WIJ BREIEN 25e JAARGANG VRIJDAG 18 MEI 1934 No. 4o pip NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN OM HET GOUD Bij een te kort aan gras «WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 1 0.10. PINKSTEREN. Te allen ij de werd de mensch maar al te veel instinctmatig er toe gedreven in denge- ne, die naast hem leefde en werkte, een vij and te zien. Te allen tijde hebben de men- schen alle krachten ingespannen om zich boven anderen te verheffen. Onze heden- daagsche maatschappij is helaas niet viij van dit kwaad en niets zou gemakkelijker zijn dan voorbeelden van dezen huichelach- tigen en verborgen strijd te geven, die voor geen enkel middel tot verderf terugdeinst, die met ergerlijke zorgeloosheid belastert en die met een ongeloofelijke lichtzinnigheid tweedracht zaait. Tussehen ons en onze me- demenschen worden slagboomen opgericht, die wij, in plaats van te trachten ze uit den weg te ruimen, versterken en hooger maken. Omdat wij er niet in slagen geheel en al in de gedachten van anderen door te dringen, hebben er voortdurend wrijvingen plaats en dan zijn woordenwisselingen, twisten, onop houdelijke en onverbiddelijke strijd het ge volg. Verre van te trachten een einde aan inwen dige verdeeldheid te maken, kweeken wij de ze nog dikwijls aan. Zeer vaak hebben wij ons uit zorgeloosheid, misschien zelfs uit haat en afgunst, tot kwaadspreken laten verleiden. Zeer vaak worden wij door de trotsche en verderfelijke eerzucht bezield om onzen buur man, onzen vriend, onzen broeder in fortuin of in succes te overtreffen. Zeer vaak koeste ren wij tegen den een of anderen mede- mensch gevoelens van afgunst, waardoor wij hem als een mededinger beschouwen, dien men ten onder moet brengen. En zoo dragen wij er toe bij deze wereld tot een slagveld te maken, waarop de zielen elkaar wonden en dooden zoo onderhouden wij de droevigste onverdraagzaamheid. Hoe zouden wij in vrede kunnen leven, zoolang wij in het diepst van ons hart gevoelens van haat, afgunst en trots aankweeken Neen, eendracht zal slechts tussehen menschen kunnen heerschen, wan neer ons leven de verwezenlijking onzer in tieme gedachten zal zijn geworden wanneer wij het gebod van een geweten, bezield dooi den geest van vrede en verdraagzaamheid zul len nakomen. Maar wij zullen dezen geest van verdraag zaamheid slechts volledig deelachtig kunnen worden op den dag, waarop wij zullen inzien, dat niemand er zich op kan beroemen, de waarheid in pacht te hebben,-op den dag, waarop wederzijdsche eerbied de grondslag van alle maatschappelijke betrekkingen zal worden, eerbied voor de menschen, eerbied voor de woorden, de daden en de gedachten, die eens anders persoonlijkheid niet aantas ten. Laten wij allen in den beperkten kring, waarin wij ons bewegen, vredestichters zijn En, onder dezen naam moet men geen zwak wezen verstaan, dat bang is voor strijd en dat, willoos, om wrijvingen of netelige om standigheden te vermijden, met het kwaad schippertNeen, de vredestichter is een mensch, in wiens ziel eendracht heerscht en wiens innerlijke vrede naar buiten straalt en rust brengt. Van hem gaat een sfeer van orde en waarheid uit, die ver boven kleinzieligheid en laagheid van deze wereld doet stijgen. De mensch, die vrede in zich draagt, bezit de gave de harten tot elkaar te brengen, hij legt afgunstigen en boosaardigen het zwijgen op, hij spreekt woorden van verzoening en goed heid, hij voorkomt vijandschap en twist. Vele