26e JAARGANG
VRIJDAG 2& JANUARI 1935
No. 7
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINOEN EN OMSTREKEN
ASPIRIN
GERECHTIGHEID.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN:
DINSDAG en VRIJDAG
UITGEVER
Hippolytushoef Wieringen
Van 1 5 regels
f 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
Telef. Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10
per 3 maanden 1.
echter
tc/ptAfte/ió:
het product van vertrouwen.
Nederlandsche Veehouderij Centrale,
De Nederlandsche Veehouderij-Centrale
maakt bekend, dat in de week van 10 tot 16
Februari 1935 op de onderstande plaatsen
gelegenheid zal worden gegeven runderen in
de gevraagde soorten aan te bieden.
Dinsdag 12 Februari Purmerend 810 uur.
Donderdag 14 Februari Leeuwarden
Schagen v.m. 810 uur.
Zaterdag 16 Februari, Hoorn 911 uur v.m.
bij het abattoir.
Prijzen en voorwaarden als vorige week.
De aangiftekaarten, welke verkrijgbaar zijn
bij de districts-secretarissen der Gewestelijke
Landbouw-Crisis-Organisaties, moeten vóór
Zaterdag 2 Februari 1935 zijn ingezonden bij
de Gewestelijke Landbouw-Crisis-Organisaties,
waaronder de betrokken veehouders ressor
teeren.
VARKENSTEELTREGEL1NG.
De Landbouw-Crisis-Organisatie voor Noord-
holland vestigt er de aandacht der varkens
fokkers op, dat degenen, aan wie voor 1935
zeven biggemerken zijn toegewezen, het recht
hebben één toom biggen te laten merken, ook
al bestaat deze uit meer dan 7 biggen. Be
draagt echter het aantal biggen van den eer
sten toom, dat ter merking wordt aangeboden
meer dan 4 doch minder dan 7, dan vervalt
het restant der toegewezen merken. Bedraagt
het aantal biggen van een toom slechts 4 of
minder, dan blijven de ongebruikte merken
ter beschikking van den varkenshouder, doch
mogen in dit geval niet meer dan 7 biggen in
totaal bij den betreffenden varkenshouder
worden gemerkt.
NIET STEEDS IS DE LIEFDE
BESTENDIG VAN DUUR.
Oude liefdesbrieven. Eigenlijk
moest niemand ze ooit bewaren. Nu ja,
menscb.cn ais De Musset en Napoleon,
Goethe en George Sand er buiten ge
laten en nog meer wereldberoemd
gewordenen uitgezonderd.Die
brieven herinneren immers veel te
veel aan het feit, „dat niets bestendig
is hier beneen".
Is het. u wel eens gebeurd, dat ie
mand naar u toe kwam met een brief
van jaren geleden en dat ge te hooren
kreegt „Ja, maar toen schreef je me
toch
En dan hadt ge alle moeite om hem
of haar aan het verstand te brengen,
dat „toen" niet „nu" meer is, dat niete
in de wereld, ook niet onze gevoelens,
altijd dezelfde kunnen blijven, dat ook
daarvoor geldt de wet van worden en
verworden.
FEUILLETON.
Kleist kon zich van ongeduld bijna niet in
houden. Dus per fiets was Felicia Beijer gis
teren om vijf uur van Uhlenhorst vertrokken
De weg naar den Groszen Bleichen was on
geveer vijf kilometer lang. Dit kon zij gemak
kelijk in een half uur afleggen. Ademloos
vroeg de advocaat
„En is uw nichtje in fietscostuum op reis
gegaan
„Nu, dat zou wat moois geweest zijn. Neen
ze had haar reisgoed reeds een dag te voren
naar mevrouw Fincke gezonden. Dat is haar
vriendin, wier man arts is aan het Heilige
Kruis-hospitaal, ziet u. Daar verkleedde zij
zich en vandaar zou de heer Hüttl haar af
halen. Anders een aardige man, die jonge
heer Hüttl. Jammer, dat Frits geen kennis
met hem gemaakt heeft. Fijne manieren had
hij."
