TWEEDE BLAD.
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1936
No. 13
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT
Mr. J. DUIJS EN DE S. D. A. P.
Mr. Daijs rekent af met de partij
leiding en de Arbeiderspers.
De Alkmaarsche Crt. geeft een uitvoerig
verslag waarvan wij enkele citaten overne
men.
Tjokvolle vergadering in! het Parkhotel
te Hoorn.
Maandagavond had een groep uitgetrede-
nen uit de S. D. A. P. in het Parkhotel te
Hoorn, dat geheel met bezoekers gevuld was,
een openbare vergadering belegd, om mr.
Duijs in de gelegenheid te stellen, zijn grie
ven tegen de partijleiding en de arbeiderspers
naar voren te brengen.
In een rede, die van 8 uur tot ongeveer 12
uur duurde, heeft mr. J. Duijs deze gelegen
heid benut en tevens gemotiveerd, waarom
hij zijn zetel in de Tweede Kamer blijft be
zetten.
De vergadering werd geleid door den heer
J. Goudsbloem, die mededeelde, dat ook hij
mèt de andere comitéleden de S. D. A. P. had
verlaten, omdat het niet mogelijk was ge
weest, in partijverband Duijs aan het woord
te laten komen. De vergadering was belegd
geworden om het kamerlid voor Noordhol
land, die 26 jaar heeft meegeloopen,
gelegenheid te geven, hier te spreken.
Jl. Vrijdag zijn eenige partijbestuurders hier
geweest, maar onze pogingen om er nog iets
van te maken, zijn volkomen mislukt. De
voorzitter van de partij, Koos Vorrink, blijft
van meening, dat de zaak den doofpot in
moet en eenige vrienden van mr. Duijs kun
nen zich, op grond van hun democratische
gevoelens, met het voeren van die doofpot-
politiek niet vereenigen. In Hoorn telt de
partij 300 leden, doch ze beschikt over 1900
stemmen en daarom hebben deze kiezers
ïecht te v/eten, waarom mr. Duijs uit de Soc.
Dem. Kamerfractie is getreden, opdat zij
weten voor de verkiezing van 1937, wat hun
te doen staat. (.Applaus).
Geen gevoel van vreugde.
Mr. J. Duijs ving aan met te zeggen, dat
hij met gem. gevoelens voor de verg. stond.
.Spr. was tevreden over de groote opkomst,
maar toch bezielde hem geen gevoel van
vreugde. Het is niet plezierig, na een gewel
digen innerlijken strijd, te gaan spreken, niet
tegen het socialisme, dat hij tot zijn dood
hoopt trouw te blijven (applaus) maar tegen
een beweging, die naar zijn meening lang
zamerhand een gevaar voor het socialisme
wordt.
Zoolang ik in de S. D. A. P. was, had de
kwestie voor mijn persoon nog eenige be-
teekenis. Nu ik buiten de deur gezet ben, is
dit niet meer het geval, maar heeft de zaak
nog wel beteekenis als een symptoom van de
verwordingsgeschiedenis der Soc. Dem., Ar
beiderspartij.
Swertbroek heeft men met geweld naar de
communisten gedreven, Schmidt naar de
O. S. P. en door van mij te schrijven, dat
Duijs fascist is, hoopt men, dat ik fascist zal
worden. Die hoop zal echter in rook vervlie
gen.
Is de S. D. A. P. nog sociaal
democratisch
De vraag is of de S.DA.P. nog sociaalde
mocratisch is.
Met dezelfde hartstocht, waarmede partij
leiders als Albarda en Vorrink trachten, de
feiten in den doofpot te doen, zal spr. trach
ten, in het belang van het socialisme, die
feiten naar voren te brengen (applaus) om
het oordeel aan de arbeidersklasse, de kiezers
en het Nederlandsche volk te laten. Wanneer
de feiten in de S.D.A.P. bekend waren en men
had dan besloten, dat ik niet waardig was,
die partij te verdedigen, dan zou ik geen
spektakel hebben gemaakt. Mijn grief is
echter, dat men moties tegen mij heeft doen
aannemen zonder de leden in te lichten,
Daarom bestrijd ik de partijleiding en niet
het socialisme en de democratie.
