Prijsvernnndsring
II MEI EEK NAADJE
24e JAARGANG
VRIJDAG JULI 1933
No. Ö4
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ONDER DEN VUURTOREN.
OM HET GOUD
KANAALWEG 156
DEN HELDER.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per S maanden f 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
BUREAU:
Hlppolytoshocf Wlerlnren.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN.
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer f 0.10
Sleepnettenzorg en aal-zegen. Icarus
stort neer. Wegen lief en leed.
Komen de kleinere badplaatsen meer
in trek
Het is bekend, dat bij de visscherij op het
IJsselmecr soms methoden worden gébruikt,
die gevaar opleveren voor het doodvisschen
van het meer, zeer ten nadeele van de Zui-
derzeebevolking niet alleen, maar ook voor
den vischstand. Wij doelen hier op het vis-
schen met sleepnetten van zeer groote ma
kelij, met stoom- en motorbooten. Het is dan
ook zeer toe te juichen, dat de Burgemeester
van Edam mede op verzoek van vele Zuider-
zeevisschers den Minister van Waterstaat
telegrafisch heeft verzocht om maatregelen
te nemen tegen deze ongewenschte praktij
ken.
Een lichtpuntje voor hen, die hun brood
op de IJsselmeergolven moeten verdienen is
misschien het feit, dat de aalvisscherij den
laatsten tijd van belang wordt. Uit Medemblik
komt het bericht, dat in twee dagen door een
12-tal vaartuigen ruim 500 pond is aange
voerd. Dat is zeker een mooi resultaat en het
valt te hopen, dat de goede vangsten den
eersten tijd zullen aanhouden, omdat in het
karige bestaan der meeste visschers een klein
voordeeltje wel te pas komt. In de Wieringer-
waard zijn vele bezadigde, achtenswaardige
burgers j.1. Zaterdag geweldig geschrokken,
toen plotseling een vliegtuig boven hun wreed
zame landbouwen naar beneden tuimelde.
Het bleek gelukkig nog tamelijk goed te zijn
afgeloopen weliswaar is het toestel, een
sport vliegtuig, verbrand, maar de heer Holl
uit Groningen, die het bestuurde, werd slechts
licht gekwetst. Ook in de lucht is het nog
lang niet veilig, al hoeft men daar geen ge
vaarlijke bochten te nemen zooals er zijn in
den Balgweg De Kooij-v. Ewijcksluis. Gelukkig
heeft op 'n desbetreffend door den A.N.W.B.
en K.N.A.C. aan B. en W. van Anna Paulow-
na gedaan verzoek dit college kunnen mede-
deelen, dat het heeft besloten tot het aan
brengen van palen met planken in rood ge
schilderd, op een viertal punten in de boch
ten van den Balgweg nabij de Kooij en dat
hieraan bereids uitvoering is gegeven. Is
men dus te Anna Paulowna direct uit de slof
geschoten om de verkeersbelangen te dienen
den vroeden vaderen van St. Pancras viel de
taak van wegbeheerder te zwaar en daarom
besloten ze om alle wegen in de gemeente
over te dragen aan het Hoogheemraadschap
N. Holl. Noorder-Kwartier. Nader vernemen
we weer, dat er een actie op touw wordt gezet,
om te ageeren tegen het besluit van den
Raad speciaal inzake de overdracht van den
Benedenweg. Zij die deze actie willen voeren
zijn van oordeel, dat de gemeente op veel te
groote kosten wordt gejaagd. Laten de hee
ren het maar uitzoeken.
In Wieringen is men nu gelukkig uit de
sinds jaren heerschende wegmisère verlost.
Met grooten ijver is aan de uitvoering van
FEUILLETON.
16.
Gij hebt mijn bedoeling heel goed ge
vat, zei de markies. O, het zal niet zoo lang
duren, dat ik uw dochter weer aan u terug
geef. Ja, ik voer uw kind weer in uw armen,
dat zweer ik u, want zij is ook mij het dier
baarste, wat ik op de wereld bezit.
De oude begon te weenen.
