25e JAARGANG DINSDAG 16 JANUARI 1934 No. 5 SIP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR OM HET GOUD. ■WIERINGER COURANT A|l VERSCHIJNT ELKEN sS. BUREAU ADVERTENTIëN DINSDAG en VRIJDAG UITGEVER: eV Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels f 0.50. ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN. Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10. per 3 maanden 1.—. Grepen uit de OMZET BELASTINGWET. in. Vrijstellingen. In de eerste plaats kunnen vrij van omzet belasting geleverd worden de goederen, bij de Wet genoemd. In de tweede plaats de leveringen van niet nader verwerkte of bewerkte goederen, waar van de omzetbelasting reeds werd betaald. B.v. een banketbakker, die zijn chocolade werken, bonbons en dergelijke van een ander betrekt en daarover reeds omzetbelas ting heeft betaald aan de leverancier, behoeft, bij verkoop daarover niet weer omzetbelasting te betalen. In de derde plaats opent de Wet de moge lijkheid, dat iedere fabrikant de voor zijn be-. drijf benoodigde grond- en hulpstoffen vrij van omzetbelasting inslaat. Om deze laatstgenoemde vrijstelling te ver krijgen, moet een verzoek van een bepaald voorgeschreven model worden ingediend bij de Inspecteur te Den Helder. Wanneer deze vrijstelling is verleend, die voor onbepaalde tijd geldt, moet bij het be stellen van grond- of hulpstoffen een bestel- order volgens voorgeschreven model in duplo worden opgemaakt, op welke bestelorder te vens wordt vermeld de dagteekening, het nummer en de Inspectie, welke de vrijstelling heeft verleend. Een exemplaar van deze bestel-order moet de besteller der goederen bewaren en direct nadat de goederen zijn geleverd, aan de In specteur zenden. Wanneer een handelaar, die uitsluitend goederen koopt en verkoopt, grond- en hulp stoffen, welke door hem weer aan een fabri kant worden geleverd, met vrijdom van om zetbelasting wil inslaan, moet deze eveneens een verzoek volgens voorgeschreven model tot de Inspecteur richten en op dezelfde wijze handelen inzake de bestel-order. Voor de al dus met vrijdom ingeslagen goederen treedt hij dan in de plaats van de fabrikant dier goederen. Verkoopt hij deze goederen weer aan een fabrikant, die geen vrijstelling heeft, dan moet hij de omzetbelasting ln rekening bren gen, omzetzegels in rekening brengen, omzet- zegels plakken en een register van uitgaan de goederen aanhouden öp dezelfde wijze als voor de fabrikant voorgeschreven. Verkoopt hij deze goederen aan een fagri- kant, die wel vrijstelling heeft verkregen, dan moet hij bij iedere bestelling het duplo van de bestel-order bewaren en in een register inboeken. We zullen dit met een algemeen voorbeeld toelichten. Een grossier in bakkerswaren, wil voor de grondstoffen welkij hij levert aan de bakker fabrikant vrijstelling van omzetbelasting of compenseerend invoerrecht hebben. Hij begint met vrijstelling te vragen. Is de ze hem toegestaan en doet hij een bestelling aan een importeur in krenten, dan moet daar van opgemaakt worden een bestel-order in duplo, waarvan een in zijn bezit blijft. Ontvangt hij de krenten, dan stuurt hij de bestel-order op aan de Inspecteur. Verder verkoopt de grossier aan de bakker fabrikant. Heeft deze bakker-fabrikant geen vrijstel ling om grondstoffen zonder het betalen van omzetbelasting in te slaan, dan moet de gros sier hem deze belasting op de factuur in re kening brengen en een register tot het in schrijven van dubbelen van de facturen aan houden. Heeft de bakker-fabrikant wel vrijstelling van omzetbelasting voor de ingekochte grond stoffen verkregen, dan moet bij bestelling aan de grossier opnieuw een bestel-order in duplo worden opgemaakt. De grossier moet het dubbele van deze be FEUILLETON. <e Stommerik riep hij met sidderende stem waaraan hij een uitdrukking van toorn zocht te geven, dadelijk mee naar de politie Door jouw domheid heb je mijn wagen kapot gereden en je hebt