28e JAARGANG DONDERDAG ai JANUARI 1937 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN EN OMSTREKEN ZIJN KLEINE MEISJE. PER WACO ZONDAG 31 JAN. No. 7 WIERINGER COURANT VER8CHUNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden I 1.—. CITGEVEB: V; CORN. J. BOfeKER WIERINGEN BUREAU Hippolytoshoef Wielingen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIiS Van 1 5 regels f 0.5G Iedere regel meer f 0.1Q Zuiderzeepolders uit staatsrechtelijk en stedebouwkundig oogpunt. In de le Groningen gehouden jaar- lijksche algemeene vergadering van den Groninger Waterschapsbond heeft prof. dr. C. W. van der Pot, hoog léeraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen een rede gehouden over „De Zuiderzeepolders uit staatsrechte en stedebouwkundig oogpunt." Gebied behoort nóch tot ge meente, nóch tot) provincie. De Zuiderzee heeft altijd behoort tot onze territoriale wateren en het land, dat voor een deel er van in de plaats komt, is dus terstond Nederlandsch grondgebied. Maar de Zuiderzee be hoort niet tot het gebied van bepaalde gemeenten en daardoor ook niet tot het gebied van bepaalde provincies en waar dit geen bijzondere moeilijkheid gaf zoolang de Zuiderzee water was, daar kon deze toestand niet voortdu ren, toen het land het water kwam ver vangen. Handelingen, die verboden zijn zonder vergunning van het betrok ken provinciaal of gemeentelijk or gaan hadden daar dan straffeloos kun nen worden verricht. Vandaar dat reeds in 1926 en 1928, toen de afsluit dijk en de Wieringermeerpolder bezig waren te ontstaan, hij wet bepaalde stukken Zuiderzeegebied gevoegd zijn bij de aangrenzende gemeenten. Daar mede was men voorloopig geholpen, maar het stond van den aanvang af vast, dat dit niet meer dan een voor- loopige maatregel zou zijn. Het gebied van den Wieringermeerpolder moet be stuurrrechterlijk een eenheid gaan vol uien en de gemeentegrenzen loopen daar thans zeer willekeurig doorheen. Naast een gemeente zal vermoedelijk een waterschap worden opgericht met gelijke of ongeveer gelijke grenzen. De vraag, waar onze wetgever zich thans voor geplaatst ziet, is, of hier voor de tijd reeds is gekomen. De Re geering meent van niet, daar een le vensvatbare gemeente met dooi' en uit de bevolking zelf opgebouwde or ganen nog niet kan worden gevormd op den grondslag van de tegenwoordi ge heterogene bevolking. Dit pleit er voor nog wat te wachten met het in voeren van de normale organisatie-vor men en om inmiddels een nieuw, twee de voorloopig stadium te scheppen, dat voor de thans bestaande toestanden doelmatiger is dan het eerste. Ook het privaatrechterlijk beheer van den nieu wen grond, die domeingrond is, kan daarbij worden ingeschakeld. Instelling rechtspersoonlijk heid bezittend lichaam. Met gebruikmaking van art. 194 der Grondwet wil de Regeering nu, vol gens het door haar in Juni 1935 inge diende wetsontwerp, een rechtsper soonlijkheid bezittend lichaam (De Wieringermeer) instellen, dat zal zijn belast met de leiding van den verderen inpolderingsarbeid binnen dit gebied met inbegrip van het voor gebruik ge schikt maken van de gronden metj het eigenaarsbeheer van de Staaisei-j gendommen met het nemen van maatregelen ten behoeve van de water staatsbelangen in het gebied en met het nemen van de vereischte gemeente lijke maatregelen. Na in het kort te hebben stilgestaan bij de voorafgaande voorstellen, waar onder dat van de commissie Vissering en van den Zuiderzeeraad, hesprak spreker den inhoud van het genoemde wetsontwerp, dat onlangs bij een hij de Memorie van Antwoord gevolgde 110 ta Van wijziging nog