TWEEDE BLAD.
VRIJDAG se JULI 1935.
NIEUWS-
WIE
ADVERTENTIEBLAD VOOR
EN EN OMSTREKEN
No. 59
WIERINGER COURANT
GEMEENTE ZIJPE.
ZIJPE- EN HAZEPOLDER.
Vergadering van het College van
Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd-inge-
landen, van het Whterschap Zijpe en
Hazepolder, gehoudèn pp Woensdag
24 Juli 1935, des morgens ÏO'uui".
Tegenwoordig alle leden (1 vacature)
De Dijkgraaf opent de vergadering
en heet allen hartelijk welkom, in het
bijzonder de heer W. Bos, welke voor
de eerste maal» als Hoofd-ingeland, de
vergadering bijwoont. De Dijkgraaf
zegt den heer Bos reeds lang te ken
nen als Molenmeester, in welke func
tie hij steeds de belangen der betrok
ken polder-afdeeling op uitstekende
wijze had behartigd. Spr. hoopt en ver
trouwt dat de heer Bos op dezelfde
wijze als Molenmeester, nu als Hoofd
ingeland zijn beste krachten in liet be
lang van den polder zal geven.
Vervolgens volgde goedkeuring der
notulen van de vergadering van 16 Apr.
De heer Dignum trekt no. 1, zoodat
bij hem de omvragen zullen aanvangen
De Dijkgraaf deelt mede dat inzake
het ontwerp gewijzigd Bijzonder Reg
lement, een bezwaarschrift aan Ged.
Staten is gezonden, welk bezwaar
schrift is geteekend door 126 ingelan
den en ook door het bestuur van den
polder.
Een verzoek is gedaan aan Ged.
Staten om vergoeding voor vernieling,
van den weg langs de Groote Sloot,
door aanleg van het Kanaal.
Volgt mededeeling van gunning van
het jaarlijks onderhoud van de polder
eigendommen (reeds in een bericht
door ons medegedeeld.)
De Dijkgraaf zegt dat pogingen zijn
gedaan tot verlaging der stroomtarie-
ven voor de electrische bemalingen.
De Bond van Waterschappen steunt
deze actie en heeft ook op verlaging
aangedrongen.
De koopacte betreffende de tramop
ritten zijn gepasseerd, zoodat deze we
derom eigendom van den polder zijn.
De Dijkgraaf zegt dat in de vorige
vergadering in comité is besloten om
den Opzichter f 400 vergoeding te ge
ven voor het gebruik van zijn auto.
Dit besluit is met meerderheid van
stemmen genomen, maar had in open
bare vergadering moeten geschieden.
Er zal nu geen discussie meer over
gevoerd worden, maar de Dijkgraaf
merkt op dat wel niemand tegen dit
besluit zal zijn.
Geen der aanwezigen verhief zijn
stem hiertegen, zoodat dit besluit werd
goedgekeurd.
Verder deelde de Dijkgraaf mede,
dat in de vorige vergadering bij de be
handeling der begrooting. de heer
Smit de vraag stelde naar de hooge ont
vangst van pl.m. f 1000-- bij ontvangst-
post no. 6. Spr. kon toen hierop niet
DE WRAAK.
De voorstellingen van den ouden ka
rakterspeler mr. Williams willen den
laatsten tijd geen succes meer worden.
Dat ligt stellig niet aan mr. Williams,
want zijn imitaties van Wellington,
Napoleon, Bismarck en Jack te Ripper
zijn meesterlijk in hun soort. Het ligt
in de eerste plaats aan den verander
den tijdgeest. Ook het wassenbeelden-
eabinet en het beestenspel maken
slechte zaken. Het publiek, vooral het
jongere geslacht, wil dat niet meer.
Alles trekt naar de bioscopen, waar
voor de machtige Amerikaansche film
maatschappijen bovendien een geweldi
ge reclame-campagne voeren. Voort
durend meer wordt mr. Williams, die
de laatsts jaren door de vele tegen
slagen een eenzelvig man is geworden,
teruggedrongen uit de groote centra
van vermaak.
Ten einde raad trekt hij naar de nog
wat ongeciviliseerde gebieden van de
States en belandt tenslotte in het stad
je L. in Colorado. Maar ook hier blijft
hem het noodlot, dat zich eenmaal te
gen hem gekeerd heeft, genadeloos
achtervolgen. Er komen gemiddeld
nauwelijks vijftig menschen per avond
in zijn armoedige tent, waarvoor een
groezelige bedelknaap de menschen
aanroept en de toegangsplaatsen ver
koopt. De prijs van zijn standplaats op
plein, waar de cowboys uit den omtrek
hun paarden verhandelen, is intus-
schen lang niet mis.