eeuwen geleden werd een groep men schen, door den Heiligen Geest bezield. Zij vormden, zooals de geschiedenis ons leert, slechts één hart en één ziel. Zij hadden be grepen, dat vele twisten, veel tweedracht, vele wraaknemingen vroeg of laat voor de broederlijke liefde zullen wijken, zooals de duisternis wijkt voor het licht. Laten wij naar hun voorbeeld, trachten in eenzelfde geest en in eenzelfde gedachte vereenigd te FEUILLETON. zijn. Laten wij door gemeenschappelijk lijden, door het werk vereenigd zijn, dat, om doel treffend en vruchtbaar te worden, de ont plooiing van al onze krachten eischt. Laten wij, ondanks alle meeningsverschillen, veree nigd zijn en wij zullen een geheel, een on wrikbaar lichaam vormen, als een machtige ketting, waarvan evenwel sommige schakels zich aan tegenovergestelde uiteinden Bevin den In den tijd als de onze, waarin de geestdrift voor het goede niet zoo bijzonder hoog ge spannen is, waarin luide jammertonen op gaan over gemis aan moreele veerkracht, in zulk een tijd is het Pinksterfeest een schoone dag, welken wij met geheel onze ziel een har telijk welkom toeroepen. Moge dit feest voor ons allen beteekenen vermeerdering van ons geloof, verfrissching onzer hoop en verster king onzer liefde. Doos 30 en 60ct. nff DE 18 MEI - VOLKENBONDSDAG. Met groote opgewektheid en geestdrift is herhaaldelijk den 18den Mei als Volkenbonds dag in ons land gevierd. Maar in dezen tijd zullen velen zich afvra gen of het nog zin heeft voor de vredesbewe ging te arbeiden, nu zoo zienderoogen deze beweging in belangrijkheid achteruitgaat. Nog maar enkele jaren geleden werd krachtig opgewekt tot internationale samenwerking, werd gewezen op de noodzakelijkheid van internationale saamhoorigheid, en reeds nu dreigen deze zoo uiterst belangrijke vraag stukken op den achtergrond te geraken. Daar entegen wordt het nationalisme aangeprezen als het hoogste goed. Wat een Briand en een Stresemann met krachtige overtuiging hebben verdedigd, wordt thans reeds als een geheel verouderde opvatting verworpen. In deze verwarrende tijden vol oppervlak kige leuzen schijnt men volkomen te verge ten, dat eng nationalisme altijd tot botsingen en oorlogen heeft geleid en ook zal leiden. Evenals de burgers zijn onderworpen aan het recht in de Staat, zoo zijn de Staten onder worpen aan de internationale rechtsregelen. Maar van internationale rechtsregelen en van een Volkenbond wil men tegenwoordig veelal niets meer hooren. De Volkenbond zou heb ben afgedaan. Velen zien volkomen over 't hoofd dat natio naai gevoel, dat liefde voor het vaderland in 't geheel niet het bevorderen van internatio nalisme uitsluit. Ja, dat juist wie zijn vaderland lief heeft, zal trachten de internationale saam hoorigheid te bevorderen, om het land de rampspoeden van een oorlog te besparen. Maar dat alles schijnt men volledig te verge ten en overal hoort men verkondigen, dat de Volkenbond dood is en dat het beste maar is niet meer over dien Bond der Volken te spreken. Duitschland en Japan zijn uitgetre den, de Vereenigde Staten houden zich nog steds afzijdig. De Europeesche politiek wordt weer gevoerd buiten Genève om op de oude wijze van vóór 1914. Onder deze omstandig heden vraagt misschien menigeen zich af of het nog zin heeft de Volkenbondsdag te her denken. Gelukkig kunnen wij volmondig antwoor den, dat het nu juist meer dan ooit noodza kelijk is te getuigen voor den Volkenbond. In tijden van