26e JAARGANG VRIJDAG 2& JANUARI 1935 No. 7 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINOEN EN OMSTREKEN ASPIRIN GERECHTIGHEID. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN: DINSDAG en VRIJDAG UITGEVER Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels f 0.50 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10 per 3 maanden 1. echter tc/ptAfte/ió: het product van vertrouwen. Nederlandsche Veehouderij Centrale, De Nederlandsche Veehouderij-Centrale maakt bekend, dat in de week van 10 tot 16 Februari 1935 op de onderstande plaatsen gelegenheid zal worden gegeven runderen in de gevraagde soorten aan te bieden. Dinsdag 12 Februari Purmerend 810 uur. Donderdag 14 Februari Leeuwarden Schagen v.m. 810 uur. Zaterdag 16 Februari, Hoorn 911 uur v.m. bij het abattoir. Prijzen en voorwaarden als vorige week. De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar zijn bij de districts-secretarissen der Gewestelijke Landbouw-Crisis-Organisaties, moeten vóór Zaterdag 2 Februari 1935 zijn ingezonden bij de Gewestelijke Landbouw-Crisis-Organisaties, waaronder de betrokken veehouders ressor teeren. VARKENSTEELTREGEL1NG. De Landbouw-Crisis-Organisatie voor Noord- holland vestigt er de aandacht der varkens fokkers op, dat degenen, aan wie voor 1935 zeven biggemerken zijn toegewezen, het recht hebben één toom biggen te laten merken, ook al bestaat deze uit meer dan 7 biggen. Be draagt echter het aantal biggen van den eer sten toom, dat ter merking wordt aangeboden meer dan 4 doch minder dan 7, dan vervalt het restant der toegewezen merken. Bedraagt het aantal biggen van een toom slechts 4 of minder, dan blijven de ongebruikte merken ter beschikking van den varkenshouder, doch mogen in dit geval niet meer dan 7 biggen in totaal bij den betreffenden varkenshouder worden gemerkt. NIET STEEDS IS DE LIEFDE BESTENDIG VAN DUUR. Oude liefdesbrieven. Eigenlijk moest niemand ze ooit bewaren. Nu ja, menscb.cn ais De Musset en Napoleon, Goethe en George Sand er buiten ge laten en nog meer wereldberoemd gewordenen uitgezonderd.Die brieven herinneren immers veel te veel aan het feit, „dat niets bestendig is hier beneen". Is het. u wel eens gebeurd, dat ie mand naar u toe kwam met een brief van jaren geleden en dat ge te hooren kreegt „Ja, maar toen schreef je me toch En dan hadt ge alle moeite om hem of haar aan het verstand te brengen, dat „toen" niet „nu" meer is, dat niete in de wereld, ook niet onze gevoelens, altijd dezelfde kunnen blijven, dat ook daarvoor geldt de wet van worden en verworden. FEUILLETON. Kleist kon zich van ongeduld bijna niet in houden. Dus per fiets was Felicia Beijer gis teren om vijf uur van Uhlenhorst vertrokken De weg naar den Groszen Bleichen was on geveer vijf kilometer lang. Dit kon zij gemak kelijk in een half uur afleggen. Ademloos vroeg de advocaat „En is uw nichtje in fietscostuum op reis gegaan „Nu, dat zou wat moois geweest zijn. Neen ze had haar reisgoed reeds een dag te voren naar mevrouw Fincke gezonden. Dat is haar vriendin, wier man arts is aan het Heilige Kruis-hospitaal, ziet u. Daar verkleedde zij zich en vandaar zou de heer Hüttl haar af halen. Anders een aardige man, die jonge heer Hüttl. Jammer, dat Frits geen kennis met hem gemaakt heeft. Fijne manieren had hij." Door onrust gedreven was de advocaat op gestaan. „Hebben de jonggehuwden u mis schien al geschreven „Ze waren van plan uit Helgoland te tele- grapheeren, wanneer ze direct na het trou