-Zit
24e JAARGANG
DINSDAG 25 JULI 1933
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
No.
ONDER DEN VUURTOREN.
OM HET GOUD.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per S maanden f 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN
BUREAU:
{SIpnolyfTJi^oef Wlertnyen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN.
Van 15 regels
Iedere regel meer
0.50.
f 0.10
Straperlo und kein Ende. In Ne
derland Nederlandsch.
Burgemeester Kolfschoten van Edam is
een magistraat die met zijn tijd meegaat en
heeft als feestredenaar ook een zekere ver
maardheid verworven. Hij kan zijn talenten
steeds meer ontplooien, want er zijn weer
diverse officieele openingen in het zicht.
Plannen tot stichting van een modem Casino
zijn in een vergevorderd stadium van voor
bereiding. Kunsttentoonstellingen, muziek en
zang zullen er hoogtij vieren. Gedacht wordt
bovendien aan bridge-, schaak- en biljart
wedstrijden, terwijl voorts het Straperlo
er zijn intrede zal doen. Wat het laatste be
treft in navolging van hetgeen den laatsten
tijd o.m. Scheveningen, Zandvoort en Laren
deden. De goklust zit er bij ons Nederlanders
nog diep in en de kans op een grooter of klei
ner fortuintje aan de speeltafel brengt me
nigeen er toe om een kansje te wagen, om
üldijjS als het kan de door de crisis zoo sterk
gedaalde inkomsten weer wat op peil te
••brengen.
Volgens een bericht uit Westfriesland wor
den in deze landstreek pogingen aangewend
om de studie en de beoefening van het West-
friesche dialect meer leven in te blazen en
daarbij aanraking te zoeken met de Friesche
taalbewegingen. In dit streven schuilt onge
twijfeld iets sympathieks. Gehechtheid aan-
en liefde tot de taal en spraak is niemand
kwalijk te nemen en moet men eerder waar-
■deeren. Stellig is het van belang, dat aan
•het typische Westfriesche taaleigen aandacht
wordt geschonken en dat het b.v. voor het
tooneel en de dichtkunst zoowel als voor an
dere uitingen van het geestelijk leven der
streek wordt bewaard. Intusschen krijgt de
zaak een zeer bedenkelijken kant door de
toevoeging omtrent samenwerking en aan
sluiting bij de Friesche beweging. Bedenke
lijk om twee redenen. In de eerste plaats om
dat het ons oppervlakkig voorkomt, dat beide
dialecten ongeveer in niets op elkaar gelij
ken dan in naam en dat, mocht er in een ver
verleden al eenige stamverwantschap aan
wijsbaar zijn geweest, de Friesche letterkunde
den Westfriesch van heden Latijn zal toe
schijnen, in elk geval iets waar hij vreemd
tegenover zal staan. In de tweede plaats zien
wij, welke afmetingen het taalrumoer
Friesland begint aan te nemen. Niet tevreden
met de natuurlijke rol, die de Friesche taal
sedert eeuwen vervulde, n.1. die van omgangs
taal op het platteland en op de planken,
trachten enkele heethoofden met geweld het
Friesch tot de officieele taal te maken en
kerk, school en gerechtsgebouw, iets wat het
nooit geweest is. Dit onnatuurlijk drijven kon
leiden tot -excessen als het voorval in de
Leeuwarder rechtszaal, waarbij een jeugdig
student brutaal weigerde om de taal van zijn
•vaderland, d.w.z. Nederlandsch, te bezigen.
Laat men nu toch oppassen om iets derge
lijks hier niet te ontketenen. Beter dan kunst
matige taalgrenzen te scheppen is het, de
oude dialecten op de plaats te laten waar ze
staan en geen onnoodige splitsing en ver
brokkeling in de spreektaal in de kaart te
spelen. Door al te veel aandacht aan de ei
gen taal te schenken zooals in Friesland sluit
men zich van de rest van het land af en ont
aardt het eerst zoo sympathieke streven in
een zucht naar afscheiding en zich blind
staren op het verleden met voorbijgaan van
wat de moderne rijd vraagt. Niet door het
opmetselen van nieuwe taalmuren maar door
afbraak van bestaande wordt de eenheid van
ons volk gediend.