enkele veranderin gen heeft ondergaan. De concentratie bij één lichaam heeft niet meegebracht dat alle werkzaamheden aan één or gaan of groep van organen worden op gedragen. De gemeentelijke voorzienin gen worden atzonderlijk gehouden en opgedragen aan een bestuurs-commis- sie, een dagelijksch bestuur en een voorzitter, die geheel te vergelijken zijn met Raad, B. en W. en huigemees ter in een normale gemeente. liet ove rige komt hij den Raad en een directie, bestaande uit een directeur en ten hoogste twee onder-directeuren. En het verbindend element zit dan hier in, dat de directeur tevens zal zijn de voorzitter van de bestuurs-commissie. Op deze wijze zullen conflicten worden voorkomen en spreker meende dat de Regeering er in is geslaagd zich te ver dedigen tegen het bezwaar, dat men door dit dubbel stel organen de zaak noodeloos ingewikkeld heeft gemaakt. Expioiiatie van den grond. Na een woord van critiek op een en kel onderdeel van het ontwerp, bracht spreker de verdere exploitatie van den grond ter sprake. Het wetsontwerp had daar in zooverre verband mee, dat het lichaam „De Wieringermeer" hij zijn beheer gemachtigd zal worden om daarvan ten hoogste 3000 ha in Staats exploitatie te houden. De geheele Wie ringermeer is 20.000 ha groot, waar van 17.500 ha nuttige grond overblijft. Ongeveer- 17 pCt. - de commissie Visse ring had 25 pCt. voorgesteld - wordt dus voor Staats-exploitatie gedacht, terwijl de rest beschikbaar zal zijn voor den particulieren landbouw. Blij kens een nota van de Kegecring ver wacht men, dat ongeveer in 1940 de gronden voldoende cultuurrijpheid zul ien hebben gekregen om ze definitief te kunnen uitgeven en men wil dan elk van de drie in aanmerking komen de stelsels - verkoop, erfpacht en tijd- paclit - op ongeveer gelijke oppervlak te in toepassing brengen, elk dus op ongeveer 5000 ha. Ongetwijfeld zal hier over nog een levendige discussie in de Staten-Generaal te wachten zijn. Tot slot van dit. deel van zijn voor dracht wees spr. er op, hoe men zich voorstelt, dat het lichaam De Wierin germeer mettertijd weer zal verdwij nen. Te voren zal het echter zijn be voegdheden hij wijze van voorloopige voorziening nog kunnen uitoefenen FEUILLETON. ROMAN NAAR HET ENOELSCH. EERSTE HOOFDSTUK. 4.) „Misschien heben jullie toch wel kennissen hier," probeerde Giles nog eens, maar weer schudde het kleine meisje haar hoofdje. „Wij kennen hier niemand. Moeder zegt, dat ze geen kennissen wil hebben en ze voel de er ook niets voor, dat ik, met andere meis jes speelde. Moeder heeft altijd veel verdriet." er klonk iets plechtigs in de kinderstem „daarom vond ze dat wij met z'n beiden maar altijd samen moeten zijn." De herhaling van die woorden altijd wij met z'n beiden", troffen Giles bijzonder nu een van die beiden in zoo'n hachelijken toe stand was en een brok kwam in zijn keel toen hij bedacht, dat als het doodvonnis van de doktoren inderdaad juist was, de uren, waar in het kind nog met teedere stemklank kon spreken van „wij met z'n beiden", geteld wa ren. Wat zou het leven voor haar worden, als zij het voortaan alleen te dragen zou heb ben Wat moest het kind, als haar moeder van haar werd weggenomen, de moeder, die het middelpunt van haar wereld was Hij f was nog in deze gedachte verdiept toen zijn kleine geleidster stilstond, voor een deur aan het eind van een gang en met oneindige voor zichtigheid de kruk omdraaide opdat geen geluid de zieke storen zou." „De verpleegster zei, terwijl zij hem de ka mer introk en de deur voorzichtig achter hem sloot. De kamer waarin Giles zich bevond, was heel klein. Ze