25e JAARGANG VRIJDAG 2? APRIL 1934. No. 34 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN BOEKENWEEK VAN 28 APRIL TOT 5 MEI in BOSKER's BOEKHANDEL H.-hoef Middenmeer, OM HET GOUD Bij een te kort aan gras WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. W BUREAU Hippolytushoef Wieringcn Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10. BINNENLANDSCH NIEUWS. XE VOET VAN NEDERLAND NAAR INDIc. Met vijf en twintig gulden op zak. In December van het vorig jaar zijn twee inwoners van Bussum, de 27-jarige T. A. van Heyningen en de 21-jarige E. Greidanus, die tengevolge van de crisis niet aan den slag konden komen, elk met slechts f 25 op zak, uit hun woonplaats vertrokken om te trach ten Ned. Indië te bereiken en zich daar een werkkring te verzekeren. Het lag in hun bedoeling den geheelen ge weldigen tocht, voor zoover en zooveel moge lijk te voet af te leggen in de hoop, dat zij onderweg op gezette tijden gastvrijheid zou den genieten van menschen, die respect had den voor hun ondernemingsgeest. Eenige bijverdiensten in den vorm van handenar beid of anderszins zou uiteraard niet worden versmaad, mits zulks zou geschieden met we derzij dsch goed vinden en van eenigerlei o- verlast geen sprake zou zijn. De velen die van meening waren, dat de Bussummers het niet ver zouden brengen en wel weer spoedig naar huis zouden terugkee- ren, hebben ongelijk gehad. Uit Bombay wordt thans gemeld, dat de twee tippelende Nederlanders daar zijn ge weest, zij hadden te Bagdad voor de Engel- sche Kolonie een lezing gehouden, die zooveel bijval verwekte, dat de Engelsche vice-consul hun een pasvisum voor Britsch-Indië ver strekt heeft. Tot nu toe is de tocht van deze globetrot ters gegaan via Brussel, Parijs, Genève, Mon- treux, den Simplonpas, Locarno, Lugano, Ge nua, Florence, Rome, Napels, Brindisi, Athe ne, Tripolis, Beiroet, Damascus, Bagdad, Teheran, Medohed, Beloetsjistan, Quetta, Karatsji en Bombay. MOORD TE WASPIK. Na den moord het slachtoffer in het water gegooid. Dinsdagmorgen ontdekte men in het Zui- der Afwateringskanaal te Waspik het lijk van den 70-jarigen ongehuwden J. Kools uit Waspik. Het lijk had een diepe snij wonde aan den hals. Op eenige meters afstand van het water vond men bloedsporen en voetstappen. Op de weide achter het schuurtje van de weduwe De B. in de nabijheid van de plaats waar het lijk is gevonden, werd een bloedplas aangetroffen. Men vermoedt dat Kools door zijn aanvaller(s) daarheen is gebracht en dat men hem daar vermoord heeft. Uit de bloed sporen blijkt, dat het lijk naar het kanaaltje is gesleept. De marechaussee van Waalwijk onderzoekt de zaak. Dinsdagmiddag zou het FEUILLETON Feredie maake een beweging, die duidelijk verried, hoe weinig gewicht zij aan Emirs laatste woorden hechtte. Wij zullen genoeg hebben zonder dat, te veel is misschien niet eens zoo wensche- lijk gaf zij als haar meening te kennen. Zij bleven nog langen tijd bij elkaar. Eindelijk stond Feredie op om heen te gaan. Zien wij je niet bij ons, Emil vroeg zij Mijn broeder weet, dat je terug bent, hij ver wacht je De dokter lachte. Denk aan den vijf-en-twintigsten Juli, des avonds om elf uur, luidde zijn antwoord. Dat is het tijdstip, waarop ik in je huis mag verschijnen, vroeger niet Nu, als je zoo bepaald daaraan wilt vast houden, mag ik toch zeker wel bij je terug komen, sprak Feredie met een innemend lachje, den salon verlatend. Emil deed haar natuurlijk uitgeleide. In de voorkamer gekomen verdween Jerome, schijnbaar zonder Feredie voor de tweede maal te hebben gezien. Emil bemerkte met genoegen dit blijk van bescheidenheid