D E IN DE PIJP.
26e JAARGANG
DINSDAG 20 MAART 1935
No. 24
NIEUWS- EN
WIERING
ADVERTENTIEBLAD VOOR
I EN OMSTREKEN
WIJSWE/D IN
DE KAN...
GERECHTIGHEID.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wiermgen
Telef. Intercomm, No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
MAAR
Douvre Egbem Echte Friesche ticeren-Baai' en
Baai-Tatuk Melange van rijpe tabakKen.
nancieele motieven wel de hoofdoor
zaak van het terugnemen van de 2 mil-
lion zullen zijn. Wellicht zal bij de be
handeling van het groote bezuinigings
ontwerp over deze zaak nader worden
gesproken. Er zijn eminente landsbe
langen die door dit uitstel schade lij
den. De toekomstige economische situ
atie van Nederland hangt voor een
groot deel af van de vraag of er vol
doende grond is voor hen die daarvan
in hoofdzaak hun bestaan vinden.
Thans is de vischstand vrijwel te
loor gegaan. Ook dat is een element
te dezer zake.
Spr. verzoekt den Minister zijn stand
punt dienaangaande uiteen te zetten,
met name t.a.v. de Zuidelijke inpolde
ringen, de drinkwatervoorziening, het
peil van het IJsselmeer
met militaire belangen.
vrouw, die 83 jaar oud is, in vervuilden
toestand en volkomen hulpeloos op
haar kamer lag. De G.G.D. werd van
dit feit verwittigd. Bij onderzoek kwam
uit dat het oudje ook nog een heup-
fractuur had. Waarschijnlijk is zij aan
gereden en is zij, ofschoon hevig ge
kwetst, toch nog naar haar woning ge
strompeld.
De zieke werd naar het Tesselschade-
Ziekenhuis gebracht, waar zij eenigen
tijd later overleed.
Vergadering in vechtparttij geëindigd.
Vrijdagavond werd in de oude school
te Buiflyk een vergadering gehouden
van de plaatselijke afdeeling van den
Noord-Brabantschen Chr. Boerenbond.
De belangstelling voor deze vergade-
verband [ring was buitengewoon groot, daar
reeds weken te voren bekend was, dat
De heer Lovink (c.h. is van oordeel'het er geducht zou spannen,
dat de uitgifte van gronden in de Wie- j Op de agenda kwam n.l. de bestuurs
ringermeer volkomen geslaagd is. Spr. verkiezing voor, en er was actie ge-
TWEEDE KAMER.
Het Zuiderzeefonds.
Aan de orde is de begrooting van het
Zuiderzeefonds voor 1935.
De heer Duymaer v. Twist (a.r.) is
onaangenaam getroffen door het terug-
.RtfHfciR.van de 2 millioen voor de Noord
Oostelijke" inpoTa'eriiïg. -J?,r is toch se
dert October niets veranderd"YT~xDeze
maatregel beteekent schade voor een
groot deel der bevolking.
De heer Louwes (lib.) acht het terug
nemen, ondanks veler begrijpelijke te
leurstelling, in het algemeen belang
er moet worden gewacht tot betere tij
den. Spr. wil maatregelen tegen over
stroomingsgevaar van den polder
Eierland op Texel.
Spr. hoopt dat in de Wieringermeer
de gronden zooveel mogelijk in exploi
tatie komen bij de gebruikers van den
grond, onder toezicht van den Staat
b.v. in erfpacht met af koopbaren canon
De heer v. Voorst tot Voorst (r.k.) be
treurt eveneens het terugnemen van
de twee millioen, nu de aanwas der
bevolking zoo groote behoefte schept
aan imeer cultuurgrond. Er is ook een
teleurstelling voor de Zuiderzeebevoi-
king. Zoodra de crediettoestand hei
toelaat, wordt met de inpoldering
voortgegaan.
Met de methode van uitgifte dei-
gronden in de Wieringermeer is spr.
het in 't algemeen eens. Met uitgifte
van gronden in tijdpacht zijn we op
den goeden weg. De toekomst is aan
het kleinbedrijf.
De heer Ebels (b.d.) zegt, dat de toe
lichting van het terugnemen van de 2
millioen wel zeer sober is. Men vreest
blijkbaar geen groot er risico, maar dat
het crediet van den Staat in gevaar
kan worden gebracht door deze inpol
dering. Wat is er gewijzigd in de posi
tie van ons land, daar de begrooting
pas een paar maanden geleden werd
ingediend
Spr. waardeert de voorzichtige ma
nier van uitgifte van gronden in de
Wieringermeer.
