25e JAARGANG
VRIJDAG 2? APRIL 1934.
No. 34
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
BOEKENWEEK
VAN 28 APRIL TOT 5 MEI
in BOSKER's BOEKHANDEL
H.-hoef Middenmeer,
OM HET GOUD
Bij een te kort
aan gras
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
W
BUREAU
Hippolytushoef Wieringcn
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
XE VOET VAN NEDERLAND NAAR INDIc.
Met vijf en twintig gulden op zak.
In December van het vorig jaar zijn twee
inwoners van Bussum, de 27-jarige T. A. van
Heyningen en de 21-jarige E. Greidanus, die
tengevolge van de crisis niet aan den slag
konden komen, elk met slechts f 25 op zak,
uit hun woonplaats vertrokken om te trach
ten Ned. Indië te bereiken en zich daar een
werkkring te verzekeren.
Het lag in hun bedoeling den geheelen ge
weldigen tocht, voor zoover en zooveel moge
lijk te voet af te leggen in de hoop, dat zij
onderweg op gezette tijden gastvrijheid zou
den genieten van menschen, die respect had
den voor hun ondernemingsgeest. Eenige
bijverdiensten in den vorm van handenar
beid of anderszins zou uiteraard niet worden
versmaad, mits zulks zou geschieden met we
derzij dsch goed vinden en van eenigerlei o-
verlast geen sprake zou zijn.
De velen die van meening waren, dat de
Bussummers het niet ver zouden brengen en
wel weer spoedig naar huis zouden terugkee-
ren, hebben ongelijk gehad.
Uit Bombay wordt thans gemeld, dat de
twee tippelende Nederlanders daar zijn ge
weest, zij hadden te Bagdad voor de Engel-
sche Kolonie een lezing gehouden, die zooveel
bijval verwekte, dat de Engelsche vice-consul
hun een pasvisum voor Britsch-Indië ver
strekt heeft.
Tot nu toe is de tocht van deze globetrot
ters gegaan via Brussel, Parijs, Genève, Mon-
treux, den Simplonpas, Locarno, Lugano, Ge
nua, Florence, Rome, Napels, Brindisi, Athe
ne, Tripolis, Beiroet, Damascus, Bagdad,
Teheran, Medohed, Beloetsjistan, Quetta,
Karatsji en Bombay.
MOORD TE WASPIK.
Na den moord het slachtoffer in
het water gegooid.
Dinsdagmorgen ontdekte men in het Zui-
der Afwateringskanaal te Waspik het lijk
van den 70-jarigen ongehuwden J. Kools uit
Waspik. Het lijk had een diepe snij wonde aan
den hals. Op eenige meters afstand van het
water vond men bloedsporen en voetstappen.
Op de weide achter het schuurtje van de
weduwe De B. in de nabijheid van de plaats
waar het lijk is gevonden, werd een bloedplas
aangetroffen. Men vermoedt dat Kools door
zijn aanvaller(s) daarheen is gebracht en dat
men hem daar vermoord heeft. Uit de bloed
sporen blijkt, dat het lijk naar het kanaaltje
is gesleept. De marechaussee van Waalwijk
onderzoekt de zaak. Dinsdagmiddag zou het
FEUILLETON
Feredie maake een beweging, die duidelijk
verried, hoe weinig gewicht zij aan Emirs
laatste woorden hechtte.
Wij zullen genoeg hebben zonder dat,
te veel is misschien niet eens zoo wensche-
lijk gaf zij als haar meening te kennen.
Zij bleven nog langen tijd bij elkaar.
Eindelijk stond Feredie op om heen te
gaan.
Zien wij je niet bij ons, Emil vroeg zij
Mijn broeder weet, dat je terug bent, hij ver
wacht je
De dokter lachte.
Denk aan den vijf-en-twintigsten Juli,
des avonds om elf uur, luidde zijn antwoord.
Dat is het tijdstip, waarop ik in je huis mag
verschijnen, vroeger niet
Nu, als je zoo bepaald daaraan wilt vast
houden, mag ik toch zeker wel bij je terug
komen, sprak Feredie met een innemend
lachje, den salon verlatend.
Emil deed haar natuurlijk uitgeleide. In
de voorkamer gekomen verdween Jerome,
schijnbaar zonder Feredie voor de tweede
maal te hebben gezien.