OBSERVATOR.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
HET GOUD VAN DE „LUTINE".
Het bergingstoestel boven bet
wrak.
Vrijdag is liet kegelvormige onder
stuk van het bcrgings toestel van den
heer Beckers op pontons van de haven
van Terschelling overgebracht naar
het Lutine-terrein tusschen Vlieland en
Terschelling en daar op den zeebodem
geplaatst. In den namiddag, kwam men
op het terrein aan, doch eerst in de
avonduren toen de vloed op zijn hoogst
was en er bijna geen stroo.ni meer
stond, kon de toren worden neergela
ten. Om 8.41 liet men den toren vie
ren. Om 8.50 raakte de onderkant van
den toren het spiegelgladde zee-opper
vlak. Om 9.15 bereikte het toestel den
zeebodem. Slechts een klein stuk van
den toren, naar schatting, een vierde
gedeelte, bleef boven het water uitste
ken. De toren stond echter ongeveer
tien graden scheef. Men zal thans
trachten den toren recht te krijgen. De
werkzaamheden worden zoo spoedig
mogelijk voortgezet.
In. een hooivork geloopen.
Te Bodegraven liep de landbouwer
V. ,rnet zijn oog in een hooivork, welke
achter uit een voer hooi stak.
Ilij is naai- het ziekenhuis te Leiden
vervoerd.
Waschbeer aan de Waddenkust.
Een arbeider, die te Wierum buiten
den zeedijk eenige werkzaamheden
verrichtte op een landingshoofd, be
merkte aan het eind hiervan een hem
onbekend dier, ter lengte van 60 a 70
c m. Daar hij meende, dat het beest
hem zou aanvallen, sloeg hij het dood
.met een stuk hout.
Dierenkenners herkenden het beest
als een waschbeer.
Hoe dit dier -- dat in Noord-Ameri-
■ka leeft -- aan de kust in het wild
voorkomt, is een raadsel.
Auto bij Earneveld door een trein
gegrepen.
Drie inzittenden, een predi
kant, diens vrouw en zoon ge
dood.
Zaterdagmiddag kort na vier uur
is op den onbewaakten overweg bij
Terschuur, in den verkeersweg Barne-
veld-Nijkerk, een auto door den snel
trein uit Apeldoorn gegrepen en ver-
morzcld. Van de drie inzittenden, ds.
FEUILLETON.
(21.
De jongeman begreep wat de reus wilde en
verdween daarom in een zijstraat, waar hij
•zich achter een vooruitspringende winkelkast
verborgen hield.
Het werd van oogenblik tot oogenblik duis
terder en de wind was nog verdubbeld in he
vigheid hij liet de gasvlammen dansen,
alsof ze onzinnig waren geworden.
Laguyane ging verder zonder eenig kwaad
vermoeden. Hij doorkruiste tal van straten,
liep de groote gasfabriek voorbij, volgde den
boulevard Ney en kwam tenslotte in een bui
tenwijk, die om zoo te zeggen nog onbebouwd
was, een woest terrein met enkele loodsen en
schuren tusschen de porte d'Aubervilliers en
de porte La Chapelle.
Half sluipend volgde Valentin de schreden
van den bandiet en liet zich bij de minste
verdachte beweging zijnerzijds plat op den
grond vallen. Tienmaal had hij Laguyane uit
het gezicht verloren, tienmaal had hij hem
weder gevonden.
De wind was tot een storm aangewakkerd
en belette Laguyane de hem volgende schre
den te hooren.
Toen nu de bandiet in de dikke duisternis
van het woeste terrein verdween, sidderde
Valentin bij het denkbeeld, dat hij hem thans
niet meer zou kunnen volgen. Daar verdreef
een windvlaag de wolken voor de maan, het
was een oogenblik vrij helder. Dat was vol
doende, om den koenen vervolger te laten
merken, hoe Laguyane verdween in een laag
huisje, dat daar in de diepste duisternis als
verloren lag.
Goed, dacht Valentin, daar is de kerel
binnengegaan, nu ben ik zeker van mijn zaak.
