Falcon- en
Lodc
tn Jas
24e JAARGANG
DINSDAG 21 FEBRUARI 1933.
No. 15
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
IS DE MARINE BETROUWBAAR?
PLICHT IS GELUK
BIJ S. COL TOF.
KANAALWEG
DEN HELDER.
WIERINGER COURANT
ELKEN
VERSCHIJNT
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
DE MOTIEVEN DER
KAMERONTBINDING.
Regeeringsrapport aan H.M.
de Koningin.
De „Staatscourant" van Vrijdag
dagavond bevat het rapport inzake de
ontbinding van de Tweede Kamer, dat
de voorzitter van den Ministerraad,
jhr. Ch. J. M. Ruys de Beerenhrouck,
aan H.M. de Koningin heeft uitge
bracht.
Het schrijven luidt als volgt
Aan
Hare Majesteit de Koningin.
In aansluiting aan het onderhoud,
dat ik met Uwe Majesteit mocht heb
ben, veroorloof ik mij eerbiedig het
navolgende onder de aandacht van
Uwe Majesteit te brengen.
In de vergadering der Tweede Ka
mer van 9 Febr. j.1. heeft de Minister
van Justitie de mededeeling gedaan,
dat van het Kabinet niet is te ver
wachten, dat het in het gebrek aan
medewerking, dat zich in de terzijde
stelling van de wetsontwerpen be
treffende de rechterlijke macht al
dan niet bij wijze van motie - zou be-
toonen, kan berusten.
Daarna heeft de Tweede Kamer op
dienzelfden dag een motie van orde
aangenomen van den volgenden in
houd
„De Kamer,
van oordeel, dat bezuiniging op de
kosten der rechtspleging en rechter
lijke organisatie noodzakelijk en mo
gelijk is,
dat echter opheffing van 4 Recht
banken en van een zoo groot aantal
kantongerechten ongewenscht is,
schorst de beraadslaging over de
onderhavige wetsontwerpen".
Hierdoor is een conflict ontstaan
tusschen het Kabinet en de Tweede
Kamer.
In dezen tijd van ongeëvenaard
groöte moeilijkheden van economi-
schen en anderen aard acht liet Kabi
net zich niet verantwoord, Uwer Ma
jesteit zijne portefeuilles ter beschik
king te stellen. De eenige uitweg is
ontbinding van de Tweede Kamer,
waardoor het terrein geëffend kon
worden voor de vervroegde vorming
van een parlementair Kabinet, dat in
ons huidig tijdsgewricht zeker niet
minder dan onder normale omstan
digheden als het meest in overeen
stemming met ons Staatsbestel moet
worden geacht.
De buitengewone tijdsomstandighe
den leiden er mede toe, dat de Ka
mer behoort te worden ontbonden op
zoodanig tijdstip, dat de nieuw geko
zen Kamer onmiddellijk in hare
plaats kan treden. Op dezen zelfden
grond behoort ook de zitting van de
Staten-Generaal te worden gesloten op
een tijdstip, aan die ontbinding onmid
dellijk voorafgaande. Het is toch wen
schelijk, dat ieder oogenblik het Kabi
net met het oog op maatregelen, waar
van de totstandkoming geen uitstel
gedoogt, een beroep op de medewer
king van de Voksvertegenwoordiging
kan doen.
BUREAU
ADVERTBNTIIN:
UITGEVER
EUppolytiuhoei WIerinfen.
Van 1—5 regels
t 0.5A
CORN. J. BOSKER,
WIERINGER.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f O.U
Op grond van het bovenstaande ver-'gevulde kaken, verschillende oud-on
oorlooft de Raad van Ministers zich
eerbiedig ingevolge de machtiging, op
14 Februari j.1. door uwe Majesteit
mondeling aan zijn Voorzitter ver
leend, hierbij ter bekrachtiging aan
te bieden een ontwerpbesluit, strekkeu
de tot sluiting van de zitting van de
Staten-Generaal op 0 Mei e.k., alsmede
tot ontbinding van de Tweede Kamer
met 8 Mei e.k., onder vaststelling van
den 15den Maart voor de candidaat-
stelling van de verkiezing van de leden
der Tweede Kamer en bepaling van
den 9den Mei als den dag van eerste
samenkomst van de Eerste Kamer en
de nieuw verkozen Tweede Kamer.
's Gravenhage, 15 Februari 1933.
De Minister van Staat,
Minister van Binnenl. Zaken,
Voorzitter van den Raad van Ministers
Ruys de Beerenhrouck.