Emil bemerkte met genoegen dit blijk van
bescheidenheid en was daarover zeer tevre
den.
Maar Feredie, die Loussard had opgemerkt,
bleef even stilstaan.
Welk een verdacht uiterlijk, Emil kon
zij zich niet weerhouden te zeggen. Die man
heeft een gelaat, dat onheil voorspelt, voeg
de zij er bij.
Bijgeloovige lachte Emil, dat is het
erfdeel van je geboorteland, nietwaar
parket uit Den Bosch arriveeren. Het slacht
offer, de 70-jarige J. Kools, een alleen wo
nend man, was eenzelvig en had de gewoon
te vooral 's avonds te gaan wandelen.
Nader wordt gemeld
Een verdachte gearresteerd.
De justitie en politie hebben Woensdagmid
dag het onderzoek naar den moord te Was
pik met kracht voortgezet. Verschillende per
sonen werden gehoord een van hen, zekere
P. v. O. uit Kapelle, die met den verslagene
het laatst in het café „Middenhuis" heeft
gezeten en met hem is vertrokken, is gear
resteerd en naar Waalwijk overgebracht. Op
zijn inbeslag genomen kleeren is bloed gevon
den, dat door dr. van Ledden Hulzebos uit
Amsterdam nader zal worden onderzocht.
Van O. was Woensdagmorgen te half zeven
nog even naar de plaats van het gebeurde
gaan kijken. Er bestaan ernstige aanwijzin
gen. Verdachte heeft nog niet bekend.
HET DRAMA IN PUTBROEK.
De bekentenis van den zoon.
Aan den inhoud van de door Van den El
zen Jr. afgelegde bekentenis, is nog het vol
gende ontleend
Na in den avond van het drama te Poster-
holt verschillende café's te hebben bezocht,
wilde de zoon zich ter ruste begeven. Hij werd
echter door zijn vader weer naar beneden
geroepen om zich met hem naar Putbroek te
begeven. De zoon voelde hier eerst niets voor,
doch gaf tenslotte toe en beiden gingen
zwaar bewapend op weg.
Buiten gekomen deelde de vader den zoon
mede, dat hij naar het huis van de Kerstens
ging, om zich daar verdekt op te stellen en
de bewoners naar buiten te lokken. Hij zou
echter eerst een schot door de ruiten lossen
en als daarop de zoons van Kersten naar bui
ten kwamen zou hij hen ieder een schot in
de knoken geven. Zij zouden het stroopen
dan wel afleeren. De zoon had hier niet veel
lust in, maar ging tenslotte met het voorstel
van zijn vader accoord om den stroopers
schrik aan te jagen. Voorbij de woning van
Reijnders in Putbroek gingen beiden het veld
in.Vader van den E. liep links, dus het kortst
van den weg van Annadaal naar Putbroek.
Opeens draaide vader Van den E. dien weg
weer op. De zoon zag hem in gesprek met W.
Kersten. Zij hadden het over stroopen en
strikken. Er waren nog twee personen op den
weg. Een van hen bleek te zijn Mathias Ker
sten en in den derde meende hij een zoon van
Wehrens te herkennen. Vader Van den E. en
Willem Kersten kwamen dichterbij. Zij wa
ren in een heftig twistgesprek gewikkeld.
Plotseling ging een schot af uit het geweer
van vader van den E. Willem Kersten vlucht
te in de richting zijner woning, terwijl vader
Van den E. onmiddellijk op Frans Wehrens
schoot. De zoon zag Wehrens vallen, terwijl
Mathias Kersten begon te huilen. De vader
gelastte zijn zoon om op Willem Kersten te
schieten, terwijl hijzelf Mathias Kersten neer
schoot. De zoon vervolgde Willem Kersten en
loste verschillende schoten op den vluchte
ling. Deze kwam te vallen en toen Van den
E. Jr. zijn revolver op hem wilde afschieten,
bemerkte hij dat deze niet meer geladen was.
Hij bracht Kersten vervolgens bij zijn vader,
die hem a bout portant doodschoot.
Toen lagen alle drie dood neer.
Met hun tweeën legden zij de lijken in een
greppel langs den weg. De vader zond zijn
zoon vervolgens naar huis om een schop en
eenige zakken te halen, terwijl hijzelf bij de
lijken de wacht hield. Toen de zoon terug
kwam, werd een kuil gegraven, waarin de
lijken gelegd werden.
