Prijsvermindering
24e JAARGANG
VRIJDAG i SEPTEMBER 1933.
No. 69
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQBN EN OMSTREKEN
ONDER DEN VUURTOREN.
OM HET GOUD.
KANAALWEG 156
DEN HELDER.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden L—
ÜITGEVER
CORN. J. BOSKER,
WIERINGEN
BUREAU
Hippol jtushoef Wlerlnfcr*.
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN.
Van 1—5 regels
Iedere regel meer
0.50.
f 0.10
Einde van het badseizoen op Texel.
Vreemde historie met een diaken
huismannetje, (niet dat van Hilde
brand.) Hoop en vrees in de buurt
van Alkmaar. Opbouw en afbraak
in de buurt van Hoorn.
„Het badseizoen heeft zijn hoogtepunt ach
ter den rug, de kentering is ingetreden" al
dus verzucht men in De Koog. Duidelijk tee
kent het zich daar af, dat het met de druk
te in dalende lijn gaat. De afgeloopen weken
is het een komen en gaan van badgasten ge
weest, maar thans zijn de vertrekkenden in
de meerderheid. Opvallend was hoe dage
lij ksch het aantal „vreemde" wandelaars in
het dorp kleiner werd. Veel duinkampeerders
hebben hun tenten afgebroken en zijn naar
elders vertrokken. Nog slechts weinig dagen
(weken zou te optimistisch uitgedrukt zijn)
en dit badseizoen zal afscheid hebben geno
men.
Zooiets schrijft men uit Nieuwe Niedorp
niet, want dat is geen badplaats. Toch is hier
enkele dagen geleden een nogal opzienbarend
bad genomen, zij het dan ook onvrijwillig.
Zooals U misschien weet zijn de jongelui
daar ter plaatse zeer sportief aangelegd,
Vooral' het kanovaren is momenteel buiten
gewoon in zwang. Zelfs tot laat in den avond
als het al pikdonker is, hoort men langs de
dorpssloot het geklikklak der roeispanen.
Geen wonder, dat deze sport aanstekelijk
werkte op de ouderen. Althans twee verpleeg
den uit het Tehuis voor ouden van dagen
tezamen 150 jaar tellende, wilden deze sport
Maandagmiddag ook eens beoefenen. Hoewel
geen kleine kano te hunner beschikking stond
was het gebruikte vaartuigje zeer rank. Toch
zou de proef waarschijnlijk een goed einde
hebben genomen, ware het niet, dat één van
de beide oudjes al te overmoedig werd. Met
jeugdig vuur sprong hij reeds op den wal,
vóór het bootje goed en wel vast lag. Het ein
de laat zich raden de sprong was wat al te
groot voor de stramme gewrichten en opa
plompte onder ijselijk noodgeschreeuw ach
terover in het water. Gelukkig voor hem was
er hulp ter plaatse en met vereenigde krach
ten werd de onfortuinlijke duikelaar weer
op het droge gehaald. Denkelijk is den hee-
ren thans den lust vergaan om hunne proef-
nemingen verder voort te zetten.
Wat de baders in Alkmaar betreft, onder
hen liepen den laatsten tijd geruchten, dat
daar ter plaatse de ziekte van Weil gecon
stateerd zou zijn. Voornamelijk bestond vrees,
dat het familiebad „De Bergermeer" besmet
zou zijn. Gelukkig blijkt het thans, dat de
vrees ongegrond is en er geen bezwaar be
staat, van het gemeentebad gebruik te ma
ken.
Te Sint Pancras aanschouwt men met groot
welgevallen de asphalteering van den Bene-
denweg, die al aardig opschiet. De onderlaag
óver de geheele lengte is gereed en de vol
gende week zal worden begonnen met het
eigenlijke wegdek. Binnen enkele weken zal
Sint Pancras dan een nieuwen weg rijk zijn,
waarnaar bijna iedere plattelandsgemeente
jaloersch zal kijken. Door den aanleg der
prachtige wegen wordt het dorp langzamer
hand zeer verfraaid en kan het een aantrek
kelijke woonplaats worden voor velen, die er
van houden buiten te wonen en toch in de
onmiddellijke omgeving der stad.
