24e JAARGANG
DINSDAG 31 OCTOBER 1933
No. se
NIEUWS- EN ADVERTENTIES
WIERINGEN EN OMSTREKEN
LAD VOOR
OM HET GOUD
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN.
DINSDAG en VRIJDAG.
UITGEVER
Eüppnlyttuheef Wielingen.
Van 15 regels
0.50.
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10
per 3 maanden f 1.—.
ii
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Een Scheveningsche logger
in den storm.
Vier man overboord geslagen
Zes gewonden.
Tijdens don zwaren Noord-Wester
storm, welke Donderdag heeft gewoed
is aan boord van de Sch. 285 van de
N.V. v.li. v.d. Toorn, schipper M. Pronk
een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij
zes personen werden gewond, waarvan
twee zeer ernstig.
Vrijdag 9 uur is de mótorloggor in
de eerste binnenhaven te Schevenin-
gen binnengeloopen, waarna door den
G.G.D. de gewonden naar het Roode
Kruisziekenhuis zijn overgebracht.
liet zijn de 38-jarige K. Pronk uit
de Terschellingschestraat, de 28-jarigc
C. Pronk uit de Zeezwaluwenstraat, de
25-jarige M. Kruk van 't St. Aldegonda
plein, de monteur W. den Heyer uit de
Puttenschestraat en de 22-jarige T.
Bronsveld uit de Terschellingsche
straat.
De schipper vertelt.
In de 31 jaren dat schipper Pronk nu
vaart, had hij nog; nimmer averij ge
had. Zijn doorgroefde visscherskop
droeg nog de bloedige sporen van de
wonden, welke ook hij bij het ongeluk
had opgeloopen, doch de zeer ernstige
toestand waarin zijn broer Korvink
Pronk verkeert, had hem geheel uit
het evenwicht geslagen.
Moedig had hij de zware terugreis
met den defecten motor aanvaard,
doch toen de mannen van den Haven
dienst met hun boot hem tegemoet
kwamen, was de ontroering hem te
machtig geworden.
Om 8 uur in den morgen, zoo vertel
de schipper Pronk, we waren bij
Smitskool -- hadden we de vleet inge
haald en vervolgens de haring gekaakt
We hadden 20 kantjes gevangen en
toen die in de tonnen zaten wilden we
de netten ophalen, daar er in de vleet
verschillende stuk waren.
Weliswaar was het op dat oogenblik
wat je noemt ruw weer, maar er stond
geen storm.
De wind was Noord Noord-West. We
waren zoo ongeveer een kwartier bezig
toen we door een flinke stortzee wer
den overvallen.
Drie mannen sloegen overboord,
terwijl ikzelf op de verschansing kwam
te liggen, hall' binnen, half buiten
boord.
De haringkribben aan weerszijden
van de verschansing werden aan stuk
ken geslagen, de netten gingen gedeel
telijk weer overboord. De monteur
Den Heyer, C. Pronk en Bronsveld wis
ten zich gelukkig aan de netten vast
te klemmen. Mijn broer, die meehielp
met het inhalen, was plotseling ver
dwenen, terwijl Kruk tegen de mast
was geslagen.
De redding der drenkelingen.
Verdoofd dooi- den slag, kroop ik
aan boord waarna we met z'n allen de
drie drenkelingen trachtten aan boord
te halen.
Achtereenvolgens haalden we den
monteur en Bronsveld binnen, doch
met C. Pronk, die een zwaar gebouw
de kerel is, ging het niet zoo gemakke-
yijk. Eerst na veel moeite gelukte het,
hem aan boord te krijgen. Ik dacht
niet anders of mijn broer, Korvink was
verdwenen.
Toen ik de verwoesting overzag, be
merkte ik hem plotseling heelemaal
verscholen onder de nètrcn aan boord.
Ilij lag hevig bloedend met
zijn gezicht op de stukgeslagen krik,
waarvan de opsluiters hem in het ge
zicht waren gedrongen. Over hem
heen lagen de netten, terwijl een volle
harington op een van zijn beenen lag.