Door onrust gedreven was de advocaat op
gestaan. „Hebben de jonggehuwden u mis
schien al geschreven
„Ze waren van plan uit Helgoland te tele-
grapheeren, wanneer ze direct na het trou
wen gingen eten. Er is evenwel nog niets
gekomen. Zij lieten mij nog maar alleen door
den jongen, die de fiets en het costuum terug
bracht, groeten. Die bengel, de kleine Fincke
Het fietspak had hij tot een bundeltje saam
gebonden en aan de fiets vastgemaakt, zoo
kwam hij daar gistermorgen mee aan, die rak
kert. Ik heb de japon dadelijk op haar bed
uitgespreid, opdat de vouwen er weer uit
zouden gaan."
Kleists stelde eensklaps veel belang in de
andere vertrekken van het huisje.
Alle pijnlijke en onaangename ge
dachten, alle onredelijke verwijten
dat kan nu allemaal uit zijn, als men
dat wil tenminste en zonder dat men
daarvoor ook maar iets anders be
hoeft te doen dan sommige brieven,
waaronder in de eerste plaats natuur
lijk vallen liefdesbrieven, te schrijven
en te laten schrijven op een speciaal
soort papier.
Het is een uitvinding van. een Span
jaard. Men beweert, dat Spanjaarden
over het algemeen nogal erg vluchtig
zijn in hun liefdegevoelens dat ze
gauw vergeten en gaarne vergeten, al
is er ook moeilijk een volk te vinden,
dat hartstochtelijker liefdesbrieven
weet te schrijven. Waarschijnlijk is
de uitvinding van dien Spanjaard
dus niets anders dan de vervulling
van een persoonlijke behoefte- wat
niet wegneemt, dat zijn volk, en alle
andere volken, die luchtige, vluchtige
'minneneten voortbrengen, wèl j zullen
varen bij zijn uitvinding, als deze le
vensvatbaarheid mocht blijken te
hebben.
Dat briefpapier van dien Spanjaard
dan blijkt geprepareerd met een heel
lichte oplossing van een of ander zuur
en door de inwerking van dat zuur
verteert langzamerhand onmerkbaar
dat papier vanzelf. Na zes of zeven
maanden reeds is er niet alleen geen
letter meer te lezen, van wat er op dat
papier stond geschreven, maar ook
het papier zelf is niets meer dan een
miniem beetje stof, dat met één adem
tocht kan worden weggeblazen-
Zes of zeven maanden. Dat is dus
de gemiddelde duur, welken de Span
jaard koestert voor zijn liefdegevoe
lens, dit althans zou men kunnen aan
nemen. Maar, aldus lezen wij verder
in de Fransche krant, die van deze
uitvinding gewaagt, er bestaat ook pa
pier, dat 't maar één maand uithoudt.
Jammer, dat het adres van dezen
uitvinder niet bekend is gemaakt,
noch van hem persoonlijk, noch van
de fabriek, waar hij z'n proeven denkt
te nemen. Anders zouden wij dat
graag hebben gepubliceerd, onder
het motto dat menschen elkander
van dienst moeten zijn.
IN- EN UITVAL.
Hans kan bij zijn taaloefening bet
woord stof niet vinden. De onderwij
zer wil hem op weg helpen en zegt
Vertel maar eens Hans, waaruit
werd jouw pakje gemaakt V
En prompt luidt het antwoord
„Uit vaders oude colbert, meneer."
BUITENLANDSCH NIEUWS.
WEDERINVOERING VAN DE DOODSTRAF?
Voorstel inzake het houden van een
volksstemming.
Denemarken is in den laatsten tijd opge
schrikt door eenige ernstige zedenmisdrijven
waaronder sexueele moorden. Naar aanlei
ding daarvan is er een beweging ontstaan
tot weder invoering van de doodstraf, die
eerst in 1930 officieel werd afgeschaft. In de
practijk was zij sedert vele jaren niet meer
toegepast.
