25e JAARGANG DINSDAG 18 SEPTEMBER 1934 No. 70 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN VLOEDGOLVEN EN IJSSELMEER. „HET WARE." DE JONGSTE VEETELLING. ■W1ERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER: CORN. J. BOSEER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wielingen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIiN: Van 1 5 regels Iedere regel meer t 0.50 f 0.10. Berekeningen van Prof Lorentz na voltooiing van den afsluit dijk bevestigd. Het maKen van den afsluitdijk van de Zuiderzee en van de nieuwe polders is een werk, dat nog steeds ook in iiet buitenland bewondering afdwingt en 't prestige van ons land vernoogt, netgeen ronder twijfel een moreel voordeel be- teekent, dat ook materieele voordeeien iieeit. Telkens toen worden in buiten- landsche periodieken allerlei feiten over de ai sluiting vermeid en aan een dergelijk overzient over de verande ring; in de getijden, als gevolg van dien dijk, ontleenen we o.a. net volgende Heeds bij de voorbereidende studiën was men zicb er van bewust, dat bet voltooien van den dijk invloed moest hebben op de getijden langs de Frie- scbe kust en elders. Uitvoerige bereke ningen werden, op grond van verschil lende metingen, uitgevoerd, terwijl men opk aan modellen bestudeerde, welke gevolgen konden worden verwacht. De voorspelde resultaten worden na het sluiten van den dijk aan de practijk ge toetst en kwamen merkwaardig over een met de werkelijke feiten. De voornaamste verbinding van de Noord-en Zuiderzee was gelegen in de vier zeegaten. Door die zeegaten dron gen vloedgolven naar binnen en daar de dijk een groot reservoir voor het vloedwater afsluit wordt het water in veel kleiner gebied opgestuwd. Van begin af rekende men er op, dat het tijdsverloop tusschen eb en vloed in hoogte wel ongeveer zou worden verdubbeld (op enkele plaatsen). Bij Den Oever b.v. was het hoogteverschil vroeger 86 cm. en na het sluiten van den afsluitdijk 152 cm. Naar het Oosten toe worden de verschillen grooter. zoo dat ze bij de Friesche kust bij Harlin- gen 1712 cm. bereiken. Lagere eb verklaard. Voor de ontwatering van Friesland is het een groot voordeel, dat dit hoog te-verschil niet veroorzaakt wordt door hoogeren vloed, maar vooral door een veel lagere eb. Dit is te begrijpen, omdat bij vloed de Zuiderzee een ge weldig reservoir vormde voor water, dat bij eb weer moest afvloeien, terwijl tegenwoordig de Waddenzee eeji veel kleiner reservoir vormt, dat veel snel ler het laagste niveau bereikt dan vroe ger. Dit alles werd reeds duidelijk, toen de afsluitdijk langzamerhand opge bouwd werd tot de totale lengte van 28,5 K.M. bij het sluiten van den dijk verdween eb en vloed in het afgesloten IJsseljmeer voorgoed en daarmede met een de invloed van dit reservoir op de hoogteverschillen bij de Friesche kust. Merkwaardig is het, dat in het Texel sche Zeegat de strooming ongeveer 25 pCt. grooter is geworden dan vroeger, zoodat men een verwijding van deze engte verwadht, of het slinken of ver dwijnen van de beruchte bank de Onrust". Het Texelsche Zeegat en het Vlie la ten samen ongeveer 90 pCt. door van de totale vloedgolf naar de Waddenzee. FEUILLETON. HOOFDSTUK I. r „De bruid zag er allerliefst uit, Mary. Haar japon was èen combinatie van wit satijn, kant en zilver en de twee kleine pages wa ren in wit satijn en goud." „Hoeveel bruidsmeisjes waren er ook weer?" „Acht. Ze droegen allemaal een krans van viooltjes op het haar zeker als een soort zinspeling op Violet's naam." „Zag ze er gelukkig uit „Ik kon haar gezichtje niet zoo goed onder scheiden door haar sluier. De moeder van sir Philip heeft haar eigen sluier geleend." „Geléénd riep een mannenstem. „Wat een armoedig idéé is dat nu Waarom heeft ze 'm Violet dan maar niet gegeven „Hè, wat deedt je mij schrikken, Geoff Ik dacht, dat je sliep „Wie zou er nu kunnen slapen, als