dubbel schuld, omdat je geen brandende lantaarns aan je kar had, je moet maar hebben wat er op staatVoor uit, zeg ik je, jouw mijnheer zal mij de heele schade betalen,* dat wascht hem het water van de zee niet af Ja, ja, riep Bontemps, die vlak bij het portier was blijven staan, ja, de koetsier heeft gelijk hij is in zijn recht De karrevoerder, die wel wist, dat hij de schuldige was, deed zelfs geen moeite zichzelf vrij te pleiten. Zij waren reeds eenige schreden in de rich ting naar de stad gegaan, toen zij plotseling staan bleven, Loussard het eerst, die als aan den grond genageld, geen Voet meer kon ver zetten. Die plotselinge schrik werd veroorzaakt door twee gendarmes. Zij hadden opgemerkt, dat er op de brug een hindernis voor het verkeer was ontstaan en wilden nu komen onderzoeken wat daar was voorgevallen. Zij kwamen zoodoende Loussard en den karrevoerder tegemoet. Nagenoeg werktuiglijk keerde Loussard naar Bontemps terug. Hij zag dezen eveneens als versteend bij het rijtuig staan, want ook Bontemps had de twee gendarmes opgemerkt. De doode Senechal lag nog altijd in het rij tuig. Thans kwam het er op aan om moed te toonen. Het dreigende gevaar schonk hun weer hun tegenwoordigheid van geest. De bei de booswichten waren bereid, hun misdaad te verdrievoudigen, om hun leven te redden, stel-order in een register inboeken. De bakker-fabrikant moet zoodra hij de goederen ontvangt het in zijn bezit zijnde duplicaat van de bestel-order aan de Inspec teur zenden. De Kamer van Koophandel te Alkmaar, maakt fabrikanten, die tevens importeurs zijn, er op opmerkzaam, dat aanvragen too het verkrijgen van een vergunning als be doeld bij art. 39bis der Omzetbelastingwet voor 15 Januari 1934 tot de Minister van Fi nanciën moeten worden gericht. Het betreft hier vergunningen, waarbij wordt toegestaan de op 1 Januari 1934 aanwezige geïmporteerde handelsvoorraden, zonder berekening van omzetbelasting te mogen afleveren. Bijzon derheden omtrent de wijze van indiening de zer verzoekschriften worden verstrekt door de Kamer voornoemd. BINNENLANDSCH NIEUWS. ZONDAGSRUST. Wel wandelen en niet fietsen „Waarom is een wandeltocht op Zondag wèl en een fietstocht niet geoorloofd", zoo was aan de redactie van De Vaandrager, or gaan den den Bond van Ned. Herv. J. V. op G. G. gevraagd. Deze begint het uitvoerige antwoord met de opmerking, dat zoo'n vraag in sommige streken wél een brandende kwes tie is, doch dat men ten deze niet steeds con- sekwent blijft. Aan de overzijde der rivier, waar de schrij ver woont, vindt men tal van kleine kerkelijke gemeenten, waarvan de leden bepaald gewe tensbezwaar hebben om op de fiets naar de kerk te gaan en daarvoor een uur, soms an derhalf uur loopen. Daaronder zijn er echter en dat doet zoo vreemd aan die geen gewetensbezwaar hebben om den veerman aan het werk te zetten en hem te verplichten hen over te varen. Deze menschen zien maar zelden de consekwentie van hun doen in en gaan voort met dergelijke vragen te stellen als ware er niets gebeurd het overvaren wordt eenvoudig uitgeschakeld als bestond het niet. De redacteur is niet van plan om een con creet antwoord te geven op de vraag, omdat de vraag, wat op Zondag geoorloofd is en wat niet op Zondag geoorloofd is, door nie mand kan worden beantwoord. „De vraag in het algemeen te stellen is reeds verkeerd. Wel wil ik hem verwijzen naar wat de Heere bij den profeet Jesaja zegt van de rechte sabbathsviering, n.1. „zoo gij uw eigen lust niet vindt noch een woord daarvan spreekt." De rustdag is gegeven tot onze verkwikking en niet tot onze kwelling. Maar die alleen verkwikking zoekt en niet den lof zijns Gods, zondigt nochtans, omdat hij met alles in zichzelf eindigt. Wie echter meent, dat het tot eere Gods strekt, dat de mensch allerlei lasten op zich neemt, dat het Gods wil is, dat hij loopt naar de kerk en niet fietst, al zou door den tijd, die daarvoor noo- dig