en was daarover zeer tevre den. Maar Feredie, die Loussard had opgemerkt, bleef even stilstaan. Welk een verdacht uiterlijk, Emil kon zij zich niet weerhouden te zeggen. Die man heeft een gelaat, dat onheil voorspelt, voeg de zij er bij. Bijgeloovige lachte Emil, dat is het erfdeel van je geboorteland, nietwaar parket uit Den Bosch arriveeren. Het slacht offer, de 70-jarige J. Kools, een alleen wo nend man, was eenzelvig en had de gewoon te vooral 's avonds te gaan wandelen. Nader wordt gemeld Een verdachte gearresteerd. De justitie en politie hebben Woensdagmid dag het onderzoek naar den moord te Was pik met kracht voortgezet. Verschillende per sonen werden gehoord een van hen, zekere P. v. O. uit Kapelle, die met den verslagene het laatst in het café „Middenhuis" heeft gezeten en met hem is vertrokken, is gear resteerd en naar Waalwijk overgebracht. Op zijn inbeslag genomen kleeren is bloed gevon den, dat door dr. van Ledden Hulzebos uit Amsterdam nader zal worden onderzocht. Van O. was Woensdagmorgen te half zeven nog even naar de plaats van het gebeurde gaan kijken. Er bestaan ernstige aanwijzin gen. Verdachte heeft nog niet bekend. HET DRAMA IN PUTBROEK. De bekentenis van den zoon. Aan den inhoud van de door Van den El zen Jr. afgelegde bekentenis, is nog het vol gende ontleend Na in den avond van het drama te Poster- holt verschillende café's te hebben bezocht, wilde de zoon zich ter ruste begeven. Hij werd echter door zijn vader weer naar beneden geroepen om zich met hem naar Putbroek te begeven. De zoon voelde hier eerst niets voor, doch gaf tenslotte toe en beiden gingen zwaar bewapend op weg. Buiten gekomen deelde de vader den zoon mede, dat hij naar het huis van de Kerstens ging, om zich daar verdekt op te stellen en de bewoners naar buiten te lokken. Hij zou echter eerst een schot door de ruiten lossen en als daarop de zoons van Kersten naar bui ten kwamen zou hij hen ieder een schot in de knoken geven. Zij zouden het stroopen dan wel afleeren. De zoon had hier niet veel lust in, maar ging tenslotte met het voorstel van zijn vader accoord om den stroopers schrik aan te jagen. Voorbij de woning van Reijnders in Putbroek gingen beiden het veld in.Vader van den E. liep links, dus het kortst van den weg van Annadaal naar Putbroek. Opeens draaide vader Van den E. dien weg weer op. De zoon zag hem in gesprek met W. Kersten. Zij hadden het over stroopen en strikken. Er waren nog twee personen op den weg. Een van hen bleek te zijn Mathias Ker sten en in den derde meende hij een zoon van Wehrens te herkennen. Vader Van den E. en Willem Kersten kwamen dichterbij. Zij wa ren in een heftig twistgesprek gewikkeld. Plotseling ging een schot af uit het geweer van vader van den E. Willem Kersten vlucht te in de richting zijner woning, terwijl vader Van den E. onmiddellijk op Frans Wehrens schoot. De zoon zag Wehrens vallen, terwijl Mathias Kersten begon te huilen. De vader gelastte zijn zoon om op Willem Kersten te schieten, terwijl hijzelf Mathias Kersten neer schoot. De zoon vervolgde Willem Kersten en loste verschillende schoten op den vluchte ling. Deze kwam te vallen en toen Van den E. Jr. zijn revolver op hem wilde afschieten, bemerkte hij dat deze niet meer geladen was. Hij bracht Kersten vervolgens bij zijn vader, die hem a bout portant doodschoot. Toen lagen alle drie dood neer. Met hun tweeën legden zij de lijken in een greppel langs den weg. De vader zond zijn zoon vervolgens naar huis om een schop en eenige zakken te halen, terwijl hijzelf bij de lijken de wacht hield. Toen de zoon terug kwam, werd een kuil