De heer P. Beversluis, oud-voorzit
ter van den Bond van Marine-onder
officieren, behandelt in „De Telegraaf"
de vraag „Is de Nederlandschc ma
rine, onder de tegenwoordige om
standigheden, 'n betrouwbaar machts
instituut in handen van de wettige
overheid In haar algemeenheid
kan de heer Beversluis deze vraag
niet bevestigend beantwoorden en hij
gelooft, dat niemand dat kan doen.
Door het onmiskenbaar groot aan
tal overtuigde of willooze volgelingen
van de S.D.A.P. die het personeel on
zer marine, zoowel onder de onderof
ficieren als onder de korporaals en
en ongegradueerden telt, is, gezien
het halfslachtige standpunt dat die
partij inneemt, deze onvolkomen be
trouwbaarheid reeds verklaard. On
der deze niet onbelangrijke groep
heerscht een geest van deloyaliteit
die door het individu niet. openlijk
wordt getoond, doch daardoor dubbel
gevaarlijk onder een schijnbaar legale
oppervlakte voortwoekert. Waardin
individueel niet openlijk voor deze
sympathie met de linksclie Staatkun
dige partij wordt uitgekomen
Ten eerste uit vrees, dat een derge
lijke openhartigheid hun zou kunnen
schaden in een welbeschermd huidig
en toekomstig materieel bestaan,
maar ten tweede omdat men het toch
eigenlijk zelf ook wel wat „vreemd"
vindt als vrijwillig dienend militiair
te gaan vechten en demonstreeren te
gen eigen brood bestaan.
Dat tot voor kort, toon zulks voor
de militairen verboden was, vrijwillig
dienende militairen (ook onderofficie
ren) dapper meestappen in lMei- en
analoge betoogingen, het werd als
iets „geks" maar als een blijkbaar toe
laatbaar verschijnsel van den vreem
den tegenwoordigen tijd, door de Hel-
dersche bewoners (zij het meermalen
onder hoorbaar protest) aanvaard.
Dat men in diezelfde betoogingen,
waarin natuurlijk ook doeken mei de
bekende opschriften van „geen cent
voor de bewapening etc. etc., worden
medegevoerd, ook met den gloed van
den politieken hartstocht op hun wel-
FEUILLETON.
Naar het Engelsch.
No. 5.
„Neen, maar dat werk hoef jij niet te doen.
Toch zou je je vergissen, als je meende, dat
niet voor ieder soort werk eenige handigheid
of bekwaamheid werd vereischt."
„Nu, ik zal dan maar beginnen met vruch
ten te plukken," zei Evelyn en keek om naar
een mandje, zooals er wel een stuk of zes on
der haar aanrecht stonden.
Binnen het kwartier keerde zij terug, warm
en moe en vrijwel uit haar humeur.
Mary droeg de vruchten naar den kelder,
terwijl Evelyn op de bank neerviel, om uit te
rusten.
„Ik ben klaar," zei Brian en gaf Mary zijn
lei, zoodra zij weer in de keuken kwam.
„Ik het eerstriep Charlie, terwijl hij
zijn lei op die van zijn broertje legde.
„He, nog één minuutriep Rosamond en
schreef, met een kleur van inspanning, de
laatste cijfers van haar som op.
„Doe nu nog wat mondeling rekenen met
ons, Mary zei Charlie, „want we willen
niet achter zijn bij de anderen, als wij op
school komen."
„Neen, natuurlijk nietviel Brian in. „Na
Paschen ga ik naar de St. Pietersschool, maar
jij niet, hoor Jij blijft lekker thuis, net als
een meisje," plaagde de „groote" broer.
„Ik ben bang, dat jij geen goed figuur zult
slaan op school, Brian," zei Mary. „Van je
sommen deugt niet veel.. Je hebt zeker naar
ons zitten luisteren. En, C harlie, jouw cijfers
vallen allemaal om. Zet maar eens gauw een
rij betere en verander die drie fouten. Rosa
mond heeft haar sommen goed en zij heeft
er nog een meer af, dan jullie. Daar heb jij
derofficieren ontwaart, waaronder
gepensionneerde adjudant-onderoffi
cieren, die vanaf hun 45ste jaar tot
na hun dood een marine-pensioen van
f 2500 tot f 2700 per jaar meetorsen,
terwijl aan hun dan eventueel achter
blijvende]! weduwen nog een pensioen
van circa f 1400 per jaar eveneens tot
overlijden is verzekerd, 't Kost moeite
er aan te wennen, maar in Den Hel
der is alles mogelijk.
