BLACK BOy eginl 26e JAARGANG VRIJDAG 30 MAART 1935 No. SB NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN EN OMSTREKEN TOCH KANS OP N.O.-POLDER. UIT HEEL HAAR HART! by hei Bertels1 Opfokvoeder LANDBOUW - CRISIS - BUREAU. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wie ring en Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0-50 Iedere regel meer f 0.10 Pruim Peinst: Pruimen is niet ieders werk hoor, 't Is een kunst, bijna een vak; Wie een goede vakman zijn wil Die pruimt BLACK-BOY PRUIM-TABAK. GESAUSDE ZWARE/l|V\ PRUIMTABAK VcV TWEEDE KAMER. ming, ook aan Sliedrecht, het transportbe- drijf, Friesland en Overijssel. Mag de regee- ring de droogmaking gebruiken als een dwang 1 middel om dus de bezuinigingswet te doen goedkeuren Wij kunnen verscheidene on- j dernemingen voor den ondergang behouden t en ons volk door deze werkverruiming weer wat moed en vertrouwen geven. De heer Wijnkoop (C.P.) keurt af, dat grond in de Wieringermeer alleen te krijgen j is door Boeren met kapitaal en niet door i werklooze arbeiders. Verder vraagt spr. zich af waarom men den afsluidijk heeft gemaakt, als men niet gaat inpolderen Alleen uit de- j fensie doeleinden. Het slachtoffer van de j stillegging der inpoldering worden de ge- meenteLemsterland, Stad Volenhove en Urk. Het zijn dan ook maar kleine menschen daar. Het komt er niet op'aan. De Voorzitter hamert. De heer (CP.) zegt, dat het schijnt, dat de regeering niet voldoende rekening houdt met j de belangen der visschers en andere kleine menschen. Wij hebben ook een motie ontworpen, maar i het is ons niet om concurrentie te doen en daarom zullen wij ze nog niet indienen. Ech ter moet de Kamer uitspreken, dat de inpol dering in snel tempo moet worden voortge zet. Rede ir. van Lidth de Jeude. De Minister van Waterstaat, de heer Van Lidth de Jeude, dankt voor de vriendelijke woorden van welkom van eenige afgevaar digden. De post van f 2.000.000 is vervangen door een memoriepost, louter om financieele re denen. Als de regeering had gezegd „Wij gaan door met de inpoldering en verbinden daaraan de gedachte, dat de Kamer straks de bezuinigingswet wel zal goedkeuren", zou de Kamer met zulk een houding stellig niet in stemmen. Het betreft nu de eerste uitgave van een plan van 110 millioen. Men zegt, dat de 2 millioen los kan worden beschouwd van de 110 millioen, omdat het eerste bedrag nog geen betrekking heeft op de eigenlijke inpoldering. De 2 millioen be staat uit 7 ton voor aanleg van werkhavens te Urk en Lemmer en uit een ander bedrag. Maar het bedrag 102 millioen beteekent toch de uitvoering van het plan in het algemeen. De heer Bongaerts meende, dat men den cre- dietpost had kunnen handhaven om er te zijner tijd gebruik van te maken. Practisch zou het geen groot verschil maken, maar wat de regeering doet, is toch meer in overeen stemming met den gang van zaken. Dienst van de inpoldering van het IJsselmeer. Men meent, dat uit de reorganisatie van de Zuidei-zeewerken blijkt, dat de verdere inpol dering achtei-wege blijft, maar de regeering wil er mee voortgaan, zoodra de financieele toestand het toelaat. Het wetsontwerp tot in stelling van den dienst voor inpoldering van het IJsselmeer heeft spr.'s depai-tement ver laten, maar het is niet de bedoeling, dat ver dere uitvoering der inpoldering daarvan af hankelijk wordt gesteld. Men wenscht werkverruiming in de betrok ken streken, maar spr. wijst op den aanleg der wegen WolvegaLemmer en Zwolle REGEERING HEEFT VERTROUWEN IN VERDERE DROOGMAKING. ZOETWATERVISCHSTAND BINNEN AFSLUITDIJK ZEER TOEGENOMEN. BIJ MOTIE OM SPOEDIGE DOORZETTING GEVRAAGD. Weldra voorstellen te wachten in zake peil van het IJsselmeer. De Tweede Kamer heeft de behandeling- voortgezet vna de begrooting van het Zuider- zeefonds. De heer Van der Waerden (S.D.) zegt dat de Kamer er