Te Hoorn is nu een aanvang gemaakt met
het afbreken van den bekenden koepel op de
St. Cyriacuskerk aldaar. Restauratie of ver
nieuwing zal niet plaats hebben. Gebleken is,
dat de koepel sedert eenigen tijd gevaar op
levert voor de omgeving. Nieuwe kerkbouw
vond daarentegen plaats te Zwaag, waar voor
enkele dagen onder groote belangstelling de
nieuwe R.K. kerk door Mgr. Aengenent, Bis
schop van Haarlem, werd ingewijd. Nog een
nieuwtje uit die omgeving te Schellinkhout
is de oudste inwoner dezer gemeente overle
den in den ouderdom van bijna 99 jaar. Ver
der ditmaal geen nieuws onder de zon en
onder den vuurtoren.
OBSERVATOR.
BINNENLAND5CH NIEUWS.
Gevolgen van de droogte.
Door de weer opnieuw ingevallen
felle droogte begint het er voor de vee
houders aan den Maaskant hachelijk
uit te zien. Op de meeste plaatsen
heeft het vee geen voedsel meer, daar
de weilanden geheel door de zon ver
schroeid zijn. Ook is het water zoo
laag, dat moeilijk aan drinkwater is
te komen. Loopt andere jaren om de
zen tijd het vee in een malsche nawei-
de, thans is ook deze kost binnen en
kele dagen op. De toestand voor de
veehouders, die toch al niet rooskleu
rig is, wordt door dit gebrek aan voed
sel voor het vee nog verzwaard.
Bloembollen naar Frankrijk.
De Minister van Economische Za
ken heeft bepaald, dat met ingang van
1 September voor den uitvoer naar
Frankrijk certificaten zullen worden
afgegeven voor bloembollen. Met het
uitgeven der certificaten is heiast mr.
M. van Toulon van der Koog, te Haar
lem.
Nationale paardententoonstelling
Utrecht.
Kortgeleden hebben alle warmbloed-
paardenstamhoekvereenigingen en de
Nederlandsche federatie van landelijke
ïijvereenigingen zich aanééngesloten
tot den „Bond voor de Nederlandsche
wafimbloedfokkerij", welke organi
satie vanaf dat oogenblik als de cen
trale organisatie der Nederlandsche
warmbloedfokkers moet worden be
schouwd.
De jonge organisatie heeft onmiddel
lijk den zwaren arbeid piet volle
kracht aanvaard en zal o.a. ter gele-
'genheid van de jaarlijksche paarden-
'en veetentoonstelling te Utrecht op 13
'September a.s. aldaar een keurcollec-
tie Nederlandsche warmhloedpaardcn
demonstreeren aan de hand, in het
tuig en onder den man.
De allerbeste merries van ons land
zullen mededingen. De stamboek-orga
nisaties zenden de door hen uitgezoch
te collecties in.
Op 12 Sept. des namiddags is er
voorkeuring der paarden in drie klas
sen (aan de hand) n.1. in een zware-,
middelzware- en lichte klasse.
Vermoedelijk zullen een kleine 70
eersteklas merriën deelnemen.
Voor alle fokkers en paardenliefheb
bers een prachtdag.
Door bijen aangevallen.
Toen de vrouw van den arbeider T.
te Buinen (Drente) een geit, die door
een zwerm bijen was overvallen, wil
de helpen, werd zij zelf door den zwerm
overvallen. Door huren moest zij wor
den verlost. De bijen hadden haar zoo
danig gestoken, dat medische lnilp
moest worden ingeroepen. De geit wist
zich door in een heg te kruipen van de
lastposten te ontdoen.
Ernstig ongeluk te Koedijk.
