Prijsvernnndsring II MEI EEK NAADJE 24e JAARGANG VRIJDAG JULI 1933 No. Ö4 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ONDER DEN VUURTOREN. OM HET GOUD KANAALWEG 156 DEN HELDER. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per S maanden f 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. BUREAU: Hlppolytoshocf Wlerlnren. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN. Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer f 0.10 Sleepnettenzorg en aal-zegen. Icarus stort neer. Wegen lief en leed. Komen de kleinere badplaatsen meer in trek Het is bekend, dat bij de visscherij op het IJsselmecr soms methoden worden gébruikt, die gevaar opleveren voor het doodvisschen van het meer, zeer ten nadeele van de Zui- derzeebevolking niet alleen, maar ook voor den vischstand. Wij doelen hier op het vis- schen met sleepnetten van zeer groote ma kelij, met stoom- en motorbooten. Het is dan ook zeer toe te juichen, dat de Burgemeester van Edam mede op verzoek van vele Zuider- zeevisschers den Minister van Waterstaat telegrafisch heeft verzocht om maatregelen te nemen tegen deze ongewenschte praktij ken. Een lichtpuntje voor hen, die hun brood op de IJsselmeergolven moeten verdienen is misschien het feit, dat de aalvisscherij den laatsten tijd van belang wordt. Uit Medemblik komt het bericht, dat in twee dagen door een 12-tal vaartuigen ruim 500 pond is aange voerd. Dat is zeker een mooi resultaat en het valt te hopen, dat de goede vangsten den eersten tijd zullen aanhouden, omdat in het karige bestaan der meeste visschers een klein voordeeltje wel te pas komt. In de Wieringer- waard zijn vele bezadigde, achtenswaardige burgers j.1. Zaterdag geweldig geschrokken, toen plotseling een vliegtuig boven hun wreed zame landbouwen naar beneden tuimelde. Het bleek gelukkig nog tamelijk goed te zijn afgeloopen weliswaar is het toestel, een sport vliegtuig, verbrand, maar de heer Holl uit Groningen, die het bestuurde, werd slechts licht gekwetst. Ook in de lucht is het nog lang niet veilig, al hoeft men daar geen ge vaarlijke bochten te nemen zooals er zijn in den Balgweg De Kooij-v. Ewijcksluis. Gelukkig heeft op 'n desbetreffend door den A.N.W.B. en K.N.A.C. aan B. en W. van Anna Paulow- na gedaan verzoek dit college kunnen mede- deelen, dat het heeft besloten tot het aan brengen van palen met planken in rood ge schilderd, op een viertal punten in de boch ten van den Balgweg nabij de Kooij en dat hieraan bereids uitvoering is gegeven. Is men dus te Anna Paulowna direct uit de slof geschoten om de verkeersbelangen te dienen den vroeden vaderen van St. Pancras viel de taak van wegbeheerder te zwaar en daarom besloten ze om alle wegen in de gemeente over te dragen aan het Hoogheemraadschap N. Holl. Noorder-Kwartier. Nader vernemen we weer, dat er een actie op touw wordt gezet, om te ageeren tegen het besluit van den Raad speciaal inzake de overdracht van den Benedenweg. Zij die deze actie willen voeren zijn van oordeel, dat de gemeente op veel te groote kosten wordt gejaagd. Laten de hee ren het maar uitzoeken. In Wieringen is men nu gelukkig uit de sinds jaren heerschende wegmisère verlost. Met grooten ijver is aan de uitvoering van FEUILLETON. 16. Gij hebt mijn bedoeling heel goed ge vat, zei de markies. O, het zal niet zoo lang duren, dat ik uw dochter weer aan u terug geef. Ja, ik voer uw kind weer in uw armen, dat zweer ik u, want zij is ook mij het dier baarste, wat ik op de wereld bezit. De oude begon te weenen. Ik dank u, mijn vriend, ik dank u, sta melde hij. Gij zijt mijn eenige steun, dat weet ik wel en het was de hemel zelf, die het mij ingaf, dat ik aan u de hand mijner dochter moest schenken. O, als zij dat maar had ge wild dan zou zij nu reeds uw vrouw zijn en was die vreeselijke geschiedenis nimmer voor gevallen. Norbert trok aan zijn knevel om een vreemd spottend lachje, dat onwillekeurig zijn lippen krulde, niet te laten bemerken. Gij hebt veel meer verstand, mijnheer Bertara, dan de menschen wel weten, zei hij vleiend. De oude man