is, ook alle huiselijk leven en verkeer wor den te niet gedaan, die heeft nog nooit ver staan, dat God geest is en wil gediend wor den in geest en waarheid." Visch voor het grijpen, maar de Rijks-veldwacht grijpt in. Meeuwen vallen buiten de wet Nu de ijsvloeren op de rivieren en binnenwateren geleidelijk verbroken worden komen massa's visch, welke liet geruimen tijd te benauwd naar hun zin hebben gehad, aan de opper vlakte, voor een deel oogenschijnlijk levenloos, doch zoodra zij aangeraakt worden, beginnen zij weer te sparte len. In dezen toestand vallen zij ge makkelijk ten prooi aan mannen en jongens, die met manden en emmers de visch opscheppen, en in triomf naar huis dragen. Sommigen gebrui ken schepnetten, anderen lange stok ken met spijkers er in kortom, °P alle mogelijke manieren tracht men een zoo groot jmogelijken buit te be machtigen. Aan dit bedrijf is door de Hijksveld- wacht in de Brigade Weesp een eind gemaakt de verschillende Rijksveld wachters in deze brigade zijn per fiets er op uitgetogen en overal worden de vischvangers hengelaars zijn het niet gewaarschuwd de visch mei rust te laten en als de waarschuwing niet helpt, volgt verbaal. Ten onrechte wordt door sommigen gemeend, dat dit optreden verband zou houden met dierenbescherming, omdat in vele gevallen de aal met vorken of andere scherpe voorwerpen wordt opgepikt. Dit is echcer niet zoo. Het optreden van de Rijksveldwacht houdt slechts verband mee art. 2 van de Visscherijwet, hetwelk luidt „Deze wet verstaat onder visschen het te water brengen, te water hebben, lichten of ophalen van vischtuig, als mede het aanwenden van eenige ande re poging om visch te bemachtigen of te dooden." Op grond van deze laatste zinsnede treedt de Rijksveldwacht op tegen de genen, die, zonder daartoe bevoegd te zijn, van de thans in zoo ruime mate voorhanden zijnde visch graag hun deel willen bemachtigen. Maar al wordt de visch nu met rust gelaten door mannen en jongens, zit ten er toch nog drommen van „vis- schers" op haar te wachten het zijn de meeuwen die bij honderden op ijsschotsen op hun buit wachten. Tel kens weten zij de visschen en vooral de kleine aaltjes van tuschen de ijsschot sen op te pikken, en daartegen baten nu eenmaal geen wettelijke voorschrifen. De bezuiniging bij de Marine. Opheffing van het Korps Ma riniers De wenschen van de Commis- sie-Idenburg. In de „Haagsche Post" lezen wij het volgende Opwekkend laat de toekomst der Marine zich thans ook niet aanzien. Tot nu toe toch bleef haar organisatie vrijwel onberoerd, de Minister waagde het niet daaraan te tornen en zocht de bezuiniging vooral in het materieel der Marine. Twee dagen vóór zijn in scheping werd hem het rapport der Commissie-Idenburg overhandigd, dat wat het maritieme gedeelte betreft, in nauwe samenwerking met zijn Depar tement is opgesteld en zeer ingrijpen de voorstellen bevat. Dit kan ook niet anders, want als men bedenkt dat de zuiver militaire uitgaven voor de ge- heele Marine, in Nederland en in In- dië, in 1933 totaal pl.m. 37 millioen bedroegen en daarop een bezuiniging van niet minder dan 13 millioen, dus ongeveer 35 pCt., mogelijk bleek, dan moest het mes er wel diep in gezet worden. Wij vernamen dat de commis sie onder meer voorstelt het beroeps- personeel der Marine tot ongeveer de helft terug te brengen, het aantal offi als onwillekeurig omklemden zij met hun rechterhand het gevest hunner dolken, die zij verborgen onder hun vesten droegen en de snelle blik, dien zij met elkander wisselden, zei hun wederweerig, dat zij elkander goed begrepen hadden. De twee politiedienaren waren groote ster ke mannen. De eene nog jong, heette Comery, de andere, een zekere Quinol misschien wel twintig jaar ouder dan zijn kameraad, was nochtans een breedgeschouderde, zwaarge bouwde kerel, met wien niet viel te geksche ren. Onder hun manteljassen, waarvan zij, om het slechte weer, de kap over het