Zoo goed zoo kwaad -als het ging brach
ten we de gewonden naar kooi.
C. Pronk was er eveneens ernstig
aan toe. Zijn been was ernstig gewond,
terwijl zijn schouder eveneens bloed
sporen vertoonde. Bronsveld had een
kapotten arm, terwijl zijn knieën even
eens gewond waren. Kruk was met
zijn mond ergens tegen aangekwakt
en had een gewond been.
In wilde wanorde lagen '20 tonnen
haring in het rond.
Doordat een deel van de netten bij
het overboord slaan om de schroef
was geslagen, stond de motor ongeveer
terzelfder tijd, dat het ongeluk gebeur
de, stop.
Veel tijd om hieraan aandacht te be
steden namen we niet. De gewonden
eischten alle zorg, We trokken ze de
drijfnatte kleeren van het lijf, deden
ze schoon goed aan en droegen ze in
hun kooi.
Eerst hierna kon ik naar den mo
tor kijken. Geruimen tijd probeerden
we door langzaam voor- en achteruit
te draaien of de schroef wellicht vrij
kwam. Toen dit niet gelukte, hebben
we de zeilen opgezet om zoo de 80 mijl
lange terugreis tt aanvaarden, waarbij
wij slechts 3 a 4 mijl per uur maakten.
Wonder boven wonder is alles bij
het binncnloopen van de haven goed
gegaan. We konden nauwelijks ma
noeuvreeren, zoodat het nog wel een
zwaar karwei was.
Aanvankelijk had schipper Pronk
dan ook het voornemen gehad IJmiii-
den binnen te loopen, doch door den
sterken N.O.-wind kon men iJmuiden
niet meer halen. Men zette koers naar
Vlaardingen, doch daar de wind in
middels naar het Westen was ge
draaid, bleek het mogelijk Schevenin-
gen aan te doen, hetgeen uiteraard
voor de gewonden het voordeel ople
verde, dat spoediger medische hulp
kon worden geboden.
Tet hoogte van het seinhuis bij den
ingang van de haven had schippe:
Pronk aan den liavenbediende toege
schreeuwd, dat hij gewonden aan boord
had. Volkomen terecht belde deze
daarop eerst den Geneeskundige Diens!
en de politie op, waarna hij den haven
meester van het geval in kennis stelde
Nauwelijks was de Sch. 285 gean
kerd, of reeds stond de wagen van den
G.G.D. voor, waarmee de gewonden
naar het Roode Krui» Ziekenhuis wer
den vervoerd.
FEUILLETON.
47.
Ja, zwijg, Gabrielle, blijf zwijgen. Doe
het, omdat uw zwijgen zijn doodvonnis is.
Spreek, Gabrielle, riep Norbert. Ge ziet
zelf, hoe noodig. het is dat gij spreekt.
Het meisje liet haar armen slap langs het
lijf vallen. Hijgend ging haar borst. Zij was
in vertwijfelden angst. Wat moest zij doen
Wat moest zij zeggen
Ik wil spreken, ja, ik wil spreken, omdat
het noodig is, zei ze eindelijk. Maar ik wil
alleen spreken, als mijn vader er bij is.
Welnu, ge weet waar de kamer van uw
vader is, Gabrielle, nam de markies weer het
woord. Ga hem roepen, als ge wilt.
Zij verwijderde zich wankelend.
Vijf minuten gingen voorbij. Toen keerde
Gabrielle terug. Toen. zij binnenkwam, viel
zij op den eersten den besten stoel, anders
was zij tegen den grond geslagen.
Mijn vader is er niet, stamelde zij. Ik
ben op zijn kamer geweest. Hij heeft zich
volstrekt niet te slapen gelegd, want zijn bed
is nog onaangeroerd.
Wat heeft dat te beduiden, mijnheer?
voegde Murad den markies toe.
