25e JAARGANG DINSDAG 23 OCTÓBER 1934 No. 85 NIEUWS- EN JLDVe«tTBNTIBBLJLD VOOR WfERINOBN EN OMSTREKEN SOLLEN MET DEN GULDEN? HET WARE." «WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIE RINGEN tJi BUREAU Hippolytushoef Wielingen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels t 0.50 Iedere regel meer t 0.10. De Haagsche Post schrijft Zieke menschen raadplegen door gaans den geneesheer, wiens kunst naar wel eens wordt beweerd, voorna melijk hierin bestaat, dat hij partij weet te trekken van de natuur, welke laatste tenslotte de genezing moet bren gen. Er zijn ook zieken, die vol ver trouwen alles maar aan de natuur overlaten en weder anderen hebben fiducie iii hetgeen in de wandeling kwakzalversmiddelen worden ge noemd. Bij het zieke geld, dat thans het economische leven allerwegen zoo zeer bemoeilijkt, kunnen wij een ana loge houding constateeren. Velen luis teren naar de faculteit, in dit geval de specialisten, zooals prof. Cassel en de heer Keynes. Maar aangezien dit tot dusver nog geen genezing hebben ge bracht gaan er stemmen op, dat met tertijd alles wel van zelf zal „reg kom" wanneer men de economische natuur maar haar eigen loop laat en een bedenkelijk groot aantal lieden be pleit paarde- en kwakzalversmiddelen onder verwijzing naar diverse landen, waar zij schijnen te hebben geholpen. Onder die landen neemt Engeland de groote plaats in. Daar, zegt men, zijn de zaken levendig en lieerscht nogal voorspoed, die een blijde en hoopvolle stemming heeft gebracht. Engeland maakte zijn pond twee jaren geleden los van het goud en dus, zoo wordt ge redeneerd, moeten andere landen om hun voorspoed terug te krijgen, ook jnaar 't goud te onttroonen Zij houden die redeneering vol niettegenstaande bezadigde deskundigen er op wijzen, dat de grootte van het Imperium, Otta wa, protectie en andere dingen onze buren aan de overzijde der Noordzee in een geheel uitzonderlijke positie plaatsen, terwijl wijders de Scandina vische landen, die ook van het goud afhingen, er geen zijde bij hebben ge sponnen; om niet te spreken van Ame rika, dat na al zijn proefnemingen he den minstens even erg in den put zit als ooit in de laatste vijf jaren. Deze bedenkingen weerhouden velen in ons land er niet van, te pleiten voor de echtscheiding tusschen den gulden en het goud. Heel wat mannen van ge zag en ervaring gelooven, dat ons land er baat bij zou vinden, indien wij den gulden het voorbeeld lieten vol gen van het pond Sterling. Hun be- toogen worden geschraagd door per soonlijke ondervinding maar daarin daarin ligt naar onze vaste overtui ging juist de fout. Gaarne neemt het blad als vaststaand aan, dat menig za- kenjnan persoonlijk baat zou kunnen vinden bij inflatie inzonderheid spe culanten. Maar zij, die het gewichtige besluit zouden moeten nemen, hebben niet alleen te rekenen met afzonderlij ke belangen, maar moeten in de eer ste plaats kijken naar de belangen des lands al9 geheel en wanneer de man nen als Colijn, Oud en Trip, die dit geheel beter kunnen overzien dan an deren, omdat zij over meer gegevens beschikken dan anderen, zich tegen standers verklaren van devaluatie, FEUILLETON. dan zou dat op zich zelf voor het Haag sche blad reeds voldoende zijn, om ons te kanten tegen sollen met den gulden. Maar behalve deze aanwijzing heeft het de grondige overtuiging, dat, zoo- als de Federal Reserve Board, onder dagteekening 27 September j.1., nog pas heeft gezegd, slecht geld, naast oorlog en pestilentie, de grootste ramp is, die een volk kan teisteren. Het blad citeert den passus uit be doeld stuk .dat het aandringen op infla tie berust op redevoeringen, die naar telkens en telkens opnieuw werd bewezen, tragische illusies waren. .dat bedreiging met inflatie