hoofd droegen hadden zij hun geladen revolver ver borgen. De regen had sedert enkele minuten opge houden, maar zwarte wolken bedekten nog het uitspansel. Het was een donkere, zeer donkere avond. De gendarmes richtten eenige vragen tot Loussard en daarop ook tot den karrevoerder. Zij moesten in de eerste plaats weten wie en wat de koetsier van het huurrijtuig was, waarop Loussard antwoordde, dat hij Gaspa- rin heette, en op de quai de Billy, nummer honderdzeventien woonde De voerman gaf insgelijks zijn naam en zijn woonplaats op. De politiemannen schreven een en ander op. De zaak was duidelijk genoeg. De voerman bekende ruiterlijk schuld en was derhalve spoe dig uitgepraat. En welke schade heeft nu uw rijtuig be- loopen vroeg de oudste gendarme, zich tot Bontemps wendend, die beleefd groette. Bontemps antwoordde ternauwernood. Hij was bleek. Hij hield zijn gevest van den dolk omklemd, die nog rood was van het bloed van den vermoorde en krampachtig beefde zijn hand. Maar Loussard haastte zich om te ant woordden O, ik denk, dat de schade slechts gering is, we zullen nu wel verder komen. Hij trachtte de ambtenaren der politie van het rijtuig te verwijderen. Maar dezen schenen zeer nieuwsgierig uitge cieren en hoogere onder-officieren be langrijk te verminderen, het Korps Mariniers op te heffen, de Marine in Nederland geheel in Den Helder te concentreeren, zoodat de Marine-stati ons te Amsterdam en Vlissingen ver vallen, terwijl voorts de dislocatie der vloot met afschaffing van al het ver ouderd materieel geheel gewijzigd zal worden. In het hol van den Leeuw. Een droevige smokkelgeschie- denis. Een boertje aan Overijsel's Oost grens onder de gemeente Losser zat het smokkelen in het bloed eerst Duitsche margarine naar Holland later rookartikelen in omgekeerde richting. En het was altijd goed ge gaan. Ook vóór de Kerstdagen wou hij nog eens een extatje verdienen. Hij ging in opdracht van een collega-smok keiaar met een vrachtje de grens over naar een nabij gelegen schuur, waar alles door drie hem onbekende perso nen in ontvangst werd genomen. Een tweede en nog een derde vrachtje volgde alles tezamen had hij een mooien buit aan tabak, sigaren en si garetten een „veilige haven" binnen geloodst. De smokkelaar bleek ech ter beland te zijn in het hol van den leeuw Toen hij zijn taak volbracht beschouwde, ontpopten zich de drie onbekenden als Duitsche grensbeamb ten, die hem sommeerden mee te gaan. Het boertje meende nog door 'n overhaaste vlucht te kunnen ontsnap pen, doch een welgemikte kogel uit een karabijn trof hem in den voet. Hij werd op transport gesteld naar Bent- heim ter voorloopige opsluiting en heel kundige behandeling. Thans is Je won de genezen en de smokkelaar naar de strafgevangenis te Lingen overge bracht. Het geheim van deze smokkel- affaire moet verklapt zijn door een Duitschen grensbewoner, met wien het boertje wel eens (margarine ver handelde. Varkens aan Rusland verkocht. Reeds 10.000 stuks, ler oprui ming van het overcompleet. Naar men meldt, heeft de Ned. Var kens-Centrale 10.000 varkens aan Sov jet-Rusland verkocht. Hieruit blijkt dus, dat dit land nog! wel degelijk be langstelling heeft voor Nederlandsche veehouderij-producten. Zooals men weet, moet het aantal varkens primo Maart a.s. tot de gestel de grens zijn ingekrompen. De moge lijkheid bestaat dan ook, dat nog méér varkens aan de Russen zullen worden verkocht, omdat het „over compleet" nog groot is (naar schat ting 100.000 stuks.) vallen. Bovendien was het hun plicht zich te vergewissen omtrent de gevolgen der botsing, die een eisch om schadevergoeding na zich kon sleepen, waarbij zij als getuigen zouden gehoord worden. Loussard plaatste zich tusschen hen en het portier. De gendarmes hadden nog geen kwaad ver moeden. Ik geloof, zei de oudste van hen, ik geloof dat ge u zeer vergist, koetsier, als ge meent, dat de beschadiging weinig te beduiden heeft. Zie