wen gingen eten. Er is evenwel nog niets gekomen. Zij lieten mij nog maar alleen door den jongen, die de fiets en het costuum terug bracht, groeten. Die bengel, de kleine Fincke Het fietspak had hij tot een bundeltje saam gebonden en aan de fiets vastgemaakt, zoo kwam hij daar gistermorgen mee aan, die rak kert. Ik heb de japon dadelijk op haar bed uitgespreid, opdat de vouwen er weer uit zouden gaan." Kleists stelde eensklaps veel belang in de andere vertrekken van het huisje. Alle pijnlijke en onaangename ge dachten, alle onredelijke verwijten dat kan nu allemaal uit zijn, als men dat wil tenminste en zonder dat men daarvoor ook maar iets anders be hoeft te doen dan sommige brieven, waaronder in de eerste plaats natuur lijk vallen liefdesbrieven, te schrijven en te laten schrijven op een speciaal soort papier. Het is een uitvinding van. een Span jaard. Men beweert, dat Spanjaarden over het algemeen nogal erg vluchtig zijn in hun liefdegevoelens dat ze gauw vergeten en gaarne vergeten, al is er ook moeilijk een volk te vinden, dat hartstochtelijker liefdesbrieven weet te schrijven. Waarschijnlijk is de uitvinding van dien Spanjaard dus niets anders dan de vervulling van een persoonlijke behoefte- wat niet wegneemt, dat zijn volk, en alle andere volken, die luchtige, vluchtige 'minneneten voortbrengen, wèl j zullen varen bij zijn uitvinding, als deze le vensvatbaarheid mocht blijken te hebben. Dat briefpapier van dien Spanjaard dan blijkt geprepareerd met een heel lichte oplossing van een of ander zuur en door de inwerking van dat zuur verteert langzamerhand onmerkbaar dat papier vanzelf. Na zes of zeven maanden reeds is er niet alleen geen letter meer te lezen, van wat er op dat papier stond geschreven, maar ook het papier zelf is niets meer dan een miniem beetje stof, dat met één adem tocht kan worden weggeblazen- Zes of zeven maanden. Dat is dus de gemiddelde duur, welken de Span jaard koestert voor zijn liefdegevoe lens, dit althans zou men kunnen aan nemen. Maar, aldus lezen wij verder in de Fransche krant, die van deze uitvinding gewaagt, er bestaat ook pa pier, dat 't maar één maand uithoudt. Jammer, dat het adres van dezen uitvinder niet bekend is gemaakt, noch van hem persoonlijk, noch van de fabriek, waar hij z'n proeven denkt te nemen. Anders zouden wij dat graag hebben gepubliceerd, onder het motto dat menschen elkander van dienst moeten zijn. IN- EN UITVAL. Hans kan bij zijn taaloefening bet woord stof niet vinden. De onderwij zer wil hem op weg helpen en zegt Vertel maar eens Hans, waaruit werd jouw pakje gemaakt V En prompt luidt het antwoord „Uit vaders oude colbert, meneer." BUITENLANDSCH NIEUWS. WEDERINVOERING VAN DE DOODSTRAF? Voorstel inzake het houden van een volksstemming. Denemarken is in den laatsten tijd opge schrikt door eenige ernstige zedenmisdrijven waaronder sexueele moorden. Naar aanlei ding daarvan is er een beweging ontstaan tot weder invoering van de doodstraf, die eerst in 1930 officieel werd afgeschaft. In de practijk was zij sedert vele jaren niet meer toegepast. De radicale minister van justitie Zahle Toen zij in het vertrek kwamen, dat tot nu toe Felicia's meisjeskamer was geweest, waar van men uit het venster een aardig gezicht op den tuin had, bleef Dietrich Kleistst getrof fen staan. De heldere vloer, keurige gordij nen en het sneeuwwitte bed, dat alles maakte zoo'n reine, kuische, echt meisjesachtigen indruk. En nu zich te willen wijsmaken, dat