De zoon moest den grond boven de lijken
aantrappen. Tenslotte werden er zakken over
hen gelegd, waarop nog weer aarde en mos
kwam.
Door de bosschen keerden zij huiswaarts.
Thuis gekomen bleken de kleeren van den
zoon met bloed besmeurd te zijn. Vader Van
den E. zeide, dat hij zijn kleeren bij elkaar
moest binden en maar direct in het water
aan den boschrand achter het huis moest la
ten zinken. Toen de zoon terug kwam over
handigde zijn vader hem twee portemonnaies
om te zien wat erin zat. In de eene waren
drie bankbiljetten van 25 gulden en eenige
van 10 gulden, terwijl in de andere twee gul
den en eenig kleingeld zat. Van deze porte
monnaies heeft men later niets meer gezien.
Toen de zoon zich verder uitkleedde, bemerk
te hij dat ook zijn onderkleeren geheel vol
bloed zaten. De vader heeft deze kleeren ver
borgen, naar de zoon meent in de bosschen
in een konijnenhol.
Daarna hebben vader en zoon elkaar niet
meer gesproken voor Zondagavond. Toen zei-
de vader tegen zijn zoon „Zij hebben de ge
weren in beslag genomen, maar als ze komen
moet je zwijgen. Ze kunnen ons niets bewij
zen, de wapens zijn goed gepoetst.
BESMETTING OP SCHOOL.
Veertig schoolkinderen aangetast
door tuberculose.
Te Emmer Compascum doet zich een geval
van massabesmetting met tuberculose voor bij
schoolkinderen. Van de 50 leerlingen der
eerste klasse van de openbare U.L.O.-school
reageeren meer dan 40 kinderen positief bij
het onderzoek. Gebleken is, dat een der in
September 1933 op school gekomen nieuwe
leerlingen, een meisje, aan open t.b.c. lijdt.
Heden is begonnen met het onderzoek van
alle verdachte leerlingen in het tuberculose-
consultatiebureau van dr. Sandra te Emmen.
WOEKER EN OPLICHTING.
293 pCt. rente.
Woensdagochtend heeft de Centrale re
cherche te Rotterdam een 45-jarigen direc
teur van de Deposito- en Credietbank aan
den Goudschen Singel aldaar gearresteerd.
Deze man werd reeds land verdacht van
woekerpractijken. Toen in Januari van dit
jaar zijn boeken in beslag genomen werden,
kon geconstateerd worden, dat hij zeer hooge
rente hief van door hem uitgeleende gelden,
in één geval zelfs 293 PCt. Op grond van o-
vertreding der geldschieterswet is toen pro
cesverbaal tegen hem opgemaakt.
Het voortgezette onderzoek heeft aange
toond, dat de man zich tevens aan oplichting
heeft schuldig gemaakt ten nadeele van cre-
dietvragers. Dit is gebleken uit de correspon
dentie en administratie waarop de recherche
eenigen tijd geleden eveneens beslag legde.
Het is volgens het Hbld. zeer waarschijnlijk
dat in deze zaak spoedig nog1 eenige arresta
ties volgen.
LAGE OVERVAL.
Laffe daad op oude weduwe.
Dinsdagavond omstreeks 10 uur heeft ten
huize van de ruim 65-jarige weduwe J. Vel-
linga wonende aan den weg tusschen Berli-
cum en Riet een brutale overval plaats ge
had. Onder voorwendsel werd getracht de
weduwe, die reeds te bed lag, naar buiten te
lokken en toen dit niet gelukte, werd een
keukenraam ingeslagen. Bij haar poging om
de woning te ontvluchten, werd de weduwe
door twee personen vastgegrepen en aan han
den en voeten gebonden, terwijl haar een
prop in den mond en een deken over haar
hoofd werd gedaan. Alles in de woning werd
overhoop gehaald en onder bedreiging met
doodslag werd de weduwe gedwongen de
plaats te zeggen, waar zij haar geld had gebor
genEen bedrag van ruim f 70 wordt ver-
mist.Effecten en sieraden werden niet mee
genomen.
Nadat de indringers waren vertrokken, heeft
de weduwe zich losgewrongen en twee passee-
rende wielrijders verzocht de politie te waar
schuwen. Van de daders ontbreekt elk spoor.
