28e JAARGANG
DINSDAG JUNI 1937
HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
A
^OÊP'/P'
DE
BULTENAAR.
REIST PER WACO
BEKENDE LAGE TARIEVEN.
---rfftrrnfn ob JS'lbOOX llD
No. 63
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
T"
BUREAÜ:
ADVERTENTIëN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
UITGEVER
Hippolytushoef Wieringen
Van 1
5 regels
f 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER
WIHRINGEN.
Telef. Intercomm. No. 19.
Iedere
regel meer
f 0.10
per 3 maanden f 1.
EEN OORZAAK VAN HET
SPOORWEGTEKORT.
De kosten van overwegen.
In een brochure, getiteld „Een der
oorzaken van het Spoorwegtekort",
komt de heer S. A. Reitsma tot de con
clusie, dat de kosten van de overwe
gen bijdragen tot de ongunstige exploi
tatie-rekening van de spoorwegen.
De schrijver geeft een historisch
overzicht van den aanleg van de
spoorwegen in ons land en de beveili
ging ervan. De afsluiting van de
spoorbanen geschiedde in het belang
van een veilig verkeer op- de lijn. De
kosten van de afsluiiing kwamen ten
laste van de spoorwegen.
Dan wordt de vraag gesteld, of deze
kostbare voorziening- voor de reizi
gers noodig was. De schrijver meent
van niet, gezien het gering aantal onge
lukken, dat in de vorige eeuw op spoor
lijnen is gebeurd.
Vooral na den wereldoorlog nam
het verkeer van fietsen en motorvoer
tuigen sterk toe en verkeerden de win
sten van de spoorwegen in aanzienlij
ke verliezen. Uit drang naar bezuini
ging werd de bewaking van sommige
overwegen opgeheven.
Het verschijnen van de snellere ver
voermiddelen op de verkeerswegen
schiep op de overwegen een geheel
andere situatie.
Vroegervoetgangers en bespannen
voertuigen in matig tempo.
Thans fietsen, maar vooral auto's,
rie volgens den heer Reitsma dikwijls
slecht of in het geheel niet werkende
remmen hebben auto's met chauf-
feurs, die ondanks de voorschriften
FEUILLETON.
Naar het Fransch van Paul Féval.
18.
Een algemeene kreet van verrassing en be
wondering belette hem voort te gaan en hij
zelf bleef met open mond staan, want op het
onverwachts vertoonde zich een jong meisje
van eene verblindende schoonheid op den
drempel van het vertrek.
Zij had blijkbaar niet gedacht zulk een tal
rijk gezelschap aan te treffen, want een lach
je verhelderde haar gelaat. Nu bleef zij ech
ter plotseling staan en sloeg haar geborduur-
den sluier ijlings neder.
Gonzaga, die aanvankelijk eene beweging
van schrik gemaakt had, herstelde zich dade
lijk en ging rechtstreeks naar het meisje,
greep hare hand en drukte die met nog meer
eerbied dan galanterie aan zijne lippen.
„Dat is een mooi juffertjemompelde
Chaverny.
„Een Spaansche schoone zeide Navailles.
„De jonge dame, die mijnheer de prins in
zijn huisje in de Rue Saint-Magloire bewaart,"
fluisterden anderen.
„Heeren," zeide Gonzaga, „gij zoudt nog
dezen dag dit lieve kind gezien hebben, maar
ik had het zoo spoedig niet verwacht. Ik zal
mij nog niet de eer geven, haar aan u voor te
stellen, want het is de tijd nog niet ver
schoon mij een oogenblik."
En daarop geleidde hij het jonge meisje we
der naar haar vertrek.
„Weet gij, wat mij in 't hoofd komt zei
Oriol, toen Gonzaga weg was. „Als die fami
lieraad eens belegd was voor eene echt
scheiding
Eerst verwierp men dit verre, haar langza-
geen tijd hebben om hun gang te ver
langzamen en behoorlijk uit te kijken.
