25e JAARGANG VRIJDAG 19 JANUARI 1934 No. 6 illP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINOBN EN OMSTREKEN Aspirin zonJei* omzelLelasliii^-voorll OM HET GOUD. ZE ZITTEN mWIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomxn. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50. Iedere regel meer f 0.10. 's-GRAVENHAGE. HOLL. MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW. Kort verslag der Dagelijksche Bestuurs vergadering. Op Donderdag 11 Januari 1934 kwam het Dagelijksch Bestuur in zijn nieuwe samen stelling voor het eerst In vergadering bijeen onder leiding van den nieuwen Voorzitter, den Heer P. Stapel Czn. Door den Voorzitter en Vice-Voorzitter wer den mededeelingen gedaan over het onder houd, dat dien morgen had plaats gehad met den Regeerlngscommissaris voor de Tuin- bouwsteunmaatregelen, den Heer Valstar, gelijk op de voorgaande Hoofdbestuursverga dering was afgesproken. Als gevolg van dit onderhoud en van de daags tevoren versche nen Perspublicatie van den Regeeringscom- mlssarls over de beperking van de teelt van Tuinbouwgewassen op landbouwbedrijven werd door het Dagelij ksch Bestuur het vol gende standpunt ingenomen. In principe kan het Dagelljksch Bestuur zich wel accoord verklaren met de teeltrege ling zooals deze in de nieuwe Perspublicatie is neergelegd, aangezien deze regeling voor een zeer groot gedeelte tegemoet komt aan de bezwaren, welke voorheen door den landbouw tegen de oorspronkelijke regeling waren naar voren gebracht'. Gaarne zal gebruik worden gemaakt van de toezegging van den Regeeringscommissaris om twee personen, één uit Zuid-Holland en één uit Noord-Holland te mogen aanwijzen in de Commissie, welke over de teeltbeperking zal hebben te oordeelen. Als zoodanig zullen eventueel genoemd worden voor Zuid-Hol land de Heer C. Dekker te Barendrecht en voor Noord-Holland de Heer G. C. van Balen Blanken te Anna Paulowna. Deze toezegging van den Reg'eeringscommissaris wordt op hoogen prijs gesteld, daar het Dagelij ksch Bestuur van meëning is, dat de nieuwe teelt regeling nog wel voor verschillende streken van Noord- en Zuid-Holland bezwaren met zich zal brengen, welke echter speciaal wan neer de plaatselijke toestanden goed onder de oogen worden gezien voor een zeer groot gedeelte zullen zijn op te heffen. Het Dage- lijksch Bestuur acht het verder wenschelijk, dat de Akkerbouwbedrijven, die op vrij groo- te schaal de teelt van tuinbouwgewassen zul len moeten beperken en daardoor dus gedu peerd worden, in de gelegenheid zullen wor den gesteld de vrijgekomen oppervlakte te betelen met gesteunde gewassen, waarbij in het bijzonder gedacht is aan de Suikerbieten teelt en aan de Tarweteelt. Een overleg over deze mogelijkheid tusschen den Regeerings commissaris voor den Tuinbouwsteun en den zelfden functionnaris voor de tarweteelt en de suikerbietenteelt, acht het Dagelijksch Bestuur dan ook zeer gewenscht. Inmiddels zal het Dagelijksch Bestuur zijn volle aandacht blijven wijden aan de in te voeren beperkingsmaatregelen, teneinde zoo veel mogelijk te voorkomen, dat geen reke ning zal worden gehouden met den histori- schen groei der bedrijven als gevolg waarvan voor vele bedrijven de tuinbouw zoodanig met het landbouwgedeelte van het bedrijf is sa mengesmolten, dat deze twee deelen tezamen een ondeelbaar geheel vormen, waarbij in een van de deelen niet kan worden ingegre pen, zonder het geheele bedrijf in ernstig gevaar te brengen of te gronde te richten. Eveneens werd besproken het uitblijven van de