Het marine-personeel is misleid,
zegt de schrijver, dc bom moest komen
maar hij is op verkeerde hoofden neer
gekomen.
Niet op „De Zeven Provinciën" maar
in Den Helder, in comfortabele kanto
ren rondom fabelachtig materieel be
schermde materieele posities, zou het
projectiel de bewuste grond bedrijvers
van alle rampen hebben getroffen
De publieke meening stelle niet het
gezag, dat zich om duizend en één re
denen moest handhaven, aansprake
lijk voor de vreeselijke ontknooping,
maar de burgerbestuurders en ambte
naren, de burger-redacteur van het
marine-weekblad en een kleine groep
van partijplicht boven al het andere
stellende militaire bondsbestuurders.
Zij dragen de schuld van de aangrij
penden rouw en het leed dat thans
over zoovelpn is gebracht, dragen de
vreeselijke verantwoording voor het
feit dat in deze tijdsomstandigheden
een goed bestaan en een bezorgde toe
komst van honderden van marine-men
schen en hun nabestaanden vermoe
delijk voor eeuwig is vernield Zullen
deze moreele bedrijvers vrij-uit gaan
Of zal er nu eindelijk, na zoo'n tra
gisch zoenoffer, een marinebestuur op
staan dat met een stalen stalbezem
aan dat misdadige politieke gekonkel
een zoo goed mogelijk einde maakt
Geen chauvinisme maar een doodge
woon verklaarbaar, rechtmatig waar-
deeringsgevoel voor de marine die mij
32 jaren met al haar ups en downs
onder haar bevolking telde, die thans
het bestaan van mij en duizenden an
deren nog steeds verzorgt, benevens
simpele liefde voor het landje dip, ons
in diepste wezen, toch allen dierbaar
is, doet ons hartgrondig naar dat on
afwijsbare reinigingsproces verlangen
Voor een zeer klein deel der marine
officieren is, naar do meening van
den heer Beversluis, alle hoop op ge-
heelen of gedeeltelijken terugkeer van
de dwalingen huns weegs te eenen.ma-
le uitgesloten. De marine zal goed
doen, uit een oogpunt van gezond ei
genbelang en van nationale veilig
heid, zich zoo spoedig mogelijk van
deze kleine groep van „positief onbe-
trouwbaren" te ontdoen zonder hen
evenwel op eenlgerlei wijze tot' marte
laar van de door hen als heilig ge
voelde politieke zaak te maken.
Ook voor de korporaals en man
schappen met dc bij de marine alge
meene bekende antecedenten welke
wijzen op absolute deloyale gevoelens
jegens de huidige maatschappij en de
wettige Regeering, zullen de deuren
op onpijnlijke, maar eiken twijfel uit-
DAMES en HEEREN koopt uw
sluitende
gezet.
wijze moeten worden open
een stuk gebrande suiker, Roos
Het kind brak het stuk in drieën en geza
menlijk gingen ze toen spelen.
,Je hebt ze nog al aardig leeren rekenen,
Mary," vond Evelyn. „Maar je bent niet heel
streng."
,Toch streng genoeg, als het noodig is.
Maar over het geheel doen ze hun best en
werken graag dus wat wil je meer
„Ik zal ze eens nemen tot de Paaschvacan-
tie," zei Evelyn, overtuigd, dat de kinderen
dan veel harder zouden voortkomen. „En wat
doet Grace
„Die is, geloof ik, aan het piano-studeeren,
of ze heeft Fransch, of Duitsch bij Moeder."
's Avonds na de thee stond Evelyn er op,
om af te wasschen. Mary verzette zich daar
wel tegen, maar moeder gaf haar een wenk.
Grace bood aan, haar te helpen, maar Evelyn
betuigde met nadruk, dat zij liever alleen
haar gang ging.
Stogdale stelde voor, een emmer water
voor haar te halen, maar ook dit sloeg zij af.
Een kwartier later werd er zoo'n doordrin
gende gil uit de keuken gehoord, dat het hee-
le huisgezin om het hardst kwam toeloopen.
De gazen deur, die diende, om vliegen,
muskieten en andere insecten te weren, was
in brand geraakt, doordat Evelyn er te dicht
de kaars bij had gehouden, waarmee zij in
de schuur had willen kijken in het watervat.
De brand was dadelijk gebluscht en ander
maal verzocht Evelyn iedereen, de keuken te
verlaten.
