TWEEDE BLAD. VRIJDAG 12 JULI 1935. No. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN LANDBOUW - CRISIS - BUREAU. DE VERKEERDE, DIE DE KLAPPEN KREEG. mWIERINGER courant Het ligt in de bedoeling van de Regee ring om koolzaad van den oogst 1936 voor steun in aanmerking te doen komen. De oppervlakte welke in de Steun regeling zal worden opgenomen, be draagt maximaal 3000 H.A. Getracht zal worden een prijs van f 12 per 100 Kg. te bereiken. De maximum steun zal f 5 per 100 Kg. bedragen. Door- de P.L.C.O.'s zullen binnenkort formulieren aan de bekende telers wor den gezonden, waarop de telers aan vraag kunnen doen om voor een be paalde met koolzaad te bebouwen op pervlakte voor steun in aanmerking te komen. Telers die op 20 Juli geen formulier ontvangen hebben en voor steun in aanmerking wenschen te komen, kuti nen tot 23 Juli bij de Prov. Landbouw- Crisis-Organisatie waarbij zij georga niseerd zijn, een formulier aanvragen. BINNENLANDSCH NIEUWS. Opgeschroefd bericht. In de pers werd dezer dagen onder het hoofd „Van het Crisis-Bureaucra tische Front" het volgende medege deeld „De heer P. Hoogland te Winkel ontving gisteren een schrijven van de Landbouw-Crisis-Organisalie voor Noord-Holland, gedateerd 1 Ju li 1935, waarin hem werd medege deeld, dat hij zich moest laten in schrijven als teler van late aardap pelen. Het aanvraagformulier moest vóór 2 Februari 1935 weer worden te ruggezonden, daar het anders niet meer in behandeling kon worden genomen". Naar ons van bevoegde zijde wordt medegedeeld is de toedracht dezer zaak als volgt geweest. Bij controle door de Landbouw-Crisis-Organisaiie was gebleken, dat de heer Hoogland late aardappelen teelde, hoewel hij niet in het bezit was van de wettelijke vereischte vergunning, niettegen staande het feit, dat voldoende publi citeit in de dagbladen is gegeven aan de door de Regeeriipg gestelde voor waarden en vereischten voor het telen van aardappelen, oogst 1935. Hoewel de heer Hoogland dus in overtreding was, werd hem door ge noemde Landbouw-Crisis-Organisatie aangezien goede trouw aanwezig kon worden geacht, de gelegenheid gebo den het verzuim te herstellen, door alsnog een aanvrage voor de vereisch te teeltvergunning in te dienen. Spoedshalve werd hem het ofi'ici- eele formulier toegezonden, zooals dat in Januari j.l. was verkrijgbaar ge steld en waarin de toen gestelde da tum van uiterlijke inlevering, t.w. 2 Febr. 1935 was vermeld, echter verge zeld van een begeleidend schrijven d.d. 1 Juli j.l., waarin hem werd verzocht werd bedoeld formulier zoo spoedig mogelijk ingevuld terug te zenden. Uit het bovenstaande blijkt, dat door het hierboven aangehaalde bericht 'n onjuist licht is geworpen op de handel wijze der Organisatie, Tarwe kwam niet op Onregelmatigheden te Prin- cenhage. Te Princenhage is men op het spoor gekomen van een tarwe-onregelmatig- heid. Deze beperkt zich niet alleen tot Princenhage, doch strekt zich ook uit over de gemeenten Ginneken, Bavel, Ulfenhout en Kaan. Een graanhandelaar uit Breda be zocht een aantal boeren en bood gede natureerde tarwe te koop aan, welke gekleurd, en dus voor menschelijk ge bruik ongeschikt was gemaakt. De handelaar gaf voor, dat het zomertar- we was. De boeren gingen tot zaaien over in verwachting, dat deze gedena tureerde tarwe, welke haar kiemkracht behouden heeft, goed zou opkomen, om ze naderhand bij de Regeering in te wisselen. De bedoeling was om hieruit geldelijk voordeel te trekken en van den tarwesteun te profiteeren. Daarbij komt nog dat de gedenatu reerde tarwe de helft goedkooper is dan de gewone. De tarwe, welke naderhand bleek te staan uit zomer- en wintertarwe, kwam zeer slecht op. Mogelijk