bekendmaking van de Teeltregelingen voor 1934 voornamelijk met betrekking tot de suikerbietenteelt, aardappelteelt en den prijs van de tarwe voor oogst 1934. Het werd ten zeerste betreurd, dat op het verzoek van de drie Centrale Landbouworga nisaties van 11 December, tot op heden door de Regeering geen enkel antwoord is ontvan gen. Hoewel de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, zoomin als de Centrale Land bouworganisaties in dien tusschentijd hebben stil gezeten, meent het Bestuur dat naar buiten zulks den indruk moet vestigen, dat de belangrijke kwesties niet meer onder oo gen worden gezien. Dit is echter niet zoo, daar na de Algemeene Vergadering van 20 September 1933 door het Hoofdbestuur tele grafisch aan den Minister is verzocht, zoo spoedig mogelijk bekend te willen maken, welke steunregelingen in 1934 voor de ver schillende gewassen zullen gelden. Zooals toentertijd werd medegedeeld, ont ving het Hoofdbestuur het bericht, dat de teelt van tarwe beperkt zal worden tot één derde van de oppervlakte, terwijl de teelt van gerst zou worden vrijgelaten. Voor aardap pelen waren de besprekingen nog in vollen gang. In herinnering werd gebracht, dat naar aanleiding van de geruchten, dat er onder handelingen worden gevoerd tusschen de rietsuikerproducenten van Java en vertegen woordigers van de Katoennijverheid in Twen te over eventueelen invoer van suiker in ons land, als gevolg waarvan de beetwortelcul tuur in Nederland ernstig gevaar loopt, de 3 Centrale Landbouworganisaties bij het te legrafisch verzoek van 29 December, den Minister van Economische Zaken hebben ver zocht, in deze materie vooral gehoord te mo gen worden. Bij informatie bleek, dat hierop ook door de Regeering nog geen antwoord is gegeven. Daar inmiddels de tijd, dat het zaaiplan opgesteld moet worden is gekomen en de landbouwers niet weten, welke producten zij voor het komende oogstjaar zullen hebben te zaaien, wordt besloten in de vergadering van^ het K.N.L.C. nogmaals zeer dringend er op te wijzen, dat reeds geruimen tijd verloopen is, die door de Reggering voor eventueele confe renties gebruikt zou kunnen zijn geworden, zonder dat het schijnt, dat men tot eenig resultaat is gekomen. Het K.N.L.C. zal verzocht worden de Re geering te vragen op zeer korten termijn be kend te willen maken, welke gewassen in 1934 voor steun in aanmerking komen, tot welke oppervlakte de gewassen gesteund zul len worden, alsmede welke prijzen de Regee ring zich voorstelt den landbouw te garan deeren. De Memorie van Toelichting op de Begroo ting van het Landbouw-Crisisfonds geeft in deze geen uitsluitsel. Wat de steun aan de suikerbietencultuur betreft, wordt medegedeeld, dat zoowel de H. M. v. L. bij het K.N.L.C. als het K.N.L.C. in samenwerking met de beide andere Land bouworganisaties herhaaldelijk bij de Regee ring, hebben gewezen op de belangrijkheid van deze cultuur voor de geheele Nederland- sche economische samenleving. Zoowel uit een sociaal-economisch als uit een cultuur technisch oogpunt, moet de suikerbietencul tuur in voldoenden omvang op de Nederland- sche landbouwbedrijven gehandhaafd blijven. Tot nu toe heeft echter de Regeering nog geen antwoord op deze uit spraken van de Centrale Landbouworganisaties gegeven, daar zij schijnt af te wachten het rapport, dat door de Commissie zal worden uitgebracht, welke is aangewezen om de belangen van de Java-suikerproducenten en van de Textielnij verheid van Twente aan elkaar te toetsen. Dit neemt niet weg, dat het Dagelijksch Be