25e JAARGANG
DINSDAG 23 OCTÓBER 1934
No. 85
NIEUWS- EN JLDVe«tTBNTIBBLJLD VOOR
WfERINOBN EN OMSTREKEN
SOLLEN MET DEN GULDEN?
HET WARE."
«WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIE RINGEN
tJi
BUREAU
Hippolytushoef Wielingen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels t 0.50
Iedere regel meer t 0.10.
De Haagsche Post schrijft
Zieke menschen raadplegen door
gaans den geneesheer, wiens kunst
naar wel eens wordt beweerd, voorna
melijk hierin bestaat, dat hij partij
weet te trekken van de natuur, welke
laatste tenslotte de genezing moet bren
gen. Er zijn ook zieken, die vol ver
trouwen alles maar aan de natuur
overlaten en weder anderen hebben
fiducie iii hetgeen in de wandeling
kwakzalversmiddelen worden ge
noemd. Bij het zieke geld, dat thans
het economische leven allerwegen zoo
zeer bemoeilijkt, kunnen wij een ana
loge houding constateeren. Velen luis
teren naar de faculteit, in dit geval de
specialisten, zooals prof. Cassel en de
heer Keynes. Maar aangezien dit tot
dusver nog geen genezing hebben ge
bracht gaan er stemmen op, dat met
tertijd alles wel van zelf zal „reg
kom" wanneer men de economische
natuur maar haar eigen loop laat en
een bedenkelijk groot aantal lieden be
pleit paarde- en kwakzalversmiddelen
onder verwijzing naar diverse landen,
waar zij schijnen te hebben geholpen.
Onder die landen neemt Engeland de
groote plaats in. Daar, zegt men, zijn
de zaken levendig en lieerscht nogal
voorspoed, die een blijde en hoopvolle
stemming heeft gebracht. Engeland
maakte zijn pond twee jaren geleden
los van het goud en dus, zoo wordt ge
redeneerd, moeten andere landen om
hun voorspoed terug te krijgen, ook
jnaar 't goud te onttroonen Zij houden
die redeneering vol niettegenstaande
bezadigde deskundigen er op wijzen,
dat de grootte van het Imperium, Otta
wa, protectie en andere dingen onze
buren aan de overzijde der Noordzee
in een geheel uitzonderlijke positie
plaatsen, terwijl wijders de Scandina
vische landen, die ook van het goud
afhingen, er geen zijde bij hebben ge
sponnen; om niet te spreken van Ame
rika, dat na al zijn proefnemingen he
den minstens even erg in den put
zit als ooit in de laatste vijf jaren.
Deze bedenkingen weerhouden velen
in ons land er niet van, te pleiten voor
de echtscheiding tusschen den gulden
en het goud. Heel wat mannen van ge
zag en ervaring gelooven, dat ons
land er baat bij zou vinden, indien wij
den gulden het voorbeeld lieten vol
gen van het pond Sterling. Hun be-
toogen worden geschraagd door per
soonlijke ondervinding maar daarin
daarin ligt naar onze vaste overtui
ging juist de fout. Gaarne neemt het
blad als vaststaand aan, dat menig za-
kenjnan persoonlijk baat zou kunnen
vinden bij inflatie inzonderheid spe
culanten. Maar zij, die het gewichtige
besluit zouden moeten nemen, hebben
niet alleen te rekenen met afzonderlij
ke belangen, maar moeten in de eer
ste plaats kijken naar de belangen des
lands al9 geheel en wanneer de man
nen als Colijn, Oud en Trip, die dit
geheel beter kunnen overzien dan an
deren, omdat zij over meer gegevens
beschikken dan anderen, zich tegen
standers verklaren van devaluatie,
FEUILLETON.
dan zou dat op zich zelf voor het Haag
sche blad reeds voldoende zijn, om ons
te kanten tegen sollen met den gulden.
Maar behalve deze aanwijzing heeft
het de grondige overtuiging, dat, zoo-
als de Federal Reserve Board, onder
dagteekening 27 September j.1., nog
pas heeft gezegd, slecht geld, naast
oorlog en pestilentie, de grootste
ramp is, die een volk kan teisteren.
Het blad citeert den passus uit be
doeld stuk
.dat het aandringen op infla
tie berust op redevoeringen, die
naar telkens en telkens opnieuw werd
bewezen, tragische illusies waren.
.dat bedreiging met inflatie een
bedreiging is voor elk voorzichtig
mensch, dat door zuinigheid en vlijt
spaarpenningen heeft opgespaard om
te voorzien in de behoeften van den ou
den dag en tegenspoed.
