ISlP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR IJZER I 24e JAARGANG DINSDAG 1© DECEMBER 1933 No. 99 WIERINGEN EN OMSTREKEN FEUILLETON OM HET GOUD gWIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELEEN DINSDAG en VRIJDAG, ABONNEMENTSPRIJS per B maanden t UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN BUREAU: Hippolytvsher.S Wlertacen. Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN. Van 1—5 regels o.60. Iedere regel meer f o.lG Wijziging Winkelsluitingswet. Tegemoetkoming aan verschillende uit de wet voortvloeiende bezwaren Ruimer en vollediger regeling. Overgangsperiode van zes maanden. Bij de Staten-Generaal is ingediend een wetsontwerp tot wijziging der Win kelsluitingswet. Dit ontwerp beoogt in hoofdzaak technische wijziging de zer wet. De ervaring, met genoemde wet tijdens den duur harer werking iopgedaan, ook wat betreft de inter pretatie, door de rechterlijke macht aan sommigen harer bepalingen gege ven, heeft den minister tot de conclu sie geleid, dat het wenschelijk is aan velschillende uit de wet voortvloeiende bezwaren van meer algemeenen aard tegemoet te komen en haar redactie hier en daar te verduidelijken. Hieronder volgt een toelichting tot de artikelen van het wetsontwerp. Naar de meening van den minister verzetten zich verschillende redenen tegen het handhaven van consujnp- tie-ijs m het onder f bepaalde. De hui dige bepaling heeft aanleiding gegeven tot ontduiking op groote schaal van de bepalingen der Winkelsluitingswet betreffende het geopend hebben der winkels, hetgeen dient te worden te gengegaan. Verder komt het hem voor dat consumptie-ijs is aan te merken als een geringe eetwaar een speci ale regeling voor wat het venten laarmede betreft, schijnt hem niet voldoende gemotiveerd, te minder, waar consU;mptie-ijs slechts een sei zoenartikel is. Het bepaalde in het 2e lid van art. 8, benevens de wijziging van het le lid, onder a en d, van art. 4 en van het le lid van art. 5 zullen vol doende gelegenheid tot verkoop van consumptie-ijs overlaten. Bovendien kunnen die gemeenten, waar zulks door de aanwezigheid van plaatse lijke bijzondere omstandigheden gemo tiveerd wordt, met gebruikmaking van het bepaalde in het eerste lid van art. 9 daarvoor een bijzondere regeling tref fen. In het eerste lid, onder a, van art 4 is de omschrijving der daar bedoelde winkels eenigszins gewijzigd. Consump tie-ijs, dat gemeenlijk in brood- en ban ketbakkerswinkels verkocht wordt, is hier opgenomen. Openstelling op Zon dag op een vroeger tijdstip dan 8 uur des voormiddags komt den minister niet noodig voor. Evenals zulks tot dusverre onder c. en d het geval was, is in het bepaalde onder a en b de beperking opgenomen, dat openstelling der betrokken win kels op Zondag uitsluitend mag geschie den voor den verkoop van de genoem de waren. Ten aanzien van melkwinkels is wij ziging der tot dusver geldende rege ling niet noodig gebleken. Alleen wordt voorgesteld hier ook het con- sujmptie-ijs op te nemen. Viscli- en fruitwinkels. De thans voor visch- en fruitwinkels geldende regeling laat een geopend zijn toe tot des middags 1)2 uur, terwijl de practijk heeft uitgewezen, dat het debiet in deze winkels op Zondag hoofdzakelijk in den namiddag of den vooravond valt. Voor deze categorieën winkels wordt derhalve een gelijke regeling voorgesteld als voor brood- en banketbakkerswinkels. Pen einde te voorzien in een geble ken behoefte, zijn