Ik dank u, mijn vriend, ik dank u, sta
melde hij. Gij zijt mijn eenige steun, dat weet
ik wel en het was de hemel zelf, die het mij
ingaf, dat ik aan u de hand mijner dochter
moest schenken. O, als zij dat maar had ge
wild dan zou zij nu reeds uw vrouw zijn en
was die vreeselijke geschiedenis nimmer voor
gevallen.
Norbert trok aan zijn knevel om een vreemd
spottend lachje, dat onwillekeurig zijn lippen
krulde, niet te laten bemerken.
Gij hebt veel meer verstand, mijnheer
Bertara, dan de menschen wel weten, zei hij
vleiend.
De oude man greep Norberts beide handen
en drukte ze met kracht tusschen zijn ver
eelte vingers.
Ik heb haar zoo lief, zoo innig lief, dat
ik het zal besterven, als zij mij niet wordt
teruggegeven riep hij uit.
De oude werkman verzonk nu in een toe
stand van neerslachtigheid en versuffing, die
moeilijk te beschrijven valt. Bleek, met het
hoofd op de borst gezonken, de armen slap
langs het lichaam neerhangend, zat hij daar
als het beeld van doffe verslagenheid.
Hij beminde zijn dochter afgodisch zij
werd geboren, toen hij niet meer op een kind
had durven hopen hij beminde zijn kind
en daarin tevens de vrouw, die hij verloren
had.
den nieuwen- en de verbetering van den
bestaanden hoofdweg gewerkt, om de open
stelling voor het doorgaand verkeer op 1 Juli
mogelijk te maken, maar gelukt is het. Het
gedeelte betonweg AfsluitdijkKoningsweg
was reeds geruimen tijd voor het verkeer
open, terwijl nu in aansluiting daarvan ge
reed en opengesteld is het gedeelte Konings
wegHippolytushoef. De Slingerweg is ge
heel van een nieuw wegdek voorzien en ver
breed en geeft een goede aansluiting met den
Hoofdweg vanaf Zandburen naar Den Oever,
welk gedeelte thans ook geheel gereed is ge
komen.
Het lijkt er op, alsof de badplaatsen in ons
gewest een goeden tijd beleven. Nieuwe bad
plaatsen komen er geregeld bij en schijnen
reeds direct recht van bestaan te hebben, en
bestaande breiden zich gestadig in beteekenis
uit. Callantsoog en Huisduinen herbergen nu
al weer vele pensiongasten. En thans is het
weer Kamperduin dat van zich laat spreken
door de opening van een nieuw strandpavil
joen.
Wanneer men te Kamperduin om dezen tijd
het strandleven gadeslaat, krijgt men een
geheel ander beeld dan enkele jaren geleden.
De jonge badplaats gaat met reuzenschreden
vooruitschoolfeesten en gezelschappen
komen en gaan, en niet weinigen zijn het,
die van over den afsluitdijk de Hollandsche
kusten bezoeken.
De diverse gelegenheden houden met den
aanwas van het bezoek gelijken tred en zoo
rijzen de moderne strandpaviljoens als pad
destoelen uit den grond. Voor enkele dagen
was het de heer Groothoff, de pachter van
het Zuidelijk strandgedeelte, die zijn geheel
nieuw en naar den eisch des tijds ingericht
paviljoen openstelde voor het publiek. Den
ondernemer, die een der pioniers was van
het Kamperduinsche badleven zij alle succes
toegewenscht.
Van een andere badplaats, Texel tenslotte
het nieuws, dat het Natuurhistorisch Museum
aldaar is verplaatst en de meerdere ruimte
is benut voor vele nieuwe bezienswaardighe
den. Ook daar dus nog geen gebrek aan ini
tiatief.
OBSERVATOR.
BEZUINIGING OP HET
LAGER ONDERWIJS.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp tot beperking van uitgaven, welke
voor de openbare kassen voortvloeien uit dc
uitvoering der Lager-onderwijswet. De minis
ter meent zich te mogen onthouden van ieder
betoog, dat scherpe bezuiniging ook op de
kosten van het onderwijs noodzakelijk is.