De geschiedenis van elk land, dat,
onverschillig in welk tijdsgewricht
ook proeven heeft genomen met infla
tie, is altoos dezelfde geweest. Het ein
digt in rampen voor elke klasse der
bevolking, uitgezonderd speculanten.
Behalve oorlog en pestilentie zou ons
geen grooter ongeluk kunnen over
komen
len Prins Hendrik, die gehuwd was
met grootvorst Wladimir van Rusland.
Ketel in vlammen te Schimmert.
Op terrein N.V. Geiuischlooze
Weg. Blussching onmogelijk
Woensdagnacht te omstreeks half
drie brak brand uit op het terrein van
de „N.V. Geruischlooze \Veg" uit Heem
stede, die te Schimmert. haar menguio-
lens en hitumeketels heeft opgesteld.
De oorzaak is te wijten aan het overko
ken van een ketel met te er vuur. Jn een
minimum van tijd stond de geheele
werkplaats in vlammen. Blussching
bleek onmogelijk. Alle drijfriemen, ke
tels en houtwerk werden vernield.
De ketelinlioud, groot 3000 liter,
staat nog steeds in vlammen.
Deze brand is een groote schade
voor het bedrijf, dat niet verzekerd is.
Alles is stilgelegd.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Crisissteun en werkloosheid.
Lex dura, sed lcx".
Een landbouwer in een dorp in den
Zuid-Oosthoek van Friesland was
Woensdag; aan het aardappelrooien,
toen een jongen hem om een maaltje
vroeg.
Deze deelde mee, dat zijn ouders liet
arm hadden, het gezin in ruim 3 we
ken geen aardappelen had gegeten.
De boer gaf hein daarom 'n flink maal
mee.
Toen de verheugde jongen met zijn
vrachtje op den weg kwam, hield een
heer hem staande en vroeg wat hij
daar in den zak had. De jongen, zich
van geen kwaad bewust, biechtte eer
lijk op, waarop de heer de aardappelen
in beslag nam in zijn kwaliteit van
controleur der aardappel centrale.
Het is te begrijpen dat de jongen wat
sip keek.
De controleur zocht daarna den
boer op en deelde deze mede, dat hij
hem bekeuren moest, wegens overtre
ding van de bepalingen op het ver
voer van aardappelen.
Prinses Juliana bruidsmeisje.
Men meldt van officieele zijde, dat
H.K.H. Prinses Juliana als bruids
meisje tegenwoordig zal zijn bij het
huwelijk van prinses Ylarina van Grie
kenland met Prins George, hertog van
Kent, op 29 November e.k.
Als bruidsmeisjes zullen aanwezig-
zijn Prinses Juliana, prinses Irena van
Griekenland grootvorstin Kyra van
Rusland, prinses Elisabeth van York,
prinses Eugenie van Griekenland, la
dy Iris Mountbatten en lady Mary
Cambridge.
De bruid, prinses Marina, is een
dochter van de oudste zuster van wij-
Groote droogte in West-Britsch-Indië.
Hulp der goden ingeroepen.
Naar gemeld word, is in het Weste
lijk deel van Britsch-Indië een beden
kelijke toestand ontstaan door het uit
blijven van de moesson-regens, waar
van groote droogte het gevolg is. De
bronnen zijn opgedroogd, het graan
wordt hoe langer hoe schaarscher en
voor het vee is er haast geen voedsel
meer over.
Men roept de hulp der goden in, in
de hoop, dat dezen voor regen zullen
zorgen, hetgeen met een schilderach
tig ceremonieel gepaard gaat.
Zoo hebben 9 Brahmanen zes uur
lang tot aan hun borst in het water ge
staan, onder het zingen van liederen
ter eere van Indra, den god die naar
men meent macht oefent over den re
gen.
De Brahamen hopen, dat na de voor
den ritus vastgestelde 12 dagen de re
gen zal neerstroomen evenals in 1904
1818, toen periodes van droogte eindig
den nadat soortgelijke ceremoniën
hadden plaats gehad.
Op vele plaatsen worden „menschen-
offers" gebracht, doch de „offers" be
staan slechts uit poppen.
EEN LEVENDE ELECTRICITEITS -
CENTRALE.
Vaclav Holek, een 30-jarige bontwerker te
Kladno in Bohemen, heeft onlangs bij zich
zelf een eigenschap ontdekt, welke hem veel
geld kan doen besparen op zijn electriciteits-
rekening.
