BERTELS 25e JAARGANG VRIJDAG 9 FEBRUARI 1934 No. 12 53 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN OM HET GOUD. OLMIEKEN IJ. AMSTERDAM. ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wielingen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10. Vlug geholpen is DUBBEL geholpen! HelP U zelf vlug! Als U zich niet heelemaal goed, wat onbehaaglijk voelt, neem dan met een wat AspirinZorg, dat U de echte Aspirin krijgt met Bayer-kruis en met den oranje-band om de verpak king! OMZETBELASTING 't Is schoonmaak en Mevrouwtje vraagt De hulp van schilder Jan, Die met zijn verfjes en een kwastje Blijkbaar heksen kan. Hier een streekje, daar een veegje, De meubeltjes wat bij gelakt, Daarna worden laden, kasten, Zorgvuldiglijk weer volgepakt. „Jan, zegt Mevrouw, die groote kast Staat vochtig aan deez' kant, Ik zag haar graag uit dezen hoek Verplaatst naar gindschen wand. Zij heeft mij duizend pop gekost Dus kslirpj0?. aan, nietwaar." „Jawel Mevrouw, zegt Jan gedwee.. Dat komt wel voor mekaar." Als Jan twee knechts nog heeft gevraagd, Wordt, met vereende kracht, De kost'bre kast, heel netjes op Haar nieuwe plaats gebracht. In Januari komt de nota, Mevrouw is minder goed content, „Omzet," staat er op het briefje, Veertig gulden, vier procent". „Jan hoe kom je aan die nonsens, De fiscus plukt ons nu reeds kaal, Dacht je dat ik naast de mijne Ook jouw belasting nog betaal." „Maar Mevrouw, zegt Jan verwonderd, U kent toch wel die nieuwe wet." 't Is belasting, 'k heb toch onlangs, Die kast voor U eens omgezet." (Nadruk verboden.) NIEï BINNENLANDSCH NIEUWS* „STORMVOGEL" IN DE LUCHT GEVLOGEN. Bemanning gedood. Reuter meldt uit Hamburg Het Nederland sche tank-motorschip „Stormvogel", dat zich op reis van Amsterdam naar Stettin bevond en benzine aan boord had, is op 7 a 8 mijl ten Westen van Norderney in de lucht gevlo gen. De bemanning is om het leven gekomen. De Nederlandsche zeilschepen „Gracia" en „Luxor", die zich in de buurt bevonden, voe ren terstond naar de plek des onheils, doch konden noch van het schip, noch van de be manning eenig spoor ontdekken. LICHTE GRIEPGEVALLEN. Zeer gunstige gezondheidstoestand. Men hoort nogal eens van griepgevallen, de laatste weken te Amsterdam. Er liepen zelfs geruchten van een kleine epidemie Geen sprake van, zeide dokter L. Heij er- mans, de directeur van den G. G. D., toen men hem ernaar vroeg. Integendeel, er heerscht slechts heel lichte griep in vergelij king bijvoorbeeld met verleden jaar en het jaar daarvóór. De gezondheidstoestand is thans juist buitengewoon gunstigdat we zóó een winter doorkomen, was mij tot nu toe vrijwel onbekend. We hebben, statistisch gesproken, zelfs geen „top" bereikt, wat de opneming in ziekenhuizzen betreft Zeker, er is wat griep, maar verkoudenhe den noemt men al gauw griep. De meeste ge vallen verloopen echter met een enkelen dag koorts en er komt bijna geen longontsteking voor. Waarlijk, we mogen tevreden zijn EEN DUUR GRAPJE. Maandagmiddag omstreeks vier uur had op de van Houtenkade te Alkmaar een onge luk plaats. Een handelaar in fruit, liet zijn driewieler, rijk voorzien van sinaasappelen, bananen, appelen enz., eens even probeeren door een jeugdig vriendje. Doch deze kon blijkbaar het stuur niet machtig blijven en reed met het geheele geval de Bleekersloot in. Met de ïeddingshaak werd de fiets weer op den wal getrokken, terwijl later ook de weegschaal weer uit de modder