D E IN DE PIJ.P. 26e JAARGANG VRIJDAG J& MAART 1935 No. 19 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OfJISTREKEN REVOLUTIE IN GRIEKENLAND. GERECHTIGHEID. Aspirin WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG abonnementsprijs per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f Q.10 266UUI IN NOOD.. Oouwe Egbem ïcfct* Fne*che Heeren-Saai en Büi-Tituk NederUnds geurigsfe pyptabak. de Laatste waarschuwing aan opstandelingen. "Vliegtuigen hebben boven de troepen der opstandelingen in Oost-Macedonië vlugschrif ten uitgestrooid met een boodschap yan den minister van oorlog, generaal Kondilis, waar in deze den soldaten mededeelt, dat hij weet, dat zij door een handvol opstandige officie ren verleid zijn, die hun de waarheid hebben verzwegen. Kondilis geeft hun 24 uur bedenktijd. Na afloop van dezen termijn zal hij zonder eenig pardon tegen het leger der opstandelingen de aaneengesloten strijdkrachten te land en in de lucht doen oprukken. Kondilis beschikt over 100.000 man, 60 vliegtuigen en goede artillerie. Hij bezweert de opstandelingen den broedermoord, die door de schuld van Venizelos is ontvlamd te -staken en de wapens neer te leggen om het land de gruwelen van een burgeroorlog te besparen. Voor het eerst heeft een van de leiders der .oppositie, de oud-premier Michalakopoulos .aan de pers medegedeeld, dat hij den opstand veroordeelthij doet een beroep op de va derlandsliefde van Venizelos pm een burger oorlog te voorkomen. Regen en mist schijnen in de laatste uren den strijd in Macedonië te vertragen. Het draadlooze station van Phaleron heeft een draadloos bericht ontvangen van den opstandigen admiraal Demesticha, waarin gezegd werd dat de kruiser „Averoff" nog •slechts met een snelheid van 7 zeemijlen vaart, hetgeen zou wijzen op een succes van het bombardement door vliegtuigen. De Grieksche regeering heeft een verbod uitge vaardigd voor het vliegen boven Grieksch gebied door vreemde vliegtuigen. De opkomst van de reservisten gaat alle verwachtingen te boven. Opnieuw zijn eskaders bommenwerpers vliegtuigen naar de wateren van Kreta ge zonden om de muitende schepen als het wa re te bestrooien met zware bommen. De vlie gers zijn teruggekeerd, doch hun berichten maken een onbevredigenden indruk, daar zij niet kunnen mededeelen, welke schade zij aan de rebelsche schepen hebben toegebracht, Ondertusschen zullen twee onderzeebooten die aan de regeering zijn trouw gebleven in de eerstvolgende uren uitloopen om de mui- tende oorlogsschepen in den nacht te besto ken. De regeering staat op het standpunt dat de vijf schepen zich öf moeten overgeven öf in den grond moeten worden geboord. Ondertusschen wordt in Macedonië met wisselende krijgskans gestreden. In officieele berichten wordt gezegd, dat de rebellen in Nikit de witte vlag hebben geheschen, maar volgens particuliere berichten wordt op vele andere plaatsen verbitterd gevochten. Daar de regeering voor dit gebied versterkingen heeft moeten requireeren, kan men zich van de hardnekkigheid van den tegenstand der rebellen een voorstelling maken. I OPSTANDELINGEN IN HET NAUW- j Bevolking van Macedonië Inverzet tegen den opstand. Laatste phase van dpn strijd. Reuter meldt uit Athene. Volgens berich- j ten uit Saloniki is de toestand van de opstan- 'j delingen inMacedonjë die onder leiding staan ivan generaal Kamenps buitengewoon hache- jlijk; zij hebben levensmiddelen npch munitie i meer. Daarbij komt, dat de bevolking hun vijan dig gezind is en zeker bij de benadering van de regeeringstroepen in verzet zal komen. In de stad Kawala is de bevolking ree^s in verzet gekomen. Saloniki gelijkt een