BLACK BOy
eginl
26e JAARGANG
VRIJDAG 30 MAART 1935
No. SB
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQEN EN OMSTREKEN
TOCH KANS OP
N.O.-POLDER.
UIT
HEEL HAAR
HART!
by hei
Bertels1
Opfokvoeder
LANDBOUW - CRISIS - BUREAU.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wie ring en
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0-50
Iedere regel meer f 0.10
Pruim
Peinst:
Pruimen is niet ieders werk hoor,
't Is een kunst, bijna een vak;
Wie een goede vakman zijn wil
Die pruimt BLACK-BOY
PRUIM-TABAK.
GESAUSDE ZWARE/l|V\
PRUIMTABAK VcV
TWEEDE KAMER.
ming, ook aan Sliedrecht, het transportbe-
drijf, Friesland en Overijssel. Mag de regee-
ring de droogmaking gebruiken als een dwang
1 middel om dus de bezuinigingswet te doen
goedkeuren Wij kunnen verscheidene on-
j dernemingen voor den ondergang behouden
t en ons volk door deze werkverruiming weer
wat moed en vertrouwen geven.
De heer Wijnkoop (C.P.) keurt af, dat
grond in de Wieringermeer alleen te krijgen
j is door Boeren met kapitaal en niet door
i werklooze arbeiders. Verder vraagt spr. zich
af waarom men den afsluidijk heeft gemaakt,
als men niet gaat inpolderen Alleen uit de-
j fensie doeleinden. Het slachtoffer van de
j stillegging der inpoldering worden de ge-
meenteLemsterland, Stad Volenhove en Urk.
Het zijn dan ook maar kleine menschen daar.
Het komt er niet op'aan.
De Voorzitter hamert.
De heer (CP.) zegt, dat het schijnt, dat de
regeering niet voldoende rekening houdt met
j de belangen der visschers en andere kleine
menschen.
Wij hebben ook een motie ontworpen, maar
i het is ons niet om concurrentie te doen en
daarom zullen wij ze nog niet indienen. Ech
ter moet de Kamer uitspreken, dat de inpol
dering in snel tempo moet worden voortge
zet.
Rede ir. van Lidth de Jeude.
De Minister van Waterstaat, de heer Van
Lidth de Jeude, dankt voor de vriendelijke
woorden van welkom van eenige afgevaar
digden.
De post van f 2.000.000 is vervangen door
een memoriepost, louter om financieele re
denen. Als de regeering had gezegd „Wij
gaan door met de inpoldering en verbinden
daaraan de gedachte, dat de Kamer straks de
bezuinigingswet wel zal goedkeuren", zou de
Kamer met zulk een houding stellig niet in
stemmen. Het betreft nu de eerste uitgave
van een plan van 110 millioen.
Men zegt, dat de 2 millioen los kan worden
beschouwd van de 110 millioen, omdat het
eerste bedrag nog geen betrekking heeft op
de eigenlijke inpoldering. De 2 millioen be
staat uit 7 ton voor aanleg van werkhavens
te Urk en Lemmer en uit een ander bedrag.
Maar het bedrag 102 millioen beteekent toch
de uitvoering van het plan in het algemeen.
De heer Bongaerts meende, dat men den cre-
dietpost had kunnen handhaven om er te
zijner tijd gebruik van te maken. Practisch
zou het geen groot verschil maken, maar wat
de regeering doet, is toch meer in overeen
stemming met den gang van zaken.
Dienst van de inpoldering van het
IJsselmeer.
Men meent, dat uit de reorganisatie van de
Zuidei-zeewerken blijkt, dat de verdere inpol
dering achtei-wege blijft, maar de regeering
wil er mee voortgaan, zoodra de financieele
toestand het toelaat. Het wetsontwerp tot in
stelling van den dienst voor inpoldering van
het IJsselmeer heeft spr.'s depai-tement ver
laten, maar het is niet de bedoeling, dat ver
dere uitvoering der inpoldering daarvan af
hankelijk wordt gesteld.
