25e JAARGANG DINSDAG 27 FEBRUARI 1934 No. 17 NIEUWS- EN ADVERTE ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN OM HET GOUD. ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10. DRIEMAANDEL1JKSCH BERICHT betreffende de ZUIDERZEEWERKEN Januari 1934 waaruit wij het volgende aanstippen WIERINGERMEERPOLDER. Op 7 Augustus 1933 werd aanbesteed de bouw van 32 boerderijen in de eerste polder- afdeeling, welke zijn bestemd voor uitgifte aan particulieren. Van 25 boerderijen zijn de ijzeren spant- constructies gesteld, terwijl bij 15 met het metselwerk is aangevangen. Bij een gedeelte werd de rieten- en pannen-dakbedekking ïeeds aangebracht. De aanhoudende vorst in December veroorzaakte 4 weken vertraging in de uitvoering der werken. Met de voorbereiding van den bouw van een aantal boerderijen in het westelijk deel van den polder is aangevangen. Regelmatig wordt studie gemaakt van den boerderij enbouw in het oude land, speciaal in Zuid- en Noord-Holland, Friesland en Groningen. Ondanks de veelal ongunstige factoren, waaronder in de Wieringermeer is en nog wordt gebouwd, bleek de boerderijen- bouw aldaar in verhouding niet duurder dan elders uit te komen. Algemeen Bestuur Sociale maatregelen. Plaatsing landarbeidersgezinnen. Gedurende het tweede halfjaar 1933 werd slechts een viertal landarbeidersgezinnen in Friesland bezocht. Geplaatst werden in deze periode 39 gezinnen. Onderstaand volgt een totaal overzicht naar de provincie van herkomst der landar beidersgezinnen, die op 1 Januari 1934 in den polder gevestigd waren Groningen. 35 Friesland 31 Drenthe 12 Overijssel 5 Gelderland 7 Noordholland 21 Zuidholland 10 Zeeland 33 Noordbrabant 23 Totaal 177 Ontspanning kamparbeiders. Ook in het afgeloopen halfjaar werden pe riodiek in het kamp van ongehuwde arbeiders te Wieringerwerf ontspanningsavonden geor ganiseerd vanwege de daartoe samengestelde commissie uit de Centrale Drankweerorgani- Volksgezondheid. a. Cursussen. Vanwege de afdeeling „Wieringermeer" van het Witte Kruis werd een moedercursus geor ganiseerd door de „Vereeniging van Boer innen en andere Plattelandsvrouwen" werd een cursus in verbandleer en gezinsverpleging gehouden. Voor beide bestond goede belang stelling. b. Malariabestrijding. De commissie, ingesteld door de „Vereeni ging malariabestrijding door de bevolking in Noordholland" verstrekte over het tweede halfjaar 1933 enkele gegevens, waaraan het volgende is ontleend In het tweede halfjaar van 1933 werd de malariabestrijding met kracht doorgevoerd. De ter beschikking gestelde Shelltox en spui ten waren verkrijgbaar te Slootdorp aan het gebouw voor maatschappelijk werk en te Middenmeer aan het dorpshuis. Eind Augus tus 1933 werden 2 gevallen van malaria ge constateerd, waarvan het eerste geval bij nader epidemiologisch onderzoek geïnfecteerd bleek te zijn tijdens een bezoek aan Fries land. Onmiddellijk werd door de Commissie voor de volksgezondheid een circulaire aan de bevolking gericht met een oproep tot me dewerking bij de bestrijding, welke bestond in het verdelgen van muggen in de eigen woning en een gunstig gevolg heeft gehad het aantal malariagevallen is tot beide ge noemde gevallen beperkt gebleven. Op 1 Sep tember 1933 werd in de malariafilm te Sloot- dorp, op 5 September d.a.v. te Middenmeer vertoond, waar Dr. J. J. Th. Doyer, Inspec- FEUILLETON. Het was een heerlijke zomernacht en hel der scheen de maan. Wie ook verder de „Morgue" mocht voorbij gaan, niemand zou op het vermoeden zijn gekomen, dat daarbinnen zonderlinge dingen gebeurden. De wagen met zijn last was op het binnen plein aangekomen. De waker van de „Morgue" was de kar ge naderd en kreeg nu ook de twee politiediena ren uit de voorstad in het oog. Dat is vreemd, zei hij, doch nog zonder eenigen argwaan, ik ken je geen van beiden Zeker nog niet lang in functie in Saint-Denis? Neen, antwoordde