maar eens hier, hij duwde Loussard ee- nigszins opzij en boog zich naar het voorste wiel. In die houding was Quinol geheel in de macht van Loussard, Bontemps zou Comery, den jongsten der twee gendarmes, wel voor zijn rekening nemen en van den karrevoerder was niets te duchten. Een onheilspellend licht tintelde in de oo- gen der bandieten. Zoo Quinol den moord ontdekte, was hij een kind des doods. Gedurende enkele minuten, voor de twee misdadigers nochtans een schier eindeloozen tijd, heerschte een diep stilzwijgen. De gendarme richtte zich langzaam uit zijn bukkende houding op. Toen sprak hij be daard tot den gewaanden Gasparin De as is gebroken, vriend, ge kunt met het rijtuig niet verder komen Loussard haalde vrijer adem, hij achtte het grootste gevaar voorbij. De politiemannen hadden zich van het koetsje verwijderd en begonnen bij het licht der lantaarns weer hun aanteekeningen te maken. Maar opeens ontstelden zij beiden. Quinol had zijn hand vol bloed het droop langs zijn potlood op het papier. Het waren bedaarde geschikte mannen en ze begrepen oogenblik- kelijk, dat de zaak met dat huurrijtuig vol strekt niet richtig mocht heeten. Quinol vestigde zijn staalgrijze oogen heel ongedwongen op Loussard, die, leunend tegen zijn zweep, bij hem stond en op Bontemps, aan het andere portier die, zooals iemand die zich verveelt, op de gemetseld* breedo leuning BUITENLANDSCH NIEUWS. Een rijke bedelaar. Dezer dag-en is te Heerlen een Duit- scher aangehouden, die in het bezit was van buitenlandsch geld en een aan zienlijk bedrag aan Nederlandsch geld. Bij aanhouding bleek hij bedelaar te zijn. Het bleek ook dat hij met het be delen nogal goede zaken had gemaakt daar hij op zijn spaarbankboekje een bedrag van f 2400 had staan. De aangehoudene, die getracht had een agent van politie om te koopen, is in de gevangenis te Maastricht opge sloten. Verlovinfismarkt. Den eersten Donderdag van Januari wordt te Aarlen (België) de „verlo- vingsmarkt" gehouden. Deze is een tegenhanger, of liever een voortzetting van de „lievekensmarkt", in Decem ber. Dien eersten „marktdag wordt ken nis gemaakt. Geschenken worden ge geven en huwelijken in het vooruit zicht gesteld. De jongelui krijgen een maand tijd, om inlichtingien over el kander in te winnen, op eigen houtje of door bemiddeling van den „heilig- man" of „trouwer". Den eersten Donderdag van Jnnu- ari worden dan de officieele verlovin gen afgekondigd. Voor zijn moeite krijgt de „heiligman" telkens een nieu wen hoed, zoodat de man er wel een heele verzameling, zal bezitten. Een eeuw gehuwd. Te Klinova, een klein dorpje verlo ren in de woeste bergstreek van Zuid- Servië, op een afgelegen boerderij vierden twee stokoude menschen den honderdsten verjaardag van hun hu welijk. Zij dragen béide vreemde, dichterlij ke namen. Hij heet Stoyau en zij heet Dimitrijevitsj. De man heeft het grootste gedeelte van zijn leven als „komitadji", in de gelederen van gewapende Servische ruiterbenden geoorlogd tegen de Turken. Het einde van zijn bewogen en lang bestaan is hij rustig gaan slijten aan de zijde van zijn vrouw, op hun kleine boerderij, waar zij voornamelijk le ven van de schapenteelt. Nieuw gedenkteeken. voor Julius Cesar. In den omtrek van Rimini, in Italië is een nieuw standbeeld van Julius Cesar opgericht. De plaats waar het verrijst is die waar verondersteld wordt, dat Cesar de Romeinsche legioenen toesprak na het oversteken van den Rubico. Slaap uw schuldvordering af. Een groot hotel te Chicago is fail liet. Tot de crediteuren behoorden ve le reizigers, die telkens Chicago bezoe ken. De curator heeft thans aan deze crediteuren voorgesteld, dat zij tel kens bij hun bezoek aan de stad in dat hote zullen overnachten en niet be talen. De logiesprijs wordt dan van hun vordering afgetrokken, zoodat zij als 't ware hun schuldvordering kun nen afslapen. Kussens en pantoffels in de bioscoop. Om de bezoekers