Dinsdagmiddag te ongeveer 4 urn-
had hij de N.V. tot Expl. van dorsch-
machines te Koedijk 'n ernstig onge
luk plaats. De arbeider A. Lugtigheid
geraakte met de rechterhand zooda
nig in de pers bekneld, dat de geheele
hand er bijna af was. Mevr. Middel-
beek-Boterman verleende de eerste
hulp. Per auto van het Stadszieken
huis werd hij direct naar Alkmaar ver
voerd.
Haarlem slaagt niet.
Hevige zeeën werkten tegen.
De agent van politie J. C. Haarlem
uit Den Haag is Dinsdagmorgen om
7.30 te Kaap Grisnez gestart om een
poging te doen over het Kanaal te
zwemmen. Door de hevige zeeën werd
de Nederlandsche zwemmer echter ge
dwongen zijn strijd tegen de golven
te staken en op advies van zijn hel
pers gaf hij zijn poging op. De zwem
mer zal naar Den Haag terugkeeren.
Zeer waarschijnlijk zal hij in Septem
ber wederom een poging wagen het
Kanaal over te zwemmen.
FEUILLETON.
32.
Ja, dat is waar, dat heeft hij mij inder
daad gezegd. Maar hoe kunt gij dat weten,
mijnheer vroeg Gabrieile op haar beurt en
zij deed het niet zonder eenig wantrouwen.
Noem mij uw naam, mijn kind, zei Mu-
rad gejaagd. Ik bid u daarom. Hoe heet gij
Gabrieile Bertara, mijnheer.
Ja, gij zijt het, gij zijt het riep Murad
bijna jubelend. Ik heb het bij het begin van
uw verhaal reeds vermoed. Gij zijt het, die
ik reeds zoolang tevergeefs gezocht heb.
Zocht gij naar mij vroeg het meisje
verwonderd.
Ja, om u in het bezit te stellen van het
vermogen, waarover men u heeft gesproken,
want dat waren geen leugens, mejuffrouw,
dat was geen droombeeld, gij zijt rijk, onge
hoord rijk
Gabrieile streek langzaam met haar hand
langs haar voorhoofd.
Sinds eenige dagen is mijn leven zoozeer
ten speelbal geweest aan het noodlot, zeide
zij, dat ik tusschenbeide vrees, het verstand
te verliezen.
Arm kindmompelde Murad medelij
dend. En hij deelde haar mede, welke zen
ding hij voor den overleden heer Bertara,
Gabrielle's oom, had op zich genomen. Ik gaf
bijna den moed op, u ooit te zullen vinden,
Gabrieile, besloot hij, want nagenoeg op het
zelfde oogenblik, waarin twee mijner agen
ten eindelijk uw woning hadden ontdekt,
waart gij evenals uw vader door andere men-
schen weggevoerd, gij weet toch, dat ook uw
vader verdwenen is nietwaar
Mijn arme vader zuchtte Gabrieile.
Wat is er van hem geworden
Daar wij eenigen grond hebben tot de
veronderstelling, dat hij zich in de handen
van Norbert bevindt, zullen wij zijn tegen
woordig verblijf wel weten uit te vinden, dat
durf ik u vast beloven. Wees dus omtrent zijn
lot gerust. Maar het is zeer laat, hernam
Murad op bezorgden toon, de gebeurtenissen
van dezen nacht hebben u natuurlijk gewel
dig aan gegrepen en gij moet nu gaan sla
pen. Ik zal u een kamer laten wijzen in den
vleugel van het gebouw, welke bewoond
wordt door mijn twee zusters, met wie gij
morgen zult kennismaken. Slaap in vrede,
Gabrieile Ik zal over u waken.
Hij vatte haar hand en kuste die, zonder
een blik van haar af te wenden, zonder dat
de glimlach van zijn gelaat week en het jon
ge meisje voelde daarbij een vreemde aan
doening, tegelijk heerlijk en smartelijk, een
aandoening, die in het hart haar zetel scheen
te vestigen.
