TWEEDE BLAD.
VRIJDAG 12 JULI 1935.
No.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
LANDBOUW - CRISIS - BUREAU.
DE VERKEERDE, DIE DE KLAPPEN
KREEG.
mWIERINGER courant
Het ligt in de bedoeling van de Regee
ring om koolzaad van den oogst 1936
voor steun in aanmerking te doen
komen.
De oppervlakte welke in de Steun
regeling zal worden opgenomen, be
draagt maximaal 3000 H.A.
Getracht zal worden een prijs van
f 12 per 100 Kg. te bereiken.
De maximum steun zal f 5 per 100
Kg. bedragen.
Door- de P.L.C.O.'s zullen binnenkort
formulieren aan de bekende telers wor
den gezonden, waarop de telers aan
vraag kunnen doen om voor een be
paalde met koolzaad te bebouwen op
pervlakte voor steun in aanmerking
te komen.
Telers die op 20 Juli geen formulier
ontvangen hebben en voor steun in
aanmerking wenschen te komen, kuti
nen tot 23 Juli bij de Prov. Landbouw-
Crisis-Organisatie waarbij zij georga
niseerd zijn, een formulier aanvragen.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Opgeschroefd bericht.
In de pers werd dezer dagen onder
het hoofd „Van het Crisis-Bureaucra
tische Front" het volgende medege
deeld
„De heer P. Hoogland te Winkel
ontving gisteren een schrijven van
de Landbouw-Crisis-Organisalie
voor Noord-Holland, gedateerd 1 Ju
li 1935, waarin hem werd medege
deeld, dat hij zich moest laten in
schrijven als teler van late aardap
pelen. Het aanvraagformulier moest
vóór 2 Februari 1935 weer worden te
ruggezonden, daar het anders niet
meer in behandeling kon worden
genomen".
Naar ons van bevoegde zijde wordt
medegedeeld is de toedracht dezer
zaak als volgt geweest. Bij controle
door de Landbouw-Crisis-Organisaiie
was gebleken, dat de heer Hoogland
late aardappelen teelde, hoewel hij
niet in het bezit was van de wettelijke
vereischte vergunning, niettegen
staande het feit, dat voldoende publi
citeit in de dagbladen is gegeven aan
de door de Regeeriipg gestelde voor
waarden en vereischten voor het telen
van aardappelen, oogst 1935.
Hoewel de heer Hoogland dus in
overtreding was, werd hem door ge
noemde Landbouw-Crisis-Organisatie
aangezien goede trouw aanwezig kon
worden geacht, de gelegenheid gebo
den het verzuim te herstellen, door
alsnog een aanvrage voor de vereisch
te teeltvergunning in te dienen.
Spoedshalve werd hem het ofi'ici-
eele formulier toegezonden, zooals dat
in Januari j.l. was verkrijgbaar ge
steld en waarin de toen gestelde da
tum van uiterlijke inlevering, t.w. 2
Febr. 1935 was vermeld, echter verge
zeld van een begeleidend schrijven d.d.
1 Juli j.l., waarin hem werd verzocht
werd bedoeld formulier zoo spoedig
mogelijk ingevuld terug te zenden.
Uit het bovenstaande blijkt, dat door
het hierboven aangehaalde bericht 'n
onjuist licht is geworpen op de handel
wijze der Organisatie,
Tarwe kwam niet op
Onregelmatigheden te Prin-
cenhage.
Te Princenhage is men op het spoor
gekomen van een tarwe-onregelmatig-
heid. Deze beperkt zich niet alleen tot
Princenhage, doch strekt zich ook uit
over de gemeenten Ginneken, Bavel,
Ulfenhout en Kaan.
Een graanhandelaar uit Breda be
zocht een aantal boeren en bood gede
natureerde tarwe te koop aan, welke
gekleurd, en dus voor menschelijk ge
bruik ongeschikt was gemaakt. De
handelaar gaf voor, dat het zomertar-
we was. De boeren gingen tot zaaien
over in verwachting, dat deze gedena
tureerde tarwe, welke haar kiemkracht
behouden heeft, goed zou opkomen, om
ze naderhand bij de Regeering in te
wisselen. De bedoeling was om hieruit
geldelijk voordeel te trekken en van
den tarwesteun te profiteeren.
Daarbij komt nog dat de gedenatu
reerde tarwe de helft goedkooper is
dan de gewone.
