WAAR BELATIG IN MODE-TIPS. KLEINE WENKEN. U hebt kleeren, die nog heel goed zijn; maar die U om de een of andere reden niet meer draagtSpaar ze niet op, tot ze versleten zyn door het hangen, of door de mot beschadigd! Allicht is er in Uw familie- en kennissenkring een gezin, dat er dolgelukkig mee zou zijn. Laat U niet door valsclie schaamte weerhouden; maar geef weg met een vriendelijk woord, een vriendelijk gebaar. Doe het dadelijk! Mrs. X. LAAT NiET 0NN00DIG WACHTEN! „Je moet leoren wachten", zegt men tegen een ongeduldig kind; maar hebben wij, vol wassenen, geleerd te wachten? Alles kan men leeren door ervaring er oefening; niet echter het wachten. We wach ten eindelooze, zenuwvretende uren op de berichten over den toestand van een dier bare zieke, op berichten, die over ons ge- heele leven beschikken. Dit is heel erg. Hier is echter niets aan te doen, niemand kan er iets aan veranderen. En toch zijn er menschen, die anderen on- noodlg ia onrust laten en laten wachten. De bewering, dat dit uitsluitend vrouwen zijn, is geheel foutief. Mannen maken er zich eveneens aan schuldig. Alleen hebben ze altijd een „smoesje" klaar: hun werk, dat bun noodzaakt /mimimW/ lan£er te werken. Misschien is het een enkele maal waar; maar heel vaak wordt het als verontschuldiging gebruikt, terwijl men in werkelijk heid heeft staan praten met een //A/ bekende. Geen ver- Y/i/CJ^ standige vrouw zal hier aanmerkingen op maken, alleen vindt ze het ver velend, dat het haar niet tijdig bericht wordt, zoodat ze met eten zit te wachten. Als men van te voren weet, dat men niet precies op tyd kan zijn, moet dat .van te voren gezegd worden. Tot het onnoodig laten wachten, behooren ook de vage aankondigingen van een bezoek. .Morgen of overmorgen kom ik misschien bij je. Maak echter geen drukte voor me!" zegt de eene vriendin tegen de andere, die ze toe vallig ergens ontmoet. En nu zit een van de twee vrouwen, bij het mooiste weer van de wereld, twee dagen thuis, doet niet veel werk, omdat ze haar visite in een gezellig huis wil ontvangen. Natuurlyk heeft ze iets iekkers in huis gehaald; het zou onbeleefd zijn, niets aan te bieden. Maar het bezoek verschijnt niet. Als we dat geweten hadden, zouden we misschien andere bekenden uitge- noodigd hebben, maar beslist den kostbaren tijd niet verknoeid. Natuurlijk heeft ze niets definitiefs gezegd; maar als ze gekomen was en we hadden er absoluut niet op gerekend, zou het ook niet aardig geweest zijn. Men moet altijd probeeren zich in te den ken in den toestand van degeen, die wach ten moet, dan zal men deze ondeugd gauw afleeren. DINA VAN Z. DE ZESTIENJARIGE DENKT „Marie geef gauw mijn boterham en een sinaasappel! Neen, mijn paraplu neem ik niet mee! Heb ik mijn handwerk wel in mijn tasch gedaan? Dag, lief poesebeest, dag lief diertje, geven jullie haar veel melk ik laat de huisdeur open geen tijd! Gelukkig mooi weer, snoezig is dat witte poesje, dat wil heelemaal niet bij de moeder weg de twee anderen liggen onder haar buik, of spelen Te begrijpen! Ditmaal deden de heeren van de stam tafel mijnheer Pantoffelheld onrecht aan, toen ze niet geloofden, dat hy zyn hoofd aan de deur had gestooten. met elkaar op het kleedje ik zou niet zoo den heelen dag bij Mama willen zyn ik vind het natuurlijk wel leuk, als zy niet boos op mij is en mij een zoen geeft, maar ze wil, dat ik om 9 uur in bed lig meestal wordt het half tien. 