4 27e JAARGANG VRIJDAG ie» MEI 1936 No. 39 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN EN OMSTREKEN HET MYSTERIE. „WIERINGERMEER" W1ERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.— UITGEVER CORN. J. BObKER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 kan hol komen als op Uw li chaam gegooid eerst hevige ril lingen, dan koorts. De weg tot herstel: j n m 3 J i f het product van vertrouwenj Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisje» van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets. CONSEQUENTIE'S VAN DE BR0NNENTHE0R1E door Mr. J. H. van Doorne Advocaat en Belastingconsulent. Zooals ieder, diè zijn aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting vóór de invulling bestu deerd heeft, weet, is de aanvang van het belastingjaar, 1 Mei, van het grootste belang voor een juiste beantwoording der vele vra gen, welke in dat biljet worden gesteld. De praktijk leert echter dat verreweg het groot ste deel der aangevers van een studie van hun biljet niet veel werk maken, zoodat doorgaans ingevuld wordt wat men een vo rig boek- of kalenderjaar verdiend heeft, en wat de netto opbrengst van zijn kapitaal over het vorig kalenderjaar is geweestwaarme de men dan meent aan zijn wettelijke ver plichtingen naar behooren voldaan te heb ben. En verklaarbaar is dat zeer zeker. Het eigenaardige stelsel dat aan de wet op de inkomstenbelasting ten grondslag ligt is nu niet zóó eenvoudig, dat een zelfs nauwkeurige lezing van het aangiftebiljet en de daarbij gevoegde toelichting een leek metéén volko men terzake kundig maken. De vele jurispru dentie welke op het gebied der bronnentheorie bestaat, is bewijs, dat nog heden ten dage, na een ruim twintigjarig bestaan der wet, zich telkenmale kwesties voordoen over het al of niet bestaan of nog bestaan van bron nen van inkomen of nieuwe bronnen van in komen bij den aanvang van het belastingjaar. Want op dit laatste komt het in de éérste plaats aan. Wat als opbrengst van die bron nen voor den aanslag in aanmerking komt, komt op de tweede plaats. Het is volkomen begrijpelijk dat de leek juist andersom rede neert en geneigd is aan te geven wat hij over een reeds afgeloopen periode genoten heeft zonder daarbij dé vraag te stellen of de bronnen, waaruit zijn inkomen is voort gesproten, op 1 Mei nog bestaan, en zonder rekening te houden met nieuwe bronnen waar van hij nog geen of zeer weinig opbrengst genoten heeft. Het is dan ook waarlijk niet gemakkelijk een in den fiscalen doolhof on bekende bij te brengen, dat hij belasting moet betalen van inkomsten die hij nog niet FEUILLETON. 2) Hij stond nu aan den rand van de klip en zijn oogen waarden over de uit gestrektheid van de groote Gull Rock boven hem tot de verafgelegen Pentire Point, maar hij zag het tooneel niet, want in zijn brein was nu slechts één beeld, het gelaat van Dola de Bernier en in de echo van haar stem, die hij voor altijd dood en begraven geacha had, smoorde het voortdurend ge- druisch aan de rustelooze golven. Had hij het gedroomd of was het waar Was Dola de Bernier hier En toch had hij gemeend dat hij voor goed aan haar ontsnapt was. Drie lange heerlijke jaren had hij in vrede geleefd. Hij dacht nu nog aan zijn angst van het eerste jaar, toen het bloed hem altijd naar het hoofd vloog, als hij maar de gestalte van een vrouw zag, uit vrees dat zij het wel kon zijn. Langzamerhand hadden echter de rust en de eenzaam heid een goeden invloed op hem ge had en hij had om zijn eigen schrik beelden kunnen lachen. Maar zij had hem gevonden en zijn kwellingen zou den weer beginnen. Zelfs die ééne blik op haar had hem neergetrokken van de hoogte van geluk, waarop hij stond, tot de diepte der onrust, waarin hij vro eger verkeerde. En toch had hij zoo weinig geëischt, niets anders dan met