25e JAARGANG
DINSDAG 18 SEPTEMBER 1934
No. 70
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
VLOEDGOLVEN EN IJSSELMEER.
„HET WARE."
DE JONGSTE VEETELLING.
■W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER:
CORN. J. BOSEER WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wielingen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIiN:
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
t 0.50
f 0.10.
Berekeningen van Prof Lorentz
na voltooiing van den afsluit
dijk bevestigd.
Het maKen van den afsluitdijk van
de Zuiderzee en van de nieuwe polders
is een werk, dat nog steeds ook in iiet
buitenland bewondering afdwingt en 't
prestige van ons land vernoogt, netgeen
ronder twijfel een moreel voordeel be-
teekent, dat ook materieele voordeeien
iieeit. Telkens toen worden in buiten-
landsche periodieken allerlei feiten
over de ai sluiting vermeid en aan een
dergelijk overzient over de verande
ring; in de getijden, als gevolg van dien
dijk, ontleenen we o.a. net volgende
Heeds bij de voorbereidende studiën
was men zicb er van bewust, dat bet
voltooien van den dijk invloed moest
hebben op de getijden langs de Frie-
scbe kust en elders. Uitvoerige bereke
ningen werden, op grond van verschil
lende metingen, uitgevoerd, terwijl men
opk aan modellen bestudeerde, welke
gevolgen konden worden verwacht. De
voorspelde resultaten worden na het
sluiten van den dijk aan de practijk ge
toetst en kwamen merkwaardig over
een met de werkelijke feiten.
De voornaamste verbinding van de
Noord-en Zuiderzee was gelegen in de
vier zeegaten. Door die zeegaten dron
gen vloedgolven naar binnen en daar
de dijk een groot reservoir voor het
vloedwater afsluit wordt het water in
veel kleiner gebied opgestuwd.
Van begin af rekende men er op, dat
het tijdsverloop tusschen eb en vloed
in hoogte wel ongeveer zou worden
verdubbeld (op enkele plaatsen). Bij
Den Oever b.v. was het hoogteverschil
vroeger 86 cm. en na het sluiten van
den afsluitdijk 152 cm. Naar het Oosten
toe worden de verschillen grooter. zoo
dat ze bij de Friesche kust bij Harlin-
gen 1712 cm. bereiken.
Lagere eb verklaard.
Voor de ontwatering van Friesland
is het een groot voordeel, dat dit hoog
te-verschil niet veroorzaakt wordt
door hoogeren vloed, maar vooral door
een veel lagere eb. Dit is te begrijpen,
omdat bij vloed de Zuiderzee een ge
weldig reservoir vormde voor water,
dat bij eb weer moest afvloeien, terwijl
tegenwoordig de Waddenzee eeji veel
kleiner reservoir vormt, dat veel snel
ler het laagste niveau bereikt dan vroe
ger.
Dit alles werd reeds duidelijk, toen
de afsluitdijk langzamerhand opge
bouwd werd tot de totale lengte van
28,5 K.M. bij het sluiten van den dijk
verdween eb en vloed in het afgesloten
IJsseljmeer voorgoed en daarmede met
een de invloed van dit reservoir op de
hoogteverschillen bij de Friesche kust.
Merkwaardig is het, dat in het Texel
sche Zeegat de strooming ongeveer 25
pCt. grooter is geworden dan vroeger,
zoodat men een verwijding van deze
engte verwadht, of het slinken of ver
dwijnen van de beruchte bank de
Onrust".
Het Texelsche Zeegat en het Vlie la
ten samen ongeveer 90 pCt. door van
de totale vloedgolf naar de Waddenzee.
FEUILLETON.
HOOFDSTUK I.
r
„De bruid zag er allerliefst uit, Mary. Haar
japon was èen combinatie van wit satijn,
kant en zilver en de twee kleine pages wa
ren in wit satijn en goud."
„Hoeveel bruidsmeisjes waren er ook weer?"
