28e JAARGANG
DONDERDAG 20 FEBRUARI 1937
No. 22
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ZIJN
KLEINE MEISJE.
WIERINGER
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.
UITGEVER
BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
CRISIS - BUREAU.
LEEFTIJDSGRENS RUNDEREN.
De Ned. Veehouderij Centrale maakt
bekend, dat de leeftijdsgrens, beneden
welke runderen van een identiteis-be-
wijs voorzien dienen te zijn, met in
gang van 1 Juli 1937 in stede van het
tijdstip, waarop het dier in het bezit
van 2 breede tanden is, zal zijn het tijd
Stip, waarop het 4 breede tanden
hééft.
Dit houdt dus in, dat na 30 Juni 1937
de runderen met een gewicht van 100
Kg. of meer, welke nog niet in het be
zit zijn van 4 breede tanden, in het al
gemeen slechts aangehouden kunnen
worden met een identiteitsbewijs.
Uiteraard geldt deze bepaling als zoo
danig niet voor reserve kalveren, wel
ke, naar bekend is, tot een gewicht van
250 Kg. zonder identiteitsbewijs in voor
raad mogen zijn, en evenmin voor zoe
temelkskalveren, voor welke een
mestvergunning werd verleend, als
mede voor ingevolge de osseiitoewij-
zing aan te houden dieren, welke eerst
bij een gewicht van 250 Kg. van een
identiteitsbewijs voorzien behoeven
te zijn.
In verband met het bovenstaande
wordt den betrokken veehouders ten
sterkste aangeraden ook de identiteits
bewijzen van runderen, welke door
het bezit van 2 breede tanden nu in fei
te buiten de teeltregeling vallen doch
waarschijnlijk voor 1 Juli 1937 nog
geen 4 breede tanden zuilen hebben,
zorgvuldig te bewaren.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Op 26 Mei Kamerverkiezingen.
De candidaatssteliing zou op
20 April plaats vinden.
Naar van bevoegde zijde wordt ver
nomen, ligt het in de bedoeling, in
dien de behandeling van de Grond
wetsherziening tijdig in de Eerste Ka
mer tot 9tand komt, de candidaats
stelling voor de verkiezingen te doen
plaats hebben 20 April a.s. en de stem
ming op 26 Mei daarop volgende.
Geldkistje op de vuilnisbelt.
Arbeider van gemeente-reini
ging maakt goeden sier.
De vorige week ging een groenteboer
te Deventer op 1'amilievisite. Maar hij
zat er danig over in waar hij zoolang
zijn bezittingen aan geld zou opbergen
De groenteboei- kreeg toen een originee
len inval een geldkistje met een
spaarbankboekje van 2000 gulden en
500 gulden aan contanten werd verbol
gen in den vuilnisbak onder de toon
bank in zijn winkei. Den anderen mor
gen - het was laat geworden bij de vi
site - dachf de man echter niet meer
aan zijn geldkistje en ging hij eerst
naar de groenteveiiing om in te koo-
pen en toen aan het venten in de stad.
In dien tusschentijd baalde de gemeen
te-reiniging den vuilnisbak op en zoo
verdween mede het kistje met 2500
gulden aan waarden De g? jenteboer,
des middags thuiskomend, dacht op
eens met schrik aan het kistje met
geld en holde toen, desperaat, naar de
vuilnisbelt ver buiten de stad. Daar
zocht men naar het kistje, maar men
vond het helaas niet.
Dezer dagen kwam de droeve ont
knooping van het geval. De politie
nam namelijk waar, dat een der arbei
ders gedurende een drie-tal dagen da
nig aan de zwier was geweest. Zijn
weekloon had hij evenwel Zaterdag a's
gewoon thuis afgedragen. Deze man
viel, na verhoor, al spoedig door de
mand. Hij had het kistje met het
spaarbankboekje te water geworpen
en was met do 500 gulden aan den rol
gegaan. Er was nu nog slechts 200 gul
den van over. De dader is een man met
vele gemeenelijke dienstjaren.
DE BEKEERDE BOER.