Hij was reeds een paar minuten uit de
kamer en nog bleven haar oogen gevestigd
op de donkere, uit Oostersche stof vervaar
digde portières, waarachtig Murad verdwe
nen was en waar zij nog altijd het beeld van
den jongeman met zijn eigenaardigen zach-
ten glimlach en zijn smachtende, donkere
oogen meende te aanschouwen.
Een vrouw trad binnen en groette Ga
brieile.
Zij droeg een rood met gouddraad door
stikt hoofdtooisel, de lange zwarte haardos
was met gouden muntstukken versierd en een
ruim kleed met een gordel bedekte het bo
venlijf, terwijl een veel kleurig, gestreept on
derkleed tot over de knieën viel. De bloote
voeten staken in gele muiltjes.
Zij sprak enkele woorden tot Gabrieile in
een taal, die het meisje niet verstond, maar
toen zij dat bemerkte, gaf zij eenvoudig een
teeken om haar te volgen, wat de onverwach
te gast in het paleis gewillig en onbekom
merd deed.
Weinige minuten later was Gabrieile door
vermoeienis overweldigd, reeds in slaap ge
vallen.
Zij lag op een laag, achter gordijnen van
cachemir verborgen bed. Haar slaap werd
verlevendigd door droomen, waar zij zich
zelve aan de zijde van haar gelukkigen vader
BUITENLANDSCH NIEUWS.
WONDERKLOK TE MESSINA.
Symbolische ornamenten.
Gedurende de Augustusfeesten is, naar
V.D. meldt, te Messina de groote astronomi
sche klok in den toren van de kathedraal al
daar ingewijd.
Het uurwerk heeft aan elke zijde een wij
zerplaat met een middellijn van 4'Za m. Een
der bijzondere bezienswaardigheden van de
klok is een leeuw, die eiken dag om 12 uur
zich drie maal opricht, met zijn staart zwaait,
om zich heen kijkt en brult, 's Morgens,
's middags en 's avonds laat een haan zijn
gekraai over de stad weerklinken. De opeen
volging der uren wordt mede aangegeven
door symbolische voorstellingen van geboor
te, jeugd, rijperen leeftijd en ouderdom. De
betreffende figuren trekken langzaam voor
bij, elk uur een andere. Aan het eind van
den weg worden zij opgewacht door den dood,
die door het opheffen en weer doen dalen
van zijn zeis eraan herinnert, dat alweer een
uur voorbij is.
Verder bevinden zich aan het uurwerk nog
andere figuren, die zich in tegenovergestelde
richting voortbewogen en de dagen van de
week voorstellen.
DRIE ZIGEUNERS ONSCHULDIG
GELYNCHT.
Op de jaarmarkt te Vavarin in het Mora
vadal heeft een woedende volksmenigte drie
zigeuners gelyncht, die, zooals later bleeK,
onschuldig waren.
De „Politica" deelt hieromtrent de volgen
de bijzonderheden mede Naar de jaarmarkt,
die door ongeveer tienduizend boeren be
zocht was, waren ook vele zigeuners geko
men. De zigeuners brachten een opvallend
mooi blind zigeunermeisje van ongeveer 7
jaar mee, Anica Marinkovic genaamd, verge
zeld van haar moeder Schiwana. Plotseling
trad een boer op de kleine toe en zei „Jij
bent geen zigeunerkind ik ken je, je bent
het kind van mijn 2uster, dat door zigeuners
geroofd en sedert dien spoorloos verdwenen
is."
De boeren riepen gendarmes en het kind
werd met de moeder naar het politiebureau
geleid om een onderzoek naar de afkomst
van het kind in te stellen.
Inmiddels verbreidde zich onder de bezoe
kers van de jaarmarkt het gerucht, dat zi
geuners een kind geroofd en blind gemaakt
hadden. Een menigte van drieduizend perso
nen verzamelde zich voor het politiebureau
en nam weldra een dreigende houding aan.
