26e JAARGANG 3P9 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN INDEXCIJFERS LANDBOUW ER VEETEELT - PRODUCTEN. UIT HEEL HAAR HART! No. 52 ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN: DINSDAG en VRIJDAG UITGEVER Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels f 0.50 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10 per 3 maanden f 1.—. De indexcijfers van de landbouw- en veeteelt-producten geven niet be paald een 'bemoedigend beeld, aldus de „Provinciale OverijsselscTie en Zwolsche Courant." Vergeleken bij vóór den oorlog staan de prijzeh van alle producten er onder, behalve aardappelen, die er omheen schommelen. Maar wat beteekenen de aardappelen in Mei Tarwe staat met inbegrip van den steun op 109, dat beteekent dus dat de richtprijs van tarwe 9 pCt. hooger is dan vóór den oorlog. Rogge eveneens gesteund, staat op 98, dus 2 pCt. goedkooper dan in de jaren 1910-1914! Gerst staat even eens op 98 en haver brengt het niet verder dan 86 Aardappelmeel staat op 54, dus ongeveer de halve vooroor- logsche .prijs en stroo op 37, dus iets meer dan het derde deel van hetgeen men er voor den oorlog voor ontving. Rund- en varkensvleesch staan beide op 64, dat beteekent dus 'n derde deel goedkooper dan voor den oorlog. Eie ren stonden in Mei op 51, dus „halve prijs", vergeleken bij de jaren 1910-1914 Tenslotte boter en kaas. Wanneer men de binnenlandsche groothandels- prijzen van deze producten neemt, er de heffing aftrekt en er den toeslag op het daarin aanwezige melkvet bij optelt, dat wil dus zeggen, wanneer men de boter- en kaasprijzen beziet van het boeren standpunt, dan staan zij 16 pCt. onder de voor-oorlogsche prijzen wat boter betreft en 45 pCt. wat de kaas betreft. Vergeleken bij vóór de crisis, dus de jaren 1924—1929, zijn de prijzen op 't oogenblik zelfs 47 pCt. voor boter en 62 pCt. voor kaas, lager En hoe staat de consujnent er tegen over Die moet, tenminste op de bo ter, een heffing betalen van een gul den of f 1.10, Welnu, ondanks die hef fing, welke bijna het drievoudige van den wereld-boterprijs bedraagt^ be taalt hij (liever gezegd de groothande laar) slechts 10 a 20 pCt. meer dan vóór den oorlog en een kwart deel minder dan vóór de crisis. Met de kaas is het nog veel erger. Vergeleken hij 1910-1914 bedraagt de Nederlandsche groothandelsprijs maar eventjes 60 pCt., dus meer dan de helft minder en als men de voor crisis-prij zen als maatstaf aanneemt, dan be taalt men op 't oogenblik 72 pCt. min der. Realiseert u dat eens even goed De groothandelsprijs van kaas be draagt nog slechts een vierde deel van vijf jaar geleden. Het publiek kan dus heel bezwaarlijk klagen over de loo den lasten van den veehouderijsteun, te minder omdat er van den boter- prijs, ondanks een gulden heffing, bo vendien nog slechts driekwart is over gebleven Het blad heeft indertijd al eens de vraag gesteld: wil men de veeteelt-pro ducten misschien liever voor niets hebben Want als toch, ondanks „zware" heffingen, de boter nog altijd één kwart en de kaas drie kwart goed kooper is dan voor de crisis, dan is men geneigd om te zeggen zorg nu Gedurende de afwezigheid van de eerst eens, dat alles in Nederland de brigade was de kazerne bezet door helft goedkooper wordt, de belastin- acht van elders gearriveerde man gen en vaste lasten inbegrepen. j schappen vn het wapen der mare- Gelukkig zijn ook de prijzen van chaussee. kunstmest en veevoer sterk gedaald, alles door elkaar met de helft. BINNENLANDSCH NIEUWS. Diefstal bij de Ned. Spoorwegen. Op het Stationsgebouw te Dokkum Uit de brandkast, staande in het sta tionsgebouw der Ned. Spoorwegen te Dokkum, is een bedrag van f 200 gesto len. De brandkast en ook de deuren van het gebouw zijn met valsche sleutels geopend. Nergens