De heeren noemen zich democraten. Demo
cratie is openbaarheid. Maar in de S. D. A. P.
is geen greintje democratie meer, omdat men
alles in den doofpot wil stoppen.
Onwaar is, dat spr. de vuile wasch naar
buiten heeft gebracht. Dat deed het P. B.,
door in de krant te zetten, dat ik woordbreuk
had gepleegd. Dit deden een Albarda, een An
kersmit en een ds. Banning. Maar later maak
te een commissie uit, dat daarvan geen spra
ke was. Ik heb deze situatie niet gewild, noch
uitgelokt. Ik kan bewijzen, dat ik twee jaar
vóór ik de brochure schreef, voor waarheid in
onze pers ben opgekomen. Ik wilde recht, ook
Voor Schmidt en de zijnen, hoewel ik het niet
met hen eens was. Het was eenvoudig schan
dalig, zooals zij behandeld werden.
De valsche foto's in Het Volk en de sensa
tie-manieren van de Arbeiderspers vind ik
een schande voor het ideaal, waarvoor wij
strijden.
Onze houding tegenover het koningschap
heeft mij nooit aangestaan. Toen ik in 1909
lid der Tweede Kamer werd, zeide ik „Wij
zijn geen Oranjeklanten, maar de koningin
opent de Kamer krachtens haar ambtsplicht,
door de Fransche revolutie in de wet geko
men als een volksrecht." Het is dus een onder
geschikt-zijn van den vorst aan de volkssou-
vereiniteit en ik vond het verkeerd, bij die
opening weg te blijven, omdat daarbij een
paar lui riepen Leve de koningin Tegen
woordig gaan de Soc.Dem. dan ook heel net
jes naar die opening. (Gelach).
Toen ik mijn brochure „Ter oriënteering"
schreef, ontketende zich in de Soc.-Dem.
Partij en in die pers een hetze tegen mij. Ik
achtte de in de brochure gestelde punten
belangrijker en zweeg 2lit jaar. Noodzakelijk
oordeelde ik het, dat wij klaar en duidelijk
zeiden, wat wij wilden. Vóórdat de brochure
werd uitgegeven, heb ik die voorgelezen aan
vijf kamerleden, leden van onze fractie Vlie
gen, Van der Heide waren liet er mee een»,
evenals IJzerman, die wenschte, dat nog dui
delijker tot uiting kwam, dat de brochure
niet was geschreven om de bourgeoisie een
plezier te doen, maar wel, om de arbeiders
klasse sterker te maken. Op mijn verzoek nam
IJzerman de laatste pagina mee naar huis
om dit sterker tot uiting te laten komen, zoo-
dat hij die a. h. w. zelf heeft geschreven. Zóó
kameraadschappelijk deed ik.
Men noemt mij een vijand van de
arbeidersklasse.
En toch noemt men mij een vijand van de
arbeidersklasse, die al tien jaar niet meer
deugde.
Ik kan U verklaren, dat het was of een
molensteen van mij af was, toen ik het be
sluit nam, uit de Soc.-Dem. kamerfractie te
treden en men mij had geroyeerd. Ik hoop
te blijven strijden voor het socialisme, maar
op een hooger plan. (Applaus).
In één van de gewestelijke vergaderingen,
waarin Albarda en Vorrink tegenwoordiig wa
ren, zeide één van de leden tot hen „Als
jullie één tiende Van de eerlijkheid, de ver
draagzaamheid, de kameraadschap en de
liefde voor de partij hadden getoond, die
Duijs getoond heeft, dan was er nooit een
kwestie-Duijs geweest.
Ik heb altijd aan de uiterste rechtervleu
gel gestaan, maar Albarda, die het nu schan
dalig vindt, dat Mussert hem Marxist noemt,
om hem op één lijn met de communisten te
stellen, stond steeds met Gorter en Ro
land Holst aan den kant van de Marxisten.
Toen Albarda van mijn brochure, die ik
hem had voorgelezen, kennis had genomen,
zeide hij mij „Daar zal je gezanik over krij
gen daar is, hetgeen Goudriaan gedaan heeft
nog kinderspel bij.