een der agenten, pas een dag of acht Juistdat moet wel zoo zijn, maar wie waren dan je voorgangers Op die vraag gaf men geen antwoord. Nu speelde er zich een tooneel af, zoo vlug, dat men het nauwelijks in een gelijke tijd ruimte zou kunnen vertellen. De koetsier pakte den waker van achteren beet en zijn handen klemden zich zoo vast om diens keel, dat de man zonder een hoor baren kreet te uiten voor dood ineenzonk. De beide politiedienaren wierpen zich op den neergevallene, knevelden hem aan armen en beenen en staken hem een prop in den mond, om elk geluid, dat hij zou willen ma ken, te verstikken. Toen hij daar zoo neerlag, niet in staat om zich te verroeren of een kreet te uiten, trokken zij hem naar een hoek van het binnenplein, zonder zich verder om hem te bekommeren. Uit den wagen kroop nu een man, hij, die voor een doode had gespeeld, wiens gelaat hier en daar ontveld was en bloedige strie- teur der volksgezondheid en voorzitter der „Commissie voor malariabestrijding door de bevolking in Noordholland" voor een aandach tig gehoor de film toelichtte. Bij de geregeld ondernomen inspecties van woningen en woongelegenheden werd met voldoening geconstateerd, dat op meer doel matige wijze dan tevoren werd gebruik ge maakt van de aangebracht gaasbescherming. Een bezwaar blijft bestaan door het onbe schermd laten der W.C.-raampjes. Nog kan worden opgemerkt, dat de bestrijding door het spuiten van Shelltox zeer populair is ge worden in den polder. Er zal het volgend werkjaar naar gestreefd worden de aanschaf fing der spuitmiddelen zooveel mogelijk te doen geschieden door de gebruikers. De goe de samenwerking met den Wieringermeerarts heeft bevorderd, dat de eerste malariaver schijnselen terstond zijn onderkend. Het is geboden, dat ook de volgende jaren de noodi- ge waakzaamheid wordt betrachtdaarbij kan worden voortgebouwd op de in deze eer ste jaren gelegde grondslagen voor de bestrij ding der malaria door de bevolking. Bevolking. In totaal had de polder op 1 Ja nuari 1934 1800 inwoners. Lager Onderwijs. Op 16 December 1933 wa ren te Slootdorp 135, te Middenmeer 152 schoolgaande kinderen. Aangezien het ge middeld aantal leerlingen over 1933 voor bei de scholen 133 bedroeg, kunnen de vier leer krachten voor 1934 gehandhaafd blijven. Landbouwcursussen. Te Slootdorp en Mid denmeer is een algemeene landbouwcursus georganiseerd door de Dorpscommissie de gebruikelijke subsidie werd aangevraagd en verkregen. De cursussen, waarvoor voldoende deelneming bestaat, worden geleid door de plaatselijke hoofden der scholen, die hiertoe beiden de bevoegdheid hebben. Cursus bemestingsleer. Voor de bedrijfsleiders en andere belang stellenden is, eveneens door de Dorpscom missie, een cursus in bemestingsleer georga niseerd, welke door het hoofd der school te Middenmeer wordt gegeven. In vervolg op de zen cursus zullen enkele lezingen worden ge houden. De cursus telt een zestigtal belang stellenden. Algemeene ontwikkelingsavonden. Gedu rende den winter 1933/34 worden vanwege de Dorpscommissie een aantal lezingen gehou den, waartoe een twaalftal ingezetenen zich bereid verklaarden. De causerieën worden gehouden over onderwerpen van algemeenen of technischen aardhet gehoor wordt in de gelegenheid gesteld zelf onderwerpen aan te geven, welke men gaarne eens behandeld zoude zien. Voor zoover kan worden nagegaan bestaat voor deze avonden veel belangstelling-, welke echter voor de verafwonenden zeer door de weersomstandigheden wordt beïnvloed Uit de inkomsten (f 0.10 per persoon) kunnen de onkosten, waaronder een abonnement voor lichtbeelden, worden bestreden. BINNENLANDSCH NIEUWS. Verboden Sweepstake-loten. Op last der Justitie in beslag: genomen. Naar „de Nieuwsbron" meldt wor den op last der Justitie op alle eendin- gen gericht tot de Hospital Trust te Dublin (Ierland), die de bekende, hier te lande