Uit voorzichtigheid wachtte hij eenige mi
nuten, op den vochtigen bodem uit gestrekt,
tot de wolken het maanlicht opnieuw geheel
zouden hebben onderschept. Toen stond hij
B. Tichelman Jszn., Ncd. Ilerv. predi-
jkant te Scheveningen, diens echtge-
noote en den 25 jarigen zoon, werden
Ide beide laatstgenoemden op slag ge-
jdood. Zwaar gewond werd de predi
kant naar liet Ziekenhuis te Amers-
jfoort overgebracht; waar hij om
|streeks 7 uur in den avond is over
leden.
Hee fcet Giigeluk gebeurde.
Omtrent dit droevig ongeval, dat in
jde omgeving van Barnevehl groote
ontroering heeft gebracht, nog het
volgende
Op de spoorlijn Apeldoorn-Barne-
veld-Amersfoort zijn tal van onbe
waakte overwegen, 't Is hier dus voor
auto-bestuurders zaak steeds goed op
te letten. De overweg, waar het onge
luk gebeurde, ligt even voorbij het sta
tion Barneveld, voor Terschuur, bij
wachtpost 57.
Op het oogenblik dat Zaterdagmid
dag trein 168, welke om 15.49 uit Apel
doorn vertrokken was, den overweg
passeerde, naderde pnet een flinke
vaart uit Barneveld-dorp in de rich
ting Nijkerk een particuliere auto,
waarin gezeten waren ds. Tichelman,
diens vrouw en een zijner zoons.
Laatstgenoemde zat aan het stuur.
De auto werd door den trein gegre
pen en ruim een halven kilometer mee
gesleurd. Mevrouw Tichelman en haar
zoon werden direct aan den kant van
de weg geworpen en op slag gedood
ds Tichelman vond men, toen de trein
tot stilstand was gebracht, in liet wrak
van de auto, zwaar gewond.
Dr. A. J. van Galen uit Voorthuizen
was spoedig ter plaatse en met den
heer J. Sanders Ezn., tandarts te Am
sterdam, die zich in den trein bevond,
en dr. F. Gerritzen, arts te Lunteren,
die per auto passeerde, verleende hij
de eerste geneeskundige hulp. Ds.
Tichelman had een zware schedelbreuk
hekomen en in vrijwel hopeloozen toe
stand werd hij naar het St. Elisabeths
Gast- of Ziekenhuis te Amersfoort
overgebracht, waar hij enkele uren
later, zonder tot bewustzijn te zijn ge
komen, is overleden.
Dr. Van Galen wees er op, dat het
uitzicht aan beide zijden van den onbc
waakten overweg zeer goed is, zoo
dat het niet mogelijk is, dat de be
stuurder van de auto den sneltrein
niet tijdig zou hebben opgemerkt.
Ds. Tichelman was op weg naar
Amersfoort, waar hij Zondagochtend
in de stichting „Zon en Schild" een
godsdienstoefening zou leiden.
Het droevig ongeval heeft ook in de
Residentie, meer in het bijzonder on
der de bevolking van Scheveningen,
groote verslagenheid gebracht. Ds. Ti-
chelmans, die 57 jaar oud was en in
Chr. Historische kringen een vooraan
staande plaats innam, was de oudste
der vijf predikanten in het visschers-
dorp.
INGEZONDEN STUKKEN.
Door den Heer E. den Herder, voorzitter
.Zuiderzeepartijte Harderwijk, is onder
staand manifest aan de leden der Eerste en
Tweede Kamer en aan de pers verzonden.
.'ian onze Volksvertegenwoordigers
HcogEdelGestr. Heeren
Nogmaals neem ik de vrijheid om beleefd
Uwe aandacht te vragen voor een buitenge-
woon ernstige zaak.
J Nu Dr. Colijn heeft verklaard dat de inpol
dering van de N.-Oostpolder zal worden door-
I gezet, maar dat er voor geleend zal moeten
j worden, en dat het welslagen dezer leening
in liooge mate afhankelijk is van het sluitend
maken der begrooting. roep ik U nogmaals
j toe Bezint eer gij begint."