hier een misdadigster gewoond had Het werd den advocaat angstig te moede. Maar zijn koel overleg kreeg spoedig weer de over hand. Ten einde een oogenblik alleen in de kamer te kunnen blijven, vroeg hij de oude dame om een kleine verfrissching. Dadelijk spoedde deze zich naar de deur. „Ja, het is al zoo gloeiend warm. De echte Maartsche zon meent het dikwijls nog beter dan de Meizon. Ik zal u een glaasje wijn ha len van eigen maaksel, is dat goed En ze was al buiten de deur. Met een paar stappen was Dietrich bij het bed. Met gespannen verwachting bekeek hij het daarop uitgespreide fietscostuum. Het bestond uit blouse en rok van blauwachtig groen loden. Daarnaast lag een pantalon van dezelfde kleur en stof. Het pak was netjes uitgeborsteld. Eenige donkere vlekken aan de rechtermouw en den linkerschouder ontgin gen echter niet aan het scherpe oog van den advocaat. Kleists moest zich geweld aandoen om niet te roepen het waren bloedvlekken, die hij daar zag. Mevrouw Hölderlin kwam spoedig terug. Haar gelaat straalde van trots, terwijl ze met. een blaadje kwam aandragen waarop een, flesch en een glas stonden. De bezoeker leunde tegen het venster, toen het oudje weer binnenkwam, en scheen ge heel verdiept in de beschouwing van den kleinen moestuin. Plotseling keerde hij zich haastig om, toen mevrouw Hölderlin, die, zooals haar gewoonte was, weer dadelijk begon te praten, zeide ,Als ik maar wist wat ik met dien sleutel moest beginnen, dien ik in haar zak vond. Als het u belieft, proef dit eens mijnheer. heeft desgevraagd verklaard, dat van hem geen voorstel tot wederinvoering van de dood straf te wachten was. Als argument voerde de minister aan, dat de mensch nooit iets onherroepelijks moet doen. Ondanks alle waarborgen, die de wet zou kunnen geven, bestaat er toch altijd nog de moeilijkheid van een rechterlijke dwaling. Voorts was de mi nister van meening dat men in een land als Denemarken waar de christelijke godsdienst zulk een groote beteekenis heeft, rekening moet houden met de opvatting dat alleen God beschikt over leven en dood en dat menschen elkaar niet van het leven mogen berooven. Ondanks deze weigering van den minister is de beweging blijven voortduren. Het con servatieve blad „Dagens Nijheder" heeft een enquête gehouden onder zijn lezers. Meer dan 22000 lezers hebben er binnen den gestelden termijn van een week op geantwoord. Van dezen hebben er 21.500 voor wederinvoering van de doodstraf gestemd en slechts 618 tegen. Thans hebben negen conservatieve leden van het Folketing een voorstel ingediend tot het houden van een volksstemming over de doodstraf, daar een rechtstreeksch voorstel tot wederinvoering op het verzet van de re geering zou stuiten. Aan deze volksstemming zouden alle kiezers voor het Folketing kunnen deelnemen. Als meer dan de helft vóór weder invoering zou stemmen, zou de regeering een wetsvoorstel dienaangaande ter beslissing, aan den Rijksdag moeten voorleggen. EUROPEAAN DOOR RHINOCEROS GEDOOD. Een Engelsche planter in Kenya is tijdens een inspectietocht langs zijn bezittingen door een rhinoceros aangevallen en gedood. Hij was 's ochtends te paard uitgereden en toen hij tegen den avond niet terug was gekeerd, gingen zijn negerbedienden hem zoeken. Den volgenden dag werd zijn paard aangetroffen zonder berijder, doch weldra vond men op een open plek aan den rand van het bosch het bijna onherkenbaar verminkte lijk van den Engelschman, die door den rhinoceros was aangevallen