BE M IELS
26e JAARGANG
VRIJDAG 12 JULI 1935.
No. BB
Ï8SP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
UIT HEEL HAAR
HART!
■WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
k
WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
t 0.10
1
KRIJGSVERRICHTINGEN
NIET VOOR SEPTEMBER.
Italië wil minstens 250.000 man concentreeren
in Oost-Afria en 't einde der regenperiode
afwachten. Het Italiaansch-Abes-
synische verdrag van 1928 wordt
als vervallen beschouwd.
GEESTDRIFT EN CRITIEK VAN
SOLDATEN.
Naar Reuter uit Rome verneemt koestert
men in zekere Italiaansche kringen den
wensch de krijgsoperaties tegen Abessynië nog
vóór den 25en Augustus te beginnen, d.w.z.
vóór het Italiaansch—Abessynische conflict
voor den Volkenbond komt, zoodat deze als
het ware voor een fait accompli wordt ge
plaatst.
De twee legerdivisies en twee divisies zwart-
hemden, die voor den strijd in Abessynië
bestemd zijn, zijn echter nog niet daar heen
vertrokken, en men acht het daarom onwaar
schijnlijk, dat Italië den veldtocht tegen het
ongeveer een millioen manschappen tellende
Abessynische leger zal beginnen, vóór het
minstens 250.000 man in zijn koloniën heeft.
Waarschijnlijk zal Italië dus althans tot
eind Augustus wachten indien het zich ten
minste niet reeds eerder door de houding van
den Volkenbond in deze quaestie tot handelen
genoopt zal achten.
Te Rome worden de geruchten over een
reeds begonnen of een op handen zijnde mi
litaire operatie in Italië door gezaghebbende
kringen beslist tegengesproken.
De behandeling van het Italiaansch-Abes-
synische conflict geeft volgens verantwoorde
lijke Italiaansche kringeli geen aanleiding
tot een plotselinge beslissing in dien geest,
terwijl bovendien de regenperiode in de be
treffende Afrikaansche gebieden niet voor
September ten einde loopt en Italië er veel
aan gelegen is de thans in gang zijnde voor
bereidingen voor een militaire operatie, die
eventueel noodzakelijk mocht wezen, verder
te voltooien.
Men vermoedt dat de geruchten hun oor
sprong hebben in de moeilijkheden welke de
Italiaansch-Abessynische verzoeningscommis
sie bij haar werkzaamheden ondervonden
heeft.
Deze moeilijkheden betreffen naar men
weet de vraag der competentie der commissie,
welke volgens een verklaring in den Volken
bondsraad door het Italiaansch lid, Baron
Aloisi afgelegd, en die daar ook geen tegen
spraak heeft uitgelokt, zich slechts met de
grensincidenten heeft bezig te houden en niet
met de hoofdquaestie der vaststelling van de
grenslijn.
Zou door deze van Abessynische zijde opge
worpen moeilijkheden de verzoeningscom
missie in haar verderen arbeid bemoeilijkt
worden of zelfs haar beraadslagingen geheel
moeten beëindigen, dan zou naar men hier
meent een geheel nieuwe rechtstoestand ont
staan, welke voor den Volkenbond aanleiding
zou kunnen zijn op zijn besluit tot het benoe
men van een vijfden arbitter terug te komen
en de verdere behandeling der Italiaansch-
Abessynische quaestie op nieuwen grondslag
te stellen.
Reeds den 25en Mei heeft Mussolini voor de
Italiaansche Kamer verklaard, dat het Itali
aansch-Abessynische verdrag van 1928 een
doode letter gebleven is.
Zouden echter door de houding van Abessy
nië, de te Scheveningen gevoerde onderhan
delingen mislukken, dan zou Italië verplicht
zijn, het geheele Italiaansch-Abessynische ver
drag als vervallen te beschouwen.
Het Maandag in het Engelsche Lagerhuis
gehouden debat heeft in Italië zeer de aan
dacht getrokken. In pers- en politieke krin
FEUILLETON.
Roman door
RENé BAZIN.
Nadruk verboden.
No. 30.
