24e JAARGANG DINSDAG 31 OCTOBER 1933 No. se NIEUWS- EN ADVERTENTIES WIERINGEN EN OMSTREKEN LAD VOOR OM HET GOUD WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN. DINSDAG en VRIJDAG. UITGEVER Eüppnlyttuheef Wielingen. Van 15 regels 0.50. ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER, WIERINGEN Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10 per 3 maanden f 1.—. ii BINNENLANDSCH NIEUWS. Een Scheveningsche logger in den storm. Vier man overboord geslagen Zes gewonden. Tijdens don zwaren Noord-Wester storm, welke Donderdag heeft gewoed is aan boord van de Sch. 285 van de N.V. v.li. v.d. Toorn, schipper M. Pronk een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij zes personen werden gewond, waarvan twee zeer ernstig. Vrijdag 9 uur is de mótorloggor in de eerste binnenhaven te Schevenin- gen binnengeloopen, waarna door den G.G.D. de gewonden naar het Roode Kruisziekenhuis zijn overgebracht. liet zijn de 38-jarige K. Pronk uit de Terschellingschestraat, de 28-jarigc C. Pronk uit de Zeezwaluwenstraat, de 25-jarige M. Kruk van 't St. Aldegonda plein, de monteur W. den Heyer uit de Puttenschestraat en de 22-jarige T. Bronsveld uit de Terschellingsche straat. De schipper vertelt. In de 31 jaren dat schipper Pronk nu vaart, had hij nog; nimmer averij ge had. Zijn doorgroefde visscherskop droeg nog de bloedige sporen van de wonden, welke ook hij bij het ongeluk had opgeloopen, doch de zeer ernstige toestand waarin zijn broer Korvink Pronk verkeert, had hem geheel uit het evenwicht geslagen. Moedig had hij de zware terugreis met den defecten motor aanvaard, doch toen de mannen van den Haven dienst met hun boot hem tegemoet kwamen, was de ontroering hem te machtig geworden. Om 8 uur in den morgen, zoo vertel de schipper Pronk, we waren bij Smitskool -- hadden we de vleet inge haald en vervolgens de haring gekaakt We hadden 20 kantjes gevangen en toen die in de tonnen zaten wilden we de netten ophalen, daar er in de vleet verschillende stuk waren. Weliswaar was het op dat oogenblik wat je noemt ruw weer, maar er stond geen storm. De wind was Noord Noord-West. We waren zoo ongeveer een kwartier bezig toen we door een flinke stortzee wer den overvallen. Drie mannen sloegen overboord, terwijl ikzelf op de verschansing kwam te liggen, hall' binnen, half buiten boord. De haringkribben aan weerszijden van de verschansing werden aan stuk ken geslagen, de netten gingen gedeel telijk weer overboord. De monteur Den Heyer, C. Pronk en Bronsveld wis ten zich gelukkig aan de netten vast te klemmen. Mijn broer, die meehielp met het inhalen, was plotseling ver dwenen, terwijl Kruk tegen de mast was geslagen. De redding der drenkelingen. Verdoofd dooi- den slag, kroop ik aan boord waarna we met z'n allen de drie drenkelingen trachtten aan boord te halen. Achtereenvolgens haalden we den monteur en Bronsveld binnen, doch met C. Pronk, die een zwaar gebouw de kerel is, ging het niet zoo gemakke- yijk. Eerst na veel moeite gelukte het, hem aan boord te krijgen. Ik dacht niet anders of mijn broer, Korvink was verdwenen. Toen ik de verwoesting overzag, be merkte ik hem plotseling heelemaal verscholen onder de nètrcn aan boord. Ilij lag hevig bloedend met zijn gezicht op de stukgeslagen krik, waarvan de opsluiters hem in het ge zicht waren gedrongen. Over hem heen lagen de netten, terwijl een volle harington op een van zijn beenen lag. Zoo goed zoo kwaad -als het ging brach ten we de gewonden naar kooi. C. Pronk was er eveneens ernstig aan toe. Zijn been was ernstig gewond, terwijl zijn schouder eveneens bloed sporen vertoonde. Bronsveld had een kapotten arm, terwijl zijn knieën even eens gewond waren. Kruk was met zijn mond ergens tegen aangekwakt en had een gewond been. In wilde wanorde lagen '20 tonnen haring in het rond. Doordat een