De radicale minister van justitie Zahle
Toen zij in het vertrek kwamen, dat tot nu
toe Felicia's meisjeskamer was geweest, waar
van men uit het venster een aardig gezicht
op den tuin had, bleef Dietrich Kleistst getrof
fen staan. De heldere vloer, keurige gordij
nen en het sneeuwwitte bed, dat alles maakte
zoo'n reine, kuische, echt meisjesachtigen
indruk. En nu zich te willen wijsmaken, dat
hier een misdadigster gewoond had Het
werd den advocaat angstig te moede. Maar
zijn koel overleg kreeg spoedig weer de over
hand. Ten einde een oogenblik alleen in de
kamer te kunnen blijven, vroeg hij de oude
dame om een kleine verfrissching. Dadelijk
spoedde deze zich naar de deur.
„Ja, het is al zoo gloeiend warm. De echte
Maartsche zon meent het dikwijls nog beter
dan de Meizon. Ik zal u een glaasje wijn ha
len van eigen maaksel, is dat goed En ze
was al buiten de deur.
Met een paar stappen was Dietrich bij het
bed. Met gespannen verwachting bekeek hij
het daarop uitgespreide fietscostuum. Het
bestond uit blouse en rok van blauwachtig
groen loden. Daarnaast lag een pantalon van
dezelfde kleur en stof. Het pak was netjes
uitgeborsteld. Eenige donkere vlekken aan de
rechtermouw en den linkerschouder ontgin
gen echter niet aan het scherpe oog van den
advocaat.
Kleists moest zich geweld aandoen om niet
te roepen het waren bloedvlekken, die hij
daar zag.
Mevrouw Hölderlin kwam spoedig terug.
Haar gelaat straalde van trots, terwijl ze met.
een blaadje kwam aandragen waarop een,
flesch en een glas stonden.
De bezoeker leunde tegen het venster, toen
het oudje weer binnenkwam, en scheen ge
heel verdiept in de beschouwing van den
kleinen moestuin. Plotseling keerde hij zich
haastig om, toen mevrouw Hölderlin, die,
zooals haar gewoonte was, weer dadelijk
begon te praten, zeide
,Als ik maar wist wat ik met dien sleutel
moest beginnen, dien ik in haar zak vond.
Als het u belieft, proef dit eens mijnheer.
heeft desgevraagd verklaard, dat van hem
geen voorstel tot wederinvoering van de dood
straf te wachten was. Als argument voerde
de minister aan, dat de mensch nooit iets
onherroepelijks moet doen. Ondanks alle
waarborgen, die de wet zou kunnen geven,
bestaat er toch altijd nog de moeilijkheid van
een rechterlijke dwaling. Voorts was de mi
nister van meening dat men in een land als
Denemarken waar de christelijke godsdienst
zulk een groote beteekenis heeft, rekening
moet houden met de opvatting dat alleen God
beschikt over leven en dood en dat menschen
elkaar niet van het leven mogen berooven.
Ondanks deze weigering van den minister
is de beweging blijven voortduren. Het con
servatieve blad „Dagens Nijheder" heeft een
enquête gehouden onder zijn lezers. Meer dan
22000 lezers hebben er binnen den gestelden
termijn van een week op geantwoord. Van
dezen hebben er 21.500 voor wederinvoering
van de doodstraf gestemd en slechts 618 tegen.
Thans hebben negen conservatieve leden
van het Folketing een voorstel ingediend tot
het houden van een volksstemming over de
doodstraf, daar een rechtstreeksch voorstel
tot wederinvoering op het verzet van de re
geering zou stuiten. Aan deze volksstemming
zouden alle kiezers voor het Folketing kunnen
deelnemen. Als meer dan de helft vóór weder
invoering zou stemmen, zou de regeering een
wetsvoorstel dienaangaande ter beslissing,
aan den Rijksdag moeten voorleggen.
EUROPEAAN DOOR RHINOCEROS GEDOOD.
Een Engelsche planter in Kenya is tijdens
een inspectietocht langs zijn bezittingen door
een rhinoceros aangevallen en gedood. Hij
was 's ochtends te paard uitgereden en toen
hij tegen den avond niet terug was gekeerd,
gingen zijn negerbedienden hem zoeken. Den
volgenden dag werd zijn paard aangetroffen
zonder berijder, doch weldra vond men op
een open plek aan den rand van het bosch
het bijna onherkenbaar verminkte lijk van
den Engelschman, die door den rhinoceros
was aangevallen en verpletterd.