„Acht. Ze droegen allemaal een krans van
viooltjes op het haar zeker als een soort
zinspeling op Violet's naam."
„Zag ze er gelukkig uit
„Ik kon haar gezichtje niet zoo goed onder
scheiden door haar sluier. De moeder van sir
Philip heeft haar eigen sluier geleend."
„Geléénd riep een mannenstem. „Wat
een armoedig idéé is dat nu Waarom heeft
ze 'm Violet dan maar niet gegeven
„Hè, wat deedt je mij schrikken, Geoff Ik
dacht, dat je sliep
„Wie zou er nu kunnen slapen, als zoo'n
paar babbelkousen aan den gang zijn
„Je bent jaloersch, Geoffydat is de kwes
tie Wie weet, wat je gegeven zoudt hebben
om in sir Philip's schoenen te staan."
„,Dank je die zouden mij niet passen
„Je hebt niets van sir Philip gezegd, Free.
Hoe zag die er uit vroeg Mary.
„Och, van hem valt niets te zeggen," ant
woordde Freeda. „Niemand keek naar hem.
Ik zou echt medelijden met hem hebben ge
had, als ik niet zoo'n tegenzin voor hem voel
de. Hij leek kleiner en onooglijker dan ooit.
Ik kon het niet helpen, dat ik hem onwille
keurig met kapitein Probyn vergeleek en mij
afvroeg, wat Violet van hem dacht."
Een schaduw trok over Mary's gezichtje en
op zachten toon zei ze
„Er was een reden, waarom ik niet naar de
trouwplechtigheid kon kijken. Het was wel
waar, zie je, dat het ook een heel drukke dag
in het huishouden was, maar ik zou het zoo
Reeds tevoren was uitgerekend, dat de
beide vloedgolven door genoemde zee
gaten niet naast elkaar zouden voort-
loopen, maar feitelijk elkaar zouden
tegenwerken, zoodat in de streek van
samenkomst van de beide stroomen
„dood water" zou moeten ontstaan.
Hierdoor krijgt het meegevoerde
zand en slib alle gelegenheid te bezin
ken. zoodat men 'moest rekenen met de
groote kans, dat de vaargeulen in de
buurt van dit stille water zouden gaan
verzanden. Men heeft toen proeven ge
nomen met modellen van dijken, uit
komend op verschillende plaatsen.
Een dijk, die in Piaam zou eindigen,
zou heel wat korter en goedkooper ge
weest zijn, dan de tegenwoordige, maai
de modelproeven bewezen duidelijk,
dat de waterscheiding tusschen de bei
de vloedgolven de Friesche kust even
benoorden Harlingen zou hebben be
reikt, zoodat er alle kans zou zijn. dal
de haven van Harlingen zou verzan
den. Het bleek duidelijk, dat een dijk,
die bij Surig zou eindigen (zooals te
genwoordig ook in werkelijkheid het
geval is) die noodlottige werking niet
zou hebben het doode water ligt dan
ook op ongeveer 10 Kilometer van de
Friesche kust af.
Dit alles is weer een bewijs hoe nood
zakelijk de berekeningen geweest zijn
(de beroemde hoogleeraar Lorentz
heeft hierbij geholpen) en tevens hoe
noodig het was. om van tevoren aan
modellen op schaal na te gaan, wat het
waarschijnlijke verloop in de praktijk
zou zijn.
Het „Vaderland" (Liberaal stelt de
vraag of wij tihans op den goeden weg
zijn. Einde Mei is er een nieuwe vee
telling gehouden. Het resultaat is,
voorzichtig uitgedrukt, niet onbevre
digend de afslachting en de teeltrege
ling; hebben vermindering van den vee
stapel tengevolge gehad er zijn 58.031
melkkoeien minder dan verleden jaar.