Haar eigenlijke aalmoes was haar jeugd,
altijd ingetogen en wel opgevoed, en haar
vriendelijkheid. Men zag haar zonder wan
trouwen aan, omdat zij uit het volk en uit
de buurt was, met genoegen, omdat zij sprak,
lachte en zich kleedde als een dame. Men
werd openhartig tegenover haar. Men noem
de haar „juffrouw Henriette." Men vergat
haar achternaam om zich slechts haar voor
naam te herinneren, een teeken van vriend
schap. Bijna overal daalde zij, met den kal-
men afschuw eener maagd, die alles weet, tot
den afgrond van ellende en kwaad af. Drift,
huiselijke twisten, ijverzucht, overspel, ondank
van kinderen, die hun ouders weigerden te
helpen, verachting voor den rijke en de vree-
selijke afgunst op den rijkdom, en ook de
wanhoop van een veel te langen en te zwa-
ren strijd om het dagelijksch brood, zielen,
die ten onder gingen en lichamen, die bezwe
ken, zij zag dat alles. De klachten der menseh-
heid bereikten haar.
De wereld verscheen haar in haar lijdens
gestalte. Zij kon geen andere hulp geven dan
haar medelijden, haar uitgestrekte armen en
woorden, die zij nog nauwelijks kon uiten
„Hoop toch, en vergeet," verzoen u toch met
elkandermorgen zal het beter zijn, ik lijd
thans met u mee." En toch, reeds met zoo
weinig, dat het haar verwonderde, werden er
onnoemelijke smarten verzoet en hielden tra
nen op te vloeien en kwam er iets als rust
rust in hen. De arme zielen dachten, als zij
naar haar luisterden „Het is dus waar, dat
er nog -hoop is En enkel deze twijfel, beur
de hen reeds op. Het was Henriette soms, als
gen meent men de conclusie te kunnen trek
ken dat er een algeheele wijziging van Lon
den ten aanzien van het Abessynische vraag
stuk wordt voorbereid. Men zou te Londen
naar een uitweg uit de situatie zoeken zon
der op het verloop van de zaak te willen voor
uitloopen, wordt dit door de bladen met een
zekere genoegdoening geconstateerd. De
„Giornale d'Italia" acht de nieuwe ontwikke
ling een direct gevolg van het mislukken van
het Engelsche overleg met Parijs en Wash
ington.
„Italië neemt kennis van het duidelijke
standpunt van Amerika en Frankrijk. Beide
landen zijn niet geneigd, aan een dwaze op-
positiepolitiek tegen Italië mede te doen.
Ook de openbare meening in Engeland
koestert veel twijfel ten aanzien van de juist
heid van de tot dusver door de Engelsche
regeering gevolgde politieke richtlijnen.
Doch de verantwoordelijke mannen in de
Engelsche politiek hebben nog den tijd om
naar den weg van het verstand en de recht
vaardigheid terug te keeren.
VRIJWILLIGERS MELDEN ZICH AAN.
Uit Eboli wordt gemeld, dat in het bataillon
der Zwarthemden van Forli, de geboorteplaats
van den Duce, hetwelk Mussolini kort geleden
geïnspecteerd heeft, voordat het naar Afrika
vertrok, dienst is genomen door vier kantoor
bedienden en 19 andere personen, die allen
een uitstekende positie hadden. Onder hen
zijn zeven personen gehuwd en vaders van
kinderen. Een hunner heeft vier kinderen en
vier anderen hebben er drie. Van de milliciens
zijn 60% gehuwd. Onder hen bevindt zich een
burgemeester en zeven z.g. politieke secreta
rissen, 54 kantoorbedienden en 200 handwerk
lieden, benevens 120 loonarbeiders.
Van verschillende zijden verneemt men ech
ter ook minder opgewekte geluidenin de
brieven die de verwanten der naar Oost-Afri-
ka vertrokken Italiaansche soldaten ontvan
gen, klagen de soldaten over de groote hitte
in de Roode Zee en over het feit, dat de
transportschepen overladen zijn, zoodat er
zoo goed als geen accommodatie voor de sol
daten aan boord is.
SCHEVENINGSCHE CONFERENTIE
Rome geeft Abssynië de schuld.
Verdaging sine die.
Officiéél wordt medegedeeld, dat de arbi
tragebesprekingen tusschen Italië en Abes
synië voor het oogenblik afgebroken zijn. De
Italiaansche delegatie zal terstond naar Rome
terugkeeren.
Naar men nader verneemt heeft de arbitra
ge-commissie in het Italiaansch-Abessynisch
conflict besloten haar zittingen voor onbe-
paalden tijd te verdagen.