Telkens stelt mr. Williams het uit,
om naar den vrederechter van het
stadje, mr. W'heems te gaan voor ver
mindering van het pachtgeld. Hij is
trotsch. Voelt hij het bloed van de groo
te mannen die hij uitbeeldt, in zijn
aderen stroomen Is het niet jaren
geleden gebeurd in zijn glorietijd, dat
bij zijn tournée door Europa Prins Ru-
precht van Beieren in hoogst eigen per
soon hem tijdens de pauze in zijn loge-
riep en hem complimenteerde met zijn
meesterlijke uitbeelding van den groo-
ten Duitschen staatsman Zelfs tij
dens den overtocht moest hij met een
direct antwoorden, omdat hij geen ge
gevens had. Deze ontvangst zit in de
betaalde gelden voor de afgraving
grond, door de firma Daalder, geiden
van aanmaningen en dergelijke. Als
wederdienst voor deze toelichting zou
de Dijkgraaf nu gaarne van den heer
Smit vernemen wie de persoon is wel
ke op de erfpachtlijst voorkomt en nog
nooit heeft betaald.
De heer Smit zegt dat dit feit hem
is medegedeeld en hij het beter acht
geen namen te noemen.
De Dijkgraaf merkt op dat alles is
nagegaan en men niets heeft kunnen
vinden. In het belang van den polder
zou spr. gaarne den naam weten van
de bewuste persoon. En ook U, mijn-
lieer Smit, is verplicht in het belang
van den polder mede te werken.
Wenscht U niet in openbare vergade
ring den naam te noemen, dan zult U
dat straks in comité wel willen doen,
hoop ik.
De heer Smit scheen o.i. hierin even
wel niet veel idee te hebben.
Volgt mededeeling dat op 17 April
en 20 Juli kasopname is gedaan cn al
les in orde is bevonden.
v De Dijkgraaf deelt verder mede dat
voor de geldleening van f 20.000--, noo-
dig voor wegen teren, f 17500.-- van
polderafdeeling D en I geleend kan
worden. Van particulieren moet dan
nog f 2500.— geleend worden. De rente
is 4 pCt. terwijl de aflossing op 8 jaar
wordt gesteld.
In overleg met Molenmeesters van
polder-afdeeling N. S. is vastgesteld,
dat aldaar pl.m. 9 H.A. tot de bemalen
landen behooren, wat voorheen niet
bekend was. Het Dag. Bestuur heeft
nu gemeend dat voor die 9 H.A. voor
het eerste jaar halve lasten geheven
dienen te worden.
De heer Dignum verstrekt hierover
inlichtingen en hieruit blijkt dat de
eigenaar van bedoeld land geen nut
heeft van de molen, noch voor i
noch voor uitmaling.
De Dijkgraaf zegt dat de betrokken
eigenaar dan een verzoek om vrijstel
ling moet indienen. Er kan dan een
onderzoek worden ingesteld door een
commissie.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is de goedkeuring van
Ged. Staten op de uitgifte in erfpacht
van een gedeelte Molensloot aan den
heer S. G. de Lange benevens de goed
keuring voor het aangaan van een
geldleening groot f 20.000.-
Van de A.N.W.B. was een dankbe
tuiging ingekomen voor de jaarlijks
toegekende subsidie.
Een schrijven was ingekomen van
het Hoogheemraadschap Holl. Noor
derkwartier, betreffende beharding
van den Slikkerdijk, aansluitende op
de Twee wegen te Wieringerwaard.
De bedoeling is dat de polder geen
schadevergoeding gaat vragen voor
het grasgewas aldaar.
paar hooge Fransche officieren drin
ken en hun uitbundigen lof oogsten
vanwege zijn schitterende Bonaparta
creatie.
Tenslotte moest mr. Williams toch
gaan, of hij wil of niet. Hij is niet eens
meer in staat, zijn hotelrekening te be
talen, maar mr. Wheems, de sheriff, 'n
groote, ruwe, roodharige kerel met lis
tig loerende oogjes is onvermurwbaar.