Wanneer men althans mag aannemen,
dat de cijfers van dit jaar eind Mei
volkomen vergelijkbaar zijn met die
van het vorige jaar, eind Juni. Volgens
het „Friesche Landbouwblad" heeft er
in de maand Juni geen belangrijke wij
ziging van den veestapel plaats gehad,
zoodat het verschil in datum tusschen
de beide tellingen inderdaad geen rol
zou hebben gespeeld.
Tusschen 1930 en '33 was het aantal
melkkoeien met 153.000 gestegen
thans in een jaar een daling met 58.000.
Men is dus op den goeden weg, maar
men is nog lang niet aan het doel en
het blijft nog steeds de vraag, of men
langs dien weg wel tijdig het doel zal
bereiken, dit wil zeggen, voordat de ge
heele crisis zuivelpolitiek aan ons eco
nomisch leven zulke zware slagen zal
hebben toegebracht, dat herstel in lan
gen tijd niet meer mogelijk zal blijken
te zijn.
Wat dient te worden weggewerkt is
een teveel aan melk. Het gehalte dei-
koeien speelt daarbij een even groote
verschrikkelijk hebben gevonden, als ik aan
kapitein Probyn dacht."
„Moeder was anders erg teleurgesteld, dat
je niet bij ons kwam lunchen. Ze had je zoo
graag de plechtigheid eens hooren beschrij
ven."
Mrs. Bell was namelijk invalide en bracht
het grootste deel van haar leven op de sofa
door.
„Heel vriendelijk van je moeder, maar dat
zou ik toch nooit goed hebben kunnen doen
ik vergeet altijd, wat de menschen dragen."
Freda Bell lachte
„Neen, ik zou er best verslag van kunnen
uitbrengen. Als ik ooit nog eens in mijn ei
gen onderhoud moest voorzien, dan zocht ik
een baantje als reporter van dergelijke plech
tigheden."
Nu leek het niet heel waarschijnlijk dat de
eenige dochter van den rijken bankier ooit
tot zulk een „baantje" haar toevlucht zou
moeten nemen. Intusschen ging Freda voort,
alles in de kleinste bijzonderheden aan het
vriendinnetje te beschrijven en, ofschoon
dit Mary nu niet zoo bijzonder interesseerde,
was ze wel zoo verstandig, dit niet te toonen.
Ze had een zeer drukken dag gehad en het
was heerlijk, om daar nu eens zoo rustig in
den ouden tuin te zitten, die haar zoo ruim
schoots vergoedde al den tijd en de zorgen,
die zij er aan besteedde. Ze genoot er van,
dat de witte seringen al in bloei stonden en
den geur van de muurbloemen vond zij ver
rukkelijk.
,Ladywood" was een oud, schilderachtig
huisbijna geheel overgroeid met klimop.
Vreemden vonden het er somber, met dat
donkere bosch op den achtergrond en dien
hoogen steenen muur om den tuin, terwijl de
naastbijzijnde woning een mijl af was. Maar
„Ladywood" was het tehuis van de Arm-
strongs geweest, wel driehonderd jaren lang
en Mary en haar broers hadden er iederen
steen lief, van het topje van den schoor
steen tot de vloeren van de ruime kelders,
waar wel een compagnie soldaten had kun
nen ingekwartierd zijn. Tal van kamers ston
den onbewoond en tal van gangen, met de
eigenaardige opstapjes, werden haast nooit
rol als hun aantal en de thans te con-
stateeren vermindering is gepaard ge
gaan met een verbetering. De 115.000
Regeeringskoeien waren maar poovere
beestjes en in hun plaats heeft men nu
56.000 dieren van grootere melkpro-
ductiè gekregen. Terwijl de minst goede
dieren zijn opgeruimd, is daarenboven
het percentage koeien van het eerste
kalf kleiner geworden, wat ook weer
ten goede moet komen aan de melkpro
ductie, daar een koe de meeste melk
geeft na het tweede en het derde kalf.
