las
24e JAARGANG
VRIJDAG 3 FEBRUARI 1933.
No. io
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
„DE WAKENDE LEEUW"
BIJ S. COL TOF.
KANAALWEG
DEN HELDER.
WIER1NGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER,
WDSRDIGH.
BUREAU
Hlppolytuiboef Wielingen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTINTIIN
Van 1—5 regeu O.M.
Iedere regel meer 0.11
VOOR BETERE
PIJP - TABAK
TABAKSFABRIEK
J. R. KEUSS.
Laat 125 Alkmaar.
PARIJSCHE MODEBRIEF.
KLEUREN, DIE NIET IEDEREEN
STAAN.
Een praatje over rood en paars.
Een muziek-avondje, ten bate van een lief
dadig doel. Klein, gezellig zaaltje. Op het
podium glanzend zwarte vleugel met een
Oostersche doek, een palm, een klein tafeltje
met bloemen. Prettige stemming onder het
publiek.
Een der medewerksters van dezen avond
is een heel jong meisje, pas van het conser
vatorium. Ze is niet lang, ze is meer mollig
dan slank en ze heeft een dik, rond gezichtje
met appelwangetjes die nu, door de agitatie,
nog rooder zijn dan gewoonlijk. En daarbij is
ze gekleed in rood fluweel. Rood van een
wilde, felle nuance. „Waarom heeft ze deze
kleur gekozen vraag ik
mij af. Rood is een prach
tige kleur, rood is ln de
mode. Dat zullen wel de
voornaamste beweegrede
nen geweest zijn. Rood
kan ook een tenger blond
meisje met matte teint
zeer flatteeren maar is
volkomen ongeschikt voor
dit struische, Vlaamsche
type.
De juiste keuze der
kleuren schijnt toch voor
menige vrouw niet zoo
gemakkelijk te zijn. Hier
helpt alleen zooals we
al eens meer zeiden een
critische blik in den spie
gel, het durven constatee-
ren van eigen tekortko
mingen. Ook is het altijd
nuttig, het effect van ver
schillende stoffen na el
kaar eens te probeeren,
omdat men soms door
vergelijking tot het goede
inzicht komt. Een alge-
meene regel is heel moei
lijk te geven, daar bij de
kleurenkeuze zoo ontzettend veel factoren een
rol spelen en soms uiterlijk twee gelijke ty
pen toch niet dezelfde tinten kunnen dragen.
jg? w f
Een van de mooiste modekleuren, die we
in langen tijd gehad hebben, is het prachtige
rijke paars dat op het oogenblik in de smaak
Ook dit staat niet iedereen, hoewel hier
veel afhangt van de keuze der juiste nuance.
We zagen in den schouwburg b.v. een oude
dame met sneeuwwit haar in een violet cos-
tuum dat haar prachtig stond. En op denzelf
den avond ontmoetten we een piepjong bak-
vischje in een teer lila japonnetje dat haar
eveneens snoezig kleedde. Rossig blonde vrou
wen staat deze kleur dikwijls ook heel mooi.
Het gemakkelijkst te dragen is echter de kleur
zwart. Dat vinden tenminste de meeste Pari-
siennes en ik geloof wel
dat ze in dit opzicht op
haar juist en zeker smaak
gevoel vertrouwen kun
nen. Ze gaan van de ge
dachte uit, dat zwart
slank maakt en men van
een zwarte japon, door
een verschil in coupe, e-
vengoed een eenvoudige
huis jurk als een hyper-
elegant avondtoilet kan
maken. Verder kan men
zwart op eiken leeftijd
dragen en een vrouw dus
nooit verwijten, dat ze
zich te jong kleedt wat
met lichte kleuren wel
eens het geval is. Staat
zwart bij uitzondering
eens niet goed in het
gezicht zoo is dit .met een
kleinigheidje te verhel
pen, door een kraag, een
ruche, een pelerine van
andere tint. Eigenaardig
is het, dat men zelfs heel
veel sportcostuums ziet
van zwarte stof, leuke
schaatsen- en skipakjes
van zwarte wol, met een
felgekleurde jumper of
shawl. Of met wijde man
chetten, mutsje en sokjes van kleurige streep
wol.