niet in kan berusten, dat de regeering f 2.000.000 voor voortzetting van de inpoldering van de begrooting heeft terugge- nomen.Wij hebben behoefte aan cultuurgrond, door toeneming der bevolking, door stadsuit breiding, wegenaanleg, enz. Duizenden werk- loozen kunnen bij voortzetting van de inpol dering aan werk worden geholpen. Waarom kon deze voortzetting in 1934 wèl en kan zij nu niet meer Spr. heeft een motie ontworpen waarin de Kamer aan de regeering verzoekt in 1935 als nog de voorbereiding van de inpoldering ter hand te nemen. De motie is in dezelfde be woordingen gesteld als die des heeren Colijn van 1932 ten gunste van voortzetting van de inpoldering. Spr. dient de motie nog niet in, Blokzijl en op de krachtige voortzetting der omdat hij liever heeft dat de regeering eige- ontginning van het waterschap Vollenhove. ner beweging de f 2.000.000 weer op de begx'oo- De regeeiang is overtuigd van het eminen- ting plaatst. te landsbelang van de voortzetting der inpol- De heer Krijger (C.H.) bepleit hulp aan dering. Spr. denkt aan de werkverruiming, de noodlijdende randgemeenten, die schade aan onze vrees, dat wij de fijnere bodempro- ondervinden van de stillegging der droogleg- ducten niet meer zullen kunnen expoi'teeren, ging. De minister brenge alsnog op de begroo- waardoor wij andere producten niet meer ting het deel der f 2.000.000, dat niet noodig zullen kunnen importeeren maar zelf moeten is voor eerste termijnen. Dan blijft er geld produceeren enz. genoeg over voor afwatering enz. ten bate De Wieringermeer. der in nood geraakte randgemeenten. J De regeering zal gaarne ter harte nemen De heer Alberda (S.D.) zegt dat de inpol-jden wensch om zich niet te spoedig te ont- dering van het IJsselmeer geeft werkverrui- doen van de noodige bestuurskrachten er FEUILLETON Roman door RENé BAZIN. Nadruk verboden. I. No. 1. Zij kwamen uit de werkplaatsen en fabrie ken der Ville en Bois, de handen en het ge- zich als vêrroest door den rook, de splinters van het ijzer, het koper, de t^an, door het stof, dat rondom de drijf wielen vloog. De klokken, die achter waren, sloegen nog zeven uur en het liep tegen het einde van Mei. Er was zachtheid in de lucht. Zij kwamen naar buiten. Het geraas der machines verminder de de zwarte rookspiralen van het vuur van kolengruis uit de steenen schoorsteenen be gonnen dunner te worden, stemmen verhieven zich tusschen de muren van de rue de la Hautière en den ouden weg van Couëron, in het hooge gedeelte van Nantes, nabij Chan- tenay. Aangrijpend uur waarop het werk zijn le ger over de stad loslaatNieuwelingen, oud gedienden, meisjes, vrouwen, kleinen, die men misschien tien jaar zou gegeven hebben, als de toon hunner stemmen en de vroegrijpe verdorvenheid hunner woorden hen niet als jonge mannen deden kennen, zij verdeelden zich daar bij de poorten der fabrieken, klom men, daalden, staken straatjes door naar het tehuis, waar het avondmaal hen wachtte. Onderweg vormden zich groepjes. De vrou wen vonden haar mannen weerbroeders, verliêfden, vrienden, die in hetzelfde huis woonden, kwamen weer samen, zonder haast te maken, zonder dat het hun merkbaar ple zier deed. Iets sombers en versletens, zelfs ook bij de jongeren verduisterde den glans hunner oogen de last van den dag drukte op al dit volk en de honger heerschte in hen. Men zeide leelijke platte woorden tegen el landarbeiders in de Wieringermeer. Ondanks de bodembezwaren der aanvangsperiode zijn de bodemopbrengsten niet onbevredigend. Spr. verwijst naar de driemaandelijksche ge gevens betreffende de opbrengsten per ha in de Wieringermeer. Hij heeft eenige cijfers, die een gunstige opinie wettigen, nopens koolzaad en wintertarwe. Uit een exploitatie oogpunt behoeft men tegen verdere inpolde ring niet op te zien. Spr. ziet niet zoo'n heel groot verschil tus schen