Denkt ge, dat ik dat weet, mijnheer
Het is nu niet voor het eerst, dat mijnheer
Bertara das avonds van huis is, want hij is
hier vrij in zijn doen, volkomen vrij, dat weet
Gabrielle ook, even vrij als zijzelve. Ik geloof
trouwens, dat mijnheer Bertara's bijzijn hier
niet bepaaldd kan worden vereischt. Hij is
misschien heengegaan, omdat hij liever niet
een tooneel wilde bijwonen, dat nadeelig kon
werken op zijn eenigszins zwakke gestvermo
gens. Het is wel begrijpelijk van haar vader
hierbij gewenscht. Ikzelf had hem ook gaar
Waartledaling van tuingrond in het
Westland.
De achteruitgang in dc tuinbouwbe-
drijven drukt zeer sterk de waarde
van de tuingronden.
Zoo hoog als de prijzen voor de tui
nen in het Westland eenige jaren ge
leden -- toen nog van goeden tijd kon
worden gesproken waren, zoo sterk
zijn de opbrengsten thans weer ge
daald.
Een bijzonder opvallend bewijs hier
van is Vrijdag wel geleverd, toen te
Naaldwijk een tuinbouwbedrijf werd
verkocht.
Het perceel, groot 97.74 Are, waarop
o.m. een warenhuis, 4 serres, perziken-
kas, woonhuis enz. werd ingezet op
slechts f 10.150.
Deze tuinderij is in de goede jaren
voor ruim f 40.000 gekocht.
De verkeerde straf uitgezeten.
Een stucadoorspatroon werd in 1932
wegens overtreding van de Arbeids
wet tot een geldboete van f 150 subs.
tien dagen veroordeeld. Een verzoek
om gratie afgewezen. De tijd ver
streek en de man betaalde de boete
niet. In Juni 1933 werd hij wederom
veroordeeld wegens overtreding van
de Arbeidswet. Ditmaal werd de boete
echter bepaald op f 50, doch de ver
vangende straf werd wederom op 10 da
gen gesteld.
Een paar weken geleden kwam een
veldwachter aan de deur van den ver
oordeelde, om eens te informeeren hoe
het er mee stond „betalen of zitten".
De stucadoor, wien het door de tijds
omstandigheden niet erg voor den
wind ging, besloot de boete van f 150 in
tien dagen te verdienen Aldus
overwegende meldde hij zich aan, om
de hechtenis van tien dagen te onder
gaan.
Aldus bleef nog de tweede boete f 50
als het zwaard van Damocles boven
zijn hoofd hangen. Uit den aard der
zaak viel de hechtenis niet mee, waar-
o,m hij besloot de f 50 te betalen.
De vrouw van den stucadoor toog
met vijftig geleende guldens naar den
ontvanger der belastingen en met het
betalingsbewijs spoedde zij zich naar
het Huis van Bewaring om te voorko
men, dat de tweede tien dagen in zou
den gaan. Hier wachtte haar en haar
man een danige teleurstelling.
Door een vergissing was eerst de
tweede straf (f 50 of tien dagen) geëxe
cuteerd, zoodat niet f 50, maar 1' 150
moest worden betaald om de tweede
tien dagen hechtenis te voorkomen.
De vrouw wendde zich tot een advo
caat. Deze stelde zich met de griffie
van het kantongerecht in verbinding,
doch moest daar ondervinden, da: St.
Bureaucratius zich niet liet vermur
wen. Wel was door een vergissing de
f 50 geëxecuteerd, maar een verande
ring kon in de stukken niet aange
bracht worden.
OVERAL BOTERTEKORT.
Mengpercentage verlaagd
We lezen in het officieel orgaan van den
Algem. Nederlandsche Zuivelbond
In het vorige nummer wezen wij er op, dat
er uit het buitenland-een toenemende vraag
naar boter valt te constateeren. Na het schrij
ven van dat artikel is deze vraag in meer tast
baren vorm tot ons gekomen.
In de eerste plaats uit Duitschland, waai
de regeering aan de olie- en vetcentrale op
dracht gaf een extra kwantum boter van 500
a 600 ton te importeeren tegen wereldmarkt
prijs.