Men wenscht werkverruiming in de betrok
ken streken, maar spr. wijst op den aanleg
der wegen WolvegaLemmer en Zwolle
REGEERING HEEFT VERTROUWEN IN
VERDERE DROOGMAKING.
ZOETWATERVISCHSTAND BINNEN
AFSLUITDIJK ZEER TOEGENOMEN.
BIJ MOTIE OM SPOEDIGE DOORZETTING
GEVRAAGD.
Weldra voorstellen te wachten in zake peil
van het IJsselmeer.
De Tweede Kamer heeft de behandeling-
voortgezet vna de begrooting van het Zuider-
zeefonds.
De heer Van der Waerden (S.D.) zegt dat
de Kamer er niet in kan berusten, dat de
regeering f 2.000.000 voor voortzetting van de
inpoldering van de begrooting heeft terugge-
nomen.Wij hebben behoefte aan cultuurgrond,
door toeneming der bevolking, door stadsuit
breiding, wegenaanleg, enz. Duizenden werk-
loozen kunnen bij voortzetting van de inpol
dering aan werk worden geholpen. Waarom
kon deze voortzetting in 1934 wèl en kan zij
nu niet meer
Spr. heeft een motie ontworpen waarin de
Kamer aan de regeering verzoekt in 1935 als
nog de voorbereiding van de inpoldering ter
hand te nemen. De motie is in dezelfde be
woordingen gesteld als die des heeren Colijn
van 1932 ten gunste van voortzetting van de
inpoldering. Spr. dient de motie nog niet in, Blokzijl en op de krachtige voortzetting der
omdat hij liever heeft dat de regeering eige- ontginning van het waterschap Vollenhove.
ner beweging de f 2.000.000 weer op de begx'oo- De regeeiang is overtuigd van het eminen-
ting plaatst. te landsbelang van de voortzetting der inpol-
De heer Krijger (C.H.) bepleit hulp aan dering. Spr. denkt aan de werkverruiming,
de noodlijdende randgemeenten, die schade aan onze vrees, dat wij de fijnere bodempro-
ondervinden van de stillegging der droogleg- ducten niet meer zullen kunnen expoi'teeren,
ging. De minister brenge alsnog op de begroo- waardoor wij andere producten niet meer
ting het deel der f 2.000.000, dat niet noodig zullen kunnen importeeren maar zelf moeten
is voor eerste termijnen. Dan blijft er geld produceeren enz.
genoeg over voor afwatering enz. ten bate De Wieringermeer.
der in nood geraakte randgemeenten. J De regeering zal gaarne ter harte nemen
De heer Alberda (S.D.) zegt dat de inpol-jden wensch om zich niet te spoedig te ont-
dering van het IJsselmeer geeft werkverrui- doen van de noodige bestuurskrachten er
FEUILLETON
Roman door
RENé BAZIN.
Nadruk verboden.
I.
No. 1.
Zij kwamen uit de werkplaatsen en fabrie
ken der Ville en Bois, de handen en het ge-
zich als vêrroest door den rook, de splinters
van het ijzer, het koper, de t^an, door het
stof, dat rondom de drijf wielen vloog. De
klokken, die achter waren, sloegen nog zeven
uur en het liep tegen het einde van Mei. Er
was zachtheid in de lucht. Zij kwamen naar
buiten. Het geraas der machines verminder
de de zwarte rookspiralen van het vuur van
kolengruis uit de steenen schoorsteenen be
gonnen dunner te worden, stemmen verhieven
zich tusschen de muren van de rue de la
Hautière en den ouden weg van Couëron, in
het hooge gedeelte van Nantes, nabij Chan-
tenay.