De melkproductie van onzen veesta
pel zal dan ook nog niet of op z'n best,
slechts in zeer geringe mate veimin-
derd zijn. Volgens ir. Addens, die on
langs voor den Rijksvoorlichtings
dienst een studie heeft gemaakt van
de gevolgen der cnsis-zuiveipolitiek,
zon een vermindering van den veesta
pel zelfs van 15 pCt. nog geen gevolgen
dienen te hebben voor de melkpro
ductie. Voorloopig is cr echter slechts
een vermindering van 4 pCt. van het
aantal melkkoeien en van geen volle 5
pCt., wanneer men den geheelen vee
stapel beschouwt.
De statistiek bevat daarenboven een
paar zorgwekkende cijfers. De genera-
ratie van het eerste jaar der Crisis-Zui
vel-Centrale blijkt namelijk zeer talrijk
te zijn. Men lieeft toen blijkbaar ge
dacht „Oom Buckjmann zal er wel
voor zorgen, vooruit maar Het jonge
vee, ouder dan één jaar, drachtig of
gust, is dit jaar talrijker dan het vorig
jaar er is een stijging van 52.000. Dit
jonge vee echter vormt de generatie
der melkproducenten van de eerstko
mende jaren. Wellicht zal men nog
eens een afslachtingsrazia moeten in
richten, nadat men dit alles zoo fleu
rig groot heeft laten worden. Er is,
zooals men weet, reeds herhaalde ma
len sprake geweest van een tweede af
slachtingsperiode.
Er is iets bereikt. Aan de geweldige
uitzetting van onzen veestapel is een
einde geko,men. De melkproductie kan
misschien nog wel feven stijgen, maar
niet meer zooals wij1 dit in de laatste
jaren meegemaakt hebben en er is al
thans uitzicht op beperking. Intusschen
zijn onze uitvoermogelijkheden weer
allesbehalve verbeterd. In verband
met de Duitsche betalingsmoeilijkhe
den wordt een groote hoeveelheid boter
in de koelhuizen opgestapeld en in En
geland is de prijs 30 cent per kilo ge
zakt.
Wil men er werkelijk toe komen het
millioenen verslindende monster van
een boter-surplus te bedwingen, dan
zal men toch andere maatregelen die
nen te nemen.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
DORUS RIJKERSFONDS.
Het hoofdbestuur van het Dorus Rijkers
Fonds deelt mede, dat met ingang van 1 Oc-
tober a.s. de colpertage met de brochures van
de Dorus Rijkers-Bibliotheek zal worden
stopgezet. Het publiek wordt er op attent
gemaakt, dat na 1 October a.s. geen boek
werkjes meer ten bate van het Fonds aan
de huizen mogen worden te koop aangeboden.
betreden maar als kind hadden ze daar heer
lijk geravot en aan ieder plekje was een ge
schiedenis verbonden.
Het gezin was echter hoe langer hoe meer
ingekrompen, tot er nu tenslotte nog maar
twee over waren in het ouderlijk huisMary
en haar oudere broer Will. Haar vader, een
heereboer, was laat getrouwd en was over de
zeventig, toen hij, nu een paar jaar geleden,
gestorven was. Ze hadden hun moeder verlo
ren bij de geboorte van SydneySydney, die
glorie van de familie, wiens succes op school
hem naar Cambrldge geholpen had en die
nu negentien telde. Tom was op zee en Dick,
die arme jongen, die het wilde bloed van een
avontuurlijken voorvader had geërfd, leerde
tucht in de gelederen van de bereden politie.
Geoff was niet ver afhij had een betrek
king aan de Bank van de Bell's in Elverston
op acht mijlen afstand en bracht zijn week
einden thuis door
Mary was een moedertje geweest voor hen
allen en deed nu het huishouden voor haar
broer Will. Die kwam nu juist aan en voegde
zich bij het groepje onder den kastanjeboom.
Onmiddellijk staakte Freda Bell haar druk
gebabbel, want zij voelde ontzag voor de stren
ge persoonlijkheid van den donkeren man,
die veel ouder leek, dan de zeven-en-dertig
jaar, die hij in waarheid telde.
