TWEEDE BLAD.
VRIJDAG i MEI 1936
No. 3^
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQEN ÉkN OMSTREKEN
LANDBOUW - CRISIS - BUREAU.
ZEEZIEKTE
GEMEENTERAAD VAN ZIJPL
WIERINGER COURANT
Verlaging van den Melksteun.
Waarschijnlijk zal zij ongeveer
4.3 pCt. bedragen.
Naar men meldt, is het waarschijn
lijk. dat de melksteunverlaging, welke
met ingang van den weidetijd zal wor
den ingevoerd, zal bedragen 0.11 r per
Kg. melk van 3.20 pCt. vetgehalte de
steun zal dan dus worden 2.45 cent in
plaats van 2.54 cent, een verlaging dus
met 4.3 pCt.
Wij herinneren er aan, dat in de peri
ode 2 Juni 1935 tot 29 September 1935
(dus vier maanden lang de melksteun
heeft bedragen 2.96 cent per kilo melk
van 3.20 pCt. vetgehalte (77.7 cent per
kilo boter en 92.5 cent per kilo ver
werkt melkvet.) Deze verhooging van
den steun werd ingevoerd, toen de
melksteunbeperking in werking trad
en weer ingetrokken, toen deze maat
regel wegens gebleken onuitvoerbaar
heid weer werd opgeheven.
Ons Lichaam en onze Gezondheid
SLAAP.
De slaap is de groote vernieuwer
van onze levenskracht, de goedkoopste
bron, waaruit wij versche krachten
kunnen putten. Het is werkelijk niet
overdreven te zeggen men kan zich
gezond slapen. Een bekend kunstena
res zei eens „Ik blijf jong, omdat il<
veel slaap." Van hoeveel bet eekenis
de slaap voor ons leven is, bemerken
we eigenlijk eerst goed, als we eens
aan slapeloosheid lijden. Gebrek aan
slaap put de zenuwkrachten uit. In
China werden in vroegere tijden mis
dadigers terechtgesteld, door hen
voortdurend uit den slaap te houden.
Telkens en telkens werd hun belet Ie
slapen, tot ze tenslotte aan zelfvergif
tiging ten gronde gingen.
Hoe lang men slape moet, hangt af
van den leeftijd, van de constitutie en
van de levenswijze van den betrokken
persoon. Een volwassene heeft gemid
deld acht uur slaap noodig. Wie voort
durend te weinig slaapt, teert zijn ei
gen levenskracht in.
De beste tijd om te slapen zijn de
uren vóór en kort na middernacht. De
bekende Heidebergsche specialist, dr.
Stockmann heeft op dit gebied interes
sante proefnemingen verricht, die aan
toonden, dat het vooral op de uren
voor middernacht aankomt. Hij ver
telt. hoe hij als schooljongen nachten
lang doorwerkte en zich dan overdag
geradbraakt voelde, tot hij op het denk
beeld kwam, heel vroeg naar bed te
gaan en enkele uren na middernacht
op te staan. Deze slaapindeeling ver
schafte hem een ongekende werk
kracht en alle personen, die zijn uietho
de in toepassing brachten, hebben er
uitstekende ervaringen mee opgedaan.
Het is toch ook duidelijk, de natuur
geeft het zelf aan als de zon daal!
moet ook voor den mensch den dag
taak eindigen, die hij pas weer met
het aanbreken van den dag mag op
nemen. De boer, die veel en hard moet
werken, houdt zich nog steeds aan de
ze natuurlijke levenswijze en bevindt
er zich wel bij, maar de stedeling heeft
met behulp van het kunstlicht de na
tuurlijke dag-indceling verwrongen.
Hij blijft lang op en zou liefst tot diep
in den morgen doorslapen. ,.De zenu
wen moeten een hoogen cijns betaler-
voor het gestolen licht" heeft een be
kend arts eens gezegd.
Dikwijls hoort men van menschen,
die met zeer weinig'slaap toe kunnen.