Volgens Reuter is men te Rome van mee
ning, dat het mislukken van de Italiaansch-
Ethiopische commissie weinig wijziging brengt
in den toestand, aangezien de commissie
geen fundamenteele problemen behandelde.
Men is hier verder van meening, dat het
mislukken van de conferentie te wijten is aan
Abessynië, dat trachtte de quaesties van het
vaststellen van de grenzen hierbij ter sprake
te brengen, hetgeen nadrukkelijk was uitge
sloten bij de besprekingen voor den Volken
bond.
Men acht de onderhandelingen verbroken
door de schuld van Ethiopië en Italië zal
met zijn eigen directie middelen het geschil
verder regelen.
Het A. N. P. verneemt uit Rome
In sommige kringen is men er van over
tuigd, dat Italië een einde wenscht te maken
aan de verzoeningspogingen met Abessynië
en gelooft men, dat alles erop wijst, dat Ita
lië slechts voldoening wenscht door militaire
operaties. Het verdagen der onderhandelingen
der verzoenings-commissie te Scheveningen
zou men als een gunstig; moment beschouwen
om de vijandelijkheden te beginnen. Men zou
den Volkenbond voor een voldongen feit wil
len plaatsen door den opmarsch in Abessynië
te beginnen vóór 25 Augustus a.s. als de Vol
kenbondsraad ter behandeling van het con
flict bijeenkomt.
DE MEENING VAN MOSKOU.
„PRAWDA" VOORSPELT OORLOG VAN
LANGEN DUUR.
De „Prawda" wijdt een artikel aan het Ita
liaansch-Abessynische conflict, en twijfelt er
niet aan of een oorlog tusschen deze staten
zal van ernstigen aard en van langen duur
zijn, terwijl een voor Italië gunstige uitslag
niet van te voren zeker is. De ontwikkeling
van een dergelijken oorlog kan echter moei
lijk voorspeld worden, aldus het blad, te meer
omdat het niet zeker is of Engeland, dat reeds
thans Abessynië in het geheim van wapens
voorziet, zal besluiten, Abessynië direct te on
dersteunen door het Suezkanaal voor Itali
aansche schepen te sluiten. De jongste debat
ten in het Lagerhuis toonen dat een derge
lijke mogelijkheid niet uitgesloten is.
Een Italiaansch-Abessynische oorlog zal on
getwijfeld leiden tot uiterst ingrijpende wijzi
gingen in de algemeene krachtsverhoudingen
der imperialistische staten en derhalve ern
stige gevolgen voor Europa hebben.
ZWEEDSCHE VLIEGERS ALS
INSTRUCTEURS GEVRAAGD.
Stockholms Tidningen" meldt, dat de kei
zer van Abessynië aan de Zweedsche regee
ring heeft verzocht, hem eenige Zweedsche
militaire vliegers als instructeurs ter beschik
king te stellen.
De regeering heeft dit verzoek echter be
leefd afgewezen met de motiveering, dat de
Zweedsche luchtmacht al haar officieren noo
aig heeft.
(Naar men weet zijn er reeds eenige Zweed
sche officieren als militair instructeur werk
zaam. Aan hun hoofd staat generaal Virgin,
de voormalige chef van de Zweedsche lucht
macht.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
of zij planken toewierp aan schipbreukelin
gen. En op die dagen kwam zij 's avonds tegen
den nacht thuis, zoo vroolijk, dat zij tegen
zichzelf zeide „Ik schijn er jonger op te wor
den, ik zou wel willen zingen." Oom brom
de „Het is allang tijd om naar bed te gaan
Als ik je niet beter kende, zou ik denken dat
je verliefd was, meisje Henriette stelde
hem gerust, maar ontkende het niet.
Zondags ging zij wandelen, nu eens met
oom, dan eens met Marie. Maar zij vergat
nooit om tegen den tijd dat de ondergaande
zon de schaduw gelijk maakte ter hoogte van
de muren, de Avenue St. Anne door te gaan,
die naar de kerk leidde. Zij ontmoette daar
in de schaduw der lage huisjes of der bijna
bladerlooze boomen, die in de rots groeiden,
al haar vrienden uit de buurt, daar als een
vlucht patrijzen neergestreken. De kinderen
speelden in groepjes met elkaar. De moeders
praatten, eenige afgezonderd bij elkaar, ieder
haar schaduw afwerpend. Het opstuivende
stof zweefde als een wolk boven den heuvel
die met den wind der Loire meewoei.