een bedreiging is voor elk voorzichtig mensch, dat door zuinigheid en vlijt spaarpenningen heeft opgespaard om te voorzien in de behoeften van den ou den dag en tegenspoed. De geschiedenis van elk land, dat, onverschillig in welk tijdsgewricht ook proeven heeft genomen met infla tie, is altoos dezelfde geweest. Het ein digt in rampen voor elke klasse der bevolking, uitgezonderd speculanten. Behalve oorlog en pestilentie zou ons geen grooter ongeluk kunnen over komen len Prins Hendrik, die gehuwd was met grootvorst Wladimir van Rusland. Ketel in vlammen te Schimmert. Op terrein N.V. Geiuischlooze Weg. Blussching onmogelijk Woensdagnacht te omstreeks half drie brak brand uit op het terrein van de „N.V. Geruischlooze \Veg" uit Heem stede, die te Schimmert. haar menguio- lens en hitumeketels heeft opgesteld. De oorzaak is te wijten aan het overko ken van een ketel met te er vuur. Jn een minimum van tijd stond de geheele werkplaats in vlammen. Blussching bleek onmogelijk. Alle drijfriemen, ke tels en houtwerk werden vernield. De ketelinlioud, groot 3000 liter, staat nog steeds in vlammen. Deze brand is een groote schade voor het bedrijf, dat niet verzekerd is. Alles is stilgelegd. BUITENLANDSCH NIEUWS. BINNENLANDSCH NIEUWS. Crisissteun en werkloosheid. Lex dura, sed lcx". Een landbouwer in een dorp in den Zuid-Oosthoek van Friesland was Woensdag; aan het aardappelrooien, toen een jongen hem om een maaltje vroeg. Deze deelde mee, dat zijn ouders liet arm hadden, het gezin in ruim 3 we ken geen aardappelen had gegeten. De boer gaf hein daarom 'n flink maal mee. Toen de verheugde jongen met zijn vrachtje op den weg kwam, hield een heer hem staande en vroeg wat hij daar in den zak had. De jongen, zich van geen kwaad bewust, biechtte eer lijk op, waarop de heer de aardappelen in beslag nam in zijn kwaliteit van controleur der aardappel centrale. Het is te begrijpen dat de jongen wat sip keek. De controleur zocht daarna den boer op en deelde deze mede, dat hij hem bekeuren moest, wegens overtre ding van de bepalingen op het ver voer van aardappelen. Prinses Juliana bruidsmeisje. Men meldt van officieele zijde, dat H.K.H. Prinses Juliana als bruids meisje tegenwoordig zal zijn bij het huwelijk van prinses Ylarina van Grie kenland met Prins George, hertog van Kent, op 29 November e.k. Als bruidsmeisjes zullen aanwezig- zijn Prinses Juliana, prinses Irena van Griekenland grootvorstin Kyra van Rusland, prinses Elisabeth van York, prinses Eugenie van Griekenland, la dy Iris Mountbatten en lady Mary Cambridge. De bruid, prinses Marina, is een dochter van de oudste zuster van wij- Groote droogte in West-Britsch-Indië. Hulp der goden ingeroepen. Naar gemeld word, is in het Weste lijk deel van Britsch-Indië een beden kelijke toestand ontstaan door het uit blijven van de moesson-regens, waar van groote droogte het gevolg is. De bronnen zijn opgedroogd, het graan wordt hoe langer hoe schaarscher en voor het vee is er haast geen voedsel meer over. Men roept de hulp der goden in, in de hoop, dat dezen voor regen zullen zorgen, hetgeen met een schilderach tig ceremonieel gepaard gaat. Zoo hebben 9 Brahmanen zes uur lang tot aan hun borst in het water ge staan, onder het zingen van liederen ter eere van Indra, den god die naar men meent macht oefent over den re gen. De Brahamen hopen, dat na de voor den ritus vastgestelde 12 dagen de re gen zal neerstroomen evenals in 1904 1818, toen periodes van droogte eindig den nadat soortgelijke ceremoniën hadden plaats gehad. Op vele plaatsen worden „menschen- offers" gebracht, doch de „offers" be staan slechts uit poppen. EEN LEVENDE ELECTRICITEITS - CENTRALE. Vaclav Holek, een 30-jarige bontwerker te Kladno in Bohemen, heeft onlangs bij zich zelf een eigenschap ontdekt, welke hem veel geld kan doen besparen op zijn electriciteits- rekening. Wanneer hij n.1. een electrische lamp ter hand neemt begint deze vanzelf te gloeien. Als hij er dan met zijn andere hand over strijkt wordt het licht violet. Holek heeft eenige proeven genomen en het blijkt, hoe grooter de lamp is, hoe sterker het licht is, dat deze uitstraalt. Natuurkundigen en doktoren hebben hem onderzocht, maar kunnen niets bijzonders aan hem vinden. Zelf kan hij er ook geen verklaring voor vin den. rechtzaken. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 16 October. No. 12. Het was een verward verhaal, waar het meisje nu mee aankwam, en onder het luis teren was het Mary telkens, of zij een steek in het hart kreeg. „Je ziet, ik weet dus niet, wat ik doen moet," besloot Clover. „Den eenen dag ben ik zoo goed als zeker, dat hij om mij geeft en den volgenden dag denk ik, dat hij zich enkel maar wat vroolijk over mij heeft gemaakt Soms wilde ik liever, dat hij wegging, en dan denk ik toch ook weer, dat het mij het hart breken zou, als ik hem niet meer zag. Maar vader mocht nog eens zoo streng tegen hem optreden en dat zou ik verschrikkelijk vin den „Wat bedoel je daarmee Hoe zou je vader nu streng kunnen optreden Boetvaardig liet Clover het hoofdje han gen. „Ja zie je een paar avonden geleden zat ik nog laat op mr. Warwick te wachten, vader vond ons toen samen. Warwick hield den arm half om mij heengeslagenVader stuurde mij onmiddellijk naar bed en hij staarde hèm aanNu, je weet, hoe vader dan kijken kan „Maar Clover, je hadt toch ook niet voor mr. Warwick moetén opblijven „Waarom niet Hij was hier geweest en hij komt altijd eerst zoo laat van Ladywood te rug. Maar wat maakt het nu voor verschil, dat jij hier op hem zit te wachten en ik thuis op hem Kijk, die heb ik van hem gekre gen. Is dat niet aardig van hem O, Mary, hoe kon ik nu helpen, dat ik hem lief heb gekregen Heb je wel gemerkt, hoe diep en donker zijn oogen zijn En zijn stem Ik geloof niet, dat er een tweede zoo op de wereld bestaat Mary vroeg zich af, wat ze nog allemaal meer zou moeten hooren, zonder zich te ver raden. „Heeft mr. Warwick je dit gegeven vroeg zij zoo gewoon mogelijk. „Ja, en toen ik er hem voor kuste Hier begaf haar de stem en andermaal barstte zij in een stroom van tranen uit. Het kwam niet bij Mary op, om aan de echtheid van Clovers aandoeningen te twij felen. Dus nu moest zij wel denken de man, dien zij zoo hoog had gesteld, had liefde op gevat voor dit aardige kind en hij had haar gekust. O, had zij toch maar ineens kunnen ontvluchten dat schreiende schepseltje met het medaillon om, dat hij haar gegeven had. Gelukkig had zij nooit iets van hem gehad geen boek, geen bloem, of wat dan ook. Toch was het niet iets voor Mary, om lang over zichzelve te denken. Zij stond op en voor zichtig trok zij Clovers handjes weg van het betraande gezichtje. „Ik ben er zeker van, dat je geen reden hebt, om je zoo overstuur te maken. Als mr. Warwick heeft getoond, dat hij voor je voelt, dan is dit ook, omdat hij je lief heeftdaar van ben ik overtuigd. Hij is niet tot iets laags of onteerends in staat. Will en ik mogen hem heel graag, we zijn trotsch op zijn vriend schap. Hij zal er wel gauw met je vader over spreken en dan zal je je schamen, dat je ooit aan hem getwijfeld hebt." „Ik wilde wel, dat ik er ook zoo over den ken kon, Mary. En ik zou dan ook nooit aan hem getwijfeld hebben, als ik niet die praat jes over hem had gehoord." „Wat voor praatjes Clover aarzelde. Ze wist eigenlijk zoo gauw niet, of het goed of kwaad zou doen, als ze vertelde wat ze wist. Maar ze was nu eenmaal te ver gegaan en lichtte dus toe „Tante Diana lady Carstairs dan heeft