Dat zijn meestal uitzonderingen. bij
zondere naturen, die zich veelal ook
eerst op hoogen leeftijd met weinig
slaap tevreden stelden. Bovendien zijn
het doorgaans menschen, die zoo tus-
sclien de bedrijven door overdag nog
wel eens „een tukje doen", hetgeen
van zeer verkwikkenden invloed op
de zenuwen kan zijn.
DIEFSTAL VAN f 100.
Complot van zes jongens van
16 tot 20 jaar.
Bij den slager P. V. E. te Zeest bij
Veldhoven werd uit een winkellade
f 100 gestolen. De politie toog op on
derzoek uit en het is mogen gelukken
de daders aan te houden. Van den dief
stal werd verdacht de 18-jarige V. D.
H. uit Eindhoven. Deze werd aangchou
den en naar Veldhoven overgebracht.
Al spoedig bekende hij de diefstel te
hebben gepleegd, terwijl zijn vriend V.
uit Eindhoven op den uitkijk stond.
Er bleken echter nog meer kornuiten
in het complot te zijn. Na eetiig zoe
ken werd een 4-tal jongens aangehou
den van 16 tot 20 jaar, allen uit Eind
hoven, met wie V. D. H. en V. het geld
hadden gedeeld.
In het geheel is nog 80 gulden terug
gevonden van het gestolen geld op de
jongens zelf en in hun woningen. Deze
boefjes hadden al meer van zulke kar
weitjes achter den rug en waren daar
voor al meer veroordeeld.
Knaapje onder den trein.
Bij Sloterdijk is een ernstig ongeluk
gebeurd. Een knaapje van 9 jaar.
zoontje van een spoorweg-beambte,
die buiten speelde met een bal, zag zijn
speelgoed op de spoorbaan rollen. Ii'j
liep den bal na, maar had geen erg in
den naderenden sneltrein en het kind
kwam onder den trein. De machinist,
die het ongeluk zag gebeuren, heeft on
onmiddellijk gestopt. De kleine kon ech
ter niet meer gered worden en is kort
daarop overleden.
gevoerd. Dit zal tenslotte er toe bij
dragen dat andere &nden inzien, dat
het van geen nut is oorlog te voeren.
De gouverneur van de bank Ethio
pië, die op het oogenblik in verband
met de Britsche leening aan Abessinië
in Engeland vertoeft, verklaarde dat
volgens de jongste berichten de toe
stand voor Abessinië wel verontrus
tend is, doch dat men niet moet over
drijven.
Men moet zich niet voorstellen, dat
Abessinië den strijd zal opgeven, als
de Italianen de hoofdstad hebben be
zet. De regeering zal dan naar een vei
liger plaats worden overgebracht.,
Tenslotte wees de gouverneur er
nog op, dat de weg naar den Soedan
in ieder geval openblijft voor den toe
voer van wapenen en andere voor
raden.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
(uit een. artikel van Claude Lillingston in
„Hygeia", Chicago, Februari 1936)
T\r. J. Bohec, bekende Fransche scheeps-
arts, heeft onlangs het geheim ontdekt,
waarop het bestaan van het Britsche
rijk berust. „De Britsche mentaliteit," zoo
zegt hij, „verzet zich tegen zeeziekte als tegen
een ontoelaatbare zwakheid. Dat is de reden,
waarom de Engelschman de grootste reiziger
en kolonisator ter wereld is. De Franschen
daarentegen geven toe, dat zij bang zijn voor
zeeziekte."
De zeezieke reiziger, die eerst vreest, dat hij
niet zal sterven, is veeleer uitzondering dan
regel. Een feit is het, dat bij het meerendeel
der reizigers zeeziekte slechts een voorbij
gaand, onbelangrijk euvel is. Zelfs heeft men
haar wel geprezen, als bevorderlijk voor den
algemeenen gezondheidstoestand. In vroeger
tijden interpreteerden zoowel de volgelingen
van Hippocrates als van Galenus de zeeziekte
in dezen zin, en derhalve zonden zij hun
patiënten naar zee, opdat zij deze merkwaar
dige kuur zouden ondergaan. Vooral voor de
genezing van zenuwziekten achtte men zee
ziekte bijzonder heilzaam.