De schrijver geeft dan een vergelij
king met Duitschland, waar het weg
verkeer bijdraagt in de kosten van de
overwegen en waar lichtsignalen
steeds meer in de plaats van slagboo-
men komen.
Dat een trein een langeren remweg
noodig heeft om een botsing te vermij
den, dient volgens den schrijver niet
ter zake, als men naar een verdeeling
van de kosten van overwegen zoekt.
Evenmin of de spoorweg een nationale
brandstof - kolen - stookt en de auto
een buitenlandsch product, n.1. ben
zine. De schrijver denkt hierbij blijk
baar niet aan de Diesel tractie bij de
Nederlandsche Spoorwegen.
Het recht van voorrang is een recht,
dat aan de Spoorwegen is toegekend
en zonder dit recht zou een regelma
tige dienst niet mogelijk zijn.
Verdeeling van de kosten
De schrijver komt dan tot de conclu
sie, üat het wegverkeer en
de spoorwegen ieder voor de helft bij
dragen in de kosten van het bewaken
van overwegen. Wanneer de spoorwe
gen bij den aanleg van een nieuwe
lijn de voorkeur zouden geven aan
een niet gelijkvloersche kruising, dan
zouden zij de helft van het verschil in
kosten moeten bijdragen. In het ge
val, dat het wegverkeer meer belang
heeft bij een kruising door middel van
viaducten zou dit meer moeten bijdra
gen.
Diaar de Nedterlandsche autowegen,
die nu in aanleg zijn. geen gelijkvloer
sche kruisingen met spoorwegen zul
len hebben, zal het een moeilijke
kwestie worden, wie het meeste be
lang heeft bij zoo'n kruising. Over dit
vraagstuk laat de schrijver zich echter
niet uit.
Het is niet billijk, dat de hr. Reitsma
de nieuwe „hefting" op het wegver
keer uit het Verkeersfonds wil putten,
zoover het rijkswegen betreft. Hij wil
de uitkeeringen uit het Verkeersionds
aan de provinciën verminderen, wan
neer het gaat om provinciale wegen
Kruisingen met gemeente-, waterschaps
en particuliere wegen zullen moeilijk
heden opleveren, erkent de schrijver,
maar liij vertrouwt op medewerking
bij de onderhandelingen.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Het meisje en de matroos
Zij bracht hem tot „ongeoor
loofde afwezigheid."
Een 20-jarige stoker derde klasse op
Hiv Ms. „Van Speyk" was altijd een
oppassend, gehoorzaam en goed mili
tair geweest, totdat hij kennis maakte
met een meisje uit Rotterdam, waar
mee hij zich eenigen tijd later ver
loofde.
Dit meisje nu zag met leede oogen
aan, dat haar matroos na enkele da
gen verlof steeds naar Den Helder
merhand begon men het niet onmogelijk te
achten, want de onoverkomelijke klove, die
tusschen Gonzaga en zijne vrouw bestond,
was voor niemand een geheim.
,,'t Is een slimme ratfluisterde Taran-
ne „hij is in staat de vrouw te laten loopen
en den bruidschat te houden."
„Wat weet men eigenlijk van dat meisje T
vroeg Gironne.
„Niets anders," antwoordde Navailles „dan
dat mijnheer van Gonzaga haar streng ver
borgen houdt en dat Peyrolles de slaaf is,
die zich de kuren dezer schoone geduldig
moet laten welgevallen."
„Zij moet zich hoogstens sedert een paar
weken te Parijs bevinden," zeide Nocé, „want
nog verleden maand was juffrouw Niville de
meesteres in dat huisje van mijnheer den
prins."
„Er is daar eene soort van wachthuis in
den tuin, zei Montaubert, „en nu eens houdt
Faënza, dan Saldagne er de wacht."