voorspoed en bloei heeft de Vol kenbond onze steun misschien weinig van noode, maar in de tijden die wij thans door maken, mag geen enkele pacifist den Volken- (103. Hij meent hem te kunnen redden, ant woordde Fatma's broeder evenzoo op gedemp- ten toon. Nu boog Fatma zich over het witte onbe weeglijke gelaat van den doode en Feredie's voorhoofd met haar lippen beroerend prevel de zij Hoor je het, mijn lieve zuster, hoor je het Emil zal niet sterven En men had kunnen gelooven, dat thans in de schaduw van het Oostersche scherm, dat het bed in een twijfelachtig schemerlicht hul de, een straal van erkentelijkheid die van bo- venaardschen oorsprong scheen te zijn, langs het 'zachte gelaat der afgestorvene gleed dat zij begreep, wat men haar had gezegd en dat een lachje van gelukzaligheid die strakke trekken voor een oogenblik ontspande. XXXVI. Dokter Yllingdon had zich niet vergist, Emil bleef in leven. Maar het kwam even eens uit, dat, tengevolge van zijn uiterst zwakken toestand, de gekwetste dagen achter een zonder bewustzijn, zonder bijna een tee- ken van leven te geven, daar neerlag. En dat duurde nog veel langer, dan de ge neesheer in het begin verondersteld had. In waarheid kwam Emil gedurende de eerste twee weken niet tot bewustzijn, al scheen het ook, dat hij bij wijlen een enkel helder oo genblik had. Murad en Andreas meenden eens waar te nemen, dat hij hen aankeek, want zijn blikken waren eerst ernstig op hen gevestigd en waarden toen door het vertrek, alsof hij zich rekenschap zocht te geven van zijn toestand en zijn omgeving, maar hij sprak geen enkel woord. Het was hen aan te zien, dat de pogingen, die hij aanwendde om zich de dingen te herinneren, hem pijnlijk aandeden, want dan legde hij zijn hand zwaar tegen zijn voorhoofd, ongetwijfeld omdat hij geen opkomende gedachten kon vatten, om dat iedere voorstelling, die hij zich maakte, op hetzelfde oogenblik weer verdween. Hij wachtte tot zijn begripsvermogen verbeterd zou zijn. Sedert veertien dagen, zoolang als hij nu wederom bedlegerig was, had hij in zijn ijlen de koortsen en verwarde droomen telkens een en dezelfde verschijning voor oogen. Maar dat kon niets anders dan verbeelding zijn, zoo drong hij zichzelf op, daar het wezen zelf immers gestorven was. In die heldere oogen- blikken stelde hij zichzelf de vraag, of de he- melsche verschijning werkelijkheid of schijn was geweest. Hij spande daarbij zijn denk en bevattingsvermogen tot het uiterste in, en hij eindigde met te gelooven, dat hetgeen hem was verschenen geen zinsbegoocheling kon zijn geweest. Maar wat dan Terwijl hij in de crisis verkeerde en dulde- looze pijnen had te doorstaan het was reeds avond geworden, hij bevond zich alleen en alles was in schemerlicht gehuld wentelde hij zich in zijn bed om en om en beet in zijn linnengoed, om het niet uit te gillen van pijn. Opeens uitte hij toch een kreet, hij kon het niet laten, een luiden smartelijken kreet. Daar zag Emil voor zich, op den achter grond der kamer, een deur openen en de zware portières, die daarvoor hingen, gingen opzij de. Daar trad iemand binnen, een vrouw. Zij trad op hem toe, haar voeten raakaten wel den grond aan, doch geruischloos, als de verschijning uit een andere wereld. Emil zag dit, doch kon in de halve duister nis de gelaatstrekken der vrouw niet onder scheiden. Zij naderde het bed. Hij leed ontzettend veel. Tegen wil en dank moest hij blijven kreunen. De verschijning stond