27e JAARGANG DINSDAG lo NOVEMBER 1936 No. 96 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE VALSCHE AANKLACHT. N V. W. A. C. O. HOORN WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN 1 BUREAU: ADVERTENTIiN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. UITGEVER: ^1 BOS KEK WIERENGEN Hippolytnshoef Wielingen Van 1 5 regels f 0.50 ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.—. CORN. J. Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10 r DE TOESTAND IN SPANJE. WINKELPERSONEEL NAAR HET FRONT. Havas seint uit Madrid Het kanongebulder is heviger geworden. Het gedreun van de stukken der regeeringstroepen die in de stad staan opgesteld, vermengt zich met de ont ploffingen van de door de opstandelingen afgeschoten granaten. In de volkrijke buurt Lavapies zijn verschei dene huizen beschadigd en ook reeds eenige slachtoffers gevallen. De bewoners hebben hun huizen moeten verlaten, teneinde geen gevaar te loopen door vallende brokken puin getroffen te worden. In plaats van vliegtuigbommen, zooals de laatste weken, komen thans granaten op de stad neer. Men ziet geen vliegtuigen van de opstande lingen meer. Er loopen nog slechts weinig menschen op straat, auto's ziet men bijna niet meer. Tal van winkels hebben hun deuren geslo ten, aangezien het geheele personeel in en kele uren tijds gemobiliseerd en naar het front is vertrokken. Inmiddels duurt de uittocht van vluchtelin gen voort. Wie niet over een wagentje beschikt draagt zijn huisraad op den rug. STROOM VAN VLUCHTELINGEN VERLAAT MADRID. Talloozen nemen de wijk bij de nadering van Franco's troepen. Alcorcon, Zaterdagmorgen. 7 Nov. Op het oogenblik staan wij op een afstand van twee mijlen buiten Madrid. Het lijkt er op, als of wij even gelegenheid zullen krijgen om te rusten en van die pauze moet ik ge bruik maken om mij zoo snel mogelijk weer achter de linies te begeven om dit verslag te kunnen telegrafeeren. De stroom van burgers, die Madrid verlaat nu de witte legers naderen, neemt hand over hand toe. Door den kijker kan men zien hoe de vluchtelingen zich verdringen op den eenigen weg, die nog voor de vlucht open staatde groote weg naar Valencia. Hedenmorgen heel vroeg al stond ik op een heuvel buiten Alcorcon en sloeg de laatste stormloopen op de reeds wijkende verdediging van Madrid gade. Het was een sombere dag en de hemel was bewolkt. Het gezicht was lang niet zoo goed als vorige dag, maar men kon er niet aan twijfelen waar Madrid lag, want het vuur concentreerde zich steeds he viger op één punt. Vragen van den dag. IS SNEL RIJDEN GEVAARLIJK? Een maximum snelheid voor schrijven, heeft geen nut. Volgens een publicatie van het Cen traal Bureau voor de Statistiek is 77.3 pCt. van het aantal verkeers-on- gevallen te wijten aan fouten van be stuurders van voertuigen. Daarnaast blijft de rest op rekening van voet gangers of onbekende oorzaken. Uit de statistieken is gebleken, dat het aantal verkeersongevallen in den tijd van acht jaar is verdubbeld. Waar van de toeneming een gevolg is, is niet zonder meer uit te maken. Sommigen schrijven het groote aan tal verkeersongelukken toe aan het ontzaggelijk aantal vervoermiddelen, dat de laatste jaren den weg gebruikt en soms misbruikt. Er zijn wegen in ons land, waarop dag en nacht een druk verkeer is. Als voorbeeld noemen wij de verblinding Rotterdam—A'dam. Waar gehakt wordt vallen spaan ders en waar verkeer is gebeuren on gelukken. Wanneer de weg glad is door ijzel of pas beginnenden regenval, dienen bestuurders van