rust gelaten te worden. Hij lachte hardop van zenuwachtig heeft genoten. En dat er mogelijkheden zijn dat driemaal belasting wordt betaald over eenzelfde bedrag wil er natuurlijk heelemaal niet in, en men dient het systeem der wet wel goed en degelijk te doorgronden voor men kan begrijpen dat dit toch een volkomen correcte belastingheffing is. Dat systeem is gebasseerd op het principe dat men belasting betaalt over het loopende belastingjaar, en wel naar het inkomen dat men uit de bij een aanvang van dat belasting jaar bestaande bronnen, zal genieten. Daar het echter meestal ondoenlijk is vantevoren te bepalen hoe groot dat inkomen zal zijn, wordt als maatstaf daarvoor genomen het inkomen dat men over het belastingjaar voor afgaande boek- of kalenderjaar heeft genoten. Ontbreekt die maatstaf, doordien men de opbrengst van een bron van inkomen nog niet over een vol kalender- of boekjaar heeft genoten, dan keert de web terug tot zijn oor spronkelijk systeem, en moet men schatten, begrooten wat de opbrengst van die bron van van inkomen over het loopende belastingjaar zal zijn. In dit systeem is het dus te begrijpen dat wie op 1 Mei 1935 aandeelen in een nieuw opgerichte N.V. bezit, het waarschijnlijk ren dement over het belastingjaar 1935/36 ook moet begrooten. Stel dat dit geschiedt op 5%. Op 1 Mei 1936 heeft de aangever die bronnen van inkomen (aandeelen) nog geen vol kalenderjaar in zijn bezitderhalve op nieuw de opbrengst voor het belastingjaar 1936—37 begrooten, wat, aangezien het boek jaar der NV loopt van 1 Mei30 April, en de balans natuurlijk eerst na 30 April wordt vastgesteld, wederom geschiedt op 5%. Het derde jaar, 193738 wordt voor het eerst het in 1936 vastgestelde dividend aangegeven. Stel dat dit ook 5% bedraagt, dan heeft de bezitter der aandeelen dus driemaal belasting betaald over 5% dividend en maar éénmaal dat dividend in werkelijkheid genoten Het is waarlijk geen wonder dat het moeilijk is een belastingplichtige te overtuigen van de wettelijke juistheid van een zoodanige oeias-i tingheffing, laat staan van de redelijkheid Nu is het in hier gestelde geval nog duide lijk dat er sprake is van. nieuwe bronnen van inkomen waarvan de opbrengst niet over een vol vorig kalenderjaar is genoten. Maar tal loos zijn de gevallen waarin het een twist punt met den fiscus uitmaakte of al dan niet sprake was van het ontstaan zijn van een nieuwe bron van inkomen, of van het ver vallen zijn van bestaande bronnen. Zoo werd beslist dat wanneer men in het bezit is van aandeelen in een maatschappij, waarvan vaststaat dat zij geen uitkeering meer zal doen, die aandeelen niet meer als bronnen van inkomen meetellen. De bron is „opge droogd", bestaat nog wel in naam, maar niet meer in werkelijkheid. In een ander geval beriep de bezitter van aandeelen zich er op dat op 1 Mei 50% van het gestorte kapitaal was terugbetaald, zoodat de aandeelen tot op de helft waren verminderd, en hij dus ook slechts de helft van het genoten dividend had aan te geven. Immers, zoo was zijn redenee ring, vóór alles dient te worden nagegaan welke bronnen van inkomen op 1 Mei beston den, en dat waren geen aandeelen meer van f 1000, maar van f 500, zoodat ook slechts het dividend over aandeelen van f 500 dient te worden aangegeven. De Hooge Raad deel de deze meening echter niet. De aandeelen als zoodanig, aldus de H.R., zijn bronnen van inkomen op 1 Mei bestaande, en door terug betaling van een gedeelte van het gestorte kapitaal verandert dat karakter niet. Derhal ve behoort de aanslag te worden opgelegd naar het geheele dividend dat in het vorig kalenderjaar is vastgesteld. Anders echter is het wanneer verandering ontstaat in de bron zelve, hetzij door veran dering van de hoofdsom eener vordering, het zij door wijziging van den aard der vorde