zoo'n paar babbelkousen aan den gang zijn „Je bent jaloersch, Geoffydat is de kwes tie Wie weet, wat je gegeven zoudt hebben om in sir Philip's schoenen te staan." „,Dank je die zouden mij niet passen „Je hebt niets van sir Philip gezegd, Free. Hoe zag die er uit vroeg Mary. „Och, van hem valt niets te zeggen," ant woordde Freeda. „Niemand keek naar hem. Ik zou echt medelijden met hem hebben ge had, als ik niet zoo'n tegenzin voor hem voel de. Hij leek kleiner en onooglijker dan ooit. Ik kon het niet helpen, dat ik hem onwille keurig met kapitein Probyn vergeleek en mij afvroeg, wat Violet van hem dacht." Een schaduw trok over Mary's gezichtje en op zachten toon zei ze „Er was een reden, waarom ik niet naar de trouwplechtigheid kon kijken. Het was wel waar, zie je, dat het ook een heel drukke dag in het huishouden was, maar ik zou het zoo Reeds tevoren was uitgerekend, dat de beide vloedgolven door genoemde zee gaten niet naast elkaar zouden voort- loopen, maar feitelijk elkaar zouden tegenwerken, zoodat in de streek van samenkomst van de beide stroomen „dood water" zou moeten ontstaan. Hierdoor krijgt het meegevoerde zand en slib alle gelegenheid te bezin ken. zoodat men 'moest rekenen met de groote kans, dat de vaargeulen in de buurt van dit stille water zouden gaan verzanden. Men heeft toen proeven ge nomen met modellen van dijken, uit komend op verschillende plaatsen. Een dijk, die in Piaam zou eindigen, zou heel wat korter en goedkooper ge weest zijn, dan de tegenwoordige, maai de modelproeven bewezen duidelijk, dat de waterscheiding tusschen de bei de vloedgolven de Friesche kust even benoorden Harlingen zou hebben be reikt, zoodat er alle kans zou zijn. dal de haven van Harlingen zou verzan den. Het bleek duidelijk, dat een dijk, die bij Surig zou eindigen (zooals te genwoordig ook in werkelijkheid het geval is) die noodlottige werking niet zou hebben het doode water ligt dan ook op ongeveer 10 Kilometer van de Friesche kust af. Dit alles is weer een bewijs hoe nood zakelijk de berekeningen geweest zijn (de beroemde hoogleeraar Lorentz heeft hierbij geholpen) en tevens hoe noodig het was. om van tevoren aan modellen op schaal na te gaan, wat het waarschijnlijke verloop in de praktijk zou zijn. Het „Vaderland" (Liberaal stelt de vraag of wij tihans op den goeden weg zijn. Einde Mei is er een nieuwe vee telling gehouden. Het resultaat is, voorzichtig uitgedrukt, niet onbevre digend de afslachting en de teeltrege ling; hebben vermindering van den vee stapel tengevolge gehad er zijn 58.031 melkkoeien minder dan verleden jaar. Wanneer men althans mag aannemen, dat de cijfers van dit jaar eind Mei volkomen vergelijkbaar zijn met die van het vorige jaar, eind Juni. Volgens het „Friesche Landbouwblad" heeft er in de maand Juni geen belangrijke wij ziging van den veestapel plaats gehad, zoodat het verschil in datum tusschen de beide tellingen inderdaad geen rol zou hebben gespeeld. Tusschen 1930 en '33 was het aantal melkkoeien met 153.000 gestegen thans in een jaar een daling met 58.000. Men is dus op den goeden weg, maar men is nog lang niet aan het doel en het blijft nog steeds de vraag, of men langs dien weg wel tijdig het doel zal bereiken, dit wil zeggen, voordat de ge heele crisis zuivelpolitiek aan ons eco nomisch leven zulke zware slagen zal hebben toegebracht, dat herstel in lan gen tijd niet meer mogelijk zal blijken te zijn. Wat dient te worden weggewerkt is een teveel aan melk. Het gehalte dei- koeien speelt daarbij een even groote verschrikkelijk hebben gevonden, als ik aan kapitein Probyn dacht." „Moeder was anders erg teleurgesteld, dat je niet bij ons kwam lunchen. Ze had je zoo graag de plechtigheid eens hooren beschrij ven." Mrs. Bell was namelijk invalide en bracht het grootste deel van haar leven op de sofa door. „Heel vriendelijk van je moeder, maar