhoven las en herlas, gluurde naar dc anderen, las nog eens weer en teekende ein delijk. Ook de getuigen zetten hun handtee- kening. De koop was gesloten. De stier gaat Woensdag mee, Veenhoven. Je mag er wel om denken, dat je een zwaren wagen en een paar flinke kerels meeneemt, want het is een kwaad beestje. Laat dat maar aan mij over, zei Veen hoven zelfbewust. De zware wagen rammelde over den straat weg naar het station. Zekerheidshalve had dc boer drie arbeiders meegenomen om mee te helpen den stier in bedwang te houden. In de wachtkamer van het stationnetje vond hij ook het keuterboertje met een paar vrienden. Kom je den stier halen, Veenhoven Ja. Ik heb maar een paar stevige kerels meegenomen. Ja, Ja, dat zal wel goed zijn, het zal een zware wezen De trein kwam binnen en na een paar for maliteiten vervuld te hebben kwam de boer met zijn helpers op het perron, waar een los gehaakte veewagen stond. De arbeiders ston den met zware kettingen gereed. De dorpsslager, die ook een koe in ontvangst had te nemen, kwam erbij staan, evenals het keuterboertje met zijn vrienden. Straks voorzichtig zijn, jongens, zei de boer. Een stier is geen schaap. Oppassen hoor! De arbeiders knikten. Kijk, zie je, vervolgde Veenhoven zelf bewust, bang behoef je niet te zijn. Ik ben erbij en met mij loopt zoo'n beest niet weg maar dat kan ik je wel zeggen, dit is een dikke, hoor Daar zal kracht voor noodig zijn. WU zullen je helpen, zei bereidwillig het keuterboertje. Hoe meer, hoe beter, vond Veenhoven. Hij zal en moet in dien wagen. Als het beest maar eerst in de kettingen zit. De mannen wachtten in spanning. Toen wees een ladingmeester den boer op een vroo- lijk huppelend kalfje. Alsjeblieft, Veenhoven. Hier is de kleine man. De boer keek hem lachend aan. Die is goed Ik kom wat anders halen, jongen. Wat anders D'r is niks anders Hier. deze is voor Veenhoven. Het kleine stierkalfje huppelde aan het touw. Veenhoven werd eerst rood, toen bleek, toen weer rood. De arbeiders zagen elkaar verbluft aan, doch toen plotseling de blikken op de zware kettingen en den veetransport- wagen vielen, barstte het gezelschap in la chen uit. De boer draaide zich woedend om en keerde naar zijn wagen terug. Een der ar beiders leidde het dansende stiertje aan een touw. Het kleine ding werd in den wagen ge zet. De kettingen waren niet noodig De boer gaf nog meer ruchtbaarheid aan het geval, dan er reeds vanzelf aan gegeven werd. Hij weigerde te betalen. En Boerema vertelde dat overal, waar hij daartoe slechts in de gelegenheid was. Veenhoven inwendig laf, bezweek tenslotte voor een advocaten brief, waarin hem werd duidelijk gemaakt, dat hij het dier betalen moest, omdat het wel degelijk het gekochte was. „Het was de stier „Jan", zoon van „Krelis" en het beest „vol deed aan normale eischen." Over den ouder dom had Boerema zich immers niet uitgela ten. Bovendien was de prijs redelijk vastge steld. Voor inkoopsprijs heeft hij den stier ge kregen, vertelde Boerema lachend. De pret, die Ik ervan gehad heb, is mijn winst. Sedert dien informeert men op de veemarkt nog dikwijls bij Veenhoven naar den gezond heidstoestand van den stier „Jan." De boer blijft het antwoord echter altijd schuldig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1