waren sporen van braak te bespeuren. De bakjes, waarin het zilvergeld was geborgen, zijn even eens meegenomen. De marechaussee heeft tot dusverre nog geen spoor kun nen ontdekken. Dit is binnen Kindje in waschketel gevallen en verdronken. Te Weert (L.) is het anderhalf jarig kindje van den heer Ilouben, tijdens het spelen achter de woning, in een met water gevulden waschketel ge vallen. Het kind werd eenigen tijd la ter gevonden. De levensgeesten waren toen reeds geweken. BUITENLANDSCH NIEUWS. dagen de derde inbraak of poging daar toe te Dokkum. Student in mijn gedood. Ongeluk in de mijn „Wilhelmina". In de Staatsmijn Wilhelmina te Heer len is een ernstig ongeluk gebeurd, dat den Delftschen student A. H. J. Voets het leven heeft gekost. De heer Voets was met enkele medestudenten prac- tisch in de mijn werkzaam. Hij is door een vallenden steen getroffen en werd vrijwel op slag gedood. De jongeman was 22 jaar en woonde in Den Haag. Oss is zeer verheugd. De gemeentenaren juichen de „zuiveraars" toe. Toen Vrijdagavond de brigade Oss van de Koninklijke Marechaussee per autobus uit Apeldoorn in haar stand plaats aankwam, had zich voor de ka Jaloerschheid is blind. Te Posen heeft zich. een tragi-coine- die der jaloerschheid afgespeeld. De vrouw van een ambtenaar verdacht haar man in het geheim van allerlei enkele ondeugends en daar zij zekerheid wilde hebben, ging zij zijn gangen dag aan dag na, ook gedurende zijn kantoor uren. Toen zij zich op een goeden dag weer in de buurt van het bureel ver borgen hield, verliet haar man het ge bouw. Zij volgde hem, zag hem een huis binnengaan en dit een oogenblik later in begeleiding van een knappe dame verlaten. Ook droeg hij nog een koffertje van deze dame. Dat was te veel voor de jaloersche echtgenoote. Met luid geschreeuw viel zij haar „mededingster" aan, waarbij zij een jzóó krachtig gebruik van haar paraplu maakte, dat de kleeren van de dame weldra in flarden waren. Vervolgens maakte zij de koffer open en wierp den inhoud op straat, onder groote hilariteit van het talrijk toege stroomde publiek. En toch berustte ailes op een vergis sing. De echtgenoot had van zijn chef, druppel van het gevaarlijke gas de werden 25.000 huizen, en te Ivioto 20.000 huid bereiken en aantasten. Natuur- huizen onder water gezet. Veertien brug lijk gaat het niet gemakkelijk, om de'gen zijn door het hooge water wegge- iiuid zelf geheel en blijvend met gly-| slagen. Voor de hulpverleening zijn milittairen gerequireerd. Het telefoonverkeer ten Westen van Osaka is'gestoord. Te Osaka zelf staan zerne een groote menigte verzameld, die zelf belet had, het verzoek gekre- die de manschappen hartelijk toe- gen diens echtgenooote naar het sta FEUILLETON. Roman door RENé BAZIN. Nadruk verboden. No. 27. „Vier muren, die tien jaar geleden met kalk gewit waren geweest, een veldbed, twee stoelen en een tafel, met een spiegel nog kleiner dan een hand, opgehangen bij het raam. „Eerst heb ik geschertst, om niet te schrei en. Marie had, gelukkig, twee stoelen. Ik zei- de „Als wij eens gingen soupeeren Zij wees mfj de zwarte kachel zonder vuur, zelfs zonder een enkel pannetje. „Men heeft het vergeten, zooals gij ziet." Toen ben ik gauw heengegaan om iets te koopen, wat meer brood dan noodig was, en wij hebben op de withouten tafel ons avondeten gebruikt. Wij waren allebei vroolijk, net als boomen, die sneeuw op hun doode takken dragen dat houdt niet lang, maar het schittert. Ik heb de wilskracht gezegend, die mij daarheen ge leid had. Marie is mededeelzaam geworden, zij heeft mij bedankt en zij stond mij toe, haar bedekt, zooals men dat een vriendin doen kan, den raad te geven, Antoine te wantrouwen. Alleen ben ik verschrokken van haar onwetendheid op zedelijk gebied. Zij zeide mij „Op het oogenblik, wil ik hem, noch een ander. Ik geloof, dat mannen laf zijn, ik ge loof, dat zij niet zoo liefhebben als wij dat zij ons verlaten en dat zij, die door het leven worden meegesleurd, ongelukkiger zijn dan anderen. Maar ik ken mezelf. En ik wil u niet bedriegen. Als ik val, zal het de schuld zijn van mijn slechten raadgever. Welke „Altijd dezelfde. Ik betaal hier acht francs In de maand. Ik ontvang er vijftien. juichte. De plaatselijke muziekvereeniging „Montagne" was aanwezig en toen de brigade voor de kazerne was opgesteld, trad de voorzitter, de heer Iieijndijk, naar voren en feliciteerde opperwacht meester Mintjes en wachtmeester De Gier met de verleende onderscheidin gen en alle leden van de brigade, voor de buitengewone eer, die hun ten deel was gevallen. Daarna voerde het mu ziekkorps het „Wilhelmus" uit. Vervolgens complimenteerde de voor zitter van de Vereeniging „Oss' Belang", de heer Marynisse, de gedecoreerde on der-officieren en verdere leden van het corps, waarbij hij deed uitkomen dat de Koninklijke huldiging van de kranige .zuiveraars van Oss" algemeene voldoe ning heeft gewekt. Spr. hoopte dat de marechaussee op den thans ir.gesiagen weg zal voortgaan waardoor voor Oss betere tijden zullen aanbreken. Op ver zoek van den heer Marynisse riep het publiek een driewerf „hoezee". Opperwachtmeester Mintjes hoeft daarop de beide sprekers namens het verdere personeel van de brigade har telijk dank gezegd voor hun vriende lijke woorden. En ik moet eten, mij kleeden, mij warmen, mijn twee hemden en drie zakdoeken schoon houden. Ik heb al meer dan vijftien francs schuld. Hoe wilt gij, dat ik leven zal? Op een of anderen dag dat ik verhonger, zal ik mij laten meeslepen. „Dat gaf mij een schok. Ik wist niet meer, wat ik zeide. ,Toen hebben wij samen geschreid, zonder dat wij er iets aan konden doen, met de ar men om elkaar geslagen, voor de tafel met avondeten. Zij heeft geen geloof. Zij heeft de weinige gebeden, die zij vroeger gekend heeft, vergeten. En dat met zulk een teerge voelige natuur, aan zooveel opwellingen, on derhevig. Ongelukkig zijn die opwellingen naar het sombere, naar het kwaad, naar den dood gericht. Het was mij, alsof ik mijn zie ke zuster tegen mij aandrukte. Wij hebben samen geleden en ik voel mij aan haar ver bonden, door al den angstdien ik doorsta, en ook door haar steunen op mij. Toen heb ben wij samen gepraat. Ik heb getracht, haar op te beuren. Ik heb voor haar een soort begrooting gemaakt, waarover wij ten laatste hartelijk gelachen hebben, omdat het zoo moeilijk was. Ik heb haar beloofd, haar naar mijn beste vermogen, bij mevrouw Clé- mence te zullen helpen, te trachten, voor haar avondeten te verkrijgen, of wat meer verdienste. „Zij heeft mij zoo hartelijk omhelsd, toen ik wegging De hemel was vol sterren en ik heb ze pas gezien, toen ik thuis kwam. Ik dacht slechts aan haar. Ik was bevrijd van het peinzen over mezelf. Mijn God, hoe zou ik haar willen beschermen. En ik heb zelf niets, van alles, wat ik noodig zou hebben. Ik heb slechts, ik, van wie men zegt, dat ik zoo goed ben, een onbestemd verlangen naar het goede. Ik voel mij zwak, zelfs schuldig. „Ja, dezen avond, in de stilte van mijn ka mer, waarvan de veilige rust mij zoet is, ben ik mij bewust geworden, ongelijk, jegens Etienne Loutrel t,e hebben gehad. Evenals an deren, heb ik behoefte aan liefde. En ik heb tion te brengen. Maar de vergissing zal nog booze gevolgen hebben, want de afgeranselde directeursvrouvv heeft 'n aanklacht wegens beleediging en eisch tot. schadeloosstelling ingediend en de gecompromitteerde echtgenoot één tot echtscheiding. Bescherming tegen Mosterdgas. Er wordt zooveel gepraat en geschre ven over 't gevaar van den gasoorlog dat algemeen een