lag aan de achterzijde van het met betrekking tot de verder in te pol deren deelen van het IJsseimeer. De bedoeling is om van de ervaringeiij in de Wieringermeer opgedaan, voor het verdere gebied het volle profijt te trek ken. Toekomstig landschap. Vervolgens besprak spreker het toe komstige landschap der Zuiderzeepol ders, daarbij vooral wijzend op het werk, dat door het Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw in dit opzicht is gedaan. Het landschap zal ongetwijfeld moe ten groeien op den grondslag van strenge zakelijkheid. Het wegennet zal moeten wezen, zooals het moderne ver keer dat verlangt, en de verkaveling- zal moeten geschieden zooals zij het best past voor het moderne bedrijf. Maar zooals het rapport eener commis sie, door het genoemde Instituut inge steld, het uitdrukt, in het landschap moet tot uiting komen, dat hier niet al leen productie-factoren wonen, maar menschen in den vollen zin des woords de nederzetting moet den mensch verzekeren wat hij thans en straks voor een menschwaardig be staan verlangt. Met eenige voorbeelden gaf spreker aan hoe ook met eenvou dige middelen in deze richting iets kan worden bereikt. Dat in de Wieringermeer reeds veel merkbaar is van een streven in die richting, kan niet worden beweerd, meende spreker. Maar misschien is het nog voorbarig om hierover reeds conclusies te trek ken. Hij hoopte in elk geval, dat wat in dit opzicht is verzuimd in de Wie ringermeer een les zal zijn, als straks de groote inpolderingen tot stand komen. hotel, ze zag uit op een kleine binnenplaats en was uiterst karig, om niet te zeggen armoe dig, gemeubileerd. De verpleegster stond bij de kleine tafel, bezig medicijnen te druppelen in een maatglas en toen hij haar aanzag, be greep Giles direct waarom het kind een beet je bang voor haar was. Haar gezicht was hard, haar oogen onsympathiek en hun dun ne, opeengeklemde lippen, toonde geen spoor van zachtheid of vriendelijkheid of warmte. Ze keek snel op toen de jonge man en het kind samen binnenkwamen en wenkte in de richting van het bed. „Ik vond het maar beter U te laten halen," zei ze met gedempte stem, „U bent de eenige in het hotel, die iets van haar weeten het kan nu niet lang meer duren. Ze is hee- lemaal bij kennis.' Iets in den harden gelijkmatigen toon van de spreekster was er, dat Giles' ontstemming tegen haar deed toenemen. Daar was geen spoor in deze vrouw van de vrouwelijke tee- aerheid, die hier noodig was haar koele oo gen gingen van de stille gestalte op het bed naar het kind dat door de kamer liep, met niet meer vriendelijkheid dan men van een steenen beeld had kunnen verwachten. „Ze heeft me niets verteld", ging de vrouw voort, „ze ligt daar maar en staart naar het kind, met die groote donkere oogen ik krijg er gewoon een griezelig gevoel van." „Heeft ze U niets verteld „Niets. Ze ligt maar doodstil en staart en staart, dat ik er angstig van word. En ik ben anders niet zoo over-gevoelig.ze lachte koud en zette het glas met medicijnen neer. „Maar de dokter Dr. Somers Het was misschien wel goed om hem te laten halen. Misschien wil ze hem nog wat mededeelen, of inlichtingen geven, of een wensch uiten „Dr. Somers is weggeroepen, een heel eind weg, bij een Engelschman, die ernstig ziek is. Hij zal niet bijtijds terug zijn om Mrs. Bur- CRISISBUREAU. Inzage toewijzingslijsten 1937. De Landbouw Crisis Organisatie voor Noord-Holland maakt hekend, dat de toewijzingslijsten 1937 bij onder staande adressen en op vermelde uren, ter inzage zullen liggen voor kalveren District 5a, op 27 Ja nuari en 3 Februari 1937, van 10 