verboden sweepstake-loten uitgeeft, bij de posterijen beslag ge legd. De sweepstake-loten zijn zooals men weet, hier te lande verboden. Derhal ve heeft de Justitie het recht een brief, gericht aan de Hospital Trust te Du blin in beslag; te nemen. Dit is geen schending van het briefgeheim. Art. 8bis van de Loterij-wet bepaalt n.1., dat de opsporingsambtenaren te allen tijde bevoegd zijn o.m. in beslag te nemen al hetgeen redelijkerwijs ver moed kan worden bestemd te zijn ge weest of gediend te hebben tot het ple- van een overtreding dezer wet. Dat beteekent dus dat voor een in beslagname een redelijk vermoeden voldoende is. Zendingen daarentegen naar Du blin gericht aan het adres van parii- culiere personen, die wellicht agenten zijn der onderneming, zijn niet in be slag genomen. De bedoeling der Justitie is met kiacht den handel in sweepstake-lo ten hier te lande tegen te gaan, om al dus te voorkomen dat honderdduizen den guldens onnoodig het land ver laten. Guus Weitzel naar Zwitserland Voor herstel van gezondheid. De heer Guus Weitzel, omroeper van de A.V.R.O., die reeds eenigen tijd wegens ziekte geen dienst heeft kunnen doen, zal op 1 Maart a.s. voor den tijd van een half jaar voor her stel van gezondheid naar Zwitserland vertrekken. In Den Haag 18 millioen verzwegen. Nog, steeds loopt de termijn, waarin men nog straffeloos „vergeten" of te weinig betaalde belasting kan vol doen. In de residentie hebben zich tot nu toe volgens de „Tel." een kleine zeven honderd zondaars aangemeld, 585 gevallen zijn daarvan behandeld, ruim 100 moeten nog aan de beurt ko men. Die 585 gevallen met een totaal inkomen van f 1.250.000 hebben geza menlijk een vermogen van 18 millioen gulden verzwegen, waarvan zij thans nog belasting moeten betalen. Onjuiste Belasting-Aangiften. Herstel tot 1 Mei mogelijk. De Minister van Financiën verzoekt ons te willen mededeelen, dat de ter mijn, gedurende welken gelegenheid bestaat om onjuiste belasting-aangif ten straffeloos te verbeteren, wordt verlengd tot 1 Mei 1934. Na dien datum zullen bij het ont dekken van verzwegen bedragen, de bepalingen der wet in haar volle streng heid worden toegepast. Een wenk aan Automobilisten. Bij de bewaakte spoorweg-overgan gen komen veelvuldig verkeersonge vallen voor. Volgens een mededeeling van den Minister van Waterstaat in de Tweede Kamer was dit aantal in een jaar tijds niet minder dan 376. Aangezien onlangs een noodlottig ongeval is geschied, dat wederom het gevolg was van 't al of niet voldoende opvolgen van de voorschriften betref fende het verbod tot het voeren van verblindende verlichting, geven de A.N.W.B. en de K.N.A.C. den wegge bruikers ten sterkste in overweging, zoowel in hun eigen belang als in dat van de algemeene verkeersveiligheid bij de nadering van of het stilstaan voor de afsluitboomen van spoorweg overgangen terdege rekening te hou den met het bepaalde in artikel 19 van het motor- en rijwiel-reglement, men vertoonde. Dat was Bontemps. In den voerman zal menig lezer aan de kracht en de koelbloedigheid waarmee hij te werk ging, reeds Rouquin zelf hebben her kend. De twee gewaande politie-mannen wa ren Laguyane en Papillon, welke laatste, zoo als men zich herinneren zal, op Bois-Tordu een der bewakers van vader Bertara was ge weest. Rouquin had deze onderneming persoonlijk willen leiden, omdat, naar hij meende, het welslagen ervan een waarborg werd voor zijn veiligheid en zijn leven. Door een der ambte naren van de politie-prefectuur, die hem voor goed geld veel goede diensten bewees, het was dezelfde, die hem aan het autogra- fisch afschrift van Gabrielle's brief had ge holpen, had Rouquin een wettig bevelschrift met stempel en al tot opneming in de „Mor gue" bekomen. Na den waker onschadelijk te hebben ge maakt, drongen twee der booswichten, Bon temps en Lagyane, het hoofdgebouw binnen, Rouquin en