Dat waren nog heldhaftige dagen. Tegen
woordig staat men op het standpunt, dat de
reiziger zich na het doorstaan van een lichte
zeeziekte wellicht wat meer fit dan voordien
kan gevoelen, doch dat hij niettemin gerust
zijn voordeel mag doen met alle moderne
kennis, waarover wij ten aanzien van zee
ziekte beschikken en van den aanvang af af-
weermaatregelen mag nemen. Met dat al zijn
zelfs in onzen tijd de geneesheeren, physiolo-
gen het niet met elkaar eens over de oorzaak i
der kwaal, die vermoedelijk een uitvloeisel!
is van het ingewikkelde ineengrijpen van tal!
van verschillende factoren.
In vroeger tijd streefden de anatomen en
Abessinië's toestand niet gunstig.
Ook Italië's positie verre van
gunstig, verklaart lord Stanhope
In antwoord op een vraag van lord
Davies in het Hoogerhuis of een com
missie kon worden benoemd, gelijk
aan de commissie Lytton, om een on
derzoek in te stellen in Abessinië, zei-
de Stanhope, dat hoewel de Volken
bond heeft gefaald in zijn poging den
oorlog door middel van sancties te
voorkomen, de strijd nog niet geëin
digd is.
De Italianen bevinden zich steeds in
grooter moeilijkheden naarmate zij
zich verder van hun basis verwijderen.
Italië is genoodzaakt zich grootere
uitgaven te getroosten voor het be-
behoud van zijn krachten in Abessi
nië en nu het bij de keel wordt gegre
pen door de bestaande sancties is
net belachelijk te zeggen, dat de Vol
kenbond heeft gefaald.
Lord Stanhope is er van overtuigd
dat indien de sancties worden volge
houden, Italië zich weldra in een po
sitie zal bevinden, welke erger zal
zijn dan wanneer het nooit oorlog had
filosofen er naar, de ziel te localiseeren in het
een of andere orgaan van het menschelijk li
chaam. Zij faalden daarbij vrijwel evenzeer
als onze Inoderne anatomen en wijsgeeren,
die hoopten, den zetel van alle onaangenaam
heden der zeeziekte in één bepaald orgaan te
ontdekken, de maag, het inwendige van het
oor, het oog of eenig ander organisme.
De tiende hersenzenuw, bekend als de ner-
vus vagus, staat in nauwe relaties met de
maag, het inwendige van het oor, het oog en
andere lichaamsdeelen. Zij loopt, met talloo-
ze vertakkingen naar allerlei lichaamsdeelen.
van de hersens naar den buik, waarbij haar
actie in evenwicht wordt gehouden door het
sympathische zenuwstelsel. Wordt het even
wicht verstoord ten gunste van de hersenze
nuw, dan treedt een toestand in, die gekarak
teriseerd wordt door lagen bloeddruk en ver
scheiden andere verschijnselen in de diverse
organen, waarheen de hersenzenuw haar ver
takkingen uitzendt. Overweegt daarentegen
het sympathische zenuwgestel, dan vertoont
de bloeddruk neiging tot stijging. Gewoonlijk
treedt zeeziekte op in het eerstgenoemde ge
val, zoodat men maatregelen moet nemen,
teneinde een verstoring van het evenwicht
ten gunste van de hersenzenuw tegen te gaan.
Wie hebben het ergst van zeeziekte te lij
den
Diegenen der bemanning van een schip, die
in aanraking komen met de passagiers, kun
nen soms op het eerste gezicht voorspellen,
wie een goed en wie een slecht zeevaarder zal
blijken te zijn. De bleeke, galzuchtige passa
gier draagt het stempel van het lot, dat hem
wacht, op het gelaatvaak heeft men reeds
opgemerkt, dat passagiers van het Noordsche
of het Angel-Saksische ras minder vatbaar
heid voor zeeziekte aan den dag leggen dan
passagiers uit Zuidelijke of Oostersche lan
den. Terwijl menschen die op den vasten wal
vatbaar eijn voor galaanvallen, slechte zee-
GEMEENTE ZIJPE.
Officieel.
De Burgemeester en Wethouders
van Zijpe (N.-H.) doen te weten, dat
door hen in hun vergadering van
20 April 1936 is vastgesteld de volgen
de verordening
VOORSCHRIFTEN
TER VOORKOMING VAN BRAND.
Art. 1. Het is verboden in de duin
en heidegebieden in de gemeente, ge
durende de maanden April tot en met
October
a. niet vonkvrij werkende locomo
bielen en andere krachtwerktuigen
te gebruiken
b. koffievuurtjes of andere vuurtjes
te stoken
d. een brandende sigaar, sigarette,
pijp of' lucifer, of eenig ander bran
dend, vuurhoudend of vonkenversprei-
dend voorwerp te hebben.
Art. 2. De Burgemeester kan ten
behoeve van de kampeerders of in an
dere bijzondere gevallen, te zijner be
oordeeling van het bepaalde in het
vorige artikel ontheffing verleencn.
En is hiervan afkondiging, geschied,
waar het behoort, den 23 April 1938.
Burgém. en Weth. voornoem:!,
De Burgemeester,
D. BREEBAART.
De Secretaris,
J. A. DE BOER.
Vergadering van den Raad der Ge
meente Zijpe op Dinsdag 28 April 1936.
Voorzitter Burgemeester Breebaart,
secretaris de heer J. A. de Boer.
Afwezig met kennisgeving de heer
Dignum.
Na het openingswoord van den, voor
zitter, deelt deze mede dat de notulen
nog niet gereed zijn, zoodat ze in een
volgende vergadering zullen worden
vastgestelde
Vaststeling van het aan gedeputeer
de Staten van Noord-Holland uit te
brengen advies inzake een mogelijke
vereeniging der gemeenten Zijpe en
Callantsoog.
De voorzitter hoopt dat de bespre
kingen zullen worden gevoerd, zoowel
in het belang van de gemeente Zijpe
als in het belang van Callantsoog.
Spr. geeft de gelgnheid tot het
houden van algemeene beschouwingen.
De heer Bruin zegt, dat de R.-Kath.
fractie hebben aangedrongen op de
handhaving Renooij en Smit.
De heer v.d. Sluijs zegt, dat het mis
schien wel vreemd klinkt dat hij als
lid van het Dag. Bestuur deel neemt
aan de algemeene beschouwingen,
doch spr. heeft reeds 20 jaar zitting in
den raad en dus ook het vertrouwen
van de burgerij al dien tijd gehad.
Daar komt nog bij dat in deze periode
nog een vereeniging tot stand is geko
men (Petten.) De mogelijkheid van sa
menvoeging met Callantsoog be
schouwt spr. als iets bijzonders in zijn
leven.
Deze zaak is dus serieus door spr.
bestudeerd, waarbij hij de belangen
van Callansoog vooral niet uit het oog
heeft verloren. Dat zou niet mogen ook.
Spr. meent echter op te moeten ko
men tegen het ingezonden stukje van
den heer Kooger in de Schager courant.
Wat betreft het motief, dat ik alleen
voor samenvoeging zou zijn als de kin
deren uit Koegras naar 't Zand op
school zouden gaan is voor een deel
juist. Natuurlijk zou ik het niet kun
nen verdragen dat kinderen uit onze
gemeente op een lagere school in Den
Helder zouden gaan.
Wat betreft, dat dit rapport zou zijn
samengesteld uit listige trucjes en on
waarheden moet spr. met groote stel
ligheid afwijzen.