Ook Nederland kwam daardoor in aanmer
king, doch gezien de bijzondere voorwaarden
waaronder deze levering gevraagd werd, kon
hierover nog geen beslissing worden geno
men. In Denemarken schijnt men intusschen
met de levering van een extra kwantum te
zijn aangevangen.
Uit Brussel wordt medegedeeld, dat de Bel
gische regeering overweegt, om vanwege het
tekort aan boter in de maand November het
botercon tingent van 1.100.000 K.G. op
1.500.000 K.G. te brengen. Ter zelfder tijd zal
de speciale invoerbelasting, welke onlangs
verlaagd werd, van frs. 7.50 tot fr. 8.50 ver
hoogd worden.
Verder wordt medegedeeld, dat er in de
Unie van Zuid-Afrika een zoodanig tekort
aan boter bestaat, dat men gedwongen is bo
ter te gaan importeeren, niettegenstaande dit
land in het begin van dit jaar nog boter uit
voerde.
Door de commissie voor den Nederlandsch-
Zuid-Afrikaanschen Handel werd een tele-
j gram uit Zuid-Afrika ontvangen, waarin om
j telegrafische offerte van boter uit Nederland
wordt gevraagd.
Inmiddels is onze markt niet zoodanig van
versche boter voorzien, dat aan al deze aan
vragen voldaan zou kunnen worden zonder
de binnenlandsche botervoorziening in de war
te sturen. Het zal daarom in de eerste plaats
noodig zijn dat men het mengpercentage in
de margarine verlaagt, opdat er weer boter
voor export disponibel komt.
BORSTKAS INGEDRUKT.
Te Milheeze raakte de landbouwersknecht
C. v. d. Z., toen hij een paard op stal zette,
bekneld tusschen paard en muur. Zijn borst
kas werd ingedrukt.
KOEIEN-TROUW.
Te Berlicum heeft zich een treffend geval
van dierentrouw voorgedaan. De veehouder
v. V. verkocht één zijner koeien. Het dier werd
naar Den Bosch vervoerd. Wie schetst echter
de verbazing van den voormaligen veehou
der, toen hij eenige dagen later de koe voor
de stalpoort vond staan. Het beest was van
de verandering blijkbaar niet gediend geweest
en was naar zijn ouden baas teruggeloopen.
TUSSCHEN KAR EN AUTO BEKNELD
GERAAKT.
Botsing op den rijksweg tusschen
Naarden en Bussum.
Toen Vrijdagavond op .den rijksweg tus
schen Naarden en Bussum, ter hoogte van
den „Bongerd" een automobilist uit Amster
dam in de richting van Bussum naar Naai
den reed, zag deze te laat, dat er een hand
kar op den weg was. Hij kon een botsing niet
vermijden en duwde den wagen 21 meter
voort.
De karrevoerder uit Hilversum werd tus
schen de kar en den bumper van de auto be
kneld. Hij is in zorgelijken toestand naar de
Majellastichting te Bussum vervoerd hij
had een beenbreuk, een bekkenfractuur en
een hersenschudding gekregen.
DE OFFICIEREN VAN DE „ZEVEN."
Ontslag uit den dienst voor de
2e klassers
Naar in marinekringen verluidt, zou het
in de bedoeling liggen dat de officieren van
den rang van luitenant ter zee 2e klasse, die
zich aan boord van de „Zeven" bevonden,
toen de muiterij uitbrak, na afloop van het
strafproces tegen hen uit den dienst zullen
worden ontslagen.
Deze beslissing zou natuurlijk geheel los
staan van de beschikking van den rechter,
die ontslag uit den dienst alleen als bijko
mende straf kan opleggen, indien de officie
ren wegens hun nalatigheid in het treffen van
maatregelen van tegenweer schuldig zullen
bevonden worden en tot een hoofdstraf ver
oordeeld.