was het bovendien nog een buitenlandsch product dat niet voor dezen bodem gë- schikt is. Vandaar dat vele boeren er toe over gingen de tarwe maar om te ploegen. Deze zaak wekte in landbou\y- kringen bevreemding. Inmiddels was ook de recherche der crisisopsporings dienst met een en ander bekend ge maakt. Deze stelde een uitgebreid on derzoek in, hetwelk nog in vollen gang is. Verscheidene boeren, die hun oogst kwijt zijn, zal wellicht ook nog 'n rech terlijke vervolging boven het hoofd hangen. De handelaar gaat vrij uit. De ze heeft de tarwe geleverd, terwijl hij op de desbetreffende rekeningen ver meldde, dat zij voor kippenvoer moest dienen. Ruim 30 ha. werden bezaaid. De Tarwe-fraude te Eist. Van Hoorn verduisterde dui zenden guldens. De brigade-commandant van de Rijksveldwacht te Eist, A. H. v. d. Berg en de controleurs de Vries en Vermeu- Moeizaam worstelden drie mannen door de mulling der zandbaan. Het waren Tieseroet, Gielekerap en Pietje- pak, drie bekende Brabantsche smokke laars. Zooals ze daar gingen, beladen met smokkelwaar, leken ze wandroch- tige gestalten, die sluipend over de hei de trokken. Reeds twee lange uren dool den ze zonder uitkomst ovef- de slapen de vlakte, waarin ze verdwaald waren. Rondom wolkte de lucht vol grauwe gevaarten en omringde hen met duis ternis. Behoedzaam zochten ze naar den verloren smokkelweg, die in de duisternis onder hun voeten verdwenen was. Zij waren bij Nieuwkerk bijna op de kommiezen geloopen en moesten nu en omweg maken, in de richting van Alphen. Tot bij het klooster, achter hotel De Golf, kenden ze de ligging van iedere baan, maar dieper in de hei wa ren ze onzeker. De zwarte vormeloos heid, waarin ze gingen, bemoeilijkte het zoeken. Als dolende schippers in de wijde heide zochten ze in het zwar te zwerk een licht ter verkenning, maar de maan hield zich tartend schuil in de donkere lucht. Achter h'en, uit de verte, viel een doffe slag, die wijdgai- mend de nachtstilte verbrak. —Ze hebben 't op Poppel één uur, mompelde Gielekerap. Waren we maar thuis, morde Tiesjeroet. Pietjepak begon een gesmoorde al leenspraak, hij keef op de kommiczen en op den droeven, zwarten nacht, waar uit ze niet ontkomen konden. Ver in de de holzwarte einders zocht hij tever geefs naar een uitstekende torenpunt, Goirle of Alphen, die hun tot kompas zou kunnen dienen. In het bezwangerd uitspansel vonkten eenige lichten aan: pinkende sterren. De mannen zagen nu de beroering van den wolkenstoet, die met witte vlekken de verdoken maan omsingelde Zoo schoon als de zonnige dag op de heide, zoo droef is er de zwarte een zaamheid van den nacht. Voor de drie verdwaalden was de duistere verlaten heid vol verborgen hinderlagen van on voorziene gevaren kommiezen, die len te Utrecht zijn overgegaan tot de arrestatie van B.gp. A. v. Hoorn, boek houder en kassi" „„bij den Algemeenen Boerenbond te A hem, die te Utrecht woonde, v. H. is vervolgens naar Arn hem overgebracht en voorgesteld voor den officier van justitie. Het justitioneel onderzoek wordt voortgezet. Verdachte bekende tenslot te zich te hebben schuldig gemaakt aan verduistering van ettelijke dui zenden guldens in verband met de ont dekte tarwe-fraude te Eist. v. H. was reeds enkele weken ontsla gen van zijn post, waarop hij zich te Utrecht had gevestigd. Het juiste bedrag. Nog steeds zetten politie en justitie het onderzoek voort bij de fraude te Eist. v. H. heeft bekend, dat hij f 13 000 heeft verduisterd. Ook de secr. van den Boerenbond, de heer H. R. is aan een langdurig onderhoud onderworpen. ERNSTIG ONGELUK BIJ DE GASFABRIEK TE ALKMAAR. Een arbeider door een auto gegrepen en zwaar gewond. Op den Helderschen