vrees, die tot ver keerde mentaliteit voert,, wordt aange wakkerd, zoodat het ook wel eens goed is, om te laten zien dat de mogelijkheid bestaat, dat meer of minder afdoende middelen tegen dat gevaar worden ge vonden. Het „Tijdschrift voor Diergenees kunde" van 15 Maart j.1. geeft enkele gegevens over glycerine als bescher mingsmiddel tegen het uiterst gevaar lijke mosterdgas. Een middel hier tegen, dat onder fantasienaam in den handel wordt gebracht, bevat dan ook als werkend middel glycerine. Dit ver nietigt het gevaarlijke gas niet, maar lost het op en houdt het vast. Zoolang dus de huid beschermd is door een laagje glycerine, kan geen mij het hof laten maken, alleen om het ge noegen, van met teederheid omringd te zijn. Ik dacht niet, dat Etienne zou spoedig zou gelooven, recht op mijn liefde te hebben. De vriendschap van ons geheele verleden, scheen mijn vertrouwelijkheid te verontschuldigen en vooral de zijne daarmee poogde ik de meer dere levendigheid van Etienne,. zijn compli menten en attenties te verklaren. Ik wilde mezelf bedriegen. Om de blijdschap over die eerste tegemoetkomingen te kunnen behou den, luisterde ik er naar en wilde ik ze niet begrijpen ,Nu hij ronduit met mij gesproken heeft, kan ik niet meer zoo laf zijn, hem nog terug :te zien, hem nog de gelegenheid te geven, 'om mij te zeggen „Gij zijt zoo mooi, gij be valt mij onuitsprekelijk, gij zijt mijn uitver korene", kortom, alle woorden, die in onze meisjesdroomen met ons hebben meegeleefd. Het gaat mij aan het hart, mijn arme Etien ne, want hij is zoo goed, zoo eerlijk, teleur te stellen, hij houdt van mij en ik begin te voe len, dat ik ongelijk jegens hem had. Maar ik heb het laatst wel gemerkthij begrijpt niets van mijn vak, van datgene, wat tot nu toe het eenige was, wat mijn leven vervulde. En is dat geen groot bezwaar, als wij zouden trouwen Zou ik weer opnieuw kunnen wor den, zelfs als ik hem beminde, wat ik, laat eens zien, juist tien jaar geleden was, het kleintje, dat uit de zusterschool kwam, niets gelezen had, niets kende dan de buurt, en zich niets kon voorstellen boven een huwelijk van een werkvrouw met een handwerkman „Ik heb teveel fluweel, zijde en kant ver werkt, ik heb te veel kostbare stoffen aange raakt en te veel mooie dingen voor anderen uitgedachtIk heb een smaak voor chic en kunst, die hij niet deelen zou. Zelfs als ik mijn vak zou opofferen en oom Eloi, die oud wordt, verliet, om naar de vlakte van Mauves te gaan, zou ik dan volkomen gelukkig zijn en zal ik het zijn, als ik de vrouw van Etien ne word Ik weet hier geen antwoord op. Als ik jongelieden uit de groote wereld ont-( cerine in te smeren, maar wel is het vrij gemakkelijk, om windsels te ma ken, die met glycerine gedrenkt kun nen worden, zoodat men b.v. de bee nen van paarden, die dooi' een veld met planten, besmet met mosterdgas heen moeten trekken, ermee kan om winden. Kieren van ramen en naden kunnen worden afgedicht met een pas- la van kleiaarde en glycerine. Ook kan men voor dergelijke doeleinden ge bruik maken van een mengsel van dierlijke lijm (gelatine) met glycerine; de lijm dient dan slechts voor het vast houden van de glycerine, die dan zeer lang in staat blijft, om mosterdgas te binden. n vele gevallen kan men glycerine met water gebruiken de glycerine bindt dan het gevaarlijke gas, terwijl het water die stof doet ontleden, voor al bij hoogere temperatuur. Het electriciteitsverbruiik. De statistiek over 1933 vermeld de volgende cijfers voor het verbruik van kilowatt-uren per hoofd der be volking Canada 1.466 Zweden 670 Zwit serland 573 N.-Amerika 545 N.