De luitenants ter zee derde klasse zouden
niet worden ontslagen, omdat zij nog te
jong officier zijn (volgens de nog niet lang
geleden geldende rang—indeeling zouden
deze officieren den rang van adelborst le kl.
se bekleed hebben) om verantwoordelijk ge
steld te worden.
Uiteraard zou de beslissing ten aanzien van
de luitenants ter zee 2e klasse ook moeten
gelden voor den luitenant ter zee le klasse,
officier van de wacht, die in een vlet sprong
om het schip te „redden."
ne hier gezien, omdat hij de verklaring, die
zijn dochter u thans zal geven, zeker van
woord tot woord zou hebben bevestigd. Ge
hoort mij toch, Gabrielle
En hij vestigde op het meisje zulk een uit-
dagenden blik, dat zij het bloed in haar ade
ren voelde stollen. Op elk woord, dat hij
sprak, legde hij nadruk, terwijl hij aldus
voortging. Het is nu vijf minuten voor elven.
Ik sta er op, dat om elf uur deze heeren zich
terugtrekken, daar zij uw zenuwen maar
overstuur brengen. Ik reken bepaald daarop.
Gabrielle, gij verstaat mij toch, ik reken daar
op
Zij zag naar den markies op en huiverde.
Zij las in zijn oogen als in een open geslagen
boek. Zij wist dat zijn woorden óp de voltrek
king van het doodvonnis van haar vader
doelden.
Zij had begrepen, dat als Norbert zoo rus
tig kon zijn, haar vader in zijn macht moest
wezen en dat hij, zelf tot werkeloosheid ge
dwongen, nog altoos over het leven of den
dood van den armen grijsaard te beschikken
had. En die vijf minuten, welke hij haar den j
tijd liet, zij wist, dat het de vijf minuten wa-
ren, dat hij haar vader nog had gegund te.
leven, als zij aarzelen bleef om te spreken,'
zooals hij dat verlangde. Bekende Gabrielle
de waarheid, dan zou zij een vadermoord be-
gaan. j
Terwijl dit alles omging in het hoofd van
het zoo zwaar gemartelde meisje, hield Nor- J
bert zijn oogen op de pendule gericht en zeide i
bedaard
Nu nog drie minuten
Gabrielle stond op, de hand tegen het voor,
hoofd gedrukt. j
Valentin greep haar bij den arm.
Wat wilt ge doen, Gabrielle vroeg hij
haar. In de woorden van dien man ligt eenj
heimelijke bedreiging, dat heb ik duidelijk
genoeg bespeurd. Laat u dat niet ontmoedi
gen, wij zijn immers hier om u te bescher
men
Twee minuten wierp de markies daar-
tusschen.
Thans begon Gabrielle, in boeien geslagen
door de blikken van den meedoogenloozen
man, op bijna onverstaanbaren toon, maar
toch, alsof het een van buiten geleerde les
was, die zij tegen wil en dank moest opzeg
gen
Men spreekt van bedreigingen, wie be
dreigt mij Niemand. Men verzekert mij te
willen verdedigen, wie valt mij dan aan
Niemand. Ik ben hier vrij en kan doen en
laten, wat ik wil
Norbert zag niet meer naar de pendule
doch staarde met nog altoos over elkander
geslagen armen naar den grond.
Gabrielle, ge wordt gedwongen om te
liegen riep Valentin uit. Gij spreekt tegen
uw hart.
Neen.
Alles geeft mij het bewijs, dat gij nu on
waarheid spreekt.
Ik zeg u de waarheid, zei zij toonloos.
Durft gij alle vragen van mij beantwoor
den, Gabrielle vroeg Valentin, die in deze
vreeselijke oogenblikken op het punt stond
zelf het verstand te verliezen.
Vraag, ik zal antwoorden.
Zij zei dit met een dof, zelfs ruw stemgeluid,
Haar oogen, welker leden geen beweging
meer hadden, maar wijd geopend stonden,
bleven daarbij strak op den markies geves
tigd.
Durft gij zeggen, dat die man u niet
geschaakt heeft begon Valentin.