„DE WANDELAAR." Zooeven verscheen bij
den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren
de April-aflevering van „De Wandelaar'
Is die man allang bij je in dienst, Emil
Dat is zeker het geval en je hebt hem dus
goed leeren kennen, is het niet vroeg zij
verder.
Ik ken hem integendeel zeer weinig, hij
is eerst sedert gisteren hier bij mij in dienst.
Ik stem toe, dat zijn voorkomen niet veel ver
trouwen inboezemt, maar voorzoover ik hem
nu heb kunnen nagaan, moet ik wel zeggen,
dat hij geen domoor is en zijn dienst stipt
vervult.
Maar Feredie was niet tevreden met dat
antwoord. Zij scheen bezorgd en streek zich
met de vingertoppen lang het voorhoofd.
Die man heeft slangenoogen en ik wan
trouw hem fluisterde zij. En haar sluier
weer over het gelaat trekkend, zoodat alleen
de donkere, schitterende oogen zichtbaar
bleven, strekte zij de gebogen duimen uit
naar de deur, waarachter Loussard verdwe
nen was, een geheimzinnig gebaar, waarme
de volgens de begrippen van haar land de
Booze verbannen en het onheil, dat deze
wil aanbrengen, bezworen wordt.
Hierop reikte Feredie haar beide handen
aan Emil, die ze kuste, daarop ging zij weg.
Er stond een gesloten koetsje voor de deur.
Het portier werd geopend en zij wipte er in.
Nauwelijks had Emil den tijd gehad, het por
tier te sluiten, daar de vurige paarden reeds
wegdraafden. En zoo was Feredie, die he-
melsche verschijning in de bescheiden wo
ning van den dokter, wederom verdwenen.
Emil ging naar zijn werkkamer terug en
nam opnieuw aan de schrijftafel plaats. Hij
steunde zijn hoofd met zijn hand en droom
de een tijdlang voort.
Toen, zich op eens vermannend, nam hij
de pen weder op, doorliep de verschillende
aanteekeningen, die bij hem lagen en was
vijf minuten later weer geheel in zijn arbeid
verdiept.
Feredie was inmiddels met het pakket brie
ven, dat Emil haar gegeven had, thuisgeko
men.
Zij liet haar zuster weten, dat zij terugge
keerd was en de beide zusters waren kort
daarop in een kostbaar boudoir naast elkan
maandblad, gewijd aan natuurstudie, natuur
bescherming, heemschut, geologie, folklore,
buitenleven en toerisme.
B. E. Bouwman houdt zich uitvoerig bezig
met een paar populaire en boeiende boomen-
groepen de „evergreens" dennen en sparren,
de gebroeders L. en N. Tinbergen vertellen
allerlei interessants van sperwers en haviken
en A. F. Binsbergen vertelt van zijn ervarin
gen, opgedaan bij het fotografeeren van
meeuwensoorten.
De bekoringen, die de tuin in April biedt,
worden geschetst door P. L. Rusticus, J. L. A.
Kremer zet zijn studie over een oude kern op
de Veluwe voort en Practicus geeft wenken
met betrekking tot de verzorging van kamer
planten in Grasmaand.
Covadewa uit zich geestdriftig over het
schoon van één der mooiste parken van Ne
derland, dat te Bergen op Zoom is te vinden,
dr. A. C. de Koek vraagt aandacht voor den
sterrenhemel in April, E. M. van Zinderen
Bakker schrijft een causerie over het ont
staan der Jeugdherberg-beweging en Rinke
Tolman, de redacteur, wijst op de beteekenis
van den bekenden entomoloog dr. J. Th. Ou
demans, die op 20 Febr. j.1. stierf.
In de rubriek „Van en voor de lezers" (na
tuurhistorisch allerlei) breekt De Stoppelaar
een lans voor het behoud van het Prinsenhof,
het beroemde Friesche waterlandschap.
Talrijk en suggestief zijn wederom de il
lustraties, die op nagenoeg elke bladzijde
staan afgedrukt.
voedert U in de weide het voor-
deeligst:
Bertels' Lijnzaadkoekjes
met suiker of
Bertels' Ratio-koekjes.
Deze koekjes munten uit boven
andere koeken door hooge
voedingswaarde en zeer laag
vochtgehalte.
