Ü1P NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR Hfflpgl
25e JAARGANG
DINSDAG 13 FEBRUARI 1934
No. 13
WIERINGEN EN OMSTREKEN ^g||3P
OM HET GOUD.
■WIERINGER COURANTI1
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
OVERDAAD SCHAADT.
Te veel kali is evenmin goed
als te weinig.
Er dreigt een lang niet denkbeeldig,
gevaar.
Enkele jaren aaneen zijn de prijzen
van kali, in vergelijking met andere
kunstmeststoffen zeer hoog geweest.
Ze werden geregeld op hetzelf-
dé peil gehouden, terwijl de prijzen
der andere kunstmeststoffen met ve
le percenten daalden.
Dat de kalimijnen alle in handen
waren van ééne groote cojmbinatie,
was aan dezen hoogen, prijs niet
vreemd.
Toen echter in Spanje een belang
rijk kaligebied in exploitatie kwam en
men vandaar ook de Nederlandsche
markt ging voorzien, kwa#n al spoe
dig verandering. Voor de gebruikers,
boeren en tuinders, is het te hopen,
dat pogingen om deze nieuwe produc
ten in de combinatie op te nemen, mis
lukken).
De resultaten hebben de kunstjnest-
gebruikers ervaren de prijzen daal
den tot ongeveer de helft van voodheen
Nu kan weer kali gebruikt worden,
wat in de laatste jaren veel te wen-
schen overliet. Er wordt dan ook
heel druk gekocht.
Men moet echter niet gaan overdrij
ven en nu maar eens dubbel en dwars
gaan geven. Zoo ergens, dan is bij
het bemesten met kali de maat koste
lijk. Dat wil niet zeggen, dat men als
bij den uitgehongerde, beginnen moet
met mondjesmaat. Men kan gerust
geven de giften, die men vroeger als
de meest rendabele wist. Hier hangt
zoo veel van grondsoort en gewas af,
dat men moeilijk hoeveelheden kan op
geven. Houdt men zich bij de giften,
die men in normale tijden uitstrooide,
dan is men op den veiligsten weg. Mits
men toen goed bemestte.
Wiij waarschuwen er echter tegen,
dat ,men abnormaal groote hoeveelhe
den zal geven. Noch het gewas noch
denb bodem komt dit ten goede en
soms, zooals bij aardappelen, zal het
de kwaliteit schaden.
Een goede gift is een practische gift.
Abnormaal hooge giften zijn een
verkwisting. Dit komt niet te pas in
dezen tijd.
Hillegersber. B. J.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
HET MOET BETER.
„Laat 't maar zoo", is een prettige
uitdrukking voor een bediende, een
kellner, die bij een betaling geld terug
moet geven en dan hoort „Laat het
maar zoo".
Een prettige uitdrukking ook voor
hem of haar die een verontschuldiging
heeft aan te bieden, iets heeft goed te
maken en bij een handdruk de verge
vingsgezinde woorden hoort "Laat
het maar zoo".
Maar dezelfde uitdrukking is ook
van de verslappeling en de gemakzuch
tige die verkeerde dingen niet durft
of niet wil verbeteren en steeds maar
tot parool heeft „Laat 't maar zoo".
Neen' we moeten de dingen niet zóó
laten. We moeten vooruit en beter
FEUILLETON
76.
Ik zou dit briefje zei hij tegen den wacht
hebbenden gerechtsdienaar, gaarne zoo spoe
dig mogelijk aan het adres bezorgd hebben.
Kunt gij niet even naar beneden gaan en
een dienstman met de bezorging belasten?
Betaal hem, wat gij wilt, hier zijn vijf francs,
de rest is voor u.
Ja, dat zal wel gaan, meende de gerechts
dienaar glimlachend, terwijl hij den brief en
het vijf francsstuk in ontvangst nam.
Rouquin's gelaat helderde op.
Maar de man, die zich reeds verwijderd
had,, kwam nog even terug.
Als iemand intusschen naar mij mocht
vragen, mijnheer wees dan alstublieft zoo
goed te zeggen waarom ik even mijn post
verlaten heb. Wat ik nu doe behoort eigen
lijk niet tot mijn functie.