Hij nam de pet af voor Freda met hand
geven was hij nooit heel gul en liet zich
in een tuinstoel vallen.
„Zal ik je een kop thee halen, Will vroeg
Mary, dadelijk opvliegend.
„Graag. Want rijden is warm werk met
zulk een temperatuur
„Ik ben blij, dat je er bent, ouwe jongen,
want die twee hier zijn nu al een uur aan
het redeneeren over de bruiloft en anders
niet
„Jij hebt wel eens meer dan een uur lang
over een voetbalmatch gesproken, of iets der
gelijks En een bruiloft geeft altijd aanlei
ding tot een kritiek van de toiletten voor de
dames, niet waar, miss Bell
„De heele huwelijksplechtigheid ergerde
mij, zie je viel Geoff met warmte in „Hij
trouwt voor geld en zij om een positie, en
OPSCHORTING VACCINATIE.
Verlengd tot 1937.
Er is ingediend een wetsontwerp tot ver
lenging van den geldigheidsduur van tijde
lijke bepalingen (opschorting) betreffende de
vaccinatie.
Voorgesteld wordt, de opschorting te laten
voortduren tot 1 Januari 1937.
DE HALSSTARRIGE BOER.
Geheele veestapel in beslag genomen.
In samenwerking met rijks- en gemeente
veldwachters heeft een controleur van de
Crisis Rundvee Centrale bij een veehouder te
Jutphaas nagenoeg den geheelen veestapel in
beslag genomen, meldt het „U. D."
Deze boer en zijn gezin leven zeer terugge
trokken en hebben nagenoeg met niemand
omgang. Van de door de regeering genomen
maatregelen ten opzichte van het veehou-
dersbedrijf, willen ze niets weten. Meermalen
zijn deze boer en zijn zoons met de politie in
aanraking geweest, aangezien steeds bij de
verschijning van een controleur zoowel van
de Crisis Varkens- als van de Crisis Rundvee
Centrale een dreigende houding tegen de po
litie, die daarbij tegenwoordig was, werd aan
genomen.
Verscheidene keereii is de boer gewaar
schuwd, dat hij aan de bepalingen van de
Crisis Rundvee-Centrale moest voldoen. Doch
steeds tevergeefs.
Het geduld van de Centrale was thans ten
einde en tot krassere maatregelen werd over
gegaan. Onder toezicht van politie werden
dertig stuks vee uit het land gehaald en per
gerequireerde veewagens overgebracht naar
de veestapel te Utrecht. Het in beslag geno
men vee vertegenwoordigt een waarde van
ruim f 4000.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Rijke walvischvangst.
De walvischvaarders te Victoria
(Britscïi Columbia) hebben in jaren
niet een zoo goed seizoen gehad. Zes
vaartuigen hebben bij 't Koningin Char
lotte-eiland 310 walvisschen gedood en
ongeveer 15000 vaten traan en 1000 ton
bijproducten verkregen. Ook de „Ame
rican Pacific Company" te Seattle
heeft een goed seizoen gehad. Zij heeft
223 walvisschen gevangen, welke der
tien duizend vaten traan en duizend
ton bijproducten hadden opgeleverd.
Krankzinnige op een locomotief.
Op het station van Haidehei,m (W'ur-
temberg) sprong een man, die plotse
ling krankzinnig was geworden, op 'n
locomotief, wierp de machinist en den
stoker er af en poogde de machine op
gang te brengen. De plaatselijke leider
van de nationaal-socialisten, die toeval
lig aanwezig was, slaagde er na een
hevige worsteling in den man te over
weldigen, die daarop naar een krank
zinnigengesticht werd vervoerd.
„Missing Link" in Zlatibor.
Een gezelschap dat op jacht was in
de bosschen van Zlatibor bij Uzia (Joe
goslavië), meende een onbekend dier
te zien loopen en toen men een schot
loste, viel het vreemde wezen neer. Na
derbij gekomen zagen de jagers dat
het een jongen was van omstreeks 15
jaar, geheel naakt, het lichaajn bedekt
met haar en modder. Hij was onge
deerd, doch ten zeerste verschrikt bij
het aanschouwen van de menschen.