„Alles geheimzinnigheid
Na Cocardasse en Passepoil op hun gemak
in de keuken aan een rijkelijk maal gezet te
hebben, had Peyrolles het hotel door de tuin
deur verlaten. Achter de kerk Saint-Magloire
bleef hij voor de deurvan een anderen tuin
staan, die achter een hoogen muur verborgen
was. Hij haalde den sleutel uit zijn zak en
trad den stillen tuin in, aan wier achtereinde
zich een geheel nieuw gebouwd paviljoen in
den Griekschen trant verhief.
In de vestibule van het paviljoen bevonden
zich verschillende knechts in livrei.
„Waar is Saldagne vroeg mijnheer Pey
rolles.
Het antwoord was, dat men mijnheer de
baron de Saldagne sedert den vorigen avond
niet gezien had.
„En Faënza
Ook mijnheer de ridder de Faënza had men
niet gezien.
Het gezicht van den intendant begon spo
ren van ongerustheid te vertoonen, want hij
vroeg zich af, wat dit beteekenen moest.
Zonder voor 't oogenblik verdere nasporin-
terug moest keeren en dat dit nog
eenige jaren zoo voort zou gaan. Ze
probeerde 'hem over te halen, wat
langer in Rotterdam te blijven, het
geen de stoker inderdaad deed. doch
waarbij hij zich een veroordeeling
door den Krijgsraad wegens opzette
lijke ongeoorloofde afwezigheid op
den hals haalde. Hij kwam er nog
met een; voorwaardelijke veroordee
ling af en nam zich vast voor in het
vervolg beter op te passen.
Het meisje liet ep.hter niets na om
hem uit den dienst te krijgen, opdat
ze spoedig zouden kunnen trouwen.
Toen dit niet gelukte, schreef ze een
brief aan haar verloofde in Den Hel
der met allerlei valsche beschuldigin
gen. De stoker raakte daardoor in de
war, reisde zonder verlof naar Rotter
dam en maakte zich daarbij weer aan
een strafbaar feit schuldig, terwijl dc
proeftijd van de vorige straf nog niet
verloopen was.
Zes maanden gevangenisstraf met ont
slag uit den militairen dienst had het
vonnis van den krijgsraad geluid.
De advocaat-fiscaal eischtte beves
tiging van dit vonnis.
De verdediger drong op clementie
aan en vroeg de bijkomende straf te
laten vervallen.
Beklaagde heeft zijn verloving ver
broken en wil thans niets liever dan
in den militairen dienst te worden
geplaatst).
„Perkoetoet" heeft pech.
Linkerwiel uitgeschoten een
lichtgewonde vlepgel brak.
Het K.L.M. vli|egtjuig „Perkoetoet",
dat Zaterdagmiddag van Groningen
naar Amsterdam is gevlogen, kwam
bij het taxiën op het vliegveld vlak
voor het stationsgebouw te staan en
op dat oogenblik schoot het linker
wiel door een tot nog toe onopgehel
derde oorzaak plotseling naar binnen
toe. Depassagiers van het toestel, die
nog niet waren uitgestapt, waren op
dezen schok niet voorbereid. De „Per
koetoet" viel naar den linkerkant,
waarbij de vleugel leelijk werd bescha
digd. Een employé van de K.L.M., die
juist passeerde, jverd door het opzij
vallende toestel geraakt en werd
daarbij licht aan het been gewond.
Verder deden zich bij dit ongeluk
geen persoonlijke ongevallen voor.
TRAGISCH.
De heer A. P. Stade, wonende Staten
laan te Hillegersberg, herdacht op
Woensdag j.1. den dag, waarop hij
25 jaren geleden in dienst trad bij het
Centraal Bureau van het Neet Landb.
Comité „Coöperatieve Aankoop" aan
heti Haringvliet, tf Rotterdam, waar
hij thans werkzaam was als chef van
de hoofdafd. voer en graan.
Op dien dag ontving de jubilarts
meer dan 100 bloemstukken aan zijn
woning, terwijl hij ook op het Cen
traal Bureau door den directeur en
personeel op feestelijke wijze is gehul
digd, met aanbieding van verschillen
de geschenken.