motorvoertuigen meer dan anders de voorzichtigheid te betrachten. Doemt er plotseling een obstakel op en moet de autobestuur der krachtig (te krachtig onder deze omstandigheden) remmen, waardoor z n eigen wagen gaat slippen, is hij dan schuldig Steekt een fietser of eer» voetgan ger onverwacht den weg over, hetgeen (een onvermijdelijke aanrijding tenge volge heeft, dan is de zaak duidelijk. Alleen vraagt iedereen zich af Waar om lette het slachtoffer niet beter op Velen, die niet op de hoogte zijn met de eischen van snelverkeer, ge ven dan de schuld aan de snelle me chanische vervoermiddelen, die zoo plotseling te voorschijn kunnen ko men en den voetganger of den fietser voor een verrassing plaatsen. Daarom zijn nagenoeg alle gemeente besturen in ons land er toe overge- gaan, een maximum snelheid voor de bebouwde kom vast te stellen. In het algemeen varieert die snel heid van 30 tot 40 Km. per uur. Men meende hiermee, het gevaar zoo niet bezworen dan toch verminderd te hebben. In de praktijk is dit middel niet af doende gebleken, waarom de groote verkeersbonden als de A.N.W.B. en de K.N.A.C. er voor ijveren, deze snel heidsbelemmeringen afgeschaft te krij gen. De borden aan de grenzen van de bebouwde kom zouden heel goed kun nen verdwijnen, daar de politie het in haar macht heeft, iedereen, die de vei ligheid van het verkeer in gevaar brengt, te verbaliseeren. Terwijl aan den eenen kant het opvoeren van de snelheid wordt toege juicht, tracht men aan den anderen kant alles in het werk te stellen, de snelheid te beteugelen. Waarom werd Jesse Owens in Berlijn toegejuicht Waarom werden Rie Mastenbroek en Wiilly den Ouden en Nida Senff onder bloemen en toejuichingen bedolven Een voorbeeld voor ons land. Den Haag heeft sedert lang geen ronde borden met een cijfer aan zijn grenzen meer staan en het verkeer is niet onveiliger om geworden. Ook in het buitenland heeft men de ervaring opgedaan, dat het bepalen van een maximum snelheid geen vermindering van het aantal verkeersongevallen FEUILLETON. ROMAN VAN DE BEKENDE SCHRIJFSTER VIOLETTE CARR. 7.) Xaver deed een paar stappen vooruit. Het was daar een punt van de rots, die vooruit sprong, maar die diepe kloof, waar hij in lag. ging onder de punt verder. Het was in wer kelijkheid ook niets anders dan een richel, een strookje zachter gesteente, dat de tand des tijds van den gladdenwand had afgebrok keld. Een smalle zoom, nauwelijks drie a vier voet breed en daar naast, vele honderden me ters glad naar beneden in den afgrond. Terzijde van deze rotspunt was een kleine uitholling ontstaan. Hier was het steen zoo verweerd, dat er zelfs gras groeide, en zoo was er tusschen het ijs een kleine groene oase ontstaan. Hier, die paar schreden van de plek waar hij geslapen had, zou hij veel be ter hebben kunnen uitrusten en toch hij stond daar en had het gevoel, dat zijn haren te berge rezen. Weer hoorde hij diezelfde kreet, en nu zag hij in een hoek in elkaar gedoken iets don kers, een levend wezen, dat steeds de kop ophief. Een dier Xaver kon in het half donker niet zien, of het een gems was of mis schien een wilde kat. Het heele lichaam was bijna zonder huid en met vreeselijke, bloe dende wonden bedekt. Een kop met blinde oogen keek zijn richting uit, als om hulp smeekend voor dit vreeselijke lijden Het was een ongelukkig dier, dat hier door een toeval was beland, dat hier niet kon leven geeft. Een controle op de rem- en stuur-inrichting en de banden van de voertuigen geeft meer profijt dan met een stopwatch of