te lokken en het hun aangenaam te maken, heeft een Amerikaan sche bioscoop thans extra- lange programma's met twee groote films ingevoerd. Daar de bezoekers der brug was gaan zitten. Die schijnbaar heel onschuldige oogopslag was nochtans den in zijn vak doorkneden man voldoende, om hem de overtuiging te schenken, dat die twee menschen vreemde kerels waren, met gluipe rige, valsche oogen, wier geheele voorkomen aan slechtheid en wreedheid deed denken. Het komt mij voor, dat ik die tronies weieens meer gezien heb, dacht Quinol en hij fluisterde zijn collega Comery een paar woor den in het oor. Zij beiden maakten nu, zonder schijnbaar zich te bewegen, het knoopje los van de lede ren asch, waarin hun revolver stak. Daarop keerden zij naar het rijtuig terug. Quinol wierp een blik op het rijtuig. Het inwendige was slechts onzeker verlicht. Maar de oude gendarme had nog goede oogen. Haltriep hij. Daar zit iemand Ja, antwoordde Bontemps zonder van de brugleuning te komen, ja, dat is een vriend van mij. Hij is een beetje geschrikt van het ongeluk. Laat hem maar met rustNietwaar, vriendlief, voegde hij er bij, zich naar het portier buigend, je bent nu weer bekomen van den schrik. Hoewel zijn hart geweldig klopte, zei hij dit heel rustig en zelfs min of meer spottend. Gij moet er uit komen mijnheer, we zul len u naar het politiebureau brengen en da delijk een dokter ontbieden riep de oudste gendarme aan het portier van het rijtuig. O, dat is in het geheel niet noodig Nietwaar, het is nu alweer over vroeg Bon temps aan het andere portier van het rij tuig. Neen, het is niet over, meende Quinol, want uw vriend beweegt zich zelfs niet. Mijnheer, ge kunt hier niet den geheelen nacht zoo in het rijtuig blijven, sprak hij weer naar binnen, kom er uit. We zijn geheel tot uw dienst als gij hulp noodig hebt. Plotseling deinsde Quinol verbleekend te rug. Hij had nu wel degelijk bemerkt, dat hij tegen een doode sprak. Cemery, zei hij tot zijn makker op kor ten, kalmen toon, ln dit rijtuig hier ligt een lijk Neem gij den passagier, ik doe het den koetsier en hij wierp zich ijlings op Lous sard. Deze had evenwel den tijd gehad om zijn dolk te trekken. Hij hief den arm op, maar zijn pols werd in hetzelfde oogenblik om klemd door een ijzeren vuist, die zijn hand had gegrepen, alsof hij ze vermorzelen wilde. Loussard slaakte een gil van pijn en liet den dolk vallen. De handen van den reeds eenigs- zins bejaarden gendarme schenen klemschroe ven te zijn. Loussard, begrijpend, dat hij een verloren man was, zag van verdere tegen- sparteling af en boog het hoofd. En Bontemps Deze had iedere beweging van Quinoi met zijn scherpe oogen gevolgd. Hij had, nog voordat de politiebeambte tot zijn collega het vermoeden had uitgesproken, dat hier een moord was gepleegd, zich zacht jes van het rijtuig verwijderd, maar aan zijn linkerhand bevond zich Quinol met Loussard, die haastig en stevig geboeid werd, alsmede de karrevoerder, die zeker snel bereid zou zijn, den gendarme te helpen, als hij daartoe ge roepen werd en Comery had zich, hinderlijk genoeg, rechts van het rijtuig opgesteld. Hij kon derhalve noch aan de eene, nog aan de andere zijde ontkomen. Achter hem was de Seine, waarvan het water als zwarte schaduwen onder de brug doorstroomde. In hetzelfde oogenblik, waarop Comery naar hem toe stormde, wierp Bontemps zijrf beide beenen over de leuning. De gendarme zag hem niet meer, Bontemps was verdwenen. Men hoorde den plomp van een lichaam in het water. Comery en zijn ambtgenoot bogen over de borstwering en deden op goed geluk enkele schoten uit hun revolvers. De schurk mompelde Quinol. De avond was zoo duister, dat het onmoge lijk was, den vluchteling te vervolgen. Als hij den nek niet heeft gebroken, waar zou hij dan te land komen, aan den rechter- of aan den linkeroever vroeg Co mery. (Wordt varvolgd,>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1