weg heeft Woensdag middag een ongeluk plaats gehad, waarbij de 55-jarige arbeider J. Hopman, wonende in de Lindenlaan Alkmaar, ernstig gewond werd, zoodat hij naar het ziekenhuis moest wor den overgebracht. Zooals heel dikwijls gebeurt, waren arbei ders van de gasfabriek aldaar bezig met het lossen van een kolenschuit. Deze menschen moeten daarbij steeds den weg oversteken, wat lang niet zonder gevaar is, aangezien daar een zeer druk verkeer is. Veiligheidshal ve plaatst men dan wel roode vlaggen op den weg, maar deze worden niet altijd opgemerkt door passeerende automobilisten. Zoo ook Woensdagmiddag. Een der arbei ders, genoemde J. Hopman, zou juist den weg oversteken met een zak kolen, toen een twee tal auto's elkander wilden passeeren. De au to uit de richting Alkmaar werd bestuurd door den handelsreiziger Meijer uit Amster dam, de andere komende uit de richting Koe dijk werd bestuurd door den kermisreiziger Vale. H. werd door een van deze wagens aan gereden en een eind meegesleurd. Ernstig gewond bleef de man op straat lig gen. De G.G.D. die spoedig ter plaatse was, liet het slachtoffer per ziekenauto naar het St. Elisabeth-ziekenhuis overgebracht. overal konden opduiken. Moedeloos en angstig:, hun monden tot zwijgen ge klemd, doolden ze verder, kampend te gen het onbekende, als een verloren pa trouille in een zuigenden moerasgrond. Ze zagen liet spiegelen van 'n zwarte plaat, een veft, waarin de sterren flon kerend weerkaatsten. Voorzichtig, waarschuwde Pietje pak, we zijn in 't Broek geraokt. En uren ver van Tilburg af, 'k geleuf, dé we weer op 't Belz zitten, op perde Gielekerap moedeloos. -- We zijn bij den „Ooievaorsnist", verzekerde Pietjepak. Dé kan nie, bromde Tiesjeroet, daor zijn geen vennen, 'k geleuf eerder, dé we in de baggerpoelen van Aarie geraoken. De klank van zijn stem verstierf met een klaterend geluid boven het water, waarin de hemel wenkte met een va gen weerschijn. Zij waren als gevange nen in de doode natuur, waar de duis ternis hen overweldigde en het wier van het zuigende broekland om hun voeten strengelde, als gingen zij er in verzinken. Eindelijk kwam de maan ter redding. Zij verlichtte de land streek, het stille water en de rietvelden er omheen, waarachter de vlakte open laaide, tot de zwarte streep der dennen bosschen. Terug, commandeerde Pietjepak kort, we loopen in 't riet. Ze waren weer in het wijde veld der heide: een breed plein tuschen de zwar te muren der dennen. -- 'k Docht dé w' in 't Broek gingen verzinken, dofte de stem van Tiesje roet. -- Mijn voeten zijn kletsnat, zucht te Gielekerap. Sstsiste Piejepak waarschu wend, terwijl hij zijn makkers staande hield. De drie hurkten bij elkaar, in diepge bogen houding luisterend. -- Heurtfluisterde Pietjepak achterdochtig. De andere twee hoorden nu ook een vreemd geluid, het ritselen van hout in de mastbosschen. -- 't Is de wend, zei Tiesjeroet. Pas op, suisde heesch de stem van Pietjepak, terwijl hij zijn makker tot zwijgen dwong, door met een snel BUITENLANDSCH NIEUWS. Stakingen in Duitschland De speciale correspondent van den „Manchester Guardian" in Duitschland schrijft, dat er de vorige maand in drie fabrieken in dat land stakingen zijn geweest. De werknemers verzetten zich tegen de „vrijwillige" bijdrage voor het fonds der luchtverdediging. Op deze drie stakingen zijn andere gevolgd. De correspondent, wijst er op, dat men hier te doen 'heeft met het eerste merkbare verzet van de Duitsche arbeiders te gen maatregelen van de Nazi-regeering. Het verzet heeft tot heden ook succes gehad. De onrust in de werknemersklas se neemt toe en thans kan bepaald wor den gezegd, dat het nationaal sociali: me er niet