in het tweede lid, onder d, de slijterijen met de brood- en banketbakkerswinkels gelijk ge steld. Eveneens komt het den minister billijk voor, dat de nieuwe regeling ten aanzien van de visch- en fruitwin kels in art. 4, le lid, waarbij deze win kels, voor wat den Zondag betreft, worden gelijkgesteld met de brood- en banketwinkels, overeenkomsige toe passing vindt ten aanzien van die visch- en die fruitwinkels, waarvan het hoofd of de bestuurder tot een kerk genootschap behoort, dat den weko- lijkschen rustdag op den Sabbath of op den Zevende dag viert, zoodat deze laatste winkels op Zondag gedurende een viertal uren langer geopend mo gen zijn dan de overige, in lid 1 aan hef en onder a bedoelde winkels. Bevoegdheden van den Gemeenteraad. Voorts is aan het eerste lid van ari. 9 een zinsnede toegevoegd, waarin uit drukkelijk de bevoegdheid van den Ge meenteraad is vastgelegd om de win keliers, die ingevolge het bepaalde in art. 4, eerste lid, onder d, keuze hebben van de uren, gedurende welke zij hun winkel op Zondag geopend willen hou den, een bepaald tijdvak van geopend zijn voor te schrijven. De plaatselijke omstandigheden maken het hier en daar gewenscht, de uit de thans geno ten vrijheid voortspruitende concur rentie aan banden te leggen. Aangezien in het huidige derde lid van art. 9 de redactie twijfel openlaat omtrent de mogelijkheid, voor het ven ten een dergelijke regeling vast te stel len als hier ten aanzien van de winkels mogelijk is, is deze bepaling zoodanig gewijzigd, dat twijfel hieromtrent is weggenomen. Voorts is toegevoegd de bepaling, dat onder de 21 door de gemeenteraad aan te wijzen dagen geen Zondagen kun nen vallen. Daarmede wordt uitdruk king gegeven aan de aanvankelijke be doeling, dat door de betrokken bepa ling aan de wettelijk geregelde Zon dagsrust niet afbreuk zou worden ge daan. Elet nieuw voorgestelde derde lid luidt „De gemeenteraad is bevoegd, om ten hoogste 21 dagen in het jaar aan te wijzen, waarop het bepaalde in de artikelen 2, 4, 5 7 en 8 dezer wet niet zal gelden, of waarvoor een andere re geling, dan in deze artikelen aange ven, kan worden vastgesteld onder deze 21 dagen kunnen geen. Zondagen vallen." Ontheffing. Voorts wordt voorgesteld een nieuw artikel 9 a, luidende „Onze minister met de uitvoering van deze wet be last, is bevoegd, op grond van bijzon dere omstandigheden van kortstondi- gen aard, bij algemeene beschikking Burgemeester en Wethouders van alle alle gemeenten of van alle gemeenten Er werd opnieuw aan de deur geklopt en dezelfde vrouwenstem van daareven herhaal de op ge jaagden toon Andreas, Andreas, ik ben het. Om 's he mels wil, doe toch open De markies trok zich bescheiden terug en verwijderde zich door de deur, die aan den achterkant der kamer op de gang uitkwam. Andreas opende nu de deur voor Lydia, die daarop geheel buiten zichzelf in zijn armen viel. Ik hoorde daar iemand spreken, zei ze. Wie was dat Andreas Senechal had haastig den revol ver van den markies in zijn zak laten glijden. Hij wendde kalmte voor en ontving zijn ge liefde met een glimlachend gelaat. Hij speel de nu den verraste. Iemand hooren spreken, Lydia vroeg hij. Hoe kom je er toe Er was hier niemand. Maar hoe bleek en angstig zie je er uit, lief ste, je beeft, wat deert je Wat is er gebeurd? Andreas, mijn lieve beste jongen, blijf geen oogenblik langer hierMijn man weet alles, hij volgt mij Hoe hij ons geheim heeft ontdekt., is