stuur op het standpunt blijft staan, dat een inkrimping van de suikerbietenteelt tot een grooter percentage dan in de laatste jaren heeft plaats gehad, in het belang van den Nederlandschen Landbouw van de hand moet worden gewezen, daar op den duur bovenma tige teelt van granen in akkerbouwbedrijven, den akkerbouw met den ondergang zal be dreigen. Mede naar aanleiding van dit laatste punt, werd besproken de vraag, door enkele afdee- lingen naar voren gebracht, inzake het stand punt van het Hoofdbestuur, t.o.v. de over schrijving van de overtollige- bieten, welke in 1933 boven de toegewezen garantie waren ge groeid, naar de eventueel voor 1934 toe te ken nen garantie. Het Hoofdbestuur staat hierbij op het standpunt, dat het zeer moeilijk Is uit te maken, welke suikerbietenteler niet meer H.A. met bieten heeft uitgezaaid, dan bij een normalen oogst, volgens de hem toege wezen garantie geoorloofd zou zijn en welke suikerbietenteler een bovenmatig aantal H.A. bieten heeft uitgezaaid. Bovendien Is het niet gewenscht, om door overschrijving naar oogst 1934 automatisch een beperking van de sui kerbieten teelt te bevorderen, daar de land bouwers dan voor dezelfde vraag komen te staan als bij een doorgevoerde beperking van de met bieten te betelen oppervlakte van b.v. 50 tot 60% van wat in de voorafgaande ja ren als gemiddelde gerekend kan worden, aangezien dan ook hier geen rekening zal worden gehouden met de cultuurtechnische factoren als vruchtwisseling en grondbewer king. Wat een eventueele contingenteering van den invoer van stikstofhoudende meststoffen, waarover in de vorige Hoofdbestuursvergade ring ook reeds van gedachten was gewisseld, betreft, wordt nogmaals opgemerkt, dat men met een contingenteering, die ongetwijfeld een prijsverhooging van de stikstof meststof fen tengevolge moet hebben, niet kan mee gaan, zoolang de boerenbedrijven niet zelf hun productiekosten kunnen opbrengen. Wel dient echter de situatie nader bekeken te worden, wanneer een eventueele contin genteering dienstbaar gemaakt zou kunnen worden aan een mogelijk vergrooten invoer van veeteelt-, land- of tuinbouwproducten in het exporteerende stikstofkunstmeststof fen-land. Door de Af deeling Houtrijk en Polanen wordt verzocht te willen bevorderen, dat ook voor de landbouwbedrijven beschikbaar worden gesteld kaarten, welke vrijdom van wegenbe lasting geven voor een tijdvak van 60 dagen, zooals zij ook beschikbaar worden gesteld voor den handel, voor het vervoer per as naar de aanlegplaatsen van booten en naar de ste den van producten uit het bedrijf. In dit geval is het autovervoer niet op te vatten als een concurrentiebedrijf tegenover de spoorwegen. Besloten werd dit verzoek ter kennis te brengen van het K.N.L.C. Van de afdeelingen IJsselmonde, Giessendam, Bode graven en Wieringerwaard, werden de con cept-Huishoudelijke Reglementen door het Dagelijksch Bestuur ingevolge Art. 11 der Wet op de H M. v. L. goedgekeurd. Aan het verzoek der kleinlandbouwersver- eeniging „Ons Aller Belang" op Flakkee, te willen bevorderen, dat de kleine landbouw bedrijven dan extra zullen hebben te beper ken bij de aardappelteelt, meent het Dage lijksch Bestuur, dat niet voldaan kan wor den, aangezien het practisch onuitvoerbaar moet worden geacht. Bovendien kan er op gewezen worden, dab de groote landbouwbedrijven ten gevolge van de teeltbeperking voor tuinbouwgewassen op akkerbouwbedrijven ook een oppervlakte zullen overhouden, waarvan momenteel nog niet is te zeggen, welke gewassen er op ge teeld