Donderdag bracht de heer Stade
zijn gewoon bezoek aan de Beurs doch
hij kwam vroeger dan anders thuis,
omdat hij zich niet wel voelde. Per
taxi bezocht hij een arts aan den
kleiweg, die hem rust voorschreef,
(daar de emoties van het jubileum
hem waarschijnlijk te sterk hadden
aangegrepen.
De heer S. keerde weer naar zijn
[woning terug, waarna hij echter na
enkele minuten overleed, zonder nog
|met de huisgenooten te hebben ge-
sproken.
I VADER DOOR ZIJN ZOONS VERMOORD.
Huiselijke twist aanleiding.
Zaterdagavond ontstond twist tusschen
den 53-jarigen B. en diens twee zoons in hun
v/oning in het gehucht Chevrement gem.
Kerkrade. De twist liep zoo hoog, dat de zoons
[zich met stoelen wapenden en den vader te
lijf gingen. Deze werd zoo ernstig mishan
deld, dat hij bewusteloos neerviel. Een der
zoons heeft zich daarna naar het hoofdbureau
'van politie te Kerkrade begeven, waar hij
mededeelde wat zich had afgespeeld. De
politie, die onmiddellijk naar Chevremont
ging, kwam daar tot de ontdekking dat B.
reeds was overleden. Het lijk is naar het lij
kenhuisje vervoerd. De twee zoons zijn door
de politie in verzekerde bewaring gesteld.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
AUTOBUSDIENSTEN
naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM en
GEHEEL WEST-FRIESLAND.
INLICHTINGEN KANTOOR WACO.
gen te doen, vroeg hij aan de bedienden, of
mademoiselle te spreken was.
De bedienden gingen aan de kamenier vra
gen en kwamen met het antwoord dat made
moiselle den heer Peyrolles wachtte.
„Ik heb van nacht geen oog toegedaan,"
riep zij, zoodra hij binnentrad ik wil in dit
huis niet blijven. Het is alsof zich daarbuiten
roovers ophouden."
Het was de jonge dame, die wij zoo even bij
Gonzaga gezien hebben.
Peyrolles gaf geen antwoord op hare klacht,
maar zeide „Dona Cruz, mijnheer de prins
wenscht u in zijn hotel te zien."
„Zal ik eindelijk mijne gevangenis mogen
verlaten riep het meisje opspringend uit.
„Zal ik op straat mogen komen Zijt ge wel
zeker van uwe zaak, mijnheer Peyrolles
i En bij woorden schaterde zij het uit,
hem sterk aangezien te hebben.
Peyrolles vertrok geen spier van zijn gelaat,
maar voegde er bij „Mijnheer de prins
wenscht, dat gij toilet zult maken, om in zijn
hotel te komen."
„Ik mijn toilet maken riep het meisje
weer uit. „Ik geloof geen woord van alles, wat
gij zegt."
„Ik spreek toch in vollen ernst, Dona Cruz.
Over een uur moet gij klaar zijn."
Dona Cruz keek een oogenblik in den spie
gel, begon te glimlachen en riep toen plotse
ling „Angélique Justine Madame Lang-
lois En zich dan tot Peyrolles wendende zei
de zij
„Ga gij maar heen gij hebt uwe boodschap
gedaan. Ik zal wel gaan als."
„Ik heb last u te geleiden," merkte Peyrol
les aan.
„O, dat is vervelend zuchtte donna Cruz.
Madame Langlois, Angélique en Justine,
drie Parijsche kameniers, traden op dit oogen
blik te gelijkertijd binnenmaar donna Cruz
dacht reeds niet meer aan dat drietal.
„Ik wil niet, dat die twee mannen (zij be
doelde Saldagne en Faënza) 's nachts in dit
huis blijven, want zij maken mij bang."
„Monseigneur wil het zoo," antwoordde de
SCHULDENAARS JUICHEN.