opgevischt werd. Van het fruit ging echter het grootste gedeelte verloren. Met een paar doorweekte appelen en citroenen, en bebloede handen, keerde de handelaar huiswaarts. Schooljon gens en eenige werkloozen deden later hun best nog om de rest van het fruit in hun be zit te krijgen. EEN LASTIGE ARRESTANT TE NOORDSCHARWOUDE. Maandag werd door den caféhouder L., te Noordscharwoude de hulp der politie inge roepen, daar een beschonken bezoeker zijn lokaliteit niet wenschte te verlaten. De weerspannige cafébezoeker werd naar het arrestantenlokaal gevoerd en ingesloten. Dit ging niet dan na veel moeite. Ook in het cachot was hij niet tot kalmte te brengen. De raadsvergadering, welke 'savonds werd gehouden, werd af en toe opgeluisterd door een solo op de schel, welke door den arrestant vanuit zijn verblijfplaats in werking werd gesteld. GRATIS RIT VAN DEN HAAG NAAR ROTTERDAM. Een gedupeerde chauffeur en een booze garagehouder. In de „Haagsche Crt." lezen we Gisternacht omstreeks 1 uur kwam een Haagsche taxi-chauffeur op het politie-bureau aan de Nassaukade te Rotterdam zich bekla gen over een hem onbekend persoon, die kans had gezien een gratis ritje met de taxi te maken van den Haag naar Rotterdam. 's Avonds had deze persoon den taxi-chauf feur opdracht gegeven hem naar Rotterdam te rijden en deze had de opdracht gaarne aanvaard. Onderweg ging alles goed en de chauffeur was bijna op de plaats zijner be stemming, toen plotseling, op het Stieltjes plein, de auto bij gebrek aan benzine het op gaf en bleef staan. Dat was een strop De chauffeur deelde den reiziger zijn plan nen mede. Deze was geenszins verstoord, in tegendeel. Hij maakte zich bekend als ver tegenwoordiger van de „Shell" en zou wel eens gauw benzine gaan halen. De taxichauf feur natuurlijk dol gelukkig. De vertegenwoordiger begaf zich naar een garagehouder in de Oranjeboomstraat en vertelde, dat op het Stieltjesplein een chauf feur op 5 liter benzine wachtte. De garage houder spoedde zich derwaarts, vulde de tank van de auto met benzine en de chauffeur kon weer rijden. Maarde reiziger echter was verdwe nen. Daar stonden nu de chauffeur en de ga ragehouder. De eerste met niet meer dan 40 cent (zijn geheele bezit aan contanten) en de ander met een rekening van 5 liter ben zine. De rit den Haag—Rotterdam kostte f 5, dus indien de reiziger den rit had betaald, was alles wel iin orde gekomen. Tenslotte, nadat hem alles was uitgelegd, streek de garagehouder zijn hand over zijn hart en liet den chauffeur met de 5 liter ben- FEUILLETON. (15. Door deze bewakers geleid, gaat hij langs een voor het publiek niet toegankelijk binnen plein en langs smalle trappen naar en van het kabinet van zijn rechter. Is de gevangene eenmaal verhoord, dan wordt hij, om dichter bij de hand te zijn als de rechter hem mocht noodig hebben, opgesloten in een gedeelte van het paleis van justitie, waaraan de spraakmakende gemeente den eigenaardigen naam heeft gegeven van „de muizenval," wel ker ingang zich bevindt juist tegenover de smalle trappen, waarvan wij daareven mel ding maakten. Een eveneens smalle gang, door een opzichter bewaakt, scheidt de zoo genaamde muizenval van de trappen, die naar boven leiden, dat men er zelfs overdag licht ontsteekt. Bij elke verdieping gaat de trap langs een glazen deur, die naar een gang voert, waar de opgeroepen getuigen zit ten te wachten op een aan den muur beves tigde houten