ring. Heeft men over 1935 de rente genoten van een vordering groot f 20.000, doch op 1 Mei is hierop afgelost f 10.000, dan heeft men dus nog slechts een vordering van f 10.000 over, en behoeft slechts de rente van dit bedrag en niet meer die over het afge loste bedrag worden aangegeven. Wijziging van den aard eener vordering kan zich voor doen wanneer een ongedekte schuld gedekt wordt door hypotheek. In de laatste afleve ring van de Besl. in Bel. Zaken wordt een dergelijk geval vermeld. Van de hoofdsom van f 176.000 was f 116000 verrekend en voor het restant werd hypotheek gegeven. Inspec teur en Raad van Beroep waren van oordeel dat die vordering van f 60.000 op 1 Mei be stond en ook reeds gedurende het geheele vorige jaar bestaan had, terwijl naar hun meening het feit, dat daarvoor zekerheid werd gegeven in den vorm van een tweede hypo theek, niet met zich bracht, dat zij ten tijde der hypotheekverleening werd tot een nieuwe bron van inkomen. De Hooge Raad was het hiermede niet eens, en besliste dat de oor spronkelijke bron van inkomen (vordering van f 176.000) was te niet gegaan, en als nieu we bron van inkomen de hypothecaire vor dering van f 60.000 was ontstaan, zoodat de opbrengst hiervan ingevolge art. 14 der wet moest worden begroot. Dit zijn slechts enkele voorbeelden om te demonstreeren, dat het nog vaak niet zoo eenvoudig is om met zekerheid te zeggen of al dan niet een oude bron moet geacht) wor den vervallen te zijn en of een nieuwe bron geacht moet worden ontstaan te zijn. De bronnentheorie is gebleken een bron van puzzle's te zijn, en zoolang de wet op de in komstenbelasting niet op eenvoudige^ leest is geschoeid zal zij voor niet in de fiscale mysteriën ingewijde een labyrinth blijven waarin het vaak zeer moeilijk is den juisten weg te vinden. faszjoferen* cUtyd en alLdési OLIEFABÖIEKEM 5: I AMSTERDAM. O. BINNENLANDSCH NIEUWS. heid. - Met rust riep hij op smadelijken toon, ik lijk ook wel dwaas. Er kan geen vrede of rust in deze wereld voor mij zijn zoolang Dola de Bernier leeft, Hoe kon ik dat ook denken Met een hopeloozen zucht keerde hij zich van de zee af en keek naar het kas teel Trebarwitch, dat daar zoo indruk wekkend stond op den heuvel boven het dal. Het was een groot en prachtig gebouw in Normandischen stijl opge trokken en het werd nu bewoond door den hertog van Trebarwith en zijn eenige dochter. Bij de gedachte aan dat meisje werd zijn hart weer als van angst samengeperst. Want lady Trevalga was het meisje, dat hij liefhad en dat hij nu voor goed zou moeten verlaten. II. Dola de Bernier was zeer verheugd toen zij bij het grasperk kwam, waar de gasten van den hertog verwijlden voor het diner. Zij had gemeend, dat Alfred Baren- stowe reeds lang dood was en het had haar vreeselijk gespeten, dat zij hem niet langer had kunnen vervolgen, dat de wraak, die zij op hem had willen nemen, nu niet had kunnen uitgeoefend worden, omdat hij voor goed aan haar handen ontkomen was. Het was haar een voortdurende erger nis geweest, dat zij zich niet op hem kon wreken, want zij was nog niet vol daan, al had zij hem ook tot in het stof vernederd. Zij had boven alles ge- wenscht, om hem te zien leven en lij den, liever dan dat hij in den dood eeuwigdurende rust zou vinden. Maar hij was niet dood en met de Directeur Mr. J. H. van DOORNE Adviseur C. P. Vergouwen. Kerkring No. 3, Middenmeer. Belastingzaken. Administratief. Spreekuur iederen Woensdag van 101 uur in Hotel Smit, Middenmeer. kennis van zijn bestaan keerden ook haar gevoel van haat en haar dorst naar wraak terug, welke gevoelens nu gedurende vijf jaar gesluimerd had den. Het was op zich zelf merkwaardig het was geheel buiten verwachting en ging haar te hoog. Dat hij zou dur ven vertoeven als onder de schaduw van het kasteel Trebawith en zich