O, wees daaromtrent maar niet onge
rust riep Rouquin hem toe en de man spoed
de zich met het briefje naar beneden.
Rouquin's gelaat was nu vaalbleek gewor
den en zijn lippen waren niet meer te zien,
zoo vast hield hij ze opeengeklemd. Hij be
greep, dat thans het beslissend oogenblik
genaderd was. Het ontbrak hem geenszins
aan moed, maar hij ontveinsde zichzelf niet,
dat het een wanhopige daad mocht heeten,
waartoe hij nu zijn toevlucht moest nemen.
Hij liep naar de voorkamer van het kabinet
van den heer Vaubernier.
Hier stond een gevangenbewaker terwijl
zijn makker met den beklaagde zich in het
kabinet bevond deze bewaker stond, blijkens
het kraken van het paneel, met zijn breeden
rug tegen de deur geleund, om iedere poging
tot ontvluchting te voorkomen.
Rouquin trad op den bewaker in de voor
MEDERLAND5CHE JEUGDHERBERGEN
IN DÉZEN ZOMER.
DE NEDERLANDSCHE
JEUGDHERBERG CENTRALE.
De stichting „Nederlandsche Jeudher
berg Centrale" is opgericht 14 Febru
ari 1929 en gevestigd te Amsterdam.
Het doel der Nederlandsche Jeugdher
berg Centrale (N.J.H.C.) is het oprich
ten en beheeren van Jeugdherbergen,
al dan niet in samenwerking piet an
deren, voorts het bevorderen van het
oprichten van deze tehuizen door an
deren. het in standhouden en behee
ren van een Centraal Kantoor in Ne
derland, het bevorderen van het tot
stand komen van een net van Jeugd
herbergen over geheel Nederland, als
mede het leiding geven aan de propa
ganda, een en ander zooveel moge
lijk in overleg en samenwerking met
de daarvoor in aanmerking komende
personen, instellingen en vereenigin-
gen in binnen- en buitenland.
Vier verschillende categoriën kun,-
nen hij het centrale lichaam worden
ingeschreven, n.1. de Jeugdorganisa
ties, voorts de z.g. sympathiseerende
Organisaties, de Jeugdherbergen zelf
en ten slotte de Induvidueele Trekkers
In 1933 waren in de eerste groep
niet minder dan 50 jeugd-organisaties
ingeschreven. Het mag misschien over
bodig heeten, doch het lijkt ons niette
min wenschelijk een kleine opsom
ming te geven van enkele dier aange
sloten organisaties als daar zijn Am-
sterdamsche Maatschappij voor Jon
gemannen. Arbeiders Jeugd-Centrale,
Bond van Jonge Liberalen, Centrale
Raad voor Vrijzinnig Christelijk
Jeugdwerk. Doopsgezinde Jongeren
Bond, Federatie van Christelijke Ver-
'eenigingen van en voor vrouwen en
Meisjes, Jeugdbond voor Onthouding,
'Jongelieden Geheel Onthouders Bond,
Joodsche Jeugd Federatie, Nationaal
Jongereren Verbond, N.C.J.G.O.V.
„De Schakel", Nederlandsche Chris
ten Studenten Vereeniging, Neder
landsche Jeugdbond van Abstinent
Studeerenden, Nederlandsche Jeugd
bond voor Natuurstudie, Nederlandsch
Jongelings Verbond, Nederlandsche
Kinder Bond, Nederlandsche Luther-
sche Jongelingenbond, Nederlandsch
Luthersche Meisjesbond, het Neder
landsche Meisjesgildt, Vereeniging
„Ons Huis", Orde van Jonge Tempe
lieren, Revolutionnaire Jeugdbond,
de Rijzende Kerk, Vereeniging van
Christelijk Jeugdwerk op Gereformeer
den Grondslag, Vrijzinnig Christelijke
Jongeren Bond, Bond van Amsterdam
sche Speeltuin vereenigingen enz.