deel van de netten bij het overboord slaan om de schroef was geslagen, stond de motor ongeveer terzelfder tijd, dat het ongeluk gebeur de, stop. Veel tijd om hieraan aandacht te be steden namen we niet. De gewonden eischten alle zorg, We trokken ze de drijfnatte kleeren van het lijf, deden ze schoon goed aan en droegen ze in hun kooi. Eerst hierna kon ik naar den mo tor kijken. Geruimen tijd probeerden we door langzaam voor- en achteruit te draaien of de schroef wellicht vrij kwam. Toen dit niet gelukte, hebben we de zeilen opgezet om zoo de 80 mijl lange terugreis tt aanvaarden, waarbij wij slechts 3 a 4 mijl per uur maakten. Wonder boven wonder is alles bij het binncnloopen van de haven goed gegaan. We konden nauwelijks ma noeuvreeren, zoodat het nog wel een zwaar karwei was. Aanvankelijk had schipper Pronk dan ook het voornemen gehad IJmiii- den binnen te loopen, doch door den sterken N.O.-wind kon men iJmuiden niet meer halen. Men zette koers naar Vlaardingen, doch daar de wind in middels naar het Westen was ge draaid, bleek het mogelijk Schevenin- gen aan te doen, hetgeen uiteraard voor de gewonden het voordeel ople verde, dat spoediger medische hulp kon worden geboden. Tet hoogte van het seinhuis bij den ingang van de haven had schippe: Pronk aan den liavenbediende toege schreeuwd, dat hij gewonden aan boord had. Volkomen terecht belde deze daarop eerst den Geneeskundige Diens! en de politie op, waarna hij den haven meester van het geval in kennis stelde Nauwelijks was de Sch. 285 gean kerd, of reeds stond de wagen van den G.G.D. voor, waarmee de gewonden naar het Roode Krui» Ziekenhuis wer den vervoerd. FEUILLETON. 47. Ja, zwijg, Gabrielle, blijf zwijgen. Doe het, omdat uw zwijgen zijn doodvonnis is. Spreek, Gabrielle, riep Norbert. Ge ziet zelf, hoe noodig. het is dat gij spreekt. Het meisje liet haar armen slap langs het lijf vallen. Hijgend ging haar borst. Zij was in vertwijfelden angst. Wat moest zij doen Wat moest zij zeggen Ik wil spreken, ja, ik wil spreken, omdat het noodig is, zei ze eindelijk. Maar ik wil alleen spreken, als mijn vader er bij is. Welnu, ge weet waar de kamer van uw vader is, Gabrielle, nam de markies weer het woord. Ga hem roepen, als ge wilt. Zij verwijderde zich wankelend. Vijf minuten gingen voorbij. Toen keerde Gabrielle terug. Toen. zij binnenkwam, viel zij op den eersten den besten stoel, anders was zij tegen den grond geslagen. Mijn vader is er niet, stamelde zij. Ik ben op zijn kamer geweest. Hij heeft zich volstrekt niet te slapen gelegd, want zijn bed is nog onaangeroerd. Wat heeft dat te beduiden, mijnheer? voegde Murad den markies toe. Denkt ge, dat ik dat weet, mijnheer Het is nu niet voor het eerst, dat mijnheer Bertara das avonds van huis is, want hij is hier vrij in zijn doen, volkomen vrij, dat weet Gabrielle ook, even vrij als zijzelve. Ik geloof trouwens, dat mijnheer Bertara's bijzijn hier niet bepaaldd kan worden vereischt. Hij is misschien heengegaan, omdat hij liever niet een tooneel wilde bijwonen, dat nadeelig kon werken op zijn eenigszins zwakke gestvermo gens. Het is wel begrijpelijk van haar vader hierbij gewenscht. Ikzelf had hem ook gaar Waartledaling van tuingrond in het Westland. De achteruitgang in dc tuinbouwbe- drijven drukt zeer sterk de waarde van de tuingronden. Zoo hoog als de prijzen voor de tui nen in het Westland eenige jaren ge leden -- toen nog van goeden tijd kon worden gesproken waren, zoo sterk zijn de opbrengsten thans weer ge daald. Een bijzonder opvallend bewijs hier van is Vrijdag wel geleverd, toen te Naaldwijk een tuinbouwbedrijf werd verkocht. Het perceel, groot 97.74 Are, waarop o.m. een warenhuis, 4 serres, perziken- kas, woonhuis enz. werd ingezet op slechts f 10.150. Deze tuinderij is in de goede jaren voor ruim f 40.000 gekocht. De