legerkamp, daar een groote troepenmacht hier geconcentreerd is. Woensdagmiddag is een groot aantal reser visten naai' het front vertrokken. Uit alle deelen van Griekenland komen be richten, dat de bevolking strenge bestraffing der rebellen eischt. Niet alleen het huis van Venizeips te Athe ne, maar ook alle andere bezittingen van op- standigen, o.a. van admiraal Demestricha en generaal Kamenos zijn in beslag genomen. Tweehonderd gearresteerde Venizelisten zijn van Saloniki overgebracht naar het gevan genkamp te Tripolis op den Peloponesos. Ge neraal Kondilis weigerde te antwoorden op de vraag hoe fj# toestand thans is en zeide, dat de stem der kaïuw.hen een beter ant woord zou geven. Balderis zeide dat de strijd in een beslist send stadium is gekomener bestaat geen twijfel aan de oyerwinning der regeering. De actie wordt echter dpor het slechte weer ee- nigszins vertraagd. De vereenlging van reserve-officieren staat onvoorwaardelijk aan de zijde der regeering. Generaal Piastiras heeft Brindisl weer ver laten, daar hij geen kans ziet Griekenland te bereiken. deeld in een aan de leden der Tweede Kamer toegezonden schrijven van het Comité van Actie van Kleine boeren, op 18 December j.1. afgevaardigden van dit comitee aan Uwe Excellentie de groote nood der kleine boeren hebben kenbaar gemaakt en daarbij voorstel len tot leniging van deze nood hebben ge daan 2. Is het den Minister bekend, dat de nood van deze kleine boeren in het geheele land een dusdanig karakter heeft aangenomen, dat bij velen hunner het allernoodigste, om in het levensonderhoud van zich en hunne gezinnen te voorzien, ontbreekt 3. Is de Minister niet van oordeel, dat het opnemen van kleine boeren in de werkver schaffingen hun de mogelijkheid ontneemt hun bedrijven in stand te houden en zij zoo doende meer en meer tot armlastigen worden gemaakt 4. Is de Minister niet van meening, dat indien piet zeer spoedig ingrijpende maatre gelen worden genomen om in de nood der kleine boeren te voorzien, deze bevolkings groep met volledige materilele ondergang wordt bedreigd 5. Wil de Minister toezeggen, dat van re~ geeringswege deze kleine boeren een bedrag ineens zal worden uitgekeerd, teneinde in hun directe nood te voprziep en dat verder maatregelen zullen worden getroffen, tenein de de geiden uit het Landbouwcrisisfonds in de eerste plaats ten goede te d°0h komen aan de minst draagkrachtige groepen der boeren bevolking De Heer Ruys de Beerenbrouck, voorzitter van de Tweede Kamer weigerde echter deze vragen aan den minister door te geven, naar hij mij mededeelde, omdat binnenkort toch de Landbpüwcrisisbegropting aan de orde zqu komen. Mij bleef toen niets anders over dan de OPEN BRIEF AAN DE NOODLIJDENDE BOEREN IN NEDERLAND door C. Schalker. Lid van de Tweede Kamer der Staten - Generaal. Lid van de Amsterdamsche Gemeenteraad. Dezer dagen ontvingen de leden van de Tweede Kamer een schrijven, namens een comité van Actie van kleine boeren, waarin nogmaals de nood van deze groep der bevol king werd uiteengezet en waarin de hulp van de Staten-Generaal werd ingeroepen. Ik was met de nood van deze kleine boeren bekend, daar mijn partij meerdere malen heeft getracht de regeering te bewegen deze menschen te helpen. Zoo stelden wij reeds in September 1931 voor, om door een heffing ineens op de groo te vermogens de bedragen te vinden voor steun aan de arme boeren, terwijl door ons ook om een verbod van executie werd ge vraagd. Talrijke malen hebben wij verder voorstel len in dezen geest gedaan. Het schrijven, dat ik ontving was voor mij aanleiding den Mi nister eenige schriftelijke vragen te doen toe komen, luidende