iemand ontmoet, die mr. Warwick kende. Ze zeggen, dat hij iets onteerends heeft gedaan en dat niemand van zijn vrienden of zijn fa milie meer met hem te doen wil hebben. Zijn oom heeft hem onterfd en feitelijk houdt hij Gevaarlijke en ongeoorloofde manier van rijden. De 20-jarige Pieter Jan Sm. uit Wie- ringen stond terecht wegens een door hem veroorzaakte aanrijding met een motorrijder, den 28-jarigen machine bankwerker Jan de Boer, die door deze aanrijdingi zwaar lichamelijk letsel bekwam en thans, nu de zaak diende, 300 gulden schadevergoeding vorder de wegens beloopen lichaams- en mo- torschade. De getuige kon echter nicc hooger gaan dan f 150. Het ongeval had zich ongeveer als volgt toegedragen in den avond van 10 Mei reed de verdachte in een dooi' hem bestuurde auto achteruit vanuit een parkeerterrein op den Zanddijk, althans den Strooweg. Hij hield voort durend rechts en kwam alsnu in ern stige botsing met bovengemelden mo torrijder, met het gevolg dat de motor danig werd beschadigd en de motor rijder ruim 7 weken „mooi" of liever ieelijk door deze colissie was. Ook voor den automobilist hieven de onaangenaamheden niet uit. Tegen hem werd een strafvervolging inge steld betreffende art. 308 Wetboek van Strafrecht, en hij stond heden terecht, in rechten bijgestaan door mr. Buis kool, advocaat te Schagen, een be kend strafpleiter in „noordelijke" aan rijdingszaken. De president bracht verdachte onder het oog,; dat hij met achteruitrijden niet de rechter-, maar de linkerw eg- zijde had moeten nemen. Verdachte reed eerst heel langzaam, toen gaf hij wat méér gas en versnel de het tempo. Het was zijn bedoeling bij een ruime wegbocht om te kee- ren, doch voor hij zoo ver was, ver scheen de motorrijder ten tooneele *net 'het gevolg, hiervoor gereleveerd. Mr. Buiskool wees er op, dat getui ge de Boer niet in het bezit was van 'n geldig rijbewijs B. Voorts deelde plei ter nog, mede, dat getuige, hoewel hem de bevoegdheid tot rijden was ontzegd, nog had gereden zonder die bevoegd heid hij deswege was beroordeeld door den politierechter te Alkmaar. Dit alle maal was echter volgens de Boer al 3 jaar geleden. Pleiter bracht nog in het midden, dat de Boer genoeg ruimte had om te passeeren. Hij had den achteruit rijden den wagen links kunnen passeeren Dr. van Driel, arts te Den Helder, die getuige de Boer medisch had behan deld, gaf als deskundige een omschrij ving van de wonden, door de Boer be komen. De 15-jarige mej. J. A. Ooms fun geerde als duogirl en had, meer in tiem dan aangenaam was, de aanrij ding meegemaakt. De auto had zij niet eens gezien, maar wel gevoeld. Zij tuimelde van de duo af, doch kwam er wonderbest af. De chauffeur Schnellenberg, die de. aanrijding had gezien, beweerde, dat verdachte door met achteruit rijden op den rechterweghelft. gevaarlijk reed Volgens den schilder v. Straaten had de motorrijder gemakkelijk kun nen passeren, als de auto minder snel reden had. De 20-jarige J. Takes zat naast den- bestuurder van de auto. Hij keek ach teruit en zag den motorrijder aanko men. Hij had verdachte gezegd te stop pen en deze had daaraan voldaan. Voor de politie had deze getuige eenigs zins anders verklaard. Volgens inzicht van den officier, die vermoedelijk ook werd gedeeld door de heeren rechters, had de verdachte niet de juiste manier gekozen om zijn wagen in andere richting te brengen. Deze methode was ontegenzeggelijk de oorzaak van de aanrijding. Door het achteruitrijden was de wagen een tegenligger in de verkeerde richting, waarop de rechtsrijdende bestuurder niet op kan rekenen. Er zijn echter meer dergelijke branie-rijders, die het met de regels van den weg niet al te nauw nemen. In ieder geval had ver dachte onvoorzichtig en roekeloos