De tarwe, welke naderhand bleek te
staan uit zomer- en wintertarwe,
kwam zeer slecht op. Mogelijk was
het bovendien nog een buitenlandsch
product dat niet voor dezen bodem gë-
schikt is. Vandaar dat vele boeren er
toe over gingen de tarwe maar om te
ploegen. Deze zaak wekte in landbou\y-
kringen bevreemding. Inmiddels was
ook de recherche der crisisopsporings
dienst met een en ander bekend ge
maakt. Deze stelde een uitgebreid on
derzoek in, hetwelk nog in vollen gang
is.
Verscheidene boeren, die hun oogst
kwijt zijn, zal wellicht ook nog 'n rech
terlijke vervolging boven het hoofd
hangen. De handelaar gaat vrij uit. De
ze heeft de tarwe geleverd, terwijl hij
op de desbetreffende rekeningen ver
meldde, dat zij voor kippenvoer moest
dienen. Ruim 30 ha. werden bezaaid.
De Tarwe-fraude te Eist.
Van Hoorn verduisterde dui
zenden guldens.
De brigade-commandant van de
Rijksveldwacht te Eist, A. H. v. d. Berg
en de controleurs de Vries en Vermeu-
Moeizaam worstelden drie mannen
door de mulling der zandbaan. Het
waren Tieseroet, Gielekerap en Pietje-
pak, drie bekende Brabantsche smokke
laars. Zooals ze daar gingen, beladen
met smokkelwaar, leken ze wandroch-
tige gestalten, die sluipend over de hei
de trokken. Reeds twee lange uren dool
den ze zonder uitkomst ovef- de slapen
de vlakte, waarin ze verdwaald waren.
Rondom wolkte de lucht vol grauwe
gevaarten en omringde hen met duis
ternis. Behoedzaam zochten ze naar
den verloren smokkelweg, die in de
duisternis onder hun voeten verdwenen
was.
Zij waren bij Nieuwkerk bijna op de
kommiezen geloopen en moesten nu
en omweg maken, in de richting van
Alphen. Tot bij het klooster, achter
hotel De Golf, kenden ze de ligging van
iedere baan, maar dieper in de hei wa
ren ze onzeker. De zwarte vormeloos
heid, waarin ze gingen, bemoeilijkte
het zoeken. Als dolende schippers in
de wijde heide zochten ze in het zwar
te zwerk een licht ter verkenning, maar
de maan hield zich tartend schuil in
de donkere lucht. Achter h'en, uit de
verte, viel een doffe slag, die wijdgai-
mend de nachtstilte verbrak.
—Ze hebben 't op Poppel één uur,
mompelde Gielekerap.
Waren we maar thuis, morde
Tiesjeroet.
Pietjepak begon een gesmoorde al
leenspraak, hij keef op de kommiczen
en op den droeven, zwarten nacht, waar
uit ze niet ontkomen konden. Ver in de
de holzwarte einders zocht hij tever
geefs naar een uitstekende torenpunt,
Goirle of Alphen, die hun tot kompas
zou kunnen dienen. In het bezwangerd
uitspansel vonkten eenige lichten aan:
pinkende sterren. De mannen zagen nu
de beroering van den wolkenstoet, die
met witte vlekken de verdoken maan
omsingelde
Zoo schoon als de zonnige dag op de
heide, zoo droef is er de zwarte een
zaamheid van den nacht. Voor de drie
verdwaalden was de duistere verlaten
heid vol verborgen hinderlagen van on
voorziene gevaren kommiezen, die
len te Utrecht zijn overgegaan tot de
arrestatie van B.gp. A. v. Hoorn, boek
houder en kassi" „„bij den Algemeenen
Boerenbond te A hem, die te Utrecht
woonde, v. H. is vervolgens naar Arn
hem overgebracht en voorgesteld voor
den officier van justitie.
Het justitioneel onderzoek wordt
voortgezet. Verdachte bekende tenslot
te zich te hebben schuldig gemaakt
aan verduistering van ettelijke dui
zenden guldens in verband met de ont
dekte tarwe-fraude te Eist.
v. H. was reeds enkele weken ontsla
gen van zijn post, waarop hij zich te
Utrecht had gevestigd.
Het juiste bedrag.
Nog steeds zetten politie en justitie
het onderzoek voort bij de fraude te
Eist. v. H. heeft bekend, dat hij f 13 000
heeft verduisterd. Ook de secr. van den
Boerenbond, de heer H. R. is aan een
langdurig onderhoud onderworpen.
ERNSTIG ONGELUK BIJ DE GASFABRIEK
TE ALKMAAR.