verkeerde straf uitgezeten. Een stucadoorspatroon werd in 1932 wegens overtreding van de Arbeids wet tot een geldboete van f 150 subs. tien dagen veroordeeld. Een verzoek om gratie afgewezen. De tijd ver streek en de man betaalde de boete niet. In Juni 1933 werd hij wederom veroordeeld wegens overtreding van de Arbeidswet. Ditmaal werd de boete echter bepaald op f 50, doch de ver vangende straf werd wederom op 10 da gen gesteld. Een paar weken geleden kwam een veldwachter aan de deur van den ver oordeelde, om eens te informeeren hoe het er mee stond „betalen of zitten". De stucadoor, wien het door de tijds omstandigheden niet erg voor den wind ging, besloot de boete van f 150 in tien dagen te verdienen Aldus overwegende meldde hij zich aan, om de hechtenis van tien dagen te onder gaan. Aldus bleef nog de tweede boete f 50 als het zwaard van Damocles boven zijn hoofd hangen. Uit den aard der zaak viel de hechtenis niet mee, waar- o,m hij besloot de f 50 te betalen. De vrouw van den stucadoor toog met vijftig geleende guldens naar den ontvanger der belastingen en met het betalingsbewijs spoedde zij zich naar het Huis van Bewaring om te voorko men, dat de tweede tien dagen in zou den gaan. Hier wachtte haar en haar man een danige teleurstelling. Door een vergissing was eerst de tweede straf (f 50 of tien dagen) geëxe cuteerd, zoodat niet f 50, maar 1' 150 moest worden betaald om de tweede tien dagen hechtenis te voorkomen. De vrouw wendde zich tot een advo caat. Deze stelde zich met de griffie van het kantongerecht in verbinding, doch moest daar ondervinden, da: St. Bureaucratius zich niet liet vermur wen. Wel was door een vergissing de f 50 geëxecuteerd, maar een verande ring kon in de stukken niet aange bracht worden. OVERAL BOTERTEKORT. Mengpercentage verlaagd We lezen in het officieel orgaan van den Algem. Nederlandsche Zuivelbond In het vorige nummer wezen wij er op, dat er uit het buitenland-een toenemende vraag naar boter valt te constateeren. Na het schrij ven van dat artikel is deze vraag in meer tast baren vorm tot ons gekomen. In de eerste plaats uit Duitschland, waai de regeering aan de olie- en vetcentrale op dracht gaf een extra kwantum boter van 500 a 600 ton te importeeren tegen wereldmarkt prijs. Ook Nederland kwam daardoor in aanmer king, doch gezien de bijzondere voorwaarden waaronder deze levering gevraagd werd, kon hierover nog geen beslissing worden geno men. In Denemarken schijnt men intusschen met de levering van een extra kwantum te zijn aangevangen. Uit Brussel wordt medegedeeld, dat de Bel gische regeering overweegt, om vanwege het tekort aan boter in de maand November het botercon tingent van 1.100.000 K.G. op 1.500.000 K.G. te brengen. Ter zelfder tijd zal de speciale invoerbelasting, welke onlangs verlaagd werd, van frs. 7.50 tot fr. 8.50 ver hoogd worden. Verder wordt medegedeeld, dat er in de Unie van Zuid-Afrika een zoodanig tekort aan boter bestaat, dat men gedwongen is bo ter te gaan importeeren, niettegenstaande dit land in het begin van dit jaar nog boter uit voerde. Door de commissie voor den Nederlandsch- Zuid-Afrikaanschen Handel werd een tele- j gram uit Zuid-Afrika ontvangen, waarin om j telegrafische offerte van boter uit Nederland wordt gevraagd. Inmiddels is onze markt niet zoodanig van versche boter voorzien, dat aan al deze aan vragen voldaan zou kunnen worden zonder de binnenlandsche botervoorziening in de war te sturen. Het zal daarom in de eerste plaats noodig zijn dat men het mengpercentage in de margarine verlaagt, opdat er weer boter voor export disponibel komt. BORSTKAS INGEDRUKT. Te Milheeze raakte de landbouwersknecht C. v. d. Z., toen hij een paard op stal zette, bekneld tusschen paard en muur. Zijn borst kas werd ingedrukt. KOEIEN-TROUW. Te Berlicum heeft zich een treffend geval