Wanneer hij n.1. een electrische lamp ter
hand neemt begint deze vanzelf te gloeien.
Als hij er dan met zijn andere hand over
strijkt wordt het licht violet.
Holek heeft eenige proeven genomen en het
blijkt, hoe grooter de lamp is, hoe sterker het
licht is, dat deze uitstraalt. Natuurkundigen
en doktoren hebben hem onderzocht, maar
kunnen niets bijzonders aan hem vinden.
Zelf kan hij er ook geen verklaring voor vin
den.
rechtzaken.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 16 October.
No. 12.
Het was een verward verhaal, waar het
meisje nu mee aankwam, en onder het luis
teren was het Mary telkens, of zij een steek
in het hart kreeg.
„Je ziet, ik weet dus niet, wat ik doen moet,"
besloot Clover. „Den eenen dag ben ik zoo
goed als zeker, dat hij om mij geeft en den
volgenden dag denk ik, dat hij zich enkel
maar wat vroolijk over mij heeft gemaakt
Soms wilde ik liever, dat hij wegging, en dan
denk ik toch ook weer, dat het mij het hart
breken zou, als ik hem niet meer zag. Maar
vader mocht nog eens zoo streng tegen hem
optreden en dat zou ik verschrikkelijk vin
den
„Wat bedoel je daarmee Hoe zou je vader
nu streng kunnen optreden
Boetvaardig liet Clover het hoofdje han
gen.
„Ja zie je een paar avonden geleden zat
ik nog laat op mr. Warwick te wachten,
vader vond ons toen samen. Warwick hield
den arm half om mij heengeslagenVader
stuurde mij onmiddellijk naar bed en hij
staarde hèm aanNu, je weet, hoe vader
dan kijken kan
„Maar Clover, je hadt toch ook niet voor
mr. Warwick moetén opblijven
„Waarom niet Hij was hier geweest en hij
komt altijd eerst zoo laat van Ladywood te
rug. Maar wat maakt het nu voor verschil,
dat jij hier op hem zit te wachten en ik thuis
op hem Kijk, die heb ik van hem gekre
gen. Is dat niet aardig van hem O, Mary,
hoe kon ik nu helpen, dat ik hem lief heb
gekregen Heb je wel gemerkt, hoe diep
en donker zijn oogen zijn En zijn stem
Ik geloof niet, dat er een tweede zoo op de
wereld bestaat
Mary vroeg zich af, wat ze nog allemaal
meer zou moeten hooren, zonder zich te ver
raden.
„Heeft mr. Warwick je dit gegeven vroeg
zij zoo gewoon mogelijk.
„Ja, en toen ik er hem voor kuste
Hier begaf haar de stem en andermaal
barstte zij in een stroom van tranen uit.
Het kwam niet bij Mary op, om aan de
echtheid van Clovers aandoeningen te twij
felen. Dus nu moest zij wel denken de man,
dien zij zoo hoog had gesteld, had liefde op
gevat voor dit aardige kind en hij had haar
gekust. O, had zij toch maar ineens kunnen
ontvluchten dat schreiende schepseltje met
het medaillon om, dat hij haar gegeven had.
Gelukkig had zij nooit iets van hem gehad
geen boek, geen bloem, of wat dan ook.
Toch was het niet iets voor Mary, om lang
over zichzelve te denken. Zij stond op en voor
zichtig trok zij Clovers handjes weg van het
betraande gezichtje.
„Ik ben er zeker van, dat je geen reden
hebt, om je zoo overstuur te maken. Als mr.
Warwick heeft getoond, dat hij voor je voelt,
dan is dit ook, omdat hij je lief heeftdaar
van ben ik overtuigd. Hij is niet tot iets laags
of onteerends in staat. Will en ik mogen hem
heel graag, we zijn trotsch op zijn vriend
schap. Hij zal er wel gauw met je vader over
spreken en dan zal je je schamen, dat je ooit
aan hem getwijfeld hebt."
„Ik wilde wel, dat ik er ook zoo over den
ken kon, Mary. En ik zou dan ook nooit aan
hem getwijfeld hebben, als ik niet die praat
jes over hem had gehoord."