eindelijk vlak bij Emils bed en strekte een harer armen uit. Zij legde haar hand op het linnen, dat de bond zijn steun onthouden. Het is niet waar, dat de Bond „dood" zou zijn. Die schande is de menschheid gelukkig nog bespaard gebleven. Ja, er zijn zelfs lichtpunten. Henderson geeft zijn pogingen om de ontwapeningscon ferentie nog te redden niet op. En al mogen onze verwachtingen niet hoog gespannen zijn, vaststaat, dat talrijke leden van den Bond zich tot het uiterste zullen inspannen om al thans iets te bereiken. Misschien zullen oude vraagstukken zooals b.v. dat der garanties weer herleven. Maar dan juist is het zoo ontzettend noodig de menschheid rustig en overtuigend over der gelijke vraagstukken in te lichten. Nooit meer dan nu is de bestaansnoodzakelijkheid van „Volkenbond en Vrede", gebleken. Daar zijn nog meerdere lichtpunten. Wij denken aan de mogelijkheid van toetreding van Rusland, aan de terugkeer van Duitsch land. Herhaaldelijk wordt gearbeid in deze richting. Het is onnoodig te zeggen, dat de Volkenbond zeer in aanzien zou toenemen, indien inderdaad deze twee groote staten lid zouden worden. De mogelijkheid dat een hervorming van den Volkenbond nog eens aan de orde gesteld wordt, schijnt niet uitgesloten. Ook dan zal „Volkenbond en Vrede" een taak van voor lichting en leiding hebben te vervullen. Wan neer wij dan tot de 18e Mei herdenking terug keeren, dan moeten wij constateeren dat al is er dan geen reden tot vreugde, dat al heeft de Volkenbond in den laatsten tijd veel te leurstelling gebracht, er geen reden is tot wanhopen. De vredesbeweging heeft dikwijls voor ontzaggelijke moeilijkheden gestaan. De zen dien overwonnen te worden. Deze 18de Meidag moge voor ons dan geen dag van groote vreugde zijn, zij zij ons juist een aansporing „Volkenbond en Vrede" in het belang van den wereldvrede met onze uiterste krachten te steunen. Wij moeten door deze moeilijke tijden, moeilijk zoowel nationaal als internationaal, ons heen worstelen. De komende jaren zullen voor den vrede misschien beslissend zijn. Hoe sterker de vredesbeweging is, hoe grooter de kans op vrede Daarom in de eerste plaats zal deze 18den Mei viering voornamelijk er op gei'icht dienen te zijn de Vereeniging „voor Volkenbond en Vrede" te versterken. Van deze Vereeniging zal in de komende jaren veel gevergd worden. Gesterkt door een groote aanhang, zal zij haar taak getwijfeld zoo goed mogelijk volbrengen. Inschrijving Handelsregister Alkmaar. Nieuwe Zaken Den Helder Leesbibliotheek „Tuindorp", (eig. H. K. Sustrath), Bloemstraat 4. Wijzigingen C. van Os, Laat 189, heeren- en kinderklee- ding. Overgegaan aan Gebr. van Os. Bergen :Pension „Frisia" (eig. Gez. Nieu- wenhuis), Bergen aan Zee, Zeeweg 25—27. Vennootschap ontbonden. Gastrlcum J. C. de Graaf, Bakkum, Bak- kumerstraat 91 a, radio- en electrotechnisch bureau enz. Filiaal gevestigd te Castricum, Overtoom 25. Zuid-Scahrwoude Coop. Boerenleenbank en repareeren ALLE soorten WOLLEN klee ding, kousen en sokken, (ook de allerfijnste) Voor nieuw werk zijn wij no. I. JAAP SNOR, Den Helder, Zuidstraat 19. (Let op den Gelen Winkel.) Voor Wieringen bij Jb. Kaleveld. borst van den lijder bedekte en liet ze zacht jes daarop rusten. Het kwam Emil voor, dat de pijn vermin derde en plotseling geheel ophield. Hij sloot zijn oogen, het was waar, hij leed niet meer en sliep in. Toen hij na enkele minuten weer ontwaak te, want zijn slaap was door droomen ge