Een zigeuner, die zich tusschen de menigte
bevond en zich voor de steeds gevaarlijker
wordende stemming in veiligheid wilde bren
gen, werd achtervolgd en met steenen dood
gegooid. Ten slotte slaagden de boeren erin,
de moeder en het meisje te ontrukken aan de
handen der gendarmes, waarna de vrouw
werd doodgeslagen, evenals een tweede zi
geunerin, een vriendin van de moeder, die
naar het politiebureau was gekomen om als
getuige op te treden.
De menigte trok vervolgens naar het zigeu
nerkamp aan den oever van de Morava. De
dooaelijk verschrikte zigeuners sprongen in
het water, dat ter plaatse ruim tien meter
diep is. De boeren wierpen de paarden der
zigeuners in het water, doodden de apen, dn
in het kamp rondliepen, wierpen ook de wa
gens in de rivier en sloegen alles kort en
klein, wat hun in handen kwam.
Het kleine meisje, dat door de gendarmerie
weer bemachtigd was, riep echter huilend
om haar moeder die inderdaad, zooals het
onderzoek uitwees, de moeder van het kind
was.
De bloedige [gebeurtenissen te
Varvarin.
De vreeselijke gebeurtenissen te Varvarin.
die tot het lynchen van drie zigeuners leid
den, hebben tot een verrassende ontdekking
geleid. De autoriteiten nemen het als zeker
aan, dat de aanval op de zigeuners is gepro
voceerd en geënsceneerd door een bende zak
kenrollers. Men leidt dit af uit het feit, dat
eenerzijds de man, die vei^laarde dat het
blinde zigeunermeisje zijn geroofd en blind-
gemaakt nichtje was, spoorloos is verdwenen
en zelfs geen pogingen heeft gedaan zijn be
wering te bewijzen, terwijl anderzijds vele
boeren tijdens de onlusten bestolen zijn.
Het aantal arrestaties bedraagt reeds 45
en neemt nog met het uur toe.
Inmiddels is ook de identiteit van het meis
je vastgesteld. De kleine is inderdaad geen
zigeunerkind, doch stamt uit een Roemeen-
sche familie. Zij kwam echter op volkomen
„wettige" wijze in het bezit der zigeuners,
aangezien zij door haar ouders, die hun elf
kinderen niet in het leven wisten te houden,
voor drieduizend lei aan de zigeunerin Schi
wana werd verkocht. De documenten van
dezen verkoop had de door de menigte ge
lynchte vrouw in haar bezit.
GROOTE
van MANTELS, COSTUUM-BLOUSE,
ROKKEN en HOEDEN.
Groote sorteering
FALC0N DAMES- en HEEREN
REGENJASSEN, L00DENJASSEN, enz
Onze winkels zijn Zondags tot 2 nar
geopend.
dige dorpsgenooton ontstond een woor
denwisseling welke al spoedig in hand
tastelijkhedcn overging. Daarbij is de
bejaarde man door een der jongelie
den .met een dolkmes vijfmaal in het
onderlijf gestoken. Tengevolge van het
bloedverlies is de toestand van den
man niet zonder gevaar. De dader is
voortvluchtig.
rijk en machtig zag en in het nieuwe leven,
dat de rijkdom haar had verschaft, doemden
beutelings of wel dooreengemengd het treu
rige gelaat van Valentin en het bleeke gezicht
van Murad, met den eigenaardigen glimlach
en de fluweelzachte oogen voor haar op.
Toen zij ontwaakt was, had zij de herinne
ring aan dien droom niet vergeten. In tegen
deel, overal om haar heen meende zij Murad
te zien en, zonder te weten waarom, vroeg
zij verschrikt zichzelve af
- Wat heb ik toch, wat heeft die man mij
gedaan en waarom houden mijn gedachten
zich zoo voortdurend met hem bezig
Het waren dagen van betoovering, die op
dezen nacht volgden.