Een arbeider door een auto gegrepen en
zwaar gewond.
Op den Helderschen weg heeft Woensdag
middag een ongeluk plaats gehad, waarbij
de 55-jarige arbeider J. Hopman, wonende in
de Lindenlaan Alkmaar, ernstig gewond werd,
zoodat hij naar het ziekenhuis moest wor
den overgebracht.
Zooals heel dikwijls gebeurt, waren arbei
ders van de gasfabriek aldaar bezig met het
lossen van een kolenschuit. Deze menschen
moeten daarbij steeds den weg oversteken,
wat lang niet zonder gevaar is, aangezien
daar een zeer druk verkeer is. Veiligheidshal
ve plaatst men dan wel roode vlaggen op den
weg, maar deze worden niet altijd opgemerkt
door passeerende automobilisten.
Zoo ook Woensdagmiddag. Een der arbei
ders, genoemde J. Hopman, zou juist den weg
oversteken met een zak kolen, toen een twee
tal auto's elkander wilden passeeren. De au
to uit de richting Alkmaar werd bestuurd
door den handelsreiziger Meijer uit Amster
dam, de andere komende uit de richting Koe
dijk werd bestuurd door den kermisreiziger
Vale. H. werd door een van deze wagens aan
gereden en een eind meegesleurd.
Ernstig gewond bleef de man op straat lig
gen. De G.G.D. die spoedig ter plaatse was,
liet het slachtoffer per ziekenauto naar het St.
Elisabeth-ziekenhuis overgebracht.
overal konden opduiken. Moedeloos en
angstig:, hun monden tot zwijgen ge
klemd, doolden ze verder, kampend te
gen het onbekende, als een verloren pa
trouille in een zuigenden moerasgrond.
Ze zagen liet spiegelen van 'n zwarte
plaat, een veft, waarin de sterren flon
kerend weerkaatsten.
Voorzichtig, waarschuwde Pietje
pak, we zijn in 't Broek geraokt.
En uren ver van Tilburg af, 'k
geleuf, dé we weer op 't Belz zitten, op
perde Gielekerap moedeloos.
-- We zijn bij den „Ooievaorsnist",
verzekerde Pietjepak.
Dé kan nie, bromde Tiesjeroet,
daor zijn geen vennen, 'k geleuf eerder,
dé we in de baggerpoelen van Aarie
geraoken.
De klank van zijn stem verstierf met
een klaterend geluid boven het water,
waarin de hemel wenkte met een va
gen weerschijn. Zij waren als gevange
nen in de doode natuur, waar de duis
ternis hen overweldigde en het wier
van het zuigende broekland om hun
voeten strengelde, als gingen zij er in
verzinken. Eindelijk kwam de maan
ter redding. Zij verlichtte de land
streek, het stille water en de rietvelden
er omheen, waarachter de vlakte open
laaide, tot de zwarte streep der dennen
bosschen.
Terug, commandeerde Pietjepak
kort, we loopen in 't riet.
Ze waren weer in het wijde veld der
heide: een breed plein tuschen de zwar
te muren der dennen.
-- 'k Docht dé w' in 't Broek gingen
verzinken, dofte de stem van Tiesje
roet.
-- Mijn voeten zijn kletsnat, zucht
te Gielekerap.
Sstsiste Piejepak waarschu
wend, terwijl hij zijn makkers staande
hield.
De drie hurkten bij elkaar, in diepge
bogen houding luisterend.
-- Heurtfluisterde Pietjepak
achterdochtig.
De andere twee hoorden nu ook een
vreemd geluid, het ritselen van hout
in de mastbosschen.
-- 't Is de wend, zei Tiesjeroet.
Pas op, suisde heesch de stem
van Pietjepak, terwijl hij zijn makker
tot zwijgen dwong, door met een snel
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Stakingen in Duitschland
De speciale correspondent van den
„Manchester Guardian" in Duitschland
schrijft, dat er de vorige maand in drie
fabrieken in dat land stakingen zijn
geweest. De werknemers verzetten zich
tegen de „vrijwillige" bijdrage voor het
fonds der luchtverdediging. Op deze
drie stakingen zijn andere gevolgd. De
correspondent, wijst er op, dat men hier
te doen 'heeft met het eerste merkbare
verzet van de Duitsche arbeiders te
gen maatregelen van de Nazi-regeering.