Deurwaarders staken
In twee regels is te melden, dat de
Parijsche deurwaardersklerken sta
ken. Maar geen kolommen zijn vol
doende om tè schrijven wat een vreug
de er in bepaalde kringen heerscht
over deze onverwachte gebeurtenis.
Geen minister heeft in de donkerste
crisistijden een zóó effectieven maat
regel weten te vinden om benarde
schuldenaars op adem te laten komen.
Hoeveel bedreigde huurders, achter
stallige belastingbetalers en winke
liers met onbetaalde wissels zullen
zich voor het eerst sedert langen tijd
zonder vrees voor den dag van mor
gen te slapen hebben kunnen leggen
Een vacantietijd is voor hen aange
broken en het is dan ook totaal over
bodig geweest, dat de stakende kler
ken een manifest uitgegeven hebben,
waarin de bevolking aangespoord wordt
geen beslagen van onderkruipers te
dulden. Zij waren te voren verzekerd
van de volledige medewerking der be
trokkenen.
Ook voor de deurwaarders is een
heerlijke tijd aangebroken. Wie zijn
vriend den deurwaarder iegenjkomt,
CAFÉ 'T CENTRUM SCHAGEN.
SPREEKUUR van de tandarts
elke Donderdag van 9H1 uur.
Inlichtingen kosteloos.
kan hem hartelijk de hand gaan druk
ken. Hij weet te voren, dat er geen
exploot of dwangbevel te voorschijn
komen kan, daar deze kostbare stuk
ken veilig opgeborgen zijn onder de
dubbele bewaking van de stakende
klerken en de politie.
Er is in Parijs namelijk een centraal
deurwaardersgebouw, waar alle do
cumenten samenkomen om geregis
treerd en gezegeld te worden, alvo
rens de deurwaarders en bun klerken,
zoo noodig versterkt met politie, op de
schuldenaars los kunnen trekken..
Woensdagmiddag j.1. is dit hoofd
kwartier der schuldeischers door een
delegatie van 300 klerken volgens de
regelen der kunst in beslag genomen.
Al spoedig verscheen echter hun beste
medewerkster, de politie en zette de
klerken er uit alsof het achterstallige
huurders waren. Daarop werd vol
gens de geldende stakingsregelen het
gebouw geneutraliseerd, hetgeen zeg
gen wil, dat noch de stakers,, noch de
patroons er toegang hebben, zoolang
het conflict niet opgelost is. De poli
tie waakt ervoor, dat niemand binnen
komt en de stakers waken op hun
beurt, dat de politie de patroons niei
doorlaat.
Vijftienhonderd klerken zijn er bij
betrokken. Zij vragen; gelijkstelling
met kantoorbedienden om tot het col
lectief arbeidscontract toegelaten te
worden. Intusschen is bet geneutrali
seerde gebouw, waar schulden liggen
Jte verjaren en exploten ongeldig wor-
,den, bezig een ware kweekplaats van
juridische problemen te worden. De
deurwaarders hebben vacantie, de
schuldenaars vieren feest en het zou
een goede grap zijn, wanneer die ein-
delooze reeks van arbeidsconflicten
[en de moeite om ze op te lossen, in
wezen niet zoo'n treurig
was.
reurige geschiedenis
intendant.
„Ben ik dan eene slavin riep het bedorven
kind rood van toorn uit. „Heb ik verzocht hier
te mogen zijn Verzeker mij dat die twee
mannen mij niet meer onder de oogen zullen
komen, of ik ga niet naar het hotel."
Op dit oogenblik naderde madame Langlois,
de eerste kamenier, den heer Peyrolles en
fluisterde hem iets in het oor, waarop het van
nature bleeke gelaat van den indentant eene
lijkkleur aannam.
„Hebt gij het gezien vroeg hij met eene
bevende stem.
„Ja," gaf zij ten antwoord „een oogenblik
geleden. Zij werden beiden buiten het deurtje
gevonden, dat in het zijstraatje uitkomt."