In de eerste plaats is het verschrikkelijk
dat er in 1925 een wet gemaakt is, die vis
schers en nevenbearijven tot bedelaars of
paupers maakte en dat nu het Nederlandsche
Volk krom kan liggen, voor belastingverhoo-
ging en salarisvermindering, om deze treuri
ge onderneming te kunnen financieren.
't Lijkt nergens op om maar door te gaan
met millioenen te storten in die bodemlooze
put.
In de tweede plaats zeggen zelfs de landbou
wers „wat moeten we met die polders doen
Naar alle menschelijke berekening komt er
nooit behoefte aan meer cultuurgrond. Door
de kunstmeststoffen brengt de aarde zooveel
goede vruchten voort inplaats van door
nen en distelen dat de mensch het niet
meer op kan. De techniek heeft het zoover
gebracht dat we de kas-producten laat
staan de vruchten van de koude grond op
de mestvaalt kunnen deponeeren. Zelfs in
Duitschland, trots een invoerverbod, is het
zoover.
De voorsprong die de lage landen a/d zee
van ouds op de hooge gronden hadden, is
door de uitvindingen totaal verdwenen.
't Is het toppunt om met deze wetenschap
nog meer van die dure grond aan de baren
te ontworstelen
En bestond de bodem der Zuiderzee heele-
maal uit vette klei, zooals binnen de lijn
SchoklandMarken, dan was er nog wat
voor te zeggen.
Maar alles wat buiten die lijn ligt is meest
zar.d of schelpen, bedekt met een dun laagje
modder. Tienduizenden H.A. van die grond
liggen in ons land nog braak en zijn voor en
kele honderden guldens per bunder te koop.
Inderdaad, het lijkt de dwaasheid gekroond,
om zooveel millioenen in die polders te steken
Maar ook als werkverschaffing heeft deze
onderneming zeer weinig te beteekenen, om
dat het bijna uitsluitend de machines zijn die
het werk doen.
En was die Zuiderzee woest en ledig doch
het tegendeel is het geval. Wijs mij een twee
de waterplas aan die zoo vruchtbaar is.
Zelfs nu hij afgesloten is verdienen de vis-
schers met paling visschen gedurende de zo
mermaanden nog rijk hun brood. De kwali
teit van de Zuiderzeepaling is zooveel beter
als van alle andere paling, dat de visschers
40 a 80 ct. per kilo ontvangen, terwijl andere
soorten voor de helft te koop zijn. En zoo
staat het precies met de puike Zuiderzeebot
en alle andere visch.
Het schreit ten Hemel dat zoo'n bedrijf
kapot gemaakt wordt.
Tenslotte bereikte de vloed tegen de af
sluitdijk al een hoogte van bijna 2' M. -f-
N. A. P. Aangezien de dijk op 3.75 -f N.A.P. is
berekend, is er dus maar 1 M. en 25 c.M. re
serve voor een vliegende storm. Dat is veel
te weinig.
Het zit de Harderwijkers nog in de botter.,
dat de stormvloedverhooging in Jan. 1916.
ruim 3 M. was.
Tel deze 3 M. bij de 2' 'c M. op en gij komt
tot een vloedhoogte van ruim 5 M. -f- N.A.P.
met een storm als in 1916.
Bij deze waterstand is de heele zaak red
deloos verloren.
En komen er watervloeden, als in 1825 en
1570. waarvan de Gedenksteenen te Harder
wijk spreken, dan komt er nog 1 a 1'/- M. bij
op en sloop langzaam, bij iedere tred zorg
vuldig luisterend, naar het huisje, waarin
Laguyane verdwenen was.
Hoe dichter hij bij dat huisje kwam, des te
duidelijker drong een eigenaardig gegons als
van verwijderde menschen stemmen tot hem
door. Het had iets van lachen, schreien en
schreeuwen tegelijk, maar zoo vreemd, alsof
al die geluiden uit de ingewanden der aarde
tot hem doordrongen, uit onderaardsche ge
welven.