greep Norberts beide handen en drukte ze met kracht tusschen zijn ver eelte vingers. Ik heb haar zoo lief, zoo innig lief, dat ik het zal besterven, als zij mij niet wordt teruggegeven riep hij uit. De oude werkman verzonk nu in een toe stand van neerslachtigheid en versuffing, die moeilijk te beschrijven valt. Bleek, met het hoofd op de borst gezonken, de armen slap langs het lichaam neerhangend, zat hij daar als het beeld van doffe verslagenheid. Hij beminde zijn dochter afgodisch zij werd geboren, toen hij niet meer op een kind had durven hopen hij beminde zijn kind en daarin tevens de vrouw, die hij verloren had. den nieuwen- en de verbetering van den bestaanden hoofdweg gewerkt, om de open stelling voor het doorgaand verkeer op 1 Juli mogelijk te maken, maar gelukt is het. Het gedeelte betonweg AfsluitdijkKoningsweg was reeds geruimen tijd voor het verkeer open, terwijl nu in aansluiting daarvan ge reed en opengesteld is het gedeelte Konings wegHippolytushoef. De Slingerweg is ge heel van een nieuw wegdek voorzien en ver breed en geeft een goede aansluiting met den Hoofdweg vanaf Zandburen naar Den Oever, welk gedeelte thans ook geheel gereed is ge komen. Het lijkt er op, alsof de badplaatsen in ons gewest een goeden tijd beleven. Nieuwe bad plaatsen komen er geregeld bij en schijnen reeds direct recht van bestaan te hebben, en bestaande breiden zich gestadig in beteekenis uit. Callantsoog en Huisduinen herbergen nu al weer vele pensiongasten. En thans is het weer Kamperduin dat van zich laat spreken door de opening van een nieuw strandpavil joen. Wanneer men te Kamperduin om dezen tijd het strandleven gadeslaat, krijgt men een geheel ander beeld dan enkele jaren geleden. De jonge badplaats gaat met reuzenschreden vooruitschoolfeesten en gezelschappen komen en gaan, en niet weinigen zijn het, die van over den afsluitdijk de Hollandsche kusten bezoeken. De diverse gelegenheden houden met den aanwas van het bezoek gelijken tred en zoo rijzen de moderne strandpaviljoens als pad destoelen uit den grond. Voor enkele dagen was het de heer Groothoff, de pachter van het Zuidelijk strandgedeelte, die zijn geheel nieuw en naar den eisch des tijds ingericht paviljoen openstelde voor het publiek. Den ondernemer, die een der pioniers was van het Kamperduinsche badleven zij alle succes toegewenscht. Van een andere badplaats, Texel tenslotte het nieuws, dat het Natuurhistorisch Museum aldaar is verplaatst en de meerdere ruimte is benut voor vele nieuwe bezienswaardighe den. Ook daar dus nog geen gebrek aan ini tiatief. OBSERVATOR. BEZUINIGING OP HET LAGER ONDERWIJS. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot beperking van uitgaven, welke voor de openbare kassen voortvloeien uit dc uitvoering der Lager-onderwijswet. De minis ter meent zich te mogen onthouden van ieder betoog, dat scherpe bezuiniging ook op de kosten van het onderwijs noodzakelijk is. Deze harde waarheid moet thans wel tot een ieder doorgedrongen zijn ieder poging om haar nogmaals toe te lichten en te verklaren, kan er slechts toe leiden, dat zij niet ten volle wordt verstaan. Wezenlijke bezuiniging is niet mogelijk, in dien niet vooral de kanalen worden afgeslo ten, waardoor automatisch zonder voldoen den invloed van de overheid geld uit de open bare kassen wegvloeien kan. Wanneer bij het afsluiten van deze kanalen in volle rechts vaardigheid openbaar en bijzonder onderwijs, met inachtneming van de formeele verschil len, die door de structuur onzer wetgeving worden geëischt, op denzelfden voet worden behandeld, wordt aan het beginsel der vrij heid van onderwijs en aan het beginsel der financieele gelijkstelling, twee beginselen, die de minister wil zien gehandhaafd,, op geen enkele wijze te kort gedaan. Dit doel doet het wetsontwerp kennen als een regeling van noodrecht. Art. 1 bepaalt dat karakter nader door de werking van de voorgestelde regeling te be perken tot den tijd van 1 Juli 1933 tot 1 Ja nuari 1935. Het is de bedoeling om inmiddels na te gaan, of op andere wijze zonder