mij een raadsel. Ik zou niet weten welke onvoorzichtigheid ik kan hebben be gaan. Maar zooveel is zeker, dat hij oogenblikke- lijk hier zal zijn, zijn rijtuig volgde het mijne! O, ik heb mij niet vergistIk heb allerlei moeite gedaan, om hem op een dwaalspoor te brengen, door mijn rijtuig dan door deze, dan door gene straat te laten rijden, maar ik vrees, dat het mij niet gelukt is Vlucht, mijn vriend, mijn man Yennoord Je als hij die in een bepaald in die beschikking aan te duiden deel des Rijks te mach tigen, om een al dan niet voorwaarde lijke ontheffing te verleenen van het bepaalde in de artikelen 2, 4, 5, 7 of 8" Ten einde een geleidelijke aanpas sing aan den nieuwen toestand mo gelijk te maken en den gejneenten de eglegenheid geven, in haar verordenin gen de gewenschte wijzigingen aan te brengen, wordt een overgangsperiode van 6 maanden in het leven geroepen, gedurende welke de te wijzigen bepa lingen van thans van kracht zijnde plaatselijke verordeningen nog zullen blijven gelden. BINNENLANDSCH NIEUWS. je hier vindt. Ardreas sloot de jonge vrouw in zijn armen en kuste haar. Goed besloot de jongeman, ik wil je niet blootstellen aan het gevaar hier door je echt genoot overrompeld te worden. Ik zal gaan, omdat je het wenscht Zij begaven zich reeds naar de voorkamer en waren op het punt de trap af te gaan, toen zij opeens moesten hooren, hoe iemand naar boven kwam. Er klonken zware schreden op de trap, blijkbaar van een man, die zonder de minste overijling op zijn doel afging. Andreas en Lydia trokken zich in de gang terug en hielden hun adem in. Wie naderde daar Was het een der bewo ners van het perceel Was het Rouquin Andreas dwong zichzelf tot een glimlach. Blijf bedaard liefste, het heeft misschien niets te beduiden fluisterde hij. Maar Lydia klemde zich doodsbleek in zijn armen vast. Je vergist je, Andreas, hij is het, o, ik voel het, ik weet het zeker, we zijn verloren sta melde zij. Op hetzelfde oogenblik werd aan den bui tenkant der deur eenig gerucht vernomen. Een sleutel werd in het slot gestoken en om gedraaid dat alles geschiedde bedaard ge makkelijk en zeker. Hij is 'therhaalde Lydia. Hij heeft zich een sleutel aangeschaft. We zijn verloren En haar arm om Andreas' schouder slaan de, dwong zij hem, in weerwil van zijn tegen stand, om met haar uit de gang weer naar den salon te gaan en daar de deuren te slui ten. Eerst daar kon Andreas zich van haar bevrijden. Mevrouw Rouquin viel met de beide han den voor het gelaat tegen de sofa. Andreas stond met gekruiste armen voor de jonge vrouw, teneinde haar met zijn lichaam te beschermen en wachtte in die houding af, wat er verder zou gebeuren. De man, die de voordeur geopend en de voorkamer betreden had, naderde, zonder den minsten spoed, altijd met denzelfden af gemeten pas de belde schuldigen, om hen te HET BESTUUR VAN BEERTA. Een wetsontwerp is ingediend om de ge meente Beerta onder bestuur van een rijks commissaris, den burgemeester, te stellen, met uitschakeling van den gemeenteraad. Het was er ook een janboel. Een viertal com munisten en een paar slappe socialisten vorm den een meerderheid, welke niets te dol was. Een gemeentewoning van 350 gld. huurwaar de werd aan een comm. raadslid verhuurd voor f 50. Aan alle ingezetenen met een inko men van f 1200 werd accijnsvrije natuurboter verstrekt. En veel meer Van zulke dingen, waarmee Beerta de reputatie van Sinterklaas trachtte te overtreffen, doch waardoor de gemeentekas finaal werd leeggehaald. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de voorziening in het bestuur der gemeente Beerta wordt het vol gende ontleend De handelingen van het vertegenwoordigend college in de gemeente Beerta dragen een symtomatisch karakter. Zij zijn uitvloeisel van de bij dit college heerschende mentaliteit, welke er een is van obstructie tegen alle po gingen tot behoorlijke behartiging van het gemeentebelang. Tegenover de leden, die de vraag stelden of het niet mogelijk zou zijn voor het herstel der normale verhoudingen langzamerhand den Gemeenteraad weer in te schakelen, zij het slechts als adviseerend lichaam, is de Mi nister van oordeel, dat zoodanige proef prac- tisch onmogelijk zou blijkei). Het schijnt zelfs voor een college als de Raad van Beerta, met een uiterst gebrekkig verantwoordelijkheidsgevoel en gemis van elk besef van redelijk bestuur, een hoogst onge- wenschte situatie, dat het zou kunnen blijven adviseeren onder omstandigheden, waarbij de verantwoordelijkheid nog minder drukt dan normaal. Teekenen van beterschap zouden zich niet spoedig vertoonen, zoo zij dit deden, nog geen enkelen waarborg bieden, dat de Raad we derom in zijn oude plaats hersteld, het door die teekenen gewekte vertrouwen zou recht vaardigen. Met voldoening heeft de Minister geconsta teerd, dat vele leden zijn opvatting deelen, dat het in het onderhavige geval beter is het college van B en W. niet te handhaven. Aan de leden, die op dit punt nog niet over tuigd zijn, merkt hij op, dat in een kleine ge meente als Beerta het aanblijven als wethou der aan de personen, die deze functie beklee- den, eischen zou stellen, welke de grenzen van het normale overschrijden. Daar komt bij, dat een gemeente als Beer ta niet te groot is, om tijdelijk door één per soon, in de situatie, waarin het wetsontwerp dezen brengt, te worden bestuurd. BEWUSTELOOS GESLAGEN EN BEROOFD. Vrijdagavond werd te Apeldoorn een aan slag gepleegd op ten 17-jarigen kruideniers bediende, D. Boomgaard, terwijl hij beroofd werd van f 100 wisselgeld en zijn nieuwe fiets. Boomgaard moest Vrijdagmiddag kruide nierswaren afleveren aan de Jachtlaan nr. 200 waar iemand zich voor deed, alsof hij pas dat perceel betrokken had. Toen de jonge man de waren afleverde werd hem gevraagd 's avonds terug te komen en f 100 wisselgeld mede te nemen. Tegen acht uur begaf hij zich in opdracht van zijn werkgever de fa. Mulder in de Korenstraat te Apeldoorn, op nieuw naar het bewuste adres. Toen hij te gen negen uur nog niet was teruggekeerd werd de politie gewaarschuwd. Zij vond den bediende bewusteloos in een kast, zonder zijn wisselgeld. Toen hij bij kennis was gekomen, vertelde hij dat de bewoner, die zich voor deed alsof hij de woning pas had betrokken, hem verzocht had mede naar de keuken tc gaan, aangezien de lichtleiding nog niet in orde was. Niet kwaads vermoedende was hij den bewoner gevolgd naar de keuken, waar de bewoner hem onverhoeds met een ijzeren staaf bewusteloos sloeg. NOG STEEDS PRIKPLANKEN. Hoewel de Hooge Raad heeft beslist, dat het gebruik van alle prikplanken in strijd met de Loterij wet is en de Alkmaarsche po- j litie hiertegen herhaaldelijk heeft gewaar- schuwd, is thans gebleken, dat vele winkeliers ter plaatse nog steeds gelegenheid tot prikken geven. Vrijdag heeft de Alkmaarsche politie derhalve een inval gedaan en de prijzen hier aan verbonden in beslag