dat zou ik toch nooit goed hebben kunnen doen ik vergeet altijd, wat de menschen dragen." Freda Bell lachte „Neen, ik zou er best verslag van kunnen uitbrengen. Als ik ooit nog eens in mijn ei gen onderhoud moest voorzien, dan zocht ik een baantje als reporter van dergelijke plech tigheden." Nu leek het niet heel waarschijnlijk dat de eenige dochter van den rijken bankier ooit tot zulk een „baantje" haar toevlucht zou moeten nemen. Intusschen ging Freda voort, alles in de kleinste bijzonderheden aan het vriendinnetje te beschrijven en, ofschoon dit Mary nu niet zoo bijzonder interesseerde, was ze wel zoo verstandig, dit niet te toonen. Ze had een zeer drukken dag gehad en het was heerlijk, om daar nu eens zoo rustig in den ouden tuin te zitten, die haar zoo ruim schoots vergoedde al den tijd en de zorgen, die zij er aan besteedde. Ze genoot er van, dat de witte seringen al in bloei stonden en den geur van de muurbloemen vond zij ver rukkelijk. ,Ladywood" was een oud, schilderachtig huisbijna geheel overgroeid met klimop. Vreemden vonden het er somber, met dat donkere bosch op den achtergrond en dien hoogen steenen muur om den tuin, terwijl de naastbijzijnde woning een mijl af was. Maar „Ladywood" was het tehuis van de Arm- strongs geweest, wel driehonderd jaren lang en Mary en haar broers hadden er iederen steen lief, van het topje van den schoor steen tot de vloeren van de ruime kelders, waar wel een compagnie soldaten had kun nen ingekwartierd zijn. Tal van kamers ston den onbewoond en tal van gangen, met de eigenaardige opstapjes, werden haast nooit rol als hun aantal en de thans te con- stateeren vermindering is gepaard ge gaan met een verbetering. De 115.000 Regeeringskoeien waren maar poovere beestjes en in hun plaats heeft men nu 56.000 dieren van grootere melkpro- ductiè gekregen. Terwijl de minst goede dieren zijn opgeruimd, is daarenboven het percentage koeien van het eerste kalf kleiner geworden, wat ook weer ten goede moet komen aan de melkpro ductie, daar een koe de meeste melk geeft na het tweede en het derde kalf. De melkproductie van onzen veesta pel zal dan ook nog niet of op z'n best, slechts in zeer geringe mate veimin- derd zijn. Volgens ir. Addens, die on langs voor den Rijksvoorlichtings dienst een studie heeft gemaakt van de gevolgen der cnsis-zuiveipolitiek, zon een vermindering van den veesta pel zelfs van 15 pCt. nog geen gevolgen dienen te hebben voor de melkpro ductie. Voorloopig is cr echter slechts een vermindering van 4 pCt. van het aantal melkkoeien en van geen volle 5 pCt., wanneer men den geheelen vee stapel beschouwt. De statistiek bevat daarenboven een paar zorgwekkende cijfers. De genera- ratie van het eerste jaar der Crisis-Zui vel-Centrale blijkt namelijk zeer talrijk te zijn. Men lieeft toen blijkbaar ge dacht „Oom Buckjmann zal er wel voor zorgen, vooruit maar Het jonge vee, ouder dan één jaar, drachtig of gust, is dit jaar talrijker dan het vorig jaar er is een stijging van 52.000. Dit jonge vee echter vormt de generatie der melkproducenten van de eerstko mende jaren. Wellicht zal men nog eens een afslachtingsrazia moeten in richten, nadat men dit alles zoo fleu rig groot heeft laten worden. Er is, zooals men weet, reeds herhaalde ma len sprake geweest van een tweede af slachtingsperiode. Er is iets bereikt. Aan de geweldige uitzetting van onzen veestapel is een einde geko,men. De melkproductie kan misschien nog wel feven stijgen, maar niet meer zooals wij1 dit in de laatste jaren meegemaakt hebben en er is al thans uitzicht op beperking. Intusschen zijn onze uitvoermogelijkheden weer allesbehalve verbeterd. In verband met de Duitsche betalingsmoeilijkhe den wordt een groote hoeveelheid boter in de koelhuizen opgestapeld en in En geland is de prijs 30 cent per kilo ge zakt. Wil men er werkelijk toe komen het millioenen verslindende