Aangrijpend uur waarop het werk zijn le
ger over de stad loslaatNieuwelingen, oud
gedienden, meisjes, vrouwen, kleinen, die
men misschien tien jaar zou gegeven hebben,
als de toon hunner stemmen en de vroegrijpe
verdorvenheid hunner woorden hen niet als
jonge mannen deden kennen, zij verdeelden
zich daar bij de poorten der fabrieken, klom
men, daalden, staken straatjes door naar het
tehuis, waar het avondmaal hen wachtte.
Onderweg vormden zich groepjes. De vrou
wen vonden haar mannen weerbroeders,
verliêfden, vrienden, die in hetzelfde huis
woonden, kwamen weer samen, zonder haast
te maken, zonder dat het hun merkbaar ple
zier deed. Iets sombers en versletens, zelfs
ook bij de jongeren verduisterde den glans
hunner oogen de last van den dag drukte
op al dit volk en de honger heerschte in hen.
Men zeide leelijke platte woorden tegen el
landarbeiders in de Wieringermeer. Ondanks
de bodembezwaren der aanvangsperiode zijn
de bodemopbrengsten niet onbevredigend.
Spr. verwijst naar de driemaandelijksche ge
gevens betreffende de opbrengsten per ha in
de Wieringermeer. Hij heeft eenige cijfers,
die een gunstige opinie wettigen, nopens
koolzaad en wintertarwe. Uit een exploitatie
oogpunt behoeft men tegen verdere inpolde
ring niet op te zien.
Spr. ziet niet zoo'n heel groot verschil tus
schen credietpost van 2 millioen en memorie-
post. De stagnatie wordt zooveel mogelijk
beperkt. De Kamer hebbe geen overwegend
bezwaar tegen de gedragslijn der regeering.
Uitgifte van gronden in de Wie
ringermeer.
Wat de uitgifte van gronden betreft, zij
vindt plaats op redelijke voorwaarden. Er is
ook een tijdelijke uitgifte, voor 6 jaar, omdat
de gronden nog niet geheel bouwrijp zijn.
In voorbereiding is de uitgifte van vier
boex'derijen, elk van 8 ha. Het aantal wordt
uitgebreid, als er belangstelling voor is. Het
ligt in het voornemen, dit jaar nog 2500 ha
voorloopig uit te geven.
Het IJsselmeer.
De zoetwatervischstand is zeer belangrijk
toegenomen. De vrees voor brak water, waar
in visch niet zou kunnen leven, wordt niet
bewaarheid.
Spr. legt geruststellende verklaringen af
inzake schade, welke Texel zou ondervinden
van de afsluiting van de Zuiderzee.
In verband met wat de heeren Van der
Waerden, Wijnkoop en Krijger hebben ge
zegd inzake een uitspraak van de Kamer
verklaart spr., dat zij zou zijn min of meer
het intrappen van een open deur.
Replieken.
De heer Van der Waerden (s. d.) repliceert
en zegt, dat de mooie resultaten van den
grond in de Wieringeimeer ondersteuningen
zijn van spr.'s standpunt, dat met de inpol
dering moet worden voortgegaan. Ga daar
nu eens tegen debatteeren. Men kan toch niet
volhouden dat de leeningscapaciteit geen
2 millioen meer beslaat.
Een motie-Van der Waerden.
Spr. dient een motje in, mede-onderteekend
door den heer Bongaerts en waarin de Kamer
uitspreekt, dat geen verdere vertraging in de
inpolderingswei-kzaamheden mag voorkomen,
en aan de regeering verzoekt, de voorberei-
ding van de inpoldering met zoodanige voort
varendheid ter hand- te11 nemen, dat met de
uitvoering alsnog in 1935 kan worden aange
vangen.
Dupliek van den minister.
De minister van Waterstaat, de heer Van
Lidth de Jeude is van meening, dat een zoo
spoedig mogelijke inpoldering de eenige oplos
sing is. De motie geeft vrijwel sprekers mee
ning weer, al kan hij niets toezeggen omtrent
het tijdstip van aanvang. Zelfs al stond er in
de motie, dat nog dit jaar de eerste bestek
ken sprekers departement dienen te verlaten,
dan zou hij er geen bezwaar tegen hebben.