- Contract is contract, zegt hij, doe
lende op het vodje, dat hij geschreven
heeft en slaat ter bekrachtiging met
zijn steenen vuist op de tafel.
Als mr. Williams hem bezweert dat
dit ongewijzigd, zijn ondergang beteè-
kent, begint de kerel hatelijk te lachen
en zegt minachtend
- Stellig zijn er beteren naar den
kelder gegaan. Bovendien, je bent toch
uit eigen vrijen wil hier gekomen
Dat de lui hier hun kostbare geld niet
voor de grimassen van een kermis
klant over hebben kan ik ook niet hel
pen.
Onbeweeglijk staat mr. Williams
voor de tafel van den sheriff, zonder
wat terug te zeggen.
- Als hij hier op mijn plaats zat,
vervolgt deze, naar het strenge man-
nengezicht wijzend, dat tegenover hem
aan den muur hangt (het portret van
den gouverneur), zou hij zoo een zwer
ver, als jij bent, die den menschen al
leen maai' overlast aandoet, hier niet
eens hebben toegelaten.
Mr. Williams, oud en vervallen met
een diepe, bittere plooi bij den mond,
als een bedelaar gehuld in zijn wijde,
versleten jas, rijst bij deze woorden als
door een zweepslag getroffen, tot een
ongenaakbare fierheid Nelson in zijn
laatste levensjaren. Diep beleedigd ver
laat hij het vertrek. Hij heeft een doo-
delijken haat opgevat tegen dezen ke
rel, waarin hij de brute, meedoogen-
looze macht van een wisselend lot als
belichaamd ziet.
Maar hij zal zich wreken.
Reeds eenige dagen latei* wordt mr.
Williams in rechten aangesproken. De
sheriff, die den kerel, van wien toch
niets meer te plukken viel, liefst zoo
spoedig mogelijk kwijt wilde, heeft de
De Dijkgraaf ^zegt dat met deze be
harding een flbyke verbetering wordt
verkregen, waarteg)'^ de schade aan
het grasgewas heel miniem is en men
hierover dus niet zal spreken.
Ingekomen is een schrijven van de
vereeniging van Noord-Holl. Water
schappen, betreffende het uitvoeren
van werk in werkverschaffing, waar
voor daji subsidie zou kunnen worden
verstrekt. De secretaris leest het inge
komen schrijven in zijn geheel voor.
De bedoeling is dat werken vervroegd
zouden kunnen worden uitgevoerd,
b.v. het uitdiepen van slooten, stofvrij
maken van wegen, of iets dergelijks.
De Dijkgraaf zegt dat steun kan wor
den verkregen als een Waterschap dit
moeilijk kan betalen. Voor ons Water
schap heeft bedoeld schrijven niet
veel beteekenis, zegt Spr. In de eerste
plaats is de financieele toestand gun
stig en in de tweede plaats zijn bijna
alle wegen stofvrij gemaakt en de sloo
ten uitgebaggerd.
De heer Komen noemt de Groote
Sloot, nabij Oudesluis, hierin zitten
verschillende plekken, welke uitgebag
gerd kunnen worden. De scheepvaart
ondervindt hier nog al eens last van.
De Dijkgraaf zegt dat voor dit werk
geen subsidie wordt gegeven. Dit is
gewoon onderhoudswerk.
De heer Dignum noemt de wegen
welke nog niet geteerd zijn. Alle we
gen welke niet geteerd worden, worden
in de toekomst onbegaanbaar.
De heer Bruin vraagt aan den Op
zichter hoe ver hij is gevorderd met
het teren der wegen. Wij kunnen dit
werk niet laten uitvoeren in een te ver
gevorderd seizoen.
De Opzichter zegt dat b.v. met 5 we
ken de wegen, welke voor dit jaar op
het programma staan om te teren,
klaar zullen zijn.
Ingekomen is een schrijven van Ged.
Staten, met de mededeeling dat geen
bezwaar bestaat omtrent het afgraven
van nollen tusschen St. Maartensbrug
en Stolpen.
Nog is van Ged. Staten een schrijven
ingekomen om reeds gepensionneerde
Waterschaps-ambtenaren, niet weder
in een betrekking te benoemen.
De heer Bruin zegt dat het voor onze
polder een 3-tal water-molenaars zijn,
welke gepensionneerd zijn. Zij zullen
dus hun ontslag moeten vragen.
Ingekomen is een schrijven, getee
kend door C. de Maijer en B. Kistema-
ker, namens een 6-tal arbeiders, met
verzoek om de in uitzicht gestelde ver
goeding uit te betalen.