Ondertusschen blijft de smaak voor japon
nen uit twee of drie verschillende kleuren
onverminderd voortbestaan. Hoewel we reeds
de stoutste fantasieën zien, schijnen de mo
gelijkheden op dit gebied toch nog niet ge
heel uitgeput. Eiken keer verschijnt er iets
nieuws. De tweede kleur wordt soms slechts
aangegeven door een kleinigheid, een sterk
gekleurde „veter" waarmee, volgens de nieuw
I ste mode, het japonlijfje is dichtgeregen, een
strik hier of daar, een ingezet stuk in de
mouwen welke naaister zal zich op het oo
genblik ooit over te weinig stof beklagen, nu
er zoo vele hulpmiddelen zijn
Zullen we na deze veelkleurige periode weer
verlangen naar het stemmige ensemble
één tint, waarin zelfs het taschje, handschoe
nen, kousen en schoentjes opgenomen zijn
Misschien wel. Want volgens het bekende
Fransche spreekwoord „souvent femme varie'
hebben we nog al eens afwisseling noodig.
WILHELMINA.
DE STIER „JAN."
Over de veemarkt ging een zee van gelui
den, een klankmassa, waarin menschelijke
stemmen samensmolten met het geloei der
koeien, het geblaat der schapen en het ge
knor of krijschend geschreeuw der varkens.
Het was een chaos, waarvan de dreunende
klankgolven doordrongen tot in de huizen om
de markt, waarin den geheelen dag de rust
zoek was.
In het café, dat den grootschen titel droeg
„Het Gouden Hoofd" zaten boeren en koop
lieden bijeen. Zij bereidden er nieuwe trans
acties voor of rekenden er af na den gesloten
koop. Daar was de weerspiegeling der bedrij
vigheid van de markt, daar klonken de nijdi
ge handslagen tusschen het loven en bieden
daar schreeuwde men, elkaar helpend, spot
tende opmerkingen over menschen en dieren,
daar werd de koop bezegeld met een „trakta
tie er over heen."
Een veemarkt is een strijdplaats bij uitne
mendheid in de menschenmaatschappij. Er
wordt gevochten tot het uiterste voor vergroo
ting van de winst, brutaler en meer opwin
dend dan waar ook worstelt hier de koopman
zijn strijd om het bestaan, vecht hij tegen
verlies bij dalende markt, wordt de zwakke
de dupe van den sterke. Het is een brute
strijd, die weinig ontziet en die speciale krach
ten vereischt om hem met succes te kunnen
doorstaan.
Aan een der kleine tafeltjes zat de hande
laar Boerema in druk gesprek met een keu
terboertje, dat hem zoo juist een kalf had
verkocht.
Het is een zoetemelksch kalf, Boerema
een bovenstebeste. Je hebt er geen dure aan.
Dat mot blijken, maar 'k vertrouw jou
in ieder geval beter dan de rijke Veenhoven
daar bij jullie weg. Die heeft me de vorige
HITLER.
De nieuwe groote man in Duitschland is
Adolf Hitier. Iedereen weet, dat Adolf Hitier
in zijn jeugd als Oostenrijker is geboren en
huisschildersknecht is geweest. Op grond van
deze gegevens zijn de tallooze carricaturen
tot stand gekomen, die men sedert jaar en
dag van hem heeft gezien. Hardnekkig werd
verzwegen, dat deze Hitier uit een eerzame,
hard werkende burgerlijke familie afkomstig
was en dat de gaven van Adolf zelf hem, als
de wereld normaal was gebleven, op het oo
genblik kunstschilder dan wel architect had
den laten worden. Maar Hitler's vader stierf
jong, te Braunau, voor den oorlog en twee
jaar later overleed zijn moeder, een Sudeten
Duitsche. Adolf moest in zijn eigen onder
houd voorzien, pakte alle werk aan, dat hij
kon krijgen, was geruimen tijd verversknecht
en werd toen opgeslokt door den wereldoor
log. Als vrijwilliger teekende hij bij de Beler-
sche infanterie, verwierf het IJzeren Kruis
eerste klasse de eenige onderscheiding,
welke hij nog steeds draagt werd later het
slachtoffer van een Franschen gasaanval,
kwam in het Pasewalkhospitaal te Berlijn te
recht en zag op zijn ziekenhuisbed, dat zijn
gedachten zich van oorspronkelijke idealen
afwendden en nieuwe idealen hem geheel in
haar macht kregen.