als volgt 1. Is het juist, dat, zpoals wordt medege- FEUILLETON. No. 27. „Waar is Felicia vroeg Ada aan de oude dame. „Waarom is zij niet met u meegeko men Ze zal toch op haar besluit om rond voor alles uit te komen niet teruggekomen zijn Mevrouw Hölderlin baadde in tranen. Het was moeilijk om een samenhangenden zin uit haar te krijgen. „Och, mevrouw Kleist," zeide ze hoofd schuddend, „met het arme, kleine vrouwtje weet ik mij werkelijk geen raad meer. Toen ze pas teruggekomen was, had het er veel van, of ze altijd in diep gepeins verzonken was, maar hoe meer de dag van de rechts zitting naderde, des te opgewondener werd zij. Gisteren avond, toen zij van een wande ling terugkwam, zou men haar bijna niet meer herkend hebben. Haar oogen stonden woest en haar wangen gloeiden en ze liep in haar kamer op en neer. Ik hoorde haar hardop bidden en daarna weer in snikken uitbarsten. In de vroegte is zij van morgen van Uhlenhorst weggeloopen ze heeft mij geen woord van gezegd ik wachtte, wachtte, maar zij kwam niet. Och, wan neer zij ongelukkig aan haar eindeach hemel wees mij genadig Beneden hoorde men eensklaps leven beweging. Als een woeste bende stormde het publiek de verhoorzaal binnen. Ook bevonden zich dames onder de personen, die op een aangrijpend schouwspel belust waren, en die met geweld een plaats in de zaal hoopten te veroveren. De toeschouwers stonden op elkaar gepakt. De klok van het justitiegebouw sloeg negen uur. Op hetzelfde oogenblik ging er een bewe ging door de toeschouwers, want de deur, die Jnaar het vertrek van den beklaagde leidde, ging open en Theo Hüttl kwam vergezeld van voldoende op de hoogte zijn met de nood der kleine boerqn. Zij hebben nu toch al een jaar of vier zoolang de crisis duurt zich kun nen voorbereiden op dit vraagstuk. ..Dan de R.K. Staatspartij. Het Eerste Ka merlid Ruyter heeft onlangs nog te 's-Herto- genbosch scherpe eischen gesteld en de nood van de kleine boeren geschilderd. Deze partij is dus ook wel „voorbereid." Maar nu het op daden aankwam, waren ze niet thuis, De Heer van Houten, de man van de Bond van Landpachters. Hij zegt toch de belangen van de pachters en hypotheekboeren voor te staan. In Leeuwarden wist hij het mooi te zeggen. Maar hij zit toch niet voor spek en boonen in de Kamer. Daar moeten toch ook de belangen van de arme boeren worden ver dedigd. Maar ook de heer van Houten stem de tegen. Waarom stelde ik deze vragen aan de Minister De partij, die ik in het parlement vertegen woordig, staat steeds op de bres voor de be langen van de armen en verdrukten in onze maatschappij. Gij, lezer, weet natuurlijk evengoed als ik, dat een kleine groep rijken overvloed van al les heeft en de anderen in armoede leven. Die rijkdom is niet afkomstig van eigen ar beid dat zult ge wel met mij eens zijn maar wordt verkregen door het werk van anderen. Nu komt de regeering met de cri sismaatregelen. En wat blijkt nu? Dat zij juist diegenen steunt, die het minst er om verlegen zitten. De rijke tarweboeren krijgen veel. De arme roggeboeren weinig. De varkenshouders krijgen bijna niets. De exportslachterijen worden rijk. De melkvee houders krijgen onvoldoende steun op de melk, maar de margarinefabrikanten verdie nen millipenen. Deze toestanden zijn aan elk denkend Kamer te verzoeken een interpellatie over dit mensch in Nederland bekend. De heeren in onderwerp te mogen houden. de Tweede Kamer en hun partijen, die tegen Men zou zoo zeggen, dat daar toch geen mijn interpellatie stemden, weten het zeer van de partijen bezwaar tegen konden heb- goed. ben Wat kan er tegen zijn, dat de Kamer i Waarom willen zij nu niets doen om deze deze