gegraven, waarin de lijken gelegd werden. De zoon moest den grond boven de lijken aantrappen. Tenslotte werden er zakken over hen gelegd, waarop nog weer aarde en mos kwam. Door de bosschen keerden zij huiswaarts. Thuis gekomen bleken de kleeren van den zoon met bloed besmeurd te zijn. Vader Van den E. zeide, dat hij zijn kleeren bij elkaar moest binden en maar direct in het water aan den boschrand achter het huis moest la ten zinken. Toen de zoon terug kwam over handigde zijn vader hem twee portemonnaies om te zien wat erin zat. In de eene waren drie bankbiljetten van 25 gulden en eenige van 10 gulden, terwijl in de andere twee gul den en eenig kleingeld zat. Van deze porte monnaies heeft men later niets meer gezien. Toen de zoon zich verder uitkleedde, bemerk te hij dat ook zijn onderkleeren geheel vol bloed zaten. De vader heeft deze kleeren ver borgen, naar de zoon meent in de bosschen in een konijnenhol. Daarna hebben vader en zoon elkaar niet meer gesproken voor Zondagavond. Toen zei- de vader tegen zijn zoon „Zij hebben de ge weren in beslag genomen, maar als ze komen moet je zwijgen. Ze kunnen ons niets bewij zen, de wapens zijn goed gepoetst. BESMETTING OP SCHOOL. Veertig schoolkinderen aangetast door tuberculose. Te Emmer Compascum doet zich een geval van massabesmetting met tuberculose voor bij schoolkinderen. Van de 50 leerlingen der eerste klasse van de openbare U.L.O.-school reageeren meer dan 40 kinderen positief bij het onderzoek. Gebleken is, dat een der in September 1933 op school gekomen nieuwe leerlingen, een meisje, aan open t.b.c. lijdt. Heden is begonnen met het onderzoek van alle verdachte leerlingen in het tuberculose- consultatiebureau van dr. Sandra te Emmen. WOEKER EN OPLICHTING. 293 pCt. rente. Woensdagochtend heeft de Centrale re cherche te Rotterdam een 45-jarigen direc teur van de Deposito- en Credietbank aan den Goudschen Singel aldaar gearresteerd. Deze man werd reeds land verdacht van woekerpractijken. Toen in Januari van dit jaar zijn boeken in beslag genomen werden, kon geconstateerd worden, dat hij zeer hooge rente hief van door hem uitgeleende gelden, in één geval zelfs 293 PCt. Op grond van o- vertreding der geldschieterswet is toen pro cesverbaal tegen hem opgemaakt. Het voortgezette onderzoek heeft aange toond, dat de man zich tevens aan oplichting heeft schuldig gemaakt ten nadeele van cre- dietvragers. Dit is gebleken uit de correspon dentie en administratie waarop de recherche eenigen tijd geleden eveneens beslag legde. Het is volgens het Hbld. zeer waarschijnlijk dat in deze zaak spoedig nog1 eenige arresta ties volgen. LAGE OVERVAL. Laffe daad op oude weduwe. Dinsdagavond omstreeks 10 uur heeft ten huize van de ruim 65-jarige weduwe J. Vel- linga wonende aan den weg tusschen Berli- cum en Riet een brutale overval plaats ge had. Onder voorwendsel werd getracht de weduwe, die reeds te bed lag, naar buiten te lokken en toen dit niet gelukte, werd een keukenraam ingeslagen. Bij haar poging om de woning te ontvluchten, werd de weduwe door twee personen vastgegrepen en aan han den en voeten gebonden, terwijl haar een prop in den mond en een deken over haar hoofd werd gedaan. Alles in de woning werd overhoop gehaald en onder bedreiging met doodslag werd de weduwe gedwongen de plaats te zeggen, waar zij haar geld had gebor genEen bedrag van ruim f 70 wordt ver- mist.Effecten en sieraden werden niet mee genomen. Nadat de indringers waren vertrokken, heeft de weduwe zich losgewrongen en twee passee- rende wielrijders verzocht de politie te waar schuwen. Van de daders ontbreekt elk spoor. „DE