Deze harde waarheid moet thans wel tot een
ieder doorgedrongen zijn ieder poging om
haar nogmaals toe te lichten en te verklaren,
kan er slechts toe leiden, dat zij niet ten
volle wordt verstaan.
Wezenlijke bezuiniging is niet mogelijk, in
dien niet vooral de kanalen worden afgeslo
ten, waardoor automatisch zonder voldoen
den invloed van de overheid geld uit de open
bare kassen wegvloeien kan. Wanneer bij
het afsluiten van deze kanalen in volle rechts
vaardigheid openbaar en bijzonder onderwijs,
met inachtneming van de formeele verschil
len, die door de structuur onzer wetgeving
worden geëischt, op denzelfden voet worden
behandeld, wordt aan het beginsel der vrij
heid van onderwijs en aan het beginsel der
financieele gelijkstelling, twee beginselen, die
de minister wil zien gehandhaafd,, op geen
enkele wijze te kort gedaan.
Dit doel doet het wetsontwerp kennen als
een regeling van noodrecht.
Art. 1 bepaalt dat karakter nader door de
werking van de voorgestelde regeling te be
perken tot den tijd van 1 Juli 1933 tot 1 Ja
nuari 1935. Het is de bedoeling om inmiddels
na te gaan, of op andere wijze zonder onaan
vaardbare benadeeling van het onderwijs een
grootere bezuiniging kan worden bereikt.
Het tijdvak van 1920 tot heden is ondanks
het feit, dat tijdelijk enkele remmen werden
aangezet, een periode geweest, waarin het ge
tal nieuwe scholen in snel tempo is toegeno
men. Een achterstand van jaren is ingehaald.
Het moge waar zijn, dat hier en daar nog veel
te verbeteren valt, over het algemeen geno
men is ten aanzien van de materieele verzor
ging van het lager onderwijs een toestand
geschapen, zoo goed, dat vermoedelijk geen
enkel ander land, in zijn geheel bezien, in dit
opzicht met het onze wedijveren kan.
Tenzij over het algemeen op verdere be
langrijke vermeerdering van het totaal getal
leerlingen der lagere scholen gerekend moet
worden, waaromtrent voldoende gegevens ont
breken, mag worden aangenomen, dat voors
hands voor het grootste gedeelte van het
land het getal beschikbare en in goeden staat
verkeerende schoolgebouwen met de totale
behoefte daaraan in overeenstemming is,
vermoedelijk veelal die behoefte eenigszins
overtreft. Daardoor moet, naar het den mi
nister voorkomt, onder de bestaande omstan
digheden het vraagstuk der distributie van de
bestaande schoolgebouwen voor dat der stich
ting van nieuwe schoolgebouwen in de plaats
treden. De oplossing van dat vraagstuk is er
in de eerste plaats een van plaatselijk over
leg en beleid. Vooraf behoort echter te gaan
een regeling waardoor de stichting van nieu
we schoolgebouwen en schoollokalen uit de
openbare kassen tot gevallen van objectieve
noodzakelijkheid wordt beperkt. Hiertoe
strekken artikelen 2 en 3 van het wetsont
werp in de eerste plaats. De minister is van
oordeel, dat de daarin neergelegde regeling,
die, voor wat het openbaar onderwijs betreft,
met het voorschrift van art. 195, lid 5, der
Grondwet in overeenstemming is, en, voor
wat het bijzonder onderwijs aan gaat, het
grondwettelijk recht der besturen van de bij
zondere scholen onaangetast laat, noodzake
lijk is.
In art. 3 is een afstand van 6 K.M. van
school tot huis aangenomen als de grootste
afstand, waarvan in redelijkheid mag worden
aangenomen, dat zij door schoolgaande kin
deren dagelijks te voet kan worden afgelegd.
De tot stand gekomen verhooging van den
toelatingsleeftijd tot de lagere scholen dient
hierbij in aanmerking te worden genomen.