„Wat voor praatjes
Clover aarzelde. Ze wist eigenlijk zoo gauw
niet, of het goed of kwaad zou doen, als ze
vertelde wat ze wist. Maar ze was nu eenmaal
te ver gegaan en lichtte dus toe
„Tante Diana lady Carstairs dan heeft
iemand ontmoet, die mr. Warwick kende. Ze
zeggen, dat hij iets onteerends heeft gedaan
en dat niemand van zijn vrienden of zijn fa
milie meer met hem te doen wil hebben. Zijn
oom heeft hem onterfd en feitelijk houdt hij
Gevaarlijke en ongeoorloofde
manier van rijden.
De 20-jarige Pieter Jan Sm. uit Wie-
ringen stond terecht wegens een door
hem veroorzaakte aanrijding met een
motorrijder, den 28-jarigen machine
bankwerker Jan de Boer, die door deze
aanrijdingi zwaar lichamelijk letsel
bekwam en thans, nu de zaak diende,
300 gulden schadevergoeding vorder
de wegens beloopen lichaams- en mo-
torschade. De getuige kon echter nicc
hooger gaan dan f 150.
Het ongeval had zich ongeveer als
volgt toegedragen in den avond van
10 Mei reed de verdachte in een dooi'
hem bestuurde auto achteruit vanuit
een parkeerterrein op den Zanddijk,
althans den Strooweg. Hij hield voort
durend rechts en kwam alsnu in ern
stige botsing met bovengemelden mo
torrijder, met het gevolg dat de motor
danig werd beschadigd en de motor
rijder ruim 7 weken „mooi" of liever
ieelijk door deze colissie was.
Ook voor den automobilist hieven de
onaangenaamheden niet uit. Tegen
hem werd een strafvervolging inge
steld betreffende art. 308 Wetboek van
Strafrecht, en hij stond heden terecht,
in rechten bijgestaan door mr. Buis
kool, advocaat te Schagen, een be
kend strafpleiter in „noordelijke" aan
rijdingszaken.
De president bracht verdachte onder
het oog,; dat hij met achteruitrijden
niet de rechter-, maar de linkerw eg-
zijde had moeten nemen.
Verdachte reed eerst heel langzaam,
toen gaf hij wat méér gas en versnel
de het tempo. Het was zijn bedoeling
bij een ruime wegbocht om te kee-
ren, doch voor hij zoo ver was, ver
scheen de motorrijder ten tooneele *net
'het gevolg, hiervoor gereleveerd.
Mr. Buiskool wees er op, dat getui
ge de Boer niet in het bezit was van 'n
geldig rijbewijs B. Voorts deelde plei
ter nog, mede, dat getuige, hoewel hem
de bevoegdheid tot rijden was ontzegd,
nog had gereden zonder die bevoegd
heid hij deswege was beroordeeld door
den politierechter te Alkmaar. Dit alle
maal was echter volgens de Boer al 3
jaar geleden.
Pleiter bracht nog in het midden,
dat de Boer genoeg ruimte had om te
passeeren. Hij had den achteruit rijden
den wagen links kunnen passeeren
Dr. van Driel, arts te Den Helder, die
getuige de Boer medisch had behan
deld, gaf als deskundige een omschrij
ving van de wonden, door de Boer be
komen.
De 15-jarige mej. J. A. Ooms fun
geerde als duogirl en had, meer in
tiem dan aangenaam was, de aanrij
ding meegemaakt. De auto had zij
niet eens gezien, maar wel gevoeld. Zij
tuimelde van de duo af, doch kwam er
wonderbest af.
De chauffeur Schnellenberg, die de.
aanrijding had gezien, beweerde, dat
verdachte door met achteruit rijden
op den rechterweghelft. gevaarlijk reed
Volgens den schilder v. Straaten
had de motorrijder gemakkelijk kun
nen passeren, als de auto minder snel
reden had.
De 20-jarige J. Takes zat naast den-
bestuurder van de auto. Hij keek ach
teruit en zag den motorrijder aanko
men. Hij had verdachte gezegd te stop
pen en deze had daaraan voldaan.
Voor de politie had deze getuige eenigs
zins anders verklaard.
Volgens inzicht van den officier, die
vermoedelijk ook werd gedeeld door
de heeren rechters, had de verdachte
niet de juiste manier gekozen om zijn
wagen in andere richting te brengen.
Deze methode was ontegenzeggelijk de
oorzaak van de aanrijding. Door het
achteruitrijden was de wagen een
tegenligger in de verkeerde richting,
waarop de rechtsrijdende bestuurder
niet op kan rekenen. Er zijn echter
meer dergelijke branie-rijders, die het
met de regels van den weg niet al te
nauw nemen. In ieder geval had ver
dachte onvoorzichtig en roekeloos ge
reden en requireerde de officier op
grond daarvan f 75 boete of 30 dagen
en ontzegging motorrijtuigen te bestu
ren voor den tijd van 1 jaar.