en verpletterd. DE EENIGE HOLLANDSCHE WINDMOLEN IN ZUID-AFRIKA HERSTELD. Ondanks de Hollandsche afkomst van de bevolking mist Zuid-Afrika één typisch Hol- landsch kenmerk, den windmolen. Binnen kort zal echter een begin gemaakt worden aan het herstel van den eenigen windmolen in Zuid-Afrika waarvan de romp nog niet geheel vervallen is. Het is de historische mo len van het landgoed „Groote Schuur" nabij Pretoria. De molen is een paar honderd jaar oud en zonder twijfel een van de meest histo rische gebouwen in de Unie. Door de vriende lijke bemiiddeling van den Nederlandschen gezant, aldus lezen wij in „Die Burger", heeft het betrokken departement te Pretoria een stel wieken cadeau gekregen voor den molen, daar de oude niet meer te herstellen worden. EEN TRAGISCHE VERGISSING. Vonnis wegens spionnage tegen Fransch luitenant en zijn gezin herzien. De militaire rechtbank van Parijs heeft Zaterdag een gezin vrijgesproken, dat in den oorlog wegens spionnage was veroordeeld. Het gaat hier, zooals wij dezer dagen reeds meldden, om een Franschen luitenant, diens echtgenoote en twee kinderen, die in 1914 voor den krijgsraad wegens spionnage en het onderhouden van betrekkengen met den vij and waren veroordeeld. De luitenant en diens beide zoons waren ieder tot vijf jaar en de echtgenoote tot twin tig jaar dwangarbeid veroordeeld. De ouders stierven reeds voor zij de straf geheel hadden ondergaan. Na langdurige behandeling is thans de on schuld van het gezin gebleken en de recht bank heeft dit bij revisie van het proces na drukkelijk verklaard. Vroeger was zij altijd zoo netjes en borg alles op zijn. plaats. „Van welken sleutel spreekt u, mijn beste mevrouw „Ik vond in haar zak een huissleutel, daar ligt hij bij de pleister en het zakkammetje De advocaat had den huissleutel van Gros zen Bleichen IIc den dag te voren zoo dikwijls in de hand gehad, dat hij dadelijk dezen sleutel, dien hij als uit speelschheid van de tafel opnam, als den vermisten tweeden sleu tel van Frits Beijer herkende. „Misschien is hij wel van Beijer. Hij heeft hem wellicht hier vergeten en mejuffrouw Felicia wilde hem zeker aan haar neef bren gen, doch dacht er zelf ook niet meer aan. Dat gebeurt wel meer. Zal ik hem meene men Ik zal het Beijer vragen." Het kostte Kleists veel moeite, om de come- die verder te spelen. Hij durfde de ongelukki ge vrouw evenwel nog niet alles te vertellen. Hij maakte zich gereed om te vertrekken, wees als bij toeval op de naast het zakkam metje gelegen hechtpleister en vroeg „Heeft u zich gewond „Ik vond de pleister in Felicia's zak. Ze heeft zich zeker gesneden of misschien al leen maar wat geschramd met dat fietsen haar zakdoek was ook een weinig met bloed bevlekt." Nu wist Kleists genoeg. Hij nam afscheid van het niets vermoedende, goede oudje en drukte haar bewogen de hand. Met de eerst- vertrekkende stoomboot ging hij naar de Binnen-Alster terug. Van de aanlegplaats af het Alsterpavil- joen aan de Jungfemstieg ging hij regel recht naar het huis, Groszen Bleichen IIc. De sleutel paste Van hier begaf zich de advocaat naar het bureau, waar men inlichtingen kon bekomen hoe laat de stoombooten naar Helgoland af voeren. Hij was zeer verbaasd, toen men hem daar vertelde, dat de boot Dinsdags reeds om 6.30 de reede verliet. Dit was een streep door de rekening. Indien Felicia en haar bruidegom Aan de nabestaanden is een schadevergoe ding van 68.000 frs. toegekend. PROVINCIAAL NIEUWS. EEN GROOTE PARTIJ KOOL VERMIST. Door de politie te Broek op Langendijk wordt een onderzoek ingesteld naar de ver missing van een groote partij kool, toebe- hoorende aan de firma Wagenaar. Ongeveer 1000 K.G. roode en witte kool bleek dezer dagen uit een wagon, staande op het stationsemplacement alhier, verdwenen te zijn. Hoe het mogelijk is, dat een derge lijke groote partij onbemerkt gedurende den nacht is weggevoerd kunnen worden, blijft een raadsel. POGING TOT OPLICHTING. Door de politie te Den Helder is op vermoe den van poging tot oplichting aangehouden de bewoner van een perceel in deze gemeen te, bij wien in den nacht van 6 op 7 Januari j.1. een ernstige brand heeft gewoed. Aan den verzekeringsinspecteur, die de schade kwam regelen, gaf hij op, dat bij de zen brand ook 3 waardevolle schilderijen wa ren verloren gegaan. Volgens zijn verklaring betrof het hier 3 schilderijen van Jozef Israëls. De verzekerings inspecteur vond het wel wat vreemd, dat de man in het bezit was geweest van 3 Israëls, zonder dat ook maar iemand van zijn familie of kennissen hiervan iets wist. De politie, die in het geval werd betrokken, stelde een on derzoek in, waarbij bleek, dat verzekerde in derdaad reeds eenigen tijd in het bezit was van eenige schilderijen, doch deze bleken af komstig te zijn van een bakker, die in zijn vrijen tijd de schilderskunst beoefende en alsdan landschappen en zeegezichten fabri ceerde. De man, die bovendien ook de herkomst van zijn 3 Israëls niet kon aantoonen, werd door de politie gearresteerd en viel ten slotte door de mand. Hij is heden wederom op vrije voeten ge steld. GEMEENTE ZIJPE. GECOMBINEERDE VERGADERING VAN DE HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW. Schagerbrug. Dinsdag 22 Januari had in het lokaal van mej. Broer alhier de aangekon digde gecombineerde vergadering plaats van de afdeeling Zijpe en Omstreken, Schagen en Den Helder, van de Holl. Maatschappij van Landbouw. Voor deze bijeenkomst bleek nog al wat belangstelling te bestaan, daar de zaal geheel met belangstellenden gevuld was. De Voorzitter van de afd. „Zijpe en Om streken," de heer H. Rezelman opende met een hartelijk woord van welkom de vergade ring en verheugde zich er over dat zoovelen aanwezig waren, hoewel spr. liever gezien had dat een vergadering als deze niet noodig zou zijn, dat wij niet noodig hadden met crisismaatregelen en dat wij zouden leven in een voor ieder gunstiger tijdsomstandigheid. Mar de toestanden zijn nu eenmaal zoo en in het veehoudersbedrijf alles behalve rooskleu rig. Het doel is hierover gezamenlijk eens te spreken en wij hebben voor dit doel de heer Huisman, Secretaris van ons hoofdbestuur, uitgenoodigd om verschillende zaken toe te lichten. De voorzitter gaf hierna het woord aan den heer Huisman. De heer Huisman zegt dat wij leven in een tijd dat de Nederlandsche boerenstand nu meer dan ooit, vereenigd moet zijn in hunne organisatie, om gezamenlijk te trachten be tere toestanden te bereiken. De Regeering heeft veel maatregelen genomen welke de vrijheid van een ieder zeer belemmeren om reeds om half zeven aan boord waren gegaan, dan had zij zich niet eerst bij haar vriendin bij het Besenbinderhof kunnen verkleeden, ze daarvoor die treurige tocht naar de Groszen Bleichen had ondernomen. Hier klop te niet alles. Kleists verloor den moed echter niet om toch nog de ware schuldige te ont ken. Van het bureau uit begaf hij zich naar het Besenbinderhof, dat zich in de nabijheid van het