Indien men bedenkt, dat veraf wonende kin
deren in den regel des middags „overblijven",
is een afstand van 6 KM. van huis tot school
onder' de bestaande omstandigheden wel
groot, maar geenszins te groot te achten. Het
aannemen van deze grens moet leiden tot
het eveneens op 6 K.M. stellen van den af
stand, genoemd in art. 13 der L.O.-wet. Door
j dit te doen, sluit men een kanaal af waarlangs
relatief veel geld uit de kassen der kleinere
gemeenten wegvloeit met als gevolg, dikwijls
daling der materieele uitgaven voor het on
derwijs tot meermalen ver beneden het toe
laatbare minimum. Met het oog op de denk
baarheid de waarschijnlijkheid hiervan is
gering dat het gemeentebestuur voor het
vervoer van schoolkinderen op langen ter
mijn contracten hebben gesloten, is, als maat
regel van noodrecht, een bepaling opgenomen
waardoor dergelijke contracten zoo noodig
uiterlijk op 1 April 1934 zullen vervallen.
In de verhouding der artikelen 72 en 101
der L.O.-wet zooals deze door de administra-
Als ik u een raad mag geven, nam Nor-
bert weer het woord, moet gij niet den dag
afwachten om Parijs te verlaten, wie weet of
het dan niet reeds te laat zou zijn
Maar waar moet ik heen vroeg de oude
man hulpeloos. Gij wilt mij toch niet dade
lijk aan mijn lot overlaten, mijnheer Norbert?
Ziet ge dan niet hoe onmogelijk het mij zou
zijn, iets te ondernemen, als ik alleen bleef
Hij toonde zich even zwak naar geest als
naar lichaam. Zijn oude manie zijn vrees
voor vervolging deed hem sidderen. Nu
meer dan ooit, omdat hij nu inderdaad een
dier ingebeelde gevaren zag, waarvan hij ge
stadig had gedroomd.
Neen, ik verlaat u niet, zei de markies
geruststellend, ik verlaat u niet, tot gij zelf
zult erkend hebben, dat gij in veiligheid zijt.
Maar nu moeten we ons haasten. Hebt gij
hier ook geld of familie-papieren, die gij me
de moet nemen
Neen, niets, antwoordde Bertara. Ik heb
geen geld.
Dat is het minste. Daarvoor kan ik zor
gen.
Wat mijn papieren betreft, is het noo
dig dat ik die stukken dadelijk ga zoeken
vroeg hij.
Neen, neen, we moesten maar onmiddel
lijk weggaan.
Vader Bertara wilde opstaan en loopen
maar hij wankelde waar hij stond. Norbert
ondersteunde hem, zooals men dat een kind
doet dat leert loopen. Zij gingen de trap af.
De markies was zeer voorzichtig, om zoo
min mogelijk gerucht te veroorzaken. Toen
zij buiten kwamen, scheen de frissche nacht
lucht Bertara goed te doen, hij kon nu op
eigen beenen loopen.
Als toevallig kwam er juist een leeg rijtuig
Voorbij. Norbert liet Bertara instappen e?i
nam naast hem plaats. Het paard kwam on
middellijk in draf. Er verliep een half uur.
Toen hield het rijtuig stil. Norbert liet den
ouden man uitstappen. Zij waren aan het
station ParijsLyon.
We hebben geen oogenblik te verliezen
maar steekje voor steekje en draadje voor
draadje breien wij de fijnste WOLLEN kousen
voor U aan, ook ALLE andere soorten kousen,
sokken en goederen. Voor nieuwwerk zijn
wij No. 1. Jaap Snor, Den Helder.
P.S. Vracht voor onze rekening.