credietpost van 2 millioen en memorie- post. De stagnatie wordt zooveel mogelijk beperkt. De Kamer hebbe geen overwegend bezwaar tegen de gedragslijn der regeering. Uitgifte van gronden in de Wie ringermeer. Wat de uitgifte van gronden betreft, zij vindt plaats op redelijke voorwaarden. Er is ook een tijdelijke uitgifte, voor 6 jaar, omdat de gronden nog niet geheel bouwrijp zijn. In voorbereiding is de uitgifte van vier boex'derijen, elk van 8 ha. Het aantal wordt uitgebreid, als er belangstelling voor is. Het ligt in het voornemen, dit jaar nog 2500 ha voorloopig uit te geven. Het IJsselmeer. De zoetwatervischstand is zeer belangrijk toegenomen. De vrees voor brak water, waar in visch niet zou kunnen leven, wordt niet bewaarheid. Spr. legt geruststellende verklaringen af inzake schade, welke Texel zou ondervinden van de afsluiting van de Zuiderzee. In verband met wat de heeren Van der Waerden, Wijnkoop en Krijger hebben ge zegd inzake een uitspraak van de Kamer verklaart spr., dat zij zou zijn min of meer het intrappen van een open deur. Replieken. De heer Van der Waerden (s. d.) repliceert en zegt, dat de mooie resultaten van den grond in de Wieringeimeer ondersteuningen zijn van spr.'s standpunt, dat met de inpol dering moet worden voortgegaan. Ga daar nu eens tegen debatteeren. Men kan toch niet volhouden dat de leeningscapaciteit geen 2 millioen meer beslaat. Een motie-Van der Waerden. Spr. dient een motje in, mede-onderteekend door den heer Bongaerts en waarin de Kamer uitspreekt, dat geen verdere vertraging in de inpolderingswei-kzaamheden mag voorkomen, en aan de regeering verzoekt, de voorberei- ding van de inpoldering met zoodanige voort varendheid ter hand- te11 nemen, dat met de uitvoering alsnog in 1935 kan worden aange vangen. Dupliek van den minister. De minister van Waterstaat, de heer Van Lidth de Jeude is van meening, dat een zoo spoedig mogelijke inpoldering de eenige oplos sing is. De motie geeft vrijwel sprekers mee ning weer, al kan hij niets toezeggen omtrent het tijdstip van aanvang. Zelfs al stond er in de motie, dat nog dit jaar de eerste bestek ken sprekers departement dienen te verlaten, dan zou hij er geen bezwaar tegen hebben. Wijziging in de motie-Van der Waerden. De heer Van der Waerden (s.d.) erkent dat de minister aardig is tegemoet gekomen. Hij wijzigt zijn motie zoodanig, dat er in gespro ken wordt van „werkzaamheden ten behoeve van de inpoldering. Zuiderzee-Steunwet. Bij de afdeeling Zuiderzeesteunwet betoogt de heer Duymaer van Twist (a.r.) dat een groot aantal voormalige visschers nog steed: in groote moeilijkheden verkeeren als gevolg van het feit, dat geen voldoende maatregelen genomen zijn om die personen schadeloos te stellen. Aan de Zuiderzeesteunwet is het ka rakter gegeven van een armenwet. Een dure wet is zij zeker. Acht a negen millioen zijn in een bodemloozen put verdwenen. Ware dit bedrag op juiste wijze besteed dan zouden er nu geen 4000 gezinnen meer zijn die aange wezen zijn op de geldelijke steun. Mag deze toestand maar blijven voortduren De heer Van der Bilt (r.k.) betoogt even eens, dat de Zuiderzeesteunwet niet juist wordt toegepast. De bevolking verarmt alge meen, men maakt er paupers van. Het ver wondert spr. niet, dat de menschen soms ver bitterd zijn. Bij den steun is ietwat ruimer armslag noodig. De toelagen dienen ook niet binnen den termijn waarvoor zij noodig zijn, veranderd te worden. Ook vraagt spr. wat meer vertrouwen voor de plaatselijke commis sie. In de beroepsinstantie is een verbetering gekomen, maar alweer is zij niet voldoende. UITVOERING VAN DE „ZUIDERZEEWET." Motie-Van der Waerden aanvaard. DE INPOLDERING. De Kamer keurde Woensdagmiddag z.h.st. goed de motie-Van der Waerden-Bongaerts, luidende ,De Kamer, van oordeel, dat geen verdere vertraging in de uitvoering der werkzaamhe den ten behoeve van de inpoldering van den N. O.