Mr. Buiskool, het woord verkrijgen
de, achtte het dubieus of de manier
van rijden door verdachte zoo ver
keerd was, zulks in verband met de
ongelukkige ligging, van het parkeer
terrein ter plaatse.
Pleiter besprak uitvoerig de 3 pun
ten der telaste ligging in de dagvaar
ding om tot de conclusie te komen,
dat de grove schuld niet onverdeeld
was aan de zijde van den verdachte,
doch ook van den motorrijder. Hel.
zwaar bekomen lichamelijk letsel was
dan niet onverdeeld de schuld van den
verdachte.
Pleiter eindigde |n zijn uitgespro
ken pleidooi het telaste gelegde niet in
voldoende mate bewezen en conclu
deerde tot vrijspraak, subsidair het op
leggen van een lichtere straf.
Geen repliek. Uitspraak over 8 dagen
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Srtafzitting van Vrijdag 19 October.
Dat volkje moet zich nog aanpassen.
Volgens de enthousiaste verslagen
heeft de vestiging van de Israëlieti-
sche Duitsche uitgewekenen in den
YVieringermeerpolder, zooal dan geen
voordeel, dan toch het gastvrije Neder
land groote eer gebracht. Het is echter
niet alles goud wat er blinkt. Want
het schijnt, dat deze emigranten het
met de wet niet al te nauw nemen en
sommigen lang niet afkeerig zijn van
café-bezoek. De vorige week werd al
een minderjarige jongen veroordeeld
wegens het wielrijden zonder |icht,
thans was het een zekere heer Izak R.,
die zich aan een dergelijk euvel had
schuldig gemaakt. Deze werd bij ver
stek f 4 boete of 4 dagen opgelegd.
Voorts was aanwezig de heer Hans
L., zich noemende directeur der stich
ting, die wat slecht Hollandsch kan
brabbelen en nu voor Izak een goed
woordje kwajn doen. Maar zelf had
deze beschermer zich ook te verant
woorden, omdat hij de arrondisse
menten Alkmaar en Haarlem had door
getuft zonder behoorlijk verlichte ach
terletter en nummer.
Op grond van de omstandigheid, dat
zich hier verborgen. Denk jij, dat het waar
is Heeft hij je iets ove rzichzelven vrteld
Mary moest erkennen, dat Will en zij niets
van hem afwisten.
„Wij hebben hem ook nooit iets gevraagd
en er was geen reden, dat hij ons iets vertel
len zou, Maar jij
„O, ik hoef niets te weten. In ieder geval
schijnt hij niet te vertrouwen te zijn mis
schien maakt hij zich alleen vroolijk over
mij
Mary stond op en voelde dat ze het niet
langer kon uithouden.
,Praat er nu niet meer over Ik wil niets
kwaads van mr. Warwick gelooven, tot ik wel
niet anders kan. Als je een volgenden keer
komt, zal je zeker goed nieuws hebben te ver
tellen."
Haar stem klonk gewoon, maar Clover
merkte, dat de lippen, die haar kusten, ijs
koud waren. En toen ze even het hek uit was,
vertoonde zich een alleronaangenaamste
glimlach op haar gelaat en sprak zij in zich
zelve
„Ze zal toch nooit de waarheid uitvinden
Ze Is veel te trotsch om iets tegen hem te
zeggen. Maar, als ik Mary Armstrong goed
ken, dan zal zij nooit meer dezelfde tegen
hem zijn. Mr. Warwick zal dus niet meer zco
hartelijk verwelkomd worden op Ladywood.
Dat is dan ook zijn verdiende loon."
Mary ging langzaam naar boven en sloot
zich op in haar kamer. Ze voelde, dat ze al
leen moest wezen eens even tot rust moest
komen en haar gedachten regelen moest.
Ze ging aan het open venster zitten, keek
uit met droef-starenden blik en nam in den
geest het heele onderhoud met Clover nog
eens over, zich niets besparende, daar het
haar altijd het beste voorkwam, alle leed goed
onder de oogen te zien.
Het kwam niet bij haar op, om met bitter
heid te denken over Thurston Warwick, ter
wijl ze aan Clover in het geheel niet dacht.