in is geslaagd zich van den aanhang van den Duitschen werkman, die schrander is en karakter heeft en er zijn er veel van te verzekeren. Voor al in Westfalen is de onrust ernstig, in de mijn van Bismarck, Gelsenkir- chen had men de aflossingen sterk ver minderd en de arbeiders gingen in sta king met den eisch dat het volledig aan tal aflossingen moest worden hersteld Zij kregen ten antwoord, dat zij geza menlijk naar concentratiekampen zou den worden gezonden. Zij gaven echter niet toe, waarop hun eisch werd inge willigd op voorwaarde, dat zij met geen woord van het gebeuren zouden reppen. Wat later gebeurde precies hetzelfde in de Hagenbeek-mijn te Essen, waar 1500 arbeiders staakten en hun zin kregen op dezelfde voorwaarde. Het nieuws der stakingen - dat uiteraard niet in de Duitsche bladen verschijnt -- verspreid de zich als 'n loopend vuurtje door 't land. De genoemde coi-respondent acht deze feiten van hoog gewicht. Ofschoon de overheid niet heeft durven optreden tegen de gezamenlijke werknemers, heeft het schrikbewind, dat grooton- deels tegen individuen is gericht, prak tijken van ongehoorde wreedheid aan genomen. Desondanks wint onder de werklie- 'den een veel moediger geest veld. Aldus jdeze correspondent van den Manchester I Guardian, die van de eerste dagen van Tiet Nazi-bestuur af de taak op zich i heeft genomen zijn blad zoo volledig mogelijk over de toestanden in Duitsch land voor te lichten. Hitte in Amerika. Het geheele gebied der Vereenig,de Staten is opnieuw door een "hittegolf ge troffen. Voor het meerendeel als gevolg van zonnesteken zijn meer dan twintig personen bezweken. In verscheidene streken ging de hitte vergezeld van wolkbreuken en windhoozen. Noodweer in Amerika. Vele dooden en gewonden. De stad Champignon in den staat. Montana is door een hevig noodweer geteisterd. Volgens de voorloopige be richten zijn 44 menschen om het leven gekomen, terwijl er 400 gewond werden. De overstroomingen in de Zuidelijke staten breiden zich nog steeds uit. Vele wegen zijn totaal; onbruikbaar gewor den en men vreest ook, dat verscheide ne spoorlijnen verwoest zijn. Hulpexpe dities worden gezonden om de geteis terde bevolking te helpen. gebaar stom naar de heide te wijzen. Onhoorbaar kwam een gestalte uit het donker der bosschen, te voorschijn en sloop, behoedzaam spiedend, ver der. De drie smokkelaars doken weg, languit in het heidekruid. In het maan licht teeekende zich nu duidelijker 'n zwarte gedaante af. Hij is mar alleen...., meende Pietjepak, nauwelijks hoorbaar. De woorden stokten hem in de keel. Uit de zwarte dennenmassa, tegen over hen, zonderde zich een lange schaduw af die in het licht der maan bewoog als een dansende schim. -- 't Zijn er twee, peinsde Tiesje roet luid twee kommiezen, ze hebben stokken bij d'r. Stilbeet Pietjepak hem tus- schen de tanden toe. Sluipend kwamen de twee vreemde mannen nader. 't .Kunnen ook smokkelaars zijn, zei Gielekerap bemoedigend. Nee, 't zijn kommiezen, ant woordde Tiesjeroet, ze draogen niks mee. Dé kun-de van hier nie zien, merkte Pietjepak op, misschien heb ben z' ook boter en suiker bij d'r, net as wij. Terwijl ze zoo fluisterend in gesprek waren, hadden de drie smokkelaars de schimmen niet gezien, die van den anderen kant in de richting der twee mannen volgden. De heide sloeg te bonzen onder het geluid van voet stappen, dat van overal opklonk. Piet jepak vermoedde het naderend gevaar en spiedend richtte hij zich op. Op hetzelfde oogenblik voelde hij iemand over hem heen struikelen. De stilte scheurde open met een langen kreet. Tiesjeroet, Gielekerap en Pieje pak vlogen overeind, ze wisten niet, wie geroepen had, maar, zich ontdekt