Papillon bleven bij den wagen. Je zult hem natuurlijk wel herkennen vroeg Laguyane. - Natuurlijk, antwoordde de bandiet, het is immers een lijk van eigen maaksel Met de lantaarn van den waker kwamen zij van het binnenplein in het eerste lokaal. Zij zagen overal rond. - Hier is niets, zei Laguyane. - Van dit vertrek komen wij bij de „ten toonstellingsplaats", als ik mij niet vergis, verklaarde Bontemps. Laguyane ging met de lantaarn het andere sombere lokaal binnen. Ze behoefden zich niet ongerust te maken van buiten gezien te kunnen worden, want overal waren de lui ken zorgvuldig gesloten. Er lagen bij de vensters drie dooden, drie mannen. Laguyane wendde het hoofd om. Welke is het vroeg hij. Bontemps antwoordde niet. Hij zag doods bleek en hield het gelaat met een paar oogen, die uit hun kassen schenen te zullen sprin- ■n.1. dat een motorrijtuig, dat zich op een weg bevindt tusschen een half uur na zonsopgang en een half uur vóór zonsopgang, geen verblindende verlichting mag voeren, voor zoover de weg is gelegen binnen een bebouw de kom eener gemeente, wanneer het rijtuig een ander motorrijtuig, een rij wiel, een ander rij- of voertuig, of een rij- of trekdier of vee tegenkomt van het oogenblik af, dat het op 100 M. ge naderd is, tot het oogenblik waarop een ontmoeting is geschied. Nieuwe mogelijkheid voor IJselmeervisschers. Kan botvangst herleven Wij lezen in het „Hbld." De Andijker visscher C. de Vries heeft enkele jaren geleden een partij; jonge bot uitgezet in den zoogenaam- den put bij den proefpolder, dus in zoet water. Later, toen deze bot vol wassen was geworden, werden daar alleen groote botten gevangen. Jonge exemplaren werden niet aangetroffen, evenmin als tegenwoordige in 't IJsel meer. Zooals men weet plant de bot zich wel in de Noordzee voort en in het. voorjaar -- vooral in Mei trekken de jonge vischjes als van ouds door de zeegaten binnen, maar zij worden thans bij uhn tocht naar de vroegere Zuiderzee door den afsluitdijk gestuit. Deze mededeeling berust op de erva ringen, die visschers in het voorjaar van 1933 buiten den afsluitdijk heb ben opgedaan. Men ving daar verle den jaar flinke hoeveelheden jonge bot, die natuurlijk weer zoo spoedig mogelijk aan de zee (buiten den dijk) werd teruggegeven. Indien nu dit voor jaar en wel voornamelijk in Mei, een flinke Zuiderzee-botter met een drie- of viertal werklooze visschers werd bemand en dit vaartuig voer dagelijks langs de kamers der haring- en ansjo- visvisschers, dan konden deze zeker groote massa's jonge bot overnemen om die; dan binnen den afsluitdijk weer te laten zwemmen. Wellicht zou hier een taak voor onze regeering gelegen zijn, om de door de af sluit ingswerken buiten emplooi ge komen zuiderzeevisschers weer aan de verdienste te brengen. Gevangene ontsnapt. Uit een trein Arnhem-Utrecht. Bij Zuilen weer gegrepen. Zaterdagmiddag heeft, naar het ,Utr. Dgbl." meldt, een gevangene, die op transport was onder de hoede van twee Rijksveldwachters, kans ge zien om uit den trein, waarmee hiji van Arnhem naar Utrecht reisde, te ontsnappen. Ter hoogte van Bunnik zeide de arrestant, dat hij even naar de W.C. wilde, wat werd toegestaan. Een van de veldwachters ging met den man mee en posteerde zich voor de deur van de W.C., terwijl de man naar binnen ging. Het duurde geruimen tijd, voor de arrestant terugkeerde, en toen begon de politieman argwaan te krij gen. Met behulp van een sleutel, die in het bezit is van het treinpersoneel, werd de W.C. geopend en toen bleek de gevangene gevlogen. Vermoedelijk is gen, straks gevestigd op het lichaam van den doode, die daar op een steenen plaat lag en wiens glazigen oogen hem op een vreese- lijke wijze schenen aan te staren. Bontemps beefde over al zijn ledenzijn tanden klap perden en zijn knieën knikten. Wat'drommel, riep Laquyane, zeg dan toch, of het deze is, dien we hebben