Tot die nieuwe idealen behoorde dat hij
zijn tweede vaderland, Duitschland, van een
politieken en economischen ondergang moest
helpen redden en dat hij zulks het best zou
kunnen bereiken door middel van de gedemo
biliseerde en de toekomstlooze jeugd. Hij werd
het zevende lid van een nieuwe partij en ont
wikkelde zich al gauw tot haar propagandist.,
sprak hij eerst voor een handjevol menschen,
al spoedig werd het een zaaltje vol en in de
laatste jaren telde men zijn toehoordersscha
len bij tienduizenden. Onlangs nog bedroeg
zijn auditorium 80.000 man.
Pas sinds een jaar is Hitier Dultscher. De
Brunswijksche regeering heeft het hem ge
maakt. Bijna achttien jaren lang is hij zon
der nationaliteit geweest, daar de Oostenrij
kers hem, .toen hij in den oorlog weigerde
voor Oostenrijk dienstplicht te vervullen, als
deserteur afgeschreven.
Van iemand, die in den beginne alleen
maar heil zag in een gewelddadige omwen
teling der bestaande machtsvormen getui
ge zijn Putsch poging te München met gene
raal Von Ludendorff vijf jaren na het slui
ten van den wapenstilstand werd hij lang
zamerhand een volkstribuun, die inzag dat
eens hem de voornaamste regeeringsmacht
ten deel zou vallen als hij de massa's maar
achter zich wist. Hij heeft inderdaad die
massa's bij elkaar getrommeld, hetgeen hem
den bijnaam van „Der Trommler" bezorgde.
Aan opbouwende critiek waren zijn redevoe
ringen arm. In het afbreken was hij een
meester.
Verder sprak hij eenvoudig, militairement
en verviel, echter op handige wijze, tot herha
lingen, die zijn toehoorders zonder dat dezen
het zich bewust werden, er toe brachten vijf
of zesmaal per redevoering een en dezelfde
gedachte luide toe te juichen. Zijn grootste
teleurstelling behaalde hij verleden jaar,
toen de grijze veldmaarschalk Von Hinden
burg hem bij den stembusstrijd om het Rijks
presidentschap met stukken sloeg en de groot
ste verbittering ondervond hij, toen Hinden
burg weigerde den leider der nationaal-soci-
alisten als een tweeden Mussolini Berlijn te
laten binnenrukken en grooten schoonmaak
te houden onder de zittende bewindmannen.
Zijn heftigsten tegenstander, Von Papen,
ging Duitschland besturen als was er geen
kou aan de lucht en als bestond er geen na-
tionaal-socialisme met millioenen aanhan
gers en velen dachten, dat Hitier zijn roem
had overleefd.
Toen de beruchte November-verkiezingen
bovendien nog een teruggang van 230 op 196
Hitlerianen in den Rijksdag opleverden, gaf
men den Trommler geen kans meer. De on
mogelijkheid echter het Duitsche volk nor
maal te regeeren zonder den Rijksdag te ne-
geeren, heeft den grijzen Rijkspresident er
DAMES en HEEREN koopt uw
eindelijk toe gebracht om, toen Von Papen
hem wist voor te tooveren dat het zeer wel
mogelijk zou zijn alle rechts staande krach
ten en machten te vereenigen tot een natio
nale concentratie met Hitier als spil, den
voormaligen verversknecht het Rijkskanse-
llerschap aan te bieden.
En zoo is deze Oostenrijker, die de weder
opstanding van Duitschland in alle toonaar
den heeft verkondigd, de twee-en-twlntigste
bezetter geworden van een plaats, v/aar eens
Bismarck en later figuren als Von Bulow en
Von Bethmann, Hollweg hebben gezeteld. Hij
is de eerste autodidact, de eerste vreemdeling
op diplomatiek en politiek terrein, die daar
plaats neemt. Hij is een gewone volkstribuun,
gedragen door de aanhankelijkheid van mil
lioenen volgelingen en door de keihardheid
van zijn halsstarrige overtuiging. Van een
verwezenlijking der Hitleriaansche idealen
zal hij moeten afzien, want hij zit in de Wil-
helmstrasse aan het hoofd van een kabinet,
waarin de Duitsch-Nationalen door middel
van Hugenbergem de Pruisische jonkers door
middel van Von Papen minstens even hard
aan de touwtjes trekken als hijzelf. Komt het
op stemmen aan, ook dan vormen de Hitleri
anen gezamenlijk geen meerderheid in het
kabinet. Bovendien moet er rekening mee
worden gehouden met de wenschen en ver
langens van het Centrum, zonder hetwelk
Hitier niets belangrijks in den Rijksdag kan
te berde brengen. Van zijn oorspronkelijke
leuze wij willen de macht en niets anders
dan de algeheele machtis dus overgebleven
Wij zullen netjes regeeren volgens de grootst
gemeenen deeler van het kiezerskorps.
