Prijsvermindering 24e JAARGANG VRIJDAG i SEPTEMBER 1933. No. 69 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQBN EN OMSTREKEN ONDER DEN VUURTOREN. OM HET GOUD. KANAALWEG 156 DEN HELDER. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden L— ÜITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN BUREAU Hippol jtushoef Wlerlnfcr*. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN. Van 1—5 regels Iedere regel meer 0.50. f 0.10 Einde van het badseizoen op Texel. Vreemde historie met een diaken huismannetje, (niet dat van Hilde brand.) Hoop en vrees in de buurt van Alkmaar. Opbouw en afbraak in de buurt van Hoorn. „Het badseizoen heeft zijn hoogtepunt ach ter den rug, de kentering is ingetreden" al dus verzucht men in De Koog. Duidelijk tee kent het zich daar af, dat het met de druk te in dalende lijn gaat. De afgeloopen weken is het een komen en gaan van badgasten ge weest, maar thans zijn de vertrekkenden in de meerderheid. Opvallend was hoe dage lij ksch het aantal „vreemde" wandelaars in het dorp kleiner werd. Veel duinkampeerders hebben hun tenten afgebroken en zijn naar elders vertrokken. Nog slechts weinig dagen (weken zou te optimistisch uitgedrukt zijn) en dit badseizoen zal afscheid hebben geno men. Zooiets schrijft men uit Nieuwe Niedorp niet, want dat is geen badplaats. Toch is hier enkele dagen geleden een nogal opzienbarend bad genomen, zij het dan ook onvrijwillig. Zooals U misschien weet zijn de jongelui daar ter plaatse zeer sportief aangelegd, Vooral' het kanovaren is momenteel buiten gewoon in zwang. Zelfs tot laat in den avond als het al pikdonker is, hoort men langs de dorpssloot het geklikklak der roeispanen. Geen wonder, dat deze sport aanstekelijk werkte op de ouderen. Althans twee verpleeg den uit het Tehuis voor ouden van dagen tezamen 150 jaar tellende, wilden deze sport Maandagmiddag ook eens beoefenen. Hoewel geen kleine kano te hunner beschikking stond was het gebruikte vaartuigje zeer rank. Toch zou de proef waarschijnlijk een goed einde hebben genomen, ware het niet, dat één van de beide oudjes al te overmoedig werd. Met jeugdig vuur sprong hij reeds op den wal, vóór het bootje goed en wel vast lag. Het ein de laat zich raden de sprong was wat al te groot voor de stramme gewrichten en opa plompte onder ijselijk noodgeschreeuw ach terover in het water. Gelukkig voor hem was er hulp ter plaatse en met vereenigde krach ten werd de onfortuinlijke duikelaar weer op het droge gehaald. Denkelijk is den hee- ren thans den lust vergaan om hunne proef- nemingen verder voort te zetten. Wat de baders in Alkmaar betreft, onder hen liepen den laatsten tijd geruchten, dat daar ter plaatse de ziekte van Weil gecon stateerd zou zijn. Voornamelijk bestond vrees, dat het familiebad „De Bergermeer" besmet zou zijn. Gelukkig blijkt het thans, dat de vrees ongegrond is en er geen bezwaar be staat, van het gemeentebad gebruik te ma ken. Te Sint Pancras aanschouwt men met groot welgevallen de asphalteering van den Bene- denweg, die al aardig opschiet. De onderlaag óver de geheele lengte is gereed en de vol gende week zal worden begonnen met het eigenlijke wegdek. Binnen enkele weken zal Sint Pancras dan een nieuwen weg rijk zijn, waarnaar bijna iedere plattelandsgemeente jaloersch zal kijken. Door den aanleg der prachtige wegen wordt het dorp langzamer hand zeer verfraaid en kan het een aantrek kelijke woonplaats worden voor velen, die er van houden buiten te wonen en toch in de onmiddellijke omgeving der stad. Te Hoorn is nu een aanvang gemaakt met het afbreken van den bekenden koepel op de St. Cyriacuskerk aldaar. Restauratie of ver nieuwing zal niet plaats hebben. Gebleken is, dat de koepel sedert eenigen tijd gevaar op levert voor de omgeving. Nieuwe kerkbouw vond daarentegen plaats te Zwaag, waar voor enkele