een geijkten snel heidsmeter de snelheid van den auto op te nemen. Eerst dan Eerst wannejer alle weggebruikers er van doordrongen zijn, dat oplet tendheid is geboden, eerst dan kun nen we verwachten, dat het aantal verkeersongevallen sterk zal vermin deren. Maar dan zal de voetganger eerst moeten uitkijken voor hij over steekt. Dan zal de fietser zich ervan moeten vergewissen, of hij zonder ge vaar een zijstraat kan inslaan. Dan zal de taak van de politie ten aanzien van de regeling en het toe zicht op het verkeer aanmerkelijk zijn verlicht en dan zullen de weggebrui kers inmiddels wellicht wat meer hof felijkheid tegenover elkaar aan den dag leggen. Het moet zoover komen, dat ook het mijn en dijn op den weg wordt toegepast. Deze illusies zullen alleen werkelijkheid kunnen worden, als ieder weggebruiker zich van zijn verantwoordelijkheid bewust zal zijn. en ook nog niet sterven kon. Wat kon hij an ders doen, dan het arme, hulpelooze schepsel uit zijn lijden te helpen Hij keek om zich heen, nam een steen, sloot de oogen, om niet te zien, gooide, verbrijzelde de doodelijk ge wonde kop toen stond hij stil, zuchtte het gekreun was verstomd tot hij eindelijk keek, zag hij, da het dier dood was. Een bloedplas ontstond naast de verbrijzelde schedel. Bloed! En dit bloed riep de herinnering weer bij hem wakker. De gems Thomas Infanger hier dit doode dier. Had hij het rech» te dooden Bloed Bloed Hij leunde tegen den rotswand aan en hield zijn beide handen tegen de oogen gedrukt-. Moordenaar Hij richtte zich op en schudde het hoofd. Niet denken, nu niet denken In hem kampte zijn jonge levenslust met de stem van zijn geweten. Hij keek om zich heen. D' eenige weg, als hij deze spleet zoo noemen kon, ging over de plaats, waar het doode dier lag. Hij kon den aanblik niet verdragen, wist dat hij in elkaar zou zakken van angst, als hij met zijn voet het dier zou aanraken. Met de punt van zijn bergstok betastte hij het lichaam. Het dier was dood hij schoof het naar den rand toe eindelijk gleed het over den rand den afgrond in. Weer kwam de angst over hem Zoo was gisterennacht Tho mas Infanger, een mensch, dien hij had dood geschoten, ook in den afgrond gestort. Hij moest weg, moest zijn krachten inspannen, zijn gedachten afleiden, hij voelde, dat hij anders zelf nog in de diepte zou storten. De zon was nu geheel opgekomen, op den nach telijken sneeuwstorm volgde een stralende dag. Wonderlijk schoon lag de heele berg pracht van den Palü voor hem uitgespreid. Heel in de verte, nog nauwelijks te herken nen, lag de Alp Sassal Masone, daarvoor ech ter rotsen en daartusschen een schitterende, glinsterende gletscher. Om zijn hoofd waaide een zoele wind, de lucht was helder. Zijn oo gen verlustigden zich onwillekeurig aan de in een algemeenen maatregel van be stuur worden vervat. Ook de inrich ting van den ouderraad wordt aan dien algemeenen maatregel overge laten. Door electrischen stroom gedood. De 15-jarige R. de Boer, werkzaam bij den landbouwer H. H. Bulle te Nieuwe Pekela, kwam in den stal in aanraking met een niet-ge-isolecrd ge deelte van de looplamp met het gevolg dat de electrische stroom hem door het lichaam ging. De jongen was op slag dood. Dure Westlandsche druiven. Door meer vraag van de zijde dei- export zijn de prijzen van de druiven de laatste dagen bijzonder hoog ge worden. Vrijdag werd voor de Alicante besteed 40 tot 45 cent per Kg. voor de le soort. In vergelijking met vorig jaar zijn de prijzen van de druiven thans circa 17 cent per Kg. duurder. Er worden thans veel druiven ver handeld voor Polen en Duitschland. B1NNENLANDSCH NIEUWS. RUIM DRIE MILLIOEN STEUN VOOR DEN LANDBOUW. Naar wordt gemeld zal de regeering zeer binnenkort een derde uitkeering aan den tuinbouw doen. Dit steunbedrag zal liggen tusschen de 3 en 3lh millioen. De bevoegdheid van oudercommissies. Eenige uitbreiding. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen acht. den tijd geko men, de uiterst sobere bepalingen die in de wet op het lager onderwijs no pens de oudercommissies worden aan getroffen, eenigszins aan te vullen. In de eerste plaats stelt hij de Twee de Kamer voor, dat de oudercommissie bevoegd zal zijn zich tot Burgemeester en Wethouders of tot den Gemeente raad te wenden met betrekking tot de belangen van de school en dat zij aan de leden van het rijksschooltoezicht alle inlichtingen zal geven, die dezen verlangen. Vervolgens wordt voorgesteld, dat in een gemeente, waar meer dan één ouder-commissie bestaat, een ouder raad zal worden ingesteld, dat die raad bevoegd zal zijn zich tot Burge meester en Wethouders of tot den ge meenteraad te wenden met betrek king tot de gemeenschappelijke belan gen van de openbare scholen in de ge meente en dat hij aan het gemeente bestuur en aan de leden van het rijks schooltoezicht alle inlichtingen zal ge ven, die dezen verlangen. De overige bevoegdheden, aan deze commissies en raden te geven, kunnen BUITENLANDSCH NIEUWS. De eenvoud van Koning Leopold. „Leopold is een prachtmensch." Koning Leopold III heeft, in tegen woordigheid van den kleinen prins van Boude wij n en van het prinsesje, Vrijdagmiddag in het Paleis te Brussel twee mijn-ingenieurs en 62 mijnwer kers ontvangen, die zich bij de jongste mijnramp te La Bouvcrie bij de red dingswerkzaamheden zoo kranig heb ben onderscheiden. In de Empire-zaal. Een paleis-adjudant leidde de red ders in de Empire-zaal. Daar bevond zich de koning met zijn ministers van arbeid en economische zaken. Geen officieel vertoon. De koning had de ontmoeting met de mijnwerkers zoo gewild. Verder niemand dan zijn twee oudste kinderen, beiden in het wit ger kleed. Ten overstaan van den kleinen prins Boudewijn en prinses Josephine Charlotte, trad hij achtereenvolgens op elk der 64 helden der mijn toe, die daar stram stonden in hun Zondagsche kleeren. Hij spelde hen een eeretee- ken op de horst en drukte hen de hand. Alsof al die stevige en ruige harten al niet ontroerd genoeg waren, noodde hij ze daarna allen met hem en zijn beide kinderen ten disch. De lunch. De lunch werd opgediend in de Spiegelzaal die sedert het verscheiden van België's geliefde vorstin niet meer die schittering van licht heeft gekend. Aan het hoofd van de tal'el zat koning Leopold rechts en links van hem had een arbeider plaats genomen en dan de twee ministers met eveneens twee mijnwerkers ais tafelburen. Er bevonden zich onder de redders een- voudige mannen, die zich onder den pracht van deze machtige natuur. Het was hem, als waschte deze schoonheid de leelij - ke zwarte vlek uit zijn ziel weg. Xaver zocht naar een mogelijkheid verder te komen. Overal lag bedriegelijke, versche sneeuw. Gevaarlijke sneeuwmassa's' hadden zich ver over de randen van de afgronden heengeschoven, en vielen hier en daar naar beneden. Terwijl hij langzaam zijn krachten terug voelde komen, maakte. Xaver zich gereed tot een verderen strijd met de bergen. Hij nam uit zijn rugzak een stuk brood, dronk een slok brandewijn om warm te worden. Hij had nog maar weinig voedsel, dat nog overgeble