Terzelfder tijd, gingen langzamerhand de
werksters van Mevrouw Clémence weg, omdat
het stille seizoen aanbrak. Velen harer had
den met onderbreking van enkele dagen va-
cantie moéten nemen tot het einde van Sep
tember Mathilde, Jeanne, Lucie en nog an
deren. Als de dag om was, werd een harer
bij mevrouw geroepen. Zij kwam eenige oo-
genblikken later met roode oogen terug. Met
al haar dapperheid, al haar gekwetsten trots
trachtte zij, zich een houding te geven met
te zeggen „Tot ziens, meisjes. Vanavond is
het mijn beurt. Ik moet vacantie nemen.
Haar vriendinnen omhelsden haar, de ande
ren gaven haar een hand. Niemand scheen
er aan te twijfelen, of men elkaar in October
terug zou zien. En toch had de ondervinding
haar geleerd, dat de modegrillen zich zelfs
tot in haar betrekkingen uitstrekken en dat
zij, die met een belofte heengingen nog niet
altijd terug keeren. Zij strikte haar das om,
ging even vóór de anderen de trap af en voor
den eersten keer van het jaar, wachtte zij
dien vand niet op meisjes van het atelier,
DRIE KINDEREN BIJ OIRSCHOT
VERBRAND.
Dinsdagmorgen te omstreeks 10 uur is
brand ontstaan in de schuur, grenzende aan
de boerderij van den heer J. Leermakers, ge
legen aan een binnenweg in het gehucht
Hoogeind, gemeente Oostelbeers c.a., op on
geveer 4 km afstand van Oirschot N.B.
Op het oogenblik dat de brand uitbrak
was de vrouw van den heer Leermakers met
twee kinderen in de boerderij. De man was
niet thuis. Drie kinderen speelden in de
schuur, terwijl een kind naar school was.
Hoe de brand ontstaan is, is niet bekend.
Het vuur greep direct snel om zich heen en
tastte ook de boerderij in weinig tijd aan. De
vrouw, die geheel overstuur was, kon zich
met de twee kinderen, die zich bij haar in
het woonhuis bevonden, in veiligheid stellen.
De drie kinderen, die in de schuur aan het
spelen waren, drie jongens van resp. 2l/a, 4 en
6 jaar, verbrandden. Toen het huis reeds op
instorten stond, hebben buren, die niet wis
ten dat de kinderen in de schuur aan het
spelen waren, nog een onderzoek ingesteld.
Dat had uiteraard geen resultaat. Een paard
en een koe zijn mede verbrand. De boerderij
was laag verzekerd.
DOOR AUTOBUS OVERREDEN.
Jongen in hopeloozen toestand.
Dinsdagavond ongeveer half zeven wilde
de 17-jarige Jaap Schol uit Egmond aan Zee,
die per fiets van Alkmaar op weg was naar
om op den drempel der deur te herhalen
„Tot ziens, Irma tot ziens,, Re-ine tot ziens
Henriette."
Het verdriet joeg haar voort, ver van die
bevoorrechten, die voort zouden gaan zonder
haar, met werken rondom de groene tafels.
Het leermeisje borg de overbodig geworden
taboeret in de groote kleerkast. Den volgen
den morgen zocht een der komenden, de af
wezige met de oogen, dan herinnerde zij het
zich, zuchtte en zweeg.
Gelukkig was Marie Schwarz gebleven, dank
zij den invloed van Henriette, die machtig
genoeg was gebleken, om voor haar bescher
meling een zeer kleine verhooging van sala
ris, te verkrijgen. „Ik doe het alleen om
uwentwil," had mevrouw Clémence gezegd,
en het is bijna onrechtvaardig." Zulke gunsten
verwierven natuurlijk voor Henriette aller
sympathie, die tot nu toe, uit vrees voor juf
frouw Augustine was ingehouden. Eens op
een middag had Reine zich aan het eind der
tafel naar haar toe gebogen en gefluisterd
„Juffrouw Henriette, ik wilde u iets toever
trouwen. Ik ga in den herfst trouwen. Heel
eenvoudig, maar hij heeft mij zeer lief. Hij
is spoorbeambte. Komt gij aanstaande Zon
dag bij ons Ik zou zoo gelukkig zijn, als hij
u ook beviel. Wij hebben samen over u ge
sproken." Irma had haar op een dag, toen
Henriette haar vroeg „Zijt gij moe Wat
hoest je toch gezegd „Ik ik ben ellendig.