-Zee- land 470; Finland 433 Engeland 245; Oostenrijk 234 Nederland 229 Italië 223 Frankrijk 220 België 221 Duitschland 169 Spanje 92. De cijfers slaan alleen op liet ver bruik van electriciteit, geleverd door zoogenaamde nutsbedrijven. Ze zijn dus iang niet compleet, daar tal van soms zeer groote electriciteitswerken stroom opwekken voor eigen gebruik. Boven dien mag men ze alleen beschouwen in verband met den aard van de bevol king en van het gebruik, dat van den electrischen stroom wordt gemaakl. Zoo verbruiken Canada, Zweden, Zwit serland en tal van andere landen van hoog verbruikcijfer veel stroom voor fabrieken, die de electrischc energie gebruiken voor de fabrikage van stof fen, zooals carbied, gewalste ijzeren én stalen producten, etc. Werden de cij fers gegeven, die alleen betrekking hebben op het verbruik in de kleine in dustrie en in de huishouding, dan zou den deze een geheel anderen indruk maken. Ons land en ook Duitschland zouden dan bovenaan staan, terwijl de landen, die in bovenstaande aan den top komen (behalve misschien Zwitserland) onderaan zouden komen Het loont immers alleen in dicht be volkte landen, om de netten aan te leggen, die overal stroomgebruik mo gelijk maken, zonder dat de kosten van rente, afschrijving en onderhoud voor die netten al te zwaar per afnemer gaan drukken. Gevolgen van noodweer in Japan. Aardschokken te Tokio en to Yokohama. Tokio en 't ten Zuiden van deze stad gelegen deel van Japan zijn door zwa re wolkbreuken geteisterd. Te Foekoe- oda, waar de bui het eerst losbarstte, moet, dan vergeet ik niet, dat zy niet met mij kunnen trouwen, en velen van hen heb- ben mij geen twijfel gelaten over het gebruik dat zij van ons maken, maar iets in hun manieren, in hun woorden trekt mij aan, en dat zou ik willen vinden in hem, dien ik lief hebben zal. „Dwaas, die ik ben Ik vrees, dat er met de opleiding tot modiste, een onmogelijk be standdeel in mijn leven is gekomen. Ik heb vriendinnen uit mijn jeugd, die niet mijn weg zijn gegaan. Zij zijn getrouwd,, zij heb ben haar man, haar huishouden, haar huis van twee kamers groot, in de straten van Chantenay of d'Indret. Als ik ze zie, wanneer ik voorbij ga, met een kind op haar arm, benijd ik haar. En toch, als haar geluk mij aangeboden wordt, ben ik heelemaal ver ward en gelijk haar niet meer. „Wie zal mij zeggen., waarheen ik gaan moet Wie zal mij helpen O mij, de raad geefster, de raadgeefster va» anderen Wat zouden zij een medelijden met mij hebben, als zij het konden weten Het was reeds zeer laat toen Henriette was ingeslapen. Door de koude van den nacht waren de ramen beslagen, Men hoorde geen stappen meer, op de kaden, maar alleen het zwevend geluid der velden, waar de kikvor- schen kwaakten en het regelmatig stooten van de kettingen eener groote boot. Henriette, haar geest van liefdewoorden en beelden vervuld, heeft gedroomd, dat zij trouwde in witten sluier en japon van ge bloemde zijde met een bruidegom, die enkel van gezicht op Etienne geleek, want hij was zeer elegant en zeer rijk en hij boog zich tot^ haar om te zeggen „Liefste, al het lijden zal vergeten zijn. Ik heb u lief." Denzelfden nacht, in de armoedige kamer aan de rue St. Seinilien, droomde Marie dat zij gordijnen om haar bed had, en spiegels, waarin zij zichzelf heelemaal kon zien en die weerkaatsingen als van van een regen boog afwierpen zij droomde dat het winter 30.000 huizen onder water. Te Tokio en te Yokohama ging het noodweer gepaard met aardschokken. De overstroomingen hebben groote materieele schade aangericht, in liet bijzonder aan den landbouw. Volgens berichten uit Korea heeft ook daar een zware storm gewoed. Zes tig visschersbooten met 250 visSchers worden vermist. Keizer aan het hoofd van zijn troepen. Als het oorlog wordt. De speciale correspondent van de „News Chronicle" te Addis Abeba heeft een onderhoud gehad met Haile Se- lasie, die naar de correspondent in herinnering