DE EENIGE HOLLANDSCHE WINDMOLEN
IN ZUID-AFRIKA HERSTELD.
Ondanks de Hollandsche afkomst van de
bevolking mist Zuid-Afrika één typisch Hol-
landsch kenmerk, den windmolen. Binnen
kort zal echter een begin gemaakt worden
aan het herstel van den eenigen windmolen
in Zuid-Afrika waarvan de romp nog niet
geheel vervallen is. Het is de historische mo
len van het landgoed „Groote Schuur" nabij
Pretoria. De molen is een paar honderd jaar
oud en zonder twijfel een van de meest histo
rische gebouwen in de Unie. Door de vriende
lijke bemiiddeling van den Nederlandschen
gezant, aldus lezen wij in „Die Burger", heeft
het betrokken departement te Pretoria een
stel wieken cadeau gekregen voor den molen,
daar de oude niet meer te herstellen worden.
EEN TRAGISCHE VERGISSING.
Vonnis wegens spionnage tegen
Fransch luitenant en zijn gezin
herzien.
De militaire rechtbank van Parijs heeft
Zaterdag een gezin vrijgesproken, dat in den
oorlog wegens spionnage was veroordeeld.
Het gaat hier, zooals wij dezer dagen reeds
meldden, om een Franschen luitenant, diens
echtgenoote en twee kinderen, die in 1914
voor den krijgsraad wegens spionnage en het
onderhouden van betrekkengen met den vij
and waren veroordeeld.
De luitenant en diens beide zoons waren
ieder tot vijf jaar en de echtgenoote tot twin
tig jaar dwangarbeid veroordeeld.
De ouders stierven reeds voor zij de straf
geheel hadden ondergaan.
Na langdurige behandeling is thans de on
schuld van het gezin gebleken en de recht
bank heeft dit bij revisie van het proces na
drukkelijk verklaard.
Vroeger was zij altijd zoo netjes en borg alles
op zijn. plaats.
„Van welken sleutel spreekt u, mijn beste
mevrouw
„Ik vond in haar zak een huissleutel, daar
ligt hij bij de pleister en het zakkammetje
De advocaat had den huissleutel van Gros
zen Bleichen IIc den dag te voren zoo dikwijls
in de hand gehad, dat hij dadelijk dezen
sleutel, dien hij als uit speelschheid van de
tafel opnam, als den vermisten tweeden sleu
tel van Frits Beijer herkende.
„Misschien is hij wel van Beijer. Hij heeft
hem wellicht hier vergeten en mejuffrouw
Felicia wilde hem zeker aan haar neef bren
gen, doch dacht er zelf ook niet meer aan.
Dat gebeurt wel meer. Zal ik hem meene
men Ik zal het Beijer vragen."
Het kostte Kleists veel moeite, om de come-
die verder te spelen. Hij durfde de ongelukki
ge vrouw evenwel nog niet alles te vertellen.
Hij maakte zich gereed om te vertrekken,
wees als bij toeval op de naast het zakkam
metje gelegen hechtpleister en vroeg „Heeft
u zich gewond
„Ik vond de pleister in Felicia's zak. Ze
heeft zich zeker gesneden of misschien al
leen maar wat geschramd met dat fietsen
haar zakdoek was ook een weinig met bloed
bevlekt."
Nu wist Kleists genoeg. Hij nam afscheid
van het niets vermoedende, goede oudje en
drukte haar bewogen de hand. Met de eerst-
vertrekkende stoomboot ging hij naar de
Binnen-Alster terug.
Van de aanlegplaats af het Alsterpavil-
joen aan de Jungfemstieg ging hij regel
recht naar het huis, Groszen Bleichen IIc.
De sleutel paste
Van hier begaf zich de advocaat naar het
bureau, waar men inlichtingen kon bekomen
hoe laat de stoombooten naar Helgoland af
voeren.
Hij was zeer verbaasd, toen men hem daar
vertelde, dat de boot Dinsdags reeds om 6.30
de reede verliet. Dit was een streep door de
rekening. Indien Felicia en haar bruidegom
Aan de nabestaanden is een schadevergoe
ding van 68.000 frs. toegekend.