In de tweede groep zijn die lichamen
ondergebracht, welke geen specifieke
jeugdorganisaties zijn, doch waarbij
wel jeugdigen zijn aangesloten en die
onder leiding van ouderen, leiders of
leidsters, gebruik maken van jeugd
herbergen. Hun aantal is bijzonder
groot en voornamelijk zijn hier vak
bonden, onderwij s-organisaties, sport
bonden en -clubs, industrieele onder
nemingen, reisvereenigingen ingeschre
tfen. Voorts hebben verscheidene Ge
meenten zich aangesloten, b.v. Alk
maar, Almelo, Amsterdam, Assen, .De
venter, Enschedé, Groningen, Den
Haag, Haarlem, Hilversujm, Leeuwar-
kamer toe en vroeg hem op den bekenden
korten ambtstoon waaraan niet de geringste
ontroering te bespeuren was
Ik moet mijn vriend, mijnheer Vauber
nier even spreken, weet ge soms of het ver
hoor daarbinnen spoedig zal zijn afgeloopen
De bewaker stond beleefd op.
Op mijn woord, mijnheer, antwoordde
hij, dat zou ik u niet met zekerheid kunnen
zeggen. Maar ik herinner mij nu, dat mijn
heer Vaubernier tegen mijn kameraad, die
daar de wacht heeft zeide „Voor dat gij
weggaat, moet ik nog een paar woorden met
Gasperin sprekenDaaruit valt, dunkt me,
wel af te leiden, dat het verhoor niet van
langen duur zal zijn.
Ja, dat zou men zoo zeggen, meende
Rouquin. Ik dank u
Rouquin ging weer heen en de ander groet
te hem zeer onderdanig.
De gerechtsdienaar was nog niet terug ge
keerd, doch er waren daarentegen eenige
andere menschen in de gang gekomen die op
een der getuigenbanken waren gaan zitten
en zich fluisterend met elkander onderhiel
den.
Met een enkelen oogopslag had Rouquin
zich overtuigd, dat niemand onder de nieuw-
aangekomenen hem kende.
Dicht bij hem was de glazen deur met de
trap, die naar de „muizenval leidde en daar
brandde op die trap, evenals op de eerste
etage licht.
De glazen deur stond nog op een kier. Er
waren hier geen andere bewakers dan die
welke tot leiding en dekking van Loussard
dienden.
Rouquin aarzelde geen seconde. Kwam de
gerechtsdienaar weer terug, dan werd het
hem ondoenlijk om op de smalle trap te ko
men. Vast besloten liep hij op de trap toe en
draaide onder het voorbij loopen het licht uit.
Op de smalle trap was het nu stikdonker.
Rouquin liep tot de eerste verdieping naar
beneden. Om hier eveneens het licht uit te
draaien, had hij de glazen deur moeten pas-
seeren en in de gang, die daar bij was, kon
den de menschen, die allicht zich daar bevon
den, Lochem, Meppel, Middelhaniis,
Rotterdam, Schiedam, Sneek, TexeL,
Velsen, Winschoten, Zaandajn, Zut-
phen, Zwolle, em de voornaamste
plaatsen praai- te noemen. En ten
slotte zijn in deze groep ondergebracht
talrijke lagere- en bijzondere scholen
Gepieentelijke en Rijks H.B.S. Gymna
sia, Lycea, Handelsscholen, Landbouw
huishoudscholen, Nijverheidsscholen,
zoowel voor neutraal als hijzonder on
derwijs.