daar voordeed als een organist, het toonde wel aan, dat hij nog evenveel durfde wagen als vroeger. Hij was dus nog even origineel en moedig wat zij vroe ger altijd zoo in hem bewonderd had, zelfs toen haar liefde in bitteren haat veranderd was. Alfred nog in leven Haar hart klopte sneller gij die gedachte en haar schoone oogen schitterden van opgewondeheid, toen zij zich bij de groep op het grasperk voegde. - Is u daar eindelijk, madame riep de hertog, wij begonnen erg onge rust over u te worden. Ben ik zoolang uitgebleven vroeg ze met een glimlach, de muziek was zoo mooi, dat ik er niet van weg kon komen. Barenstowe zou zich zeker hoogst vereerd achten, als hij dat wist, zei de hertog, een stoel voor haar bijzet tend, wat mij betreft, het doet mij ge noegen, want wij zijn allen trotsgh op onzen organist, nietwaar Valga Madama de Bernier keek lady Tre valga met vernieuwde belangstelling aan toen dit denkbeeld haar door het hoofd schoot. x\ls Alfred nu eens ver liefd was op de dochter van den her tog Dat was heel waarschijnlijk, want Trevalga was een heel mooi meisje. Haar schoonheid was van een romantisch type, dat stellig een ar tistiek man als Alfred zou aantrekken. Oplichter speelt voor Professor. Hij sleepte eenige honderden guldens in de wacht. In de Spaardammerbuurt te Amstei' dam zijn een jongeman en zijn meisje het slachtoffer geworden van een 27- jarigen werkloozen kruideniersbe diende, wonende in Noord. Maar meest al vertoefde deze werklooze bij een re latie in de Spaarndammerbuurt en daar leerde hij ook de jongelui kennen die hij als slachtoffers koos voor zijn oplichters-practijken. In de eerste plaats dan zou hij den verloofden jongeman aan een betrek king helpen* Een zeer bijzondere be trekking n.1. bij een geheimen dienst, aan welks hoofd den man zeide te staan. Maar ondanks het discrete ka rakter van den toekomstige positie, was een borgstelling van voorloopig honderd gulden noodzakelijk. Dit geld werd inderdaad gestort, maar de betrekking liet nog even op zich wach ten. Inmiddels had de oplichter het ver trouwen van de jongelui volkomen ge wonnen en zij geloofden klaarblijke lijk elk woord, dat hij vertelde. En hij vertelde veel. Zoo beweerde hij professor te zijn en dokter in de medicijnen. De verloofde jongedame voelde zich niet lekker en de professor bood onmiddellijk aan, haar gratis te behandelen. Hij was im mers in de eerste plaats geneesheer en derhalve onderzocht hij het meisje en haalde te haren behoeve de noodigc medicijnen bij de apotheek. Deze medi cijnen bleken later alle zeer onschuldi ge middeltjes te zijn, die iedereen kan koopen wat levertraan, poedertjes, e.d. Het meisje slikte dit alles in goed vertrouwen. En nog meer deed dat meisje in hetzelfde goede vertrouwen: zij gaf den professor nog honderd vijf tig gulden als verdere borgstelling voor de toekomstige positie van haar ver loofde (de positie bij den geheimen dienst en een ander maal leende zij den professor twintig gulden, omdat Zij had fraai bruin haar, groote blau we oogen en een mooie gelaatskleur, dit samengenomen met haar slanke gestalte maakte een hoogst bevallig geheel. Buitendien was de erfgename van het kasteel Trebarwith iemand met een beminnelijk karakter, dus zou zij bij iedereen in den smaak val len. Dat zou dan toch ook de kortste weg zijn om uit al zijn moeilijkheden te geraken. Alfred was wel slim, hij had wel een reden gehad om zich hier op een afgelegen plek aan de kust van Cornwall te begraven. Zooveel te beter Zulk een loop van gebeurtenis sen zou een extra troefkaart zijn in de handen van degenen, die zijn onder gang gezworen hadden. - Ik stel bijzonder veel belang in uw organist, zei madame tot den her- tok, vertel u mij eens het een en an der over hem. Zijn spel deed mij sterk aan, men hoort gewoonlijk