zullen kunnen worden. Aan den Heer E. Dz. Koster te Berkhout wordt op zijn verzoek eervol ontheffing ver leend van de opdracht om te fungeeren als vertegenwoordiger der Hollandsche Maat schappij van Landbouw in het Bestuur der Gewestelijke Rundvee Centrale Noord-Hol land. Na afhandeling van nog enkele ingekomen stukken, welke geen aanleiding tot nadere discussie gaven, werd de vergadering door den Voorzitter gesloten. Ondanks de nieuwer om7. de oranje-band b en van de oraiBé M lastinW blijft de prijs van 2% tabletten 70 cent abletten 10 cent. BINNENLANDSCH NIEUWS. FEUILLETON. Comery wilde in elk geval zich naar een der beide oevers spoeden, maar Quinol hield hem daarvan terug. Laat hem maar begaan, zei de oudste gendarme. Den een hebben wij hier, we krij gen den ander op zijn tijd eveneens Terwijl ik dezen bewaak, moet door u assistentie wor den gehaald De karrevoerder was door de snel op elkaar gevolgde feiten zoozeer van streek geraakt, dat hij stond te beven op zijn beenen. Quinol wendde zich tot Loussard, terwijl hij hem de tromp van zijn revolver onder den neus hield. Ik zal je wel niet behoeven te vertellen, zei hij koelbloedig, dat ik je bij de minste be weging, die je maakt om weg te komen, een kogel door het hoofd jaag Je twijfelt er im mers niet aan 't Is goed, 't is goed riep daarop de bandiet, maar ik waarschuw u, dat gij het eenmaal zwaar te verantwoorden zult heb ben, als ge mij slecht behandelt. Welzoo, welzoo Welke vreeselijke din gen hebt ge dan met mij voor Ik zal het alles in de krant laten zetten. Ja, dat zou ik je ook aanraden. Maar houd nu je praatjes maar voor je, straks aan het politiebureau kun je zooveel kletsen als je maar wilt Andere politiedienaren kwamen nu toe schieten. Twee of drie hunner spoedden zich langs den Seine-rand om naar Bontemps te zoe ken, één bleef als waker bij het rijtuig, twee droegen den vermoorden Senechal naar het bureau. Er werd gezonden om den commissaris der politie wijk mijnheer Normand en diens sec retaris, die beiden in de nabijheid woonden. Zij verschenen weldra op het bureau. Een geval als het onderhavige mocht voor hen, in hun vaak eentonige betrekking, in zeker opzicht als een soort van buitenkansje be schouwd worden. Loussard werd onmiddellijk in verhoor ge nomen. Maar de schelm had tijd genoeg gehad, om een behoorlijk plan van verdediging te bera men. Ik weet volstrekt niet, waarom men mij eigenlijk gearresteerd heeftbegon hij. Ik ben geheel onkundig van hetgeen er gebeurd mag zijn Ik reed met het rijtuig, terwijl het regende, donderde en bliksemde en het over al zoo donker was, dat men geen hand voor oogen kon zien. Nu vraag ik het den besten koetsier, om dan te merken, wat er in zijn wagen gebeurt, terwijl hij op den bok zit. Ik wil den heeren precies alles zeggen wat ik weet. Tegen half acht was ik met het leege koetsje op de avenue Malakoff, waar geen sterveling meer te zien was. Het regende, alsof het water met bakken vol uit den hemel kwam en zonder dat ik er op verdacht was, word ik opeens aangeroepen. Daar waren twee menschen, waarvan de een, een oudach tig heer, op een bank zat en zwaar beschon ken scheen. Zij namen mijn rijtuig en ik moest hen naar Clichy brengen, zooals mij de andere, die nuchter was, toeschreeuwde. Ik heb op den heelen rit niets gehoord, geen gil, geen klacht Bij Clichy stak de jongste zijn hoofd uit het portier en riep mij toe De brug over, ik woon aan den overkant! en ik ging maar weer kalmpjes verder. Zon der mij te haasten, totdat die vervloekte kar met steenkolen tegen mij aan kwam rijden. Het kon waar zijn, dat de zaak zich inder daad zoo had toegedragen en in het geheele verslag was hoegenaamd niets, dat onaan nemelijk klonk. Maar Loussard had Quinol met een dolk of een dolkmes te lijf willen best en krimpen doen ze niet, onze eigenge- breide KOUSEN, SOKKEN en TRUIEN. Jaap Snor Zuidstr. 