De heer Bongaerts (r.k.) zegt dat fi-
lieeft gelezen dat men thans ook boer
derijen zal uitgeven, kleiner dan 20 ha.
Dit verheugt spr. buitengewoon. De
Minister vinde vrijbeid, in deze rich
ting voort te gaan, zoodoende een goed
en sociaal werk verrichtend. De be
langstelling is reeds zoo groot, dat m
normale omstandigheden zeker zou
gebleken zijn dat de drooglegging in
een groote behoefte van ons land voor
ziet.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Oog uitgestoken.
Kr vVciuldinxveen heeft een zes-jarige
jongen een vitir-jarig meisje met een
pijl een oog uitgesciluxVan.
Winkeliers door smokkelaars
bedrogen.
Zand inplaats van suiker.
Voor den winkel van den heer B. in
de Kerkstraat te 's-Hertogenbosch'
hield dezer dagen een auto stil, waar
in twee personen waren gezeten. De
auto was beladen met twee sinaasappel
kisten en in iedere kist lagen drie zak
ken. Volgens het zeggen van hei
tweetal bevatte iedere zak 50 pond sui
ker, zooclat de zes zakken in totaal in
hielden 150 Kg. suiker.
Na eenig onderhandelen tusschen
den winkelier B. en het tweetal wer
den de zakken met inhoud tenslotte
verkocht voor den prijs van f 45 totaal.
De gewone handelspiijs is 1 4t> per 100
Kg. De winkelier dacht een zoet winst
je te hebben gemaakt, liij had immers
50 Kg. als het ware cadeau gekregen.
Groot was echter zijn verbazing',
toen hij bij het openmaken van de zak
ken ontdekte, dat de inhoud slechts
uit wit zand bestond.
De bedrogen winkelier heeft bij de
rechter aangifte gedaan van de oplich
ting. De recherche meent met smokke
laars te doen te hebben.
'T- "fezs*'
Verwaarloosde vrouw gevonden.
Het was eenige bewoners van de
Halmaheirastraat in de Indische Buurt
te Amsterdam opgevallen dat een
vrouw die op een der étages alleen
woonde en die als exentriek bekend
stond, sinds eenige dagen niet voor
den dag was gekomen. De politie werd
gewaarschuwd en haar bleek, dat de
FEUILLETON.
voerd om de aftredende bestuursleden
niet te herkiezen. Dit was een gevolg
van de ontevredenheid over de uitvoe
ring van de crisis-maatregelen. Direct
naclat de vergadering te half acht dooi
den voorzitter, den lieer Van Os, ge
opend was, vroeg een der aanwezigen
het woord, ten einde de grieven toe te
lichten. Hij beschuldigde daarna den
voorzitter, dat deze als leider van de
plaatselijke commissie van zijn functie
misbruik maakte om zich zelf, zijn
familie-leden en vrienden piet biggen
merken en kalverenschetsen te bevoor
deelen. De vergadering werd daarop
zeer rumoerig, waarop de voorzitter zei
de geen discussie over deze aangelegen
heid meer toe te laten. Daarop werd
uit de vergadering geëischt, dat de
uitvoering van de crisisjmaatregelen
aan de plaatselijke commissie ontno
men *7<iu worden, dat het bestuur in zijn
geheel zou uittreden, en een nieuw be
stuur zou worclenvgxnsl'ozen, waarvoor
candidaten werden gestel - Toen de
voorzitter daarop verklaarde, ct&i'
candinclaten niet geapcepteerd zouden
worden, ontstond een geweldig kabaal.
Hier en daar geraakte men reeds
handgemeen, maar. de wanorde bereik
te het hoogtepunt, toen plotseling hel.
licht werd uitgedraaid. Stoelen vlogen
door de zaal, de kachel werd omver ge
worpen en rake klappen werden uitge
deeld. De politie werd telefonisch ge
waarschuwd, doch toen deze ter plaat
se verscheen, was de zaal reeds leegge-
slagen.
Verscheidene personen liepen ontvel
lingen en builen op. Toen de politie de
zaal binnenkwam, was het daar een
volslagen chaos. Zij vond slechts één
der bestuursleden, die zich onder een
tafel had verborgen, en zich met
moeite uit de op en over elkaar gesme
ten stoelen kon bevrijden.
Aan voorzetting van de vergadering
viel natuurlijk niet te denken, maar
het bestuur heeft besloten voor over
14 dagen een nieuwe vergadering uit te
schrijven.
Smokkelaar doodgeschoten.
Op de heide onder Goirle.