WANDELAAR." Zooeven verscheen bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren de April-aflevering van „De Wandelaar' Is die man allang bij je in dienst, Emil Dat is zeker het geval en je hebt hem dus goed leeren kennen, is het niet vroeg zij verder. Ik ken hem integendeel zeer weinig, hij is eerst sedert gisteren hier bij mij in dienst. Ik stem toe, dat zijn voorkomen niet veel ver trouwen inboezemt, maar voorzoover ik hem nu heb kunnen nagaan, moet ik wel zeggen, dat hij geen domoor is en zijn dienst stipt vervult. Maar Feredie was niet tevreden met dat antwoord. Zij scheen bezorgd en streek zich met de vingertoppen lang het voorhoofd. Die man heeft slangenoogen en ik wan trouw hem fluisterde zij. En haar sluier weer over het gelaat trekkend, zoodat alleen de donkere, schitterende oogen zichtbaar bleven, strekte zij de gebogen duimen uit naar de deur, waarachter Loussard verdwe nen was, een geheimzinnig gebaar, waarme de volgens de begrippen van haar land de Booze verbannen en het onheil, dat deze wil aanbrengen, bezworen wordt. Hierop reikte Feredie haar beide handen aan Emil, die ze kuste, daarop ging zij weg. Er stond een gesloten koetsje voor de deur. Het portier werd geopend en zij wipte er in. Nauwelijks had Emil den tijd gehad, het por tier te sluiten, daar de vurige paarden reeds wegdraafden. En zoo was Feredie, die he- melsche verschijning in de bescheiden wo ning van den dokter, wederom verdwenen. Emil ging naar zijn werkkamer terug en nam opnieuw aan de schrijftafel plaats. Hij steunde zijn hoofd met zijn hand en droom de een tijdlang voort. Toen, zich op eens vermannend, nam hij de pen weder op, doorliep de verschillende aanteekeningen, die bij hem lagen en was vijf minuten later weer geheel in zijn arbeid verdiept. Feredie was inmiddels met het pakket brie ven, dat Emil haar gegeven had, thuisgeko men. Zij liet haar zuster weten, dat zij terugge keerd was en de beide zusters waren kort daarop in een kostbaar boudoir naast elkan maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuur bescherming, heemschut, geologie, folklore, buitenleven en toerisme. B. E. Bouwman houdt zich uitvoerig bezig met een paar populaire en boeiende boomen- groepen de „evergreens" dennen en sparren, de gebroeders L. en N. Tinbergen vertellen allerlei interessants van sperwers en haviken en A. F. Binsbergen vertelt van zijn ervarin gen, opgedaan bij het fotografeeren van meeuwensoorten. De bekoringen, die de tuin in April biedt, worden geschetst door P. L. Rusticus, J. L. A. Kremer zet zijn studie over een oude kern op de Veluwe voort en Practicus geeft wenken met betrekking tot de verzorging van kamer planten in Grasmaand. Covadewa uit zich geestdriftig over het schoon van één der mooiste parken van Ne derland, dat te Bergen op Zoom is te vinden, dr. A. C. de Koek vraagt aandacht voor den sterrenhemel in April, E. M. van Zinderen Bakker schrijft een causerie over het ont staan der Jeugdherberg-beweging en Rinke Tolman, de redacteur, wijst op de beteekenis van den bekenden entomoloog dr. J. Th. Ou demans, die op 20 Febr. j.1. stierf. In de rubriek „Van en voor de lezers" (na tuurhistorisch allerlei) breekt De Stoppelaar een lans voor het behoud van het Prinsenhof, het beroemde Friesche waterlandschap. Talrijk en suggestief zijn wederom de il lustraties, die op nagenoeg elke bladzijde staan afgedrukt. voedert U in de weide het voor- deeligst: Bertels' Lijnzaadkoekjes met suiker of Bertels' Ratio-koekjes. Deze koekjes munten uit boven andere koeken door hooge voedingswaarde en zeer laag vochtgehalte. Bestelt bij Uw