van dierentrouw voorgedaan. De veehouder v. V. verkocht één zijner koeien. Het dier werd naar Den Bosch vervoerd. Wie schetst echter de verbazing van den voormaligen veehou der, toen hij eenige dagen later de koe voor de stalpoort vond staan. Het beest was van de verandering blijkbaar niet gediend geweest en was naar zijn ouden baas teruggeloopen. TUSSCHEN KAR EN AUTO BEKNELD GERAAKT. Botsing op den rijksweg tusschen Naarden en Bussum. Toen Vrijdagavond op .den rijksweg tus schen Naarden en Bussum, ter hoogte van den „Bongerd" een automobilist uit Amster dam in de richting van Bussum naar Naai den reed, zag deze te laat, dat er een hand kar op den weg was. Hij kon een botsing niet vermijden en duwde den wagen 21 meter voort. De karrevoerder uit Hilversum werd tus schen de kar en den bumper van de auto be kneld. Hij is in zorgelijken toestand naar de Majellastichting te Bussum vervoerd hij had een beenbreuk, een bekkenfractuur en een hersenschudding gekregen. DE OFFICIEREN VAN DE „ZEVEN." Ontslag uit den dienst voor de 2e klassers Naar in marinekringen verluidt, zou het in de bedoeling liggen dat de officieren van den rang van luitenant ter zee 2e klasse, die zich aan boord van de „Zeven" bevonden, toen de muiterij uitbrak, na afloop van het strafproces tegen hen uit den dienst zullen worden ontslagen. Deze beslissing zou natuurlijk geheel los staan van de beschikking van den rechter, die ontslag uit den dienst alleen als bijko mende straf kan opleggen, indien de officie ren wegens hun nalatigheid in het treffen van maatregelen van tegenweer schuldig zullen bevonden worden en tot een hoofdstraf ver oordeeld. De luitenants ter zee derde klasse zouden niet worden ontslagen, omdat zij nog te jong officier zijn (volgens de nog niet lang geleden geldende rang—indeeling zouden deze officieren den rang van adelborst le kl. se bekleed hebben) om verantwoordelijk ge steld te worden. Uiteraard zou de beslissing ten aanzien van de luitenants ter zee 2e klasse ook moeten gelden voor den luitenant ter zee le klasse, officier van de wacht, die in een vlet sprong om het schip te „redden." ne hier gezien, omdat hij de verklaring, die zijn dochter u thans zal geven, zeker van woord tot woord zou hebben bevestigd. Ge hoort mij toch, Gabrielle En hij vestigde op het meisje zulk een uit- dagenden blik, dat zij het bloed in haar ade ren voelde stollen. Op elk woord, dat hij sprak, legde hij nadruk, terwijl hij aldus voortging. Het is nu vijf minuten voor elven. Ik sta er op, dat om elf uur deze heeren zich terugtrekken, daar zij uw zenuwen maar overstuur brengen. Ik reken bepaald daarop. Gabrielle, gij verstaat mij toch, ik reken daar op Zij zag naar den markies op en huiverde. Zij las in zijn oogen als in een open geslagen boek. Zij wist dat zijn woorden óp de voltrek king van het doodvonnis van haar vader doelden. Zij had begrepen, dat als Norbert zoo rus tig kon zijn, haar vader in zijn macht moest wezen en dat hij, zelf tot werkeloosheid ge dwongen, nog altoos over het leven of den dood van den armen grijsaard te beschikken had. En die vijf minuten, welke hij haar den j tijd liet, zij wist, dat het de vijf minuten wa- ren, dat hij haar vader nog had gegund te. leven, als zij aarzelen bleef om te spreken,' zooals hij dat verlangde. Bekende Gabrielle de waarheid, dan zou zij een vadermoord be- gaan. j Terwijl dit alles omging in het hoofd van het zoo zwaar gemartelde meisje, hield Nor- J bert zijn oogen op de pendule gericht en zeide i bedaard Nu nog drie minuten Gabrielle stond op, de hand tegen het voor, hoofd gedrukt. j Valentin greep haar bij den arm. Wat wilt ge doen, Gabrielle vroeg hij haar. In de woorden van dien man ligt eenj heimelijke bedreiging, dat heb ik duidelijk genoeg bespeurd. Laat u dat niet ontmoedi gen, wij zijn immers hier om