bank, tot het hun beurt zal zijn, om hun verklaring af te leggen. Die gang behoort bij de kabinetten der rechters van instructie, doch is daarvan gescheiden door een kleine voorkamer, bestemd voor de arres tanten, die, natuurlijk altijd onder behoor lijk toezicht, onmiddellijk derwaarts worden geleid en aldaar hun beurt afwachten. Deze kamers worden niet gesloten, iedereen kan daar desverkiezend vrij uit- en ingaan en er bevinden zich daar geen andere bewakers, dan die tot geleiders der arrestanten dienen. Van die gangen komt men ook gemakkelijk op straat. Voor elk der voorkamers zit een gerechtsdienaar, die de bezoekers, die iets te vragen hebben, te woord staat, overigens be kommert die man zich nergens om, als hij piet zit te lezen of te slapen, en op een war- zine de terugreis aanvaarden. Hedenmorgen passeerde een wielrijder de garage in de Oranjeboomstraat aldaar. De benadeelde garagehouder hield hem aan en zeide Zeg, ik krijg nog geld van je voor de 5 liter benzine van vannacht Het jongmensch, niet wetende, wat er werd bedoeld, stapte weer op zijn karretje en reed door, achtervolgd door den benzinele verancier. In een café ontmoetten de beide mannen, elkander weer en de ruzie liep zoo hoog, dat het van niets wetende jongmensch zich ging beklagen bij de politie aan de Nas saukade De jongeman kon aantoonen, dat hij geen benzine had gehaald. Later bleek, dat hij door den garagehouder voor den „verte genwoordiger" was aangezien. Zóó werden in het ritje van den Haag naar Rotterdam (voor f 5) vier menschen betrok ken te weten een gedupeerde chauffeur, een booze garagehouder, een beleedigd jong mensch en niet te vergeten een in zijn vuist je lachende oplichter. Twee schepen vast in het Zuiderzee-ijs Dinsdagnacht om drie uur zijn op 100 M. N.N.-O. van de Noordpunt van Schokland twee stoomschepen in het ijsveld vastgeraakt. Het zijn de „Mep- pel II" van de stoomdienst Rietfeld te Amsterdam, welke met stukgoed op weg was naar de hoofdstad, en een schip van de N.V. gebr. van der Boon's stoomreederij te Rotterdam op weg van Rotterdam naar Meppel. Het ijs is niet buitengewoon zwaar, zoo dat er geen gevaar bestaat. Een later bericht meldt, dat beide booten de reis vervolgd hebben. BUITENLANDSCH NIEUWS. ONDERWIJS BINNLN DEN POOLCIRKEL. Nomaden-scholen. „Openlucht"- onderWijs. Lappen kinderen wel intelligent. In Noord-Zweden bestaan „nomadenscho- len", en wel voor de kinderen der rondtrek kende Lappen. In het „Svenska Dagbladetj heeft een onderwijzeres van een dezer scho len, mevr. Holmström, onlangs een beschrijf ving van haar ervaringen op deze institutei -binnen-den-poolcirkel gegeven. De Lappen-kinderen bezoeken de schole: gedurende 4Va maand van het jaar, en d overige maand zwei-ven zij rond met hu: ouders en de rendierkudden. Tijdens hel schoolbezoek leven zij in tenten. In dezJ tenten brandt in het midden een vuur, daarom heen zitten of liggen de bewoners o] dennentakken. In den winter wordt het on derwijs in een of andere hoeve gegevei doch in den zomer leven de leeraren en d leerlingen naar echte Laplandsche gewoonte: in hun tenten. Eerst gaat het lesgeven moei lijkLappenkinderen spreken slechts hui moedertaal, en men moet met behulp vaj bewegingen met de hand en andere visueel methoden trachten de kinderen de Zweedse! taal te leeren. Maar deze kinderen zijn opg wekt en intelligent, en toonen voor bepaalt vakken zeer veel belangstelling. In het bi