Ik ben hem gevolgd, vrijwillig.
Dat ge hem liefhebt
Ik, ja, ik heb hem lief.
Dat gij uit vrijen wil met hem trouwt,
dat gij daartoe uw toestemming geeft
Ik trouw met hem uit vrije keus.
Dat gij gelogen hebt, toen gij eens zei
det, mij lief te hebben
Het was gelogen, ik heb u nooit lief ge
had.
Ge zijt dus een verachtelijk wezen, dat
uit twee monden spreekt
Ja, ik ben in waarheid een verachtelijk
wezen
Gabrielle Gabrielle, kom tot jezelf.
Luister toch naar mij riep Valentin plotse-
DOOR EEN DRIJFRIEM GESCALPEERD.
Door eigen onvoorzichtigheid kwam Vrij
dagmiddag een 26-jarige fabrieksarbeidster,
wonende te Meerveldhoven, op de N.V. Van
de Sanden's Schoenfabriek te Veldhoven te
dicht met het hoofd bij de machine, welke zij
bediende. Het meisje kwam met haar hoofd
met een drijfriem in aanraking, zoodat het
haar en de hoofdhuid totaal werden afgerukt.
In zorgwekkenden toestand moest zij naar
het Binnengasthuis te Eindhoven worden
overgebracht. Zaterdagmorgen was haar toe
stand redelijk wel.
JUBILEUM-TENTOONSTELLING,
van Den Helder en Omstreken.
Wjj willen gaarne voldoen aan den
wensch van vele exposanten en fok
kers om iets naders betreffende onze
Jubileum-Tentoonstelling bekend te
maken.
Zooals men weet, hebben wij 4 me
dailles van het Vorstelijk Huis. Nu
baarde ons dat aanvankelijk eenige
moeilijkheid, omdat wij op onze Ten
toonstelling 5 groepen dieren verwach
ten, t.w. Hoenders, Krielen, Konijnen^
Postduiven en Sierduiven. Van deze
5 groepen zou dus één groep verstoken
moeten blijven, en dan welke
Maar gelukkig is er uitkomst geko
men. De Commissaris der Koningin in
Noord-Holland. Jhr. Mr. Dr. Hoël,
•heeft ook een zilveren medaille toege
zegd en nu hebben w ij er op onze leden
vergadering o,m geloot, in welke groep
en bepaalde medaille zou worden ge
plaatst. Deze loting is geschied tot aller
tevredenheid en had als uitslag dat
de medaille van Hare Majesteit de
Koningin voor de groote Hoenders,
de medaille van Hare Majesteit de
Koningin-Moeder voor de Postduiven,
de medaille van Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana voor de
Sierduiven,
de medaille van Zijne Koninklijke
Hoogheid den Prins der Nederlanden
voor de Krielhoenders en
de medaille van den Commissaris
der Koningin voor de afdeeling Konij
nen zijn geplaatst.
Deze medailles zijn alle gezet op het
hoogste aantal punten één kleur één
ras. Het miuimum aantal punten is 8.
De puntentoekenning als gewoon, le
prijs 3, 2e pr. 2 en derde pr. 1 punt.
Het is natuurlijk niet doenlijk oan alie
eere-prijzen hier te publiceeren. Daar
voor is het vraagprogramma. Maar
dit -kunnen wij wel zeggen,, ondanks
den slechten tijd zal ons vraagprogram
ma mooier zij dan alle voorgaande.
Mooie en begeerenswaardige prijzen
hebben wij, o.a. medaille van den Ad
miraal één van de Gemeente Den Hel
ling op geheel veranderden toon. Je verstaat,
je begrijpt mij zeker nietGabrielle ik heb
het daareven, toen ik je had weergevonden,
gezien, aan je ongehuichelde blijdschap heb
ik het gezien, dat je mij nog altijd moest lief
hebben Neen, neen, dat kan geen dwaling,
geen begoocheling zijn geweest. Gabrielle,
volg ons, we zijn hier de meesters van het
kasteel, niets kan je terughouden, volg ons
We zullen je vader wel vinden, hij moet hier
terugkomen, we zullen zijn komst afwachten
en dan met hem dit huis voorgoed verlaten.