werden genomen en processen-verbaal werden opgemaakt. VERDUISTERINGEN TEN NADEELE VAN EEN VAKBOND. Zaterdagmorgen heeft de recherche te En schede in arrest gesteld een 37-jarigen man die zich had schuldig gemaakt aan verduiste ring van ongeveer 250 ten nadeele van de plaatselijke afdeeling van de Federatie van Transportarbeiders. BESTUURDER DOOD ACHTER STUURSTOEL. Vrijdagavond om 11.49 moest de tram van de Leidsche vaart te Haarlem van het eind punt vertrekken. In de nabijgelegen remisie bemerkte men, dat de wagen echter niet op tijd afreed, waarom enkele mannen gingen kijken of er iets bijzonders aan de hand was. Men vond den 50-jarigen bestuurder J. Metz dood achter den stuurstoel. Hij bleek aan een hartverlamming te zijn overleden. WIEL VOOR DEN WAGEN. Een trein moest er voor stoppen. Toen Vrijdagavond een met zand geladen zeswielige auto de spoorbrug te Deventer op reed, waarover, nu de schipbrug aan den wal is gelegd, het verkeer geleld wordt, brak een wiel. Het gevolg van dit ongeluk, op een weg. die niet voor het gewone verkeer geschikt is, was, dat een lokaaltrein uit Apeldoorn niet kon passeeren, zoodat de passagiers uit moes ten stappen en den weg per voet moesten vervolgen. DOOR EEN KOE AANGEVALLEN. Twee personen gewond. Te Achtmaal (N.Br.) is WXoensdag een koe, welke door een landbouwer naar de markt werd gebracht, aan de waakzaamheid van haar geleider ontsnapt. Het beest holde over den weg en wierp allereerst een wielrijder, die een zak kolen per rijwiel vervoerde, van zijn fiets. De man is in een nabijgelegen wonin? binnengedragen. Een eind verder stond de chauffeur de K van de melkfabriek Vasca te Oud-Gastel, met zijn bestelauto langs den kant van den weg. Toen de koe kwam aangestapt wilde de man het dier gemoedelijk bij den halster vastgrij pen, waarop het dier zich tegen hem keerde en hem tegen den auto wierp. De K. kreeg zulk een smak, dat hij versuft bleef liggen. straffen en zichzelf te wreken. Eindelijk verscheen hij op den drempel van den salon en bleef daar staan. Hij verscheen ongewapend, hij vertoonde althans niets wat aan een wapen deed denken. Hij beschouwde het paar met koelen blik, zonder een spoor van ontroering of drift. Bij zijn komst was Lydia opgevlogen en stond daar met trotsch opgericht hoofd. Rouquin scheen na te denken. Maar dat duurde niet lang. Zijn oogen vestigden zich met vastheid op Andreas. Ge weet natuurlijk wie ik ben, mijnheer! begon hij met iets sarrends in zijn toon. Ik weet het en ben te uwer beschikking antwoordde de student. Een duel Ik dank je viel Rouquin in. Ge weet, dat die vrouw mijn echtgenoote is en gij bemint haar Ik had het volste recht u beiden te dooden, zonder voor straf be vreesd te zijn Dood mij, mijnheer, riep Andreas dood mij, doch spaar voor 't minst haar leven Ik zweer u, dat zij onschuldig is Mijn bestaan heeft weinig waarde, vernietig het en laat dan uw gevoel van wraak bevredigd zijn. Aar zel niet, maak er dadelijk een eind aan Ziet ge dan niet, dat ik ongewapend ben, mijnheer vroeg Rouquin. Dan kan dit wapen dienst doen zei Andreas, terwijl hij het pistool, dat de mar kies hem op het laatste oogenblik in de hand had geduwd, op een fauteuil wierp. Rouquin haalde zijn schouders op en keek niet naar de revolver. Ik bezit een beter middel, dat even ze ker werkt en minder gevaarlijk voor mij is Hij deed de deur achter zich dicht en zei daarop We moeten samen eens ernstig praten, mijnheer