zonder wordt hun fantasie geprikkeld do aardrijkskunde en geschiedenis, en zooals kinderen zelf verzekeren vinden zij het zet interessant „alle merkwaardige volken te lei ren kennen, die geen Lappen zijn." Deze nomaden-kinderen van het Noordej zijn goedaardig en zacht. Zij zijn diep b< droefd en willen meteen alles goed make: wanneer zij iets misdaan hebben. Mevr. Holmström besluit haar stuk met woorden, dat zij gelukkig zou zijn, indien zi van de beschaving weer naar het strenge le| ven in de noordelijke wildernis zou kunnei terugkeeren. Duur water te Praag. De hoteliers te Praag, verontwaar digd over de hooge watertarieven, heb ben besloten als protestmaatregel het waterverbruik zooveel mogelijk te be perken. Zij keeren terug tot het wasch kommen- en waterkommen-stelsel en in de W.C.'s wordt het stroomend wa ter afgesloten. Kunstmatige handhaving van den bloedsomloop. Medewerkers van het centraal insti tuut voor bloedtransfusie te Moskou hebben een instrument vervaardigd, genaamd „autojector" voor de kunst matige handhaving van den bloeds omloop. Met dit instrument is het den chirurg, prof. Teberinski, gelukt aan het hart van levende dieren met goed gevolg zware operaties te verrichten, waarbij de „autojector" het hart en de longen van het dier verving. Bij proef dieren werd kunstmatig 'n hartkwaal verwekt na eenige maanden werden de dieren geopereerd en genezen en zij leven thans weer normaal. Deze proef nemingen doen het centraal instituut overwegen het instrument ook te ge bruiken voor de genezing van dergelij ke kwalen bij menschen. Electrisch verwarmde wissels. Ten einde spoorwegongelukken te voorkomen, die dikwijls het gevolg zijn van het niet functionneeren van wissels door sneeuw of ijs, hebben de Italiaansche Staatsspoorwegen een ge niaal verwanmingssysteem goedge keurd, waarvan de proeven zeer bevre digend zijn verloopen. De uitvinding, van een Italiaansch ingenieur, bestaat in electrische verwarming van de wissels, waardoor sneeuw en ijs smel ten en de wissels op goede wijze blij ven functionneeren. Bertels' Kunstkorrel in de praktijk. De heer J. T. van Bergen te Beekbergen schrijft ons d.d. 6 Oct. '33 het volgende: Uw opfokvoer alsook de Ratio Super- standaard Kunstkorrel voldoen mij uitstekend. Van mijn zeventig jonge eenden had ik reeds na 4 maanden en 10 dagen het eerste ei en thans reeds 46 eieren per dag Het voederverbruik bedraagt 0.84 cent per eend per dag. Ook voor mijn kippen (500 Reds) gebruik ik thans met groot succes Bertels' Kunstkorrel. De kippen houden zich best en verbruiken 3/4 cent aan voeder per dier per dag. Ik zal het gebruik van Uw Kunstkor rel gaarne aan een ieder aanbevelen. Ons Lichaam en onze Gezondheid. Tegen, koude voeten. Wie last heeft van koude voeten, kan daar een einde maken door gym nastische oefeningen, die niet moeilijk zijn en zelfs door personen van gevor derden leeftijd kunnen worden ver richt. Zulk 'n oefennlng is bijv. de vol gende Men gaat met de voeten aaneenge sloten staan, waarbij het lichaam recht op, doch niet gespannen wordt ge- men achtermiddag is het inderdaad heel be grijpelijk, zoo de man op zijn stoel zou indom melen. De glazen deuren, die op de verschil lende etages uitkomen op de smalle trap, wel ke naar de „muizenval" voert, zijn gewoon lijk op slot, maar zij blijven ongesloten, als de beschuldigde naar het kabinet van zijn rechter is geleid, tot hij weer naar zijn ge vangenis