Opgelet Griep
Ongetwijfeld zult U bij de eerste verschijn
selen van griep Uw toevlucht nemen tot
ASPIRIN-TABLETTEN.
Men zij echter op zijn hoede, dat ASPIRIN
afgeleverd wordt, indien men zulks verlangt,
aangezien dikwijls minderwaardige namaak
verstrekt wordt.
Let dus in Uw eigen belang steeds op het
Bayer-kruis, dat op elketablet gestempeld is.
Alleen dan heeft men de zekerheid, geen oud.
veregen, of product van twijfelachtige her
komst te ontvangen.
ASPIRIN is uitsluitend verkrijgbaar in
öranjeband-buisjes van 20 tabletten a 70 cent
en oranje-zakjes van 2 tabletten a 10 cent.
Gei lichten over den ex-keizer.
Tegenspraak uit Doorn.
Er hebben geruchten geloopcn, dat
de ex-keizer vornemens zou zijn naar
Duitschland terug te keeren nu Ilitler
rijkskanselier is geworden er zoiv
den al eenige nieuwe auto's voor ge
reed gehouden zijn en dat hij zijn
voldoening zou te kennen hebben ge-
gegven over Tlitlers benoejning.
De „Evening Standaard" heeft zich
naar aanleding van dit gerucht met.
Doorn in verbinding gesteld en van
den chef der hofhouding telefonisch
vernomen dat „Zijne keizerlijke Maje
steit" geenerlei meening uit omtrent
de tegenwoordige regeering in Duitsch
land. „Zijne Keizerlijke Majesteit
zoo ging de telefonische mededeeling
voort, machtigt mij te ontkennen, dat
hij eenig voornemen heeft op hei oogen
blik Doom te verlaten, en te verkla
ren, dat het verhaal van auto's, gela
den en uitgerust om hem terug Ie
brengen naar Duitschland een bedenk
sel zonder grond is.
OM EEN HAAS.
Twee jagers kregen ruzie do
eene is doodgeslagen, de an
der levensgevaarlijk ziek.
Dezer dagen waren eenige jongelui
onder Wijier gaan jagen. Na afloop
week voor den tweeden keer met een kalf er
tusschen genomen. Het beest had een kluit
meel in de maag, waar je van omviel.
Veenhoven is nog nooit te vertrouwen
geweest.
Nee. Dit is nou de tweede maal, dat hij
me zoo iets lapt, maar nou zal hij er plezier
van hebben. Die mij neemt, pak ik weer.
Mag jij hem
DT is niemand, die hem mag in het
dorp.
Dan moet jij hier es even blijven. De
kerel is gemeen, maar dom. Nou zal jij lol
hebben. Hij komt hier zoo dadelijk met mij
over een stier praten, dien hij van mij koo-
pen wil.
Is er dan wat met dien stier
Nee, maar.nou ja, wacht maar af.
Je zult het wel zien. Pas op, daar heb je hem!
De groote stoere Veenhoven keek zoekend
door het zaaltje.
Hier Veenhoven, riep Boerema, hier moet
je wezen.
De boer kwam nader.
Ik dacht alje zal er wel wezen.
Dat heb je goed gedacht. Hier is een
stoel. En nu onze zaak. Ik kon je zooeven
niet goed te woord staan, omdat ik die twee
koeien kwijt moest, maar als ik goed begre
pen heb, wou je een stier koopen.
Dat heb je goed. Ik wou een stier. Maar
alleen een beste, zie je
Natuurlijk, antwoordde Boerema. Wat
doe je met slecht vee als je het goede wel be
talen kan.
Zoo is 't, vond Veenhoven. 't Beste be
loont zichzlf.
Vast wel, antwoordde Boerema met een
onschuldig gezicht. En 't slechte wreekt zich.
Veenhoven gluurde valsch met zijn kleine
varkensoogjes, die vreemd in het steenroode
gezicht stonden naar den koopman, doch de
ze vertrok geen spier van zijn gelaat. Ook het
keuterboertje keek heel onschuldig.