nood van de kleine boeren bespreekt en toestanden, die ten hemel schreien, te ver maatregelen overweegt tot leniging van deze anderen nood J Waarom hebben zij alleen op, vergaderin- Het kwam echter ^nders uit. jgen groote woorden," maar dóenin de Kamer ALLE PARTIJEN stemden tégen het hpu- heel anders den dezer interpellatie, zoodat ik mijn inter- J Ik; ben yan meening, dat zulks komt, omdat pejlgtie niet houden kb", J de rijken de macht hebben in die groote par- De S. D. A. P. stemde tegen, omdat zij niets tijen om omdat zij de rijken naar de oogen voelde voor een onvoorbereid "interpellatie- willen zien. debat, j En van dat alles plukt de arme boer de Ik vraag mij af, of deze heeren nu nog niet wrange vruchten. Straks komen de heeren U weer vertellen, dat de communisten in troe bel water hebben willen visschen en meer van dat moois. Maar ik vraag aan de arme boeren yan Nederland of het niet in en in-t^yig met hen is gesteld. En of het gepn'tyd wordt dat deze bevolkingsgroep, door eensgezind optre den de regeering dwingt betere maatregelen voor de armen te nemen. Mijn partij en haar parlementsleden per soonlijk, zijn te allen tijde bereid, daartoe de noodige hulp te verleenen. Men kan zich daartoe vol vertrouwen wenden tot mijn adres Amstel 268 Amsterdam C. RUNDVEELEVERING. De Neclerlandsche Veehouderij Cen trale maakt bekend, dat in de week van 24 tot 23 Maart 1935 op de onder staande plaatsen in Noord-Holland gelegenheid zal worden gegeven run deren in de gevraagde soorten aan te bieden Amsterdam, Maandag 25 Maar 9--11 uur v.m. op de veemarkt. P urmerend, Dinsdag 26 Maart, een gerechtsdienaar de zaal binnen. Aan zijn zijde bevond zich Dr. Helms, die op kalmen toon tot hem sprak. De beklaagde zag er bleek en ernstig uit. Niettegenstaande herhaalde verzekeringen van zijn verdediger, kon hij nog altijd niet met zekerheid aannemen, dat zijn vrouw hem geheel van de misdaad vrijpleitte diep in haar hart dacht zij hem misschien toch nog schuldig. Opnieuw maakte die onrust zich van hem meester, toen Helms hem op zijn dringende vraag vertelde, dat Felicia nog niet in de getuigenkamer verschenen was. Ook was de verdediger over het lang uitblijven van de jonge vrouw bezorgd. Dit liet hij zijn cliënt echter niet merken. De heer Werner nam het voorzitterschap in deze rechtzaak waar. De advocaat-generaal Dr. Holzingen trad als» openbaar aanklager op. Na het eerste bellen van den president van het gerechtshof, die te midden van zijn jon geren collega's plaats genomen had, werd het doodstil in de zaal. Men ging eerst tot de lo ting der juryleden over. De voorzitter van de jury werd door den president van het gerechts hof op zijn rechterlijke plichten gewezen. Daarop ging men over tot het voorlezen van de lange, in schrift gebrachte aanklacht. Toen de president na de aanklacht de ge bruikelijke vragen aan den beklaagde stelde, of deze aan de hem ten laste gelegde misdaad schuldig was, stond Hüttl trots en mannelijk op en sprak met duidelijke, vaste stem „Neen De eerste getuige, die voor de balie geroe pen werd, was de advocaat Kleist. Hij legde den eed af en men vroeg hem naar alle ge beurtenissen, die hij zich van den llden er 12den Maart herinneren kon. Na hem kwam zijn vrouw aan de beurt. Zij was zeer zenuwachtig en leed zichtbaar. Den beklaagde, wiens treurigen blik ze op zich gevestigd voelde, durfde zij bijna niet aan te kijken. Verscheidene malen bracht Dr. Holzingen onder het verhoor wat in 't midden. Telkens weer stelde hij op den voorgrond, welk groot belang de beklaagde er bij had gehad, om de bewuste brieven weer terug te krijgen. Miss Worcester had hij als