onaan vaardbare benadeeling van het onderwijs een grootere bezuiniging kan worden bereikt. Het tijdvak van 1920 tot heden is ondanks het feit, dat tijdelijk enkele remmen werden aangezet, een periode geweest, waarin het ge tal nieuwe scholen in snel tempo is toegeno men. Een achterstand van jaren is ingehaald. Het moge waar zijn, dat hier en daar nog veel te verbeteren valt, over het algemeen geno men is ten aanzien van de materieele verzor ging van het lager onderwijs een toestand geschapen, zoo goed, dat vermoedelijk geen enkel ander land, in zijn geheel bezien, in dit opzicht met het onze wedijveren kan. Tenzij over het algemeen op verdere be langrijke vermeerdering van het totaal getal leerlingen der lagere scholen gerekend moet worden, waaromtrent voldoende gegevens ont breken, mag worden aangenomen, dat voors hands voor het grootste gedeelte van het land het getal beschikbare en in goeden staat verkeerende schoolgebouwen met de totale behoefte daaraan in overeenstemming is, vermoedelijk veelal die behoefte eenigszins overtreft. Daardoor moet, naar het den mi nister voorkomt, onder de bestaande omstan digheden het vraagstuk der distributie van de bestaande schoolgebouwen voor dat der stich ting van nieuwe schoolgebouwen in de plaats treden. De oplossing van dat vraagstuk is er in de eerste plaats een van plaatselijk over leg en beleid. Vooraf behoort echter te gaan een regeling waardoor de stichting van nieu we schoolgebouwen en schoollokalen uit de openbare kassen tot gevallen van objectieve noodzakelijkheid wordt beperkt. Hiertoe strekken artikelen 2 en 3 van het wetsont werp in de eerste plaats. De minister is van oordeel, dat de daarin neergelegde regeling, die, voor wat het openbaar onderwijs betreft, met het voorschrift van art. 195, lid 5, der Grondwet in overeenstemming is, en, voor wat het bijzonder onderwijs aan gaat, het grondwettelijk recht der besturen van de bij zondere scholen onaangetast laat, noodzake lijk is. In art. 3 is een afstand van 6 K.M. van school tot huis aangenomen als de grootste afstand, waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen, dat zij door schoolgaande kin deren dagelijks te voet kan worden afgelegd. De tot stand gekomen verhooging van den toelatingsleeftijd tot de lagere scholen dient hierbij in aanmerking te worden genomen. Indien men bedenkt, dat veraf wonende kin deren in den regel des middags „overblijven", is een afstand van 6 KM. van huis tot school onder' de bestaande omstandigheden wel groot, maar geenszins te groot te achten. Het aannemen van deze grens moet leiden tot het eveneens op 6 K.M. stellen van den af stand, genoemd in art. 13 der L.O.-wet. Door j dit te doen, sluit men een kanaal af waarlangs relatief veel geld uit de kassen der kleinere gemeenten wegvloeit met als gevolg, dikwijls daling der materieele uitgaven voor het on derwijs tot meermalen ver beneden het toe laatbare minimum. Met het oog op de denk baarheid de waarschijnlijkheid hiervan is gering dat het gemeentebestuur voor het vervoer van schoolkinderen op langen ter mijn contracten hebben gesloten, is, als maat regel van noodrecht, een bepaling opgenomen waardoor dergelijke contracten zoo noodig uiterlijk op 1 April 1934 zullen vervallen. In de verhouding der artikelen 72 en 101 der L.O.-wet zooals deze door de administra- Als ik u een raad mag geven, nam Nor- bert weer het woord, moet gij niet den dag afwachten om Parijs te verlaten, wie weet of het dan niet reeds te laat zou zijn Maar waar moet ik heen vroeg de oude man hulpeloos. Gij wilt mij toch niet dade lijk aan mijn lot overlaten, mijnheer Norbert? Ziet ge dan niet hoe onmogelijk het mij zou zijn, iets te ondernemen, als ik alleen bleef Hij toonde zich even zwak naar geest als naar lichaam. Zijn oude manie zijn vrees voor vervolging deed hem sidderen. Nu meer dan ooit, omdat hij nu inderdaad een dier ingebeelde gevaren zag, waarvan hij ge stadig had gedroomd. Neen, ik verlaat u niet, zei de markies geruststellend, ik verlaat u niet, tot gij zelf zult erkend