tieve juriisprudentie is geaccentueerd, ligt
een ander gevaar voor het wegvloeien van
geld uit de openbare kassen buiten den wil
en de verantwoordelijkheid van de beheer
ders dier kassen. Ten aanzien van de vraag,
wanneer een schoolbestuur kan eischen, dat
het zal worden in staat gesteld om nieuwe
schoolmeubelen, leer- of hulpmiddelen voor
het onderwijs aan te schaffen, ontbreekt na
melijk een objectieve maatstaf en is een
maatstaf, waarbij iedere subjectieve waar
deering is buitengesloten, vermoedelijk ook
niet te geven. Het gevolg hiervan is, dat der
gelijke voorzieningen, welke ook ten laste
van de z.g. exploitatievergoeding (art. 101)
zouden kunnen worden gebracht, des ge-
wenscht krachtens art. 72 kunnen worden
aangevraagd. Art. 72 kan aldus een correctie
vormen tegenover te groote schrielheid van
gemeentebesturen het kan echter ook zoo
danig worden gehanteerd, dat de gemeente
besturen worden verplicht tot vele uitgaven,
die op zichzelf wellicht wenschelijk zijn, maar
in tijden van nood behooren achterwege te,
blijven.
De minister vertrouwt, dat dit euvel zooal
niet geheel verdwijnen, dan toch in beteeke
nis sterk verminderen zal, indien de wet uit
drukkelijk een veroordeeling er van houdt.
Hiertoe acht hij het wenschelijk, dat het door
de jurisprudentie van de Kroon geïntrodu
ceerde begrip der „normale eischen aan het
geven van lager onderwijs te stellen" een
plaats in de wet krijgt. Dat overschrijding
van deze normale eischen voorkomt, zoodra
een gepaste zuinigheid niet wordt in acht ge
nomen, behoeft geen betoog.
Opdat intusschen uit het op den achter
grond schuiven van art. 72 voor de schoolbe
sturen geen moeilijkheden zullen voortvloei
en, is het wenschelijk een waarborg te schep
pen, opdat de exploitatievergoedingen, welke
de schoolbesturen ontvangen, niet beneden
het, ook bij zuinige exploitatie, noodzakelijke
minimum dalen. Dit geschiedt het eenvoudig
ste door het bepalen van een minimum voor
de gemeentelijke uitgaven, waarnaar deze
vergoeding berekend wordt. Alles wordt ge
lijktijdig verzekerd, dat ook aan het openbaar
onderwijs niet het strikt noodige onthouden
wordt. De minister is voornemens, van de
hier gegeven bevoegdheden slechts gebruik
te maken, naar gelang de noodzakelijkheid
of sterke wenschelijkheid daarvan voor be
paalde of voor alle gemeenten aan den dag
treedt.
BINNENLANDSCÏf NIEUWS.
Beroemd paard voor de slacht verkocht
Voshengst van f 70.000 voor f 120
Op de veemarkt te Rotterdam was gis
ter een sensatie, die heel veel bezoe
kers er toe bracht een speciale visite
in de afdeeling slachtpaarden te gaan
brengen. Daar toch werd te koop aan
geboden een voshengst van het beken
de zware Belgische ras, die enkele ja
ren terug door de fokvereeniging te
Oud-Vossejneer bij Zevenbergen, ge
kocht was voor het enorme bedrag van
f 70.000 en die daarop bij een tweetal
maatschappijen de Ilaagsche en de
Zwolsche werd verzekerd voor teza
men f 110.000.
Plotseling bleek bij buitentijdsche
keuring het prachtige dier echter
aangetast door een ziekte, een soort
aderverkalking naar men vertelde, die
het totaal ongeschikt maakte voor het
doel, waarvoor het tegen zoon hoogen
prijs was gekocht en de verzekerings
maatschappijen werden voor de scha
de aangesproken.
Deze wilden echter in dit geval niet
betalen en daaruit is een proces
om onze plaatskaartjes te nemen, zeide de
markies en spoedde zich naar het loket. Hij
ontving het gevraagde en liep, den werkman
onder den arm nemend, haastig verder. I
Een conducteur opende een wagon en deed
onmiddellijk het portier achter de beide rei-
zigers weer dicht.
Het signaal voor het vertrek weerklonk en
de trein kwam in beweging. Zij waren alleen
in een coupé van de eerste klasse. De spoor- j
beambte had tegen het glas een kaart aan
gebracht, waarop met duidelijke letters het
woord „Gereserveerd" stond gedrukt.
We zullen niet gestoord worden, zeide
Norbert, ik heb deze acht plaatsen betaald, j
Waar gaan we heen vroeg Bertara.