tot 12 uur, in de Graanbeurs te Midden- meer. LOSSE OPMERKINGEN. Schade door natte winters. Als wij nu weer eens de losse opmer king maken, moet het haast wel zijn over de losse winter, die heel veel van de bodem heeft gevraagd. Dat klinkt voor sommigen wel een beetje vreemd. Men is geneigd te ver onderstellen, dat een strenge vorst veel van den grond zou vragen. Doch het tegenovergestelde is waar. Zoo'n goed doorgevroren grond is heilzaam voor de structuur, al kan voor het ge was dooi- het uitwinteren de vorst wel eens schade doen. i Een losse winter, zooals wij die de( laatste jaren gewoon zijn, doet een fel le en meestal welgelukte aanval op de geaardheid van den grond en ont neemt de houw voor een vaak niet ge ring hoeveelheid plantenvoedsel. De herhaalde regenbuien bederven de structuur van hei land en verdrijven de plantenvoedende stoffen naar steeds dieper gelegen lagen en weidra geheel uit het bereik van de plantenwortels,' die er straks bij hernieuwden groéi te vergeefs naar zullen zoeken. De grond verarmt. En dat niet het minst aan de zeer waardevolle stik- stofmestolfen, die voor een deel zoo gemakkelijk m liet bovenvocht oplos sen en dus ook zoo gemakkelijk mee wegzakken ais er overvloed van water valt en er geen groeiende planten zijn om ze spoedig op te nemen, wat in de groeiperiode een voordeel is. Wat wegzakt huiten het hereik van de plantenwortels en dus vrijwel als geheel verloren is te beschouwen, moei natuurlijk aangevuld worden. Want over eenigen tijd begint de her- groei weer. En aan heeft de plant in de eerste plaats veel stikstof noodig. Voor dit aanvullen - niet alleen van uitgespoelde,, doch ook van mogelijk reeds bestaande tekorten - komt wat de stikstof aangaat, vooral in aanmer king de goedkoope zwavelzure ammo niak. En daarnaast de eveneens niet dure Kalkammonsalpeter. Het is be kend, dat de ammoniakstikstof zicli aan bodem-bestanddeelen kan hinden, wat het wegzakken verhindert. Voor gewassen, die vrij vroeg in het voor jaar weer beginnen te groeien is wat salpeterstikstof voor dadelijke opna me gewenscht. De kalkammonsalpeter bevat de stikstof in beide vormen en wel van ieder de helft. Men geeft er mee de betrekkelijk vlug werkende sal peterstikstof en de geleidelijk losko mende ammoniakstikstof. Daarom is deze stikstotmest juist zoo aan te be velen. naar de voetbalwedstrijd Duitschland-Holland te Dusseldorp. Retour f 5.—. Vertrek Zaterdagmiddag of Zondagmorgen. Stadionkaarten verkrijgbaar. REISBUREAU WACO HOORN. Breed 35, Tel. 184. nett nog levend te vinden." En de ongevoelige stem ging gedempt verder „Voor ik U door het kind liet halen, vroeg ik Mrs. Burnett of ze u bij zich wilde hebben. Ze zei ja. Ik wil niet alleen de verantwoordelijkheid voor alles op me nemen en U bent ook Engelschman en was bij het ongeluk tegenwoordig, nietwaar?" „Zekeren als ik helpen kan „Ze wenkt U", viel de verpleegster hem in ae rede, kijkend naar het bed. Giles, die nu denzelfden kant opkeek, zag dat de hand van de stervende vrouw bewoog en een wenkende beweging in zijn richting poogde te maken. Oogenblikkelijk was hij bij haar bed en met een troostende beweging legde hij zijn hand op de hare. „Zegt u het maar, als er iets is, dat ik voor U doen kan," zei hij ineens maar recht op zijn doel afgaande., omdat hij wel zag dat haar levenslamp weldra gedoofd zou zijn. Zijn stem was zacht en teeder en had een klank die de vrouw vertroostend in de ooren scheen te klinken. „Hij heeft me.... vermoord", hijgde zij, terwijl haar ééne hand rusteloos over de de-( ken bewoog en de andere het donkere hoofd streelde