stoord, zag hij niemand meer bij zich. Hij meende gedroomd te hebben, temeer, daar hij gedacht had Feredie voor zich te zien. want dat was inderdaad haar gestalte geweest haar grootte, dezelfde wijze van doen, dezelf de gratie, dezelfde zachte, fijne hand, ja zelfs hetzelfde parfum, waarmede Feredie's verschijning placht gepaard te gaan. Maar het gelaat had hij niet kennen herkennen, want daartoe was het te duister geweest. En Emil Senechal verviel weer in zijn vroe gere bewusteloosheid. Er verliepen wederom eenige dagen. De zieke sliep veel en ontwaakte enkele malen om kort daarop weer in te slapen, zonder zich een behoorlijk begrip te hebben gevormd van zijn toestand en van zijn omgeving. Op zekeren nacht richtte Emil zich, steu nend op zijn handen, halverwege in zijn bed op. Hij slaakte een kreet, daar was dezelfde verschijning, die hem reeds eenmaal was ver schenen, die hij reeds aanschouwd had. En heden brandde een lamp, die van de zolde ring afhing en de verschijning van het hoofd tot de voeten verlichtte, zoodat niets in de schaduw bleef. Hij zag de albasten gelaats kleur, de schoone, gloedvolle oogen, de roode lippen en het glinsterend zwarte haar. Zij lachte weemoedig, met haar blikken op hem gevestigd, en de glimlach werd duidelij ker en helderder, hoe meer hij haar aanzag. Emil drukte zijn handen tegen zijn hoofd. Feredie, Feredie, ben je het werkelijk Hij strekte zijn armen naar haar uit, doch dat bleek te veel gevergd te zijn van zijn zwakke krachten, de handen vielen machte loos terug en hijzelf weder in onmacht. Het scheen hem toe, dat men hem in het leven had teruggeroepen, dat teedere handen hem verpleegden, met groote liefde en de uiterste II G. A. Statutenwijziging. Opheffingen AlkmaarComm. Venn. Wessels en Co., koffiehuisbedrijf, Hoogstraat 11 J. van Za- linge, winkel in kruidenierswaren, Laat 61. Castricum Wed. P. Keetbaas, winkel in zuivelproducten, Dorpsstraat 31. BINNENLANDSCH NIEUWS, NIEUWESCHILD. Invoer van Zeegras. Hoewel de Waddenzee hier geen zeegras meer oplevert, is er toch op Nieuweschild nog bedrijvigheid in dit artikel. De firma B. J. Gelder, Am sterdam, importeert zeegras uit Zwe den. Het komt met zeetjalken naar hier. Het zeegras is niet van de kwali teit, welke hier geoogst werd. Het is kort en onsterk. Het heeft een vaal groene kleur en is zoutachtig. Vanuit het schip wordt het naar Nieuwe schild vervoerd, ojn aldaar in slooten geverscht en vervolgens op het land ge droogd te worden. De kleur wordt dan veel mooier en het zeegras droger en zoeter. Daarna wordt het weer goed ge perst en verpakt. Dit alles geeft op Nieuweschild aardig bedrijvigheid. Tex. Cvt. Door een bierglas getroffen. Tijdens de Kermis te Lutjewinkel is Zondagavond omstreeks 10 uur. ze kere K. uit Nieuwe Niedorp, bij een twist zoodanig door een bierglas ge troffen, dat de neus vrijwel werd door gesneden en een gapende wonde boven het oog werd werd veroorzaakt. Spoedig ingeroepen geneeskundige hulp van Dr. de Boer uit Nieuwe Nie dorp was onmiddellijk aanwezig die het eerste verband legde. Maandagmorgen is de getroffene overgebracht naar het Centraal Zie kenhuis te Alkmaar, waar zijn toe stand redelijk is. Een uitgebreid politie-onderzoek is gaande en reeds is tegen enkele in woners uit Kolhorn proces-verbaal op gemaakt. OVERVAL IN OYEN BIJ OSS. Een doode, en een zwaar ge wonde. Twee verdachten aan gehouden. Dinsdagnacht is in het dorpje Oyen aan de Maas een