I11 de gehouden vergadering van
het Waterschap „De Regge" te Almelo
werd een merkwaardige brief voorge
lezen van een ingeland. Deze schreef
o.a. dat hij nu reeds meer dan vijftig
jaar zijn boerderij heeft in het gebied
van het Waterschap. Vroeger was het
zoo, dat men bij vorst, in Goor zijn
schaatsen kon onderbinden en kon
doorrijden tot Haaksbergen toe. Want
elk jaar opnieuw werden duizenden
bunders grond door overstroomingen
geteisterd, daar de te smalle heken het
toestroomende water niet konden af
voeren. Thans is dit echter totaal ver
anderd. Hoewel we dit jaar '11 natter
jaar hebben dan sinds menschenheu-
genis het geval is, zijn de gronden in
het waterschap, waarin de ontwate-
ringswerken zijn uitgevoerd, geheel
droog gebleven. Het mag dan waar
zijn, dat des zomers bij langdurige
droogte de grondwaterstand weieens
hier en daar wat laag wordt - daar
slaat toch dit. gunstige tegenover, dat
de landerijen des winters niet meer
verzuipen", zooals anders dit jaar stel
lig het geval zou zijn geweest. En waai
de briefschrijver vroeger een felle te
genstander was van het Waterschap
en de ontwateringswerken, daar be
tuigde hij thans zijn dank en bracht
hulde aan het dagelijksch bestuur en
den technischen dienst, die ondanks
de tegenwerking, een gebied van pl.m.
15.000 ha. van wateroverlast heeft be
vrijd.
Dit schrijven had veel bijval van de
vergadering.
DE ONBEWAAKTE OVERWEG
Motorrijder tegen den trein ge
botst en gedood.
Dinsdagmiddag om half twee is op
den onbewaakten overweg bij de Ze-
venhuizenlaan te Heiloo de 28-jarige
drukker P. Eriks uir Heiloo met zijn
motorfiets teger een uit de richting
Amsterdam komenden eleclrischen
personentrein gebotst Hij kwam in
aanraking mei het vierde rijtuig en
FE UILLETON.
werd door den trein meegesleurd. De
man werd zoodanig verminkt, dat de
dood onmiddellijk moet zijn ingetreden
Waarschijnlijk heelt Eriks den
trein wel zien aankomen, doch heeft
hij niet tijdig kunnen stoppen.
Het treinpersoneel heeft van het on
geluk niets bemerkt, doch toen de
trein even na het gebeurde aan het
station Heiloo stopte, hebben reizigers
een en ander gerapporteerd.
Het spoorboekje van 7 Januari.
Van de ruim 200.000 gedrukte
exemplaren zijn er slechts
60.000 verkocht.
Iu den dag van het Prinselijk huwe
lijk hebben de Nederlandsche Spoor
wegen, zooals men weet, op sommige
trajecten een specialcn dienst uitge
voerd, die openbaar was gemaakt in
het bekende spoor boekje-van-één-dag
met zijn fleurigen omslag. Men had op
veel belangstelling gerekend, zoodat
er een flink aantal van werd gedrukt.
Evenals het reizigersvervoer op dezen
dag is het ook met den verkoop van
het spoorboekje minder geweest, dan
was verwacht. Naar men meldt waren
er ruim 200.000 exemplaren vervaar
digd daarvan zijn er maar 60.000 ver
kocht. Ook als aandenken is het blijk
baar niet voldoende op prijs gesteld.
Den overgebleven voorraad trachten
de spoorwegen 1111, zooals reeds werd
gemeld, aan de scholen te slijten voor
3 cent per stuk. Van enkele scholen
zijn al aanvragen binnengekomen, doch
men is in Utrecht nog lang niet dooi
den voorraad lieen.
Ruime aanvoer van kabeljauw.
Men schrijft uit IJmuiden
liet kalmere weer 11a de laatste
stormen heeft niet nagelaten zijn in
vloed op de Noord-visscherij uil ie
oefenen.
Trawlers en loggers kunnen thans
weer dag en nacht visschen en de ver
wachtingen ten aanzien van ruime ka
beljauw-vangsten in de ingetreden pe
riode zijn gelukkig niet teleurgesteld,
zoodat visscher, reed er en handelaar
hun risico-vollen arbeid tengevolge
van giootere aanvoeren met resultaat
beloond zien.