-polder behoort voor te komen'; ver zoekt aan de regeering de voorbereiding van die werkzaamheden met zoodanige voortva rendheid ter hand te nemen, dat met de uit voering van die werken alsnog in 1935 kan worden aangevangen en gaat over tot de or de van den dag." Voort-ge zet wordt de behandeling van de afdeeling „Zuiderzeewet" der begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1935. Eennoodtoestand. De heer Van der Zaal (a.r.) betoogt, dat er tallooze gegronde klachten over de uitvoeidng van de wet bestaan, gelijk hem uit een onder zoek is gebleken. Er is een noodtoestand ont staan, als gevolg van de afsluiting der Zuider zee, en hiervoor is de regeering vei'antwoor- delijk. Spr. vei'haalt van fabrieksarbeiders, die er niet in zijn geslaagd, op andere wijze in hun onderhoud te voorzien, en die nu van steun worden uitgesloten, geheel ten onrech te. In andere gevallen heeft de steun herzie ning noodig. Hij wordt verleend volgens den aanslag der inkomstenbelasting. Velen hebben hiertegen niet gereclameerd, en nu neemt men maar aan, dat de aanslag juist is. Maar velen waren destijds bang, voor een hoog ambtenaar te verschijnen, gelijk men bij re clame moet doen. Voorts wordt van den steun afgetrokken ouderdomspensioen, het bezit van een eigen huis, enz. Maar het betreft vaak menschen, die zuinig hebben geleefd, om wat voor den ouden dag te kunnen sparen. kaar, zoutelooze aai'digheden en een haastig goeden avond. Toch zag men hier en daar rooskleurige guitige meisjesgezichten, baar delooze nietszeggende gezichten van jonge Bretagners, uit het land van Aui*ay en Quim- per, die door de fabriek nog niet bedorven waren, en met droomende oogen omhoog staarden eenige ouden, ruw als oudgedien den, die in hun landen de handjes van kin deren vasthielden en zonder spreken voort liepen met een matte, stille vreugde. De wind kwam over de Loire, van de verre zee. Tros sen seringen, die op twee of drie plaatsen over den rand der muren afhingen, zweefden boven de grauwe menigte. Een gedeelte dezer ai-beidersbevolking, zij, die getrouwd waren of bij hun familie woonden liet de anderen in de lagere buur ten verdwijnen en klom naar de heuvelen van Chantenay, vanwaar eveneens zulke groepen kwamen, die naar Nantes terugkeer den. Te midden van dit gewirwar van blour sen, mantels, katoenen lijfjes, die slecht pas ten op oude rokken, had een man, een bur ger, zijn Engelsch wagentje doen stilhouden, boven aan den weg van la Hautière. Hij was groot, had een jeugdig gelaat, dat reeds aan leiding tot gezet worden vertoonde, en door zijn zwarten, puntigen baard eenigzins ver lengd werd. Zijn kleeding, van een verzorgde snit exi goede stof, de manier waar-op hij de teugels vasthield, evenals het smaakvolle tuig en de mistige tinten van het wagentje, wezen op een rijke familie, die er minstens vijftien of twintig jaren bovenop gekomen was. Wat deed hij daar, midden tusschen dit fabrieks volk, dat zoovelen van zijn gelijken, liever zooveel zij kunnen vermijden, zonder eigen lijk te weten waarom Hij had om kunnen keeren en door een of andere nabij zijnde straat, die minder druk was, kunnen afdalen. Maar neen, hij bleef daar, een weinig voor- overgebogen op het kussen van blauw laken zitten, de zweep in zijn gehandschoende han den over de losse teugels kruisend, strak voor zich uit starend, in de nauwe hellende straat, Tei*wijl hij door alle werklieden, die voorbij kwamen, bekeken werd, door een beschroomd afnemen van een hoed, door de troepen van vrouwen met ongedekte hoofden, die, aange trokken door het nikkel der gespen en het vernis van het span, met den vinger naar hem wezen en vooroverbuigend, afgunsti; lachten, bezag hij deze menigte van men schen, die elkaar volgden, met eenzelfden strakken blik van