wordt teruggebracht. Die omstandig heid heeft reeds menig arrestant tot de vlucht verleid. Rouquin was in dit gedeelte van het paleis van justitie geen vreemdeling en hij had in zijn hoofd reeds een plan ontworpen, waartoe al zijn koelbloedigheid niet alleen, maar ook zijn vermetelheid geëischt werd. Indien Loussard nog één dag langer in de macht der politie bleef dat wist Rouquin wel stond het slecht met zijn eigen veilig heid en de sluwe booswicht aarzelde niet met het oog hierop het gevaarlijke spel te wagen en zijn handlanger te redden. Hij begreep ten volle hoeveel thans op het spel stond en had daarom de onderneming aan niemand an ders toevertrouwd. Zonder wapens was hij de deur uitgegaan, hij had noch dolk, noch re volver bij zich. Hij rekende op zijn reuzen kracht, zijn vingers waren klemschroeven, zijn spieren als van staal. Bevond Loussard zich in het „depot" en niet in de „muizenval", dan werd het voor Rouquin nog gemakkelijker hem te bevrijden, want de arrestanten uit het „depot" moesten snel het plein der kapel oversteken. De kapel en het daarvoor gelegen plein stonden voor het publiek open. Hier waren altijd menschen, mannen, vrouwen, kinde ren, wandelaars en nieuwsgierigen, hier trok niemands persoonlijkheid eenige aandacht, noch bij de gevangenbewakers, noch bij de in de gangen geplaatste schildwachten. Rouquin, die nog altijd zijn groote overjas over den arm droeg, slenterde over het plein, ontmoette hij opzichters, dan maakte hij een praatje met hen, terwijl hij, met een Engel- schen tongval sprekend, nieuwsgierig infor meerde naar de verschillende vertrekken der arrestanten. Eindelijk ging hij de trap op en bereikte op de eerste verdieping de wachtplaats der getuigen. Hier bevond zich niemand anders dan de gerechtsdienaar, die hier de wacht hield en bedaard zijn courant zat te lezen. Rouquin nam op de bank der getuigen plaats vlak bij de glazen deur, waarachter de smalle trap van de „muizenval" was. Er brandde daar licht. Het kabinet van mijnheer Vaubernier was op de tweede verdieping. Rouquin wist dat zeer goed, maar Loussard moest de glazen deur der eerste etage voorbij als de rechter van instructie dezen middag het verhoor met hem wilde voortzetten. Rouquin dacht ernstig na. Hij stelde zich het geval voor, dat Loussard noch heden, noch morgen, noch overmorgen aan de beurt kwam, dit was best mogelijk, wanneer de rechter met een andere instructie bezig was, die eerst moest worden afgedaan. Dan ver loor hij, Rouquin, iedere gelegenheid om zijn handlanger te redden en dat kon het begin wezen van zijn eigen ondergang. Zoo men Loussard herkende voor hetgeen hij was, voor een ontslagene uit het tucht huis, voor een ouden misdadiger en daar voor bestond zeer veel kans, want Loussard had ontegenzeglijk een boeventronie als men de overtuiging kreeg, hier te doen te hebben met een „ouden bekende" der justitie. Rouquin werd in zijn overpeinzingen op vrij ruwe wijze gestoord. Hoelang zit ge hier nu wel, mijnheer voegde men hem plotseling toe. Waarop wacht gij toch Verschrikt hief Rouquin het hoofd op. De gerechtsdienaar stond voor hem en had ze ker al dien tijd met zijn nieuwsblad in de handen zitten dommelen, was nu geheel ont waakt en daar de mijnheer nog altijd in zijn hoekje zat te wachten, was hij hem gaan aanspreken, zooals wij gemerkt hebben. Voor evenwel Rouquin een aannemelijk de glazen deur, waarop zijn uur lang was gericht