voornaam ste getuige en aanklaagster uitgekozen. De president Werner was een eerbiedwaar dige, zeer voorzichtige oude heer. Bij hem stond de justitie te hoog aangeschreven, dan dat hij de verhandeling, die zich nu tusschen den ambtenaar van het Openbaar Ministerie en den verdediger ontspon, kon goedkeuren. In dit geval moest hij het evenwel eenigen tijd dulden. De treurigste rol speelde daarbij miss Ellen Worcester. Toen de president eindelijk aan beide par tijen het woord ontnam en het verhoor van de Amerikaansche voortzette, kon men duide lijk aan zijn toon merken, hoe weinig hij met de handelwijze van de miss ingenomen was. Naar Amerikansch gebruik was haar verlangen misschien te billijken, doch het leek hem veel op afzetterij. Heeft u er dan niet aan gedacht, getuige, dat u den beklaagde door uwe hardnekkige vervolging tot wanhoop bracht U zult toch wel niet willen beweren, dat uwe aanspraken op een hartstochtelijke liefde gegrond wa ren Onderdrukt gelach van het publiekde president bracht de bel in beweging. ,Is u nu ook nog de meening toegedaan, miss Worcester, dat Hüttl aan zijn vader niet alleen de verbintenis met u voorwendde, om aan het hem opgedrongen huwelijk te ontko men De Amerikaansche beet zich op de lippen en weigerde trots antwoord op deze vraag te geven. In gespannen verwachting zag nu het pu bliek het verschijnen van de op miss Worces ter volgende getuige mevrouw Felicia Hüttl tegemoet. Er ging een gefluister door de me nigte. Men was natuurlijk nieuwsgierig de beide mededingsters in dezelfde zaal naast elkaar te zien. De verwachting van het pu bliek werd echter teleurgesteld. Miss Worces ter maakte van het verlof van den president, Wie zorgt èen buisje Aspirin bij de hand te hebben, maakt zich over griep geen zorgen meer. De griep dreigt en de griep is een gevaarlijke vij and. Maar enkele tabletjes bij een opkomende onge steldheid zijn in den regel voldoende, om zich in kor ten tijd weer fit te voelen ■m tWËssm wwJSim jaagt de griep op de vlucht -1 uur v.m. op de veeimarkt. Schagen, Donderdag 28 Maart, 8—10 uur. b.m. op de veemarkt. Prijzen en voorwaarden als vorige week. De aangiftekaarten, welke verkrijg baar zijn bij de districts-secretarssen der Gewestelijke Landbouw-Qrisis'-Or ganisaties, .moeten vóór Zaterdag 16 Mrt. 19§5 zijn ingezonden bij de Ge westelijke Landbouw-Crisis-Organi- satie, waaronder de betrokken vee houders ressorteeren. week. RUNDVEE - TEELTREGELING VOOR 1935. Thans officieel bekend. De Staatscourant (No. 44) bevat thans het „Reglement Runclveeteeltregeling 1935". Daar In worden aangegeven de aantallen vaarskal veren en niet geregistreerde stierkalveren,, die per provincie mogen worden gehouden. Vaarskalveren Stierkalveren, Groningen 17.103 3.300 Friesland 50.864 4.500 Drente 21.871 3.000 Overijssel 36.816 7.500- Noord-Holland 23.544 1.000 Zuid-Holland 31.997 3.200 Zeeland 8.256 7.500: Gelderland 40.026 8.500 Utrecht 18.057 2.500 Noord-Brabant 36.052 8.500 Limburg 15.414 2.500 Nederland 300.000 52.000 Wanneer men deze toewijzings-cijfers ver gelijkt met die van de teeltregeling 1934, dan blijkt, dat gerekend over het geheele land het aantal vaarskalveren is verminderd van 350.000 op 300.000, dus met 14%, terwijl dat der ongeregistreerde stierkalveren is ver hoogd van 33.120 op 52.000 dus met 57%. Voor de vaars-kalveren hebben wij uitge rekend voor elke provincie apart, hoeveel procent méér of minder toewijzin gen thans zijn verleend, vergeleken bij 1934. Het resultaat dier berekening is het volgende: getuigen gereserveerd waren, plaats te nemen, geen gebruik. Ze verzocht de zaal te mogen verlaten. Haar verzoek werd