wanend en bedacht op zelfbehoud, liepen ze al wat ze konden. Tiesjeroet was zijn makkers al spoedig een heel eind voor en schoot de dennen in, on der het loopen zijn smokkelwaar wegwerpend. Gielekerap en Piejepak slopen door een dichte kruiveling van schaarhout om het bosch heen en kwamen weer spoedig op de open vlakte. Hier lee de boter van Tiesjeroet, pak mee, beval Pietjepak, hij zal hier wel Door 'n plotseling opstekenden storm zijn te Montevideo twee personen ge dood en ongeveer 250 gewond. De storm vernielde talrijke huizen, o.a de hangars van de luchtvaartschool, waar door een groot aantal vliegtuigen wer den vernield. Reusachtige hoornen wer den ontworteld. Voetgangers werden tegen den grond geslagen. Telegraaf en telefoonverbindingen zijn onderbro ken. In een van de hoofdstraten der stad ontstond een paniek onder de voetgangers. ELECTRISCHE GOLVEN VERANDEREN PLANTEN. De laatste jaren werd meer en meer gespro ken over den invloed, welke de draadlooze golven uitoefenden op den groei van planten. Onder de geleerden, die zich met onderzoe kingen op dat gebied bezighouden, werd in het bijzonder professor Pirovano (Italië) be kend. Deze heeft een wetenschappelijk werk uitgegeven over het resultaat zijner onderzoe kingen. Dit werk is buitengewoon belangrijk, niet alleen voor den wetenschappelijken bota nicus en den tuinman, ook voor den radio technicus. Prof. O. Pirovano heeft vastgesteld, dat electromagnetische golven geen schade aan richten bij de planten, maar toch de molecu laire structuur van het kiemplasma in de plant kunnen veranderen, hetwelk sterke af wijkingen tengevolge heeft. Dergelijke afwij kingen werden verkregen door het kiemor- gaan van een plant met draadlooze golven te bestralen, vooral in den tijd, dat de voort plantingsorganen zich ontwikkelen. Toch blijft ook bij vollen bloei een beïnvloeding van de plant mogelijk. Vele proeven hebben bewezen, dat de bestraling van de kiemcellen een echte verandering van de soort bij de nakomelingschap tengevolge heeft. Met an dere woorden de karakteristieke eigen schap van de plant wijzigt zich en het nieu we karakter wordt erfelijk. Het bleek echter ook, dat er andere omstandigheden noodig zijn voor het doen slagen van dergelijke proe ven, bijvoorbeeld de hoeveelheid en het soort voedsel, dat een plant krijgt en verder de licht- en luehtomstandigheden. Zeer belangrijk zijn de proeven,- die geno men zijn met druiven. Allerlei nieuwe kleu ren waren er het gevolg van, bijvoorbeeld scharlaken rood. Ook wat betreft het vroeg- rijpzijn van planten, heeft de bestraling van het stuifmeel interessante resultaten gehad. Op het oogenblik worden nog proeven geno men met Italiaansche perzikplanten. Er zijn reeds nieuwe perziksoorten ontstaan. Proeven met appel- en perenplantendéelen zullen nog genomen worden en men hoppt door de draad looze-golven behandeling de vruchten-kwee- kerij te verrijken. Sterker nog dan bij ooft, zijn de verande ringen, bij de bloemen bereikt. Niet alleen werden vorm en kleur veranderd, ook de vruchten kregen een anderen vorm. Professor Pirovano is een der voornaamste geleerden der wereld, die stelselmatig met draadlooze bestraling de verandering van plan ten bestudeert en reeds resultaten bereikte, die een practisch gebruik ervan mogelijk ma ken. in de buurt zijn, laat ons voorzichtig zuuken. Op eenige meters afstand van een kiezelkuil bleven zij pal staan. 