Voor het Hollandsclie publiek, dat
in verhouding tot den Duitschen en
Engelschen consument veel te weinig
van het kostelijk en voedzaam Noord
zee-product geniet, opent zich thans
een uitnemende gelegenheid eenige
malen per week kabeljauw en tong
tegen billijke prijzen op den disch te
hebben.
Om aan de wenschen van vele huis
vrouwen tegemoet te komen, wordt
tegenwoordig rondvisch ook in filets
in den handel gebracht, zoodat de
eventueele bezwaren aan vischschoon
maken verbonden, hiermede geheel
uit de wereld geholpen zijn.
Ruime aanvoerperioden als thans
openen opnieuw de mogelijkheid om
de waarde van zeevisch, als volksvoed
sel bij uitnemendheid, practisch op
de proef te stellen
ROMAN NAAR HET ENOELSCH.
19.)
Onmiddellijk nadat de auto gestopt had
ging er een lamp voor de voordeur op en de
jongen dokter zag een grooten man uitstap
pen die zijn hand uitstak om een andere pas
sagier te helpen. Hij kon het gezicht van den
man niet zien, hij had een witte das om zijn
hals, die zijn mond en kin bedekte en de
zachte vilthoed, die hij droeg, was diep in de
oogen getrokken. Toen de tweede inzittende
uit de auto stapte, zag Hugh, dat het een
dame was, slank en elegantze droeg een
langen mantel, blijkbaar over een avond
japon een shawl van zwaren kant bedekte
haar hoofd en haar gezicht.
Maar toen ze op het trottoir stond naast
haar begeleider, werd de shawl door de wind
vlaag omhoog gewaaid en een enkel oogen-
blik maar werd haar gezicht in het schijnsel
van de lantaarn zichtbaar. En in dat oogen-
bllk zag Hugh duidelijk iederen trek en hij
kon een uitroep van verbazing en schrik ter
nauwernood onderdrukken. Het was niet mo
gelijk dat hij zich vergiste die fijn besneden
neus en kin, die blos, de glans over het haar,
waar de kanten doek van afgesneden was, de
diepe gloed in haar oogen, waarin het lamp
licht scheen. Dat was in levende lijve de
vrouw, met wie hij, een paar uur geleden bij
de dames Cardew gepraat had, de vrouw, die
zoo'n buitengewonen indruk op hem gemaakt
had. Maar wat moest zij hier doen, in dit
verdachte straatje in het Zuiden van Londen
en dan 's avonds om tien uur Met welk doel
kwam een vrouw van haar stand en bescha-
BLIJFT NOORD-HOLLAND BRAK
Het is de Nederlandsche Vereeniging
tegen Watei Bodem- en Luchtveront
reiniging gebleken, dat er van de zijde
van belanghebbenden prijs op gesteld
wordt, van gedachten te kunnen wisse
len over de mogelijkheid van verbe
tering van den toestand van het boe
zem- en polderwater in Noord-Holland,
mol betrekking tot het zoutgehalte.
De Vereeniging wil gaarne daartoe
haar medewerking verleenen, door
het beleggen van een vergadering,
waarop dit onderwerp zal worden be
handeld.
Zij hoopt daarmede de totstandko
ming van dc op dit punt noodzake
lijke samenwerking, tusschen belang
hebbenden onderling en met overheids
instanties, te bevorderen.
Daartoe zal op 10 Maan a s. te Alk
maar in Café-resiaui aiu „Het Gulden
Vlies", Koorstraat 24, een vergadering
worden gehouden.
Ochtendvergadering. Aanvang 10 u.
1. Mevr. Dr. N. L. Wibaut-Isebree
Moens
„De toestand van het boezem- en
polderwater in No.tri-Holland, zooals
die thans is met betrekking tot het
zoutgehalte."
2. Ir. J. 1\ Mazure
„Hoe het met het zoutgehalte en
het peil van het IJsseimeer gesteld is,
en wat hieromtrent is te verwachten."
3. Mededeelingen vanwege het Col
lege van Consulenten voor den Laud
en Tuinbouwvoorlichtingsdienst, over:
„liet belang van ontzilting van het.
polderwater in Noord-Holland voor
den bodem-cultuur, de veeteelt en de
zuivelbereiding."
Discussie.