moeten Ik kan niet, ik kan niet, stamelde de moordenaar. Bontemps wilde wegloopen, maar hij zonk zonder nog een voet te hebben verzet, spra keloos neer, terwijl hij onafgewend het oog op zijn slachtoffer gevestigd hield. Dit was de algemeen bekende en toch zoc zonderlinge aantrekkingskracht, die de doode op zijn moordenaar uitoefent. Die gewetenlooze schurk had voor levenden geen vrees. Zijn hand omklemde het moor dend staal zonder siddering maar het weer- looze lijk, dat daar lag, werkte als verlam mend op hem, vervulde hem met angst en afgrijzen. Komaan, wees geen kind riep Laguy ane, pak op Ik kan niet. Hij ziet mij zoo akelig aan kwam er van Bontemps bevende lippen. Nu, dan kan ik het wel, bromde de reus. Dat beduidt niets. Maar hij wenkte toch ook den binnenko menden Papillon, die niet begreep waarom zijn makkers zoolang wegbleven, om naderbij te treden en hem behulpzaam te zijn. Met hun beiden hieven zij Senechal's lijk op en droegen het in de met een zeildoek over dekte .kar. Dadelijk daarop verliet Rouquin met de drie andere booswichten, met den wagen en met het lijk van Senechal, het sombere ge bouw. Op de binnenplaats bleef de ongelukkige v/aker van de „Morgue" achter, niet in staat om eenige beweging te maken of een hoor baren kreet te uiten, met zijn hoofd tegen den muur gedrukt, met opgezwollen banden en voeten, tengevolge van het stijve binden, dat men had gedaan. Hij had wel het een en ander van hetgeen er om hem heen gebeurd was gezien, maar gelijk men dat in een akeligen benauwden droom pleegt te zien, zonder er zich behoor lijk rekenschap van te kunnen geven. Thans waren de als politie-dienaren ver- kleede mannen, Laguyane en Papillon niet meer noodig ja, hun bijzijn kon zelfs gevaar lijk worden. Daarom verwijderen zij zich van den wagen, waarop alleen Rouquin en Bon temps achterbleven. Rouquin voerde den wagen voortdurend langs den linkeroever der Seine. Eindelijk bereikte men een bootje, dat aan de kade lag vastgesnoerd. Niemand bevond zich daarop. Het kleine vaartuig behoorde aan Rouquin. De wagen werd tot stilstaan gebracht en Bontemps, die nu ruimschoots den tijd gehad had, om zijn „aandoening" te overwinnen, sprong van den bok en onderzocht het terrein om te zien of alles wel veilig was. Hij keerde spoedig terug, hij had geen patrouille ge hoord, geen enkelen nachtelijken wandelaar gezien, alles was en bleef rustig. De beide mannen grepen nu het lijk, dat in een voor dat doel medegebracht laken was gewikkeld en tilden het in de boot. Rouquin ging er in zitten en greep de rie men, terwijl Bontemps naar de ledige kar te rugkeerde. Terwijl deze, door Bontemps bestuurd, ver der langs de kade doorreed, verdween het bootje, dat door de krachtige riemslagen van Rouquin pijlsnel het water doorkliefde met het lijk van Senechal, dat nog door niemand was herkend. Een uur later kwamen de twee gendarmes, die er bij waren geweest, toen Rouquin met zijn vracht voor de „Morgue" op het openen van het groote hek stond te wachten, weer over dezelfde brug. Hun ronde liep ten einde en ze mochten naar hun politiepost terugkee- ren, maar het weer .was zoo heerlijk, dat zij daarbij niet de minste haast maakten. Zij bleven zelfs op de brug een poosje bij het verfrisschende water staan, waarin zich het hij uit het raampje van de W.C. gekro pen en heeft hij gebruik gemaakt van een oogenblik, dat de trein wat langza mer reed, o,m eraf te springen, zonder dat iemand het bemerkte. Na aan komst van den trein te Utrecht heb ben de veldwachters zich onmiddellijk met de Centrale Recherche in verbin ding gesteld te Utrecht, die samen met hen de wederopsporing van den vluchteling ter hand namen. De vluchteling heeft kans gezien, om van de spoorbaan Bunnik Utrecht te bereiken en was blijkbaar voorne mens zijn heil te zoeken in Amster dam, in verband met welk plan hij den Amsterdamsche