dagen onder groote belangstelling de nieuwe R.K. kerk door Mgr. Aengenent, Bis schop van Haarlem, werd ingewijd. Nog een nieuwtje uit die omgeving te Schellinkhout is de oudste inwoner dezer gemeente overle den in den ouderdom van bijna 99 jaar. Ver der ditmaal geen nieuws onder de zon en onder den vuurtoren. OBSERVATOR. BINNENLAND5CH NIEUWS. Gevolgen van de droogte. Door de weer opnieuw ingevallen felle droogte begint het er voor de vee houders aan den Maaskant hachelijk uit te zien. Op de meeste plaatsen heeft het vee geen voedsel meer, daar de weilanden geheel door de zon ver schroeid zijn. Ook is het water zoo laag, dat moeilijk aan drinkwater is te komen. Loopt andere jaren om de zen tijd het vee in een malsche nawei- de, thans is ook deze kost binnen en kele dagen op. De toestand voor de veehouders, die toch al niet rooskleu rig is, wordt door dit gebrek aan voed sel voor het vee nog verzwaard. Bloembollen naar Frankrijk. De Minister van Economische Za ken heeft bepaald, dat met ingang van 1 September voor den uitvoer naar Frankrijk certificaten zullen worden afgegeven voor bloembollen. Met het uitgeven der certificaten is heiast mr. M. van Toulon van der Koog, te Haar lem. Nationale paardententoonstelling Utrecht. Kortgeleden hebben alle warmbloed- paardenstamhoekvereenigingen en de Nederlandsche federatie van landelijke ïijvereenigingen zich aanééngesloten tot den „Bond voor de Nederlandsche wafimbloedfokkerij", welke organi satie vanaf dat oogenblik als de cen trale organisatie der Nederlandsche warmbloedfokkers moet worden be schouwd. De jonge organisatie heeft onmiddel lijk den zwaren arbeid piet volle kracht aanvaard en zal o.a. ter gele- 'genheid van de jaarlijksche paarden- 'en veetentoonstelling te Utrecht op 13 'September a.s. aldaar een keurcollec- tie Nederlandsche warmhloedpaardcn demonstreeren aan de hand, in het tuig en onder den man. De allerbeste merries van ons land zullen mededingen. De stamboek-orga nisaties zenden de door hen uitgezoch te collecties in. Op 12 Sept. des namiddags is er voorkeuring der paarden in drie klas sen (aan de hand) n.1. in een zware-, middelzware- en lichte klasse. Vermoedelijk zullen een kleine 70 eersteklas merriën deelnemen. Voor alle fokkers en paardenliefheb bers een prachtdag. Door bijen aangevallen. Toen de vrouw van den arbeider T. te Buinen (Drente) een geit, die door een zwerm bijen was overvallen, wil de helpen, werd zij zelf door den zwerm overvallen. Door huren moest zij wor den verlost. De bijen hadden haar zoo danig gestoken, dat medische lnilp moest worden ingeroepen. De geit wist zich door in een heg te kruipen van de lastposten te ontdoen. Ernstig ongeluk te Koedijk. Dinsdagmiddag te ongeveer 4 urn- had hij de N.V. tot Expl. van dorsch- machines te Koedijk 'n ernstig onge luk plaats. De arbeider A. Lugtigheid geraakte met de rechterhand zooda nig in de pers bekneld, dat de geheele hand er bijna af was. Mevr. Middel- beek-Boterman verleende de eerste hulp. Per auto van het Stadszieken huis werd hij direct naar Alkmaar ver voerd. Haarlem slaagt niet. Hevige zeeën werkten tegen. De agent van politie J. C. Haarlem uit Den Haag is Dinsdagmorgen om 7.30 te Kaap Grisnez gestart om een poging te doen over het Kanaal te zwemmen. Door de hevige zeeën werd de Nederlandsche zwemmer echter ge dwongen zijn strijd tegen de golven te staken en op advies van zijn hel pers gaf hij zijn poging op. De zwem mer zal naar Den Haag terugkeeren. Zeer waarschijnlijk zal hij in Septem ber wederom een poging wagen het Kanaal over te zwemmen. FEUILLETON. 