een patroon, die aan de massa gewoon is. Ternauwernood kon men in de rustige en matte uitdrukking van zijn gelaat, een zweem van medelijden en droef heid onderscheiden, wanneer eenigen van hen, die rakelings langs de wielen van het rijtuig gingen, deden alsof zij niet wilden groeten, of zich omkeerden, zeggende „Het is de zoon van Lemarié Dat woord ging, als door een electrischen schok gedreven, den weg langs, die geheel bruin was van bewe gende menschen het ging en kwam terug in alle toonaarden, van onverschilligheid, ver wondering of stille woede gefluisterd „De zoon van Lemarié de zoon van Lemarié En hij, hij zocht iemand. Eensklaps hief hij zijn hand, die de leidsels vasthield, op en gaf een teeken. Een jonge man, van ongeveer twintig jaar, die gearmd met twee anderen van zijn leeftijd naar boven klom, keerde zijn hoofd naar hem om. Op een brutale en bijna onbewust kinderachtige manier trachtten zijn kameraden hem terug te houden. Hij maakte zich echter los, en de rand van zijn ordinar vilten hoed even aanrakende, naderde hij de rijtuigtrede en wachtte. Zijn scherpe oogen, van een veranderlijk grijs, hadden die van den burgerzoon, die hem geroepen had, ont moet, en hij hield zijn smal gelaat, dat door een rechte kleine snor als doorsneden werd, opgeheven zijn levendig vurig gelaat, waar de onophoudelijke beroering van den harts tocht in woelde, alsof groote golven zonder ophouden, instortten en zich zelf welfden, diep in zijn oogen. Antoine, zei M. Lemarié bedaard, gaat het beter met uw oom Neen, heelemaal niet. De hand komt niet terug, nietwaar Heeft hij de geneesmiddelen, welke mijn moe der gezonden heeft, gebruikt Hij kreunt soms een deel van den nacht. En dan heeft hij ook veel last van beven. Maak er goede legsters van door ze te voederen met Vraag bij Uw leverancier <rT Jjf Bertels' Oliefabrieken N.V. A'dam AANVULLENDE TEELTVERGUNNINGEN VOOR DE TEELT VAN POOTAARDAPPELEN VAN VROEGE AARDAPELEN. Teneinde aan die kweekers, die volgens het Ciïsis-Tuindersbesluit 1935 I een tuin bouwteeltvergunning voor de teelt van vroe ge aardappelen hebben ontvangen en volgens deze vergunning slechts een zoodanige op pervlakte mogen verbouwen, dat d>ï teelt van pootaai'dappelen niet voldoende kan worden uitgeoefend tegemoet te komen is per persdienst reeds een en ander bekend ge maakt, hetgeen hierbij wordt aangevuld. Onder vroege aardappelen worden verstaan de soorten Eersteling Schotsche muis Paai-sputten Kralen Opperdoezer ron den Schoolmeesters Ideaal Wilde Duc Ninety Fold Sutton Duke of York Arran Crest Present. Voor de teelt van poot-aardappelen van deze vroege aai-dappelen kan een aanvullende teeltvergunning worden verstrekt tot een maximum van 67% van de in 1933 in totaal met vroege aardappelen beteelde oppervlakte. Kweekers, die van deze aanvullende ver gunning gebruik wenschen te maken, zullen hun vroege aai'dappelen ter keuring moeten opgeven bij den Nedei-landschen Algemeenen Keuringsdienst, terwijl zij van al hun ver bouwde vroege aardappelen voor 1 Augustus alleen de maat boven 55 mm voor consump tie mogen veilen. Uit het maximum toe te kennen percen tage van 67 blijkt, dat kweekers, wier bedrij ven kleiner zijn dan 8 ha geen aanvullende teeltvergunning kunnen ontvangen, aange zien het hun bij tuinbouwteeltvergunning toe gewezen perceixtage boven 66% gelegen is en variëert van 66 tot 94%. Kweekers, die niet meer aardappelen ver bouwen dan hun bij tuinbouwteeltvergunning zijn toegewezen, kunnen aan deze aardappe len een bestemming geven die ze zelf verkie zen of geheel of gedeeltelijk voor consumptie of geheel of gedeeltelijk voor poot-aardappe len. Hierdoor is met de positie der kleine bedrij- Arme man Ja, waarlijk Wat helpen geneesmidde len, wanneer iemand zijn hand verpletterd is Daarbij, niemand gelooft, dat hij genezen zal. Het is