Lübecker station bevond. Spoedig had hij de woning van Dr. Fincke, die arts aan een hospitaal was, gevonden. Daar deze heer op dat uur het was bij twaalf in het hospitaal zijn patiënten bezocht, trof de ad vocaat alleen diens echtgenoote aan. De vriendin van Felicia ontving hem wel wat verwonderd in haar keurig ingericht bou doir. Ze verzocht hem echter vriendelijk plaats te nemen en zette zich zelf dicht bij het venster. Dietrich Kleists maakte een beleefde bui ging. Zijn gelaat stond ernstig. „U zult wel niet begrijpen, waarom ik u kom bezoeken. Mijn naam is u waarschijnlijk door uw vrien din, mejuffrouw Felicia Beijer, niet genoemd. Ik was echter een intieme vriend van den neef van juffrouw Beijervan Frits Beijer, die op zoo'n afschuwelijke manier gestorven is." Met een gil sprong de jonge vrouw op. „Mijn God u spreekt van den moord den moord, die in de Groszen Bleichen gepleegd is? De advocaat bevestigde dit. „En dat was een bloedverwant van onze FeliciaHet dienstmeisje vertelde mij, dat het gerucht liep, dat de ongelukkige door zijn geliefde gedood werd De advocaat haalde de schouders op. „Wat wordt al niet onder het volk gefluisterd Doch ik wil u niet langer dan noodig is op houden. Als beste vriend van Beijer is het mijn plicht zijn nicht kennis te geven van de treurige gebeurtenis. Ik kwam daarom hier, om u het adres van de juffrouw of liever jonge vrouw te vragen, om haar zoo voor zichtig mogelijk het bericht te schrijven." Mevrouw Fincke betuigde haar spijt hem te doen wat men zelf wenscht. Deze maatre gelen zijn evenwel gemaakt door menschen en er kleven fouten aan en een ieder heeft het recht hierop critiek uit te oefenen. De toe standen in het veehoudersbedrijf en in het land- en tuinbouwbedrijf zijn verre van roos kleurig. Ons Hoofdbestuur heeft gemeend dat wij eens ernstig moeten nagaan hoe de wer king van de verschillende crisismaatregelen is. Als wij hierover straks van gedachten gaan wisselen en misschien over een of ander on derwerp gaan stemmen, zal er een meerder heid en een minderheid zijn. Misschien zijn de meeningen van deze vergadering in strijd met de meeningen van andere af deelingen, welke weer onder andere omstandigheden le ven en werken als in deze streek. Maar het is noodig dat wij deze verschillende meenin gen leeren kennen en als mannen gaan uit vechten en de beste meeningen aan onze le den gaan voorhouden, om dan met andere landbouworganisaties overleg te plegen, om dan tenslotte voorstellen te doen aan onze Regeering. Maar dan zijn wij nog lang niet waar wij wezen moeten, want onze regeering is weer afhankelijk aan de Volksvertegenwoor diging, waar allerlei stroomingen in vertegen woordigd zijn. De crisis-maatregelen zijn velen en aan allen kleeft wel een goede, maar ook een min der goede zijde. Maar in de allereerste plaats moeten wij trouw blijven aan onze organisa tie en niet gaan versnipperen. Vereenigd is nog wel iets te bereiken. Eigen meening moe ten wij op de achtergrond stellen. Kiest uw leiders met zorg, maar draag aan hen de ver antwoordelijkheid over. Men kan nu eenmaal niet allemaal zelf regeeren en ook anderer meeningen moet men eerbiedigen. De meening van het Hoofdbestuur is dat de boeren, moeten blijven werken op hun be drijven, in het belang van het geheele Neder landsche volk. Als het platteland uit de Staatskas gesteund zou moeten worden, loopt het beslist mis met alles. Men moet er met alle kracht voor waken dat geen bedrijven braak