De Dijkgraaf zegt dat het hier betreft
uitgevoerd slootwerk. Een Molenmees
ter is bij Spr. gekomen met de mede
deeling dat de arbeiders, door hen in
De bovengenoemde vergoeding van den polder werkzaam te kunnen zijn
f 1.50 wenschten Molenmeesters even-'en belooft hiervoor zijn beste krachten
slootwerk geplaatst tegen f 0.25 per
uur, hun tijd verbeuzelden en geen
goed werk leverden. Hun was f 1.50
extra per week toegezegd, als zij het
werk naar behooren uitvoerden.
zaak nog aanmerkelijk verhaast. Zijn
tent, het weinige onooglijke meubilair
waarmee hij zooveel jaren zijn brood
verdiende, worden in beslag genomen.
Alleen een koffer met enkele kleeding-
stukken, waaronder een zwarte rok en
wat grimeermiddelen, weet mr. Willi
ams te redden.
Den volgenden morgen, als mr.
Wheems voor zijn huis een pijp zit te
rooken, komt er een magere man voor
bij. Een jongen in lompen, volgt hem
met de weinige bagage. Het is mr. Wil-
iams en zijn knechtje.
Napoleon op weg naar St. Helena.
zegt de vrederechter smalend tot den
ouden farmer, met wien hij een kaar
tje legt, en begint onbedaarlijk te
lachen.
Mr. Williams, die het wel moet hoo-
ren vervolgt zijn weg naar het houten
hulpstation, zonder zich een enkelen
keer om te draaien. Alleen in zijn don
kere diepliggende oogen fonkelt, een
vreemde, onheilspellende gloed.
Eenigen tijd later wordt te L. voor
de nagelaten betrekkingen van eenige
wegwerkers, slachtoffers van een on
tijdige dynamiet-explosie in het nabu
rige dal, een groot weldadigheidsfeest
georganiseerd.
Op den bewusten avond is de groote
zaal van City-Bar geheel gevuld. Na
de openingsplechtigheid, die, zooals
gebruikelijk, de vrederechter leidt, zal
het buffet worden opengesteld en kun
nen de schietwedstrijden, een graag be
oefend spel in dit oord, beginnen.
Precies op den aangegeven tijd komt
mr. Wheems, zich van zijn belangrijk
heid maar al te zeer bewust, binnen
stappen. Alleen enkele rijke farmers
verwaardigt hij in het voorbijgaan
met een groet. De rest is lucht voor
hem. Als gewezen goudzoeker geldt
voor hem ook nu nog het recht van den
sterke. Hier, in het afgelegen stadje,
temidden van een ruw volkje, voorna
melijk bestaande uit herders, cowboys,
goudzoekers en farmers, voelt hij zich
onbeperkt meester, al is hij er zich
van bewust, dat eenige bewoners zijn
bedrog bij de rechtspraak en andere
schurkerijen hebben doorzien.
wel niet uit te betalen, gezien het
werk, wat niet goed werd uitgevoerd.
De Dijkgraaf heeft plaatselijk een on
derzoek ingesteld en het laatste gedeel
te werk is toen aanbesteed* tegen f 0.35
per M. Er is toen veel vlugger gewerkt
en de kosten van dit laatste gedeelte
leverde een enorm verschil op met het
eerste gedeelte. Het Dag. Bestuur stelde
de Molenmeesters in het gelijk om de
beloofde f 1.50 extra per week, niet uit
te betalen. Wij hebben de arbeiders
toen gezegd dat zij in beroep konden
gaan bij Hoofd-ingelanden, waaraan
zij nu voldoen.
De heer Van der Oord noemt het
voor Hooi u-ingelanden hoogst moeie-
lijk hierin een besm^Jne' te nemen.
De Dijkgraaf zegt dat hei, advies van
Molenmeester en Heemraden" voor
Hoofd-ingelanden een richtsnoer kan
zijn.
De heer Bruin zegt dat hij nog pogin
gen heeft gedaan dat Molenmeesters 'n
bemiddelingsvoorstel aan de betrokken
arbeiders deden, maar zij waren zoo
slecht te spreken over het werk dezer
arbeiders, dat zij dit niet wenschten te
doen
De Dijkgraaf deelde mede dat de ar
beiders soms zeer laat op hun werk
verschenen en b.v. gingen schaften van
9—10.30 uur. De Molenmeesters hadden
evenwel dit werk direct moeten aanbe
steden, dan had alles in orde geweest.