Verleden week op 'n nacht stiet een
groep van elf smokkelaars uit Tilburg
onder de gemeente Goirle op twee kom
miezen. De smokkelaars kwamen uit
No.
f Slot.
„Zoo hij onopgemerkt in zijn woning was
gekomen, zou hij al het verdachte verwijderd
hebben zich gehouden hebben, alsof hij
zich verslapen had de huisvrouw geroepen
hebben, om zijn alibi te kunnen bewijzen.
„Maar zóó ging het ook wel. In gezelschap
van de Kleist's zocht hij het huis van den
„Argus" op. Hij zeide toen geen huissleutel
te hebben, hoewel hij hem nog in den zak bij
de portemonnaie, het horloge en de ringen
van den vermoorde droeg.
„Daarop op de trap die zonderlinge ont
moeting met dien raadselachtigen vreemde.
„Stanway dacht dadelijk aan een misdaad.
Het was zonderling dat hij den vreemdeling,
van wiens plannen hij toch maar niet zoo,
zonder er eenig bewijs voor te hebben, op de
hoogte kon zijn, naar de keel
greep. Er ontstond een woede worsteling,
waarbij Hüttl zich zoo goed hij kon verweer
de tegen den vagebond, zooals hij meende.
Bij het worstelen kwamen er een paar lange,
krullende haren op Stanway's jas, het waren
er een paar van mejuffrouw Beijer, die aan
den schouder van Hüttl waren blijven han
gen.
„Het gebeurde, dat Hüttl bij deze worsteling
aan de rechterhand gewond werd. Het heet
te, dat hij zichzelf door zijn haast die wonde
had toegebracht. Dat is echter onmogelijk,
want dan moest Hüttl het wapen met de lin
kerhand hebben vastgehouden. Ook dat ge-
de richting van de Belgische grens en
waren allen zwaar bepakt.
Op bet commando van de kommie
zen, die plotseling uit hun schuilhoek
te voorschijn traden, halt te houden,
werd geen gevolg gegeven. Toen de
koinmiezen eenige waarschuwingsscho
ten losten, welke niet in de richting
der smokkelaars waren gericht, namen
de mannen de vlucht. Vier hunner wier
pen hun smokkelwaar weg, om zich
beter uit de voeten te kunnen maken.
Op dit moment heeft zich het drama
afgespeeld, waarvan noch komjniezen,
noch smokkelaars eenig vermoeden
hadden. Daar ieder trachtte voor zich
een veilig heenkomen te zoeken, merk
ten ze niet, dat er één hunner in de
heide achterbleef.
Toen echter in den loop der week de
37-jarige Fr. Sw., uit de Oude Kerk
straat te Tilburg, onder zijn collega's
hekend als „Sooike den Bels" niet
kwam opdagen, begon zijn vrouw zich
ongerust te maken. Zij informeerde
hier en daar, maar niemand wist waar
haar man was. Waar het echter na
zoo'n vlucht wel eens meer voorkomt,
dat een smokkelaar wat langer weg
blijft, maakten zijn mede-smokkelaars
zich niet ongerust. Maar toen Sw. nog
maai steeds niet verscheen, begon
men zich ongerust te maken. Ook de
kopimiezen hadden van één en ander
gehoord. Onder leiding van een inspec
teur en geholpen door de Rijks- en ge-
meente-politie uit Goirle en eenige per
sonen uit de werkverschaffing, ging
men op onderzoek uit. De heide werd
in linie afgezocht. Men vond toen het
lijk van den vermisten Sw. Hij lag op
den rug met de armen wijd uitge
spreid. Een kogel was hem door het
rechteroog gedrongen en had bij het
oor het hoofd verlaten. De man moet
op slag dood zijn geweest.
Het parket uit Breda, onder leiding
van den Officier van Justitie, mr. Dee
len, was spoedig gearriveerd. De smok
kelaars, die zich ook op de heide bevon
noemt „linksch" is, kan zoo'n stoot, als Kleist,
die toesnelde, werd toegebracht, met de lin
kerhand verrichten.
„Ik zal vertellen, hoe zich toen alles heeft
toegedragen, edelachtbare heeren. Stanway,
de eenige, die wist, waar de dolk lag want
een twintig minuten te voren had deze dien
zelf op de vijfde trede neergegooid, bukte
zich naar het wapen. Hij was van plan zich
zelf een wonde toe te brengen, om den op
dien tijd nog onbekenden vluchteling, nog
meer te kunnen ten laste leggen. Hij trof
echter Hüttl's hand en bij den tweeden stoot,
Kleist's wang.
