27e JAARGANG
VRIJDAG JULI 1936
Ne. &7
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
HET MYSTERIE
„WIERINGERMEER"
NAAR
HOORN - MEDEMBLIK - AMSTERDAM
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BObKER
WIERINGEN
BUREAU
Hippolytustaoef Wieringei
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
tt.N LEEMTE iN DE
bul/vST iNüPRüCEDÜRE
aoor «Ir. J. n. van Uoorne
Hcivoeaav en Belastingconsulent.
12.
Ons belastingrecht is een „gemoedelijk"
reent. Dat wil zeggen dat niet wordt recht
gesprotten naar strenge regelen, waarvan met
mag worden aigeweken, maar dat de recht
spraak is gesteld in nanden van rechspre-
Kenüe personen, die, zij het ook dat zij, daar-
oij gehouden zyn aan enkele aigemeene re
gelen, uitspraak doen naar de gemoedehjKe
overtuiging die zij omtrent het punt van
geschil muien dit van leibeujken aard is,
nebben. Betreft het kwesties van juridischen
aard, geschillen nopens wetsinterpretatie, dan
spreekt net vanzeir dat voor „gemoedelijk
heid" geen plaats is, hoewel in vele gevallen
de Hooge Raad daarbij een ruime piaats in
ruimt voor de redelij kneid.
De gemoedelij kneid van het belastingrecht,
het met gebonden zijn aan strenge proces- en
oewijsregelen, heeft zeker voordeeien. Ook
daar waar een appellant er niet in zou slagen
tot den laatsten cent aan te toonen op welk
oedrag zijn inkomen dient te worden gesteld,
staat net oen Raad van Beroep vrij naar ge
moedelijke overtuiging zelfstandig een schat
ting van dat inkomen te maken. Doch het
steisel neeit ook zijn schaduwzijde. Zelfs een
van zeer oedenkebjKen aard. Immers waar de
beaat van zijn ingezetenen een deel van hun
inkomen opeischt, behooren er zoodanige
waarborgen voor dezen te zijn, dat willekeur
uitgesloten is, en door de rechtsprekende per
sonen gemaakte fouten of begane verzuimen
nimmer kunnen leiden tot benadeeling van
de belastingplichtigen. Maar deze waarborgen
ontbreken nu juist.
NIEUW OPGEWORPEN BEZWAREN.
Maar de leer van den Hoogen Raad is noch
de appellant gehouden aan zijn beroepschrift,
noch de inspecteur aan zijn vertoogschrift.
De eerste kan tijdens de mondelinge behan
deling van net geschil voor den Raad van
Beroep nieuwe bezwaren tegen den uitspraak
van den inspecteur naar voren brengen, en
laatstgenoemde kan met nieuw, niet in zijn
vertoogschrift genoemd, verweer komen.
Onder één „Mits." En wel dat naar oordeel
van den Raad de wederpartij niet door het
nieuw aangevoerde in haar verdediging be
nadeeld wordt. Op dit laatste behoeft door
partijen niet nadrukkelijk een beroep te wor
den gedaan de Raad kan zelfstandig onder
zoeken of een der partijen in zijn verdediging
is benadeeld, wat beoordeeld moet worden
naar de omstandigheden zooals die zich ter
zitting waarop dat verweer wordt opgeworpen
voordoen.