Ik dacht, dat hij bedoelde, dat daar discus
sie over zou komen. Ik wilde, dat wij de ko
ningin, zoolang zij 't hoofd is van den staat,
eerbiedigen en dat wij dat principieel als
juist erkenden en daarmee niet wachten tot
Albarda minister werd. Ik dacht aan een
geestelijken strijd en nimmer, dat Albarda
een persoonlijken strijd tegen mij bedoelde.
Mijn brochure bood ik voor de uitgifte aan
de Arbeiderspers aan. Ik schreef den direc
teur, dat hij die niet aan anderen mocht la
ten lezen, maar drie dagen later zag ik op
zijn bureau een briefje van Ankersmit, waar
in stond, dat het een flodderig ding was. Ik
ging met mijn brochure pas naar Thieme,
toen de Arbeiderspers die niet wou uitgeven.
Ik wilde er niets aan verdienen.
Men heeft mij verweten, dat ik daarmee
naar een burgerlijken uitgever ben gegaan.
Over het feit, dat porf. Bonger en Schaper
hun boeken lieten verschijnen bij Wolters in
Groningen, dat ds. Banning en Kiés ook bij
een burgerlijken uitgever waren, en dat
Troelstra zijn vier dikke deelen bij Querido
liet verschijnen, hoorde men geen verwijt.
In een gesloten kadervergadering zweepte
Albarda tegen mij op, door te beweren, dat
ik mijn brochure aan de bourgeoisie had aan
geboden, terwijl hij wist, dat ik haar gratis
in druk had willen doen verschijnen bij de
Arbeiderspers, die dit had geweigerd. Her
haaldelijk schreef ik Albarda daarover, die
tenslotte zei, dat hij gedacht had, dat het
een gesloten vergadering was en dat er niets
van in de pers zou komen. Laster in een ge
sloten vergadering werd dus goed gevonden.
Een fraaie moraal.
Aan mijn brochure heb ik niets willen ver
dienen. Met iemand, die de ontspanning in
de werkverschaffing van het Twentekanaal
verzorgde en die mij daarvoor f 250 vroeg,
omdat ik zooveel aan die brochure verdiend
zou hebben, ben ik naar Thieme gegaan, die
op mijn verzoek die f 250 gaf voor dat doel.
(Applaus).
Wij zijn vermaterialiseerd.
De verkiezing van Ds. Banning in het P. B.
heeft mij buitengewoon verheugd, omdat het
geestelijke element bij ons ontbrak. Wij zijn
vermaterialiseerd. Zeer begrijpelijk zijn dui
zenden, ongeloovig geworden, omdat zij de
kerk voor de godsdsienst hebben aangezien.
Dat is voor hen een groot nadeel, omdat er
in het leven duizenden dingen zijn, waarop
het marxistisch socialisme geen antwoord
kan geven.
Dit begint zich over de geheele wereld te
wreken. Daarom wil ik in onzen strijd in de
roode vaan ook het kruis plaatsen. (Appl.)
Toen ook in mijn Haagsche af deeling een
motie kwam, ging ik naar die vergadering,
vertrouwende op mijn goed recht en de ka
meraadschap. Toen ik binnenkwam, kreeg ik
het gevoel, of ik bij Hagenbeek in den dieren
tuin terecht kwam. (Gelach)De motie te
gen mij kwam van het geheele bestuur. Ik
zei„Tot nog toe ben ik gevonnist en a
slacht, zonder dat ik er bij was. Ik weet, dat
mijn kop eraf moet, maar sta mij als laatste
gunst toe, dat ik 2'/a uur spreek." Dit werd
goedgevondende partij genooten zaten met
open monden, men zei„het kan niet waar
zijn, want het heeft in „Het Volk" gestaan",
doch ik antwoordde „Wie gelooft nog, wat
er in „Het Volk" staat
Tenslotte zei men „Het is een schandaal"
en concludeerde men, dat er een onderzoek
moest worden ingesteld.
In die commissie zou ik twee leden mogen
benoemen, het P. B. eveneens twee leden en
die vier leden zouden een voorzitter kiezen.
Het P. B. benoemde echter alle vijf leden.