monster van een boter-surplus te bedwingen, dan zal men toch andere maatregelen die nen te nemen. BINNENLANDSCH NIEUWS. DORUS RIJKERSFONDS. Het hoofdbestuur van het Dorus Rijkers Fonds deelt mede, dat met ingang van 1 Oc- tober a.s. de colpertage met de brochures van de Dorus Rijkers-Bibliotheek zal worden stopgezet. Het publiek wordt er op attent gemaakt, dat na 1 October a.s. geen boek werkjes meer ten bate van het Fonds aan de huizen mogen worden te koop aangeboden. betreden maar als kind hadden ze daar heer lijk geravot en aan ieder plekje was een ge schiedenis verbonden. Het gezin was echter hoe langer hoe meer ingekrompen, tot er nu tenslotte nog maar twee over waren in het ouderlijk huisMary en haar oudere broer Will. Haar vader, een heereboer, was laat getrouwd en was over de zeventig, toen hij, nu een paar jaar geleden, gestorven was. Ze hadden hun moeder verlo ren bij de geboorte van SydneySydney, die glorie van de familie, wiens succes op school hem naar Cambrldge geholpen had en die nu negentien telde. Tom was op zee en Dick, die arme jongen, die het wilde bloed van een avontuurlijken voorvader had geërfd, leerde tucht in de gelederen van de bereden politie. Geoff was niet ver afhij had een betrek king aan de Bank van de Bell's in Elverston op acht mijlen afstand en bracht zijn week einden thuis door Mary was een moedertje geweest voor hen allen en deed nu het huishouden voor haar broer Will. Die kwam nu juist aan en voegde zich bij het groepje onder den kastanjeboom. Onmiddellijk staakte Freda Bell haar druk gebabbel, want zij voelde ontzag voor de stren ge persoonlijkheid van den donkeren man, die veel ouder leek, dan de zeven-en-dertig jaar, die hij in waarheid telde. Hij nam de pet af voor Freda met hand geven was hij nooit heel gul en liet zich in een tuinstoel vallen. „Zal ik je een kop thee halen, Will vroeg Mary, dadelijk opvliegend. „Graag. Want rijden is warm werk met zulk een temperatuur „Ik ben blij, dat je er bent, ouwe jongen, want die twee hier zijn nu al een uur aan het redeneeren over de bruiloft en anders niet „Jij hebt wel eens meer dan een uur lang over een voetbalmatch gesproken, of iets der gelijks En een bruiloft geeft altijd aanlei ding tot een kritiek van de toiletten voor de dames, niet waar, miss Bell „De heele huwelijksplechtigheid ergerde mij, zie je viel Geoff met warmte in „Hij trouwt voor geld en zij om een positie, en OPSCHORTING VACCINATIE. Verlengd tot 1937. Er is ingediend een wetsontwerp tot ver lenging van den geldigheidsduur van tijde lijke bepalingen (opschorting) betreffende de vaccinatie. Voorgesteld wordt, de opschorting te laten voortduren tot 1 Januari 1937. DE HALSSTARRIGE BOER. Geheele veestapel in beslag genomen. In samenwerking met rijks- en gemeente veldwachters heeft een controleur van de Crisis Rundvee Centrale bij een veehouder te Jutphaas nagenoeg den geheelen veestapel in beslag genomen, meldt het „U. D." Deze boer en zijn gezin leven zeer terugge trokken en hebben nagenoeg met niemand omgang. Van de door de regeering genomen maatregelen ten opzichte van het veehou- dersbedrijf, willen ze niets weten. Meermalen zijn deze boer en zijn zoons met de politie in aanraking geweest, aangezien steeds bij de verschijning van een controleur zoowel van de Crisis Varkens- als van de Crisis Rundvee Centrale een dreigende houding tegen de po litie, die daarbij tegenwoordig was, werd aan genomen. Verscheidene keereii is de boer gewaar schuwd, dat hij aan de bepalingen van de Crisis Rundvee-Centrale moest voldoen. Doch steeds tevergeefs. Het geduld van de Centrale was thans ten einde en tot krassere maatregelen werd over gegaan. Onder toezicht van politie werden dertig stuks vee uit het land gehaald en per gerequireerde veewagens overgebracht naar de veestapel te Utrecht. Het in beslag geno men vee vertegenwoordigt een