Het verzet heeft tot heden ook succes
gehad. De onrust in de werknemersklas
se neemt toe en thans kan bepaald wor
den gezegd, dat het nationaal sociali:
me er niet in is geslaagd zich van den
aanhang van den Duitschen werkman,
die schrander is en karakter heeft en
er zijn er veel van te verzekeren. Voor
al in Westfalen is de onrust ernstig,
in de mijn van Bismarck, Gelsenkir-
chen had men de aflossingen sterk ver
minderd en de arbeiders gingen in sta
king met den eisch dat het volledig aan
tal aflossingen moest worden hersteld
Zij kregen ten antwoord, dat zij geza
menlijk naar concentratiekampen zou
den worden gezonden. Zij gaven echter
niet toe, waarop hun eisch werd inge
willigd op voorwaarde, dat zij met geen
woord van het gebeuren zouden reppen.
Wat later gebeurde precies hetzelfde in
de Hagenbeek-mijn te Essen, waar 1500
arbeiders staakten en hun zin kregen
op dezelfde voorwaarde. Het nieuws der
stakingen - dat uiteraard niet in de
Duitsche bladen verschijnt -- verspreid
de zich als 'n loopend vuurtje door 't
land. De genoemde coi-respondent acht
deze feiten van hoog gewicht. Ofschoon
de overheid niet heeft durven optreden
tegen de gezamenlijke werknemers,
heeft het schrikbewind, dat grooton-
deels tegen individuen is gericht, prak
tijken van ongehoorde wreedheid aan
genomen.
Desondanks wint onder de werklie-
'den een veel moediger geest veld. Aldus
jdeze correspondent van den Manchester
I Guardian, die van de eerste dagen van
Tiet Nazi-bestuur af de taak op zich
i heeft genomen zijn blad zoo volledig
mogelijk over de toestanden in Duitsch
land voor te lichten.
Hitte in Amerika.
Het geheele gebied der Vereenig,de
Staten is opnieuw door een "hittegolf ge
troffen. Voor het meerendeel als gevolg
van zonnesteken zijn meer dan twintig
personen bezweken. In verscheidene
streken ging de hitte vergezeld van
wolkbreuken en windhoozen.
Noodweer in Amerika.
Vele dooden en gewonden.
De stad Champignon in den staat.
Montana is door een hevig noodweer
geteisterd. Volgens de voorloopige be
richten zijn 44 menschen om het leven
gekomen, terwijl er 400 gewond werden.
De overstroomingen in de Zuidelijke
staten breiden zich nog steeds uit. Vele
wegen zijn totaal; onbruikbaar gewor
den en men vreest ook, dat verscheide
ne spoorlijnen verwoest zijn. Hulpexpe
dities worden gezonden om de geteis
terde bevolking te helpen.
gebaar stom naar de heide te wijzen.
Onhoorbaar kwam een gestalte uit
het donker der bosschen, te voorschijn
en sloop, behoedzaam spiedend, ver
der. De drie smokkelaars doken weg,
languit in het heidekruid. In het maan
licht teeekende zich nu duidelijker 'n
zwarte gedaante af.
Hij is mar alleen...., meende
Pietjepak, nauwelijks hoorbaar.
De woorden stokten hem in de keel.
Uit de zwarte dennenmassa, tegen
over hen, zonderde zich een lange
schaduw af die in het licht der maan
bewoog als een dansende schim.
-- 't Zijn er twee, peinsde Tiesje
roet luid twee kommiezen, ze hebben
stokken bij d'r.
Stilbeet Pietjepak hem tus-
schen de tanden toe.
Sluipend kwamen de twee vreemde
mannen nader.
't .Kunnen ook smokkelaars zijn,
zei Gielekerap bemoedigend.
Nee, 't zijn kommiezen, ant
woordde Tiesjeroet, ze draogen niks
mee.
Dé kun-de van hier nie zien,
merkte Pietjepak op, misschien heb
ben z' ook boter en suiker bij d'r, net
as wij.
Terwijl ze zoo fluisterend in gesprek
waren, hadden de drie smokkelaars
de schimmen niet gezien, die van den
anderen kant in de richting der twee
mannen volgden. De heide sloeg te
bonzen onder het geluid van voet
stappen, dat van overal opklonk. Piet
jepak vermoedde het naderend gevaar
en spiedend richtte hij zich op.