Ik weet het sinds lang. Als ik heelemaal ziek
zal zijn en niet meer voortkan, zal ik u vra
gen, om mij te komen opbeuren. Maar het is
niet veel vroolijks, wat ik u daarmee beloof
Hebt gij ondertusschen zin, om een vertelling
van Daudet te lezen Ik heb laatst zoo'n aar
dige gelezen, dat ik ze heelemaal heb overge
schreven, omdat ik het boek niet houden kon.
Ik zal morgen het schrift voor u meebren
gen, vindt ge dat goed
Marie bleef dezelfde, vrijpostige, middel
matige werkster zonder eenig stuur, maar
toegewijd en volkomen oprecht. Zij had eens
op een Zondag onder een wandeling, lachend
gezegd: „Ik geloof, dat je broer Antoine er
Jgeen hekel aan zou hebben, mij een beetje
Egmond, op den Hoeverweg twee andere
wielrijders passeeren. Hij kwam daarbij op
den grasberm, raakte 't stuur kwijt en ge
raakte op den rijweg onder een Naco-bus
van Egmond. De jongen is in hopeloozen toe
stand opgenomen in het Centraal-Ziekenhuis
te Alkmaar.
IR. J. A. RINGERS NAAR INDIE.
Naar men meldt zal ir. J. A. Ringers, we
gens zijn benoeming tot gedelegeerd lid van
den Raad van Bestuur van de Nederlandsch-
Indisehe Spoorweg Maatschappij van wel
ke onderneming hij vroeger secretaris is ge
weest eerlang naar Indië vertrekken. Als
gevolg daarvan is zijn ontslagaanvrage als
derecteur-generaal van Waterstaat te wach
ten.
ACHTURIGE WERKDAG BIJ DE P.T.T.
Ten zeerste gewenscht voor werkverruiming.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft dezer dagen een deputatie ontvangen,
samengesteld uit de samenwerkende organi
saties der Posterijen, ter bespreking van ver
korting der werktijden bij den P.T.T.-dienst.
De deputatie pleitte voor de invoering van
den achturigen werkdag voor die groepen
van personeel, welke thans nog een-en-vijftig
uren of langer per week arbeiden. Met het
oog op de dringend gewenschte werkverrui
ming en ter bestrijding der werkloosheid
werd deze maatregel verdedigd. Indien bij het
staatsbedrijf der P.T.T. de werktijd met drie
uren per 'week wordt verkort, zullen een paar
honderd personen werk vinden.
De minister verzocht de argumentatie nog
eens schriftelijk ter kennis der regeering te
brengen en zegde toe, dit vraagstuk met den
directeur-generaal der P.T.T. te bespreken.
VAN HOOIZOLDER GEVALLEN EN
GEDOOD.
Noodlottig ongeval van landbouwer.
Naar eerst thans bekend wordt, is de 74-
jarige landbouwer A. Vroomen te Klimmen-
Ransdaal (L.) Maandagavond van zijn hooi
zolder gevallen. In zijn val kwam hij op zijn
schoondochter terecht, die juist aan kwam
loopen. Zij liep eenige inwendige kneuzingen
op, welke niet ernstig bleken te zijn. De land
bouwer was er echter ernstiger aan toe. Na
dat geneeskundige hulp was verleend, is hij
enkele uren na het ongeluk aan zijn wonden
bezweken.
EEN ZONDERLINGE VRIJER.
Liefde en bedrog.
Eenigen tijd geleden werd bij de politie te
Rotterdam aangifte gedaan, dat de 20-jarige
timmerman W. v. d. H. verduistering zou
hebben gepleegd ten nadeele van zijn ver
loofde. Eerst had hij haar het rijwiel z.g. bij
een reparateur gebracht om het te laten na
zien, doch het in werkelijkheid te gelde ge
maakt. Den dag daarop was hij aan de wo
ning van zijn beminde gekomen en had,
onder voorgeven, dat het zulk regenachtig
weer was, haar regenmantel weten mede te
krijgen om deze aan haar werkplaats te
brengen. Deze mantel was ook verkocht, waar
op v. d. H. naar Frankrijk was uitgeweken.