ven was van gisteren. Hij had immers 's nachts nog over de Diavolezza willen trekken. Xaver kwam uit zijn schuilplaats te voor schijn en begon te klimmen, rustig voetje voor voetje kroop hij tegen de steile helling op. Een honderd meter boven hem was het bergpad dat van Sassal Masone hierheen liep en in verhouding gemakkelijk begaanbaar was. Hij kende het, en ofschoon hij het nooit voor mogelijk had gehouden, dit pad vanuit den afgrond te bereiken, moest hij het nu toch probeeren. Gelukte het hem, dan ston den hem twee mogelijkheden openterug naar Sassal Masone of weg naar Italië. Hij had een rotspiek bereikt, en moest om verder te kunnen gaan over een afgrond heen- springen en zich weer tegen den volgenden steilen wand opwerken. Hij stond op de scherpe punt en tot zijn ontzetting voelde Xaver, dat zijn knieën sidderden en zijn stap niet meer vast was. Voor het eerst in zijn leven werd hij duizelig toen hij in den af grond keek. Hij waagden den sprong, en kwam op een kleine uitstekende richel terecht. Hij was blij, dat hij den wand bereikt had, stond stil, hield zich aan een kleinen struik vast, die uit een bergkloof te voorschijn kwam. Nu het laatste stuk nog, ongeveer een vijftig meter naar boven. Zijn blik zweefde naar boven daar hing een sneeuwklomp, ver vooruitgeschoven, en het was nog slechts een kwestie van tijd dat deze naar beneden zou storten. Plotseling gleed er een steen onder zijn voeten uit onwillekeurig gilde hij. Op hetzelfde oogen blik viel de sneeuwklomp, trof Xaver, wiens voet naar een steun zocht, en bedolf hem. Het was een kwestie van secondenDe sneeuw, die geen lawine veroorzaakt had, had hem slechts het evenwicht doen verlie zen, hij viel, maar werd niet van den rand afgeduwd. In dit oogenblik van het grootste gevaar kwam de gescherpte tegenwoordigheid van geest van den bekwamen bergbeklimmer weer bij hem boven. Zijn oogen zagen een smalle kloof. Hij had zichzelf geen rekenschap kunnen geven hoe het mogelijk was. Zijn handen grepen toe, zijn voeten vonden een steunpunt, zijn lichaam drukte hij tegen den bergwand. Zijn lichaam gleed langs den glad den wand en kwam een tien meter lager dan hij eerst was, tot stilstand en met bevende ledematen stond hij nu op een smal pad zag vlak voor zich een breeder stuk, een vooruitspringende vlakte, dacht niet verder na, sprong er op en dacht, dat hij gered was. Toen zijn hart weer een beetje rustiger klopte, keek hij om zich heen. Het plateau waarop hij stond was ongeveer drie meter in het1 vierkant. In den rotswand ontdekte hij zoo waar een ijzeren haak, een bewijs, dat reeds eerder hier een bergbeklimmer voorbij was gekomen. Een oud, verroeste haak, die reeds jaren geleden hier moest zijn aangebracht. Doch het pad, dat hier waarschijnlijk eens langs geloopen had, was verdwenen, de steen- brokken in den loop der jaraen verweerd. Koelbloedig keek Xaver om zich heen. Hij keek omhoog, keek over het platau in den gapenden afgrond. Hier was zijn kunnen ten einde. Van hier uit kon hij zonder vreemde hulp niet meer weg. Voor hem echter lag, heerlijk in haar bovenaardsche schoonheid, de indruk van deze omgeving beklemd gevoelden. Het duurde echter niet lang. De koning onderhield zich met zijn tafelburen en weldra had alles 'n gemoedelijk verloop, met echter een zweempje melancholie. Op verzoek van een der mijnwer kers zette de koning zijn liandteeke- ning op diens menu-kaart, waarop ge drukt stond „Dejeuné du 6 Novem- bre 1936 Palais de Bruxelles" nu wer den een voor een alle vier. en