Op hetzelfde oogenblik voelde hij
iemand over hem heen struikelen. De
stilte scheurde open met een langen
kreet. Tiesjeroet, Gielekerap en Pieje
pak vlogen overeind, ze wisten niet,
wie geroepen had, maar, zich ontdekt
wanend en bedacht op zelfbehoud,
liepen ze al wat ze konden. Tiesjeroet
was zijn makkers al spoedig een heel
eind voor en schoot de dennen in, on
der het loopen zijn smokkelwaar
wegwerpend. Gielekerap en Piejepak
slopen door een dichte kruiveling van
schaarhout om het bosch heen en
kwamen weer spoedig op de open
vlakte.
Hier lee de boter van Tiesjeroet, pak
mee, beval Pietjepak, hij zal hier wel
Door 'n plotseling opstekenden storm
zijn te Montevideo twee personen ge
dood en ongeveer 250 gewond. De
storm vernielde talrijke huizen, o.a de
hangars van de luchtvaartschool, waar
door een groot aantal vliegtuigen wer
den vernield. Reusachtige hoornen wer
den ontworteld. Voetgangers werden
tegen den grond geslagen. Telegraaf
en telefoonverbindingen zijn onderbro
ken. In een van de hoofdstraten der
stad ontstond een paniek onder de
voetgangers.
ELECTRISCHE GOLVEN VERANDEREN
PLANTEN.
De laatste jaren werd meer en meer gespro
ken over den invloed, welke de draadlooze
golven uitoefenden op den groei van planten.
Onder de geleerden, die zich met onderzoe
kingen op dat gebied bezighouden, werd in
het bijzonder professor Pirovano (Italië) be
kend. Deze heeft een wetenschappelijk werk
uitgegeven over het resultaat zijner onderzoe
kingen. Dit werk is buitengewoon belangrijk,
niet alleen voor den wetenschappelijken bota
nicus en den tuinman, ook voor den radio
technicus.
Prof. O. Pirovano heeft vastgesteld, dat
electromagnetische golven geen schade aan
richten bij de planten, maar toch de molecu
laire structuur van het kiemplasma in de
plant kunnen veranderen, hetwelk sterke af
wijkingen tengevolge heeft. Dergelijke afwij
kingen werden verkregen door het kiemor-
gaan van een plant met draadlooze golven te
bestralen, vooral in den tijd, dat de voort
plantingsorganen zich ontwikkelen. Toch
blijft ook bij vollen bloei een beïnvloeding
van de plant mogelijk. Vele proeven hebben
bewezen, dat de bestraling van de kiemcellen
een echte verandering van de soort bij de
nakomelingschap tengevolge heeft. Met an
dere woorden de karakteristieke eigen
schap van de plant wijzigt zich en het nieu
we karakter wordt erfelijk. Het bleek echter
ook, dat er andere omstandigheden noodig
zijn voor het doen slagen van dergelijke proe
ven, bijvoorbeeld de hoeveelheid en het soort
voedsel, dat een plant krijgt en verder de
licht- en luehtomstandigheden.
Zeer belangrijk zijn de proeven,- die geno
men zijn met druiven. Allerlei nieuwe kleu
ren waren er het gevolg van, bijvoorbeeld
scharlaken rood. Ook wat betreft het vroeg-
rijpzijn van planten, heeft de bestraling van
het stuifmeel interessante resultaten gehad.
Op het oogenblik worden nog proeven geno
men met Italiaansche perzikplanten. Er zijn
reeds nieuwe perziksoorten ontstaan. Proeven
met appel- en perenplantendéelen zullen nog
genomen worden en men hoppt door de draad
looze-golven behandeling de vruchten-kwee-
kerij te verrijken.
Sterker nog dan bij ooft, zijn de verande
ringen, bij de bloemen bereikt. Niet alleen
werden vorm en kleur veranderd, ook de
vruchten kregen een anderen vorm.
Professor Pirovano is een der voornaamste
geleerden der wereld, die stelselmatig met
draadlooze bestraling de verandering van plan
ten bestudeert en reeds resultaten bereikte,
die een practisch gebruik ervan mogelijk ma
ken.
in de buurt zijn, laat ons voorzichtig
zuuken.
Op eenige meters afstand van een
kiezelkuil bleven zij pal staan.
'k Geleuf al ze leven dé-t-ie doar
in zit, hernam Pietjepak, zijn hals rék
kend om in den kuil te kunnen zien.
Zijn hoofd drong spiedend vooruit,
als de kop van een jachthond, die wild
ruikt. Gielekerap had hem begrepen.