'k Geleuf al ze leven dé-t-ie doar in zit, hernam Pietjepak, zijn hals rék kend om in den kuil te kunnen zien. Zijn hoofd drong spiedend vooruit, als de kop van een jachthond, die wild ruikt. Gielekerap had hem begrepen. Vlug dook liij omlaag, terwijl Pietje pak in gebukte houding wachten bleef, gereed, om op een onzichtbaren tegen stander te springen. Plotseling kroop een gestalte uit den kuil te voorschijn en holde als een bezetene de heide op. Uit tegenovergestelde richting naderde eveneens iemand. -- 't Is Tiesjeroetraasde Pieje pak met gebroken stem, dé w'm nou toch nie meer kunnen waorschouwen, hij loopt recht op den kommies aon. Als een opgejaagd dier, het hoofd ge bukt als een woedende stier draafde Tiesjeroet langs den boschrand. In zijn angstige verbouwereerdheid bemerkte hij niet, dat iemand hem naderde in wilden galop. De botsing was onver mijdelijk. De man, door Pietjepak en zijn gezel voor een kommies aange zien, sprong, zich werend met den stok op Tiesjeroet toe. Enkele malen ha merde een stokslag op het hoofd van den smokkelaar, die, door de pijn ver rast, aan geen ontwijken meer dacht, en zich als een kat aan de beenen van zijn tegenstander kronkelde om hem te doen struikelen. De twee mannen rolden over den grond. Tiesjeroet stiet een woesten' schreeuw uit iwee handen klauwden hem om de keel met stalen greep. Hij was onmachtig zich te roeren onder het gewicht dei- logge gestalte, die op hem knielde en dreigde te wurgen. Zijn oogen zwollen én puilden uit hun kassen, zijn mond gaapte krampachtig, open tot een on mogelijken hulpkreet. Hij voelde het gelaat van zijn tegenstander op het zij ne drukken en zag, hoe een groote neus boven hem op en neer wiegde, als een vleezig lokaas. In doodsangst beet hij toe, zijn tanden grepen diep in het reukorgaan van zijn aanvaller, die, plotseling brullend van pijn, uitge put naast Tiesjeroet neerviel. -- Dé loopt daor slecht af, zei Piet jepak tot Gielekerap, die uit de verte, onmachtig tot ingrijpen, hadden toege keken. 'k Geleuf, dé de kommies z'n port hee, antwoordde Gielekerap, hij zal ons nou nie meer vervelen...., kom, laot ons mar gaon kijken. Op het terrein van den strijd lagen twee mannen hulpeloos te kreunen. Het zien van zijn makkers bracht Ties jeroet tot bezinning. Zijn gelaat waf wit als de bleeke maan, vertrokkf tot een afgrijselijk masker, met zwa. - oogholten en bloedige lippen. Kermend kroop hij overeind 'k Heb den kommies zijn neus af gebeten, zei hij, klappertandend van opwinding. Zijn handen voor de oogen om zich onherkenbaar te maken, boog Pietje pak zich over het ander slachtoffer van de vechtpartij. Terwijl hij den gekwet ste in het gelaat keek, slaakte hij een kreet van ontzetting en verwonderin. Mar Tiesje, riep hij ontsteld, dé is geene kommies, 't is De Witte, de voorlooper van de ploeg van den Stoe- mel. Pijnlijk sloeg de man, die door Piet jepak als „De Witte" was aangeduid, de oogen op en met bevende-stem vroeg hij weifelend -- Hoe is'tis ie dood..;., .de kommies Zie-de wel, hernam Piejepak, hij denkt ook al, dat-ie tegen 'nen kom mies aon 't vechten is geweest. Nee Witte, ge hebt Tiesjeroet, 'nen smok- kelaer, mekaanst de keel dichtgekne pen. Mar gij bent er nog leelijker hij, 's jonge Witte nog toe, dé g'ook nie he ter uit oe oogen kijkt, hoe is 't toch mo gelijk, Tiesjeroet voor 'nen kommies aon te zien Daor lig-de nou mee oe-goei gedragEn zonder neus. Al lee Gieleke, laot ons den sukklaer mee nemen, anders blijft hij hier liggen. Kom Witte, beter oe neus kwijt dan oe leven, net as Sooike, die w'hier 'n week geleje achter moesten laoten Door de zwijgende stilte, die over de heide hing, kraaide een haan lang gerekt zijn morgenroep. Doodmoe vor derden de smokkelaars langzaam stad waarts, met den gewonde in hun mid den, als een erbarmelijk hoopje men schen tooneelbeschikking van een levensbedrijf van strijd en gevaar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 3