Hoe vreemd Wat heeft dat te beduiden?
mompelde hij. En hij legde zijn oor tegen den
grond, maar hij hoorde niets anders dan hij
in staande houding reeds had gehoord en
niet te verklaren wist. Hij ging nog eenige
schreden verder, nu wa§ hij vlak bij het huis
je en zorgde wel voortdurend zorgvuldig te
blijven.
Het huis bestond slechts uit één verdieping,
die nochtans tamelijk hoog was. Vensterglas
zag hij nergens, maar de luiken waren zoo
zorgvuldig gesloten, dat zelfs geen scheme-j
ring van eenig licht naar buiten scheen te
kunnen doordringen.
Het onderaardsch gemompel was thans zoo i
hoorbaar voor hem geworden, dat hij nu en
dan enkele kreten onderscheiden, sommige;
woorden verstaan kon.
De storm deed de binten en het houtwerk
tusschen de muren kraken en de maan, nul
eens zichtbaar dan weder onzichtbaar, naar- j
mate zij al of niet door de wolken bedekt,
werd, gaf aan dit nachtelijk tooneel op dien
woesten grond een spookachtig, schrikaanja
gend voorkomen.
Ik heb, dunkt me, dit gebouwtje vroeger
ook weieens gezien, dacht Valentin, maar ik
heb het altijd voor een werkmansloods ge
houden, die niet bewoond werd.
Hij klopte behoedzaam aan de deur, ze was
goed gesloten aan den binnenkant. Geen
antwoord. Hij liep om het huisje heen. Het
zag er aan den achterkant eveneens uit als
van voren, twee ramen en een deur, die met
ijzeren roeden waren afgesloten. Hij beproef
de deur te openen. Het was niet doenlijk.
Terwijl hij daarmede bezig was, viel het hem
op, dat één der raamluiken eenigszins naar
buiten week. Met een enkelen sprong was hij
dat luik genaderd en trok het verder open,
waarbij de stang, die er overheen lag, moest
buigen of breken. Het eerste gebeurde.
Wij meenen reeds te hebben gezegd, dat
Valentin zeer slank en bijzonder lenig was.
Hij wrong zich door een kier, dien hij had
gemaakt en kwam zoodoende tot het inwen
dige van het gebouw. Hier heerschte zulk een
volslagen duisternis, dat hij letterlijk niets
kon onderscheiden. Met vooruitgestrekte han
den ging hij voetje voor voetje vooruit, ten
einde niet onverhoeds tegen het een of ander
meubelstuk te loopen en dat omver te wer
pen. Maar het vertrek, waarin hij zich be
vond, stond geheel leeg.
Een deur, die hij opende, bracht hem in
een andere kamer, die eveneens onbewoond
en ledig scheen te zijn. Uit de diepte klonk
hem nochtans hetzelfde geluid~ir4^e ooren.
Het was een vreemd huis, waarin Valentin
zich thans eigendunkelijk toegang had ver
schaft. In zijn verlatenheid stond het daar
zoo goed als een bouwval. De politie, in de
meening dat het vervallen huis niet bewoond
werd, zag er volstrekt niet naar om. Slechts
bij de menschen, die daar in de buurt woon
den of er hun bezigheden hadden, stond het
bekend onder den curieusen naam van „Het
Kanon van Marseille."
Dat onaanzienlijke gebouwtje op een woes
ten, ledigen grond, liet al zeer weinig ver
moeden, wat daarin of liever wat daaronder
verborgen was. Men had daar namelijk on
deraardsche vertrekken, behoorlijk van stoe
len en tafels voorzien en ook behoorlijk ver
licht, want het zoogenaamde Kanon van
Marseille was niets anders dan een geheime
kroeg, een drankhuis, dat zijn bepaalde be
zoekers had.
Bij een smalle tapkast in een hoek van het
eerste vertrek onder den grond zat een groo
te, magere doch sterk gespierde vrouw met
bijzonder harde gelaatstrekken, wier rechter
wang een in het oog loopend rood vlekje had.
Zij was het, die den bijnaam had van „Ker-
sepit" en thans bekend stond als vrouw van
Laguyane.