Wijziging in de motie-Van der
Waerden.
De heer Van der Waerden (s.d.) erkent dat
de minister aardig is tegemoet gekomen. Hij
wijzigt zijn motie zoodanig, dat er in gespro
ken wordt van „werkzaamheden ten behoeve
van de inpoldering.
Zuiderzee-Steunwet.
Bij de afdeeling Zuiderzeesteunwet betoogt
de heer Duymaer van Twist (a.r.) dat een
groot aantal voormalige visschers nog steed:
in groote moeilijkheden verkeeren als gevolg
van het feit, dat geen voldoende maatregelen
genomen zijn om die personen schadeloos te
stellen. Aan de Zuiderzeesteunwet is het ka
rakter gegeven van een armenwet. Een dure
wet is zij zeker. Acht a negen millioen zijn in
een bodemloozen put verdwenen. Ware dit
bedrag op juiste wijze besteed dan zouden er
nu geen 4000 gezinnen meer zijn die aange
wezen zijn op de geldelijke steun. Mag deze
toestand maar blijven voortduren
De heer Van der Bilt (r.k.) betoogt even
eens, dat de Zuiderzeesteunwet niet juist
wordt toegepast. De bevolking verarmt alge
meen, men maakt er paupers van. Het ver
wondert spr. niet, dat de menschen soms ver
bitterd zijn. Bij den steun is ietwat ruimer
armslag noodig. De toelagen dienen ook niet
binnen den termijn waarvoor zij noodig zijn,
veranderd te worden. Ook vraagt spr. wat
meer vertrouwen voor de plaatselijke commis
sie. In de beroepsinstantie is een verbetering
gekomen, maar alweer is zij niet voldoende.
UITVOERING VAN DE
„ZUIDERZEEWET."
Motie-Van der Waerden aanvaard.
DE INPOLDERING.
De Kamer keurde Woensdagmiddag z.h.st.
goed de motie-Van der Waerden-Bongaerts,
luidende
,De Kamer, van oordeel, dat geen verdere
vertraging in de uitvoering der werkzaamhe
den ten behoeve van de inpoldering van den
N. O.-polder behoort voor te komen'; ver
zoekt aan de regeering de voorbereiding van
die werkzaamheden met zoodanige voortva
rendheid ter hand te nemen, dat met de uit
voering van die werken alsnog in 1935 kan
worden aangevangen en gaat over tot de or
de van den dag."
Voort-ge zet wordt de behandeling van
de afdeeling „Zuiderzeewet" der begrooting
van het Zuiderzeefonds voor 1935.
Eennoodtoestand.
De heer Van der Zaal (a.r.) betoogt, dat er
tallooze gegronde klachten over de uitvoeidng
van de wet bestaan, gelijk hem uit een onder
zoek is gebleken. Er is een noodtoestand ont
staan, als gevolg van de afsluiting der Zuider
zee, en hiervoor is de regeering vei'antwoor-
delijk. Spr. vei'haalt van fabrieksarbeiders,
die er niet in zijn geslaagd, op andere wijze
in hun onderhoud te voorzien, en die nu van
steun worden uitgesloten, geheel ten onrech
te. In andere gevallen heeft de steun herzie
ning noodig. Hij wordt verleend volgens den
aanslag der inkomstenbelasting. Velen hebben
hiertegen niet gereclameerd, en nu neemt
men maar aan, dat de aanslag juist is. Maar
velen waren destijds bang, voor een hoog
ambtenaar te verschijnen, gelijk men bij re
clame moet doen. Voorts wordt van den steun
afgetrokken ouderdomspensioen, het bezit van
een eigen huis, enz. Maar het betreft vaak
menschen, die zuinig hebben geleefd, om wat
voor den ouden dag te kunnen sparen.
kaar, zoutelooze aai'digheden en een haastig
goeden avond. Toch zag men hier en daar
rooskleurige guitige meisjesgezichten, baar
delooze nietszeggende gezichten van jonge
Bretagners, uit het land van Aui*ay en Quim-
per, die door de fabriek nog niet bedorven
waren, en met droomende oogen omhoog
staarden eenige ouden, ruw als oudgedien
den, die in hun landen de handjes van kin
deren vasthielden en zonder spreken voort
liepen met een matte, stille vreugde. De wind
kwam over de Loire, van de verre zee. Tros
sen seringen, die op twee of drie plaatsen
over den rand der muren afhingen, zweefden
boven de grauwe menigte.