hebben, dat gij in veiligheid zijt. Maar nu moeten we ons haasten. Hebt gij hier ook geld of familie-papieren, die gij me de moet nemen Neen, niets, antwoordde Bertara. Ik heb geen geld. Dat is het minste. Daarvoor kan ik zor gen. Wat mijn papieren betreft, is het noo dig dat ik die stukken dadelijk ga zoeken vroeg hij. Neen, neen, we moesten maar onmiddel lijk weggaan. Vader Bertara wilde opstaan en loopen maar hij wankelde waar hij stond. Norbert ondersteunde hem, zooals men dat een kind doet dat leert loopen. Zij gingen de trap af. De markies was zeer voorzichtig, om zoo min mogelijk gerucht te veroorzaken. Toen zij buiten kwamen, scheen de frissche nacht lucht Bertara goed te doen, hij kon nu op eigen beenen loopen. Als toevallig kwam er juist een leeg rijtuig Voorbij. Norbert liet Bertara instappen e?i nam naast hem plaats. Het paard kwam on middellijk in draf. Er verliep een half uur. Toen hield het rijtuig stil. Norbert liet den ouden man uitstappen. Zij waren aan het station ParijsLyon. We hebben geen oogenblik te verliezen maar steekje voor steekje en draadje voor draadje breien wij de fijnste WOLLEN kousen voor U aan, ook ALLE andere soorten kousen, sokken en goederen. Voor nieuwwerk zijn wij No. 1. Jaap Snor, Den Helder. P.S. Vracht voor onze rekening. tieve juriisprudentie is geaccentueerd, ligt een ander gevaar voor het wegvloeien van geld uit de openbare kassen buiten den wil en de verantwoordelijkheid van de beheer ders dier kassen. Ten aanzien van de vraag, wanneer een schoolbestuur kan eischen, dat het zal worden in staat gesteld om nieuwe schoolmeubelen, leer- of hulpmiddelen voor het onderwijs aan te schaffen, ontbreekt na melijk een objectieve maatstaf en is een maatstaf, waarbij iedere subjectieve waar deering is buitengesloten, vermoedelijk ook niet te geven. Het gevolg hiervan is, dat der gelijke voorzieningen, welke ook ten laste van de z.g. exploitatievergoeding (art. 101) zouden kunnen worden gebracht, des ge- wenscht krachtens art. 72 kunnen worden aangevraagd. Art. 72 kan aldus een correctie vormen tegenover te groote schrielheid van gemeentebesturen het kan echter ook zoo danig worden gehanteerd, dat de gemeente besturen worden verplicht tot vele uitgaven, die op zichzelf wellicht wenschelijk zijn, maar in tijden van nood behooren achterwege te, blijven. De minister vertrouwt, dat dit euvel zooal niet geheel verdwijnen, dan toch in beteeke nis sterk verminderen zal, indien de wet uit drukkelijk een veroordeeling er van houdt. Hiertoe acht hij het wenschelijk, dat het door de jurisprudentie van de Kroon geïntrodu ceerde begrip der „normale eischen aan het geven van lager onderwijs te stellen" een plaats in de wet krijgt. Dat overschrijding van deze normale eischen voorkomt, zoodra een gepaste zuinigheid niet wordt in acht ge nomen, behoeft geen betoog. Opdat intusschen uit het op den achter grond schuiven van art. 72 voor de schoolbe sturen geen moeilijkheden zullen voortvloei en, is het wenschelijk een waarborg te schep pen, opdat de exploitatievergoedingen, welke de schoolbesturen ontvangen, niet beneden het, ook bij zuinige exploitatie, noodzakelijke minimum dalen. Dit geschiedt het eenvoudig ste door het bepalen van een minimum voor de gemeentelijke uitgaven, waarnaar deze vergoeding berekend wordt. Alles wordt ge lijktijdig verzekerd, dat ook aan het openbaar onderwijs niet het strikt noodige onthouden wordt. De minister is voornemens, van de hier gegeven bevoegdheden slechts gebruik te maken, naar gelang de noodzakelijkheid of sterke wenschelijkheid daarvan voor be paalde of voor alle gemeenten aan den dag treedt. BINNENLANDSCÏf NIEUWS. Beroemd paard voor de slacht verkocht Voshengst van f 70.000 voor f 120 Op de veemarkt te Rotterdam was gis ter een sensatie, die heel veel bezoe kers er toe bracht een speciale visite in de afdeeling slachtpaarden te gaan brengen. Daar toch werd te koop aan geboden een voshengst van het beken de zware Belgische ras, die enkele ja ren terug door de fokvereeniging te Oud-Vossejneer bij