Nu zijn er verschillende arresten van den
H. R. nopens deze materie. De Raad van
Beroep moet b.v. van het verzet van een der
partijen tegen nieuwe bezwaren of nieuw
verweer in zijn uitspraak melding maken,1
terwijl hij tevens van zijn oordeel omtrent
dit verzet in de uitspraak behoort te doen
blijken. Een nieuw opgeworpen mondeling
geschilpunt, zoo beslist de H. R., elders, moet
eventueel in behandeling worden genomen,
ook al wijkt de partij die het opwerpt, daar
door af van een vroeger ingenomen stand
punt. Maaren nu komt de leemte
waaruit moet blijken dat een nieuw bezwaar
of een nieuw verweer eerst ter zitting is op
geworpen Dat kan alleen blijken uit de uit
spraak van den Raad van Beroep maar als
daarvan nu niets in die uitspraak is te vin
den De wet schrijft den Raad van Beroep
nergens voor ai net ter zitting behandelde,
zij het ook in het kort, in de uitspraak be
hoort te worden opgenomen. Van het ter
zitting behandelde wordt evenmin proces
verbaal opgemaast, waarop partijen latei-
een beroep zouden kunnen doen. Zoodat in
dien van een nieuw bezwaar of verweer eerst
ter zitting opgeworpen uit een uitspraak
niets blijkt, men volkomen rechteloos is. De
Hooge Raad doet alleen recht op de offici-
eele, met name in de wet genoemde stukken:
uitspraak van den inspectur, beroepschrift
en vertoogschrift. Zou men dus tegen een
uitspraak van een Raad van Beroep in cas
satie willen komen omdat de Raad een nieuw
opgeworpen bezwaar niet heeft behandeld,
dan wordt rnen zonder mankeeren door den
H. R. naar huis gestuurd, omdat aan dezen
grief „de feitelijke grondslag ontbreekt", im
mers uit de officieele dingtalen daarvan niet
blijkt.
Maar niet alleen tegen het niet vermelden
van iets wat ter zitting van den Raad naar
voren is gebracht staat geen enkel rechtsmid
del open, ook tegenover het onjuiste melding
maken in de uitspraak van iets dat ter zitting
is behandeld, staat men machteloos. Het is
voorgekomen dat een appellant ter zitting
een van het grootste belang zijnde verklaring
aflegde, en in de uitspraak precies het tegen
deel stond, op grond waarvan het beroep
werd verworpen. Ook hier baat hatuurlijk
geen cassatie, want er is geen enkel geschrift
waaruit blijkt dat anders is verklaard als in
de uitspraak vermeld staat.
WETSWIJZIGING NOODZAKELIJK.
1 Slechts middels wetswijziging is het moge-
lijk aan dezen, voor belastingplichtigen zoo
wel als fiscus, hoogst ongewenschen toestand
een einde te maken. Evenals in het civiele
proces behoort hier de mogelijkheid te wor
den gegeven „acte te vragen", (dit is
officieele vastlegging in de notulen) van het
geen voor het geding van belang geacht wordt.
Wanneer zoowel fiscus als appellant dit
recht heeft, zal het niet meer kunnen voor
komen dat een nieuw opgeworpen bezwaar
of verweer eenvoudig genegeerd; wordt, of dat
de uitspraak iets anders vermeldt, als door
partijen is verklaard. Immers de belangheb
bende partij vraagt dan bij het naar voren
brengen van iets belangrijks, dat niet staat
vermeld in de stukken, daarvan acte, de
secretaris van den Raad noteert het gevraag
de, leest het voor en laat het door den be
langhebbende ondertekenen, terwijl in de
uitspraak daarvan melding wordt gemaakt.
En het is niet meer dan het goed recht, van
iederen belastingbetaler, hoe gemoedelijk
overigens het belastingrecht moge zijn inge
richt. dat hem alle waarborgen worden
gegeven om te voorkomen dat hij de dupe
worde van al te groote gemoedelijkheid.
FEUILLETON.
19.)
Mag ik vragen, wat u hier doet, monsi
eur vroeg hij bedaard.
Ik kom uit nieuwsgierigheid, zei Fran
gois verlegend lachend, ik wou de studeerka
mer van den hertog eens op mijn gemak be
kijken.
Hij liep naar de deur, maar Otterham hield
hem met een gebaar terug. Hij was nu niet
meer zenuwachtig en Frangois werd koud
van angst toen hij het kalme gelaat en den
onderzoekenden blik van den secretaris zag.
Die verklaring is niet voldoende, mon
sieur, zei hij, ik moet u verzoeken een betere
reden op te geven.
Hoe durft u zoo'n toon tegen mij aan
slaan, sinjeur, antwoordde Frangois, ik zal
aan den hertog morgen over u klagen, dan
kan hij u leeren hoe een bediende zich tegen
over zijn gasten te gedragen heeft.
Ik verzoek u nogmaals mij uw motief op
te geven voor het betreden van deze kamer.