De kelders waren op dit oogenblik vol be
zoekers, die voor het meerendeel reeds min of
meer beschonken waren. Van tijd tot tijd werd
daar hevig gevochten en als de gasten pre
sent waren, werd daar altijd gedronken, ge
dobbeld, getwist en gevloekt. Dien avond wa
ren reeds tweemaal de messen getrokken,
zonder dat iemand er ook maar aan had ge
dacht, om de vechtenden te scheiden, hoe
wel het bloed reeds rijkelijk had gestroomd.
Zoo ging het daar bijna avond aan avond.
Verder was het hier de plek, waar allerlei
misdaden werden beraamd, en plannen tot
diepstal ontworpen. Hier kwamen benden
boosdoeners bijeen, die zich des nachts over
alle wijken van Parijs zouden verspreiden.
Hier werd de buit, geld en kostbaarheden tus
schen de vaak met bloed bevlekte handen
verdeeld bij het walmend licht der olielam
pen.
I Valentin was inmiddels genaderd tot het
valluik, dat geopend, toegang verschafte tot
het eerste onderaardsche lokaal waarin de
tapkast stond en waar de eigenares dezer zeer
bijzondere inrichting ze telde. Valentin had
j den ring van het luik gevonden. Hij beprocf-
de het op te lichten, doch dit gelukte hem
niet. Blijkbaar was het luik aan den anderen
kant met een haak of grendel vastgezet.
Zoo zal het zijn, dacht de jongeman,
j Ze zullen hier alleen openmaken, als ze eerst
.het afgesproken teeken hebben gehoord.
Zware schreden weerklonken in zijn nabij
heid.
Valentin terecht voor een overval beducht,
wendde zich ijlings van het luik af liep naar
het eerst door hem betreden vertrek en maak
te zich toen uit de voeten langs denzelfden
weg, dien hij gekomen was.
Het was buiten nu al even duister als bin-
nen en de nacht nam den jongeman onder
zijn beschermende vleugeLs.
j Enkele mannen verlieten het Kanon van
Marseille en verspreidden zich buiten in ver-
schillende richtingen over den woesten grond,
waarna zij in alle stilte verdwenen.
Eenige minuten later een tweede, en daar
op een derde en vierde groep, zonder eenig
geruisch, zonder een woord te spreken. Daar
op bleef alles stil. Er was geen enkele gast
Er moet dus gerekend worden met water
vloeden van 5 a 6' M. En dan loopen er ook
ongeveer zulke hooge golven.
Al mijn voorspellingen zijn ten 2e male uit
gekomen. De afsluitdijk, de uitwateringsslui
zen. de schutsluizen, de Friesche- en Noord
Hollandsche dijken en de dijken om de ei
landen zijn nog veel te laag.
Natuurlijk gelooft U me niet. EK? feiten die
ik noem laten bewijzen, durft U evenmin. U
voert liever Struisvogel-politiek. Zelfs de af
watering van het IJselmcer en de waterin-
laat van Friesland en N. Holland is niet in
orde, terwijl de Veluwe ontwaterd zal worden.
Voorheen was liet altijd ..Hij is belang
hebbende.*' Maar nu ben ik gedupeerde. Mijn
kapitale fabriek staat reeds 2 jaar stop. Geen
rood of wit zie ik. Ik ben koopman genoeg
om tc begrijpen dat met stroop meer te be
reiken is dan met azijn. Maar ik mag niet
anders spreken, het zou verraad zijn aan de
visscherij en mijn Vaderland.
Ga dus niet voort met inpolderen, want
het drama wat zich met de eerste de beste
zware storm af zal spelen, is al rg genoeg en
zal U doen zeggen „gelukkig dat we maar
naar hem geluisterd hebben." Voorop staat,
dat gij, als mannen van eer, zedelijk ver
plicht zijt de wet van 1918 en de belofte, dat
aan deze zaak geen smet zou kleven, na te
komen.
Met de meeste hoogachting,
E. DEN HERDER.
Voorz. Zuiderzee-Partij.
Harderwijk, Juli 1933.
Bewijs De Harderwijker haven. Een
werk van l1'*- ton vraagt 15 a 20 menschen.
De inhoud van dit stuk onderschrijven wij
wat het economisch gedeelte betreft, geheel.