Waar is, dat dit rapport is opgesteld
door de gezamenlijke Dag. Besturen
ren van Zijpe en Callantsoog.
Door mij zijn een 6-tal punten in de-
gecombineerde vergadering naar voren
gebracht, waarvan de eerste luidde
Kan deze begrooting als op
juiste gronden berustend
aanvaard worden.
Hierop werd door alle leden bevesti
gend beantwoord. Ook de heer Kooger
antwoordde ja.
Ook de vijf andere punten die door
spr. naar voren worden gebracht, zijn
voor alle leden en ook door den heer
Kooger met ja beantwoord.
De heer Doorn zegt, na bestudeering
van het rapport een heftig tegenstan
der te zijn van samenvoeging. Spr.
heeft van het heele rapport de indruk,
dat de Burgemeester de samenvoeging
erg graag wil.
Als men jong Burgmeester is wil
men graag carriaire maken en spr.
neemt het den Burgemeester ook niet
kwalijk.
Spr. kent Callantsoog reeds langen
tijd. spr. is van die menschen gaan
houden, doch het zijn kustbewoners,
het zijn andere menschen.
Samenvoeging is noch voor Zijpe
noch voor Callantsoog van belang.
Wat kunnen we van werkloozen ver
wachten Wat heeft U in Callantsoog
kunnen bereiken. Spr. moet dit zeker
constateeren aan de groote partij blik
vleesch, die wordt verstrekt in Caliants
oog. We weten allen toch hier wie in
aanmerking komen voor blikvleesch.
Het rapport is voor spr. van nul en
geene waarde.
De groote vraag van dezen tijd is de
wierkloozen-bestrijding, de belangrijk
ste post op de begrooting het armwezen
Spr. herhaalt de vraag wat moeten
wij met die menschen doen.
De voorz. zegt, dat hij de illusie had
het in deze vergadering eens te wor
den met de heer Doorn, doch het tegen
deel blijkt eer waar te zijn. U wisi. bin
nen vijf minuten al, dat U tegen het
rapport was en dat het van geen
waarde was.
vaarders zijn, zijn lieden die een chronische
slechte spijsverteering lijden, dikwijls goede
zeevaarders. Suikerzieken, die geregeld insuli
ne gebruiken, voelen zich gewoonlijk zoo lek
ker als kip, zelfs als tijdens een storm de be
manning zich onbehagelijk voelt.
Hooge bloeddruk vormt gemeenlijk een
tegenwicht tegen zeeziekte. Als regel kan men
aannemen, dat lijders aan aderverkalking,
bepaalde vormen van hartkwalen, rugge-
mergstering, zekere vormen van krankzinnig
heid en te groote schildklierwerking, van zee
ziekte geen last hebben. Ook doofstommen,
goochelaars, acrobaten, dansers en jonge kin
aeren zijn er als regel immuun voor. Zeelieden
zijn eveneens immuun, waarbij het geval van
lord Nelson een notoire uitzondering vormt.
Bij elk dezer categorieën komt men tot de
ontdekking, dat ziekte of training in bepaal
de bewegingen de te groote activiteit der her
senzenuw, de oorzaak van alle kwaad, voor
komt.
De drie voornaamste uitingen van zeeziekte
zijn duizeligheid, misselijkheid en braken,
benevens tal van storingen van minder ern-
stigen aard. Een der beste en doeltreffendste
voorbehoed- en geneesmiddelen is zoo spoe
dig mogelijk te gaan liggen. Diegenen, die niet
kunnen of willen gaan liggen, beschikken
over een zeer effectief alternatief. Namelijk
te gaan dansen. Dqj>sen leidt niet slechts de
gedachten af van dengeen, die vreest zeeziek
te zullen worden, doch het draagt er tevens
toe bij de bewegingen van het schip, die tot
de ziekte leiden, te corrigeeren. De ontdekking
van dit geneesmiddel in 1925 tijdens een va-
cantietocht in de Middellandsche Zee leidde
tot een „boom" in dansen. Hoe heviger de
storm woedt, des te hartstochtelijker wordt
er gedanst. Niet één geneesmiddel heeft zich
ooit in grooter populariteit verheugd, of heeft
volgens de verkregen gegevens meer baat ge
bracht. Vechten Is, naar verklaard wordt,
U haalt mijn persoon er weer hij en
wanneer U zegt dat deze zaak de geest
ademt van mijn wil, dan zou ik dat
van me zelf heel leelijk vinden.