Ze vond het eigenlijk alleen ongerijmd van
zichzelve iemand van over de dertig toch
al om haar hart te verliezen aan een man,
die er natuurlijk meelijden voor hem gevoeld,'
omdat hij zoo zwak was en zoo moeilijk liep.
En er ging een soort bekooring van hem uit
dit viel ook niet te ontkennen.
„Wat geeft het het ook eigenlijk, om er
over te tobben," dacht zij toen weer. Het is
eenmaal zoo en het kan niet ongedaan wor
den gemaakt. Dit is zeker „het ware", zoo
als Geoff het noemt, dat over mij is gekomen.
Al wat ik doen kan, is het moedig te dragen
en het voor ieder ander te verbergen. Maar
hoe zal ik hem ooit weer kunnen ontmoeten?"
Al tweemaal was Hanna bij haar aan de
deur geweest en ze had haar weggezonden
met de mededeeling, dat ze erge hoofdpijn
had en dat ze dus wat rusten wilde.
Een blik in den spiegel toonde haar dan
ook voldoende, dat zij er verschrikkelijk uit
zag en dat ze zóó niet naar beneden kon gaan.
Toen Hanna nu weer eens bij haar kwam
kloppen, deed ze gauw de deur open en trok
de goede oude binnen.
„Hoor eens, Hanna, je moet Master Will
maar zeggen, dat ik vandaag op mijn kamer
blijf. Maar je zult hem toch niet vertellen,
wie hier vanmiddag geweest is Dat beloof
ie mij immers
„Ik beloof het u, Miss Mary."
Een oogenblik sloeg Mary de armen om de
getrouwe heen en liet haar hoofd op Han-
na's schouders vallen.
„Morgenochtend zal ik weer heelemaal be
ter zijn, Hanna. Maar nu vandaag wil ik ver
der alleen blijven. Als iemand mij zóó zag,
zouden ze het misschien radenJe zult
mij toch helpen, om het te verbergen
„Ja, kindlief
Niet lang daarna kwam William Armstrong
bij zijn zuster aan de deur, vol bezorgdheid
maar zij stelde hem gerust en zond hem toch
-oo gauw mogelijk weer weg. Het souper was
al een heel weinig opgewekte maaltijd voor
de heeren en Warwick ging dan ook bijzon
der vroeg naar de pastorie terug.
Clover, die hem hoorde binnenkomen, lach
te eens sluw en sliep dien nacht best, van
voldoening over dit voorloopig resultaat.
Maar met al haar slimheid had zij er toch
verkeerd aan gedaan, om de hulp van de
vriendin in te roepen niemand klopte bij
Mary Armstrong ooit tevergeefs aan en dit
zoo juist van min-gewenschte uitwerking zijn
voor het mooie dochtertje van den dominee.
Na een slapelooze nacht kwam Mary weer
op haar gewonen tijd beneden, om koffie te
schenken voor Will. Zij zag wel wat bleek en
hij merkte, dat ze haast niets at, maar voor
al, toen zij na afloop van het ontbijt vroeg,
of hij nog een paar minuten had, schrikte hij
toch van den toon van haar stem.
„Ja, Mary wat scheelt er aan Is het Iets
over Geoff
„Neen."
„Over jezelve
„Neen, hoe kan je dat nu 't Is over Clover
Holroyde en Mr. Warwick."
HOOFDSTUK IX.
Al de mooie, lange dagen van Augustus gin
gen voorbij en Freda Bell vond, dat dit nu
wel de onaangenaamste zomer was, dien zij
ooit had beleefd. Niet zoodra had zij het aan
zoek van Rodney Baring aangenomen, of ze
had er toch ook weer spijt van, en, naarmate
de dagen verliepen, ging ze steeds meer het
onherstelbare betreuren van den eenmaal
gedanen stap.
Haar verloving had geen enkel van de won
deren te voorschijn geroepen, die zij er zich
van voorgesteld had ze had de herinnering
aan Geoff Armstrong niet verbannen, ze had
er haar verloofde niets liever om.
Rodney Baring was een zeer weinigeischend
verloofde. Hij stelde zich al tevreden met
naar haar te kijken met 's morgens even
aan te komen, als hij naar de Bank ging
's middags dan een wandeling met haar te
maken en later te komen thee-drinken. Hij
had „Hillcrest" gekocht, een prachtig oud
huis, dat gemeubileerd van de hand gedaan
was na den dood van den eigenaar. Zelve
had hij in een klein deel zijn trek genomen,
terwijl een leger van werklui bezig was, om
alles in orde te maken voor de jonge vrouw.
(Wordt vervolgd.