De heer Dignum, zegt, dat gehoord
de mededeelingen van 't Dag. Bestuur
en het oordeel van Molenmeesters,
Hoofd-ingelanden niets anders kunnen
doen dan besluiten de arbeiders niet
de f 1.5Ó extra per week uit te betalen.
Tot stemming overgaande wordt met
algemeene stemmen het verzoek van
de arbeiders afgewezen.
Hierna volgde onderzoek van de ge
loofsbrieven van den heer R. Kooij, ge
kozen tot Molenmeester van de polder-
afdeeling O. N.
De heeren Dignum, Van der Oord
en Bos, worden aangewezen deze ge
loofsbrieven na te zien. Bij monde van
eerstgenoemde wordt verklaard dat
alles in orde was bevonden en met al
gemeene stemmen wordt de heer Kooij
als Molenmeester benoemd verklaard.
Vaststelling kohier.
Verder volgt vaststelling van het ko
hier van Omslag^ dienst 1935. Dit geeft
aan een bedrag van f 80520..73, waarin
is begrepen aan achterstallige omslag
een bedrag van ruim f 7400.—, waarvan
inmiddels f 3000.- is betaald.
Het kohier wordt goedgekeurd en
datums van betaling worden gesteld
op 1 Sept. en 1. Januari as..
Rondvraag.
Bij de rondvraag dankt de heer Bos
den Dijkgraaf voor de vriendelijke
woorden van welkom, bij den aanvang
der vergadering tot hem gesproken.
Spr. hoopt steeds in het belang van
Nog deze week heeft hij een paar
dendief, die op heeterdaad betrapt is
bij het stelen van een merrie, tegen 'n
belangrijken losprijs vrijgelaten. Eigen
lijk was hij daarmee wel wat al te on
voorzichtig geweest. Heel het stadje
sprak erover, maar wat kan het hem
schelen Hij heeft maling aan de lui.
Alleen voor den grijzen, strengen gou
verneur, mr. Slade, die hem eens op 'n
inspectiereis het vuur aan de schenen
had gelegd, koestert hij een diep ont
zag, maar die zit immers ver weg.
Met deze gedachte draait mr. Wheems
bij de sprekerstafel gekomen, zich om
en ziet door een haag van geestdriftige
aanwezigen, mr. Slade in levenden lij
ve binnenkomen.
Mr. Wheems, die niet voor een klein
geruchtje vervaard is, krijgt een schok.
Wat heeft dat te beteekenen Een be
zoek van den gouverneur zonder aan
kondiging Zou hem iets ter oore ge
komen zijn
Maar hij heeft weinig tijd tot over
denkingen. Mr. Slade komt in zijn zwar
ten rok, onberispelijk en correct in zijn
geheele houding, recht op hem af. Met
geweld probeert mr. Wheems zich te
herstellen. Hij neemt zijn hoed af en
doet aarzelend een stap naar voren om
zijn superieur te begroeten.
De gouverneur neemt de toegestoken
hand niet aan (al de aanwezigen mer
ken dat duidelijk op) en gaat rakelings
langs den sheriff heen naar de tafel,
zonder hem zelfs een blik waardig te
keuren.
Mr. Wheems, voelt, dat hij verloren
is. Mr. Slade moet alles wetenmis
schien ook den moord op zijn makker,
destijds door hem gepleegd bij de goud-
wasscherij, die hem vervolgens als rijk
ste man van de omgeving tot vrede
rechter maakteOnrustig loeren z'n
kleine oogen naar een gelegenheid om
weg te komen. Slechts een vlucht in de
bergen kan hem redden, maar het is al
te laat links en rechts kijkt hij in hel
brutaal grijnzende gezicht van een
cowboy. Daar gaat de gouverneur
spreken.
Ik begrijp uw verwondering, mij
zoo geheel onverwacht ïn uw midden
te zullen geven
Geen der andere heeren verlangt
meer het woord en de Dijkgraaf sluit
met een woord van dank voor de aan
gename discussies, de vergadering en
deelde mede nog een oogenblik in co
mité te willen vergaderen.
Officieel.
Gemeenteraadsvergadering.
De Burgemeester der Gemeente
ZIJPE (N.-H.) maakt bekend, dat een
Openbare Vergadering van den Raad
Raad dier Gemeente is belegd tegen
Dinsdag, den 30 Juli 1935, des voormid
dags te 10 ure, (Nieuwe Tijd).