Een gedeelte dezer ai-beidersbevolking,
zij, die getrouwd waren of bij hun familie
woonden liet de anderen in de lagere buur
ten verdwijnen en klom naar de heuvelen
van Chantenay, vanwaar eveneens zulke
groepen kwamen, die naar Nantes terugkeer
den. Te midden van dit gewirwar van blour
sen, mantels, katoenen lijfjes, die slecht pas
ten op oude rokken, had een man, een bur
ger, zijn Engelsch wagentje doen stilhouden,
boven aan den weg van la Hautière. Hij was
groot, had een jeugdig gelaat, dat reeds aan
leiding tot gezet worden vertoonde, en door
zijn zwarten, puntigen baard eenigzins ver
lengd werd. Zijn kleeding, van een verzorgde
snit exi goede stof, de manier waar-op hij de
teugels vasthield, evenals het smaakvolle tuig
en de mistige tinten van het wagentje, wezen
op een rijke familie, die er minstens vijftien
of twintig jaren bovenop gekomen was. Wat
deed hij daar, midden tusschen dit fabrieks
volk, dat zoovelen van zijn gelijken, liever
zooveel zij kunnen vermijden, zonder eigen
lijk te weten waarom Hij had om kunnen
keeren en door een of andere nabij zijnde
straat, die minder druk was, kunnen afdalen.
Maar neen, hij bleef daar, een weinig voor-
overgebogen op het kussen van blauw laken
zitten, de zweep in zijn gehandschoende han
den over de losse teugels kruisend, strak voor
zich uit starend, in de nauwe hellende straat,
Tei*wijl hij door alle werklieden, die voorbij
kwamen, bekeken werd, door een beschroomd
afnemen van een hoed, door de troepen van
vrouwen met ongedekte hoofden, die, aange
trokken door het nikkel der gespen en het
vernis van het span, met den vinger naar
hem wezen en vooroverbuigend, afgunsti;
lachten, bezag hij deze menigte van men
schen, die elkaar volgden, met eenzelfden
strakken blik van een patroon, die aan de
massa gewoon is. Ternauwernood kon men
in de rustige en matte uitdrukking van zijn
gelaat, een zweem van medelijden en droef
heid onderscheiden, wanneer eenigen van
hen, die rakelings langs de wielen van het
rijtuig gingen, deden alsof zij niet wilden
groeten, of zich omkeerden, zeggende „Het
is de zoon van Lemarié Dat woord ging,
als door een electrischen schok gedreven, den
weg langs, die geheel bruin was van bewe
gende menschen het ging en kwam terug in
alle toonaarden, van onverschilligheid, ver
wondering of stille woede gefluisterd „De
zoon van Lemarié de zoon van Lemarié
En hij, hij zocht iemand. Eensklaps hief
hij zijn hand, die de leidsels vasthield, op en
gaf een teeken. Een jonge man, van ongeveer
twintig jaar, die gearmd met twee anderen
van zijn leeftijd naar boven klom, keerde zijn
hoofd naar hem om. Op een brutale en bijna
onbewust kinderachtige manier trachtten zijn
kameraden hem terug te houden. Hij maakte
zich echter los, en de rand van zijn ordinar
vilten hoed even aanrakende, naderde hij de
rijtuigtrede en wachtte. Zijn scherpe oogen,
van een veranderlijk grijs, hadden die van
den burgerzoon, die hem geroepen had, ont
moet, en hij hield zijn smal gelaat, dat door
een rechte kleine snor als doorsneden werd,
opgeheven zijn levendig vurig gelaat, waar
de onophoudelijke beroering van den harts
tocht in woelde, alsof groote golven zonder
ophouden, instortten en zich zelf welfden,
diep in zijn oogen.