„Ik wil niet, dat er in mijne tegenwoordig
heid gefluisterd worde," zeide donna Cruz
trotsch.
„Ik vraag verschooning," zeide de inden-
dant onderdanig. „Het zal u genoegen doen te
vernemen, dat gij de beide mannen, die u zoo
mishagen, niet zult wederzien."
„Dan kan men mij kleeden," zeide het
meisje.
„Gisteravond hebben zij beiden beneden
gesoupeerd," zeide madame Langlois toen zij
den heer Peyrolles tot aan de trap geleidde.
„Saldagne, die de wacht had, wilde Faënza
wegbrengen. Een oogenblik later hoorden wij
degengekletter in het straatje."
„Dat heef donna Cruz mij verteld," zeide
Peyrolles.
,Het gedruisch hield niet lang aan," hernam
de kamenier, „en toen zoo even een knecht in
het straatje kwam, vond hij er twee lijken."
„Langlois, Langlois riep de jonge schoo
ne op dit oogenblik.
„Gij kunt ze daar ginds aan het einde van
den tuin vinden," zeide de kamenier nog en
keerde snel terug.
In het boudoir waren alle drie de kameniers
weldra bezig met het opsieren van donna
Cruz, die uitgelaten van blijdschap was, dat
zij zich zoo schoon zou mogen voordoen.
„Eindelijk zal de prins zijne belofte vervul
len," dacht zij bij zich zelve. „Ik zal zien en
Vliegtuig in Engeland de lucht in
zonder piloot.
Na een half uur stortte het
neer zonder ongelukken te
veroorzaken.
Vrijdagavond hebben de kijklusti-
gen op het vliegveld van de Cinque
Ports Flying Club een angstig half
'uur en de ongekende sensatie beleefd
•,van een vliegtuig-demonstratie door
een vliegtuig zonder piloot.
I Een open Kleman Swallow sport-
macbine werd gestart, terwijl de pi
loot zich nog niet aan boord bevond.
Door een onbekende oorzaak zette de
gezien worden Dat Parijs, hetwelk mij zoo
geroemd is, zal niets anders voor mij zijn dan
•een afgelegen paviljoen tusschen muren
I Peyrolles was ondertusschen den tuin inge
gaan en zag op een hoop droge bladeren twee
mantels uitgespreid, onder welke hij de vor-
'men van twee lichamen kon herkennen. Hij
j tilde de mantels één voor één op.
1 Onder den eersten lag Faënza, onder den
tweeden Saldagne. Beiden hadden eene ge
lijksoortige wond aan het voorhoofd, tusschen
de oogen.
I Peyrolles tanden klapperden, en huiverend
liet hij de mantels weer vallen.
HOOFDSTUK VI.
Dona Cruz.
Wij kunnen niet zeggen of donna Cruz een
gestolen koningskind of een echt bedelaars
kind was, maar zeker is het, dat zij bijna
haar geheele leven onder de Spaansche hei
dens had doorgebracht, met hen door steden
en dorpen getrokken was en zooveel als men
maar begeerde voor eenige penningen op plei
nen en markten gedanst had. Dit vrije, maar
weinig voordeelige leven had zij echter ver
laten om onder de bescherming van mijnheer
van Gonzaga te komen.
Een half uur nadat haar toilet vertooid was,
treffen wij haar in de kamer van den prins
aan, waar zij in weerwil van hare vrijmoedig
heid verbijsterd was over haar onverwacht
binnentreden in de groote zaal van Hotel de
Nevers.
„Waarom heeft Peyrolles u niet vergezeld
vroeg Gonzaga.
„Peyrolles heeft zijne spraak en zijne zin
nen verloren, terwijl ik mijn toilet maakte,"
antwoordde het meisje. „Hij maar gij hebt
mij toch zeker hier niet ontboden, om met mij
over uwen Peyrolles te spreken
,Neen, waarlijk niet," gaf Gonzaga toe.
(Wordt vervolgd).