Verontrust u over niets, zeide Murad
haar den volgenden morgen, tracht met ons
om te gaan, alsof ge ons reeds jaren gekend
hadt. Laat onze manier van leven u geen te
genzin inboezemen. Ik beloof u, dat ik binnen
weinige dagen uw vader zal hebben gevon
den. Tot zoolang moet gij bij ons blijven, dat
is bij mij en bij mijn zusters, die u gezelschap
zullen houden en u, ik ben er zeker van, spoe
dig zullen liefhebben.
Hierop had hij Gabrieile met zijn zusters
Federie en Fatma in kennis gebracht.
Die meisjes waren achttien jaar oud en
tweelingzusters, niet minder schoon dan Ga
brieile, maar van een geheel andere soort
schoonheid. De gitzwarte lokken vormden een
scherpe tegenstelling met de melkwitte ge
laatskleur. Ze hadden fijn besneden ade
laarsneuzen en buigzame, lange halzen de
handen waren zacht en teeder, de voeten
klein en gewelfd. De sierlijk om het hoofd
gewonden sluier liet een schat van het weel
derigst haar ontbloot, de zwarte gazellen-oo-
gen waren op Oostersche wijze zoodanig ge
penseeld, dat hun vorm nog langer scheen
dan die inderdaad reeds was en de fijne
ineen wenkbrauwen, die boven den neus nage
noeg ineen vloeiden, gaven aan het aristocra
tische, bijna klassieke gelaat, tevens een bij
zondere uitdrukking van energie.
Daar zij niet gesluierd waren, verschenen
zij voor Gabrieile in den vollen glans van
RUWE ZEDEN.
Oude man door jongens mis
handeld.
Tusschen den zestig-jarigen .T. W ol
brink te Silvolde en een aantal jeug-
De avonturen van de Wieringer
wereldreizigers.
VII.
I.e Mans 29-8-'33.
Na in Dieppe aangekomen te zijn,
w.as ons eerste werk het zoeken naar
een plaatsje om te zien voor onze tent.
wat wij spoedig vonden in de nabij
heid van de stad, in een groote boom
gaard, vlak bij een geweldige water
put die wij tenminste daarvoor aan
zagen, en wat een groot gemak voor
ons zou zijn, daar w ij den volgenden
dag moesten wasschen. Doch wie be
schrijft onze verbazing, toen wij een
oogenblik met onze lont bezig zijnde,
een geweldige rookzuil uit de put om
hoog zagen stijgen. W ij stonden het
eerste oogenblik dan ook raar te kij
ken, maar wilden er meer van weten
en zijn het geval toen eens van nabij
gaan onderzoeken. Niet dat wij aan
een vuurspuwende berg dachten,
maar dat wij ons indirect gerust voel
den, konden wij ook niet zeggen. De
opheldering kwam spoedig, liet bleek,
dat daar een tunnel van de spoorwe
gen onder ons doorliep, en hetgeen
wij voor een waterput bekeken, was
een luchtkoker. Iedere keer als er een
trein onder ons doorjoeg, steeg ei
zoo'n rookzuil omhoog, en zaten wij
te trillen in de tent, niet van angst
lezers en lezeressen, maar van het ge
rommel wat de trein veroorzaakte.
Vanaf Dieppe zijn wij de Oceaan-
kust gaan verlaten, daar het badsei
zoen zoo goed als afgeloopen is en ei'
jweinig badgasten meer zijn. W ij had
den gedacht dat verder het land in de
bergen minder steil zou zijn, doch dat
viel ons tegen het was nog steiler als
dat wij tot nog toe gezien hadden.
jeugd en schoonheid en toen het Parijsche
kind uit het volk voor het eerst de beide
jonge dames zag, kon zij een beweging van
verrassing niet onderdrukken.
Het scheen een vreemde gril van moeder
natuur te zijn, maar Feredie en Fatma wa
ren beiden getrouwe copieën van een en het
zelfde beeld. Ze maakte den indruk als van
twee op dezelfde wijze geslepen diamanten,
door den kunstenaar in een gelijkvormig
montuur gevat, als van twee bladeren van
eenzelfden tak. Zij hadden denzelfden li
chaamsbouw, denzelfden oogopslag en ook
bijna hetzelfde stemgeluid. Feredie was Fat
ma en Fatma Feredie. Zelfs de houding, de
bewegingen en den lieven lach hadden zij
gemeen.