gruwelijke misdaad gepleegd, waarbij de 68-jarige Toon Verhoeven werd gedood en diens 60- jarige broeder Piet zwaar gewond werd Omstreeks twaalf uur zijn drie ban dieten de woning van de gebroeders Verhoeven, welke aan den Dijk staat, binnengedrongen, door een raam aan de achterzijde open te breken. Zij heb ben bet geheele huis doorzocht en daar bij groote verwoestingen aangericht. Al le kasten en laden werden opengebro ken en de inhoud over den vloer ver spreid. De inbrekers vonden echter niets van hun gading. Zij zijn daarna het slaapvertrek van de beide oude mannen binnengedrongen en sprongen in de bedstede, waar een hevige wor steling ontstond. Toen de gebroeders Verhoeven luidkeels om hulp begon nen te roepen, werden zij door de in- voorzichtigheid. Toen Emil daarop weer ontwaakte, zag hij Andreas en Murad bij zijn bed. Hij trachtte langs omwegen van hen te weten te komen, of ze hem niet konden inlichten omtrent de geheimzinnige verschijning van den afgeloo- pen nacht, maar ze wisten blijkbaar niets. Feredie is mij verschenenmompelde hij. Het was een droom, maar een heerlijke, zalige droom In den loop van dien dag verloor hij betrek kelijk weinig het bewustzijn. Dokter Yllingdon was van meening, dat de genezing nu wel spoedig zou volgen en dat het voor hem min der noodzakelijk was, zoo dikwijls terug te komen. Hij gaf niettemin zijn orders, dat men hem dadelijk moest laten roepen als de koorts on verhoopt mocht toenemen. Hij zei dit alleen voorzichtigheidshalve, want hij was het met zichzelf vrijwel eens, dat er nu voor dèn pa tiënt weinig of niets te duchten was. Op zekeren dag nochtans ontwaakte Emil, na een onrustigen nacht, zeer afgemat. Hij veronderstelde meer dan hij het zag, dat de zon stralend tegen het neergelaten gordijn scheen. Hij greep de bel, die onder zijn be reik stond en kort daarop verscheen een van Murad's Armenische bedienden. Emil beduidde hem, dat hij het venster moest openmaken. Hij had een vreeselijke behoefte aan fris- sche lucht, hij meende te zullen stikken, na zoo langen tijd te zijn ingesloten hij volgde een drukkenden last op de borst en wilde vrij ademhalen. De Armeniër gehoorzaamde en trok zich terug, na duidelijk in het Fransch te hebben gevraagd, of mijnheer hem nog iets anders te bevelen had. Het was een schoone morgenstond de heer lijke zonneschijn en de frischheid in de na tuur vormden een scherpe tegenstelling met het bleeke gelaat en de droefenis des harten van den jongeman, die daar aan het ziekbed gekluisterd lag. De natuur kan zoo wreed zijn, ze was stralend, vol liefde, blijdschap en le ven, terwijl Emil de bitterste pijn doorstond voedert U in de weide het voor- deeligst: Bertels' Lijnzaadkoekjes met suiker of Bertels' Ratio-koekjes. Deze koekjes munten uit boven andere koeken door hooge voedingswaarde en zeer laag vochtgehalte. Bestelt bij Uw voederhande laar of aankooporganisatie. BERTELS' Oliefabrieken N.V. Amsterdam. e brekers met een stuk ijzer afgeranseld. Zij sleepten de beide mannen uit hun bed en bonden hen aan elkaar vast, waarna zij met een ijzer zoolang op hen sloegen, tot zij geen teeken van le ven jneer gaven. Daarna hebben zij het bed doorzocht en daarin eeri geld kistje met ongeveer f 40 gevonden. Door het openbreken van de achter deur hebben zij de woning verlaten. De 60-jarige Piet Verhoeven was, hoe wel zwaar gewond, toch bij bewustzijn gebleven. Met zijn tanden slaagde hij erin het touw door te