waarde van ruim f 4000. BUITENLANDSCH NIEUWS. Rijke walvischvangst. De walvischvaarders te Victoria (Britscïi Columbia) hebben in jaren niet een zoo goed seizoen gehad. Zes vaartuigen hebben bij 't Koningin Char lotte-eiland 310 walvisschen gedood en ongeveer 15000 vaten traan en 1000 ton bijproducten verkregen. Ook de „Ame rican Pacific Company" te Seattle heeft een goed seizoen gehad. Zij heeft 223 walvisschen gevangen, welke der tien duizend vaten traan en duizend ton bijproducten hadden opgeleverd. Krankzinnige op een locomotief. Op het station van Haidehei,m (W'ur- temberg) sprong een man, die plotse ling krankzinnig was geworden, op 'n locomotief, wierp de machinist en den stoker er af en poogde de machine op gang te brengen. De plaatselijke leider van de nationaal-socialisten, die toeval lig aanwezig was, slaagde er na een hevige worsteling in den man te over weldigen, die daarop naar een krank zinnigengesticht werd vervoerd. „Missing Link" in Zlatibor. Een gezelschap dat op jacht was in de bosschen van Zlatibor bij Uzia (Joe goslavië), meende een onbekend dier te zien loopen en toen men een schot loste, viel het vreemde wezen neer. Na derbij gekomen zagen de jagers dat het een jongen was van omstreeks 15 jaar, geheel naakt, het lichaajn bedekt met haar en modder. Hij was onge deerd, doch ten zeerste verschrikt bij het aanschouwen van de menschen. Hij bleek geen enkele taal te spre ken en scheen het grootste gedeelte van zijn leven in de bosschen te hebben gewoond, levende van knolgewassen en bessen. Hij bewoog zich voort op handen en voeten en kon op deze wijze verbazend hard loopen. Met de dieren in het bosch kon hij een „gesprek" voeren, door hun geluiden nauwkeurig te Jmi- teeren. Het einde van „La Tigresse Rouge", Duitschlands grootste spionne. De vorige week is in een krankzinni gengesticht te Zurich overleden Anne Marie Lesser. Zij was de voornaamste leidster van den Duitschen geheimen dienst tijdens den wereldoorlog. Anne Marie Lesser toch was Frankrijks on- verzoenlijkste en gevaarlijkste vijan din uit dien tijd. „La Trigresse Rouge", zooals zij door de Franschen werd ge noemd. Omtrent de afkomst van Anne Ma rie Lesser tast men volkomen in het duister. Beweerd wordt, dat zij de doch ter van een eenvoudig Berlijnsch anti quair is, doch dit staat geenzius \ast. Bekend is slechts dat zij reeds op zes tien-jarigen leeftijd op avontuur uit- trok met haar vriend Carl von Winans ky, kapitein van de Zwarte Huzaren van het Duitsche leger. Door zijn be middeling werd zij ge-introduceerd bij de Duitschen geheimen dienst en in dienst daarvan vertrok zij weldra met haar vriend naar Parijs. Hun verblijf in de lichtstad duurde slechts twee maanden toen reeds was de Fransche geheime dienst op de hoogte van hun practijken en zij wisten nog bijtijds Frankrijks grenzen achter zich te la» ten. Het paar begaf zich daarop naar Keulen. Toen Von Winansky daar overleed, besloot de toen 17-jarige jon ge dame zich geheel aan den spionna- gedienst van haar land te wijden. Zij wist grooten invloed uit te oefenen op haar mannelijke collega's, zoodat ziji spoedig Werd belast met het verzame len van militaire gegevens omtrent de nabuurstaten. Toen de wereldoorlog op het punt stond uit te breken, was Anne Marie Lesser een vrouw van buitengewone schoonheid. Zij verliet ijlings haar wo ning in de Koninggratzerstrasse te Ber lijn en begaf zich naar Antwerpen. Daar installeerde zij zich in een schit terende villa aan de Avenue Léopold. Toen de oorlog thans uitbrak, was zij in de gelegenheid haar capaciteiten vol ledig te ontplooien. Te Antwerpen wist zij een leger van agenten te werven. Menschen uit alle lagen van de maatschappij namen het eerlooze beroep van spion op zich, aan gelokt door de winstgevendheid er van, velen ook teneinde zich van de vriend schap van „Mlle Elisabeth" (gelijk zij zich