voederhande laar of aankooporganisatie. BERTELS' Oliefabrieken N.V. Amsterdam. PROVINCIAAL NIEUWS. KOEIEN VERDRONKEN. Maandagmiddag was de veehouder J. H. te Groot-Schermer wel zeer ongelukkig, toen hij zijn vee naar de weide wilde vervoeren. Een zestal koeien waren in een groote veepraam geladen en vastgebonden. Een der dieren kwam op den rand van het vaartuig te val len met het noodlottig gevolg, dat de praam iets overzij ging en water schepte, zoo erg, dat de koeien met den kop onder water ge raakten. Wel had men zeer spoedig de tou wen stukgesneden, echter hadden twee der dieren te lang onder water gezeten en waren verdronken. Hoewel het veefonds driekwart der waarde vergoedt, is dit ongeluk voor den betrokkene een leelijke schadepost. „DORUS RIJKERSFONDS." Te Den Helder is de tiende jaarvergadering gehouden van het Helder-der-Zee-Fonds „Dorus Rijkers." Uit de stukken bleek, dat de rekening over 1933 sluit met een nadeelig saldo van f 17.632; de begrooting voor 1934 eindigt met een na deelig saldo van f 15.829. In de bestuursvacatures J. M. Smulders en mevr. E. J. GroenDu Mosch werd voorzien door de benoeming van mevr. M. de Boer— Jongkees en baron Van Voorts tot Voorts. GEMEENTE ZIJPE. OP VRIJE VOETEN GESTELD. Op 31 Maart brak brand uit in een arbei derswoning te Zijpe. De bewoner, die door de politie was gearresterd en ingesloten in het Huis van Bewaring, is wederom op vrije voe ten gesteld. SINT MAARTENSBRUG. In een alhier ten lokale van den heer P. Kossen gehouden vergadering werd besloten tot oprichting van een vereeniging van oud leerlingen van den landbouwwintercursus te St. Maartensbrug. Staande de vergadering gaven zich 25 per sonen als lid op. Een voorloopig bestuur werd gevormd, bestaande uit de heeren N. T. Hopman te Schagerbrug, G. Schuijt, E. de Boer en N. Kraakman te St. Maartensbrug De Ned. Herv. Kerk te Middenmeer, welke heden Zaterdagmiddag plechtig in gebruik wordt gesteld. der op een lagen divan gezeten, geheel onder den indruk van de meesleepende taal, waarin de brieven van Emil geschreven waren. Onder -het lezen van de brieven stortte Fe redie tranen van gelukFatma daarentegen zag bleeker dan anders en zuchtte bij herha ling, zij wenschte ook zoo bemind te worden als Feredie. Welk een macht is de liefde toch riep het meisje op weemoedigen toon. Wij beiden gelijken in alles zoo op elkander, dat Murad zich in ons vergist als hij ons niet eerst goed heeft aangekeken. We denken gevoelen het zelfde en nu komt daar een vreemde man, die bemint Feredie, waarom niet ook mij Welk een zonderling iets is de liefde toch Bepaald ijverzuchtig was Fatma niet. Zij misgunde Feredie haar geluk geenszins, maar een niet te overwinnen weemoed drukte haar terneer. Dienzelfden avond had Emil Senechal zijn werk voltooid en zich voorgenomen het den volgenden dag persoonlijk te bezorgen bij de redactie van het geneeskundig tijdschrift, waar men een afschrift kon nemen van het verslag, dat in het origineel moest worden overgelegd aan de Geneeskundige Academie. Het bovengenoemd tijdschrift verscheen twee maal in de week en in het eerstvolgende num mer kon derhalve van de belangrijke ontdek king van den jongen geneesheer gewag wor den gemaakt Emil gevoelde zich min of meer versuft van het harde werken hij had hoofdpijn. Tegen acht uur des avonds ging hij naar de woning in de rue Bleue, waar Margaretha hem het eten voorzette en het overige gedeel te van den avond bracht hij door bij zijn broeder, die vandaag voor het eerst geduren de enkele uren het bed verlaten mocht. Het was reeds vrij laat geworden voor hij in zijn woning in de