Hij bleek geen enkele taal te spre
ken en scheen het grootste gedeelte
van zijn leven in de bosschen te hebben
gewoond, levende van knolgewassen
en bessen.
Hij bewoog zich voort op handen en
voeten en kon op deze wijze verbazend
hard loopen. Met de dieren in het
bosch kon hij een „gesprek" voeren,
door hun geluiden nauwkeurig te Jmi-
teeren.
Het einde van „La Tigresse Rouge",
Duitschlands grootste spionne.
De vorige week is in een krankzinni
gengesticht te Zurich overleden Anne
Marie Lesser. Zij was de voornaamste
leidster van den Duitschen geheimen
dienst tijdens den wereldoorlog. Anne
Marie Lesser toch was Frankrijks on-
verzoenlijkste en gevaarlijkste vijan
din uit dien tijd. „La Trigresse Rouge",
zooals zij door de Franschen werd ge
noemd.
Omtrent de afkomst van Anne Ma
rie Lesser tast men volkomen in het
duister. Beweerd wordt, dat zij de doch
ter van een eenvoudig Berlijnsch anti
quair is, doch dit staat geenzius \ast.
Bekend is slechts dat zij reeds op zes
tien-jarigen leeftijd op avontuur uit-
trok met haar vriend Carl von Winans
ky, kapitein van de Zwarte Huzaren
van het Duitsche leger. Door zijn be
middeling werd zij ge-introduceerd bij
de Duitschen geheimen dienst en in
dienst daarvan vertrok zij weldra met
haar vriend naar Parijs. Hun verblijf
in de lichtstad duurde slechts twee
maanden toen reeds was de Fransche
geheime dienst op de hoogte van hun
practijken en zij wisten nog bijtijds
Frankrijks grenzen achter zich te la»
ten. Het paar begaf zich daarop naar
Keulen. Toen Von Winansky daar
overleed, besloot de toen 17-jarige jon
ge dame zich geheel aan den spionna-
gedienst van haar land te wijden. Zij
wist grooten invloed uit te oefenen op
haar mannelijke collega's, zoodat ziji
spoedig Werd belast met het verzame
len van militaire gegevens omtrent de
nabuurstaten.
Toen de wereldoorlog op het punt
stond uit te breken, was Anne Marie
Lesser een vrouw van buitengewone
schoonheid. Zij verliet ijlings haar wo
ning in de Koninggratzerstrasse te Ber
lijn en begaf zich naar Antwerpen.
Daar installeerde zij zich in een schit
terende villa aan de Avenue Léopold.
Toen de oorlog thans uitbrak, was zij
in de gelegenheid haar capaciteiten vol
ledig te ontplooien.
Te Antwerpen wist zij een leger van
agenten te werven. Menschen uit alle
lagen van de maatschappij namen het
eerlooze beroep van spion op zich, aan
gelokt door de winstgevendheid er van,
velen ook teneinde zich van de vriend
schap van „Mlle Elisabeth" (gelijk zij
zich in die dagen noemde) te verze
keren.
„La Trigresse Rouge" verdiende haar
naam ten volle. In de eerste plaats had
zij voorliefde zich in het rood te klee-
den, terwijl zij in wreedheid een bloed
dorstig dier ver overtrof. Zij was zoi>-
geen van beiden trachten ze dan ook voor te
geven, dat ze het ware gevonden hebben."
„Wat is „het ware" vroeg Will.
„Wel, liefde, natuurlijk
„Die komt niet tot een ieder, Geoff zei
Freda vrij scherp, „dus waarom zou je het
den menschen dan kwalijk nemen, dat ze
zich tevreden stelden met wat er het dichtst
bijkomt
„Zoo iets bestaat nietriep Geoff onlo
gisch.
„Je schijnt er veel van te weten," spotte
Freda. „Heb je dan ervaring van „het ware"?