Over het technische durven wij geen oor
deel uit te spreken. Als wij echter met eigen
oogen zien, dat met dikke topskoelte uit het
N.-West, de golven al bijna tot de kruin van
den afsluitdijk loopen getuige het drift
dan zeggen wij, met een Noorder-verloop als
in 1916, zullen ze er Meters hoog over heen
gaan.
In ons hart zijn we het dan ook geheel
met onzen Voorzitter eens, dat we vroeg of
laat de zee terug krijgen. Om echter het ge
vaar te ontgaan, dat onze schoone Binnenzee
verpest zal worden door hechten en wrakken,
zooals dc Waddenzee, waar visschen met het
gaande want bijna onmogelijk is. moeten we
geen keien, rijshout enz. meer hebben, we
hebben aan de overblijfselen van den afsluit
dijk meer dan genoeg.
Het bestuur van de Zuiderzee-Partij,
A. KLAASSEN, Secr. Vischhandelaar.
B. PETERSEN, Penningm.
G. PETERSEN. H K 44.
J. JANSEN, H K 74.
J. FOPPEN. H K 13.
J. TROMP Jz. Vischhandelaar.
Ieder Nederlander die voor is, gelieve
naamkaartje, briefkaart met handteekening
of ander bewijs voor 1 Sept. a.s. te zenden
aan onzen Voorzitter. Het stuk is verzonden
aan de Kamerleden, Ministers en het Ko
ninklijk Huis, benevens aan tal van Dag- en
Weekbladen.
Vóór hei zonnebad
eerst de huid inwrijven met-><=-
„2ij"-crême of „Zij"-olie. Dat
voorkomt zonnebrand en
Uw huid wordt tevens
prachtig gebruind.
>J "CRÈME of..7'j"OLIE
In prijzen von 20-75 cl.
meer in de geheimzinnige lokalen.
Valentin kwam weer naderbij en luisterde.
Geen klank drong meer tot hem door.
Wat nu te doen dacht de jongeman. Dit
is ongetwijfeld de schuilhoek van Laguyane,
waarvan Simeon gesproken heeft.
Voor het oogenblik meende Valentin niets
beters te kunnen doen dan huiswaarts te kee-
xen en te gaan slapen. Met hetgeen hij ont
dekt had, zou hij Trompelet en August zoo
spoedig mogelijk in kennis stellen en die zou
den den volgenden avond of later den bandiet
hier wel weer vinden.
Hij verwijderde zich langzaam en had nau
welijks eenige schreden gedaan, toen hij plot
seling stilstond, als door een boven natuur
lijke verschijning getroffen. Voor zijn voeten
zag hij iets glinsterends, een flikkering als
die van een ster aan het uitspansel. Half
werktuiglijk zette hij zijn voet op die glinste
ring, meenende dat het een plasje was, dat
een der sterren weerkaatste. Maar er stond
geen enkele ster aan den zwaar bewolkten
hemel, het regende, de wind was gaan lig
gen.
Valentin trok zijn voet terug en zag waar
lijk wederom dezelfde flikkering. Hij bukte.
Het licht kwam uit de diepte, naar het hem
voorkwam uit een lange smalle gang of ko
ker, die diende om lucht te brengen in de
onderaardsche gewelven. De ingang was met
planken bedekt, waarover men aarde en kie
zel had gelegd. De aarde was misschien ge
deeltelijk weggeregend en op die wijze was
er tusschen twee naast elkander liggende
planken een kleine opening ontstaan.
Het kostte Valentin al zeer weinig moeite
de kiezelsteenen en de los geworden aarde
met zijn handen te verwijderen en vervolgens
trok hij ook de tot dekking dienende planken
weg.Het waren er drie. Door de nu vrij ge
raakte opening drong een flauw licht, dat
zeker op minder duistere nachten ternauwer
nood zou zijn opgemerkt. Valentin voelde zijn
hart kloppen. Wat hij nu wilde ondernemen
was een gevaarlijk spel, waarmede zelfs zijn
leven kon gemoeid zijn. Dat wist hij maar al
te goed.
(Wordt vervolgd.)