Daar bleken evenwel zijn papieren niet in
orde te zijn, zoodat hij veertien dagen gevan
genisstraf moest opknappen. Toen deze ach
ter den rug waren, kwam onze vriend naar
Rotterdam terug, waar hij met schoonklin
kende praatjes van een motorhandelaar een
motorrijwiel wist los ta krijgen. Toen deze
evenwel eens naar zijn klant had geïnfor
meerd en vernam welk vleesch hij in de
kuip had, waarschuwde hij de politie, v. d. H.
bleek hier onvindbaar te zijn, waarop men
de politie van buitengemeenten waarschuw
de. Te Schiedam werd hij toen kort daarop
met het motorrijwiel aangehouden, waarna
Een verstandig boer
voedert Bertels' Voer
De van OUDS BEKENDE naam
BERTELS waarborgt gehalte, kwa
liteit en zuiverheid van Uw veekoek
jes, varkens- en pluimveevoeder.
Let op ons ongeschonden
loodje aan iederen zak
Bestelt bij Uw plaatselijken
voederhandelaar of coöperatie.
Oliefabrieken N.V. - Amsterdam
hij naar hier op transport werd gesteld.
Aangezien hij bij het naslaan van het
Algemeen Politieblad ook nog twee maanden
gevangenisstraf tegoed bleek te hebben,
werd hij, nadat van de twee verduisteringen
en de poging tot verduistering proces-verbaal
was opgemaakt, ter beschikking der Justitie
gesteld en overgebracht naar het Huis van
Bewaring.
Voorloopig althans is er nu een eind aan
zijn omzwervingen gekomen.
het hof te maken, maar dat wil ik niet, zie je,
want dat zou je verdriet doen." Zij spraken
elkaar, sinds den dag, dat Marie bij mevrouw
Clémence verhooging had gekregen met
„je" en „jij" aan. Henriette had geen enkele
overbodige waarschuwing uitgesproken. Maar
■ij had zoo gauw mogelijk, met haar fijnen
artistieken smaak de kamer van het arme
meisje opgeknapt en verfraaid. Zij wist dat
kale muren slechte raadgevers zijn. En na
eenigen tijd, had zij met de geheime hulp van
mevrouw Lemarié en wonderen van overleg
een alleraardigst aanzien aan het vertrek van
Marie gegeven. Alles was opnieuw gewiter
hingen gordijnen vooi' de ramen, een nieuwe
tafel, met een kleedje erover, stond er voor
en op de muren hingen twee der platen van
Henriette, waaraan zij zoo gehecht was, en die
zij aan haar vriendin geleend had, met de
woorden „Als je rijk geworden bent, moet
je ze mij maar teruggeven, Marie
Een opgewekte ziel heeft dadelijk schep
pingskracht in zich. Zij vond nieuwe modellen
uit van zulk een bevalligheid, dat mevrouw
Clémence zeide, toen zij ze op de hooge hou
ten standaards in de expositiekamer plaatste
„Ik ken datdat is de bloeitijd. Zij hebben
allemaal zoo'n tijd, dat zij feeën gelijk zijn.
Dat duurt drie, zes maanden en komt nooit
meer terug."
Dat jaar, ontvingen de jonge vrouwen en
meisjes, die de wonderbare scheppingen van
Henriette droegen, vele complimentjes over
haar fijnen smaak. Zij hadden een groot suc
ces met haar toiletten in de casino's, aan het
strand, bij de wedrennen en de opening der
jacht. Zij dachten niet aan de onbekende
artiste, die haar werk niet onderteekend had,
maar die in de rangschikking der bloemen,
kanten en strikken, in al deze luchtige voorbij
gaande dingen, een echte kunstuiting, een
van die goddelijke oogenblikken, waarin de
geest onder duizend vormen zijn gelijkenis
schept, had neergelegd. Rijken, rijken der
aarde indien gij wist, hoeveel droevige uren
en hoeveel heerlijke ideën gij draagt
Bijna iederen morgen, kwam Etienne in
zijn boot langs, zocht zijn weg over de Loire
BU1TENLANDSCH NIEUWS.
KRUITMAGAZIJN IN DE LUCHT GEVLOGEN.