„O, tallooze keeren
„Hoe kan dat nu Alle dichters en roman
schrijvers zijn het erover eens, dat een mensch
maar ééns in zijn leven „Het ware" kan ont
moeten. Is het niet, Mary
„Ja als het ,,'t ware" is geweest dan blijft
het ook
„Neen, dan heb ik het nooit gehad dat is
nogal duidelijk", zei Geoffy luchthartig, „want
mijn gevoelen duurde altijd maar kort."
„Die arme Violet heeft 't wel gekend en zij
heeft 't verloren," zei Mary zacht. Maar toch
hadden de anderen het gehoord en allen
dachten aan den jongen officier, dien de
bruid had liefgehad eer zij het fortuin van
haar peettante had geërfd en die nu ja
ren geleden bij een opstand in de koloniën
was omgekomen.
Freda verbrak de stilte niet de opmerking
„Ik geloof, dat de liefde dan wel zeer over
schat wordt. Een heele boel menschen kun
nen 't zonder haar stellen en ze schijnt altijd
droefheid te moeten brengen over iemand.
En ze blijft niet voortduren ook. Er zijn tal
van getrouwde luidj es, die elkaar éérst aan
baden en dan moet je nu eens zien
„Maar die hebben nooit het ware gevoel
gehad," zei Geoffrey. „Ze hielden het er maar
voor
„Ja, zoo kan je je er nu wel uitredden," riep
Freda weer overmoedig. „Maar, als je zoo'n
autoriteit bent op dat gebied, vertel er ons
dan eens wat van I"
„Liefde", declameerde Geoffrey, „ik
meen dan die ausschen man en vrouw, is
het schoonste, dat de menschen ooit in hun
leven ontmoeten kunnen. Het komt ineens
over je en het kan wel geen geluk brengen
dat is tenminste heel dikwijls het geval
maar toch moet men dat aanvaarden. En wie
geeft er nu nog om geluk, die liefde bezit?"
„Nu ben je niet duidelijk, Geoff viel Ma
ry in. „Ik dacht, dat het één het ander in
sloot."
„Volstrekt nietantwoordde hij hoofd
schuddend. „Het ware" eindigt nog volstrekt
niet altijd in een huwelijk."
„Zoo min als een huwelijk in „het ware","
viel Freda in.
„Kan je nu niet eens zwijgen, zeg riep
Geof, quasi geërgerd, want die twee hadden
elkaar hun heele leven al gekend, zoodat ze
als broer en zuster met elkaar omgingen. „Er
zit toch ook geen greintje ernst bij je Voor
uit, dan zullen we nu eens gaan kijken, of er
al viooltjes staan in het bosch."
„Viooltjes Nu
„Wat wil je dan hebben?Frambozen,
boschbessen, Of neen, ik weet het al
we zullen eens gaan kijken naar „het ware"
Lachende en schertsende trokken ze er sa
men op uit en, toen hun stemmen al een
eind af waren, zei Will tot zijn zuster
„Zouden die twee nu waarlijk van elkander
houden
„O neen, Will, ze hebben elkaar al zoo lang
gekendbovendien zijn ze elkaar altijd aan
het plagen."
„Dat neemt niet weg, dat ze iederen Woens
dag met hem fietst, 't Zal mij benieuwen of
mrs. Bell het goed zal vinden. Voor een inva
lide is ze dan bijzonder wereldschgezind. En
mr. Bell zou het zeker niet goed vinden. En
fin, we zouden Geoff een toelage kunnen
geven."
Het was niets ongewoons, dat broer en zus
ter op dergelijke wijze spraken. Ze hadden
al zoo vroeg verantwoordelijkheidsgevoel ge
kend Will wat de boerderij betrof, en Mary
als vrouw des huizesen menigmaal hadden
ze samen overlegd met een eenheid van op
vatting, die menig getrouwd paar hun benijd
zou hebben.
(Wordt vervolgd.)