ge reden en requireerde de officier op grond daarvan f 75 boete of 30 dagen en ontzegging motorrijtuigen te bestu ren voor den tijd van 1 jaar. Mr. Buiskool, het woord verkrijgen de, achtte het dubieus of de manier van rijden door verdachte zoo ver keerd was, zulks in verband met de ongelukkige ligging, van het parkeer terrein ter plaatse. Pleiter besprak uitvoerig de 3 pun ten der telaste ligging in de dagvaar ding om tot de conclusie te komen, dat de grove schuld niet onverdeeld was aan de zijde van den verdachte, doch ook van den motorrijder. Hel. zwaar bekomen lichamelijk letsel was dan niet onverdeeld de schuld van den verdachte. Pleiter eindigde |n zijn uitgespro ken pleidooi het telaste gelegde niet in voldoende mate bewezen en conclu deerde tot vrijspraak, subsidair het op leggen van een lichtere straf. Geen repliek. Uitspraak over 8 dagen KANTONGERECHT TE ALKMAAR. Srtafzitting van Vrijdag 19 October. Dat volkje moet zich nog aanpassen. Volgens de enthousiaste verslagen heeft de vestiging van de Israëlieti- sche Duitsche uitgewekenen in den YVieringermeerpolder, zooal dan geen voordeel, dan toch het gastvrije Neder land groote eer gebracht. Het is echter niet alles goud wat er blinkt. Want het schijnt, dat deze emigranten het met de wet niet al te nauw nemen en sommigen lang niet afkeerig zijn van café-bezoek. De vorige week werd al een minderjarige jongen veroordeeld wegens het wielrijden zonder |icht, thans was het een zekere heer Izak R., die zich aan een dergelijk euvel had schuldig gemaakt. Deze werd bij ver stek f 4 boete of 4 dagen opgelegd. Voorts was aanwezig de heer Hans L., zich noemende directeur der stich ting, die wat slecht Hollandsch kan brabbelen en nu voor Izak een goed woordje kwajn doen. Maar zelf had deze beschermer zich ook te verant woorden, omdat hij de arrondisse menten Alkmaar en Haarlem had door getuft zonder behoorlijk verlichte ach terletter en nummer. Op grond van de omstandigheid, dat zich hier verborgen. Denk jij, dat het waar is Heeft hij je iets ove rzichzelven vrteld Mary moest erkennen, dat Will en zij niets van hem afwisten. „Wij hebben hem ook nooit iets gevraagd en er was geen reden, dat hij ons iets vertel len zou, Maar jij „O, ik hoef niets te weten. In ieder geval schijnt hij niet te vertrouwen te zijn mis schien maakt hij zich alleen vroolijk over mij Mary stond op en voelde dat ze het niet langer kon uithouden. ,Praat er nu niet meer over Ik wil niets kwaads van mr. Warwick gelooven, tot ik wel niet anders kan. Als je een volgenden keer komt, zal je zeker goed nieuws hebben te ver tellen." Haar stem klonk gewoon, maar Clover merkte, dat de lippen, die haar kusten, ijs koud waren. En toen ze even het hek uit was, vertoonde zich een alleronaangenaamste glimlach op haar gelaat en sprak zij in zich zelve „Ze zal toch nooit de waarheid uitvinden Ze Is veel te trotsch om iets tegen hem te zeggen. Maar, als ik Mary Armstrong goed ken, dan zal zij nooit meer dezelfde tegen hem zijn. Mr. Warwick zal dus niet meer zco hartelijk verwelkomd worden op Ladywood. Dat is dan ook zijn verdiende loon." Mary ging langzaam naar boven en sloot zich op in haar kamer. Ze voelde, dat ze al leen moest wezen eens even tot rust moest komen en haar gedachten regelen moest. Ze ging aan het open venster zitten, keek uit met droef-starenden blik en nam in den geest het heele onderhoud met Clover nog eens over, zich niets besparende, daar het haar altijd het beste voorkwam, alle leed goed onder de oogen te zien. Het kwam niet bij haar op, om met bitter heid te denken over Thurston Warwick, ter wijl ze aan Clover in het geheel niet dacht. Ze vond het eigenlijk alleen ongerijmd van zichzelve iemand van over de dertig toch al om