Antoine, zei M. Lemarié bedaard, gaat
het beter met uw oom
Neen, heelemaal niet.
De hand komt niet terug, nietwaar
Heeft hij de geneesmiddelen, welke mijn moe
der gezonden heeft, gebruikt
Hij kreunt soms een deel van den nacht.
En dan heeft hij ook veel last van beven.
Maak er goede legsters van
door ze te voederen met
Vraag bij Uw leverancier
<rT
Jjf
Bertels' Oliefabrieken N.V. A'dam
AANVULLENDE TEELTVERGUNNINGEN
VOOR DE TEELT VAN POOTAARDAPPELEN
VAN VROEGE AARDAPELEN.
Teneinde aan die kweekers, die volgens
het Ciïsis-Tuindersbesluit 1935 I een tuin
bouwteeltvergunning voor de teelt van vroe
ge aardappelen hebben ontvangen en volgens
deze vergunning slechts een zoodanige op
pervlakte mogen verbouwen, dat d>ï teelt van
pootaai'dappelen niet voldoende kan worden
uitgeoefend tegemoet te komen is per
persdienst reeds een en ander bekend ge
maakt, hetgeen hierbij wordt aangevuld.
Onder vroege aardappelen worden verstaan
de soorten Eersteling Schotsche muis
Paai-sputten Kralen Opperdoezer ron
den Schoolmeesters Ideaal Wilde
Duc Ninety Fold Sutton Duke of
York Arran Crest Present.
Voor de teelt van poot-aardappelen van
deze vroege aai-dappelen kan een aanvullende
teeltvergunning worden verstrekt tot een
maximum van 67% van de in 1933 in totaal
met vroege aardappelen beteelde oppervlakte.
Kweekers, die van deze aanvullende ver
gunning gebruik wenschen te maken, zullen
hun vroege aai'dappelen ter keuring moeten
opgeven bij den Nedei-landschen Algemeenen
Keuringsdienst, terwijl zij van al hun ver
bouwde vroege aardappelen voor 1 Augustus
alleen de maat boven 55 mm voor consump
tie mogen veilen.
Uit het maximum toe te kennen percen
tage van 67 blijkt, dat kweekers, wier bedrij
ven kleiner zijn dan 8 ha geen aanvullende
teeltvergunning kunnen ontvangen, aange
zien het hun bij tuinbouwteeltvergunning toe
gewezen perceixtage boven 66% gelegen is en
variëert van 66 tot 94%.
Kweekers, die niet meer aardappelen ver
bouwen dan hun bij tuinbouwteeltvergunning
zijn toegewezen, kunnen aan deze aardappe
len een bestemming geven die ze zelf verkie
zen of geheel of gedeeltelijk voor consumptie
of geheel of gedeeltelijk voor poot-aardappe
len.
Hierdoor is met de positie der kleine bedrij-
Arme man
Ja, waarlijk Wat helpen geneesmidde
len, wanneer iemand zijn hand verpletterd
is Daarbij, niemand gelooft, dat hij genezen
zal. Het is allemaal comedie Hij moest zijn
pensioen hebben, M. Lemarié
Deze antwoordde een weinig verlegen, ter
wijl hij naar beneden de straat inkeek
Wat wilt ge Het zal goed zijn, als hij
het nog eens probeert, maar hij moet zelf
gaan Geen brieven, en vooral geen dwaze
bedreigingen Daarmee slaagt men niet bij
mijn vader zooals ge weet, Antoine.