Voorzitter werd prof. Bonger, geen vriend van
mij, maar toch een first class-man. Voorts
had men benoemd den secretaris van de fe
deratie-Den Haag, die mij reeds gevonden
had in de federatie. Tot hem zei ik „Als je
eerlijk wil verklaren, dat je het oordeel, dat
je indertijd over mij hebt geveld, zonder mij
te hooren, terugneemt, dan zal ik je niet
wraken," doch hij zei„Dat kan ik niet, want
ik heb eenmaal een oordeel uitgesproken.'
Hem heb ik er toen uitgetrapt.
Een tweede was De Miranda, wethouder
van Amsterdam. Tot hem zei ik„Ik weet
tot vandaag niets geen kwaad van je, maar
ik mag geen risico met je loopen en kan je
niet gebruiken, omdat^Ibarda tot mij
had „Och, die Miranda met zijn leugens. Hij
moest niet heeten Ro*§igues, maar Bedriegus
Miranda." fcfr
Is een partij niet Waard, onder te gaan, die
zulke menschen op de wethoudersstoel zet
Stemmen Ja neen.
Mr Duijs Zoo'n partij wel, maar het so
cialisme niet.
Waarom werd de millioenenpartij
in Duitschland in één dag weggevaagd?
Hoe is het mogelijk geweest, aldus mr. Duijs
dat een millioenenpartij als de Duitsche, met
millioenenkapitaal en de grootste kranten, in
één dag werd weggevaagd. Dat kan alleen,
de boom tot op het merg vermolmd is.
Spiegel U hieraan, partij genooten, want het
gaat hier denzelfden weg op.
Ik ben geroyeerd.
Ik ben geroyeerd en Albarda deed
daaraan mee. Toen men verleden jaar
in afdeeling, 12 van Amsterdam iemand
wilde royeren en dit niet in de kraam
van Albarda paste, schreef Albarda in
„Het Volk", dat dit in strijd was met
de regels der betamelijkheid, omdat
eerste plicht was, als men iemand wil
de royeeren, die persoon gelegenheid te
geven zich te verantwoorden.
Mij heeft men geroyeerd, zonder mij
te hooren. Albarda deed daaraan mee
en heeft dus zichzelf gevonnist. Dat is
de leider van de S.D.A.F. in deze moei
lijke tijden. Begrijpt men nu, dat ik mij
op het standpunt stel, dat het partij
oordeel voor mij geen waarde heelt
Waarom niet uit de kamer
Tot op vandaag kan men niet zeg
gen, dat ik niet wil verdedigen, wat ik
op mij nam te verdedigen, toen ik
werd aigevaardigd. Ik ben gekozen op
de beginselen, die ik in iyö;i beleed.
Met de partij heb ik geen geschil. Dit
zou direct blijken, als men de parlij-
genooten op de hoogte bracht, ik heb
een geschil met enkele heeren in de
partij Albarda. De democratie zou een
carricatuur worden, wanneer een al'ge-
vaarddigde zich niet moes: richten
naay <le beginselen, maar naar enkele
heeren van het P. B. Wat het P. B.
doet, is fascisme. Zij willqp geen volks
vertegenwoordigers, die karakter heb
ben, maar marionetten, die vriend
jes blijven met de bonzen in de partij.
Spr. wil een strijd voor het socialisme, maar
op een hooger plan. In de S.D.A.P., zoo zeide
hij, geloof ik niet meer. Mijn wapenkreet zou
kunnen worden„Leve het socialisme, weg
met de S.D.A.P." Ik wil dat niet, omdat in
het „weg met" nog iets van haat ligt. Con
flicten met de fractie, ook in de Kamer, zal
ik krijgen. Maar voor de democratie en het
socialisme zal ik op de bres staan. Ik hoop
dat gij van mij altijd zult kunnen zeggen
„Dat is een strijder voor recht en vrijheid,
voor allen, die verdrukt zijn en vermoeid in
het leven". Dat is nog dezelfde Duijs Krach
tig applaus.
De voorzitter stelde hierop de volgende
motie
„De openbare Vergadering gehouden op
10 Februari 1936 in de groote Concertzaal
van het Park-Hotel te Hoorn en bezocht
door meer dan 650 personen,
gehoord de uiteenzetting door mr. J. E.