32. Ja, dat is waar, dat heeft hij mij inder daad gezegd. Maar hoe kunt gij dat weten, mijnheer vroeg Gabrieile op haar beurt en zij deed het niet zonder eenig wantrouwen. Noem mij uw naam, mijn kind, zei Mu- rad gejaagd. Ik bid u daarom. Hoe heet gij Gabrieile Bertara, mijnheer. Ja, gij zijt het, gij zijt het riep Murad bijna jubelend. Ik heb het bij het begin van uw verhaal reeds vermoed. Gij zijt het, die ik reeds zoolang tevergeefs gezocht heb. Zocht gij naar mij vroeg het meisje verwonderd. Ja, om u in het bezit te stellen van het vermogen, waarover men u heeft gesproken, want dat waren geen leugens, mejuffrouw, dat was geen droombeeld, gij zijt rijk, onge hoord rijk Gabrieile streek langzaam met haar hand langs haar voorhoofd. Sinds eenige dagen is mijn leven zoozeer ten speelbal geweest aan het noodlot, zeide zij, dat ik tusschenbeide vrees, het verstand te verliezen. Arm kindmompelde Murad medelij dend. En hij deelde haar mede, welke zen ding hij voor den overleden heer Bertara, Gabrielle's oom, had op zich genomen. Ik gaf bijna den moed op, u ooit te zullen vinden, Gabrieile, besloot hij, want nagenoeg op het zelfde oogenblik, waarin twee mijner agen ten eindelijk uw woning hadden ontdekt, waart gij evenals uw vader door andere men- schen weggevoerd, gij weet toch, dat ook uw vader verdwenen is nietwaar Mijn arme vader zuchtte Gabrieile. Wat is er van hem geworden Daar wij eenigen grond hebben tot de veronderstelling, dat hij zich in de handen van Norbert bevindt, zullen wij zijn tegen woordig verblijf wel weten uit te vinden, dat durf ik u vast beloven. Wees dus omtrent zijn lot gerust. Maar het is zeer laat, hernam Murad op bezorgden toon, de gebeurtenissen van dezen nacht hebben u natuurlijk gewel dig aan gegrepen en gij moet nu gaan sla pen. Ik zal u een kamer laten wijzen in den vleugel van het gebouw, welke bewoond wordt door mijn twee zusters, met wie gij morgen zult kennismaken. Slaap in vrede, Gabrieile Ik zal over u waken. Hij vatte haar hand en kuste die, zonder een blik van haar af te wenden, zonder dat de glimlach van zijn gelaat week en het jon ge meisje voelde daarbij een vreemde aan doening, tegelijk heerlijk en smartelijk, een aandoening, die in het hart haar zetel scheen te vestigen. Hij was reeds een paar minuten uit de kamer en nog bleven haar oogen gevestigd op de donkere, uit Oostersche stof vervaar digde portières, waarachtig Murad verdwe nen was en waar zij nog altijd het beeld van den jongeman met zijn eigenaardigen zach- ten glimlach en zijn smachtende, donkere oogen meende te aanschouwen. Een vrouw trad binnen en groette Ga brieile. Zij droeg een rood met gouddraad door stikt hoofdtooisel, de lange zwarte haardos was met gouden muntstukken versierd en een ruim kleed met een gordel bedekte het bo venlijf, terwijl een veel kleurig, gestreept on derkleed tot over de knieën viel. De bloote voeten staken in gele muiltjes. Zij sprak enkele woorden tot Gabrieile in een taal, die het meisje niet verstond, maar toen zij dat bemerkte, gaf zij eenvoudig een teeken om haar te volgen, wat de onverwach te gast in het paleis gewillig en onbekom merd deed. Weinige minuten later was Gabrieile door vermoeienis overweldigd, reeds in slaap ge vallen. Zij lag op een laag, achter gordijnen van cachemir verborgen bed. Haar slaap werd verlevendigd door droomen, waar zij zich zelve aan de zijde van haar gelukkigen vader BUITENLANDSCH NIEUWS. WONDERKLOK TE MESSINA. Symbolische ornamenten. Gedurende de Augustusfeesten is, naar V.D. meldt, te Messina de groote astronomi sche klok in den toren van de kathedraal al daar ingewijd. Het uurwerk heeft aan elke zijde een wij zerplaat met een middellijn van 4'Za m. Een der bijzondere bezienswaardigheden van de klok is een leeuw, die eiken dag om 12 uur zich drie maal opricht, met zijn staart zwaait, om zich heen kijkt en brult, 's Morgens, 's middags en 's avonds laat een haan zijn gekraai over de stad weerklinken. De opeen volging der uren wordt mede aangegeven door symbolische voorstellingen van geboor te, jeugd, rijperen leeftijd