Middagvergadering. Aanvang 2 11.
4. Prof. Dr. N. H. Swollengrebel
„Belangen der malaria-bestrijding hij
ontzilting van het boezem- en polder-
water."
5. J. van Oldenborgh
„Belangen der drinkwater-winning
bij ontzilting van het IJsselmeerwater
en het boezem- en polderwater in
Noord-Holland."
6. C. Thomése
„Overzicht van dc technische maat
regelen die kunnen leiden tot verbete
ring van den toestand."
Discussie.
ving in zulk een verloren, van-God-verlaten
oord En wie was die man, die bij haar was,
die met een sleutel in de hand nu bezig was
om de deur waarvoor ze beiden stonden te
openen Hoe kon Miss Rosa Müller iemand
toestaan haar naar zoo'n buurt te brengen en
en dan nog wel zoo laat Boosheid, jaloezie,
afkeer maakten zich van den jongen man
meester, die maar stil stond te kijken naar
de twee anderen aan de overzijde van de
straat. Een golf van emotie sloeg fel in hem
omhoog hij was er zich bewust van dat ele
mentaire hartstochten en gevoelens in hem
wakker werden waarvan hij nooit geloofd had
dat ze in hem leefden. En deze losgebroken
primitieve instincten brachten hem er blijk
baar toe om de straat over te steken en op
heldering te vragen omtrent'deze mysterieuze
escapade. Maar hij had zich te lang geoefend
in zelfbeheersching, de grond zijner persoon
lijkheid was te evenwichtig, dan dat hij aan
een zoo'n vreemdsoortige impulsie gehoor
zaamd zou hebben en hij bleef rustig waar hij
was met volle aandacht kijkend naar de twee
gestalten ernaast.
Maar de deur van het huis ging al gauw
open, de man wendde zich tot zijn begeleid
ster en zei iets tegen haar dat Hugh niet kon
verstaan en een seconde later waren beiden
in het huis verdwenen en had de deur zich
zachtjes achter hen gesloten.
Zoodra de deur weer in het slot gevallen
was zette de chauffeur zijn motor aan en voor
het tot Hugh goed was doorgedrongen wat er
gebeurd was, suisde de auto weer weg en was
in een oogenblik om den hoek van een zij-
sti-aat verdwenen. Gedreven door een voor
hem ongewone nieuwsgierigheid, stak de jon
ge dokter de straat over en liep op het huis
toe, waar zooeven de man en de vrouw waren
binnengegaan. Met de grootste aandacht be
studeerde hij de doodgewone muren en ven
sters en tuurde naar het huisnummer. Het
Het is ons bekend, dat door de boo
ten uit Holland tientallen werkloozen
in Indie worden gebracht. Zij hebben
een beetje geld om het korten tijd uit
te zingen, zij belegeren de pensions en
trekken er dan op uit in de meening
dat zij binnen een week wel geënga
geerd zullen zijn. Ook ouderen, men-
schen van dertig tot veertig jaar, mee-
neii hier weer aan den slag te kunnen
gaan. Zij weten blijkbaar niet, dat wan
neer Indie „bibit" gebruiken kan, dit
land dan ook werkelijk bibit noodig
heeft, d.w.z. jonge krachten van ten
hoogste een kwart eeuw oud.,
Het is uitermate tragisch, maar
waar dat menschen hoven de dertig-
te „oud" zijn om in Indie te kunnen be
ginnen, althans in de cultures. Het
pijnlijke bij dit alles is vaak, dat onder
deze sollicitanten zich menschen bevin
den, die door een soort ondersteunings
bureau voor oud-cultuurlui naar In
die uitgezonden blijken te zijn met de
toezegging, dat zij hief zeker wel een
betrekking zullen vinden.
Zij zijn van fraaie introductie-brie
ven en papieren voorzien*en het is al
les prachtig voor elkander, totdat
men bitter teleurgesteld ontdekt, hoe
de haantjes in Indië niet zoo voor hét
opscheppen zijn als men wel had ge
meend
ONZE OOST.
Een waarschuwing.
Men ga niet op goed geluk naar
Indié.