van het kind dat naast haar bed op de knieën lageerst heeft hij mijn ziel.... vermoord.... nu vermoorde hij mijn lichaam. Giles keek haar vol verbazing aan! Haar vreemde en schijnbaar onsamenhangende woorden, deden hem denken dat haar geest reeds geheel 'en al in de war was. Toen hij weer begon te spreken was het nog zachter, nog zachter, nog voorzichtiger dan te voren. „Ik ben bang, dat u en uw dochtertje heele- maal alleen hier bent. Zal ik niet familieleden of vrienden van u waarschuwen „Eris niemandom tewaar schuwen", zei ze. Sylvia en ikhebben geen familie of vrienden.... we zijn alleenwij met z'n beiden." GEMEENTERAAD VAN ZLJPE. Vergadering van den Raad der gemeente Zijpe op Dinsdag 19 Januari 1937, des namid dags te 2 uur. Voorz. Mr. D. Breebaart, Burgemeester, wn. Secretaris de heer Correljè. (De secr. de heer de Boer is wegens ziekte afwezig). Aanwezig 10 leden. Na het gewone welkomswoord van den voor zitter, houdt deze een korte gedachtenisrede, voor wijlen de heer P. de Boer Ez„ in leven raadslid van de gemeente Zijpe. Spr. schetst „Wij met z'n beiden". Het was een herhaling van de woorden, die het kind gebruikt had en Giles merkte dat de magere hand op de deken zich krampachtig balde alsof de ster vende vrouw zich plotseling realiseerde in welk een intense eenzaamheid zij en haar kind leefden. „Lieveling, de donkere oogen wendden zich naar het kind naast haar, de zwakke stem kreeg een teedere klank, „kom, haal het ivo ren kistje even.ik wil meneer hier vragen," ze hield even op en haar adem ging steeds moeilijker „Wilt ume.helpen ein digde ze na een oogenblik, Giles met grooten ernst in de oogen kijkend. „Zoo goed als ik maar kan" antwoordde hij. verlangend om haar te kalmeeren om de ge jaagde angst uit haar oogen te doen verdwij nen. Sylvia kwam overeind, liep op haar teenen door de kamer naar een grooten koffer in den hoek en zoodra ze het bed verlaten had, legde de moeder haar zwakke hand op den arm van den jongen man, met de duidelijke bedoeling dat hij dichter bij haar zou komen. Hij boog het hoofd, tot zijn oor heel dicht bij haar lip pen was en haar hand legde ze op de zijne met een nauwelijks hoorbaren snik. „Luister" hijgde zij. Ik wil met u spreken alleen u lijkt sterk en goeden er zijn zoo weinig goede menschen op de wereld." Ze draaide rusteloos het hoofd heen en weer „Ikheb zooveel slechts ondervonden De zin eindigde met 'n vermoeiden zucht. Ze sloot de oogen, maar sloeg ze direct weer op met een starenden blik. „Wat is er?" fluisterde zij. „Waar ben ik.. Is dit het einde en ik ben zoo moe maar Sylvia is erSylviaalleen wij bei den „Is er iets dat u wilde, dat ik voor haar zou doen onderbrak Giles haar verwarden woor denstroom, omdat het scheen dat haar geest den heer de Boer als iemand die voor gewoon te had, om, wanneer eenmaal een oordeel was gezegd over een onderwerp en het was ook zijn oordeel, de debatten niet noodeloos rekte, door in herhaling te treden. Spr. meent wel namens den heele raad te zeggen dat de heer de Boer een aangename en dankbare herinnering heeft achtergelaten. De raad hoorde staande deze woorden aan. Na de raad en pers met hun gezinnen nog in alle opzichten een gelukkig 1937 te hebben toegewenscht, wordt met de afhandeling dei- agenda begonnen. Mededeelingen en ingekomen stukken a. Mededeeling inzake goedkeuring door Ged. Staten van enkele Raadsbesluiten. b. Beschikkingen van Ged. Staten inzake verdaging beslissing omtrent een tweetal Raadsbesluiten. c. Mededeeling inzake verleende onthef fing van verplichting tot vaststelling van een capitulantenverordening. d. Mededeeling