En met welk recht durf je mij zoo toe
spreken
Ik ben de secretaris van den hertog, zei
Otterham, die met zijn rug tegen de deur
post vatte, als hij afwezig is, heb ik het recht
om voor zijn belangen tewaken. Die acte-
tasch, die u in de hand hebt, behoort aan
den hertog. U verlaat deze kamer niet, voor
u die aan mij afgegeven hebt.
Leugenaar, die actetasch is van mij
laat mij voorbij.
Loopt u gewoonlijk 's nachts om één uur
door het huis met uw actetasch in de hand
vroeg de secretaris, en bent u ook gewoon
Belastingzaken. Administratief.
Directeur Mr. J. H. van DOORNE
AdviseurC. P. Vergouwen.
Kerkweg No. 3 Middenmeer.
BiNNENLANÜSCH NIEUWS.'
Brand in steenkolenhandel
te Nijmegen.
Door onbekende oorzaak is Dinsdag
nacht brand ontstaan in den steenko
lenhandel van den heer Van V. aan
den Berg- en Dalsche weg te Nijmegen.
De brandweer die met groot materi
aal uitrukte, slaagde er in na een
goed hali uur den brand te bedwingen.
Ben auto, een vrachtwagen en een
groote partij steenkolen werden een
prooi der vlammen. De schade wordt
door verzekering gedekt.
De bewoners van een naastgelegen
pand maakten zich tijdens den brand,
noewei daarvoor geen reden aanwezig
was, zeer ongerust. Mevr. Basten
sprong uit het raam van de eerste ver
dieping. Zij Kwam zoo ongelukkig
neer, dat naar neen brak. Zij is naar
het öt. Camsius-ziekenhuis overge
bracht.
ON TL V KbihiN OuDBN VAN DAÜLN.
De ouden van Dagen uit bpijkenisse
zouden, daartoe door een comité in
staat gesteld, een reisje maken naar
Brielle, Oostvoorne, Kockanje en ver
der over het eiland. De oudjes konden
zich niet met het programma vereeni
gen en hebben in meerderheid beslo
ten niet aan den tocht deel te nemen.
Het comité is voornemens, het bijeen-
gebraente geld tot het volgend jaar op
de Boerenleenbank te iplaatsen.
i -
JUNGLTJL VLRDRÜNKLN.
Het ongeveer ö-jarig zoontje van het
echtpaar Verhoeven uit Meerkerk is
achter de ouderlijke woning in de Ze-
derik geraakt en verdronken. Hoewel
twee aokters geruimen tijd de kunst
matige ademhaling toepasten, mocht
het niet gelukken de levensgeesten op
te wekken.
ACHTERLIJK KIND MISHANDELD.
Voogdijraad grijpt in.
De Haarlemsche justitie heeft een
zeer ergerlijk geval van mishandeling
in onderzoek, dat in den Spaarndam-
merpolder, gemeente Velsen, en ver
daar buiten groote verontwaardiging
heeft gewekt. Een 17-jarig meisje is
door haar vader, den 54-jarigen B.,
machinist bij het Polderbedrijf in den
Spaarndammerpolder, op beestachtige
wijze mishandeld.
Het meisje, dat eenigszins achter
lijk is -- het heeft slechts vier klassen
van de lagere school doorloopen werd
om na middernacht uw schoenen uit t» trek
ken
Laat mij voorbij, zeg ik.
De actetasch zei Otterham, zijn hand
uitstekend.
Nu goed dan, zei de Franschman, dan
kan het niet anders, hier is dat vervloekte
ding
Hij stak de actetasch, die van metalenhoe-
ken en slot vooseien was, vooruit en Gerald
Otterham trad naar voren om die aan te ne
men.
In die seconde sprong Frangois met een
vloek op hem af. Gerald trachtte achteruit
te springen, maar viel tegen de deur en ver
loor zijn evenwicht. De Franschman gaf hem
snel een harden slag met het zware voorwerp
op het hoofd en met een flauwen kreet sloeg
Otterham tegen den grond.
Frangois knielde bij hem neer en bekeek
zijn gelaat, terwijl hij mompelde
- Ik geloof wel dat de zot zijn bekomst
heeft, maar men kan nooit weten. De doo-
den verklappen niets en het zou hoogst on
aangenaam voor mij zijn als hij eens bijkwam
en alles vertelde. Het zal hem niet hinderen,
als ik hem een beetje bloed aftap, daar voelt
hij nu toch niet van.