niet zulke schoone muziek in een dorpskerk en het leek mij ook dat het een bijzonder orgel is.. -- Ik heb het daar met opzet laten inzetten voor Barenstowe, zei de oude edelman. Het was jammer, dat hij zijn talent zou verkwisten aan een uitge diend oud orgel, dat hier was voor hij kwam. Wij hebben het heel gelukkig getroffen met Barenstowe. Er was nie mand in de buurt te vinden die spelen kon na den dood van onzen ouden or ganist en toen heb ik hem op een ad vertentie gekregen, die ik in een Lon- densche courant geplaatst had. - Is hij allang hier vroeg zij. Ongeveer drie jaar, antwoordde de hertog, toen was ik nog niet lang in het bezit van den titel, zooals u weet. Zij knikte met het goudblonde hoofdje, want de levensloop van den er op zijn laboratorium iets kapot was gegaan Daar de beloofde betrekking maar niet kwam, de medicijnen geen baat brachten en de professor zich ten slot ten iet meer vertoonde, begonnen de jongelui eindelijk toch argwaan te koesteren. Aangifte bij de politie volgde en de ze ontdekte al spoedig, dat de profes- sore en heel gewone oplichter was. Toen dit vaststond, is de man gearres teerd en hij wordt nu weldra ter be schikking gesteld én wegens oplich ting én wegens het onbevoegd uitoefe nen der geneeskunde. Men mag hopen, dat nu ook de jonge lui, die zijn slachtoffers zijn geworden, van hun goedgeloovigheid genezen zijn Naar verlaging van den margarineprijs Op de schriftelijke vraag van het Tweede Kamerlid, den heer Ivorten- horst, aan de ministers van Landbouw en Visscherij en van Handel, Nijver heid en Scheepvaart, of zij in verband met de reeds ingevoerde verlaging van den accijns op boter bereid zijn, ook den prijs der margarine aan te passen aan de v^rm.nderde koop kracht van breede groepen der bevol king, hebben deze ministers geant woord, niet in staat te zijn, zich reeds op dit oogenblik hierover uil te spre ken. Wel kunnen zij mededeelen, dat deze aangelegenheid onlangs op kor ten termijn in studie is genomen, zoo dat binnenkort een beslissing dienaan gaande verwacht kan worden. De kindermishandeling te Megen. Voor het Bossche Gerechtshof heeft in hooger beroep terechtgestaan de N.V. „WA CO"-HOORN Met ingang van Zondag 5 April gewijzigde dienstregeling. Volledige dienst- en tariefregelingen ver krijgbaar bij de chauffeur» 5 cent. tegenwoordigen hertog was haar zeer goed bekend. De vorige hertog had drie zoons nagelaten, twee waren er een roemrijken dood gestorven in den oorlog in Zuid-Afrika en de derde was naar het buitenland gegaan en daar verdronken, van hem had de fa milie tijdens zijn leven niet veel eer beleefd. Daarop was het hertogdom overgegaan op den naasten erfge naam, een verren neef, die het groot ste deel van zijn leven in Londen had doorgebracht, waar hij zich met de po litiek bemoeide, terwijl zijn moeder- looze dochter vrij en frank opgroeide in de wilde omgeving van hun vader lijk erfgoed te Trevalgan bij St. Sves. Toen hij vijftig jaar oud was, zag Ha- rol d Trebarwith zich op eens verhe ven tot hertog van Trebarwith met 'n inkomen van twintig duizend pond per jaar en om zijn geluk volkomen te maken, had hij op_ hetzelfde oogen blik een politieke overwinning be haald, want hij was minister gewor den in het kabinet des konings. Na den' lunch greep de hertog d'Or- vée de eerste gelegenheid die hij vin den kon aan, om naar het boudoir van zijn zuster te gaan, want zij had hem in haast iets toegefluisterd, dat hem zoo nieuwsgierig had gemaakt dat het hem moeilijk viel ieen behoorlijk ge sprek op te houden, zelfs met lady Tre valga, die hij toch voorgaf te aanbid den. Hij vond madame De Bernier weer in uitgaans-toilet gekleed. Zij liep in haar kamer op en neer als een opge sloten wild dier. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1936 | | pagina 1