Dit rapport is echter van de beide
colleges van B. en W., zoowel van Zij
pe als Callantsoog. Wanneer U dat
dus op rekening van mij stelt dan
moet ik dit afwijzen. Ook in de Scha
ger Courant wordt geschreven tegen
mijnheer Breebaart, die de zoogenaam
de onjuistheden zou hebben bedreven.
Tot een bestrijding van de cijfers is
mijnheer Doorn niet gekomen mis
schien mogen we deze straks vernemen
Wethouder Nannes komt ook op te
gen de insuniaties van den heer Koo
ger in zijn ingezonden stuk.
Spr. vindt het frappant dat men de
persoon van den Burgemeester tracht
uit te spelen in Callantsoog. Men weet
daar heel goed wat men te danken
heeft aan hem in de negen jaar dat hij
daar Burgemeester is geweest.
Al zou er van financieel voordeel
geen sprake zijn, dan zou nog de sa
menvoeging moreel en sociaal verant
woord zijn.
De heer Doedens komt bij de behan
deling van het rapport zelf ook op
voor de historie van Zijpe. Spr. noemt
dezelfde bezwaren als in de nevenraad
hierover zijn gezegd.
Spr. zegt de eed afgelegd te hebben
voor de Gemeente Zijpe en dan ook
de gelangen van de gemeente zullen
voorstaan.
Er wordt in het rapport gesproken
over de Augustus vergadering van het
vorig jaar, doch spr. was toen nog
niet als raadslid beeëdigd en meerde
ren met hem.
Deze vergadering was dus niet bin
dend
De voorz. Mijnheer Doedens, als U
het claarop gaat zoeken dan zullen we
er maar niet op antwoorden.
Spr. zegt, dat 't initiatief van samen
voeging niet van hem is uitgegaan,
wel heeft spr. de financieele voordee-
len toen op f 7000.- geschat, het blijkt
nu dat dit voor Rijk en gemeente
f 10.000.- is.
De heer Doorn. Ja, alles op papier,
men rekent zich rijk en telt zich arm.
De voorz. Misschien heeft U dit on
dervonden mijnheer Doorn, ik althans
niet.
De heer Doedens bespreekt hierop
de verschillende financieele kanten
van het rapport en komt tot de con
clusie dat de cijfers bij nadere beschou
wing geen bezuiniging geven voor de
gemeente Zijpe.
Bij berekening bleek o.a. dat de be
zuiniging op 't salaris van de Burgem.
niet is f 2377.- doch f 253 en dat van de
Ontvanger geen f 586 doch slechts f 6.-
De voorz. wijst de heer Doedens er
op dat hij moet rekenen in het bestek
var de samenvoeging.
De heer Doedens wenscht ook in
deze tijden de le ambtenaren ter
secretarie geen f 200.- salarisverhoo-
gïng te geven met alle respect voor
het werk van deze ambtenaren.
De voorz. zegt dat ongeacht de samen
voeging, toch reorganisatie noodig is
op de secretarie.
Nadat nog eenige sprekers het woord
hadden gevoerd, brengt de voorzitter
he rapport in stemming. Het wordt
aangenomen met 6 vóór en 4 stemmen
tegen. Tegen stemden de heeren
Bruin, Doedens, de Boer en Doorn.
even doeltreffend, doch ongetwijfeld minder
aangenaam. In 1793 kwam het tot een treffen
tusschen Britsche en Fransche oorlogsschepen,
welker bemanningen grootendeels uit recru-
ten bestonden, die nimmer tevoren op zee wa
ren geweest. Vóór en na den strijd waren zij
verschrikkelijk zeeziek, doch tijdens het ge
vecht hadden zij er geen last van.