's Avonds luister ik het liefst naar mijn gramofoon als ik groot ben maar ik ben blij, dat ik nog niet groot ben waarom zouden ze toch allemaal thuis lachen, als ik die nieuwe plaat speel: „Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt"Beeldig zingt zij het „Na, da kann ich nichts dafiir Ik kan die plaat den heelen dag wel hoorenik moet hard loopen, anders kom ik te laat Conducteur, wacht alsjeblieft nog even ik zal er maar niet opspringen, want als Mama het wist als ik groot ben, maar ik ben gelukkig nog niet groot ik zal Annie vertellen, dat die heer mij zoo heeft zitten aankijken of mijn muts goed zit?,Ich bin von Kopf bis Fussals de menschen lachen, dan hangt het daarmee samen Annie weet het toch ook niet als ik groot ben, zal ik het weten maar toch ben ik blij, dat ik nog niet groot ben. Wat een brutale vent!!! Wat zit hij me toch aan te staren, nu schrijft hij wat op een stuk papier, en gaat tegenover me zitten nog drie haltes ik hoop maar, dat hy er vroeger uit gaat hè, ik zou toch zoo graag willen weten, wat hij op dat papiertje heeft geschreven wat ge meen, hij stoot me aan met zijn voet, onge hoord och, wat akelig, dat ik zoo'n kleur kryg, straks ga ik ook nog huilen ik zal maar aan iets prettigs denken aan mijn poesjes, mijn fototoestel wat een bru tale kerel afschuwelijk, ik ga het direct aan den conducteur zeggen aardige oogen heeft hij, hij fluit wat, een echte heer! Wat fluit hij eigenlijk, waarom glimlacht die oude dame tegen hem als hij maar niet tegelijk met mij uitstapt goed, dat ik mijn leuke blauwe mantel aan heb, die staat mij zoo goed, iedereen zegt het nu stap ik uit „juffrouw, juffrouw, U heeft Uw schooltaseh vergeten", aardig van hem,'t zou verschrikkelijk geweest zijn handwerken wat had hij toch eigenlijk gefloten „Ich bin von Kopf bis Fuss"hij heeft mijn hand even vastgehouden en my daarbij zoo grappig aangekeken, eigenlijk bevalt hij me toch niet, ik geloof, dat die oude dame om mij heeft gelachen mijn lied heeft hij gefloten „Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebehè, ik moet me ineens aan de lantaarn vasthouden, ik zal te laat komen. „Ich bin von Kopf bis Fuss ik ge loof nu weet ik wat de grooten weten WAT ZAL ONZE DOCHTER WORDEN? Het is weer zoover, dat honderden jonge meisjes den gewichtigen stap van de school bank in 'tleven hebben gedaan, en sedert ge- ruimen tijd worden er door Vader en Moeder beraadslagingen over de toekomst van hun dochter gehouden met kennissen en bloed verwanten. Twintig, dertig jaar geleden von den de ouders het dikwijls niet goed, dat hun dochter ging studeeren, want meestal ge beurde het, dat de dochter trouwde, zoodra zy haar doktersexamen had gedaan, en er na haar huwelijk meestal toch niets van kwam, haar wetenschap in praktyk te bren gen. Ook nu aarzelen de ouders weer, geld uit te geven voor de verdere studie van het meisje; maar nu is het om een geheel andere reden; want nu zegt men: „Als ze afgestudeerd is, krijgt ze toch geen betrek king." Over den nood van studeerenden is veel geschreven; maar hoevelen staan ook na hun leertyd niet op straat enop de portemonnaie van hun Vader! En toch is het beter de kinderen wel te laten üoorlee- ren. Want dikwijls moet het meisje na haar huwelijk meehelpen geld verdienen, of bij ziekte van haar man werken; en veel vrou wen, die hun man verloren hebben, denken er met dankbaarheid aan, dat hun ouders ze iets hebben laten leeren, dat ze nu in prak tyk kunnen brengen. Bij de beroepskeuze vraagt men eerst: „Welk beroep is het