Lydia had krampachtig de tanden op el kaar geklemd, zij beproefde vergeefs om te spreken. Zij was meer ontsteld door de schrik aanjagende kalmte van Rouquin dan zij dit door de heftigste uitbarstingen van zijn toorn zou zijn geweest. Wat wilde hij, wat had hij te zeggen, welke helsche listen had hij ver zonnen En half werktuiglijk, door een onbe stemd gevoel voor een groot en dreigend ge vaar gedreven, bleef zij het oog gevestigd houden op den door Andreas neergeworpen en door Rouquin versmaden revolver. O, zoo zij de plek, waar die revolver lag, kon nade ren zoo zij het wapen kon grijpen, dan had Andreas of zij niets meer te duchten van dien man. Zonder gemoedsbezwaar zou zij hem het leven kunnen benemen. En zich langzaam, van stoel tot stoel, voortbewegend, zonder daarbij te laten bespeuren, welk doel zij be oogde, naderde zij den fauteuil. Rouquin lette in 't minst niet op 'hetgeen Lydia deed. Mijnheer, begon hij tegen Andreas, ik zal u geen verwijten doen. Wat gebeurd is, is gebeurd Ik zal u omtrent die liefde voor mijn vrouw niet al te hard vallen, ge wist misschien niet eens, of zij vrij of niet vrij was, om u haar wederliefde te schenken, maar ik wil beproeven, u een dienst te bewijzen, door u omtrent het voorwerp uwer vereering ee- nige heel belangrijke bijzonderheden mede te deelen, die zij denkelijk en op goede gron den wel voor u zal verzwegen hebben. Andreas wendde met vragenden blik het hoofd naar mevrouw Rouquin. Lydia was doodsbleek en haar knieën knik ten. Ze was genoodzaakt zich met beide han den aan een stoel vast te klemmen om niet ineen te zinken. Haar oogen stonden wijd geopend en haar gelaat teekende de ontroe ring. Wat wil hij zeggen dacht ze. Maar er kwam geen geluid over haar lippen. Het moet inderdaad voor u al zeer inte ressant wezen hervatte Rouquin op gemoede lijken toon en met een onbeschrijfelijk lach je, om eens te vernemen, wie en wat de vrouw eigenlijk is, die door u bemind wordt. Ze heeft zich tegenover u voorgedaan als een bescherm engel met een stralenkrans van heiligheid om het hoofd, zonder het der moeite waard te achtten, u haar vertrouwen te schenken. Dit verzuim wil ik herstellen. Ge dient te weten, wie ge liefhebt en dat zal ik u zeggen. Adreas was hevig ontroerd. Zijn hart werd Zij die zich thans op dit blad abonneeren ontvangen de nummers tot 1 Jan. a.s. gratis. Plaatst uwe Nieuwjaarsgroet in dit blad. Hij is even later op handen en voeten naar den overkant van den weg gekropen, waar hij half bewusteloos bleef liggen. Later ls hij naar zijn woonplaats vervoerd. HIJ had een groote wonde aan het achterhoofd en een kwetsure aan den schouder. RIJKSMIDDELEN. De rijksmiddelen brachten In de maand November vier millioen meer op dan in No vember 1932. De opbrengst over de eerste elf maanden van dit jaar bleef vijftien millioen beneden die over het overeenkomstige tijd perk van het vorige jaar en anderhalf millioen boven de raming. AUTO - ONGELUKKEN TUSSCHEN LICHT EN DONKER. De heer hh. van Swieten, hoofdredacteur van De Auto schrijft over de vele ongelukken op den weg Delft—Rotterdam. Hij bestrijdt, dat de oorzaak daarvan ligt in den zwarten nsphaltweg, die het licht, hoe sterk ook, voor bijna 100 pCt. zou opslurpen, zoodat de auto mobilist haast niets voor 2ich uit kan zien. „Wat is er noodig om iets op te slurpen of, netter gezegd, te „absorbeeren" Dat het te absorbeeren „vocht" aan de lippen gebracht kan worden. Van