ZIJPE, (N.-H.), 25 Juli 1935.
De Burgemeester voornoemd,
D. BREEBAART.
Burgerlijke Stand.
Van 19 t.m. 25 Juli 1935.
Geboren Annigje, J.y. Roelof Kok
en van Annigje Martens. Anna~Mf2?".H
d.v. Nicolaas Gerardus Verduin en van
Maria Dekker Immetje, d.v. Cornelis
Klomp en van Immetje Bakker.
Ondertrouwd en getrouwd Goene.
Overleden Outjer Galis, oud 78 jr.,
echtgenoot van Impje Boots.
Hoe afgesneden bloemen friscli
te houden.
Zeker zullen velen worden teleur
gesteld door het spoedig verwelken
van hun bloemen. Dit ligt niet altijd
aan de behandeling, daar er niet zel
den bloemen woorden aangeboden, die
eigenlijk volkomen waardeloos zijn.
Doch ook de behandeling is steeds van
groot belang en stellig zullen tal van
bloemen niet tot ontwikkeling komen
tengevolge van een geheel verkeerde
behandeling.
Afgesneden bloemen dienen zooveel
mogelijk in haar eigen sfeer te worden
gehouden. Het water in vaas of anders
zins behoort regelmatig te worden ver-
verscht zonder toevoeging van zout of
iets dergelijks. Met heel veel aplomb
wordt soms verteld, dat een zoutop
lossing heel goed is voor bloemen. Dit
is echter geenszins waar, evenmin als
het sprookje van heet water.
De bloemen mogen vooral niet te
veel in knop zijn. Zoo laten bijv. rozen
knoppen snel het hoofd hangen. De
knoppen zijn dan te vroeg gesneden en
het kost veel moeite er ,,'t leven'' in te
houden. Dergelijke knoppen moet
men netjes bijeen leggen met de spit
sen op gelijke hoogte. Dan wikkelt
men ze in een stuk papier, dompelt
dit onder water, totdat het papier ge
heel van vocht is doortrokken en
plaatst dan de bloemen diep in het
water, zoodat zij er juist bovenuit ko
men. Vóórdat de de stelen in het wa
ter worden gezet, moeten zij echter
iets worden ingekort. „Versch aan-
te zien, zegt hij met een zachte, maar
doordringende stem, maar mijn aan
wezigheid is hier noodzakelijk. Er ge
beuren hier dingen (bij deze woorden
werpt hij een vernietigenden blik op
den sheriff), die dat noodzakelijk ma
ken in het belang van allen.
Hierop begint mr. Slade een reeks
van misdrijven op te sommen, waarin
mr. Wheems door het heulen met de
bandieten en door een corrupte recht
spraak, een voorname of zijdelingsche
rol heeft gespeeld. Ook de recente paar
den-diefstal wordt niet vergeten. Het
wordt een vernietigend requisitoir te
gen den sheriff, zonder dat hij echter
zijn naam noemt.
Genoeg roept mr. Wheems, die
helle-folteringen doorstaat, opeens
doodsbleek uit, goed.... ik beken
schuld.... maar waarom moet ik
hier aan den schandpaal voor de heele
stad
Gij bekent.... dan is het goed,
zegt mr. Slade en ziet hem triomfan
telijk aan.
Er breekt een luid applaus los. En
kele aanwezigen beginnen te fluiten.
Anderen spreken luid en opgewonden
door elkander. Nooit hebben ze dezen
man vertrouwd, bij wien het recht te
zichtbaar met den dollar wordt afge
wogen. Het regent verwenschingen aan
het adres van mr. Wheems, die daar
als versuft staat met hangend hoofd.
Ik dank u, zegt mr. Slade even
later nog.
Dit zijn de laatste woorden, die hij
spreekt. Door een beroerte getroffen,
zakt hij achter de tafel ineen.
De chirurg, die in allerijl gehaald
wordt, kan slechts den dood const.a-
teeren.
Nog denzelfden dag blijkt, dat de
overledene mr. Slade niet is. De werke
lijke gouverneur, want de eerste is mr.
Williams in zijn laatste, meesterlijke
imitatie, komt het zonderlinge voorval
ter oore en hij laat de zaak onder
zoeken.
Maar mr. Wheems is zijn straf niet
ontgaan.