u te bescher men Twee minuten wierp de markies daar- tusschen. Thans begon Gabrielle, in boeien geslagen door de blikken van den meedoogenloozen man, op bijna onverstaanbaren toon, maar toch, alsof het een van buiten geleerde les was, die zij tegen wil en dank moest opzeg gen Men spreekt van bedreigingen, wie be dreigt mij Niemand. Men verzekert mij te willen verdedigen, wie valt mij dan aan Niemand. Ik ben hier vrij en kan doen en laten, wat ik wil Norbert zag niet meer naar de pendule doch staarde met nog altoos over elkander geslagen armen naar den grond. Gabrielle, ge wordt gedwongen om te liegen riep Valentin uit. Gij spreekt tegen uw hart. Neen. Alles geeft mij het bewijs, dat gij nu on waarheid spreekt. Ik zeg u de waarheid, zei zij toonloos. Durft gij alle vragen van mij beantwoor den, Gabrielle vroeg Valentin, die in deze vreeselijke oogenblikken op het punt stond zelf het verstand te verliezen. Vraag, ik zal antwoorden. Zij zei dit met een dof, zelfs ruw stemgeluid, Haar oogen, welker leden geen beweging meer hadden, maar wijd geopend stonden, bleven daarbij strak op den markies geves tigd. Durft gij zeggen, dat die man u niet geschaakt heeft begon Valentin. Ik ben hem gevolgd, vrijwillig. Dat ge hem liefhebt Ik, ja, ik heb hem lief. Dat gij uit vrijen wil met hem trouwt, dat gij daartoe uw toestemming geeft Ik trouw met hem uit vrije keus. Dat gij gelogen hebt, toen gij eens zei det, mij lief te hebben Het was gelogen, ik heb u nooit lief ge had. Ge zijt dus een verachtelijk wezen, dat uit twee monden spreekt Ja, ik ben in waarheid een verachtelijk wezen Gabrielle Gabrielle, kom tot jezelf. Luister toch naar mij riep Valentin plotse- DOOR EEN DRIJFRIEM GESCALPEERD. Door eigen onvoorzichtigheid kwam Vrij dagmiddag een 26-jarige fabrieksarbeidster, wonende te Meerveldhoven, op de N.V. Van de Sanden's Schoenfabriek te Veldhoven te dicht met het hoofd bij de machine, welke zij bediende. Het meisje kwam met haar hoofd met een drijfriem in aanraking, zoodat het haar en de hoofdhuid totaal werden afgerukt. In zorgwekkenden toestand moest zij naar het Binnengasthuis te Eindhoven worden overgebracht. Zaterdagmorgen was haar toe stand redelijk wel. JUBILEUM-TENTOONSTELLING, van Den Helder en Omstreken. Wjj willen gaarne voldoen aan den wensch van vele exposanten en fok kers om iets naders betreffende onze Jubileum-Tentoonstelling bekend te maken. Zooals men weet, hebben wij 4 me dailles van het Vorstelijk Huis. Nu baarde ons dat aanvankelijk eenige moeilijkheid, omdat wij op onze Ten toonstelling 5 groepen dieren verwach ten, t.w. Hoenders, Krielen, Konijnen^ Postduiven en Sierduiven. Van deze 5 groepen zou dus één groep verstoken moeten blijven, en dan welke Maar gelukkig is er uitkomst geko men. De Commissaris der Koningin in Noord-Holland. Jhr. Mr. Dr. Hoël, •heeft ook een zilveren medaille toege zegd en nu hebben w ij er op onze leden vergadering o,m geloot, in welke groep en bepaalde medaille zou worden ge plaatst. Deze loting is geschied tot aller tevredenheid en had als uitslag dat de medaille van Hare Majesteit de Koningin voor de groote Hoenders, de medaille van Hare Majesteit de Koningin-Moeder voor de Postduiven, de medaille van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana voor de Sierduiven, de medaille van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden voor de Krielhoenders en de medaille van den Commissaris der Koningin voor de afdeeling Konij nen zijn geplaatst. Deze medailles zijn alle gezet op het hoogste aantal punten één kleur één ras. Het miuimum aantal punten is 8. De puntentoekenning als gewoon, le prijs 3, 2e pr. 2 en derde pr. 1 punt. Het is natuurlijk niet doenlijk oan alie eere-prijzen hier te publiceeren. Daar voor is het vraagprogramma. Maar dit -kunnen wij wel zeggen,, ondanks den