Toen Mary een half uur later zich bij de
anderen had gevoegd, ging ze toch nog eens
even door de veranda door het keukenvenster
naar binnen kijken. Evelyn had niet meer
dan de helft van de vaten gewasschen. Ze
sprong als een ongelukkige in het rond, met
een wolk muskieten om zich heen, die bin
nengedrongen waren, toen de keukendeur
openstond zonder beschutting van de gazen
deur, die immers voor een deel vernield was.
„O, Mary riep ze, toen haar zuster bin
nentrad. „Wat is het toch verschrikkelijk,
lijk maken."
„Beste Evelyn, we hebben je nu eens alleen
je gang laten gaan, zooals je dit immers ver
langde. Maar je zit nu wel, dat dit werk niet
geschikt is voor je. Je kunt immers nog zoo
veel anders vinden, zonder dat je in de keu
ken komt."
„Maar Evelyn was niet te overtuigen. De
eerste tien dagen, die zij op Irya doorbracht,
waren één aaneenschakeling van ongerief
lijkheden voor heel het gezin en vernederin
gen voor haarzelve.
Onervaren als zij was in de kunst van les
geven, maakte zij al gauw, dat de kinderen
een hekel kregen aan hun lessen, in plaats
dat zij ze prettig vonden de jongens morden
over haar overgroote strengheid, Rosamond
bracht de helft van den tijd in tranen door.
Toen Mary, naar aanleiding daarvan, eens
ernstig met haar sprak, beweerde zij, hoe het
onvermijdelijk was, dat de kinderen het land
zouden krijgen aan hun werk, naarmate dit
moeilijker werd maar dat zij haar taak van
onderwijzeres wel wilde opgeven, als Mary
zich niet met haar leerwijze vereenigen kon.
Mrs. Gilbert had naar Melbourne moeten
terugkeeren, omdat haar huisbewaarster ziek
was geworden, anders zou zij Evelyn's al te
groote energie wel hebben weten te remmen.
Nu wilde het jonge meisje bij voorbeeld ook
het eten koken en tracteerde het gezin op
vleesch, wild of vlsch, die beurtelings te hard
gebakken of in het geheel niet gaar was.
„Ik wil door eigen ervaring leeren." heette
het altijd.
Maar zij verloor hierbij uit het oog, dat
het ook zeer onaangename lessen waren voor
de anderen. Die droegen deze proeven met
de grootste lijdzaamheid, want ze waardeer
den in leder geval Evelyns streven om ook
een werkzaam aandeel te nemen in de huis
lij ke bezigheden.
Na verloop van een maand was Evelyn e:
met recht aan gaan twijfelen, of zij zich ooit
wel zou weten aan te passen aan het leven
op Iriya, zoodat ze al haast van plan was,
EEN SCHERP VONNIS.
Professor J. Goudriaan Jr. over de
muiterij op „De Zeven Provinciën."
In het jongste nummer van de „Groene
Amsterdammer" velt professor J. Goudriaan
Jr., lid van de S.D.A.P., het volgende scherpe
vonnis over de halfslachtige houding der
sociaal-democratische leiders in de quaestle
van de muiterij op de „Zeven Provinciën"
„In de tragedie van „De Zeven Provin
ciën" is de houding van het Tweede Ka
merlid, ir. Cramer, en van de redactie
van „Het Volk" een der droevigste tafe-
reelen.
„En dit uit den band springen van en
kele op zichzelf staande personen van
het tweede en derde plan Is nog niet eens
het ergste. Veel erger is de houding van
den voorzitter van de S. D. A. P., die in
zijn radiorede over „De Zeven Provin -
ciënkrant," die verboden werd, en de 8
tot 11 provinciënkranten, die nog komen
konden, het onwaardige spel der verbo
den blaadjes lustig heeft meegespeeld.
Het ergste is het feit, dat noch hij, noch
de voorzitter der Tweede Kamerfractie
duidelijk en hard heeft uitgesproken, dat
de S. D. A. P. de muiterij onvoorwaarde
lijk afkeurt.
„Het ergste is, dat men heeft nagelaten
namens de S. D. A. P. een beroep te doen
op de opstandelingen om hun verzet te
gen het wettig gezag onmiddellijk te
staken.
Want de taak van een groote democra
tische partij, die zich haar verantwoor
delijkheid tegenover het geheele volk be
wust ls, bestaat niet in het zich encanall-
leeren met de reactionnalre, anarchisti
sche instincten, die ln elke volksmassa
sluimeren en in tijd van nood maar al
te gemakkelijk tot uitbarsting komen.