PROVINCIAAL NIEUWS.
EEN GROOTE PARTIJ KOOL VERMIST.
Door de politie te Broek op Langendijk
wordt een onderzoek ingesteld naar de ver
missing van een groote partij kool, toebe-
hoorende aan de firma Wagenaar.
Ongeveer 1000 K.G. roode en witte kool
bleek dezer dagen uit een wagon, staande op
het stationsemplacement alhier, verdwenen
te zijn. Hoe het mogelijk is, dat een derge
lijke groote partij onbemerkt gedurende den
nacht is weggevoerd kunnen worden, blijft
een raadsel.
POGING TOT OPLICHTING.
Door de politie te Den Helder is op vermoe
den van poging tot oplichting aangehouden
de bewoner van een perceel in deze gemeen
te, bij wien in den nacht van 6 op 7 Januari
j.1. een ernstige brand heeft gewoed.
Aan den verzekeringsinspecteur, die de
schade kwam regelen, gaf hij op, dat bij de
zen brand ook 3 waardevolle schilderijen wa
ren verloren gegaan.
Volgens zijn verklaring betrof het hier 3
schilderijen van Jozef Israëls. De verzekerings
inspecteur vond het wel wat vreemd, dat de
man in het bezit was geweest van 3 Israëls,
zonder dat ook maar iemand van zijn familie
of kennissen hiervan iets wist. De politie, die
in het geval werd betrokken, stelde een on
derzoek in, waarbij bleek, dat verzekerde in
derdaad reeds eenigen tijd in het bezit was
van eenige schilderijen, doch deze bleken af
komstig te zijn van een bakker, die in zijn
vrijen tijd de schilderskunst beoefende en
alsdan landschappen en zeegezichten fabri
ceerde.
De man, die bovendien ook de herkomst
van zijn 3 Israëls niet kon aantoonen, werd
door de politie gearresteerd en viel ten slotte
door de mand.
Hij is heden wederom op vrije voeten ge
steld.
GEMEENTE ZIJPE.
GECOMBINEERDE VERGADERING VAN DE
HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VAN
LANDBOUW.
Schagerbrug. Dinsdag 22 Januari had in het
lokaal van mej. Broer alhier de aangekon
digde gecombineerde vergadering plaats van
de afdeeling Zijpe en Omstreken, Schagen en
Den Helder, van de Holl. Maatschappij van
Landbouw. Voor deze bijeenkomst bleek nog
al wat belangstelling te bestaan, daar de zaal
geheel met belangstellenden gevuld was.
De Voorzitter van de afd. „Zijpe en Om
streken," de heer H. Rezelman opende met
een hartelijk woord van welkom de vergade
ring en verheugde zich er over dat zoovelen
aanwezig waren, hoewel spr. liever gezien
had dat een vergadering als deze niet noodig
zou zijn, dat wij niet noodig hadden met
crisismaatregelen en dat wij zouden leven in
een voor ieder gunstiger tijdsomstandigheid.
Mar de toestanden zijn nu eenmaal zoo en in
het veehoudersbedrijf alles behalve rooskleu
rig. Het doel is hierover gezamenlijk eens te
spreken en wij hebben voor dit doel de heer
Huisman, Secretaris van ons hoofdbestuur,
uitgenoodigd om verschillende zaken toe te
lichten. De voorzitter gaf hierna het woord
aan den heer Huisman.
De heer Huisman zegt dat wij leven in een
tijd dat de Nederlandsche boerenstand nu
meer dan ooit, vereenigd moet zijn in hunne
organisatie, om gezamenlijk te trachten be
tere toestanden te bereiken. De Regeering
heeft veel maatregelen genomen welke de
vrijheid van een ieder zeer belemmeren om
reeds om half zeven aan boord waren gegaan,
dan had zij zich niet eerst bij haar vriendin
bij het Besenbinderhof kunnen verkleeden,
ze daarvoor die treurige tocht naar de
Groszen Bleichen had ondernomen. Hier klop
te niet alles. Kleists verloor den moed echter
niet om toch nog de ware schuldige te ont
ken. Van het bureau uit begaf hij zich naar
het Besenbinderhof, dat zich in de nabijheid
van het Lübecker station bevond. Spoedig had
hij de woning van Dr. Fincke, die arts aan
een hospitaal was, gevonden. Daar deze heer
op dat uur het was bij twaalf in het
hospitaal zijn patiënten bezocht, trof de ad
vocaat alleen diens echtgenoote aan.