absorbeeren of opslurpen kan toch geen sprake zijn zoolang de tot den rand met schuimend gerstenat gevulde gla zen op tafel blijven staan Nu gaan we de lichtbundels van de koplam pen eens van dit suggestieve standpunt be zien. Een goed gestelde koplamp van prima con structie zal haar stralenbundel sterk gecon - centreerd op verren afstand recht vooruit werpen. Slechts de vagebondeerende stralen zullen het wegdek raken en al naar gelang de meer het zwart naderende kleur inder daad geabsorbeerd kunnen worden, omdat daar ter plaatse het glas den lippen genaderd is. De eigenlijke, lichtgevende stralenbundel kan echter op geen enkele wijze geabsorbeerd 'opgeslurpt! worden, om de eenvoudige reden, dat.de lippen niet aan het glas komen, de stralenbundel het wegdek niet raakt. Wat blijft er bij eenig nadenken nog over van „voor bijna 100 pCt. opgeslurpte stralen" Wanneer er niets op den weg is, hebben we ook eigenlijk niets aan den stralenbundel van onze felle lampen. Alleen wanneer die stralen gebroken worden, ergens tegenaan schijnen, dan hebben we er nut van. Het beschenen voorwerp weerkaatst dan die stralen en het is uitsluitend de aard van dat beschenen voor werp, in verband met onze lichtbron, die een rol speelt bij het zien en goed zien op den weg. Zijn die voorwerpen zwart of donker en in stilstand, dan zal een geringe reflexwerking STERKE SCHOOLKOUSEN, polsmoffen, dub- belgebreide wanten, Klompsokken, alléén bij Jaap Snor. (Hij breit ze zelf best) le klas reparatie inr. voor alle soorten wollen kleeding. Kousen en Sokken (ook de allerfijnste) Don Helder Zuidstr. 19 (let op den Gelen Winkel.» vracht voor onze rekening. door duistere vermoedens bestormd. HIJ zag nu eens naar Rouquin en dan weder naar Lydia, wier angst hem niet ontging. Mevrouw Rouquin begreep, dat het gevaar, hetwelk haar nu böven het hoofd hing, erger was dan de dood, het gevaar namelijk dat voor den jongeman, die haar aanbad haar slechte daad, haar schande, haar moord zou worden onthuld en dat bewustzijn verleende haar kracht tot handelen. Zij kreeg haar stem terug Om 's hemels wil, neen, dat niet, stamel de zij, dat niet Maar Rouquin deed, alsof hij haar niet hoorde. Zij wierp zich voor hem neder, met de smeekbede Dood me vertrap me martel me j O, zeg hem niets dat ware al te vreeselljk zeg hem niets Neem mijn leven spaar hem Rouquin stiet haar van zich af, zoodat zij thans onwillekeurig terug week tot den stoel, waarop de revolver van den markies lag. Daar bleef Lydia met smeekend uitgestrek te armen neergeknield. Haar tranen vloeiden niet meer. Het was alsof zij niet meer denken kon. Onverbiddelijk ging Rouquin voort Ge zijt nu Lydia's derde liefde, mijnheer! Haar eersten man had zij lief. Toen leerde lk haar kennen, maakte haar het hof en toen beminde zij mij. Haar man was ijverzuchtig en een hinder nis voor de vervulling van ons zielsverlangen. De jaren die daarover zijn heengegaan, heb ben Lydia's karakter verzacht. Destijds was zij zeer opgewonden, haar liefde kon maar geen vrede hebben met de hindernissen, die ons van elkander scheidden. Haar opgewon denheid klom met den dag en haar liefde werd machtiger en onzinniger, naarmate de zwarigheden, die onzen bijeenkomsten werden in den weg gelegd, vermeerderden. Toen kwam in haar een denkbeeld op, dat mij deed huiveren en waartegen ik tevergeefs strijd bleef voeren. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1933 | | pagina 1