Zevenbergen, ge kocht was voor het enorme bedrag van f 70.000 en die daarop bij een tweetal maatschappijen de Ilaagsche en de Zwolsche werd verzekerd voor teza men f 110.000. Plotseling bleek bij buitentijdsche keuring het prachtige dier echter aangetast door een ziekte, een soort aderverkalking naar men vertelde, die het totaal ongeschikt maakte voor het doel, waarvoor het tegen zoon hoogen prijs was gekocht en de verzekerings maatschappijen werden voor de scha de aangesproken. Deze wilden echter in dit geval niet betalen en daaruit is een proces om onze plaatskaartjes te nemen, zeide de markies en spoedde zich naar het loket. Hij ontving het gevraagde en liep, den werkman onder den arm nemend, haastig verder. I Een conducteur opende een wagon en deed onmiddellijk het portier achter de beide rei- zigers weer dicht. Het signaal voor het vertrek weerklonk en de trein kwam in beweging. Zij waren alleen in een coupé van de eerste klasse. De spoor- j beambte had tegen het glas een kaart aan gebracht, waarop met duidelijke letters het woord „Gereserveerd" stond gedrukt. We zullen niet gestoord worden, zeide Norbert, ik heb deze acht plaatsen betaald, j Waar gaan we heen vroeg Bertara. Een paar uur van Parijs met den snel trein, antwoordde de markies. Ik breng u in een stil hoekje in het Morvangebergte. Op mijn woord, voegde hij er glimlachend bij die ons daar wil zoeken moet al zeer slim zijn, vader Bertara. Norbert lachte steeds door. Het was een zeer eigenaardige lach, doch de oude man had geen kwaad vermoeden. Omstreeks hetzelfde uur, waarop markies d'Argental vader Bertara ver van Parijs leid de, waren Simeon en Chilperic een prachtig gebouw binnengetreden, dat gelegen was in de nabijheid van een der straten, die op het Bois de Boulogne uitkomen, een hoekhuis van een nieuw ontworpen straat, die nog niet het bordje droeg met de officiëele benaming er op geschilderd. Het was een bijna vorstelijk gebouw, welks uiterlijk, hoe grootsch dat zich ook voordeed, geenszins liet vermoeden, welke ongehoorde schatten het inwendig bevatte. We zullen later op die schatten terugko men en onzen lezers een denkbeeld trachten te geven van de Oostersche weelde, van de tooverachtige pracht, die den Aziaat Murad omringde en van de sierlijke vertrekken, waarin enkele merkwaardige tooneelen van ons verhaal worden afgespeeld. Simeon en Chilperic hadden blijkbaar de vrijheid, om naar eigen goeddunken uit GROOTE van MANTELS, COSTUUM-BLOUSE, ROKKEN en HOEDEN. Groote sorteering FALCON DAMES- en HEEREN REGENJASSEN, LOODENJASSEN, enz Onze winkels zijn Zondags tot 2 uur geopend. voortgevloeid, dat een paar jaar heeft geduurd en dat weer enorme bedragen men zegt f 35.000 had verslonden. Toen in laatste instantie werd beslist, dat de weigering der verzekeringsrnaat schappijen op goede rechtsgronden be rustte. De eigenaars van den voshengst „Artist de la Breure" kregen geen cent van het groote bedrag terug dat ze voor hot beest hadden betaald en enkele boeren gingen aan dit geval financieel ten gronde. En toen had het paard voor hen alle waarde verloren, het was voor nie mendal meer goed en zoo stond het ils slachtdier op de markt tusschen allemaal andere paarden, die al die glorie niet hadden gekend. Maar, ge lijk het Fransche spreekwoord zegt „bon sang ne peutmentir", tusschen al die andere sjouwers was en bleef de hengst een voornaam en adellijk, beest. Wat niet wegnam, dat het daarom voor den paardenslachter niet veel ,meer waarde bezat dan de allereerste rossinant uit een sleepersstal. Als het met,een paard eenmaal zóó ver is, wordt het hoofdzakelijk een kwestie van slachtgewicht. Tenslotte werd de vos aan de firma M. de Vries en Zo nen te R'dam voor f 120 verkocht. Waar mee vaststond, dat aan het eele ge rucht rond het eens zoo wondervolle ros, nu vanzelf een eind zou komen. Wie er straks biefstuk van eet, zal de getaande glorie er niet aan proeven. Evenwel, waar aan dit paard zooveel verloren is door de eigenaars, zal waarschijnlijk de legende omtrent het geval in de streek