De „Deli Courant" bevat een ernstige
waarschuwing aan 't adres van diege
nen in Nederland, die „aangetrokken
door berichten of voorspiegelingen om
trent een geweldige opleving op Java
en in Deli, op de bonnefooi naar deze
gewesten gaan, iu de verwachting, dat
de betrekkingen hun in den schoot
zullen woorden geworpen."
huis was even somber, vaal en doodsch als
de rest der huizen in de straat, een grauw
huis met twee verdiepingen, zooals er duizen
den in Londen zijn. De ramen waren zoo goed
afgesloten dat door geen kier of reet een
lichtschijnsel zichtbaar was. Toch bleef Hugh
staan kijken, alsof hij verwachtte dat hij iets
buitengewoons, iets geheimzinnig of griezeligs
zou ontdekken. Een verdwaasde drang met de
grootste moeite bedwongen, deed den wensch
in hem opkomen om aan de bel te trekken,
toegang te vragen en te ontdekken wat er wel
voor bijzonders in dat huis was en waarom
het meisje, dat zijn gedachten zoo ongekend-
prettig vervulde hier was binnengegaan. Maar
hij deed tenslotte wat een nuchter, evenwich
tig en beschaafd Engelschman in zulke om
standigheden doet. Hij nam voor de derde
maal het huis nog eens goed op, bekeek alles
nog eens met onderzoekende oogen en
ging zijns weegs, terwijl hij in zichzelf her
haalde „Graham Street 13Graham
Street 13."
TIENDE HOOFDSTUK.
Zoek het Juweel
De kamer was klein, vierkant en uiterst een
voudig gemeubeld. In het midden stond een
tafel met een rood kleed erover er lag een
opengeslagen vloeiboek op, bij een inktpot
en wat pennen. Om de tafel heen stonden zes
stoelen, waarvan hier en daar het.paardehaar
zichtbaar was. Een plankenkast stond naast
de kleine schoorsteenmanteleen klein goed
koop karpet je bedekte een deel van de hou
ten vloer Verder was er niets in de kamer
behalve een wekker die, op den schoorsten-
mantel stond en luid tikte. Geen ander ge
luid verbrak de stilte in het vertrek het was
aan de achterkant van het huis gelegenge
luiden van de straat drongen er niet door.
De twee menschen in de kamer waren in zoo
volkomen stilzwijgen verzonken, dat toen een
van hen begon te spreken, het geluid in de
zoo intens stille kamer onwezenlijk scheen en
de vrouw, die geheel in haar eigen gedachten
verdiept was, opschrok en ternauwernood een
uitroep onderdrukken kon.
„Ik heb je niet hier gebracht om je tijd te
verknoeien met droomen" zei haar begeleider
op een ruwen toon, die toch wel een beschaaf
den en aangenamen bijklank had. „Ik heb je
hier laten komen om je betere instructies te
geven dan ik tot nog toe kon doen. Waar is
Michael
Hij heeft me hierheen gebracht en liet mij
in deze kamer. Ik weet niet waar hij heenge
gaan is. Je vergeet.
„Ja, ja, uitleggingen zijn niet noodig. 't Was
nu eenmaal noodzakelijk, dat je hier kwam
langzamerhand kan je wel weten, dat ik geen
onnoodige dingen doe. Zooals een groot En-
gelsch dichter zegt Er is methode in mijn
waanzin.
„Hebt U me voor een speciaal doel noodig
De twee spraken vlug en het was duidelijk
te zien, dat, hoewel de vrouw een moedige
uitdrukking in haar gezicht had, zij toch een
weinig terugdeinsde toen zij haar begeleider
in de oogen keek. Het waren oogen, die men.
als men ze eens gezien had, niet licht verge
ten levendige blauwe oogen met een gebie
denden, doordringenden blik. Misschien voel
de de vrouw, die bij zijn blik eenigszins ont
stelde, wat anderen vóór haar ook gevoeld
hadden, dat deze heldere blauwe oogen in 't
binnenste van haar ziel konden kijken en
haar intiemste gedachten lezen, zij probeerde
aan dien sterken heerschersblik te ontkomen,
door onafgebroken naar de kast naast de
schoorsteenmantel te kijken.
„Natuurlijk heb ik je voor een speciaal doel
noodig", antwoordde de man op drogen toon,
terwijl hij van zijn stoel opstond en voor het
MARKTBERICHTEN.