Vlug dook liij omlaag, terwijl Pietje
pak in gebukte houding wachten bleef,
gereed, om op een onzichtbaren tegen
stander te springen. Plotseling kroop
een gestalte uit den kuil te voorschijn
en holde als een bezetene de heide op.
Uit tegenovergestelde richting naderde
eveneens iemand.
-- 't Is Tiesjeroetraasde Pieje
pak met gebroken stem, dé w'm nou
toch nie meer kunnen waorschouwen,
hij loopt recht op den kommies aon.
Als een opgejaagd dier, het hoofd ge
bukt als een woedende stier draafde
Tiesjeroet langs den boschrand. In zijn
angstige verbouwereerdheid bemerkte
hij niet, dat iemand hem naderde in
wilden galop. De botsing was onver
mijdelijk. De man, door Pietjepak en
zijn gezel voor een kommies aange
zien, sprong, zich werend met den stok
op Tiesjeroet toe. Enkele malen ha
merde een stokslag op het hoofd van
den smokkelaar, die, door de pijn ver
rast, aan geen ontwijken meer dacht,
en zich als een kat aan de beenen van
zijn tegenstander kronkelde om hem
te doen struikelen. De twee mannen
rolden over den grond. Tiesjeroet
stiet een woesten' schreeuw uit iwee
handen klauwden hem om de keel
met stalen greep. Hij was onmachtig
zich te roeren onder het gewicht dei-
logge gestalte, die op hem knielde en
dreigde te wurgen. Zijn oogen zwollen
én puilden uit hun kassen, zijn mond
gaapte krampachtig, open tot een on
mogelijken hulpkreet. Hij voelde het
gelaat van zijn tegenstander op het zij
ne drukken en zag, hoe een groote
neus boven hem op en neer wiegde,
als een vleezig lokaas. In doodsangst
beet hij toe, zijn tanden grepen diep in
het reukorgaan van zijn aanvaller,
die, plotseling brullend van pijn, uitge
put naast Tiesjeroet neerviel.
-- Dé loopt daor slecht af, zei Piet
jepak tot Gielekerap, die uit de verte,
onmachtig tot ingrijpen, hadden toege
keken.
'k Geleuf, dé de kommies z'n
port hee, antwoordde Gielekerap, hij
zal ons nou nie meer vervelen....,
kom, laot ons mar gaon kijken.
Op het terrein van den strijd lagen
twee mannen hulpeloos te kreunen.
Het zien van zijn makkers bracht Ties
jeroet tot bezinning. Zijn gelaat waf
wit als de bleeke maan, vertrokkf
tot een afgrijselijk masker, met zwa. -
oogholten en bloedige lippen. Kermend
kroop hij overeind
'k Heb den kommies zijn neus af
gebeten, zei hij, klappertandend van
opwinding.
Zijn handen voor de oogen om zich
onherkenbaar te maken, boog Pietje
pak zich over het ander slachtoffer van
de vechtpartij. Terwijl hij den gekwet
ste in het gelaat keek, slaakte hij een
kreet van ontzetting en verwonderin.
Mar Tiesje, riep hij ontsteld, dé
is geene kommies, 't is De Witte, de
voorlooper van de ploeg van den Stoe-
mel.
Pijnlijk sloeg de man, die door Piet
jepak als „De Witte" was aangeduid,
de oogen op en met bevende-stem vroeg
hij weifelend
-- Hoe is'tis ie dood..;., .de
kommies
Zie-de wel, hernam Piejepak, hij
denkt ook al, dat-ie tegen 'nen kom
mies aon 't vechten is geweest. Nee
Witte, ge hebt Tiesjeroet, 'nen smok-
kelaer, mekaanst de keel dichtgekne
pen. Mar gij bent er nog leelijker hij,
's jonge Witte nog toe, dé g'ook nie he
ter uit oe oogen kijkt, hoe is 't toch mo
gelijk, Tiesjeroet voor 'nen kommies
aon te zien Daor lig-de nou mee
oe-goei gedragEn zonder neus. Al
lee Gieleke, laot ons den sukklaer mee
nemen, anders blijft hij hier liggen.
Kom Witte, beter oe neus kwijt dan oe
leven, net as Sooike, die w'hier 'n week
geleje achter moesten laoten
Door de zwijgende stilte, die over
de heide hing, kraaide een haan lang
gerekt zijn morgenroep. Doodmoe vor
derden de smokkelaars langzaam stad
waarts, met den gewonde in hun mid
den, als een erbarmelijk hoopje men
schen tooneelbeschikking van een
levensbedrijf van strijd en gevaar