haar hart te verliezen aan een man, die er natuurlijk meelijden voor hem gevoeld,' omdat hij zoo zwak was en zoo moeilijk liep. En er ging een soort bekooring van hem uit dit viel ook niet te ontkennen. „Wat geeft het het ook eigenlijk, om er over te tobben," dacht zij toen weer. Het is eenmaal zoo en het kan niet ongedaan wor den gemaakt. Dit is zeker „het ware", zoo als Geoff het noemt, dat over mij is gekomen. Al wat ik doen kan, is het moedig te dragen en het voor ieder ander te verbergen. Maar hoe zal ik hem ooit weer kunnen ontmoeten?" Al tweemaal was Hanna bij haar aan de deur geweest en ze had haar weggezonden met de mededeeling, dat ze erge hoofdpijn had en dat ze dus wat rusten wilde. Een blik in den spiegel toonde haar dan ook voldoende, dat zij er verschrikkelijk uit zag en dat ze zóó niet naar beneden kon gaan. Toen Hanna nu weer eens bij haar kwam kloppen, deed ze gauw de deur open en trok de goede oude binnen. „Hoor eens, Hanna, je moet Master Will maar zeggen, dat ik vandaag op mijn kamer blijf. Maar je zult hem toch niet vertellen, wie hier vanmiddag geweest is Dat beloof ie mij immers „Ik beloof het u, Miss Mary." Een oogenblik sloeg Mary de armen om de getrouwe heen en liet haar hoofd op Han- na's schouders vallen. „Morgenochtend zal ik weer heelemaal be ter zijn, Hanna. Maar nu vandaag wil ik ver der alleen blijven. Als iemand mij zóó zag, zouden ze het misschien radenJe zult mij toch helpen, om het te verbergen „Ja, kindlief Niet lang daarna kwam William Armstrong bij zijn zuster aan de deur, vol bezorgdheid maar zij stelde hem gerust en zond hem toch -oo gauw mogelijk weer weg. Het souper was al een heel weinig opgewekte maaltijd voor de heeren en Warwick ging dan ook bijzon der vroeg naar de pastorie terug. Clover, die hem hoorde binnenkomen, lach te eens sluw en sliep dien nacht best, van voldoening over dit voorloopig resultaat. Maar met al haar slimheid had zij er toch verkeerd aan gedaan, om de hulp van de vriendin in te roepen niemand klopte bij Mary Armstrong ooit tevergeefs aan en dit zoo juist van min-gewenschte uitwerking zijn voor het mooie dochtertje van den dominee. Na een slapelooze nacht kwam Mary weer op haar gewonen tijd beneden, om koffie te schenken voor Will. Zij zag wel wat bleek en hij merkte, dat ze haast niets at, maar voor al, toen zij na afloop van het ontbijt vroeg, of hij nog een paar minuten had, schrikte hij toch van den toon van haar stem. „Ja, Mary wat scheelt er aan Is het Iets over Geoff „Neen." „Over jezelve „Neen, hoe kan je dat nu 't Is over Clover Holroyde en Mr. Warwick." HOOFDSTUK IX. Al de mooie, lange dagen van Augustus gin gen voorbij en Freda Bell vond, dat dit nu wel de onaangenaamste zomer was, dien zij ooit had beleefd. Niet zoodra had zij het aan zoek van Rodney Baring aangenomen, of ze had er toch ook weer spijt van, en, naarmate de dagen verliepen, ging ze steeds meer het onherstelbare betreuren van den eenmaal gedanen stap. Haar verloving had geen enkel van de won deren te voorschijn geroepen, die zij er zich van voorgesteld had ze had de herinnering aan Geoff Armstrong niet verbannen, ze had er haar verloofde niets liever om. Rodney Baring was een zeer weinigeischend verloofde. Hij stelde zich al tevreden met naar haar te kijken met 's morgens even aan te komen, als hij naar de Bank ging 's middags dan een wandeling met haar te maken en later te komen thee-drinken. Hij had „Hillcrest" gekocht, een prachtig oud huis, dat gemeubileerd van de hand gedaan was na den dood van den eigenaar. Zelve had hij in een klein deel zijn trek genomen, terwijl een leger van werklui bezig was, om alles in orde te maken voor de jonge vrouw. (Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1