De vriendin van Felicia ontving hem wel
wat verwonderd in haar keurig ingericht bou
doir. Ze verzocht hem echter vriendelijk
plaats te nemen en zette zich zelf dicht bij
het venster.
Dietrich Kleists maakte een beleefde bui
ging. Zijn gelaat stond ernstig. „U zult wel
niet begrijpen, waarom ik u kom bezoeken.
Mijn naam is u waarschijnlijk door uw vrien
din, mejuffrouw Felicia Beijer, niet genoemd.
Ik was echter een intieme vriend van den
neef van juffrouw Beijervan Frits Beijer,
die op zoo'n afschuwelijke manier gestorven
is."
Met een gil sprong de jonge vrouw op. „Mijn
God u spreekt van den moord den
moord, die in de Groszen Bleichen gepleegd is?
De advocaat bevestigde dit.
„En dat was een bloedverwant van onze
FeliciaHet dienstmeisje vertelde mij, dat
het gerucht liep, dat de ongelukkige door zijn
geliefde gedood werd
De advocaat haalde de schouders op. „Wat
wordt al niet onder het volk gefluisterd
Doch ik wil u niet langer dan noodig is op
houden. Als beste vriend van Beijer is het
mijn plicht zijn nicht kennis te geven van de
treurige gebeurtenis. Ik kwam daarom hier,
om u het adres van de juffrouw of liever
jonge vrouw te vragen, om haar zoo voor
zichtig mogelijk het bericht te schrijven."
Mevrouw Fincke betuigde haar spijt hem
te doen wat men zelf wenscht. Deze maatre
gelen zijn evenwel gemaakt door menschen
en er kleven fouten aan en een ieder heeft
het recht hierop critiek uit te oefenen. De toe
standen in het veehoudersbedrijf en in het
land- en tuinbouwbedrijf zijn verre van roos
kleurig. Ons Hoofdbestuur heeft gemeend dat
wij eens ernstig moeten nagaan hoe de wer
king van de verschillende crisismaatregelen
is. Als wij hierover straks van gedachten gaan
wisselen en misschien over een of ander on
derwerp gaan stemmen, zal er een meerder
heid en een minderheid zijn. Misschien zijn
de meeningen van deze vergadering in strijd
met de meeningen van andere af deelingen,
welke weer onder andere omstandigheden le
ven en werken als in deze streek. Maar het
is noodig dat wij deze verschillende meenin
gen leeren kennen en als mannen gaan uit
vechten en de beste meeningen aan onze le
den gaan voorhouden, om dan met andere
landbouworganisaties overleg te plegen, om
dan tenslotte voorstellen te doen aan onze
Regeering. Maar dan zijn wij nog lang niet
waar wij wezen moeten, want onze regeering
is weer afhankelijk aan de Volksvertegenwoor
diging, waar allerlei stroomingen in vertegen
woordigd zijn.
De crisis-maatregelen zijn velen en aan
allen kleeft wel een goede, maar ook een min
der goede zijde. Maar in de allereerste plaats
moeten wij trouw blijven aan onze organisa
tie en niet gaan versnipperen. Vereenigd is
nog wel iets te bereiken. Eigen meening moe
ten wij op de achtergrond stellen. Kiest uw
leiders met zorg, maar draag aan hen de ver
antwoordelijkheid over. Men kan nu eenmaal
niet allemaal zelf regeeren en ook anderer
meeningen moet men eerbiedigen.
De meening van het Hoofdbestuur is dat
de boeren, moeten blijven werken op hun be
drijven, in het belang van het geheele Neder
landsche volk. Als het platteland uit de
Staatskas gesteund zou moeten worden, loopt
het beslist mis met alles. Men moet er met
alle kracht voor waken dat geen bedrijven
braak komen te liggen, de boel moet blijven
draaien, ook in het belang van de arbeiders
stand.