minst overvuld?" Maar ook moet men rekening houden met den wil en de kundigheden van het meisje. Want juist vrouwen geven zich met hart en ziel aan hun arbeid en lijden er onder, wan neer het werk hun niet bevalt. Voor het jonge meisje, dat zich interes seert voor de huishoudng, is het het beste haar naar de huishoudschool te sturen; want na een studie van een paar jaar is zij dan in staat geld te verdienen. Ziekenhuizen, kin derhuizen, kinder- en vacantiekolonies, op voedingsgestichten, pensionaten, sanatoria en hotels, al deze inrichtingen hebben een huishoudster noodig. Bovendien heeft deze studie het voordeel ook bij een eventueel huwelijk nuttig te zijn. Meisjes met talent voor kunst kunnen modeteekenares, photographe, decoratrice, etc. worden. Juist deze beroepen bieden de meisjes veel kans naam te maken. Andere jongedames kunnen beter een practisch beroep als naaister, coupeuse of kapster kiezen. Deze laatste beroepen ver dienen niet, zooals maar al te dikwijls ge beurt, als minderwaardig te worden be schouwd. Wel degelijk heeft men hiervoor óók studie en praktische kennis noodig. In 't algemeen echter kan men de meis jes maar één goede raad geven„Als je er zeker van wilt zyn, een plaatsje te vin den, ga dan n i e t in de groote steden, want daar zijn alle beroepen overvuld!" M. B. WAT MEN BIJ VERHUIZEN NIET MOET VERGETEN!] Aan duizend dingen moet de huisvrouw denken, wanneer ze van woning verwisselt. En zij zal zeker niets van al die kleine dingen overzien. Maar men vergeet licht dingen, die men na de verhuizing pas bemerkt. Men moet de krant bericht geven van de verhuizing, want deze wil men toch lezen bij het eerste rustige ontbijt. Rustig ontbijt? Heeft men er aan ge dacht een nieuwen melkboer op te zoe ken en te zorgen, dat er melk in huis is voor het eerste ontbijt? Versche brood jes kan men alleen eten, wanneer men een bakker in de nieuwe buurt heeft ge vraagd in 't vervolg aan te komen. Van zelfsprekend zijn de oude bakker en melkboer afgezegd. Het ontbijt kan men echter alleen klaarmaken, als er kookgelegenheid is. Heeft men zich van te voren op de hoogte gesteld, dat er een gasmeter is Maar natuurlyk! Men heeft hem toch zien staan. Er lag een dikke stoflaag op. Maar... heeft men wel goed gekeken of hij niet verzegeld was? Want in dit geval geeft het niets of er een gas meter is. Daarom moet de huisvrouw een maand voor de verhuizing steeds rondloopen, ge wapend met een notitieboekje; want be halve het hier boven genoemde, zijn er nog verschillende andere dingen, waar aan ge dacht moet worden. Mrs. X. WINTERMANTELS. Op de wintermantels zullen we veel bont zien. Groote kragen, waarin het hoofd met het kleine hoedje geheel schuil gaat. En zelfs hebben we al weer manchetten van bont zien, die de laatste jaren geheel van het mode-tooneel verdwenen waren. No. 1: elegante mantel van zwart fluweel voor den middag en den avond. De mouw valt zeer wijd op den pols; een smalle ceintuur dient voor sluiting. Bij dezen mantel wordt een zilver- of blauwvos gedragen. No. 2: mantel van grove tweed. De „Mar iene Dietrich" kraag en de breede manchet ten zyn van zwart kortharig bont vervaar digd. JEANNE DE FL. BABY'S OCHTEND-BEHANDELING. Voorwaarde bij de opvoeding van een ge zonde zuigeling is, dat de ouders verstandig zijn, en het kind wennen aan een ongestoorde nachtrust. Het hindert niets, wanneer een kind huilt, het is niet noodig dat het altijd een reden heeft om te huilen. Wanneer een kind