brengt volgens de Ethio- piërs afstamt van koning Salomo en de koningin van Scheba. Als het oorlog wordt, zoo verklaarde de keizer aan den correspondent, zal ik zelf piijn troepen aanvoeren met de ar- ke des verbonds, gedragen door het hoofd der Ethiopische kerk, den Aboe- na, in mijn nabijheid, juist zcóals de oude koningen van Judea ten strijde trokken. Er zal geen sprake van zijn, zoo deel de de keizer hem mede, dat. ik in de hoofdstad blijf en het bevel aan een van mijn generaals overlaat. Maar ik verwacht niet den man te ontmoeten op wiens bevelen de Italiaan sche troepen tegen mij zouden optrek ken. De keizer ontving den correspondent in zijn nieuwe paleis even buiten de hoofdstad vijf moderne vrachtauto's met luchtafweergeschut waren bij den ingang van het paleis opgesteld. Sprekende over de mogelijkheid van den oorlog zeide de keizer, dat hij nog steeds vertrouwde dat de Volkenbond en de groote mogendheden een oorlog zouden voorkomen. Bij de huidige onderhandelingen 'had Italië nooit eenigerlei concessie gevraagd noch op economisch, noen op territoriaal gebied. Ethiopië zal zui ver economische concessies verleenen aan particulieren of maatschappijen, maar niet aan regeeringen. Italiaan- sche burgers zullen zooals steeds op precies denzelfden voet worden behan deld als andere buitenlanders. Wat betreft, dienstplicht in geval van oorlog, zeide de keizer, dat iedere man in Ethiopië soldaat is. In geval van oorlog zal een oproep worden ge daan om onder de wapenen te komen, maar zelfs voor dit geschied is zullen de menschen uit eigen vrijen wil in massa opstaan om hun vaderland te verdedigen. Neutrale buitenlanders zullen in ge val van oorlog het land niet behoeven te verlaten. Maatregejen, die reeds on der de oogen zijn gezien, zullen wor den genomen als het oogenblik van de noodzakelijkheid, gekomen is om hun veiligheid te verzekeren. De keizer verklaarde tenslotte nog. was en dat zij haar moeder die uit Parijs was gekomen thee presenteerde in gebloemd por- celeinen kopjes, dat moeder weer geheel ver zoend was en haar even liefhad, als vroeger en tevreden en verheugd was dat zij nu haar vermoeide handen kon warmen bij een vuur, dat even lekker brandde, bij haar dochter als bij de rijke menschen. Nog veel verder van daar in een straat van de wijk St. Felix, die zich uitstrekt langs de Erdre, droomde de kleine Louise, het leermeisje, met haar van vermoeienis gezwollen enkels, van den tijd, dat zij een groote werkster zou zijn, garneer- ster of apprêteuse, dat zij niet meer door de straten zou moeten hollen, en de meisjes op het atelier tegen haar zouden zeggen „Juf frouw Louise. wilt gij zoo goed zijn En bij deze eenvoudige gedachte aan een betere toekomst, speelde er een glimlach om de halfgeopende lippen van het kind. Zoo maakte de nacht, voor velen de hard heid van den dag goed de nacht, waarin de zielen wegzweven en verre van de ingeslapen lichamen toeven. XIV. Het liep tegen het einde van Juni. Hen riette had Etienne niet meer gezien, maar oom Eloi had eens gezegd „Brave jongens, die Etienne LoutrelIk houd van hem, om zijn vastberaden karakter. Hij zou dapper zijn in den oorlog en een goeden echtgenoot. Wat denk jij daarvan, Henriette Zij had daaruit begrepen, dat de visscher van Mau ves, een of ander onderhoud met den ouden soldaat had gehad en dat zij een verbond hadden gesloten, de een door zijn geheimen te vertellen, de ander door ze aan te hooren. Zij werd daar nog meer van overtuigd door het onverstoorbare humeur van haar oom. Hij klaagde niet meer over zijn hand hij was opgewekt en maakte plannen, als ie mand die een heel nieuw leven voor zich heeft wat het zijne als het ware verdubbelde? (Wordt vervolgd),.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1