wijk Passy was terugge keerd, zoodat hij omstreeks twaalf uur naar bed ging. Hoe laat wenscht mijnheer gewekt te worden vroeg Jerome, die altijd trouw op zijn post bleek te zijn. Om zeven uur, antwoordde Emil. Een half uur later was hij ingeslapen. XXXIV. Loussard-zette,,-evenals hij den eersten avond had gedaam de deur der slaapkamer van Emil behoedzaam op een kier, luisterde toe en ging daarop 'weer heen. gjj^sldö'p wederom, naar de werkkamer, opende daar het kastje, nam de kartonnen doos met het kostbare geschrift er uit en na verloop van ruim een uur had hij de copie voltooid. Hij vouwde alles, wat hij geschre ven had, zorgvuldig bijeen, stak de papieren bij zich en verliet op zijn teenen eerst het het laboratorium en toen de villa. Het was een donkere nacht. Loussard stond eenige oogenblikken stil. Hij zag in alle richtingen om zich heen en liet daarop een zacht gefluit hooren. Iemand, die zich bij een der inspringende hoeken van den buitenmuur verborgen hield, kwam naderbij. Toen hij onder het licht van Loussard's lantaarn gekomen was, werd een hooge, hoekige gestalte zichtbaar, dat was Rouquin. Alles vroeg hij fluisterend. Ja, patroon, alles antwoordde Loussard en reikte hem de vellen toegevouwen papier over. Goed. Hiermede was het gesprek der twee boos doeners geëindigd, Rouquin verwijderde zich met het afschrift van Emil's verslag en Lous sard ging weer op zijn teenen naar binnen en sloot de deur. Emil's nieuwe bediende had tot slaapver trek een klein kamertje zonder venster, een soort alkoof bij Emil's werkkamer. Derwaarts begaf hij zich thans, woelde het bed dooreen, alsof hij daarin had gelegen, ontkleedde zich een weinig, en stak toen de lamp in de werkkamer aan. Petroleum is een heel gevaarlijke brand stof, prevelde hij met een valschen lach in zichzelf. Hij ging met de lamp naar het boekenkast je,waarin de doos met de aanteekeningen en het andere werk van den dokter weder zorg vuldig achter slot was geborgen, goot de petroleum uit de lamp daar gedeeltelijk over heen en legde de brandende lamp er naast, opdat Emil aan een ongelukkig toeval zou kunnen denken. Een dikke rook vulde weldra het vertrek het kastje brandde. Een oogenblik dreigde Loussard te zullen stikken. Hij opende het venster en ademde de frissche lucht in. Het kastje stond in vollen brand. Het was niet van hout vervaardigd, maar van dik ge slagen karton tusschen ijzeren ramen beves tigd, met vakken en laden eveneens van kar ton. Wat uit ijzer bestond hield lang stand, maar de eigenlijke kast met haar gezamenlij- ken inhoud was spoedig verteerd. Het vuur greep nu ook de gordijnen aan. Loussard liet ze een tijdlang bedaard branden en rukte ze toen naar beneden. Het huis behoeft niet te verbranden, mompelde hij anders krijgen we nog allerlei lastig onderzoek. Het wordt nu zoetjesaan tijd, om mijn braven dokter te gaan wakker maken. En zooals hij was, half gekleed, alsof hij zoo uit bed was gesprongen, opgeschrikt door den brand, door de hitte en door den rood, stortte hij zich gillend in de slaapkamer van Emil. Brand brand riep hij uit. Om 's he melswil, kom toch, mijnheer, er is brand bij ons Emil was dadelijk klaar wakker en vloog uit zijn bed. In een seconde had hij haastig een paar kleedingstukken aangetrokken. Waar is de brand vroeg hij met ge dwongen kalmte. In de werkkamer, mijnheerIk heb mijn handen en voeten al verzengd, het scheelde maar zus of zoo, of ik was levend in mijn bed verbrand Als ik nog niet de kracht had gehad, het raam open te zetten, zou ik stellig en zeker gestikt zijn (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1