Met een satanische glimlach haalde hij een
mes uit zijn zak en de mouw van den secre
taris opslaande, sneed hij een slagader open.
Ziezoo, zei hij, toen de roode stroom er
uit schoot, ik denk niet, dat hij daar van op
komen zal.
Met deze woorden stak hij het mes weer
in zijn zak, bekeek zijn kleeren en zijn han
den om te zien of hij alle vlekken had weg
geveegd en trok het lijk van de deur van
daan. Daarop nam hij de actetasch op, wierp
nog een blik op zijn slachtoffer en verliet de
kamer.
Het huis was in stilte gehuld. Zonder eenige
moeilijkheid bereikte Frangois zijn kamer.
's-naclits en een groot gedeelte van den
dag in een kleine schuur opgesloten,
die slechts licht ontving door een raam
pje zonder glas van 30 bij 30 cm. Er
stonden een konijnenhok in en een
oud ijzeren ledikant, dat het onge
lukkige kind tot slaapplaats diende.
Een hoop vodden, en een dunne deken
kon zij als dek gebruiken en haar
nachtjapon bestond uit een oud regen
jasje. Overdag moest het meisje hard
werken.
De vader, die 's avonds om zeven uur
de schuur afsloot, kwam meermalen
bij haar op bezoek en ranselde haar
met een ploerteiidooder, welke was
vervaardigd van# 'n eind gummislang
met een stuk ijzer, da: niet groote
schroeven aan het uiteinde was beves-
vestid. Dit moet reeds sinds Hemel
vaartsdag herhaaldelijk zijn gebeurd.
Na zoo'n kastijding kon het meisje
op haar voddenbed probeeren den
slaap te vatten terwijl nachtvorst en
storm door het kapotte raam vrij spel
in de schuur hadden.
Bovendien gaven de vader en de
stiefmoeder het kind weinig te eten.
Het meisje kreeg nu en dan 's mor
gens een paar boterhammen, maar het
avondeten, dat uit een paar aardappels
met wat groente-afval bestond, werd
in een pannetje buiten het huis ge
zet, waarna het meisje het in de
schuur kon opeten. Het voedsel was
zoo slecht en zoo weinig, dat het kind
nooit genoeg kreeg en totaai verma
gerd was, toen er eindelijk van hooger
hand kon worden ingegiepen.
Dat dit afschuwelijke geval van ou
derlijke ontaarding niet eerder is ach
terhaald, is ongetwijfeld te wijten aan
de omstandigheid, dat de woning van
B. vrij afgelegen ligt.
Tenslotte trok het de aandacht, ook
van voorbijgangers en omwonenden
aan den overkant van de woning van
B. bevindt zich de pont over bet zijka
naal dat bijna dagelijks een klage
lijk gehuil uit de schuur te hooren
was.
KIND VERDRONKEN.
Door den vader opgehaald.
Te Overschie is de 6-jarige Dirk Ot
terspeer bij het spelen op de schuit
voor zijn woning aan de Kleinpolder-
kade verdronken.
Het jongetje werd omstreeks 8 uur
vermist. De vader, die even later
thuiskwam, is dadelijk op zoek gegaan
eerst in de omgeving van den bruggen
bouw voor het viaduct van den Rijks
weg Rotterdam—Den Haag, later in
de Schie.
en alle andere plaatsen in West-Friesland,
PER WACO AUTODIENSTEN.
Veiligste en goedkoopste reisgelegenheid.
Hoewel vriendjes vertelden, dat zij
het kind sinds 5 uur, toen hij alleen
aan het spelen was op de schuit van
zijn vader, niet meer hadden gezien,
stond het vast, dht hij omstreeks 7 uur
nog met zijn familie had gegeten. Het
dreggen in de Schie had betrekkelijk
vlug resultaat. Tegen half tien werd
het jongetje door zijn vader met een
schippershaak opgehaald.
Dr. Roest Crollius heeft vergeefs ge
tracht, de levensgeesten op te weken.