W. Duijs, lid der Tweede Kamer voor
den Kieskring Den Helder,
van oordeel, dat wanneer de heer Duijs
zich in staat en bereid acht ook nog he
den ten dage te kunnen voorstaan
verdedigen de beginselen, die hij in 1933
verdedigde, er geen enkele reden is, waar
om hij van den door hem bekleeden Ka
merzetel zou hebben heen te gaan,
overwegende dat een heengaan, enkel
en alleen omdat hij in conflict geraakte
met eenige leiders der S. D. A. P., die de
partij opzettelijk onkundig hielden van
een over dit conflict uitgebracht rapport,
den volksvertegenwoordiger zou verlagen
enkel tot een lijstnummer, waarover en
kele partijleiders, daarin gevolgd door een
van de feiten met opzet onkundig ge
houden partij, naar willekeur zou be
slissen,
noodigt mr. Duijs uit, zijn Kamerlid
maatschap niet op te geven, doch den
strijd voor Recht en Rechtvaardigheid,
die hij zoovele jaren streed, ook daar te
blijven voortzetten."
Na geconstateerd te hebben, dat ongeveer
de helft der vergadering zich door handop
steking vóór de motie had verklaard, volgde
eenig debat met de heeren Roodenburg en,
Nes, dat voor een groot deel het betoog van
mr. Duijs aanvulde en voor dezen aanleiding
gaf om zijn betoog nog uitvoerig met citaten
te staven, werd de vergadering om half twee
gesloten.
I.
Verkoudheid
van Neus, Hoofd|D AMPO
Keel en Borst Doos 30 cent
„WAT MIJNHARDT MAAKT IS GOED."
GEMEENTE WIERINGEN.
DE „ZUIVELMIDDAG"
IN CINEMA DE HAAN.
De geheele zaal stond Donderdag in
het teeken der Zuivel-propaganda. In
de foyer waren stands opgesteld piet
de heerlijkste producten uit Holland-
sche zuivel-fabrieken, en de wanden
der zaal waren versierd met mei aii-
ches, om de aandacht van het publiek
op de melk-, kaas- en boter-producten
te vestigen.
De auto-bussen brachten de be
zoeksters in grooten getale aan en een
gezellige sfeer heerschte in de zaal, die
met pl.m. 260 belangstellenden was
gevuld.
Dadelijk werd aan allen een heerlij
ke kop chocolade door ijverige jonge
dames aangeboden, en toen sprak Bur
gemeester Kolff, als voorzitter der com
missie het openingswoord. Spr. heette
de vele opgekomenen van harte wel
kom, inzonderheid de eere-voorzitter
de heer Haringhuizen van Wieringer-
waard en de heer- Hoogerduijn, die
steeds als vaste medewerker aan deze
propaganda-dagen is verbonden. Waar
nog steeds te weinig aandacht aan de
Hollandsche Zuivel door de burgerij
wordt geschonken zijn door de regee
ring propaganda kernen inge
steld en onze Commissie voor Wierin-
gen - Wieringerwaard - Wieringermeer
is daar een onderdeel van.
Spr. dankte voor de belangelooze
medewerking der zuivel-fabrieken, en
zal niet verder uitwijden over de pro
paganda, waar dit genoegzaam is toe
vertrouwd aan den heer Hoogerduijn
en Mej. Piet. Spr. eindigt met de
wensch dat ook hier dezen Zuivel-
middag tot meerder gebruik van onze
zuivel-producten zal leiden. (Applaus.)
De heer Hoogerduijn thans het
woord verkrijgende, wijst dan op de
artikelen over dezen dag reeds in de
Wiier. Crt. en Wieringermeerbode ver
schenen, waarvoor hij de redactie
dank zegt, en wil dan antwoord geven
op de vraag, Waarom propaganda
voor onze zuivel producten
Door de slechte tijden, de wereld
crisis, werd steeds minder door het
buitenland afgenomen en vormde wel
dra een achteruitgang van millioenen,
en langzamerhand rees de vraag „Is
de afzet in het binnenland niet te ver-
grooten Het was toch gebleken, dat
hoewel ons land op het gebied van
zuivel-productie aan de spits staat,
het verbruik in het binnenland in ver
gelijking met andere landen zeer mi
niem is. (Spr, geeft daarvan sprekende
cijfers, welke wij reeds in een vorig
artikel publiceerden.)