komen te liggen, de boel moet blijven draaien, ook in het belang van de arbeiders stand. Wij kunnen niets meer uitvoeren en de af zet op de binnenlandsche markt wordt min der, daar de koopkracht gaat dalen. Het is het belangrijkste dat wij met alle middelen moeten trachten te behouden wat wij heb ben. De veehouders zijn er slechter aan toe en een van de oorzaken is wel, dat de marche tusschen producent en consument tweemaal zoo hoog is als voor den oorlog, terwijl de prijs die de producent ontvangt 1/3 lager is als voor den oorlog. De prijs van het product moet voor den boer loonend worden en de prijs moet voor den consument zoo laag mogelijk zijn. In ons land is de marche tusschen de producent en de consument veel te hoog en dat is onhoud baar. Als boerenstand kunnen wij niet genoeg aandringen, om de winstmarche voor den tus- schenhandel zoo laag mogelijk te krijgen. Wij mogen niet nalaten steeds op hetzelfde aambeeld te blijven hameren. Thans is het zoo, dat de bakkers, die het brood voor een lagere prijs willen verkoopen, om te voorko men, dat de werkloozen het brood als voe dingsmiddel verlaat, dit verboden is. Voorts moeten wij op onze bedrijven om zien naar middelen, om de bedrijfsonkosten te verlagen. De hooge pacht en grondwaarde wordt niet gewettigd door de bedrijfsresulta ten. De crisismaatregelen maken, dat de pacht en de rente te hoog blijft. De maatregelen komen ten goede aan de eigenaren, terwijl ze in de eerste plaats bedoeld zijn voor de bewerkers van den Nederlandschen bodem. Maatregelen, die leiden tot renteverlaging, zijn noodig. Vóór 2 jaar werd dit in de troon- hiermee niet van dienst te kunnen zijn. „Het bruidspaar was van plan om half ze ven naar Helgoland te vertrekken, is 't niet „Daartoe was het te laat geworden, daar beiden slechts een paar minuten voor half zeven hier aankwamen. Dietrich Kleists had bijna zijn verrassing hierover laten blijken. „Maar dat is toch zeer merkwaardig," zei hij langzaam. „Stel u voor mevrouw, dat mevrouw Hölderlin mij meedeelde, dat haar nicht reeds 's morgens om vijf uur van Uhlen horst vertrok." „Ze heeft met de fiets zeker een ongeluk gehad, want zoodra ze hier aankwam vroeg ze mij om hechtpleister. Ik vergat, doordat alles zoo haastig ging, er haar naar te vra gen. U begrijpt niet wat een herrie het was. De heer Hüttl wachtte in het rijtuig het meisje en de koetsier brachten de koffers van Felicia naar beneden. De bruid was, zooals men zich wel kan begrijpen, zoo zenuwachtig, dat ze haar japon bijna niet kon dicht haken. Daarbij had ze ook nog reisvrees." „Dus u dunkt niet, dat het paar met de boot naar Helgoland mee is gekomen?" „In geen geval. Om zeven uur reed het rij tuig eerst van hier weg." „En ze zijn ook niet hier teruggekomen. Ze moeten Hamburg dus op een andere wijze verlaten hebben. Neem me niet kwalijk, dat ik u nog met één vraag lastig val, mevrouw. Weet u werkelijk niet waar uw vriendin giste- morgen van vijf tot half zeven geweest is of heeft u mejuffrouw Beijer misschien be loofd daarover te zwijgen „U spreekt in raadselen, mijnheer „Men vermoedt n.1. dat mijn arme vriend Frits Beijer gistermorgen omstreeks zes uur een onderhoud heeft gehad met een persoon, die men tot nu toe nog niet heeft kunnen ontdekken. Zou het misschien mogelijk zijn dat mejuffrouw Beijer op dien ongewonen tijd in het huis in de Groszen Bleichen geweest is (Wordt vervolgd.) maar, nouder öf"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1