en ouderdom. De betreffende figuren trekken langzaam voor bij, elk uur een andere. Aan het eind van den weg worden zij opgewacht door den dood, die door het opheffen en weer doen dalen van zijn zeis eraan herinnert, dat alweer een uur voorbij is. Verder bevinden zich aan het uurwerk nog andere figuren, die zich in tegenovergestelde richting voortbewogen en de dagen van de week voorstellen. DRIE ZIGEUNERS ONSCHULDIG GELYNCHT. Op de jaarmarkt te Vavarin in het Mora vadal heeft een woedende volksmenigte drie zigeuners gelyncht, die, zooals later bleeK, onschuldig waren. De „Politica" deelt hieromtrent de volgen de bijzonderheden mede Naar de jaarmarkt, die door ongeveer tienduizend boeren be zocht was, waren ook vele zigeuners geko men. De zigeuners brachten een opvallend mooi blind zigeunermeisje van ongeveer 7 jaar mee, Anica Marinkovic genaamd, verge zeld van haar moeder Schiwana. Plotseling trad een boer op de kleine toe en zei „Jij bent geen zigeunerkind ik ken je, je bent het kind van mijn 2uster, dat door zigeuners geroofd en sedert dien spoorloos verdwenen is." De boeren riepen gendarmes en het kind werd met de moeder naar het politiebureau geleid om een onderzoek naar de afkomst van het kind in te stellen. Inmiddels verbreidde zich onder de bezoe kers van de jaarmarkt het gerucht, dat zi geuners een kind geroofd en blind gemaakt hadden. Een menigte van drieduizend perso nen verzamelde zich voor het politiebureau en nam weldra een dreigende houding aan. Een zigeuner, die zich tusschen de menigte bevond en zich voor de steeds gevaarlijker wordende stemming in veiligheid wilde bren gen, werd achtervolgd en met steenen dood gegooid. Ten slotte slaagden de boeren erin, de moeder en het meisje te ontrukken aan de handen der gendarmes, waarna de vrouw werd doodgeslagen, evenals een tweede zi geunerin, een vriendin van de moeder, die naar het politiebureau was gekomen om als getuige op te treden. De menigte trok vervolgens naar het zigeu nerkamp aan den oever van de Morava. De dooaelijk verschrikte zigeuners sprongen in het water, dat ter plaatse ruim tien meter diep is. De boeren wierpen de paarden der zigeuners in het water, doodden de apen, dn in het kamp rondliepen, wierpen ook de wa gens in de rivier en sloegen alles kort en klein, wat hun in handen kwam. Het kleine meisje, dat door de gendarmerie weer bemachtigd was, riep echter huilend om haar moeder die inderdaad, zooals het onderzoek uitwees, de moeder van het kind was. De bloedige [gebeurtenissen te Varvarin. De vreeselijke gebeurtenissen te Varvarin. die tot het lynchen van drie zigeuners leid den, hebben tot een verrassende ontdekking geleid. De autoriteiten nemen het als zeker aan, dat de aanval op de zigeuners is gepro voceerd en geënsceneerd door een bende zak kenrollers. Men leidt dit af uit het feit, dat eenerzijds de man, die vei^laarde dat het blinde zigeunermeisje zijn geroofd en blind- gemaakt nichtje was, spoorloos is verdwenen en zelfs geen pogingen heeft gedaan zijn be wering te bewijzen, terwijl anderzijds vele boeren tijdens de onlusten bestolen zijn. Het aantal arrestaties bedraagt reeds 45 en neemt nog met het uur toe. Inmiddels is ook de identiteit van het meis je vastgesteld. De kleine is inderdaad geen zigeunerkind, doch stamt uit een Roemeen- sche familie. Zij kwam echter op volkomen „wettige" wijze in het bezit der zigeuners, aangezien zij door haar ouders, die hun elf kinderen niet in het leven wisten te houden, voor drieduizend lei aan de zigeunerin Schi wana werd verkocht. De documenten van dezen verkoop had de door de menigte ge lynchte vrouw in haar bezit. GROOTE van MANTELS, COSTUUM-BLOUSE, ROKKEN en HOEDEN. Groote sorteering FALC0N DAMES- en HEEREN REGENJASSEN, L00DENJASSEN, enz Onze winkels zijn Zondags tot 2 nar geopend. dige dorpsgenooton ontstond