„Hüttl ontkwam. Stanway wierp het wapen
weg en stond bevend voor de deur, een oogen-
blik naar adem snakkend, om goed in zijn rol
te blijven in de comedie, die hij nu spelen
moest.
„Het geluk was met hem. Terwijl Kiest naar
het venster liep en dat openrukte, opende
Stanway de deur. Ongemerkt wierp hij den
huissleutel, die bij Beijer gevonden moest
worden, op de lederen sofa. Daarop brak hij
in een jammerlijk weeklagen uit. Hij ween
de bittere tranen bij het nog warme lijk zoo
achteloos had hij zich bij het lichaam van
den vermoorde neergeworpen, dat hij met
bloed bespat werd.
„Een minuut te voren had de „eeuwige re
ferendaris" zijn laatsten adem uitgeblazen.
Hüttl had zonder het te vermoeden den
laatsten zucht, het rochelen van een sterven
de gehoord
„Stanway, die in alle soorten van misdaden
geen vreemde en daarbij geslepen was, kwam
de raadselachtige ontmoeting uitmuntend te
pas.
„Hij was geen gewone misdadiger. Wellicht
had hij reeds in zulke dingen veel ervaring
opgedaan. Hij leidde onze voortreffelijke poli
tie, rechter van instructie, commissarissen en
rechters om den tuin. Had men in dat vuur
ten hemel schreiende, laaghartige moord op
Beijer, die slechts uit hebzucht werd gepleegd,
aan het licht gekomen zijn. Misschien heeft
hij met dezen alleen een verbintenis ^aange-
gaan, om zich op zoo'n manier ten koste van
hem te verrijken. Als detective wist hij ook
verder overal voordeel uit te trekken. Hij was
bezig om miss Worcester ook schuldig te ver
klaren. Eveneens was hij dadelijk bereid, om
den om hun makker te zoeken, werden
ter plaatse gehoord.
Men vermoedt, dat de man zich niet
direct bij de groep smokkelaars be
vond, maar dat hij een verkenner was.
Toen de komiiiiezen in een andere rich
ting dan de smokkelaars zich bevon
den, hun waarschuwingsschoten af
vuurden, moeten zij hierbij zonder
dat zij het konden vermoeden Sw.
hebben geraakt.
Het lijk is naar Goirle vervoerd.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Geld voor liet nieufwe leger.
De minister voor de Rijksweer deelt
mede, dat uit alle kringen van het
Duitsche volk geldsommen worden
gezonden voor de weermacht. De minis
ter dankt voor deze offers en verzoekt
in de toekomst alles te storten op het
conto van de Wehrbank van de Duit
sche Bank.
De baby Lindbergh-affaire.
Nieuwe mystificaties.
De vrouw van Hauptmann vertoeft,
naar bekend is geworden, op het oogen
olik in Detroit. Zij wil daar het kind
opzoeken, dat in een onlangs uit
Pondiac in Michigan te New-York om
vang,en anoniem schrijven werd aan
gegeven als liet kind van Lindbergli.
Deze brief spreekt van een bekentenis,
die de ontvoerder van het kind kort
voor zijn dood tegenover een gangster
uit Detroit zou hebben afgelegd. Deze
gangster zou in December van het vo-
i'ig jaar door een ander lid van de ben
de vermoord zijn. In de bekentenis,
waarvan de brief spreekt, zou het vol
gende gezegd zijn
- Het kind werd in den nacht der
ontvoering naar Brooklyn gebracht.
Tegelijkertijd werd het lijk van een an
der kind, dat begraven lag op het
kerkhof in de NewYorksche voorstad
Broux, achtergelaten in de nabijheid
rede
„Ik heb hier niets meer aan toe te voegen,
edelachtbare heeren, als ditSchenk geloof
aan de advocaat van den beklaagde, aan de
vrouw van Theo Hüttl. Deze advocaat staat
met uitgestrekte armen voor haar cliënt en
roept u toe, zooals het in het hooglied van de
Liefde heetDood eerst zijn vrouw
„Edelachtbare heeren, ik weetU zult zijn
tuigt voor de onwaarheid van Stanway's be
wering. Niemand, die niet, zooals men dat zijn zakken slechts onderzocht, dan zou de
mevrouw Hüttl en haar man in zijn plaats te j vrouw niet dooden want u zult den onge-
laten boeten. lukkige, die u in het bewustzijn van zijn on-
„Den laagsten streek speelde hij, toen hij schuld vrij en open aanziet, vrijspreken
door zijn sluwe inmenging mevrouw Felicia En nu gerechtigheid, ga uwen gang
Hüttl tot zelfmoord wilde dwingen. Wanneer
haar mond voor altijd gesloten was, zou niets
den ongelukkige, die daar voor u op de bank
der beklaagden zit, kunnen redden.