Bestelt bij Uw voederhande
laar of aankooporganisatie.
BERTELS' Oliefabrieken N.V.
Amsterdam.
PROVINCIAAL NIEUWS.
KOEIEN VERDRONKEN.
Maandagmiddag was de veehouder J. H. te
Groot-Schermer wel zeer ongelukkig, toen hij
zijn vee naar de weide wilde vervoeren. Een
zestal koeien waren in een groote veepraam
geladen en vastgebonden. Een der dieren
kwam op den rand van het vaartuig te val
len met het noodlottig gevolg, dat de praam
iets overzij ging en water schepte, zoo erg,
dat de koeien met den kop onder water ge
raakten. Wel had men zeer spoedig de tou
wen stukgesneden, echter hadden twee der
dieren te lang onder water gezeten en waren
verdronken.
Hoewel het veefonds driekwart der waarde
vergoedt, is dit ongeluk voor den betrokkene
een leelijke schadepost.
„DORUS RIJKERSFONDS."
Te Den Helder is de tiende jaarvergadering
gehouden van het Helder-der-Zee-Fonds
„Dorus Rijkers."
Uit de stukken bleek, dat de rekening over
1933 sluit met een nadeelig saldo van f 17.632;
de begrooting voor 1934 eindigt met een na
deelig saldo van f 15.829.
In de bestuursvacatures J. M. Smulders en
mevr. E. J. GroenDu Mosch werd voorzien
door de benoeming van mevr. M. de Boer—
Jongkees en baron Van Voorts tot Voorts.
GEMEENTE ZIJPE.
OP VRIJE VOETEN GESTELD.
Op 31 Maart brak brand uit in een arbei
derswoning te Zijpe. De bewoner, die door de
politie was gearresterd en ingesloten in het
Huis van Bewaring, is wederom op vrije voe
ten gesteld.
SINT MAARTENSBRUG.
In een alhier ten lokale van den heer P.
Kossen gehouden vergadering werd besloten
tot oprichting van een vereeniging van oud
leerlingen van den landbouwwintercursus te
St. Maartensbrug.
Staande de vergadering gaven zich 25 per
sonen als lid op. Een voorloopig bestuur werd
gevormd, bestaande uit de heeren N. T.
Hopman te Schagerbrug, G. Schuijt, E. de
Boer en N. Kraakman te St. Maartensbrug
De Ned. Herv. Kerk te Middenmeer, welke heden Zaterdagmiddag plechtig
in gebruik wordt gesteld.
der op een lagen divan gezeten, geheel onder
den indruk van de meesleepende taal, waarin
de brieven van Emil geschreven waren.
Onder -het lezen van de brieven stortte Fe
redie tranen van gelukFatma daarentegen
zag bleeker dan anders en zuchtte bij herha
ling, zij wenschte ook zoo bemind te worden
als Feredie.
Welk een macht is de liefde toch riep
het meisje op weemoedigen toon. Wij beiden
gelijken in alles zoo op elkander, dat Murad
zich in ons vergist als hij ons niet eerst goed
heeft aangekeken. We denken gevoelen het
zelfde en nu komt daar een vreemde man,
die bemint Feredie, waarom niet ook mij
Welk een zonderling iets is de liefde toch
Bepaald ijverzuchtig was Fatma niet. Zij
misgunde Feredie haar geluk geenszins, maar
een niet te overwinnen weemoed drukte haar
terneer.
Dienzelfden avond had Emil Senechal zijn
werk voltooid en zich voorgenomen het den
volgenden dag persoonlijk te bezorgen bij de
redactie van het geneeskundig tijdschrift,
waar men een afschrift kon nemen van het
verslag, dat in het origineel moest worden
overgelegd aan de Geneeskundige Academie.
Het bovengenoemd tijdschrift verscheen twee
maal in de week en in het eerstvolgende num
mer kon derhalve van de belangrijke ontdek
king van den jongen geneesheer gewag wor
den gemaakt
Emil gevoelde zich min of meer versuft
van het harde werken hij had hoofdpijn.
Tegen acht uur des avonds ging hij naar de
woning in de rue Bleue, waar Margaretha
hem het eten voorzette en het overige gedeel
te van den avond bracht hij door bij zijn
broeder, die vandaag voor het eerst geduren
de enkele uren het bed verlaten mocht.