Enkele dooden, vele gewonden.
Maandagavond brak in een groothandel in
wapens in de Zuid-Bulgaarsche stad Tatar
Pasardijk een brand uit, die in korten tijd
het geheele gebouw aangreep en oversloeg
naar een pakhuis met ontplofbare stoffen.
Toen de brandweer arriveerde vloog het kruid
magazijn in de lucht. Twee brandweerlieden
werden op slag gedood en zeven anderen
levensgevaarlijk gewond. Een politie-agent
die zich op het oogenblik der ontploffing Ln
het gebouw bevond wordt vermist. Talrijke
andere personen werden licht gewond. Eerst
laat in den avond kon de brand worden ge-
bluscht.
ZUID-AFRIKA.
GEVALLEN VAN PEST IN DEN
ORANJE VRIJSTAAT.
De pest, die eind Maart 45 slachtoffers had
geëischt, is in den Oranje Vrijstaat opnieuw
uitgebroken. Veertien inboorlingen en een
Europeaan zijn door de ziekte aangetast en
overleden.
Men had gehoopt, dat de komst van eenigs-
zins koeler weer uitbreiding van de ziekte
zou tegengaan, doordat de ratten den grond
in werden gedreven, doch hierin is men te
leurgesteld.
Op een boerderij in het Senekal-district
zijn alleen reeds zeven gevallen voorgekomen
en deze waren alle met doodelijken afloop.
ZIJN BAAN OF HET MEISJE.
Huwelijksmoeilijkheden in Rusland.
De hoofdcommissaris van politie in Le
ningrad, Wesselinsky, een verstokt vrijgezel,
ontmoette kortelings een schoone Italiaan
sche jongedame, die een bezoek bracht aan
de Russische Oostzee-haven. De politieman
verloor zijn hart aan het jonge meisje en
vroeg haar ten huwelijk, d.w.z. op de Sovjet-
manier.De Italiaansche bleek wel bereid met
den commissaris in het huwelijksbootje te
stappen, doch verlangde, dat het huwelijk in
de R. K. kerk voltrokken zou worden.
Goede raad was duur. Wat moest de com
missaris doen Tenslotte begaf hij zich naar
en legde aan in de haven van Trentemoult.
Henriette boog zich over de leuning van het
balcon onder den oleander, wiens knoppen
rijp genoeg werden, om open te springen. Zij
zag wat bleek en peinzend naar dien langen
schipper op de Loire, die evenmin uit zijn
stillen droom wenschte te ontwaken. Maar,
twee keeren, toen het zeer licht was en geen
nevel boven den stroom hing, en zij elkander
zoo goed konden zien dat zij eikaars trekken
konden onderscheiden, had hij boven van zijn
stapel groentemanden, een frisschen ruiker
genomen en dien naar boven geworpen. Een
klein kleurig tuiltje was met den wind mee
gevoerd tegen de rotsen aan den kant van
St. Anne, omhoog gestegen, en dan weer in de
Loire teruggevallen, half ondergedompeld,
half bovendrijvend.
xvn.
Met de eerste Septemberregens hadden de
acacias in de rue de 1'Ermitage hun laatste
sprankje groen verloren. Hun dubbele blade
ren hingen zoo geel als dadels naar beneden.
Onder de meisjes op het atelier sprak men
er over, wie aan het einde der maand terug
zouden komen. De ochtenden en avonden wa
ren koud. De mantels en jacquetjes van ver
leden jaar met een nieuwen kraag of een
nieuw garnituur van passement, begonnen
weer in de groote kast bij mevrouw Clémence
te verschijnen, maar de onweders die gere
geld en als bij voorkeur de vallei der Loire
zoeken, maakten de hitte overdag, om te
bezwijken. Boven de matte ruiten van het
atelier zag men de grijze wolken met hel ver
lichte randen, voortjagen met een voortduren
de teruggaande beweging, terwijl al het ove
rige onbewegelijk scheen te blijven in het
hemellandschap. De vlijtige, de altijd bezige
Henriette liet haar oogen van het venster naar
de verkleurde blauwe rozen op het behang
dwalen zij leunde achterover in haar stoel
en liet haar handen ledig op de tafel rusten.
Heür haar drukte haar zoo zwaar, als was
het gesponnen goud. Zij sliep in.
(Wordt vervolgd),.