De politie, die door een broertje van
het verdronken kind gewaarschuwd
werd, was dadelijk ter plaatse om
hulp te verieenen.
„TUSSCHEN BOMMEN EN ROOVERS MET
DE NEDERLANDSCHE AMBULANCE IN
ABESSINIE," verkrijgbaar in BOSKER's
Boekhandel H.-hoef Middenmeer.
BüiiLttLANüSUi NIEUWS.
Ben kousenverkoopster met initiatief.
Er woont in Londen een jonge vrouw
miss Viiliers genaamd die haar geluk
lieeft beproefd in den kousenhandel
en het heeft gevonden Een paai*
jaar geleden bezat zij een kapitaaltje
van oü pond st. Zij kocht daarvoor een
kleinen voorraad kousen van Fran-
sche makelij, huurde een kamertje er
gens hoog m een gebouw van Regent-
street en begon van daaruit haar ex
clusieve kousen aan den kleinhandel
te verkookten. Meer dan zes pond st.
omzet per week had zij aanvankelijk
niet, maar zij was er tevreden mee en
kon ermee voort gaan. In haar kleine
kantoortje bedacht zij nieuwe klem-en,
nieuwe en aparte weefsels en de om
zet nam toe. Met zuinig leven kon zij
wat opzij leggen en haar ideaal verwe
zelijken het oprichten van een aan
vankelijk bescheiden kousenfabriekje
in Nottinghamshire, waar ze haar
ideëen in realiteit kon omzetten.
De zaken breidden zien langzaam
maar zeker uit, miss Viiliers' bijzondere
kousen met het aparte cacnet werden
gaarne door de goede zaken gekocht en
liet resultaat was dat in 193b niet min
der dan 70 menseden werk vonden in
de fabriek in Nottinghamshire en dat
zij 4Ü.ÜU0 paar kousen verkorht Eigen
handig, want miss Viiliers noudt er
geen reizigers op na.
In net begin van dit jaar bad zij een
voorraad kousen ter waarde van 4000
pond st. en de eigenares heeft goede
hoop, dat zij in ioó6 naar omzet van
1935 kan verdubbelen. Zij heeft zeer
aparte kousen-modellen geteekend,
welke speciaal geschikt zijn om bij de
open zomer-sandalen te worden gedra
gen, met een doorschijnend teenstuk,
zoodat de gelakte of gepolijste teenna
gels goed tot hun recht komen.
Weer eens een bewijs, dat zelfs in
moeilijke tijden menschen met onder
nemingsgeest en durf het toch nog al
tijd een heel eind kunnen brengen!
Hij sloot de deur en wankelde naar de tafel,
waar zijn flesch op lag Die was ledig en met
een vloek wierp hij die neer. Hij bleef een
minuut stil staan, bleek en bevend met de
actetasch in de handen geklemd.
Het geluid van voestappen op het portaal
joeg hem een doodsangst aan. Snel stopte hij
de actetasch onder de dekens en draaide het
licht uit. Bijna terstond daarna werd er aan
de deur geklopt. Hij antwoordde niet. Nog
tweemaal werd het kloppen herhaald en toen
riep een stem
Laat mij binnen, Frangois, toe, gauw
Hij sprong naar de deur, liet Dola binnen
en sloot toen de deur weer en draaide het
licht op.
Wat is er vroeg hij, toen zij ademloos
op een stoel neerviel. Zij had een losse peig
noir aan, dien zij blijkbaar in de haast had
aangetrokken en aan haar bloote voeten had
zij een paar losse muilen. Zij zag er ontsteld
uit, alsof zij een vreeselijken schok gehad had.
Wat is er? herhaalde hij. Zeg om 'she
mels wil iets, Dola.
Ik heb zoo akelig gedroomd, zeide zij
rillend, ik zag jou dood liggen met een bloe
dende snede in je hals in mijn kamer en toen
ik wakker werd, was ik zoo akelig, ik durfde
niet langer in de kamer blijven. Heb je een
beetje brandewijn voor mij
d'Orvée sloot een oogenblik de oogen, want
haar woorden hadden hem verschrikt. Zijn
hart klopte heftig. Vrees had voor een oogen
blik zijn hart vervuld.