Kom tot ons, Gabrielle Zóó alleen kun je
dat schandelijk huwelijk voorkomen, zul je
niet de vrouw worden van dien man
Ik word zijn vrouw
Mijn hemel, mijn hemel mompelde Va
lentin. Wat is er met haar voorgevallen, wie
heeft haar waanzinnig gemaakt
En haar bij de hand vattend, hernam hij
op vleienden toon
Gabrielle, weet je wie ik ben, herken je
mij
Waarom zou ik je niet herkennen Je
bent Valentin
Daarop naderden haar ook de overigen.
Gabrielle, begon Murad, ge weet toch,
dat wij allen u genegen zijn, nietwaar We
zijn bereid voor u ons bloed te vergieten, wij
hebben u lief en hebben dit wel bewezen,
daar een van ons, die u helpen wilde, daarbij
zijn dood gevonden heeft. Gabrielle, veracht
niet het voor u vergoten bloed, dat brengt u
ongeluk aan Wij zijn gekomen, om u te
verdedigen, om u te redden Wat ge gezegd
hebt, moet gelogen zijn, want ge hadt niets
dan angst en afkeer voor dien man, toen ik
u opnam en in mijn huis verborg. Gabrielle,
keer tot ons terug Als deze man gestorven
ware, wat zoudt ge dan doen, wat zoudt ge
dan zeggen
Zij maakte een beweging van schrik.
Neen, riep zij uit, neen hij mag niet
sterven omdat omdat ik hem bemin
Zij beminde hem Er ontstond een oogen
blik van pijnlijke stilte. Haar vrienden zagen
elkander vragend aan, alsof zij het op elkan-
derss gezichten wilden lezen, dat zij Gabriel-
le's antwoord verkeerd moesten verstaan heb
ben. En Gabrielle stond tegenover hen, ver
nietigd, gebroken, bleek, als een doode, met
terneergeslagen oogen, weenen kon zij niet
meer.
Murad beschouwde het meisje innig be
droefd, hij kon haar bekentenis niet geloo-
ven. Hem kwam die liefde onmogelijk voor
hij veronderstelde het een of andere geheim,
dat hij niet kon doorgronden.
Gabrielle, nam hij nogmaals het woord,
die man moet, alhoewel hij onze gevangene
is, nog altoos een ontzettende macht op u
uitoefenen. Ofschoon gij het niet verkiest, zal
hij sterven. Zijn dood zal u de vrijheid her
geven
Hij wenkte Trompelet en August.
Nog voor de markies aan eenigen weer
stand had kunnen denken, was hij over de
tafel geworpen en geboeid, zoodat hij zich
niet meer bewegen kon en Murad hief zijn
dolk op.
Het wapen flikkerde een oogenblik bij het
heldere licht en Murad trad op de tafel toe.
Maar een gestalte had zich tusschen het
moordend wapen en de keel van den boos
wicht geworpen. Het was Gabrielle, alwaar
Gabrielle, die hem redde.
Dood hem nietNeen, dood hem niet
smeekte zij.
En Murad met alle geweld wegrukkend,
stond zij nu tusschen de beide mannen, met
hangende haren, met losgerukte kleederen,
een toonbeeld van den waanzin Toen trad
zij met een beweging van ontzetting terug.
Wat was er geschied De vrienden begre
pen slechts één ding, namelijk dat dit jonge
meisje hen vreeselijk om den tuin had geleid.
Zij schaamden zich over haar en de toom
greep hen aan. Handenwringend stond Ga
brielle er bij.
August en Trompelet lieten den markies
vrij.
Norbert stond op. Zijn gelaat toekende nog
altijd een bestudeerde kalmte en hij dankte
Gabrielle zelfs niet met een enkelen blik voor
haar tusschenkomst.
Wordt vervolgd