Wij kunnen niets meer uitvoeren en de af
zet op de binnenlandsche markt wordt min
der, daar de koopkracht gaat dalen. Het is
het belangrijkste dat wij met alle middelen
moeten trachten te behouden wat wij heb
ben.
De veehouders zijn er slechter aan toe en
een van de oorzaken is wel, dat de marche
tusschen producent en consument tweemaal
zoo hoog is als voor den oorlog, terwijl de
prijs die de producent ontvangt 1/3 lager is
als voor den oorlog.
De prijs van het product moet voor den
boer loonend worden en de prijs moet voor
den consument zoo laag mogelijk zijn. In ons
land is de marche tusschen de producent en
de consument veel te hoog en dat is onhoud
baar.
Als boerenstand kunnen wij niet genoeg
aandringen, om de winstmarche voor den tus-
schenhandel zoo laag mogelijk te krijgen.
Wij mogen niet nalaten steeds op hetzelfde
aambeeld te blijven hameren. Thans is het
zoo, dat de bakkers, die het brood voor een
lagere prijs willen verkoopen, om te voorko
men, dat de werkloozen het brood als voe
dingsmiddel verlaat, dit verboden is.
Voorts moeten wij op onze bedrijven om
zien naar middelen, om de bedrijfsonkosten
te verlagen. De hooge pacht en grondwaarde
wordt niet gewettigd door de bedrijfsresulta
ten.
De crisismaatregelen maken, dat de pacht
en de rente te hoog blijft. De maatregelen
komen ten goede aan de eigenaren, terwijl
ze in de eerste plaats bedoeld zijn voor de
bewerkers van den Nederlandschen bodem.
Maatregelen, die leiden tot renteverlaging,
zijn noodig. Vóór 2 jaar werd dit in de troon-
hiermee niet van dienst te kunnen zijn.
„Het bruidspaar was van plan om half ze
ven naar Helgoland te vertrekken, is 't niet
„Daartoe was het te laat geworden, daar
beiden slechts een paar minuten voor half
zeven hier aankwamen.
Dietrich Kleists had bijna zijn verrassing
hierover laten blijken.
„Maar dat is toch zeer merkwaardig,"
zei hij langzaam. „Stel u voor mevrouw, dat
mevrouw Hölderlin mij meedeelde, dat haar
nicht reeds 's morgens om vijf uur van Uhlen
horst vertrok."
„Ze heeft met de fiets zeker een ongeluk
gehad, want zoodra ze hier aankwam vroeg
ze mij om hechtpleister. Ik vergat, doordat
alles zoo haastig ging, er haar naar te vra
gen. U begrijpt niet wat een herrie het was.
De heer Hüttl wachtte in het rijtuig het
meisje en de koetsier brachten de koffers van
Felicia naar beneden. De bruid was, zooals
men zich wel kan begrijpen, zoo zenuwachtig,
dat ze haar japon bijna niet kon dicht haken.
Daarbij had ze ook nog reisvrees."
„Dus u dunkt niet, dat het paar met de boot
naar Helgoland mee is gekomen?"
„In geen geval. Om zeven uur reed het rij
tuig eerst van hier weg."
„En ze zijn ook niet hier teruggekomen.
Ze moeten Hamburg dus op een andere wijze
verlaten hebben. Neem me niet kwalijk, dat
ik u nog met één vraag lastig val, mevrouw.
Weet u werkelijk niet waar uw vriendin giste-
morgen van vijf tot half zeven geweest is
of heeft u mejuffrouw Beijer misschien be
loofd daarover te zwijgen
„U spreekt in raadselen, mijnheer
„Men vermoedt n.1. dat mijn arme vriend
Frits Beijer gistermorgen omstreeks zes uur
een onderhoud heeft gehad met een persoon,
die men tot nu toe nog niet heeft kunnen
ontdekken. Zou het misschien mogelijk zijn
dat mejuffrouw Beijer op dien ongewonen tijd
in het huis in de Groszen Bleichen geweest
is
(Wordt vervolgd.)
maar, nouder öf"