bijten, waarmee hij aan zijn broer gekneveld was. Toen bemerkte hij, dat deze reeds was over leden. Hij heeft zich meer dood dan le vend naar de woning van een buurman begeven, dien hij met veel moeite wist te wekken. Deze heeft dadelijk den bur gemeester van het gebeurde op de hoogte gesteld, die zich onmiddellijk in verbinding stelde met de marechaus see te Oss en het parket te 's-Hertogen- bosch waarschuwde. Spoedig was de politie ter plaatse en stelde een uitge breid onderzoek in, waarbij een spoor wees in de richting van Oss. Met een groote politiemacht werd dat gedeelte van Oss afgezet, waar zich de beruchte bende bevindt. Bij allen werd huiszoeking verricht. In de wo ning van twee beruchte typen, werden in een badkuip bebloede kleeren aan getroffen. Beide mannen zijn gearres teerd en in de marechaussee-kazerne opgesloten. Zij ontkennen hardnekkig, zich aan het misdrijf te hebben schul- j gejnaakt, doch er zijn zeer sterke aanwijzingen, die op hun schuld wij zen. Zij zijn naar Den Bosch overge bracht en ter beschikking van den Of ficier van Justitie gesteld. Bij het onderzoek kwam vast te staan dat Toon Verhoeven vrijwel on middellijk door den zwaren slag op zijn schedel gedood moet zijn, Piet Ver hoeven vertoonde zware verwondin gen aan het achterhoofd en het gelaat; hij is in het St. Anna-Ziekenhuis te Oss opgenomen. Zijn toestand is zorgwek kend. Verdachten zwijgen In den loop van den morgen hebben marechaussee en gemtecnte-politie van Oss nog een groot aantal personen en doodziek was. De zon prijkte aan een wolkenloozen blau wen hemel. Het gezang der vogels klonk vroo lijk uit het geboomte van het park. Het was, alsof er op dezen dag een nieuwe lente was ingetreden, vol van liefde en ge not. Een zachte wind speelde door het gebla derte, verfrischte de lucht, deed de venster gordijnen heen en weer gaan en bereikte als 't ware streelend ook het bed van den zieke. Hij hoorde het gekletter der fonteinen in het park en de lucht, die over het water dreef en de bloembedden kuste, drong heerlijk be- zwaangerd met den geur van rozen en anje lieren in Emil's kamer. De jongeman richtte zich een weinig op en ondersteunde zijn hoofd met de hand. Opeens vernam hij een zacht geruisch ach ter zich. Hij wendde zich om en uitte daar bij een kreet, waarin blijdschap en schrik op een zonderlinge wijze waren dooreengemengd. Feredie, Feredie, riep hij. Hij hield zijn hand tegen de oogen, alsof hij het gezicht niet vertrouwde en zichzelf overtuigen wilde dat hij de verschijning niet in een droom waarnam. Toen liet hij de hand weder zinken en herhaalde Feredie, Feredie In zijn kamer, dicht bij hem, stond een beeldschoon meisje, evenals Feredie op Oos tersche wijze gekleed, maar zij droeg den sluier niet, den langen, witten, ondoorzichti- gen sluier, die de Turksche vrouwen geheel pleegt te omhullen en alleen de oogen vrij laat, den sluier, die op het hoofd met een edelsteen bevestigd wordt of ook wel met een enkele bloem aldaar wordt versierd. Het gelaat der jongedame was dus onbe dekt en volkomen dat van Feredie. Dat wa ren dezelfde fijne en sprekende lijnen, de zelfde droomerige gazellen-oogen, het was werkelijk Feredie, de geliefde Feredie stond levend voor hem, alleen met dit verschil dat Feredie's gelaat steeds een uitdrukking had van stille tevredenheid, terwijl op dit gelaat een trek van smart geteekend stond. (Wordt vervolgd.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1