straatweg was op gegaan. Zooals velen tegenwoordig plegen te doen, hij riep op den Amster damsche straatweg een hem passeg- rende auto aan, aan den bestuurder vragende of hij mee mocht rijden, 4e richting van Amsterdam uit. De chauffeur heeft dit goedgevon den, maar kort nadat de auto zich weer in beweging had gesteld werd de wagen aangehouden door Rijks politie De chauffeur van de auto ontkende, dat hij juist tevoren een passagier had opgenomen, maar toen de politie-be- ambten de auto openden, vonden zij den vluchteling wel degelijk achterin gezeten. Deze deed nog even een poging om er opnieuw van door te gaan, maar de Rijksveldwachters hadden hem gauw- stevig te pakken en brachten hem di rect over naar Utrecht, waar hij werd opgesloten in het Huis van Bewaring. De auto waarin hij werd aangehou den, was inmiddels doorgereden in de richting Maarssen men had te veel bemoeienis met den vluchteling, om ook nog aandacht te schenken aan den autobestuurder. Men had den arres tant weer in handen en dat was na tuurlijk het voornaamste. BUITENLANDSCH NIEUWS. De schipbreukelingen van de „Tsjeljoeskin". Ofschoon er allerlei voorbereidingen worden getroffen om de ruim hon derd personen (onder wie 7 vrouwen, 2 kinderen en een kindje van vier maanden) der bemanning van de Tsjeljoeskin", die een kamp heeft op geslagen op de ijsvlakte van de Pool- zee bij N.O. Siberië, te hulp te komen, is er nog niets bereikt. De comman dant der expeditie professor Schmidt is voortdurend in contact met draad- looze stations en uit de berichten blijkt, dat men den moed nog, niet heeft verloren al wordt het ge vaar steeds grooter. Het stoomschip „Smolensk" is zoo aan het voornemen gevolg is ge geven den 20sten met drie vliegtui gen vertrokken van Wladiwostok, met bestemming naar Providence- baai. De „Stalingrad" tracht van Petro pavlovsk (Kam'sjratka) af het noorde lijk deel van Bering-zee te bereiken. Het schip heeft twee vliegtuigen aan boord. Sleden met honden moesten tengevolge van het drijvend pakijs de pogingen om bij de schipbreukelingen licht der volle maan zoo prachtig weer spie gelde. Plotseling drong een eigenaardig geluid tot hen door. Het klonk als een doodssnik en moest bepaald uit de „Morgue" afkomstig zijn. Hoor je dat? vroeg de een aan den ander. Ja was het antwoord. Zij luisterden met gespamien aandacht en waarlijk zij hoorden weer iets. Dat komt uit de „Morgue", dat is zeker! Ja, daaraan valt zelfs niet te twijfelen. Zij liepen op het doodenhuis toe. De gewo ne deur was gesloten, het venster van de oppasserswoning eveneens. Van binnen was alles donker, want alvorens heen te gaan, had Laguyane het licht uitgedaan. Toen zij evenwel langs het ijzeren hek kwa men, om van daar op het binnenplein te zien, bemerkten zij, dat het eenvoudig toege haald, maar niet als gewoonlijk op slot was. Zij traden binnen. Eerst bespeurden zij niets verdachts, doch een nieuw steunen vestigde hun aandacht op een donkeren hoek der binnenplaats, waar zij zich heen spoedden, om te stuiten op een man, die aan handen en voeten gebonden, met een prop in den mond, daar was neer gesmeten. De bewaker werd van zijn prop en zijn boei en bevrijd en toen hij zich weer bewegen en spreken kon, vertelde hij wat er volgens zijn meening moest gebeurd zijn. De diefstal van het lijk had omstreeks mid dernacht plaats gevonden en op dit oogenblik sloeg het reeds twee uur op den kerktoren van Notre-Dame. Het was derhalve nutteloos, om nu nog de kar te willen opsporen. De boos doeners hadden twee uur den tijd gehad om zich met hun prooi uit de voeten te maken. Er werd aan alle politiebureaux van het ge beurde bericht gezonden, doch dat was,, gelijk men ook wel van te voren wist, vruchtelooze moeite. Parijs ontwaakte, de dag brak aan, de zon verhief zich stralend in volle zomerpracht. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1