allemaal comedie Hij moest zijn pensioen hebben, M. Lemarié Deze antwoordde een weinig verlegen, ter wijl hij naar beneden de straat inkeek Wat wilt ge Het zal goed zijn, als hij het nog eens probeert, maar hij moet zelf gaan Geen brieven, en vooral geen dwaze bedreigingen Daarmee slaagt men niet bij mijn vader zooals ge weet, Antoine. Hij zal gaan, wees daar maar niet bang voor antwoordde de jonge man, wiens lip pen door een hatelijken lach in een rechte lijn werden getrokkenHij zal gaan en dan zal men hem, net als mij, aan de deur zetten. En toch is dat er een, die dertig jaren in de fabriek gewerkt heeft. Aan hem hebt gij een groot deel van uw paarden en rijtui gen te danken Victor Lemarié gaf met zijn gehandschoen de hand een teeken aan den werkman, om zijn weg te vervolgen, toen hij zag dat de kameraden luisterden. Ge vergeet, zei hij koud, dat mijn vader hem dertig jaar den kost heeft laten verdie nen. Ik wilde u enkel eenige inlichtingen vra gen, omtrent Madiot. Voor het overige, ben ik de meester niet. De man verwijderde zich drie schreden, kwam dan terug en terwijl hij dezen keer voor de helft zijn hoed oplichtte, vroeg hij En als gij de meester waart, mijnheer Lemarié Victor Lemarié scheen dit niet te hooren en staarde opnieuw in de diepte van den weg, waar nog altijd ongelijke troepen van man nen en vrouwen omhoog klommen. Boven de platgetrapte aarde, verhief zich nu een stof wolk, die door de ondergaande zon, ter hoog te van de daken, doorschenen en verguld werd. Gedurende een oogenblik wachtte de werk man, die zich bij zijn kameraden gevoegd had, om te zien of de zoon van den patroon zou antwoorden, of dat hij het paard zou aan zetten. Dan ging hij verder, en verdween tus schen de groepen, die het rijtuig waren langs gegaan en die door het onophoudelijk voort gaan der menigte, die van beneden kwam, werden voortgestuwd. Zij was reeds somberder, deze massa, en beklagenswaardiger in den afnemenden dag. Victor Lemarié zoch niemand meer. Hij woon de met vagen blik dezen langen optocht bij van onbekende wezens, allen hetzelfde, die elkaar met regelmatige tusschenpoozen opvolg den, als de schakels van een ketting. En hij leed in het binnenste van zijn ziel, die niet slecht was, en in zijn eigenliefde evenzeer, waar hij tegen hem, en zoo dicht bij hem, zooveel onverdienden haat voelde. Die haat omgaf hem en beklemde hem. Hij bleef recht op zijn kussen van laken zitten, schijnbaar even koud, en hij wekte zoo goed den schijn, met eenig voorval verder op bezig te zijn, dat er lieden zich omkeerden, om naar het lage re gedeelte der straat, naar de fabriek toe, te zien maar hij vestigde zijn blik op geen en kel gelaat, noch op eenig bepaald voorval al de bewegelijke beelden, welke zijn oogen opnamen, vormden zich tot een enkel beeld en dat beschouwde hij het was de grijze menigte, die voortrolde en maar één gelaat heeft en één naam fabrieksarbeider, die ra kelings langs zijn rijtuig ging en zijn weg vervolgde, slechts twee gevoelens kennende de vermoeienis van den arbeid en den haat tegen den rijke. „Wat heb ik hun gedaan dacht hij. „Waarom strekken zij hun afkeer zelfs tot mij uit, tot mij, die toch hun pa troon niet ben en die met de werklieden van mijn vaders niets te maken heb De illusie, dat ik ontsnappen zou aan het wantrouwen dezer menschen, verzachte de spijt in mij, dat ik niet in het bedrijvige leven der fabriek ben opgenomen. En zij behandelen mij, als was ik hun geboren vijand. Wat een afschu welijke oorlog, die ons in twee kampen ver deelt, zonder dat wij het gewild hebben Wat moeten zij, die bezitters zijn, fouten be gaan hebben, om daartoe te komen En wat is het hard, op deze manier te worden ge haat, hier, elders, overal, om het kleed dat ik draag, en het paard dat ik men (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1