Nou, Veenhoven, begon de handelaar
weer, ik zal je wat zeggen. Ik heb een stier
voor je, die geknipt is voor jou stal. Ik snap
al lang, wat je zoekt. Jij wilt natuurlijk een
beest hebben, waar je plezier aan kan heb
ben nou, dat kan je met dezen, hoor
Ken je de afkomst ook vroeg de boer
Stamboekhouders. De vader is stier Kre-
lis van de stadsboerderij. Natuurlijk moeten
wij mekaar wat vertrouwen, Veenhoven. Jij
mij, zooals ik jou altijd vertrouwd heb. 't Is
zooals ik zeg, een best beest, afkomst bekend,
uitstekend gebouwd. Meer kan ik je er niet
van zeggen. Maar dit wil 'k je wel beloven
over dezen stier zal gepraat worden als jij
hem koopt. Kijk es, Veenhoven, ik weet, dat
jij graag zekerheid hebt en daarom zal ik jou
't op papier geven.
Jawel, da's wel goed, antwoordde de boer,
maar de prijs Daar hebben we nog niet
over gepraat, 't Gaat dunkt mij een beetje
raar, niet
Boerema keek hem zeer verwonderd aan
en het keuterboertje volgde dat voorbeeld.
Raar Hoezoo
Nou, 'k weet niet. Ken jij dat beest
vroeg hij zijn dorpsgenoot.
Nee, antwoordde deze, maar als Boerema
zegt, dat het een goeie is, dan is dat zoo,
Boerema is eerlijk.
Ik zal je wat zeggen, Veenhoven, begon
de handelaar weer, we zullen den prijs eerst
vaststellen als de stier bij jou in den stal
staat. Ik ben d'r zoo van overtuigd, dat Jij
die stier moet en wil hebben, dat ik het daar
best op durf laten aankomen. Eerlijk gezegd
ik heb er een koopje aan en daarom zul jij
hem ook niet te duur van mij hebben.
Jaoch jadan kan 't nooit kwaad
zou ik zoo zeggen
Is 't niet zoo Maar dan moeten we
het even opschrijven met een paar getuigen
erbij. Dat is zekerder voor ons allebei.
Boerema riep een collega, vroeg om pen en
papier en schreef
„Ondergeteekende, Jan Veenhoven, ver
BINNENLANDSCH NIEUWS.
van de jachtpartij werd een stevig
glas gedronken. Toen kwam er spoe
dig twist over het bezit von een haas.
De eene jager wond zich daarbij zoo
op, dat hij den ander een slag met een
geweerkolf op het hoofd gaf. Ofschoon
het geval zich aanvankelijk niet ge
vaarlijk liet aanzien, is de getroffene
thans aan de gevolgen overleden. De
dader is door het gebeurde zóó over-
tuur geraakt, dat hij in het Zieken
huis moest worden opgenomen. Zijn
toestand is hoogst zorgwekkend.
Aanslag op den burgemeester van
Nederweert.
Op den heer J. van Udcn, burge
meester te Nederweert, tevens lid
van Provinciale Staten van Limburg
is een aanslag gepleegd.
Door het werpen van steenen tegen
zijn woning word de burgemeester
naar buiten gelokt. Toen de heer Van
Uden buiten kwam, werd van den
Rijksweg af op hem geschoten. Hij
werd door enkele hagelkorrels in de
borst getroffen, terwijl hij een schamp
schot aan het hoofd kreeg. Zijn toe
stand is niet levensgevaarlijk.
De burgemeester had nog de kracht
om zijn woning weer binnen te gaan.
De telefoonverbinding bleek verbro
ken te zijn, waarschijnlijk doordat de
leiding door een steen werd getroffen.
Do politie heeft een man aangehou
den. De aanleiding tot dezen aanslag
is niet hekend.
Groote schade door ijs op Urk.
Aan de Zuidzijde van het eiland
Urk is het ijs mot donderend geraas
uiteen gespat, meldt „De Telegraaf".
Geweldige ijsmassa's zijn over de ha-
vendijken heengeschoven, alles ver
nielend wat in hun weg kwam. Z.vare
basaltblokken en andere steenen wer
den in de haven geslingerd. Het haven
hoofd is zoodanig geteisterd door het
ijs, dat do palen afknapten. Do haven
meester heeft maatregelen genomen,
om de schepen welke aan de binnen
zijde van den havendijk liggen, in vei
ligheid te brengen.
Een rumoerig Raadslid.
De vergadering van den raad
te Beverwijk moest geschorst
worden.