slechten tijd zal ons vraagprogram ma mooier zij dan alle voorgaande. Mooie en begeerenswaardige prijzen hebben wij, o.a. medaille van den Ad miraal één van de Gemeente Den Hel ling op geheel veranderden toon. Je verstaat, je begrijpt mij zeker nietGabrielle ik heb het daareven, toen ik je had weergevonden, gezien, aan je ongehuichelde blijdschap heb ik het gezien, dat je mij nog altijd moest lief hebben Neen, neen, dat kan geen dwaling, geen begoocheling zijn geweest. Gabrielle, volg ons, we zijn hier de meesters van het kasteel, niets kan je terughouden, volg ons We zullen je vader wel vinden, hij moet hier terugkomen, we zullen zijn komst afwachten en dan met hem dit huis voorgoed verlaten. Kom tot ons, Gabrielle Zóó alleen kun je dat schandelijk huwelijk voorkomen, zul je niet de vrouw worden van dien man Ik word zijn vrouw Mijn hemel, mijn hemel mompelde Va lentin. Wat is er met haar voorgevallen, wie heeft haar waanzinnig gemaakt En haar bij de hand vattend, hernam hij op vleienden toon Gabrielle, weet je wie ik ben, herken je mij Waarom zou ik je niet herkennen Je bent Valentin Daarop naderden haar ook de overigen. Gabrielle, begon Murad, ge weet toch, dat wij allen u genegen zijn, nietwaar We zijn bereid voor u ons bloed te vergieten, wij hebben u lief en hebben dit wel bewezen, daar een van ons, die u helpen wilde, daarbij zijn dood gevonden heeft. Gabrielle, veracht niet het voor u vergoten bloed, dat brengt u ongeluk aan Wij zijn gekomen, om u te verdedigen, om u te redden Wat ge gezegd hebt, moet gelogen zijn, want ge hadt niets dan angst en afkeer voor dien man, toen ik u opnam en in mijn huis verborg. Gabrielle, keer tot ons terug Als deze man gestorven ware, wat zoudt ge dan doen, wat zoudt ge dan zeggen Zij maakte een beweging van schrik. Neen, riep zij uit, neen hij mag niet sterven omdat omdat ik hem bemin Zij beminde hem Er ontstond een oogen blik van pijnlijke stilte. Haar vrienden zagen elkander vragend aan, alsof zij het op elkan- derss gezichten wilden lezen, dat zij Gabriel- le's antwoord verkeerd moesten verstaan heb ben. En Gabrielle stond tegenover hen, ver nietigd, gebroken, bleek, als een doode, met terneergeslagen oogen, weenen kon zij niet meer. Murad beschouwde het meisje innig be droefd, hij kon haar bekentenis niet geloo- ven. Hem kwam die liefde onmogelijk voor hij veronderstelde het een of andere geheim, dat hij niet kon doorgronden. Gabrielle, nam hij nogmaals het woord, die man moet, alhoewel hij onze gevangene is, nog altoos een ontzettende macht op u uitoefenen. Ofschoon gij het niet verkiest, zal hij sterven. Zijn dood zal u de vrijheid her geven Hij wenkte Trompelet en August. Nog voor de markies aan eenigen weer stand had kunnen denken, was hij over de tafel geworpen en geboeid, zoodat hij zich niet meer bewegen kon en Murad hief zijn dolk op. Het wapen flikkerde een oogenblik bij het heldere licht en Murad trad op de tafel toe. Maar een gestalte had zich tusschen het moordend wapen en de keel van den boos wicht geworpen. Het was Gabrielle, alwaar Gabrielle, die hem redde. Dood hem nietNeen, dood hem niet smeekte zij. En Murad met alle geweld wegrukkend, stond zij nu tusschen de beide mannen, met hangende haren, met losgerukte kleederen, een toonbeeld van den waanzin Toen trad zij met een beweging van ontzetting terug. Wat was er geschied De vrienden begre pen slechts één ding, namelijk dat dit jonge meisje hen vreeselijk om den tuin had geleid. Zij schaamden zich over haar en de toom greep hen aan. Handenwringend stond Ga brielle er bij. August en Trompelet lieten den markies vrij. Norbert stond op. Zijn gelaat toekende nog altijd een bestudeerde kalmte en hij dankte Gabrielle zelfs niet met een enkelen blik voor haar tusschenkomst. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1