In de derde groep zijn samenge
bracht de Jeugdherbergen, die staan
ingeschreven bij de Nederlandsche
Jeugdherberg Centrale. Dit jaar ston
den 59 jeugdherbergen ingeschreven
in de volgende plaatsen
Vlieland, den Burg, (Texel) Helder,
Petten, Schoorl, Alkmaar, Castricum,
Heemskerk, Ymuiden, Zaandam, Am
sterdam, Haarlem, Noordwijk, Leiden
Scheveningen, Zierikzee, Ierseke, Vlis-
singen, Vaals, Eijsden, Heerlen, Beeg-
den (bij Roerpmond), Helenaveen, Eind
hoven, Hilvarenbeek, Ginneken, Ber
gen op Zoom, Geertruidenberg, Arkel
(Z.HO, Rotterdam, Gouda, Abcoude,
Vinkeveen, Utrecht, Kortenhoef, Bla-
ricum, Amersfoort. Soest, Doorn, Rhe-
pen, Nijmegen, Arnhem, Beek (hij,
Didajn). Winterswijk, Lochem, Delden
Apeldoorn, Eemst, Oldebroek, Kampen
Zwolle, Oosterhesselen. Ter Apel, As
sen, Hepirik, Sneek en Harlingen.
In de vierde groep zijn onderge
bracht de zgn. Individueele Trekkers,
dat zijn die jeugdigen hoven de 15
jaar. die zonder geleide op vertoon
van Trekkerskaart de jeugdherberg be
zoeken. Hun aantal bedroeg vorig
jaar bijna 30.000.
Uit de opsomming van bovenstaan
de gegevens pioge zeer duidelijk blij
ken, dat het jeugdherbergwerk in ons
land alle richtingen omvat en dat het
ingeworteld is in alle lagen der be
volking.
Omtrent de organisatie is voorts
nog te vermelden, dat een speciaal col
lege, ojn. vertegenwoordigende de
vier bovengenoemde categoriën, con
trole uitoefent, welk College, de zgn.
Raad van Toezicht en Advies groote
bevoegdheden heeft. Het land is bo
vendien in vier districten, n.1. het
Noorder District, omvattend Gronin
gen, Friesland en Drenthe, het Ooster
District met Overijssel. Gelderland en
Utrecht, het Wester District met Noord
Holland en Zuid-Holland en het Zui-
der District met Limburg, Noord-Bra
bant en Zeeland. Deze districten staan
onder een districtsconsul, die het Be
stuur van de N.J.H.C. vertegenwoor
digt. Bovendien steunt een speciale
districtscommissie het bestuur bij het
houden van toezicht op de inrichting,
de leiding en het gebruik der Jeugd
herbergen in haar district.
Op Internationaal gebied is con
tact gelegd tusschen verschillende
landen, waar het jeugdherbergwerk is
gevestigd. In het algemeen wordt op
dat gebied gezocht en is ook bereikt
een uniforme regeling omtrent de
eischen, welke aan de jeugdherbergen
moeten worden gesteld en waaraan de
bezoekers moeten voldoen, willen zij
gebruik daarvan maken.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10.
'8 Cl
BINNENLANDSCH NIEUWST
BELASTING OP RADIO - TOESTELLEN?
Naar men meldt is sinds eenigen tijd bij de
regeering de heffing van een belasting op
radiotoestell in voorbereiding. De bedoeling
schijnt te zijn deze heffing afzonderlijk te
doen geschieden en derhalve niet onder de
personeele belasting te doen vallen. Een be
sluit omtrent het bedrag der belasting is nog
niet genomen, noch wat betreft de bezitters
van een eigen toestel, noch wat de aangeslo
tenen bij centrales betreft. Omtrent een en
ander is wel reeds de meening der omroep
organisaties gevraagd, zijn wij goed inge
licht dan zien deze organisaties ernstige be
zwaren in bedoelde heffing, welker opbrengst
uitsluitend de schatkist en géén omroepdoel-
einden ten goede zal komen. Binnen niet al
te langen tijd wordt een beslissing verwacht.
Bij een ontploffing gewond.
In een boerenwoning aan de Vroen-
straat te Kerkrade had een ontploffing
plaats, toen de dochter des huizes be
zig was oliebollen te bakken. Zij had
daartoe een ketel olie op de brandende
kachel staan. De olie vatte plotseling
vlam en daar de deuren en het raam
gesloten waren, schijnt een en ander
te weinig lucht te hebben gehad,
waardoor een ontploffing ontstond.
Het gevolg hiervan was, dat de ven
sterruiten sprongen en de vla,mmen
eenige meters uit het raam sloegen.