in die dagen noemde) te verze keren. „La Trigresse Rouge" verdiende haar naam ten volle. In de eerste plaats had zij voorliefde zich in het rood te klee- den, terwijl zij in wreedheid een bloed dorstig dier ver overtrof. Zij was zoi>- geen van beiden trachten ze dan ook voor te geven, dat ze het ware gevonden hebben." „Wat is „het ware" vroeg Will. „Wel, liefde, natuurlijk „Die komt niet tot een ieder, Geoff zei Freda vrij scherp, „dus waarom zou je het den menschen dan kwalijk nemen, dat ze zich tevreden stelden met wat er het dichtst bijkomt „Zoo iets bestaat nietriep Geoff onlo gisch. „Je schijnt er veel van te weten," spotte Freda. „Heb je dan ervaring van „het ware"? „O, tallooze keeren „Hoe kan dat nu Alle dichters en roman schrijvers zijn het erover eens, dat een mensch maar ééns in zijn leven „Het ware" kan ont moeten. Is het niet, Mary „Ja als het ,,'t ware" is geweest dan blijft het ook „Neen, dan heb ik het nooit gehad dat is nogal duidelijk", zei Geoffy luchthartig, „want mijn gevoelen duurde altijd maar kort." „Die arme Violet heeft 't wel gekend en zij heeft 't verloren," zei Mary zacht. Maar toch hadden de anderen het gehoord en allen dachten aan den jongen officier, dien de bruid had liefgehad eer zij het fortuin van haar peettante had geërfd en die nu ja ren geleden bij een opstand in de koloniën was omgekomen. Freda verbrak de stilte niet de opmerking „Ik geloof, dat de liefde dan wel zeer over schat wordt. Een heele boel menschen kun nen 't zonder haar stellen en ze schijnt altijd droefheid te moeten brengen over iemand. En ze blijft niet voortduren ook. Er zijn tal van getrouwde luidj es, die elkaar éérst aan baden en dan moet je nu eens zien „Maar die hebben nooit het ware gevoel gehad," zei Geoffrey. „Ze hielden het er maar voor „Ja, zoo kan je je er nu wel uitredden," riep Freda weer overmoedig. „Maar, als je zoo'n autoriteit bent op dat gebied, vertel er ons dan eens wat van I" „Liefde", declameerde Geoffrey, „ik meen dan die ausschen man en vrouw, is het schoonste, dat de menschen ooit in hun leven ontmoeten kunnen. Het komt ineens over je en het kan wel geen geluk brengen dat is tenminste heel dikwijls het geval maar toch moet men dat aanvaarden. En wie geeft er nu nog om geluk, die liefde bezit?" „Nu ben je niet duidelijk, Geoff viel Ma ry in. „Ik dacht, dat het één het ander in sloot." „Volstrekt nietantwoordde hij hoofd schuddend. „Het ware" eindigt nog volstrekt niet altijd in een huwelijk." „Zoo min als een huwelijk in „het ware"," viel Freda in. „Kan je nu niet eens zwijgen, zeg riep Geof, quasi geërgerd, want die twee hadden elkaar hun heele leven al gekend, zoodat ze als broer en zuster met elkaar omgingen. „Er zit toch ook geen greintje ernst bij je Voor uit, dan zullen we nu eens gaan kijken, of er al viooltjes staan in het bosch." „Viooltjes Nu „Wat wil je dan hebben?Frambozen, boschbessen, Of neen, ik weet het al we zullen eens gaan kijken naar „het ware" Lachende en schertsende trokken ze er sa men op uit en, toen hun stemmen al een eind af waren, zei Will tot zijn zuster „Zouden die twee nu waarlijk van elkander houden „O neen, Will, ze hebben elkaar al zoo lang gekendbovendien zijn ze elkaar altijd aan het plagen." „Dat neemt niet weg, dat ze iederen Woens dag met hem fietst, 't Zal mij benieuwen of mrs. Bell het goed zal vinden. Voor een inva lide is ze dan bijzonder wereldschgezind. En mr. Bell zou het zeker niet goed vinden. En fin, we zouden Geoff een toelage kunnen geven." Het was niets ongewoons, dat broer en zus ter op dergelijke wijze spraken. Ze hadden al zoo vroeg verantwoordelijkheidsgevoel ge kend Will wat de boerderij betrof, en Mary als vrouw des huizesen menigmaal hadden ze samen overlegd met een eenheid van op vatting, die menig getrouwd paar hun benijd zou hebben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1