inzake aanneming van in devergadering van 8 Dec. j.1. gedane benoe mingen. e. Idem beschikking van Ged. Saten be treffende ongegrondverklaring beroep art. 13 L. O. wet. f. Balans en verlies- en winstrekening 1935 Keuringsbesluit voor waren in het gebied Alkmaar. g. Begrooting 1937 Keuringsdienst voor waren in het gebied Alkmaar. h. Jaarverslag'Centraal en Inlichtingen bureau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon voor Nederland. i. Proces-verbaal van kasverificatie bij den Gemeente-Ontvanger. j. Mededeeling inzake brandstoffentoeslag op werkloozenkasuitkeering. T.a.z. van dit punt zegt de voorzitter dat een schrijven van de minister van Soc. Zaken is ingekomen, dat de toeslag niet mag worden gegeven. Een en ander is dus geheel in over eenstemming hetgeen spr. in een vorige ver gadering hierover heeft gezegd. De heer Doorn vraagt of dit nu juist aan den Minister gevraagd had moeten worden. De raad had in de toeslag toegestemd, zoo dat B. en W. zonder vragen de* toeslag wel hadden kunnen geven. De voorzitter zegt dat B. en W. het dan uit eigen zak zouden hebben moeten bealen. De heer Doedens merkt op, dat er wel meer dingen zijn die gevraagd moeten worden, doch zonder vragen toch geschieden. De voorzitter zegt dat dit nimmer zal ge beuren. De heer Veldman zegt, wel te hebben ge weten dat de minister niet zou toestemmen. Spr. had graag gewild dat B. en W. zonder meer de wensch van de raad had uitgevoerd. De voorzitter maakt een einde aan de dis- cusie. k. Adres van den Zij per Bestuurdersbond inzake werkverschaffing. Dit adres is één dag voor de vorige raads vergadering binnengekomen. Bij de rondvraag- is door den heer Veldman al een en ander gezegd, aldus de voorzitter. Spr. kan nog me dedeelen dat als de kosten per manweek la ger zullen zijn, zal de rouleerregeling soepe ler worden toegepast. De heer Veldman zegt dat het antwoord reeds verstoord was en hij vreesde dat het eeuwige zwijgen komen zou, voordat zij hem haar wenschen had meegedeeld. „Zorg goed voor haar', haar donkere oogen branden in de zijne, „om Gods wil zorg voor haar ze is zoo alleen wees goed voor mijn kleine meisje." De hand die stil op de zijne gelegen had, omklemde die thans in wanhoop, de toon van ae gefolterde menschenziel in doodsstrijd, die in de vermoeide stem klonk, maakte dat Gi les voelde dat hij iets moest doen, iets moest beloven, om de stervende vrouw in haar laat ste oogenblik vrede te geven. „Zorg voor haar De stem werd matter, maar er was zoo iets dringends in haar woor den en haar oogen waren met een blik van honger en doodsangst op het gezicht van Gi les gevestigd. „Ik zal mijn best doen om goed voor haar te zorgen," fluisterde hij terug, langzaam en nadrukkelijk, terwijl hij haar ernstig in de oogen keek. „Wat ik voor haar kan doen, zal ik doen." „Zweert u het „Ik zweer het." Bijna onwillekeurig had hij de woorden uitgesprokenhij voelde zich aangedreven om ze te spreken door den hon- gerig-angstigen blik van de stervende moe der door den verzwakkenden druk op zijn hand. De intense vertroosting die in haar wij de, donkere oogen kwam scheen hem op dat moment voldoende belooning voor wat hij gedaan had, maar alle gedachten en overwe gingen werden al spoedig verward door het vreemde van de omgeving en door het verras sende van het plotselinge verzoek. Een oogenblik heerschte er zwijgen in het vertrek, op welks drempel de Dood reeds wachtte en in die stilte waren Sylvia's voet stappen, hoe zach ook, hoorbaar toen zij weer naar het bed terugging. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1