Een beetje brandewijn, herhaalde zij,
wat sta je daar nu te staren, Frangois Zie
je niet in wat een toestand ik ben
Ik heb geen brandewijn, zei hij, ik wou
zelf ook wel graag wat hebben.
Nu zag zij, dat hij nog geheel gekleed was
en riep
Ben je nog niet in bed geweest?
Neen, ik heb het druk gehad.
Waarmee dan
Met allerlei.
Hoor ééns, Frangois, je bent zoo raar.
Waarom ben je niet in bed geweest
Hij lachte, liep de kamer door en haalde
de actetasch te voorschijn.
Daarom, antwoordde hij, de tasch om
hoog houdend.
Dola was nu haar angstigen droom verge
ten.
Zoo gauw al, zei zij verrukt, heb je de
stukken nu al
Ja, dat heb ik vlug bezorgd, nietwaar
Zitten daar de stukken in, die w3 moe
ten hebben?
Ik geloof van wel, maar ik heb nog geen
tijd gehad om ze na te~zien.
Weet je zeker, dat er niemand was
Heel zeker, en 't ging uitstekend van
de hand.
Maar morgen zullen zij vermist worden,
zei Dola en wij moeten bedenken, hoe wij
dan zullen handelen. Het spijt mij eigenlijk,
dat je ze vannacht al hebt, ik had Aldred
eerst dat telegram moeten afnemen.
Je zei, dat je er zeker van was dat hij
niets zeggen zou.
Ja, dat hij toen, maar nu zijn de om
standigheden anders. Het verdwijnen van
die stukken zal hem ter oore komen en hij
zal de waarheid dadelijk gissen. Dan heeft
hij zijn kans. Hij heeft de zaak in zijn macht.
Wij moeten het eerst goed uitdenken, want
wij kunnen alles bederven door een vergissing.
Het ergste is, mompelde Frangois, dat
men zoo slecht hier vandaan kan komen.
De automobiel is er altijd zei Dola, daar
kun je toch bij, nietwaar
O, ja, in een paar minuten zou ik die
er uit hebben.
Maar wij moeten de zaak veel beter over
leggen en met eere winnen. Aldred moet tot'
zwijgen gebracht worden.
Wij moeten zorgen, dat Aldred hier de
schuld van krijgt, dat kun jij toch zeker wel
bezorgen, je bent slim genoeg.
Zij knikte toestemmend.
Ja, dat is een goed idee. Ik weet wel een
middel om dat tebewerkstelligen.
Hoeveel tijd zou er noodig zijn om copie
van die stukken te nemen
Eenige uren, denk ik.
Zou je er vannacht mee klaar kunnen
komen
Ik heb hier geen pen en inkt en ik ben
dood af. Ik kan het niet doen voor morgen.
Nu, mij dunkt, dat één dag niet zoo veel
verschil zal maken. In ieder geval zal ik Al
dred morgen vroeg dadelijk opzoeken en hem
het zwijgen dadelijk opleggen en als jij dan
morgen de copieën klaar hebt, dan zal ik zor
gen, dat de orinineele stukken en de acte
tasch in Aldred's kamer ergens verstopt zijn.
Meer is niet noodig.
De kleur was weer op haar wangen geko
men en de angstige blik was uit haar oogen
verdwenen. Zij was nu niet meer zenuwach
tig, maar vol moed. Hun succes was nu ver
zekerd, als zij het maar voorzichtig aanleg
gen, dan was het spel gewonnen.
Waar sta je naar te luisteren vroeg zij
opeens aan haar broeder. Hij stond bij haar
met net gelaat naar de deur gewend, alsof hij
een geluid gehoord had.
Ik heb een schok gehad, zeide hij, zijn
verschrikt gelaat naar haar toekeerend, als
jij in werkelijkheid gezien had wat je nu
alleen in den droom zag, dan zou je zeker ook
wel ontsteld zijn geweest.
Wat bedoel je, vroeg zij verschrikt.
Ik bedoel, zei hij langzaam en met na
druk sprekend, dat, toen ik een oogenblik
geleden de studeerkamer van den hertog uit
kwam ik stappen moest overhet lijk van
Gerald Otterham.
(Wordt vervolgd.)