Toch kan ook de passagier, die de dans
kunst niet machtig is en in vechten geen lust
heeft, zich tegen zeeziekte behoeden, name
lijk door systematisch zijn bewegingen aan te
passen aan die van het schip. Zij mogen even
wel niet tegengesteld zijn aan die van het
schip, doch moeten een overdrijving der
scheepsbewegingen vormen, als ware de pas
sagier er zelf verantwoordelijk voor. Verheft
de boot zich op den kop van een golf, dan
moet hij langzaam en diep inademen, daalt
het schip weer, dan moet hij langzaam uit
ademen. Na korten tijd van oefening zal hij
dit rhythme in de ademhaling automatisch
handhaven. Een ander uitstekend middel is,
kort door den neus in te ademen en langzaam
door den mond weer uit te ademen, alsof
men tracht een kaarsvlam om te buigen,
zonder haar uit te blazen. Deze ademhalings
manoeuvres dragen er toe bij het middenrif
onder controle te houden, welks veranderlijke
gedragingen een belangrijke rol bij zeeziekte
spelen. Soms kan de passagiers volstaan met
vijf series van deze ademhalingsbewegingen
per half uur.
Een goed middel ter voorkoming van mis
selijkheid is vaak, den buik een goeden steun
te geven, hetgeen met behulp van een cein
tuur of door juiste rangschikking der kleeren
kan geschieden. Daardoor kunnen, als zee
ziekte dreigt, de inhoud van den buik en het
middenrif zich niet zoo gemakkelijk heen en
weer bewegen.
In 1925 vestigde dr. Sydney Jones van de
„Aquitania" de aandacht op het vele zuur,
waarvan zeezieken bijna steeds last hebben.
Het te groote zuurgehalte van hun urine en
de aanwezigheid van azijnzuur in de urine
hebben geleid tot de bestrijding der zeeziekte
met alkalische stoffen. Alvorens zich in te
schepen, dient de passagier in ruime mate
sinaasappelen, citroenen en limonade te nut
tigen. Een nuttig alternatief is rietsuiker.
Reeds lang is bekend, dat rietsuiker een doel
treffend voorbehoedmiddel is tegen braken bij
zwangerschap bij dreigende zeeziekte is dik
wijls een "kwantum van 150 a 450 gram riet-
suikersiroop bijzonder deugdelijk gebleken.
Moet de passagier, die vatbaar is voor zee
ziekte, gaan vasten Vasten heeft te groote
zuurproductie tot gevolg, wel het laatste wat
aangemoedigd moet worden. Tusschen vasten
en normale voeding gaapt echter een breede
kloof. Dr. R. A. Bennett van de Pacific Steam
Navigation Company heeft opgemerkt, dat in
88 van de 100 gevallen van zeeziekte de pa
tiënten vlak vóór of tijdens de reis te veel
hadden gegeten. Van de zieken leden er 74
aan hardlijvigheid en in 80 gevallen week de
ziekte na 24 uur vasten en geneeskundige
behandeling.
Wat te zeggen van de patent-geneesmidde
len
De ondernemende apotheker, die een stuk
of wat geneesmiddelen tot één middeltje com
bineert en het dan tegen hoogen prijs ver
koopt, is geen superscheikundige of pharma-
cologisch genie. De kans is groot, dat hij een
beter zakenman is dan physioloog, patholoog
en pharmacoloog. De kosten vormen echter
niet den eenigen nadeeligen factor bij deze
geneesmiddelen, daar zij bij de kosten voor
de geheele reis in het niet verzinken. Van
meer belang echter is, dat de passagier in
blind vertrouwen op het patentmiddel ver
zuimt elementaire voorzorgsmaatregelen te
nemen, bestaande uit laxeermiddelen en het
vermijden van overdadig, vooral van vet eten.