Een paar uur van Parijs met den snel
trein, antwoordde de markies. Ik breng u in
een stil hoekje in het Morvangebergte. Op
mijn woord, voegde hij er glimlachend bij
die ons daar wil zoeken moet al zeer slim zijn,
vader Bertara.
Norbert lachte steeds door. Het was een
zeer eigenaardige lach, doch de oude man
had geen kwaad vermoeden.
Omstreeks hetzelfde uur, waarop markies
d'Argental vader Bertara ver van Parijs leid
de, waren Simeon en Chilperic een prachtig
gebouw binnengetreden, dat gelegen was in
de nabijheid van een der straten, die op het
Bois de Boulogne uitkomen, een hoekhuis van
een nieuw ontworpen straat, die nog niet het
bordje droeg met de officiëele benaming er
op geschilderd.
Het was een bijna vorstelijk gebouw, welks
uiterlijk, hoe grootsch dat zich ook voordeed,
geenszins liet vermoeden, welke ongehoorde
schatten het inwendig bevatte.
We zullen later op die schatten terugko
men en onzen lezers een denkbeeld trachten
te geven van de Oostersche weelde, van de
tooverachtige pracht, die den Aziaat Murad
omringde en van de sierlijke vertrekken,
waarin enkele merkwaardige tooneelen van
ons verhaal worden afgespeeld.
Simeon en Chilperic hadden blijkbaar de
vrijheid, om naar eigen goeddunken uit
GROOTE
van MANTELS, COSTUUM-BLOUSE,
ROKKEN en HOEDEN.
Groote sorteering
FALCON DAMES- en HEEREN
REGENJASSEN, LOODENJASSEN, enz
Onze winkels zijn Zondags tot 2 uur
geopend.
voortgevloeid, dat een paar jaar heeft
geduurd en dat weer enorme bedragen
men zegt f 35.000 had verslonden.
Toen in laatste instantie werd beslist,
dat de weigering der verzekeringsrnaat
schappijen op goede rechtsgronden be
rustte. De eigenaars van den voshengst
„Artist de la Breure" kregen geen
cent van het groote bedrag terug dat
ze voor hot beest hadden betaald en
enkele boeren gingen aan dit geval
financieel ten gronde.
En toen had het paard voor hen alle
waarde verloren, het was voor nie
mendal meer goed en zoo stond het
ils slachtdier op de markt tusschen
allemaal andere paarden, die al die
glorie niet hadden gekend. Maar, ge
lijk het Fransche spreekwoord zegt
„bon sang ne peutmentir", tusschen
al die andere sjouwers was en bleef
de hengst een voornaam en adellijk,
beest.
Wat niet wegnam, dat het daarom
voor den paardenslachter niet veel
,meer waarde bezat dan de allereerste
rossinant uit een sleepersstal. Als het
met,een paard eenmaal zóó ver is,
wordt het hoofdzakelijk een kwestie
van slachtgewicht. Tenslotte werd de
vos aan de firma M. de Vries en Zo
nen te R'dam voor f 120 verkocht. Waar
mee vaststond, dat aan het eele ge
rucht rond het eens zoo wondervolle
ros, nu vanzelf een eind zou komen.
Wie er straks biefstuk van eet, zal de
getaande glorie er niet aan proeven.
Evenwel, waar aan dit paard zooveel
verloren is door de eigenaars, zal
waarschijnlijk de legende omtrent het
geval in de streek Zevenbergen nog
lang blijven voortleven.
Bloembollen-saneering.
Nederlandsche Bloembollenex
porteurs-centrale.
De minister van Economische Zaken
heeft benoemd in het bestuur van de
vereeniging „Nederlandsche Bloem
bollen-exporteurscentrale", gevestigd
te Haarlem, te rekenen van den dag
in te loopen, want al de Oostersche bedien
den, die hen zagen, en Murad bezat een groot
dienstpersoneel, lieten hen ongehinderd door
gaan terwijl zij. zich diep voor hen nederbo-
gen.
In een kleinen salon, welks dikke tapijten
iederen tred onhoorbaar deden zijn en waarin
een Turksche lamp een helder, doch tevens
zacht licht verspreidde, bleef het tweetal
eindelijk stilstaan.