Murad had goed geoordeeld de jongeda
mes hielden reeds van Gabrieile van den eer
sten dag der kennismaking af. Het pracht
volle en daarbij zoo rustige leven in dit ele
gante deel van Parijs, welks afzondering iets
geheimzinnigs tot grondtoon bezat, deed Ga
brielle's belangstelling ontwaken en werkte
tevens op haar verbeelding. Het was, alsof
ze nog steeds haar droom van den eersten
nacht bleef voortzetten.
Op Murad vertrouwend en overtuigd, dat
hij de verblijfplaats van haar vader zou we
ten te doen uitvinden, schikte Gabrieile zich
gemakkelijker dan zij het had verwacht in
het haar zoo geheel nieuwe bestaan, waarbij
niemand met bezorgdheid den dag van mor
gen tegemoet zag. Zij sloot om zoo te zeggen
haar oogen voor al het overige en herhaalde
eiken dag bij het ontwaken bijna gedachte
loos denzelfden wensch, dat deze dag gelijken
mocht op den vorigen. Was zij dan niet rijk?
Kon zij niet het geluk om zich heen versprei
den, gelijk het haar zou goeddunken en was
zijzelve dan niet gelukkig
Toch ontstond er eenig verdriet in haar
ziel. Als zij dacht aan Valentin en de verras
sing, die door het bericht van haar rijkdom
zou ontstaan, maakte zij duizend plannen
voor de toekomst.
Valentin, zij had hem lief Maar waarom
doemde telkens, als zij aan hem dacht ook
het beeld van Murad voor haar op
De naam van Valentin riep in haar hart
de zoetste herinnering op. vol van bekoorlijk
heid en den weemoed eener eerste liefde, bij
Murad evenwel vond het tegendeel plaats.
Wanneer hij haar met zijn blik vol achting
beschouwde^ wanneer hij vleiend op fluiste
renden toon tot haar sprak, wanneer hij, op
haar toetrad, haar de hand reikte, voelde z(j
zich wonderlijk verward en verdwenen de
zoete herinneringen harer jeugd
Met een macht, die hij niet kon weerstaan,
maar waaraan hij zichzelf integendeel ge
willig en gelukkig overgaf, voelde de jonge
Oosterling zich tot haar aangetrokken. Van
het oogenblik af. waarop hij Gabrieile gezien
had, beminde hij haar dat was een uit de
natuur voortgekomen gevoel, zonder eenig
overleg, maar daarom juist des te heviger. Hij
beminde Gabrieile met het dubbele vuur
van zijn jeugd en van zijn Oostersch bloed.
En wanneer Gabrieile zich zonderling ont
roerd gevoelde in zijn bijzijn, begreep zij
reeds ten halve met het fijne gevoel der
vrouw dien hartstochtelijken gloed en gevoel
de zij zich misschien niet sterk genoeg om
zooveel liefde te weerstaan.
Bijna den geheelen dag verliet hij haar
niet, Waar zij vertoefde, was ook hij in den
regel te vinden. Hij volgde haar om zoo te
zeggen, als haar schaduw en het geluk, dat
hij in haar bijzijn smaakte, straalde hem uit
de donkere oogen.
Feredie en Fatma begrepen de liefde van
haar broeder en hadden van haar kant Ga
brieile er des te liever om.
Meermalen, als Murad het jonge meisje
alleen vond, had hij tot haar willen spreken,
zijn hart voor haar willen spreken, zijn hart
voor haar willen uitstorten.
Gabrieile. begon hij dan, ik heb u een
bekentenis te doen.
Mij Hé. wat kan dat rdjn vroeg zij
dan met goed voorgewende argeloosheid.
(Wordt vervolgd.)