zestig menu-kaarten den koning voorgelegd, die geduldig op iedere, kaart in den lin ker bovenhoek met krachtige hand Leopold schreef. Nadat de eenvoudige maaltijd was beëindigd, verhieven allen zich op ver zoek van den koning van hun plaat sen, om staande een stille hulde aan de nagedachtenis der slachtoffers van de jongste mijnramp te brengen. Opgetogen verhalen. Het behoeft geen betoog, dat de mijnwerkers opgetogen waren over deze ontvangst ten paleize. De opzich ter, die aan tafel naast de koning had gezeten, verklaarde aan de journalis ten, die hem te Laekeü ondervroegen, „De koning heeft met ons zitten pra ten, als met oude bekend m. „Eerst gevoelden we ons wel een beetje onbehaaglijk in deze prachtige omgeving en zoo tegenover den koning in hoogst eigen persoon, maar de vorst was zoo gewoon en zoo menschelijk dat we ons al gauw thuis bij hem gevoelden. Ik moest hem precies ver tellen, hoe de ramp zich had toege dragen en de koning vroeg alle moge lijke bijzonderheden over ons beroep en over levens-omstandigheden. De Koning stil. Een ander zeide „De Vorst sprak mij over zijn kinderen. Van Prins Al- hert. zeide hij, dat hij nog te jong was en te schuchter om deze ontvangst, hij te wonen. Ik heb er Zijne Majesteit op attent gemaakt, dat twee jaar geleden die goeie koningin Asfrid mij persoon lijk heeft gedecoreerd. Toen is de ko ning een heelen tijd stil en droef geble ven. Voor wij van tafel opstonden, heeft de koning- eenvoudig- gezegd „Wij kunnen niet van elkaar schei den, zonder even te hebben gedacht aan degenen die in de mijn zijn geble ven." Wij zijn nog nooit zoo ontroerd geweest." Weer een ander verklaarde „De koning is een prachtmensch. Deze ontvangst is een onvergetelijke Vanaf 3 October uitbreiding der dienst Helder- -Wieringen - Wieringermeer - Meilemblik - Hoorn - Amsterdam. Weekse dagen 5x, Zaterdag 6x, Zondag 4x, in beide richtingen. Vraagt gratis dienstwijziging bij onze chauffeurs. glinsterende gletscher van de Palü. Fientje Collina bracht den dag in koorts achtige onrust door. Nooit was het haar zoo zwaar gevallen de gasten, die bij de hut kwa men, te bedienen. Steeds weer klonken de vreeselijke woorden van den douane haar in de ooren „Xaver Kernbacker heeft Thomas Infanger doodgeschoten Heel vroeg in den morgen kwamen mannen naar boven. Gendarmes en berggidsen, die naar den gletscher klommen om het lichaam van Infanger te zoeken. Giori was niet bij hen. Het werd middag eer de mannen terugkeer den. Gelukkig dat er vandaag door het schoo- ne weer nogal menschen over den Alm kwa men, zoodat Fientje handen vol werk had. En als de gedachten weer in haar opkwamen, schudde zij ze af en probeerde te lachen. Wat een onzin was hetZeker, hij kon op een stuk wild geschoten hebben, maar hoe kwam Thomas Infanger, die op weg was naar de grens, daar boven De muts Wat zei die muts Onzin, Giorl had spoken ge zien. Eindelijk kwamen de mannen. Onwillekeu rig haalde Fientje verlicht adem. Zij droegen de meegenomen draagbaar over de schouders hadden dus den doode niet gevonden. Toen kwamen zij den Alm op, waren ver moeid, dronken iets om zich te verfrisschen en Fientje stond in de nabijheid en luisterde naar hetgeen zij vertelden. „Infanger is in den afgrond gestort, nadat hij doodgeschoten was." „Hij is eerst op het vooruitspringende deel terecht gekomen waar wij zijn zakdoek ge vonden hebben, die uit zijn zak is gevallen, en dan weer verder in den afgrond terecht gekomen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1936 | | pagina 1