Een binnenmuur, 5 cM. dik, vervaar
digd van platen, werd totaal in elkaar
gedrukt, waardoor de meubels door
de kamer werden geslingerd en hoven
dien veel schade in die kamer werd
aangericht. Het meisje liep vrij ern
stige brandwonden aan gelaat en ar
men op.
R. J. M. Stumpel Kamerlid.
De voorzitter van het Centraal Stem
bureau heeft in plaats van den heer
'J. A. G. M. van Hellenberg Hubar, lid
der Tweede Kamer, die als zoodanig
ontslag heeft genomen, den heer R. J.
M. Stumpel, te Hoorn, tot lid van de
Tweede Kamer benoemd verklaard.
WAT GEBEURT ER MET DEN STEUN?
Tuinbouw f lVs mill. meer tarweprijs
f 2 lager.
Men heeft ons reeds eenige malen
gevraagd, of reeds iets medegedeeld
kon worden over den steun aan den
tuinbouw, de tarwe en de suikeroieten
Ten aanzien van den tuinbouw kan
naar men meldt worden gerekend
op een verhóóging, zooals reeds eer
der werd gemeld. Het, bedrag dezer
verhooging zal waarschijnlijk 1.500.000
bedragen, zoodat het totale steunbe
drag daardoor zal stijgen tot f 6.500.000
Dat de tarwesteun zal worden ver
laagd is reeds eerder gemeld. Er valt
te rekenen ,met een gemiddelden prijs
van f 10.
Omtrent den suikerbietensteun, ten
aanzien waarvan de allerdonkerste
wolken thans zijn weggewaaid, kun
nen wellicht binnenkort officieele bij
zonderheden worden tegemoet gezien.
DR. COLIJN GAAT NAAR INDIE.
Persoonlijk contact.
Naar aanleiding van berichten, waarin mei
ding wordt gemaakt van een a.s. reis van
minister Colijn naar Indië, kunnen wij me
den, hem zien. Dat waagde hij niet.
In de diepste duisternis bleef Rouquin op
een der treden van de smalle trap zitten als
een wild dier, dat op zijn prooi loert. Thans
speelde hij met zijn leven, dat voelde hij zijn
hart klopte onstuimig, wat bij hem gewis
geen alledaagsch verschijnsel mocht heeten.
Het duurde niet lang of het roofdier
Rouquin spitste zijn ooren. Boven hem bij
de glazen deur der twee verdieping hoorde
hij eenig geruisch.
Een stem, die hij dadelijk herkende als die
van den bewaker, met wien hij in de voor
kamer gesproken had, hoorde hij op boozen
toon zeggen
Wie drommels heeft het nu in zijn hoofd
gekregen om hier het licht uit te draaien
Zware schreden daalden de trap af.
Rouquin was reeds voorzichtig opgestaan
en liep nu naar boven, schijnbaar zorgeloos
een liedje neuriënd.
De bewakers waren niet gewoon op deze
voor het publiek verboden trap iemand te
ontmoeten, ze stonden een oogenblik stil, om
den ander, die neuriënd naar boven kwam.
het eerst te laten voorbijgaan.
Loussard had de stem zijns meesters her
kend en ook het deuntje, waarmee hij de trap
op kwam, Rouquin floot of neuriede dat al
toos, wanneer hij een hachelijke zaak in het
hoofd had, die niet anders dan met het
meeste beleid kon worden uitgevoerd.
De arrestant had genoeg tegenwoordigheid
van geest, om door taal noch teeken te ver
raden, wat er op dit oogenblik bij hem om
ging.
Pardon, riep Rouquin, alsof het alleen
zijn bedoeling was, de anderen te passeeren.
De eene bewaker, die in den langen man
den persoon meende te herkennen, die hem
kort te voren had aangesproken, vroeg aan
Rouquin
Is u niet dezelfde heer, die daar even
naar den rechter Vaubernier heeft gevraagd?
Ja, dat ben ik, mijn vriend
Mijnheer Vaubernier is nu te spreken.
Zoo, dank u wel. Ik ga hem dadelijk
opzoeken.