19 Den Helder (Let op den Gelen Winkel). Ie klas reparatie-inrich ting voor ALLE soorten wollen kleeding, kou sen en sokken, (ook de allerfijnste.) P.S. Vracht voor onze rekening. gaan Ook in een grootste drift plegen de koetsiers niet naar een dergelijk wapen te grijpen in het ergste geval bedienen zij zich van het achtereind hunner zweep. Loussard verklaarde, dat hij in zijn kwaad aardigheid niet meer wist, wat hij deed dat was de eenige verklaring, welke hij voor de zaak kon geven. Hij zou dan ook nooit van zijn leven hebben gestoken, het was maar een bedreiging geweest en niet meer. Hiermede eindigde het eerste verhoor. Loussard werd in de cel van het politie bureau voorloopig opgesloten en een wacht werd bij de deur gezet. De bandiet had zich, gelijk wij weten, Gas- parin genoemd. De politiecommissaris Normand zond een zijner ondergeschikten naar de quai de Billy, om daar de noodige inlichtingen in te win nen omtrent den koetsier Gasparin en een ander naar de prefectuur der politie, om ver slag van de geheele zaak te doen. Het lijk van Senechal werd met een laken bedekt ln een der vertrekken van het com missariaat neergelegd. Buiten stond reeds een volksmenigte het gebouw aan te gapen of onderling het geval te bespreken, want als de wind had zich het gerucht van den moord verspreid. Een geneesheer was geroepen voor de lijk schouwing. Zijn onderzoek duurde niet lang. Het lichaam van den doode toonde geen spoor van een ge voerden strijd, het had al leen een breede en diepe wond in de borst aan den kant van het hart, de dood moest bijna oogenblikkelijk zijn ingetreden. De commissaris liet volgens de bestaande bepalingen de kleeding van het slachtoffer nauwkeurig onderzoeken, doch men zal zich herinneren, dat Bontemps als een voorzich tigheidsmaatregel alle papieren, welke tot de herkenning van Senechal hadden kunnen leiden, medegenomen had. Alleen werd ge constateerd, dat het linnengoed met een S. was gemerkt. Hierop werd het lijk naar de „Morgue" overgebracht. EEN HUMORISTISCH INCIDENT TE ALKMAAR. Terwijl Maandagmiddag een groot deel van Alkmaar's ingezetenen zich aan beide zijden van den Stationsweg geschaard hadden om den nieuwen burgemeester feestelijk in te halen, kwamen er uit de tunnel, waaruit de langverwachte te voorschijn zou moeten ko men, twee Rijksveldwachters met een paar candidaten voor het Huis van Bewaring te voorschijn. De boosdoeners grijnsden bij het gezicht van het feestelijk versierde Stationsplein en namen blijkbaar hun petten af toen zij het boven hun hoofden gespannen doek met het opschrift „Welkom" bemerkten. De politiemannen zagen er blijkbaar wel een beetje tegen op met hun arrestanten door de belangstellende menigte te moeten marcheeren. Zij huurden dus een open rij tuigje. De agenten reden achteruit, de beide gevangenen vooruit. Zoo ging het door de open gehouden straat tusschen vlaggen en wimpels en tusschen een dubbele rij van verraste en hartelijk juichen de toeschouwers. De klanten voor het Huis van Bewaring keken glunder rond, namen de petten af en bogen correct naar links en rechts. Dat hun intocht in Alkmaar zoo glorievol zou zijn, hadden zij nooit durven droomen. Het