„De taak van een verantwoordelijke de
mocratische partij is een taak van opvoe
ding en altijd weer van opvoeding. Zij
moet elk harer leden, zij moet elk
staatsburger het bewustzijn inprenten
van zijn rechten èn van zijn plichten.
Met name den onafwijsbaren plicht van
vrijwillige onderschikking onder het ge
zag, dat hij, als staatsburger, zelf mede
heeft tot stand gebracht. Het gezag, waar
op hij, dank zij de democratie, ten allen
tijde èn door middel van zijn organisatie
èn door middel van zijn gekozen verte
genwoordiger, zijn critlek kan doen gel
den.
„Een democratische partij behoort
haar volgelingen duidelijk te maken, dat
de ergste misdaad, waaraan zij zich kun
nen schuldig maken, bestaat in de onwet
tige of onloyale aantasting van het op
wettige en loyale wijze tot stand gekomen
gezag. De onwettige aantasting van het
wettig gezag ls een misdaad tegen de
democratie zelf.
„En wanneer, ondanks haar beleid,
deze onwettige aantasting toch plaats
vindt, dan behoort een democratische
partij om 't even of zij zelf aan het
bewind is of oppositie ls zich loyaal om
de regeering te scharen en deze te steu-
rugkeeren. Haar oogen deden haar voortdu
rend pijn van het terugdringen van de tra
nen en het was haar telkens, of zij een brok
in de keel had.
Op een dag tegen het eind van Februari
hoorde Evelyn voor het eerst de geschiedenis
van Stogdal's komst op Irvya. Mary, die haar
zuster zoo terneergeslagen zag onder haar
eigen leed, trachtte haar wat afleiding te be
zorgen, door haar te vertellen, hoe verwon
derlijk haar vader ineens dien jongen man
als 't ware tot zich gevoerd kreeg.
„Om Kersttijd wist vader niet, hoe hij er
zich doorheen zou slaan en zietMr. Stog
dale daagde op en met diens hulp zullen wij
het op Iriya nog tot een bloeiend bedrijf kun
nen maken."
Evelyn had ook zoo levendig belang gesteld
in deze geschiedenis, dat ze waarlijk weer
veel opgewekter werd gestemd en zich dien
middag met bijzondere zorg kleedde. Ze zat
op haar eigen kamer te lezen, tot ze niet lan
ger zien kon en ging toen naar den salon,
waar zij haar vader en Mr. Thorburn In de
schemering bijeen vond zitten.
nen in het hoog houden van het wettig
gezag, waarop èn regeeringspartU èn op
positie gemeenschappelijk berusten. Zij
kan de regeering ter verantwoording roe
pen later. Zoolang het democratisch
gezag bedreigd wordt, is er maar één
leus Hoog het gezag. Weg met de anar
chie.
„Een sterk overheidsgezag is geen reac
tionnalre leushet is de eisch per
excellence van de democratie.
„Een democratische partij, die de ver
dediging van het gezag in tijd van nood
aan anderen overlaat, pleegt verraad aan
haar eigen beginselzij speelt ln de
kaart der reactie.
„Democratische leiders, die erin gnui
ven wanneer aan dat gezag een slag
wordt toegebracht, moeten het a. b. c.
van de democratie nog leeren.
„Het is dit soort kinderkamerdemocra
ten, dat de democratie in de afgeloopen
dagen verduiveld veel kwaad heeft ge
daan.
„Men kan de vraag stellen en men zal
haar na het gebeurde opnieuw moeten
stellen Is de S. D. A. P. wel een demo
cratische partij
Tenslotte zegt prof. Goudriaan het volgende
„De gelegenheid voor een massapsy-
chole is nog nooit zoo gunstig geweest
als thans en nog nooit ls de massale In
fectie zoo bewust stelselmatig toegepast
als thans.
„Wie in dit milieu met het vuur der
revolutie speelt, is een misdadiger, een
misdadige kwajongen of een ideoot."
B1NNENLANDSCH NIEUWS.
Hoogere bietensteun 7
Doch dan Nederlandschc jute
zakken gebruiken
Zooals men weet, overweegt dc Re
geering, om den steun aan de suiker
bieten (80 pCt, der vroegere, normale
productie), die in 1931 nog f 4.50 en
in 1932 reeds f 8.25 per ton bieten be
droeg, dit jaar verder te verhoogen
mot het oog op de sterke daling der
suikerprijzen.