De trap was, gelijk wij weten, smal. De
bewakers waren genoodzaakt met hun rug
tegen den muur te leunen, om Rouquin te
laten passeeren. Ze hadden niet het geringste
wantrouwen en keerden weldra den ge waan
den ambtenaar van de balie den rug toe. Die,
welke Loussard vast hield, was nu vlak bij
hem.
,ee,mij aratFdxO-aapibwhoof dDphw roverpen
Op eenmaal veranderde het geheele voor
komen van den grooten en vermetelen boos
wicht. Het was, alsof zijn schouders breeder
werden, terwijl zijn armen opzwollen door
het ontwikkelen zijner spieren. Zijn gesloten
vuist viel als een voorhamer van een smid
op den nek van den man, die Loussard vast
hield, met het gevolg, dat de man, zijn arres
tant loslatend, zonder zelfs een kreet te sla
ken, bewusteloos neerstortte.
De andere bewaker greep naar zijn sabel
en wilde om hulp roepen, maar de sabel was
nog niet uit de sheede, de kreet om hulp nog
niet over zijn lippen, toen de handen van
Loussard en die van Rouquin beiden hem
reeds met zooveel geweld bij de keel grepen,
dat zij den man bijna worgden.
Dit alles was het werk van een oogenblik.
De twee geleiders van Loussard lagen wel
dra roerloos naast elkander.
Nu wierp Rouquin om Loussards schouders
de groote overjas, die hij had medegebracht
bij de korte worsteling was die op den
grond gevallen. nam den vilten hoed uit
een der diepe zakken, want Loussard was
blootshoofds en drukte hem dien op het
hoofd.
Die verkleedpartij was noodig, daar Lous
sard nog altijd de koetsierskleeding met blin
kende knoopen droeg, waaraan hij gemakke
lijk was te herkennen geweest, als hij andere
gerechtsdienaars voorbijging.
We moeten naar boven, fluisterde Rou
quin hem in het oor.
De sleutel der glazen deur bevond zich nog
in handen van een der bewakers, die hem bij
zijn val niet had losgelaten.
Rouquin rukte den bewustelooze den be
doelden sleutel uit de verstijfde vingers.
De bewaker maakte eenige beweging, als
of hij weder bijkwam.
We komen niet weg fluisterde Loussard
klappertandend-
De beide schurken gingen de trap op.
Rouquin opende de glazen deur.
Zij stelden nu al hun geluk op hun verre
gaande vermetelheid.
In de gang waren vele menschen. Zij voeg
den zich tusschen hen. De wachthebbende
gerechtsdienaar zag hen niet, daar er eenige
personen om zijn tafeltje stonden, die hem
het uitzicht op de glazen deur versperden.
De beide misdadigers liepen door en bereik
ten zonder stoornis de groote trap.
Nu vlug vooruitRouquin. Neem een
rijtuig, in den zak van mijn overjas vind je
voldoende geld
En gij
Rouquin haalde de schouders op.
Bekommer je niet over mij, ik zal mij
zelf wel redden Ik moet die plunje eerst nog
kwijtraken. Ga nu
O, mijnheer, gij hebt mij het leven ge
red, zei Loussard.
Jou leven behoort mij, dat weet .je wel
Ik heb slechts gered, wat het mijne was
Loussard spoedde zich op de trap af. Hij
ontmoette daar geëmployeerden van het pa
leis van justitie en menschen uit het publiek,
die naar boven gingen, niemand sloeg eeni
ge acht op hem.
Toen hij op straat was, slaakte hij een
zucht van verlichting. Hij had de handen in
de zakken van zijn jas gestoken en vond daar
sigaren. Hij nam er een en beet er de punt
af. Lucifers had hij niet bij zich, maar vlak
voor hem zag hij een heer, die met een dienst
man stond te praten en een brandende si
gaar in den mond had. Loussard kwam na
derbij, groette beleefd en verzocht om een
weinig vuur. Daarop verwijderde hij zich, in
houding en manieren de zorgeloosheid zelve.
Loussard was gered
Wordt vervolgd.