was Brigadier Bergsma en Rijksveld wachter de Jong van Wieringen, die met hun gevangenen H. H. en F. L. dit avontuur be leefden. VOOR „EEN APPEL EN EEN EI." Winkelier slachtoffer van eigen sensatic-achtige aankondiging. In een der hoofdstraten van Gouda Is se dert eenigen tijd een winkel gevestigd, zooals er tegenwoordig zoovele zijn reclame-borden, die den geheelen voorgevel bedekken, eenigs- zins snorkende opschriften en chronische uitverkoop. Dezer dagen had de eigenaar van deze zaak weer eens een extra-reclame ge maakt zijn mooiste waren had hij uitge stald en de prijzen waren meer dan sensatio neel. In zijn overdrijving ging hij zoover, dat hij een wollen deken in zijn uitstalkast aan bood „voor een appel en een ei" Ongelukki gerwijze verzuimde hij den eigenlijken prijs er bij te vermelden. En dit bracht een een voudig vrouwtje, dat zin voor humor paarde aan het vermogen om zich van den domme te houden, op een idee. Toen zij de etalage bewonderd had, haastte zij zich naar huis, om eenige minuten later den verbluften win kelier een appel en een ei in ruil voor de be geerde deken aan te bieden. En of de winke lier al beweerde, dat deze primitieve ruil geenszins zijn bedoeling was geweest, het vrouwtje hield voet bij stuk, dreigde zelfs met politie en advocaten, en het eind van het lied was, dat de zonderlinge koop geslo ten werd. MINISTER OUD VANGT.SMOKKELAARS. Minister Oud, die de vorige week vele Lim- burgsche grenskantoren bezocht, passeerde op den weg van Roosteren ook het dorp. De auto, waarin de minister zat met den inspec teur der directe belastingen te Roermond, stiet op een paar smokkelaars, stopte, en het gelukte de smokkelaars aan te houden en aan de politie over te leveren. BUITENLANDSCH NIEUWS. Dimitroff blijft gevangen. „Voor onbepaalden tijd." Dimitroff's moeder heeft te Berlijn een bezoek gebracht aan het Rijksmini sterie van Binnenlandsche Zaken, - waar zij, met behulp van een tolk, een onderhoud met den afdeelingschef, dr. Erher, heeft gehad. Dr. Erher verklaarde tot zijn leed wezen te moeten mededeelen, dat het mogelijk was, dat de Bulgaren, even als Torgler, voor onbepaalden tijd in arrest zouden moeten blijven. Dr. Erber deelde mevrouw Dimi trofi" mede, dat wanneer Dimitroff in hechtenis werd gehouden het tijdstip van zijn invrijheidstelling niet kon worden vastgesteld en hij adviseerde haar naar haar land terug te keeren. Een beslissing zou niet voor het einde van deze week worden genomen. Op een vraag naar de redenen, die men had om Dimitroff en de andere Bulgaren vast te houden, antwoordde dr. Erber, dat Dimitroff een gevaarlijk communist was, die had deelgenomen aan tal van illegale acties in Duitsch- land en indien hij werd vrijgelaten zijn propaganda tegen de nationaal- socialisten zou voortzetten als hij bui ten Duitschland was. Bloedonderzoek vo r bekeurde motorrijders. Een Engelsche arts heeft voorgesteld dat men bloedproeven zou nemen bij ^motorbestuurders, die worden aange houden omdat zij onder den invloed van sterken drank verkeeren. Hij ver klaart, dat één druppel bloed voldoen de is om de comprimitteerende hoe veelheid van 0.1 pCt. vast te stellen. Een storm van verontwaardiging barst te los van de zijde der Engelsche auto mobilistenvereenigingen, die oordeelen dat het percentage alcohol in het bloed niet bepalend is voor de vaar digheid om een motorrijtuig te bestu ren. Wel is men het erover eens, dat deze controle-maatregel van nut kan zijn bij de verdediging. Het duurde niet lang of twee politieman