toegestaan en zij verdween niet 'zonder dat een spottend onderdrukt gelach uit de toeschouwers haar oor trof en haar het bloed naar de slapen dreef. Een tweede teleurstelling wachtte het pu bliek. De gerechtsdienaar kwam alleen terug en meldde den president, dat mvrouw Hüttl nog niet in de getuigenzaal verschenen was. Men zag, dat de beklaagde verbleekte en men bemerkte ook, dat Dr. Helms, de verde diger, verschrikte. Op mevrouw Kleist haar gelaat was nog grootste ongerustheid te le zen. Naar hetgeen de oude mevrouw Hölder lin verhaald had, kon men aan een tragisch einde van het martelaarschap van de onge lukkige vrouw gelooven. Zonder lang te talmen riep de president de volgende getuige, die de lijst aanwees, op. Waarschijnlijk dacht het publiek, dat men j eerst de familieleden zou hooren, want toen mevrouw Bleij voorgebracht werd, namen de gezichten een teleurgestelde uitdrukking aan. Men zou nu naar een vervelend verhaal over de misdaad zelf moeten luisteren. Dr. Helms wenkte een gerechtsdienaar en gaf dezen op fluisterenden toon een bevel. De gerechtsbode knikte en begaf zich naar de kamer van de getuigen. Onder het verhoor van den volgenden ge tuige, den portier Lütke, keerde de bode weer bij den verdediger terug. Theo Hütl, die somber voor zich uitstaar de, en naar de verklaringen der getuigen luis terde, bemerkte niet, dat zijn verdediger stil van achter zijn lessenaar verdween. Dr. Helms liep op de teenen naar de deur van de getui genkamer. Op het oogenblik, dat hij de deur opende, drong een levendig gepraat uit de naburige kamer de zaal binnen. Dit verstom de dadelijk, daar Helms vlug de deur achter zich toetrok. Felicia was verschenen maar hoe Helms herkende haar nauwelijks. Hij zag een hartstochtelijk opgewonden meer beteekenis. Ze was niet meer de lijdelijk duldende zij verscheen voor hem als kamp ster, wreekster De jonge vrouw had haastig haar tante, die haar met verwijten ontving over haar geheimzinnig doen, dat haar beangstigde, begroet. Dadelijk verdween ze weer in gezel schap van Hüttl's collega, den anderen direc teur in de kamer van den verdediger. Ook Helms vroeg verbaasd naar de reden, die de vrouw van zijn cliënt genoopt had, om zoo opvallend lang weg te blijven. Felicia gaf hem hierop geen antwoord, doch verzocht hem gedurende de volgende tien minuten opmerkzaam te luisteren. Zich daarop tot den collega van haar man wendend, begon zij „Kunt u zich nog herinneren, welken dag mijn overleden neef zich bij de levensverze kering-maatschappij „Hammonia" verzekerd heeft „Zekereinde September van het vorige jaar werd die verzekering gesloten." Weet u misschien ook, of mijn neef toen persoonlijk in Berlijn verscheen „Ik was toen agent van een andere verze kering-maatschappij, persoonlijk kon ik mij daar dus niet van overtuigen. Wel las ik ee nige dagen voor mijn reis hierheen nog eens het contract van Beijer door, dat met hem in eigen persoon in het bureau van de „Ham monia" onder de „Linden" gesloten werd." Felicia haalde ruimer adem. „Is het zoo, dat Dr. Katz in de kronenstrasse den adspi- rant voor de verzekering lichamelijk onder zocht heeft „De bedoelde heer is door de „Hammonia" hiervoor voor altijd aangesteld." „En komt het ook uit, dat de eerste boek houder van uw firma, de heer Neubring, bij het sluiten van de polis tegenwoordig was „Ook deze vraag kan ik u bevestigend be antwoorden want ik herinner mij toevallig dat het bewijs van de gesloten verzekering ook door den heer Neubring mede geteekend om op één der voorste banken, die voor de vrouw voor zich. Felicia leek hem grooter, van (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1