Hij zal gaan, wees daar maar niet bang
voor antwoordde de jonge man, wiens lip
pen door een hatelijken lach in een rechte
lijn werden getrokkenHij zal gaan en
dan zal men hem, net als mij, aan de deur
zetten. En toch is dat er een, die dertig jaren
in de fabriek gewerkt heeft. Aan hem hebt
gij een groot deel van uw paarden en rijtui
gen te danken
Victor Lemarié gaf met zijn gehandschoen
de hand een teeken aan den werkman, om
zijn weg te vervolgen, toen hij zag dat de
kameraden luisterden.
Ge vergeet, zei hij koud, dat mijn vader
hem dertig jaar den kost heeft laten verdie
nen. Ik wilde u enkel eenige inlichtingen vra
gen, omtrent Madiot. Voor het overige, ben
ik de meester niet.
De man verwijderde zich drie schreden,
kwam dan terug en terwijl hij dezen keer
voor de helft zijn hoed oplichtte, vroeg hij
En als gij de meester waart, mijnheer
Lemarié
Victor Lemarié scheen dit niet te hooren en
staarde opnieuw in de diepte van den weg,
waar nog altijd ongelijke troepen van man
nen en vrouwen omhoog klommen. Boven de
platgetrapte aarde, verhief zich nu een stof
wolk, die door de ondergaande zon, ter hoog
te van de daken, doorschenen en verguld
werd.
Gedurende een oogenblik wachtte de werk
man, die zich bij zijn kameraden gevoegd
had, om te zien of de zoon van den patroon
zou antwoorden, of dat hij het paard zou aan
zetten. Dan ging hij verder, en verdween tus
schen de groepen, die het rijtuig waren langs
gegaan en die door het onophoudelijk voort
gaan der menigte, die van beneden kwam,
werden voortgestuwd.
Zij was reeds somberder, deze massa, en
beklagenswaardiger in den afnemenden dag.
Victor Lemarié zoch niemand meer. Hij woon
de met vagen blik dezen langen optocht bij
van onbekende wezens, allen hetzelfde, die
elkaar met regelmatige tusschenpoozen opvolg
den, als de schakels van een ketting. En hij
leed in het binnenste van zijn ziel, die niet
slecht was, en in zijn eigenliefde evenzeer,
waar hij tegen hem, en zoo dicht bij hem,
zooveel onverdienden haat voelde. Die haat
omgaf hem en beklemde hem. Hij bleef recht
op zijn kussen van laken zitten, schijnbaar
even koud, en hij wekte zoo goed den schijn,
met eenig voorval verder op bezig te zijn, dat
er lieden zich omkeerden, om naar het lage
re gedeelte der straat, naar de fabriek toe, te
zien maar hij vestigde zijn blik op geen en
kel gelaat, noch op eenig bepaald voorval
al de bewegelijke beelden, welke zijn oogen
opnamen, vormden zich tot een enkel beeld
en dat beschouwde hij het was de grijze
menigte, die voortrolde en maar één gelaat
heeft en één naam fabrieksarbeider, die ra
kelings langs zijn rijtuig ging en zijn weg
vervolgde, slechts twee gevoelens kennende
de vermoeienis van den arbeid en den haat
tegen den rijke. „Wat heb ik hun gedaan
dacht hij. „Waarom strekken zij hun afkeer
zelfs tot mij uit, tot mij, die toch hun pa
troon niet ben en die met de werklieden van
mijn vaders niets te maken heb De illusie,
dat ik ontsnappen zou aan het wantrouwen
dezer menschen, verzachte de spijt in mij,
dat ik niet in het bedrijvige leven der fabriek
ben opgenomen. En zij behandelen mij, als
was ik hun geboren vijand. Wat een afschu
welijke oorlog, die ons in twee kampen ver
deelt, zonder dat wij het gewild hebben Wat
moeten zij, die bezitters zijn, fouten be
gaan hebben, om daartoe te komen En wat
is het hard, op deze manier te worden ge
haat, hier, elders, overal, om het kleed dat
ik draag, en het paard dat ik men
(Wordt vervolgd.)