Naar aanleiding daarvan hebben B.
en W. van de gemeente Goirle (N.-B.)
een adres gezonden aan minister Ver
schuur, waarin zij erop wijzen, dat iu
een haal suiker van 100 kilo niet min
der dan 600 centen rijkssteun zit.
Adressanten vervolgen dan
„Do suikerindustrie zal toch geen
gegronde bezwaren kunnen opperen,
c<m voor de zakken, waarin die sui
ker is verpakt, Nederlandsch fabri
kaat te gebruiken, hetgeen 2Vé cent
per zak duurder zal uitkomen, dan
wanneer deze zakken uit het huiten-
land worden betrokkon (in zeker niet
betere qualiteit), indien hierdoor een
echt-Nederlandsche industrie (de jute
industrie), waarin op het oogenblik 'n
schrikbarende werkloosheid heerschi,
kan worden gered, wanneer althans
dat wij nog zijn blootgesteld aan zoovele klei- haar ouders te vragen, haar naar het huis
ne bezwaren, die het leven hier zoo ondraag- van Tante Fanny ln Melbourne te laten te
HOOFDSTUK V.
Het feit op zichzelve al, dat er bezoek was
op Iriya, zou een verrassing zijn geweest voor
Evelyn en vooral nu zij overtuigd was, dat
haar tegenwoordigheid allereerst aanleiding
had gegeven tot de komst van Mr. Thorburn.
Zij reikte hem de hand en nam toen een
stoel, zoo ver van hem af, als de ruimte van
het vertrek dit maar toeliet. Ze sprak maar
heel weinig, maar het leek Thornburn, dat
zij zijn gedachten las. Ze verstond uitstekend
de kunst van luisteren en de jonge man ge
noot enkel bij het zien van haar persoontje.
Thornburn ging dien eersten ochtend ook
al vroeg mee met Stogdale, toen die zou mel
ken en de muskieten waren hem geen ver
schrikking. Hij was getroffen door de huis
houdelljke inrichting op Iriya, waardoor alles
zoo uitstekend ging, met zoo weinig handen.
Toen hij terugkwam, was Evelyn bezig aan
het schikken van de bloemen. Stogdale zag
van verre de ontmoeting tusschen die twee,
merkte wel, hoe het stond en dacht
„Zoo. je schoonheid heeft dus al een over
winning behaald Toch zal je nog heel wat
moeten leeren, eer je een geschikte huisvrouw
zult zijn.."
Daar het nog al een frissche dag beloofde
te worden, werd er aan het ontbijt tot een
picnic besloten. Het geheele gezelschap zou
in bootjes naar het eiland geroeid worden en
de vlsch, die zij zelden vingen, zou dan 's mid
dags gegeten worden. Het eilandje lag tus
schen de rivier en het meer.
Evelyn wilde dien middag ook mee visschen.
Ze had een hengel van een van de broertjes
genomen en wierp het aas uit. Thorburn zat
naast haar op den oever.
„Wie hier komt moet zwijgen," zei Evelyn.
.Zooveel weet Ik nu wel van visschen, dat er
niet gepraat mag worden."
„Het voorbeeld ls meer waard dan het
voorschrift," zei haar vader. „Ik mag lijden,
dat Mr. Thorburn dan maar kans ziet, Je stil
te houden, anders hebben wij van middag
niets te eten."
Dokter Underwood ging een eind verderop
zijn geluk met den hengel beproeven, terwijl
Mary de kinderen, die tot nog toe vrij luid
ruchtig waren, om zich heen riep en hun op
een beschaduwd plekje een mooi verhaal ging
vertellen.
Stogdale en Grace maakten intusschen een
vuurtje aan en spreidden een servet uit over
de tafel van zand. Mrs. Underwood zat met
haar breiwerk makkelijk tegen een boom
stam geleund, het geheel te overzien.
Thorburn wierp van tijd tot tijd een be-
jvonderenden blik op Evelyns mooi gezichtje
en dacht
„Als zij niet voor mij voelt, wat zal ik dan
ongelukkig zijn En zoo ja. wat zal moeder
dan ook van haar genieten
„Oooo riep Evelyn en kreeg zulk een ge
weldigen ruk aan haar hengel, dat ze wel
zeker was, hoe de vlsch had aangebeten. Met
groote voorzichtigheid hielp Thorburn haar
een reusachtlgen baars ophalen.
Wordt vervolgd.