nen, die bij de Seine waren achtergebleven, om Bontemps te zoeken, keerden onverrichter zake terug. Het was dan ook zoo donker, dat zij geen tien pas ver hadden kunnen zien. De brug was hoog, de waterstand bijzonder laag en zoo was het waarschijnlijk, dat, bij aldien de vluchteling niet tegen een der pij Iers was gevallen, hij toch den dood op den bodem der rivier had gevonden, zoo nam men althans aan en dacht, als het dag ge worden was, zijn lijk wel te zullen vinden in de rivier. De nacht ging verder voorbij zonder ande re merkwaardigheden. Het vertrek, waar men Loussard had op gesloten, was een smalle, duffe cel met niets anders dan een kleine plompe tafel, een hou ten brits, en een waterkruik. Het licht ont ving deze cel door een klein raampje in den muur, dat op een gang uitkwam, waar slechts een enkele gaspit brandde. De deur kwam uit op een binnenplaats, welke door een smalle gang met de place de la Maire in verbinding stond. Om te kunnen ontvluchten, had de gevan gene eerst het slot moeten openbreken en dan de ijzeren grendels en de ijzeren bout, die aan den buitenkant de deur sloten, moe ten openen. Een hopeloos werk. Nochtans be proefde Loussard dit. De deur kraakte onder zijn geweldige inspanning. De bewaker, die op een stoel bedaard zijn pijpje bleef zitten rooken, riep lachend uit Zeg eens, jij daarbinnen, als je niet rus tig verkiest te blijven, zullen we je in de ijzers sluiten Houd je dat voor gezegd Loussard strekte zich nu op de harde brits uit en bewooog zich niet meer. Den volgenden morgen nam de commissa ris hem nogmaals onderhanden, maar kreeg daardoor niet meer te weten dan bij het eer ste verhoor. Van de quay de Billy, waarheen een der gendarmes een onderzoek had moeten doen, ontving de commissaris nu ook het bericht. De naam van den koetsier was daar bekend en de persoonsbeschrijving stemde overeen met het signalement, dat men van Loussard had opgemaakt. Intusschen waren er te veel omstandighe den, die het vermoeden wettigden, dat de koetsier in betrekking stond tot den ont vluchten passagier, dan dat men hem in vrijheid had kunnen stellen. Mijnheer Nor mand zond derhalve den gewaanden koetsier Gasparin jraar het voorloopig arrestanten huis van Parijs. Twee mannen voerden hem met den gevan genwagen derwaarts. We zullen hem daar weldra weer aantref fen. Bontemps had in de Seine zijn dood niet gevonden. Hij was langs een der pijlers naar beneden gegleden, zich daarbij de handen, de beenen en zelfs het gelaat bloedig schavend. Hij daal de nochtans zeer vlug en geraakte, in het water komend, zoo bedwelmd, dat hij, ook als een gevolg van de groote hoogte, waarvan hij was neergekomen, onmiddellijk tot op den bodem der rivier zonk. Spoedig kwam hij evenwel weer tot bewustzijn, een paar krachtige bewegingen met de beenen en hij geraakte weer aan de oppervlakte, waar hij tenminste kon ademhalen. XXVI. Bontemps was een eerste zwemmer. In het midden der Seine was zijn toestand geenszins als hachelijk te beschouwen. Hij had nu al lereerst te zorgen dat de gendarmes, die voor zeker naar hem zoeken zouden, geen spoor van hem ontdekten en daarom dook hij tel kens en telkens weer en bleef zoo lang moge lijk onder water. Zijn krachten eindelijk voelende afnemen, zwom hij naar den oever, om vasten grond, on der zijn voeten te krijgen.Na aldaar eenige minuten te hebben vertoefd, verwijderde hij zich door het onbewoonde en bijna woeste terrein, dat hij voor zich vond. (WorfHi VWVdtfd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1