goed verzorgd, gevoed en schoon ge houden wordt, zal het in den tweeden of derden nacht, waarin het aan zijn lot wordt overgelaten, rustig worden. Kinderen mer ken alles. Neemt men ze slechts een enkele maal op, dan willen ze het de volgende nachten ook. In het algemeen zal het kind van 's avonds 10 uur tot 's morgens 6 uur doorslapen, dan geeft men het een schoone luier en wat te drinken. Al naar gelang het kind de borst krijgt of flesschen-voeding zijn de voorbereidingen. In beide gevallen is grootste hygiëne de boodschap. Krijgt het kind de flesch, dan mag de moeder nooit proeven, of de speen in den mond nemen, om te onderzoeken of zij niet verstopt is. Wij hebben altijd bacillen bij ons en kunnen die heel gemakkelijk overbrengen op de nog bui tengewoon vatbare baby. De melk mag al leen verwarmd worden tot de gewenschte graad, door de flesch in heet water te zet ten. Koken vermindert de voedingswaarde, en verhoogt de kans op rachitis. Voedt de moeder het kind zelf, dan moet de borst voor dien tyd met een desinfecteerend mid del worden gewasschen. Na den maaltijd wordt het kind weer weggelegd en moet verder slapen. 's Morgens om tien uur wordt het gebaad. Het water moet een temperatuur hebben van 35 graden Celsius en men legt dan een hemdje en een flanelletje klaar, die vooruit eenigszins zyn verwarmd. Voordat baby bad gaat, mag hij eerst éen beetje trappelen, men bevrijdt ze daarom van al het knellende goed en legt ze op een zachte handdoek op den aankleedtafel. Dolgraag ligt baby op zijn buikje, hetgeen we gerust kunnen toestaan. Men kan ze ook een beetje gymnastiek laten doen, maar hiervoor moet men raad vragen aan een specialist of het doen volgens de methode, van één der vele boeken, die over dit onderwerp zijn geschreven. Het baden en de gymnastiek moeten plaats vinden in een goed geluchte tochtvrije kamer. Na het wasschen wordt het kindje goed afgedroogd, licht gepoederd en krijgt daarna schoone kleertjes aan. Oogjes en gezichtje worden met lauwwarm water en een apart wasch- lapje schoongemaakt. Het kind mag nooit te stevig worden ingepakt. Vroeger werd het kind in eenige dekens gepakt, die dan met bandjes om het lichaampje werden vastge maakt. Nu krijgt baby alleen een flanelletje, een hemdje en een ponnetje aan, en wordt dan te slapen gelegd onder een zacht linnen lakentje en een dunne, doch warme wollen deken. Natuurlyk moet men controleeren, of het kindje warm genoeg is, want koude zou hem ten zeerste schaden. Na deze sclioon- makerij krijgt hij zijn ochtendmaaltyd, na tuurlijk weer met de strengste hygiëne. Als het kind iets zelfstandig wil doen, moet men dit niet tegengaan, of hem ermee helpen. Veel menschen houden het hoofdje van het kind, wanneer het op den arm zit of ligt niet vast, het bungelt er dan zoo hulpeloos bij; geen angst, het breekt niet zoo gauw als het schijnt. De hals- en nekwervels worden gauw stevig en het kind krijgt daardoor later een mooie trotsche houding van het hoofd. Mevr. Dr. v. W.de St. Een origineele halsafwerking. We geven U hier een zeer origineele af werking voor een middagjurkje. We koopen lint in 'n contrasteerende of harmonieerende kleur met de japon. De hals van de jurk wordt iets dieper uitgesneden en nu naaien we het lint, met lussen, zooals op de teeke- ning te zien is, eraan. Ook de volants van de mouwen worden met lussen verbonden met de japon. Van hetzelfde lint wordt een cein tuur gemaakt, terwijl een smal bandje door de lussen van den hals wordt gehaald. Onze origineele halsafwerking is klaar. Gemak kelijk te maken en zéér apart. Het loont ze ker de moeite list eens te probeeren, Mevrouw! V/V MARIANB. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK. Zondag: vermicellisoep; kalfscarbonade, savoyekool, gekookte aardappelen; appel schoteltje. Maandag: kalfsoesters met nier gegar neerd, spinazie, aardappelpurée; citroen- vla. Dinsdag: aardappelsoep; varkensrib, bloemkool, gekookte aardappelen; rijst- taart. Woensdag: osselappen, roode kool, ge kookte aardappelen; gemalen gort met melk. Donderdag: juliennesoep; gevulde kalfs borst, spercieboonen, gekookte aardap pelen; fruit. Vrijdag: gekookte tarbot, eiersaus, ge kookte aardappelen; zoete macaroni. Zaterdag: biefstuk, andijvie, gekookte aardappelenwentelteefjes. Aardappelsoep. Benoodigd: 1 K.G. koude, gekookte aard appelen, zout, 1 ei, 1 bosje prei, 1 eetlepel gehakte peterselie, een weinig kervel, 1 stuk boter ter grootte van 1 ei, 2 Liter water, peper. Bereiding: Maak de aardappelen fyn, doe ze in een pan met schoongemaakte en ge wasschen prei, kervel, een weinig zout en peper en kook dit met het water zachtjes gedurende 1 uur. Wrijf de soep door een zeef en zet ze daarna op het vuur met de boter. Is ze goed heet, voeg dan de goed fijnge hakte peterselie er bij. Klop het ei in de ter rine en steeds klutsend, eerst by kleine beetjes, giet men de soep er in. In plaats van water kan men bouillon nemen en laat in dat geval de boter weg. Zoete macaroni, Benoodigd: 1^ a2 ons macaroni, 1 Liter melk, ZVz eetlepel suiker, óns boter, 1 ons rozijnen, 1 groote beschuit. Bereiding: leg de macaroni op een vergiet ca overgiet ze flink met kokend water. Kook ze daarna y2 uur in de melk met een nuifje zout. Voeg er als ze gaar is, de sui ker, de helft der boter en de gewasschen, even opgekookte, rozijnen by. Piaats deze jxutssa in een vuurvasten scho tel, bestrooi hem met de fijngestampte be schuit en yerdeel de rest der boter in kleine stukjes daar boven op. Zet het een ys uur in een matig warmen ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. De winter met zijn lange avonden is uit stekend geschikt om gezellige leuke werkjes te doen. En het maken van onze eigen japon nen mag toch zeker gerekend worden tot de gezellige en leuke werkjes. Hier volgen de beschrijvingen van .een paar aardige mo delletjes. No. 183: Japon van wollen georgette of een ander soepel wollen stofje. Vest en man chetten van witte piqué of witte zijde. Benoo digd: 5 Meter stof van 90 c.M. breed, of 3.25 Meter van 130 c.M. breedte. Voor garneering 1 Meter. No. 184: Japon van donkerblauw fluweel met zeer aparte halsgarneering. Deze hals- garneering is van wit satijn. Het model is buitengewoon geschikt voor zwaardere da mes. De coupe van de mouw is zeer modern. Benoodigd: 5 Meter fluweel van 90 c.M. breed en 15 c.M. satijn. Beide patronen zyn in alle maten tegen den prijs van 50 ets. per stuk te verkrijgen bij de „Afdeeling Knippatronen" van de Uit geversmaatschappij: „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden overge maakt in postzegels, per postwissel of wel per postgiro 41632. De lezeressen worden vriendelijk verzocht bij het nummer van het patroon ook de ver langde maat, d.w.z.: boven-, taille- en heup- wjjdte, op te geven. Gelieve verder naam en adres duidelyk te vermelden. Men yöorkomt daarmee onnoo- dige vertraging in de toggeading.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 6