een woor denwisseling welke al spoedig in hand tastelijkhedcn overging. Daarbij is de bejaarde man door een der jongelie den .met een dolkmes vijfmaal in het onderlijf gestoken. Tengevolge van het bloedverlies is de toestand van den man niet zonder gevaar. De dader is voortvluchtig. rijk en machtig zag en in het nieuwe leven, dat de rijkdom haar had verschaft, doemden beutelings of wel dooreengemengd het treu rige gelaat van Valentin en het bleeke gezicht van Murad, met den eigenaardigen glimlach en de fluweelzachte oogen voor haar op. Toen zij ontwaakt was, had zij de herinne ring aan dien droom niet vergeten. In tegen deel, overal om haar heen meende zij Murad te zien en, zonder te weten waarom, vroeg zij verschrikt zichzelve af - Wat heb ik toch, wat heeft die man mij gedaan en waarom houden mijn gedachten zich zoo voortdurend met hem bezig Het waren dagen van betoovering, die op dezen nacht volgden. Verontrust u over niets, zeide Murad haar den volgenden morgen, tracht met ons om te gaan, alsof ge ons reeds jaren gekend hadt. Laat onze manier van leven u geen te genzin inboezemen. Ik beloof u, dat ik binnen weinige dagen uw vader zal hebben gevon den. Tot zoolang moet gij bij ons blijven, dat is bij mij en bij mijn zusters, die u gezelschap zullen houden en u, ik ben er zeker van, spoe dig zullen liefhebben. Hierop had hij Gabrieile met zijn zusters Federie en Fatma in kennis gebracht. Die meisjes waren achttien jaar oud en tweelingzusters, niet minder schoon dan Ga brieile, maar van een geheel andere soort schoonheid. De gitzwarte lokken vormden een scherpe tegenstelling met de melkwitte ge laatskleur. Ze hadden fijn besneden ade laarsneuzen en buigzame, lange halzen de handen waren zacht en teeder, de voeten klein en gewelfd. De sierlijk om het hoofd gewonden sluier liet een schat van het weel derigst haar ontbloot, de zwarte gazellen-oo- gen waren op Oostersche wijze zoodanig ge penseeld, dat hun vorm nog langer scheen dan die inderdaad reeds was en de fijne ineen wenkbrauwen, die boven den neus nage noeg ineen vloeiden, gaven aan het aristocra tische, bijna klassieke gelaat, tevens een bij zondere uitdrukking van energie. Daar zij niet gesluierd waren, verschenen zij voor Gabrieile in den vollen glans van RUWE ZEDEN. Oude man door jongens mis handeld. Tusschen den zestig-jarigen .T. W ol brink te Silvolde en een aantal jeug- De avonturen van de Wieringer wereldreizigers. VII. I.e Mans 29-8-'33. Na in Dieppe aangekomen te zijn, w.as ons eerste werk het zoeken naar een plaatsje om te zien voor onze tent. wat wij spoedig vonden in de nabij heid van de stad, in een groote boom gaard, vlak bij een geweldige water put die wij tenminste daarvoor aan zagen, en wat een groot gemak voor ons zou zijn, daar w ij den volgenden dag moesten wasschen. Doch wie be schrijft onze verbazing, toen wij een oogenblik met onze lont bezig zijnde, een geweldige rookzuil uit de put om hoog zagen stijgen. W ij stonden het eerste oogenblik dan ook raar te kij ken, maar wilden er meer van weten en zijn het geval toen eens van nabij gaan onderzoeken. Niet dat wij aan een vuurspuwende berg dachten, maar dat wij ons indirect gerust voel den, konden wij ook niet zeggen. De opheldering kwam spoedig, liet bleek, dat daar een tunnel van de spoorwe gen onder ons doorliep, en hetgeen wij voor een waterput bekeken, was een luchtkoker. Iedere keer als er een trein onder ons doorjoeg, steeg ei zoo'n rookzuil omhoog, en zaten wij te trillen in de tent, niet van angst lezers en lezeressen, maar van het ge rommel wat de trein veroorzaakte. Vanaf Dieppe zijn wij de Oceaan- kust gaan verlaten, daar het badsei zoen zoo goed als afgeloopen is en ei' jweinig badgasten meer zijn. W ij had den gedacht dat verder het land in de bergen minder steil zou zijn, doch dat viel ons tegen