Zevenbergen nog lang blijven voortleven. Bloembollen-saneering. Nederlandsche Bloembollenex porteurs-centrale. De minister van Economische Zaken heeft benoemd in het bestuur van de vereeniging „Nederlandsche Bloem bollen-exporteurscentrale", gevestigd te Haarlem, te rekenen van den dag in te loopen, want al de Oostersche bedien den, die hen zagen, en Murad bezat een groot dienstpersoneel, lieten hen ongehinderd door gaan terwijl zij. zich diep voor hen nederbo- gen. In een kleinen salon, welks dikke tapijten iederen tred onhoorbaar deden zijn en waarin een Turksche lamp een helder, doch tevens zacht licht verspreidde, bleef het tweetal eindelijk stilstaan. Een man kwam van achter draperieën door de opening, die dezen salon verbond met het vertrek, dat meer bepaald voor Murad's per soonlijk gebruik was ingericht. Die man was schilderachtig gekleed in het nationale costuum der Armeniërs, hij droeg een bruin, lang vest met gouden knoopjes en zwart borduursel, om de heupen een zwart zijden sjerp en de zwarte wijde pantalon ein digde even over de knieen in wollen franjes en op het hoofd had hij een in bevallige plooi en gevouwen zwart zijden doek. Dat was Azep, Murad's vertrouwde kamer dienaar, die zijn meester om zoo te zeggen nooit verliet. Is uw heer te bed vroeg Chilperic Gc weet toch, vriendlief, dat uw heer ons ver oorloofd heeft op elk uur van den dag of den nacht hem te naderen. Wees daarom zoo goed hem te zeggen, dat wij hem gaarne on middellijk zouden willen spreken. Mijn meester slaapt niet, antwoordde de Armeniër, na hem op Oostersche wijze te hebben gegroet, door eerst de vingertoppen tegen het hoofd en daarop de beide armen kruiselings over de borst te hebben gelegd. Ik zal hem met uw komst in kennis stellen, waarop gij hem dadelijk zult kunnen spreken. Hij ging in het belendende vertrek en kwam terstond terug met de boodschap, dat Murad de beide mannen wachtte. Azep had te Constantlnopel een goede op voeding gehad en sprak bijna zuiver de taal van het land, waar hij zich nu bevond. Chilperic en Simeon traden binnen. Achter in een klein vertrek bij een lage, met paarlmoer ingelegde tafel, waarop twee lampen stonden te branden, lag op een divan met breede kussens gemakkelijk uitgestrekt een nog jonge man. Terwijl hij naar zijn beide agenten opzag, legde, hij het boek, waarin hij gelezen had, uit de hand. Daarop trad hij op hen toe. Murad was een schoone man van omstreeks vijf-en-twintg-jarigen leeftijd, groot, slank, zeer elegant, met zwarte, fluweelzachte oo- gen, en met een witte gelaatskleur, die aan albast deed denken. Hij had een breed en schrander voorhoofd. Een zijdeachtige baard omlijstte den mond en bedekte gedeeltelijk de wel wat al te breede lippen, het eenige van zijn gelaat, dat aan zijn Oostersche af komst herinnerde. Hij was op Europeesche wijze gekleed. Daar er geen stoelen in de kamer stonden, wees Murad den agenten een lagen divan aan, om daarop plaats te nemen, doch zij bleven bij voorkeur staan. Hebt gij eenig spoor gevonden van Ber- tara's erfgenamen vroeg Murad met leven dige belangstelling. Meer dan dat, patroon, antwoordde Chil peric. We hebben de erfgenamen zelf gevon den, zoo niet allen, dan toch eenigen van hen. Ongelukkig genoeg is deze zaak hiermede geenszins afgeloopen, integendeel, we zijn, om zoo te zeggen, niet veel verder dan toen we begonnen. Luister u maar. Hij vertelde hierop hoe zij, steeds bezig om Laguyane in al zijn handelingen te bespie den en te volgen, de ontvoering haddon bij gewoond van een jong meisje, nabij een standplaats van huurrijtuigen in de rue des Meaux. Hij deelde vervolgens mede, hoe zij genoodzaakt waren geworden het rijtuig, dat Laguyane en het meisje vervoerde, in den steek te laten en hoe daarop hun bemoeiin gen toch niet vruchteloos waren gebleken, daar het toeval hun een brief in handen had gespeeld, die bestemd was om Bertara, den vader van het ontvoerde meisje, te misleiden. Zij hadden de woning van een der erfgena men ontdekt. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1