Een man kwam van achter draperieën door
de opening, die dezen salon verbond met het
vertrek, dat meer bepaald voor Murad's per
soonlijk gebruik was ingericht.
Die man was schilderachtig gekleed in het
nationale costuum der Armeniërs, hij droeg
een bruin, lang vest met gouden knoopjes en
zwart borduursel, om de heupen een zwart
zijden sjerp en de zwarte wijde pantalon ein
digde even over de knieen in wollen franjes
en op het hoofd had hij een in bevallige plooi
en gevouwen zwart zijden doek.
Dat was Azep, Murad's vertrouwde kamer
dienaar, die zijn meester om zoo te zeggen
nooit verliet.
Is uw heer te bed vroeg Chilperic Gc
weet toch, vriendlief, dat uw heer ons ver
oorloofd heeft op elk uur van den dag of den
nacht hem te naderen. Wees daarom zoo
goed hem te zeggen, dat wij hem gaarne on
middellijk zouden willen spreken.
Mijn meester slaapt niet, antwoordde
de Armeniër, na hem op Oostersche wijze te
hebben gegroet, door eerst de vingertoppen
tegen het hoofd en daarop de beide armen
kruiselings over de borst te hebben gelegd.
Ik zal hem met uw komst in kennis stellen,
waarop gij hem dadelijk zult kunnen spreken.
Hij ging in het belendende vertrek en kwam
terstond terug met de boodschap, dat Murad
de beide mannen wachtte.
Azep had te Constantlnopel een goede op
voeding gehad en sprak bijna zuiver de taal
van het land, waar hij zich nu bevond.
Chilperic en Simeon traden binnen.
Achter in een klein vertrek bij een lage,
met paarlmoer ingelegde tafel, waarop twee
lampen stonden te branden, lag op een divan
met breede kussens gemakkelijk uitgestrekt
een nog jonge man.
Terwijl hij naar zijn beide agenten opzag,
legde, hij het boek, waarin hij gelezen had,
uit de hand. Daarop trad hij op hen toe.
Murad was een schoone man van omstreeks
vijf-en-twintg-jarigen leeftijd, groot, slank,
zeer elegant, met zwarte, fluweelzachte oo-
gen, en met een witte gelaatskleur, die aan
albast deed denken. Hij had een breed en
schrander voorhoofd. Een zijdeachtige baard
omlijstte den mond en bedekte gedeeltelijk
de wel wat al te breede lippen, het eenige
van zijn gelaat, dat aan zijn Oostersche af
komst herinnerde. Hij was op Europeesche
wijze gekleed.
Daar er geen stoelen in de kamer stonden,
wees Murad den agenten een lagen divan
aan, om daarop plaats te nemen, doch zij
bleven bij voorkeur staan.
Hebt gij eenig spoor gevonden van Ber-
tara's erfgenamen vroeg Murad met leven
dige belangstelling.
Meer dan dat, patroon, antwoordde Chil
peric. We hebben de erfgenamen zelf gevon
den, zoo niet allen, dan toch eenigen van hen.
Ongelukkig genoeg is deze zaak hiermede
geenszins afgeloopen, integendeel, we zijn,
om zoo te zeggen, niet veel verder dan toen
we begonnen. Luister u maar.
Hij vertelde hierop hoe zij, steeds bezig om
Laguyane in al zijn handelingen te bespie
den en te volgen, de ontvoering haddon bij
gewoond van een jong meisje, nabij een
standplaats van huurrijtuigen in de rue des
Meaux. Hij deelde vervolgens mede, hoe zij
genoodzaakt waren geworden het rijtuig, dat
Laguyane en het meisje vervoerde, in den
steek te laten en hoe daarop hun bemoeiin
gen toch niet vruchteloos waren gebleken,
daar het toeval hun een brief in handen had
gespeeld, die bestemd was om Bertara, den
vader van het ontvoerde meisje, te misleiden.
Zij hadden de woning van een der erfgena
men ontdekt.
(Wordt vervolgd.)