Öe voedingswaarde van onze zuivel
producten moet ons volk bij worden
gebracht. Een goede gezondheid is een
waardevol bezit en een goede gezonde
voeding zijn daarvoor de eerste voor
waarden.
In melk zijn groote voedingswaar
den vereenigd.
De meest waardevolle vitaminen
vindt men in de zuivei en juist in de
ze crisistijd, waarin men over zeer be
perkte geldmiddelen beschikt, kan de
huisvrouw niet genoeg op het hai
worden gedrukt gebruikt meer
melk het is een goedkoop product
met de hoogste voedingswaarde. (Appl.)
De heer Hoogerduijn kondigde thans
aan dat ter afwisseling een film zou
worden vertoond en dan Mej. Piet
zou spreken.
De rolprent „Het Ontbijt" deels tee
kenfilm deels opname in een Zuivel
fabriek vormde een goede propagan
distische strekking. Juist door de lcod
dige teekeningen, die de machtige ma
chines ter bereiding der zuivel-produc
ten afwisselden, was de film niet stijf,
doch een handig object, om de recla
me tot het publiek te brengen. Het
blozende kind, dat aan de ontbijttafel
zoo smakelijk de melk dronk en de
boterham met kaas in weinig tellen
verorberde was wel een beeld om bij
de moeders ingang te doen vinden.
Mej. Piet kwam nu aan het woord.
In haar betoog bracht zij naar voren
hoe weinig boter en kaas hier wordt
gebruikt, hoe dit voor verbetering vat
baar is, als men weet, dat men gemak
kelijke recepten met behulp van
melk- en zuivel-producten kan berei
den.
Wil onze voeding aan redelijke
eischen voldoen, dan moeten daarin
vertegenwoordigd zijn eiwitten, vet
ten, kolydraden, water en vitaminen
en de vraag is dan wat is het beste dn
goedkoopste. In 'n ons vleesch, wa-
10 cent kost, is 20 gram volwaardig ei
wit in 1 ons kaas wat 5 cent kost is
24 gram volwaardig eiwit. Het laat
ste is dus de helft goedkooper. Onze
melk bevat naast eiwitstoffen zeer be
langrijke levensstoffen, vooral voor on
ze kinderen een bekend dokter was
van oordeel dat een kind minstens
twee glazen melk per dag moet ge
bruiken.
Melk is „de drank der dranken." Op
vele manieren kan men ze gebruiken.
In den zomer er wat vruchtensap aan
toevoegen is heerlijk melk in war
me gerechten verwerken melk in
melkbrood het is allemaal zeer aan
te bevelen. Ook de karnemelk heeft
groote voedingswaarde. Karnemelk
met gort, karnemelk met rijst, in pud
dingen „hang op", als joggurt, men
kan er allerlei heerlijke gerechten van
maken, en juffr. Piet stelt voor ter
afwisseling 'n beschuitje met joggurt
te gebruiken. (Applaus.)
Wederom kwam het bedienend da-
mes-personeel onder leiding van Mevr.
de Haan—Bosker in actie en weldra
lieten allen zich 'n beschuitje met jog
gurt wèl smaken.
Mej. Piet ging dan verder met haar
betoog en bracht 't gebruik van boter
en kaas naar voren. In 3/4 deel van de
wereld wordt onze kaas als voedings
middel apart gegeten. Hier in Holland
beleggen wij er onze boterham mee.
En in hoeveel warme gerechten kan
de kaas niet worden toegevoegd Noe
men we soep, aardappel puré, panne-
koek met kaas, stamppot-spruitjes
met kaas enz. Op de haar eigen heldere
wijze bracht Mej. Piet de eigenschap
pen der recepten zoo voortreffelijk naar
voren, dat men onwillekeurig begon
te verlangen een lekker hapje te wor
den toegediend. En dat gebeurde.
Eerst: de kaassoep en later de spruit
jes-stamppot kon door allen worden
geproefd. Het ging, bij enkelen wat 011
wennig naar binnen. Het is zoo als
met alles men moet het leeren eten
en tenslotte vindt men 't heerlijk, en
moet men bekennen „juffrouw Piet
had gelijk."