Rotterdam, 23 Febr. Vee. Aanvoer in totaal
4225 stuks 857 vette runderen, 911 magere
runderen, 102 vette kalveren, 60 graskalveren
1869 nuchtere kalveren, 20 varkens, 4 veulens,
218 paarden, 139 schapen en lammeren. Vette
koeien le soort 56, 2e soort 58, 3e s. 40—48 ct.
per kg; vette ossen le s. 60, 2e s. 54, 3e s.
44—50 ct. per kg stieren le s. 60 2e s. tot
53, 3e s. 45 ct per kg le s. f 280, 2e s. f 225,
3e s. f 120 per stuk; vette kalveren le s. 90,
2e s. 80, 3e s. 5565 ct. per kg; graskalveren
le s. 2e s. 58, 3e s. 46 ct. per kg; f 60—
40—15 per stukslacht- en nuchtere kalve
ren le s. 38, 2e s. 33, 3e s. 28 ct. per kg; f 9
6V.'5 per stuk fok- en nuchtere kalveren
f 141210 per stuk slachtpaarden le s.
52, 2e s. 48, 3e s. 42 ct. per kg; f 205—155—
115 per stuk werkpaarden f 260180—110
hitten f 13010570 schapen le s. 47, 2e s.
40, 3e s. 33 ct. per kg; f 26—20—15 per stuk
lammeren le s. 50, 2e s. 42, 3e s. 32 ct. per
kg f 23—19—13 per stuk kalfkoeien f 235—
190—120 melkkoeien f 240—190—135 vare
koeien f 175—140—100 vaarzen f 155—115—
85 pinken f 130—100—75.
Vette koeien en ossen handel stroef, le soort
koeien iets stijver, prima tot 70 ct., dito ossen
tot 63 ct., stieren met goeden handel en hoo-
'gere prijzen. Vette kalveren handel matig,
prima soort tot 100 ct. Graskalveren handel
matig, prijzen van mindere soorten lager.
Slacht- en fokkalveren handel willig, prijzen
lager. Paarden handel stug, slacht- en werk
paarden hooger. Varekoeien handel matig,
prijzen stijgend. Overigens handel kalm, prij
zen als vorige week.
vuur ging staan. „Ik heb een mooi werkje
voor jou." Zooals hij daar stond scheen zijn
domineerende persoonlijkheid het heele ver
trek wel te vullen en de vrouw in den stoel
geheel te overheerschen. Haar oogen werden
onbewust weer naar de zijne getrokken, haar
genandschoende handen, die stil in haar
schoot lagen begonnen onrustig te bewegen.
Eerst trok zij de eene handschoen uit daarna
de andere, alsof die beweging haar innerlijk
rust kon geven.
„Dus ik bedoel verder niet zoo door te gaan"
zei ze moet ik nu een andere rol spelen
„Je bent al dikwijls in Engeland geweest -
hoor je", kwam het antwoord op scherpen en
gebiedenden toon, „maar je hebt altijd in
hotels gewoond dat bracht de aard van je
werk mee."
„Alleen in hotels", herhaalde zij mechanisch
„enverder
„Wel, je hebt altijd gezegder gleed
een duivelsch lachje over zijn knap gezicht
„dat je graag wat van het Engelsche fa
milieleven zoudt leeren kennen, wat meer
dan je wat er in hotels van ziet. Daarom
heeft je oom," hij sprak zacht en een tikje
sarcastisch, „daarom heeft je oom besloten
om een geschikte familie te zoeken waar je
een poosje zou kunnen inwonen, waar je het
huiselijk leven in Engeland op zijn best zou
kunnen leeren kennen."
„Ja", zei ze, „tot zoover kan ik U uitstekend
volgen. Ik moet dus ergens bij een familie
gaan, maar waar En waarom Of wordt de
reden geheim gehouden? Uze zweeg
een oogenblik en keek hem glimlachend aan.
„U.... bent.... Mr.Müller, en ik ben uw
nichtje Rosa
„Ik ben Mr. Müller en jij bent mijn nichtje
Rosaprecies" herhaalde hij. „En ik ben
van plan je mee te deelen waarom je naar
Stockley moet gaan."
(Wordt vervolgd.)