het was nog steiler als dat wij tot nog toe gezien hadden. jeugd en schoonheid en toen het Parijsche kind uit het volk voor het eerst de beide jonge dames zag, kon zij een beweging van verrassing niet onderdrukken. Het scheen een vreemde gril van moeder natuur te zijn, maar Feredie en Fatma wa ren beiden getrouwe copieën van een en het zelfde beeld. Ze maakte den indruk als van twee op dezelfde wijze geslepen diamanten, door den kunstenaar in een gelijkvormig montuur gevat, als van twee bladeren van eenzelfden tak. Zij hadden denzelfden li chaamsbouw, denzelfden oogopslag en ook bijna hetzelfde stemgeluid. Feredie was Fat ma en Fatma Feredie. Zelfs de houding, de bewegingen en den lieven lach hadden zij gemeen. Murad had goed geoordeeld de jongeda mes hielden reeds van Gabrieile van den eer sten dag der kennismaking af. Het pracht volle en daarbij zoo rustige leven in dit ele gante deel van Parijs, welks afzondering iets geheimzinnigs tot grondtoon bezat, deed Ga brielle's belangstelling ontwaken en werkte tevens op haar verbeelding. Het was, alsof ze nog steeds haar droom van den eersten nacht bleef voortzetten. Op Murad vertrouwend en overtuigd, dat hij de verblijfplaats van haar vader zou we ten te doen uitvinden, schikte Gabrieile zich gemakkelijker dan zij het had verwacht in het haar zoo geheel nieuwe bestaan, waarbij niemand met bezorgdheid den dag van mor gen tegemoet zag. Zij sloot om zoo te zeggen haar oogen voor al het overige en herhaalde eiken dag bij het ontwaken bijna gedachte loos denzelfden wensch, dat deze dag gelijken mocht op den vorigen. Was zij dan niet rijk? Kon zij niet het geluk om zich heen versprei den, gelijk het haar zou goeddunken en was zijzelve dan niet gelukkig Toch ontstond er eenig verdriet in haar ziel. Als zij dacht aan Valentin en de verras sing, die door het bericht van haar rijkdom zou ontstaan, maakte zij duizend plannen voor de toekomst. Valentin, zij had hem lief Maar waarom doemde telkens, als zij aan hem dacht ook het beeld van Murad voor haar op De naam van Valentin riep in haar hart de zoetste herinnering op. vol van bekoorlijk heid en den weemoed eener eerste liefde, bij Murad evenwel vond het tegendeel plaats. Wanneer hij haar met zijn blik vol achting beschouwde^ wanneer hij vleiend op fluiste renden toon tot haar sprak, wanneer hij, op haar toetrad, haar de hand reikte, voelde z(j zich wonderlijk verward en verdwenen de zoete herinneringen harer jeugd Met een macht, die hij niet kon weerstaan, maar waaraan hij zichzelf integendeel ge willig en gelukkig overgaf, voelde de jonge Oosterling zich tot haar aangetrokken. Van het oogenblik af. waarop hij Gabrieile gezien had, beminde hij haar dat was een uit de natuur voortgekomen gevoel, zonder eenig overleg, maar daarom juist des te heviger. Hij beminde Gabrieile met het dubbele vuur van zijn jeugd en van zijn Oostersch bloed. En wanneer Gabrieile zich zonderling ont roerd gevoelde in zijn bijzijn, begreep zij reeds ten halve met het fijne gevoel der vrouw dien hartstochtelijken gloed en gevoel de zij zich misschien niet sterk genoeg om zooveel liefde te weerstaan. Bijna den geheelen dag verliet hij haar niet, Waar zij vertoefde, was ook hij in den regel te vinden. Hij volgde haar om zoo te zeggen, als haar schaduw en het geluk, dat hij in haar bijzijn smaakte, straalde hem uit de donkere oogen. Feredie en Fatma begrepen de liefde van haar broeder en hadden van haar kant Ga brieile er des te liever om. Meermalen, als Murad het jonge meisje alleen vond, had hij tot haar willen spreken, zijn hart voor haar willen spreken, zijn hart voor haar willen uitstorten. Gabrieile. begon hij dan, ik heb u een bekentenis te doen. Mij Hé. wat kan dat rdjn vroeg zij dan met goed voorgewende argeloosheid. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1