Het was reeds vrij laat geworden voor hij
in zijn woning in de wijk Passy was terugge
keerd, zoodat hij omstreeks twaalf uur naar
bed ging.
Hoe laat wenscht mijnheer gewekt te
worden vroeg Jerome, die altijd trouw op
zijn post bleek te zijn.
Om zeven uur, antwoordde Emil.
Een half uur later was hij ingeslapen.
XXXIV.
Loussard-zette,,-evenals hij den eersten
avond had gedaam de deur der slaapkamer
van Emil behoedzaam op een kier, luisterde
toe en ging daarop 'weer heen.
gjj^sldö'p wederom, naar de werkkamer,
opende daar het kastje, nam de kartonnen
doos met het kostbare geschrift er uit en na
verloop van ruim een uur had hij de copie
voltooid. Hij vouwde alles, wat hij geschre
ven had, zorgvuldig bijeen, stak de papieren
bij zich en verliet op zijn teenen eerst het
het laboratorium en toen de villa.
Het was een donkere nacht.
Loussard stond eenige oogenblikken stil.
Hij zag in alle richtingen om zich heen en
liet daarop een zacht gefluit hooren.
Iemand, die zich bij een der inspringende
hoeken van den buitenmuur verborgen hield,
kwam naderbij. Toen hij onder het licht van
Loussard's lantaarn gekomen was, werd een
hooge, hoekige gestalte zichtbaar, dat was
Rouquin.
Alles vroeg hij fluisterend.
Ja, patroon, alles antwoordde Loussard
en reikte hem de vellen toegevouwen papier
over.
Goed.
Hiermede was het gesprek der twee boos
doeners geëindigd, Rouquin verwijderde zich
met het afschrift van Emil's verslag en Lous
sard ging weer op zijn teenen naar binnen
en sloot de deur.
Emil's nieuwe bediende had tot slaapver
trek een klein kamertje zonder venster, een
soort alkoof bij Emil's werkkamer.
Derwaarts begaf hij zich thans, woelde het
bed dooreen, alsof hij daarin had gelegen,
ontkleedde zich een weinig, en stak toen de
lamp in de werkkamer aan.
Petroleum is een heel gevaarlijke brand
stof, prevelde hij met een valschen lach in
zichzelf.
Hij ging met de lamp naar het boekenkast
je,waarin de doos met de aanteekeningen en
het andere werk van den dokter weder zorg
vuldig achter slot was geborgen, goot de
petroleum uit de lamp daar gedeeltelijk over
heen en legde de brandende lamp er naast,
opdat Emil aan een ongelukkig toeval zou
kunnen denken.
Een dikke rook vulde weldra het vertrek
het kastje brandde.
Een oogenblik dreigde Loussard te zullen
stikken. Hij opende het venster en ademde
de frissche lucht in.
Het kastje stond in vollen brand. Het was
niet van hout vervaardigd, maar van dik ge
slagen karton tusschen ijzeren ramen beves
tigd, met vakken en laden eveneens van kar
ton.
Wat uit ijzer bestond hield lang stand,
maar de eigenlijke kast met haar gezamenlij-
ken inhoud was spoedig verteerd. Het vuur
greep nu ook de gordijnen aan. Loussard liet
ze een tijdlang bedaard branden en rukte
ze toen naar beneden.
Het huis behoeft niet te verbranden,
mompelde hij anders krijgen we nog allerlei
lastig onderzoek. Het wordt nu zoetjesaan
tijd, om mijn braven dokter te gaan wakker
maken.
En zooals hij was, half gekleed, alsof hij
zoo uit bed was gesprongen, opgeschrikt door
den brand, door de hitte en door den rood,
stortte hij zich gillend in de slaapkamer van
Emil.
Brand brand riep hij uit. Om 's he
melswil, kom toch, mijnheer, er is brand bij
ons
Emil was dadelijk klaar wakker en vloog
uit zijn bed. In een seconde had hij haastig
een paar kleedingstukken aangetrokken.
Waar is de brand vroeg hij met ge
dwongen kalmte.
In de werkkamer, mijnheerIk heb
mijn handen en voeten al verzengd, het
scheelde maar zus of zoo, of ik was levend
in mijn bed verbrand Als ik nog niet de
kracht had gehad, het raam open te zetten,
zou ik stellig en zeker gestikt zijn
(Wordt vervolgd.)