Receptenboekjes werden thans rond
gedeeld, waarin op duidelijke en een
voudige wijze de bereiding van ver
schillende spijzen worden aangegeven.
Een mooie film werd dan nog ver
toond Mijnheer Smidt bezichtigt een
boerderij in Gelderland en ook een zui-
vel-fabriek. In voortreffelijke fotogra
fie gaf deze film te zien, hoe de melk
vanaf de koe haar weg vindt naar dc
consument.
Het was een pracht middag, waar de
dames hebben genoten en 'n flinke do
sis kennis over voedzame zuivel rijker
zijn geworden.
De Zuivel-avond was nog rijker be
zocht. Nu was de zaal geheel vol met
belangstellenden en ook thans werden
met aandacht de uiteenzettingen van
den heer Hoogerduijn en Mej. Piet aan
gehoord.
Aan het slot werd door den voorz.
der Commissie burgemeester Kolff,
hartelijke woorden van dank gespro
ken voor deze welgeslaagde zuivel-
middag, waaraan 600 bezoeksters heb
ben deelgenomen. Mogen de resulta
ten evenredig zijn. Aan len heer
Hoogerduijn. en Mej. Piet, alsook aan
den ijverigen secretaris den Heer Hof
stee, brach spr. dank voor alles wat zij
voor en op dezen dag hebben gepres
teerd, alsook de dames die zoowel bij
het koken, als bij de bediening onder
leiding van Mevr. de Haan-Bosker zulk
uitnemend werk hebben verricht. Spr.
boodt Mevr. de Haan-Bosker een bloe
menhulde aan, als blijk van waardee
ring, dat zij zulk 'n groot aandeel
heeft gehad in het welslagen van deze
dag. Ook den heer de Haan werd
dank gebracht voor het beschikbaar
stellen van zijn prachtige zaal. (Appl.)
Mevr. de Haan-Bosker dankt den
voorzitter voor de attentie de dames
en haar gebracht, en ze was vei'lieugd,
dat alles zoo goed was geslaagd. Echter
was er de donkere wolk, dat zoovele
gezinnen wegens geringe inkomsten
niet van de voortreffelijke voedings
producten konden genieten en spr.
doet 'n beroep op de beter gesitueerden
mede te helpent dat ook in die gezin
nen het voedsel bij uitnemendheid in
gang kan vinden. (Applaus.)
WIELERCLUB „WIERINGEN."
ZONDAG jJ.
Met ideale weersomstandigheden starten
de A.-klasrenners om ruim 2 uur, de B.-klas-
seers 3 min. later. Een verheugend feit is, dat
steeds meer publiek belangstelling toont voor
onze clubritten, wat door de renners terdege
op prijs moet worden gesteld, door steeds
trouwe opkomst en faire strijd te geven, b.v.
zooals j.1. Zondagmiddag, welke rit geheel
schitterend is verloopen.
A. Klasse 82 K.M. 20 ronden. Hierin star
ten 7 renners.
De trainer deed een verzoek aan de ren
ners om de eerste 50 K.M. A, 32 K.M. B zoo
veel mogelijk bij elkaar blijven en elkaar zoo
goed als mogelijk zou zijn te helpen, hieraan
is schitterend voldaan door beide klasse A
en B. Met een straf tempo afgewisseld door
vele demarages werden de eerste 5 ronden
verreden, waarna een paar ronden 6, 7 en 8
't tempo aanmerkelijk verslapte, daarna ging
't weer goed, tot de 16e ronde, toen kregen
de A-renners meer last van wind, koude fij
ne regen, wat deprimeerend werkte op hun
snelheid. In de 12e ronde gaf C. Korshuize
op door deversnelling, welke voor hem
te klein was, doch 't zal wel beter gaan Cees,
als je hem wat gewend ben, maar voortaan
doorzetten. N. Bakker kreeg een lekke band
wat hem 2 ronden en een paar punten kos
ten. M. Deijkers kreeg in de laatste ronde
ook nog pech, wat hem zeer zeker in de pun
ten scheelde. H. Meijer reed weer mede in de
A-klasse, kreeg door een lekke band 1 ronde
achterstand, maar verder gaat 't weer best
met Harm, hij word weer de oude en dan