geweest, langzaam voorbij gaan, twee dier mannen waren gevan genbewakers en den derde had hij Loussard herkend, die met gebogen hoofd, doch niet geboeid, tusschen de twee anderen liep. Loussard bemerkte zijn patroon niet. Rouquin dacht nu aan hetgeen hij moest antwoorden. De ongeduldige gerechtsdienaar maakte hem de uitvlucht gemakkelijk door te vragen of hij soms als getuige was opgeroepen. Precies, dat zegt ge daar goed, ant woordde Rouquin met gemaakte onnoozelheid. Ge hebt natuurlijk een oproeping gekre gen, mag ik die even inzien Hierzoo, neen, te drommel, ik heb dat papier zeker thuis laten liggen. O, dat komt er minder op aan. Weet ge nog wat er in stond Hoe heet de rechter, die het stuk onderteekend had Ja, dat weet ik niet. Dat was mijnheer Vaubernier. Mijnheer Vaubernier Nu dan hadt ge hier lang genoeg kunnen zitten, die heeft zijn kabinet niet hier, dan moet ge een verdieping hooger wezen Tegen hoe laat zijt ge opge roepen Tegen twee uur. En het is nu opslag van halfdrie. Haast u maar, als ge den rechter nog wilt aantref fen Rouquin dankte beleefd voor de vriendelij ke terechtwijzing en ging de gang uit, maar bij de groote trap gekomen, bleef hij plotse ling staan. Hij had nu een goed denkbeeld naar hij meende. Van deze gang was het zeer gemak kelijk, om ongemerkt de zoogenaamde con ferentie-kamer der rechters te bereiken, waar deze hun ambtskleeding bewaarden, de toga en de hooge vierhoekige muts. Rouquin sloop, zonder eenig geluid te veroorzaken, de trap af en wendde zich vervolgens linksaf. Slechts weinige minuten later keerde hij terug, maar liep nu door tot de gang op de antwoord gereed had, zag hij drie menschen tweede verdieping. Hij was gekleed ala een gelaatenen zijn geheele voorkomen en de gladgeschoren kin pasten uitnemend bij deze vermomming. Zijn hoogen hoed had hij in de conferentie kamer gelaten, maar niet de wijde overjas, waarmede hij reeds den geheelen dag had rondgeloopen. Zoo liep Rouquin, zonder de minste angst valligheid te verraden, naar den gerechtsdie naar, die op de tweede verdieping de wacht had bij de kabinetten der rechters van in structie. Heeft mijnheer Vaubernier op het oogen bliek ook bezigheden dat gij weet? vroeg hij. Ja, antwoordde de toegesprokene, hij heeft een verhoor. Rouquin klapte ongeduldig met zijn vin gers. Dat treft al heel onpleizierig, mompelde hij. Ik moest hem spreken. Als mijnheer mij zijn kaartje wil geven, kan ik het wel even binnenbrengen. Mijnheer Vaubernier zei zelf, dat het verhoor wel niet van langen duur zou zijn. Rouquin deed, alsof hij een kaartje wilde afgeven, doch scheen plotseling van plan te veranderen. Nu, een minuut of vijf kan ik hier wel wachten, zei hij. Hij wierp zijn overjas op een bank en liep met zijn handen op zijn rug met groote schre den door de gang op en neer. dfceens sloeg Rouquin zich met de hand tegen het voorhoofd, als iemand, die zich plotseling het een of ander herinnert, dat hij verzuimd heeft te doen. Hij ging op de getui genbank zitten, scheurde een blad uit een notitieboekje en legde ook een kleine envelop pe, die hij eveneens uit de portefeuille had gehaald, naast zich op de bank. In blijkbare haast schreef hU een paar regels met pot lood, deed het papier in de enveloppe en zette daarop het eerste het beste adres dat hem inviel van iemand, die aan den anderen kant der groote stad woonde. (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1