In de Dinsdag gehouden raadsverga
dering der gemeente Beverwijk is de
begrooting voor 1933 behandeld. Daar
bij kwam het nu en dan tot heftige dis
cussies. Het raadslid Eyking wond
zich daarbij zoo op, dat hij begon te
vloeken en te schelden. De burgemees
ter schorste daarop eenigen tijd de
vergadering en toen zij weer heropend
werd, bleek het raadslid eenigszins
gekalmeerd te zijn.
In do avondvergadering kwam het
klaart tegen een redelijken, later vast te stel
len prijs, te koopen van Klaas Boerema, den
stier „Jan," zoon van „Krelis", indien deze
voldoet aan normale eischen.
Veenhoven las en herlas, gluurde naar dc
anderen, las nog eens weer en teekende ein
delijk. Ook de getuigen zetten hun handtee-
kening. De koop was gesloten.
De stier gaat Woensdag mee, Veenhoven.
Je mag er wel om denken, dat je een zwaren
wagen en een paar flinke kerels meeneemt,
want het is een kwaad beestje.
Laat dat maar aan mij over, zei Veen
hoven zelfbewust.
De zware wagen rammelde over den straat
weg naar het station. Zekerheidshalve had dc
boer drie arbeiders meegenomen om mee te
helpen den stier in bedwang te houden.
In de wachtkamer van het stationnetje
vond hij ook het keuterboertje met een paar
vrienden.
Kom je den stier halen, Veenhoven
Ja. Ik heb maar een paar stevige kerels
meegenomen.
Ja, Ja, dat zal wel goed zijn, het zal een
zware wezen
De trein kwam binnen en na een paar for
maliteiten vervuld te hebben kwam de boer
met zijn helpers op het perron, waar een los
gehaakte veewagen stond. De arbeiders ston
den met zware kettingen gereed.
De dorpsslager, die ook een koe in ontvangst
had te nemen, kwam erbij staan, evenals het
keuterboertje met zijn vrienden.
Straks voorzichtig zijn, jongens, zei de
boer. Een stier is geen schaap. Oppassen hoor!
De arbeiders knikten.
Kijk, zie je, vervolgde Veenhoven zelf
bewust, bang behoef je niet te zijn. Ik ben
erbij en met mij loopt zoo'n beest niet weg
maar dat kan ik je wel zeggen, dit is een
dikke, hoor Daar zal kracht voor noodig zijn.
WU zullen je helpen, zei bereidwillig het
keuterboertje.
Hoe meer, hoe beter, vond Veenhoven.
Hij zal en moet in dien wagen. Als het beest
maar eerst in de kettingen zit.
De mannen wachtten in spanning. Toen
wees een ladingmeester den boer op een vroo-
lijk huppelend kalfje.
Alsjeblieft, Veenhoven. Hier is de kleine
man.
De boer keek hem lachend aan.
Die is goed Ik kom wat anders halen,
jongen.
Wat anders D'r is niks anders Hier.
deze is voor Veenhoven.
Het kleine stierkalfje huppelde aan het
touw. Veenhoven werd eerst rood, toen bleek,
toen weer rood. De arbeiders zagen elkaar
verbluft aan, doch toen plotseling de blikken
op de zware kettingen en den veetransport-
wagen vielen, barstte het gezelschap in la
chen uit. De boer draaide zich woedend om
en keerde naar zijn wagen terug. Een der ar
beiders leidde het dansende stiertje aan een
touw. Het kleine ding werd in den wagen ge
zet. De kettingen waren niet noodig
De boer gaf nog meer ruchtbaarheid aan
het geval, dan er reeds vanzelf aan gegeven
werd. Hij weigerde te betalen. En Boerema
vertelde dat overal, waar hij daartoe slechts
in de gelegenheid was. Veenhoven inwendig
laf, bezweek tenslotte voor een advocaten
brief, waarin hem werd duidelijk gemaakt,
dat hij het dier betalen moest, omdat het wel
degelijk het gekochte was. „Het was de stier
„Jan", zoon van „Krelis" en het beest „vol
deed aan normale eischen." Over den ouder
dom had Boerema zich immers niet uitgela
ten. Bovendien was de prijs redelijk vastge
steld.
Voor inkoopsprijs heeft hij den stier ge
kregen, vertelde Boerema lachend. De pret,
die Ik ervan gehad heb, is mijn winst.
Sedert dien informeert men op de veemarkt
nog dikwijls bij Veenhoven naar den gezond
heidstoestand van den stier „Jan." De boer
blijft het antwoord echter altijd schuldig.