,Maar God wilde het offer van de onschul
dige vrouw niet. Hij genas mevrouw Hüttl
van haar zware ziekte en maakte haar zien
de. Ja, ziende zeg ik. Argusoogen gaf hij haar,
waarmee zij Stanway's geheele optreden kon
doorgronden.
„Het klinkt als een spotnaam, wanneer wij
den grootschen naam van „Argus" op de fir
ma van Stanway lezen, die de justitie op zoo'n
geslepen wijze om den tuin leidde. En wij
dienaars van de gerechtigheid, navorschers
van misdaden, moeten aan de vrouw, die in
haar angst voor den geliefde met Argusoogen
heeft leeren zien, de eerste plaats inruimen.
Tot het doorgronden van deze duistere mis
daad, hebben wij geen van allen een bijzon
der goeden blik aan den dag gelegd.
„Hoeden af voor de advocaat van den be
klaagde, want hier staat zij voor ons, ons al
ler meester, mevrouw Felicia Hüttl
Als een storm brak de betuiging van instem
ming los en het duurde geruimen tijd voor
den boos opgesprongen president door aan
houdend gebel de toeschouwers weer tot
kalmte had gebracht, zooals het hun op die
plaats paste.
Daarop sprak Dr. Helms het slot van zijn
Na de rede van den verdediger werd een
half uur rust gehouden. Van alle kanten werd
de jonge advocaat door de getuigen gelukge-
wenscht en bedankt.
Theo en Felicia waren, hoewel alles hun
zeer had aangegrepen, te fijngevoelig, om het
opgewonden publiek nog eens het schouwspel
eener gevoelsuiting te geven.
Zij zagen elkaar slechts innig aan zeker
van hun overwinning, vol zalig vertrouwen
op God.
Zij vreesden niets meer, nu de gezworenen
in het aangrenzende vertrek beraadslaagden.
Doch ook Theo's vader had zich van zijn
ontroering hersteld. Geruimen tijd sprak hij
met Felicia, die stil bijna droomerig luister
de, terwijl haar gelaat, dat door een gelukki
gen lach verhelderd werd, naar de bank der
beklaagden en haar nu nog gevangen man
keek.
Eerst toen de oude man, die op zachten,
bijna smeekenden toon gesproken had, de
laatste woorden zeide, keerde zij zich naar
Theo's vader om maar deze had reeds zijn
sneeuwwit hoofd diep voorover gebogen
haar hand gekust.
Het werd doodstil, toen de vastgestelde
pauze verstreken was, en de twaalf gezwore
weer binnenkwamen.
Zij spraken het„Niet schuldig" uit.
Zelden was er in de indrukwekkende zaal
zoo'n luid gejubel vernomen, als nu losbrak.
En de president, die dadelijk den beklaagde
berichtte, dat hij vrij was, kon zich, niette
genstaande luid geschel, niet verstaanbaar
maken.
Eenige van de gezworenen en rechters
wenschten het echtpaar, den vader van den
beklaagde en de vrienden geluk. Ook uit het
publiek kwamen velen hun instemming met
de wending, die het proces genomen had,
betuigen.
Gearmd verliet het jonge paar de verhoor-
zaal. Ook daar buiten in de gangen en voor
het justitie-gebouw omringde men de ernsti
ge jonge lieden, die aan zoo'n harde beproe
ving het hoofd hadden moeten bieden.
Nog voor dat de uitspraak uit het sombere
gebouw naar buiten bekend was geworden,
had reeds de telegraaf aan de Londensche
politie het verzoek tot inhechtenisneming
van den waren misdadiger gericht. Diens ge
vangenneming kon nu gemakkelijk geschie
den. Vier maanden later, toen Hüttl en zijn
jonge vrouw zich juist op reis begaven, om
de tweede helft van het gestoorde verlof met
den consul-generaal gezamenlijk in de Alpen
door te brengen, hoorden zij van de veroor
deeling van den gevangene, die eindelijk, na
lang hardnekkig ontkennen, bekend had.
Men had hem ter dood veroordeeld en er was
weinig kans, dat men aan zijn verzoek om
genade zou voldoen.
„Gerechtigheid, ga uw gang zeide ook
Hüttl. Daarop drukte hij innig den arm van
de zich tegen hem aanvleiende „advocaat"
Felicia.
EINDE.