28e JAARGANG ZATERDAG 19 JUNI 1937 No. 6B NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD WIERINGEN EN OMSTREKEN DE BULTENAAR. N.V. W. A. C. O. - HOORN BIJ ZOMERKLEEDING WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINOE^ BUREAU: Hlppolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 VOOR ONZE PALINGV1SSCHERS. DE VOORDEELEN VAN DE VERHOOGING VAN MAAT OP AAL. Inleiding van Dr. B. Havinga ter algemeene vergadering van de Hoofdafdeeling op 29 Mei 1937 te Utrecht. Als titel van mijn inleiding heb ik geno men „De voordeelen van de verhooging van de maat op aal." Ik wil aldus den nadruk op de voordeelen leggen ik meen hiermede te kunnen volstaan, want ik vermoed, dat de nadeelen, vermeende of gegronde, van de zijde van Uw vergadering wel voldoende breed zullen worden uitgemeten. Wij zijn hier vergaderd op een algemeene vergadering van de Hoofdafdeeling Zoetwa- tervisscherij en in overeenstemming daarme de zal ik mij ook stellen op een zoo algemeen mogelijk Nederlandsch standpunt. Ik bedoel hiermede, dat ik het algemeene belang van de Nederlandsche visscherij in haar geheel genomen op den voorgrond zal stellen, waarbij ik mij niet met particuliere en plaatselijke belangetjes kan ophouden. Montée. Ik mag wel als algemeen bekend veronder stellen, dat de jonge aal, glasaaltjes of mon tée genoemd, niet veel dikker en langer dan: een ouderwetsche stopnaald, ons vanuit haar geboorteplaats, den Oceaan, via de Noordzee en dan door de vele rivieren en sluizen onze vischwateren bereikt. Het aantal van deze kleine vischjes is zeer groot, het loopt in de honderden millioenen. Dit aantal is echter niet grooter dan de natuur ons toedeelt hieraan valt niet te tornen. Wij staan dus voor het feit, dat een bepaald niet voor ver grooting vatbaar aantal kleine aaltjes de Ne derlandsche wateren binnentrekt en de grond gedachte van mijn betoog is dus, dat van dit aantal jonge aaltjes een voor da nationale visscherij als geheel genomen zoo groot mo gelijk profijt dient te worden getrokken. Het meest dwaze, dat wij zouden kunnen doen, zou zijn, dat wij de montée direct op vingen en gingen consumeeren, zooals dat in de monden van tal van Fransche en Spaan- sche rivieren in werkelijkheid op groote schaal gebeurt. Indien wij hetzelfde deden, dan zou de opbrengst minimaal zijn, want het totale gewicht binnentrekkende montée bedraagt niet meer dan één of ten hoogste een paar honderd duizend kg. Het voordeeligste zou zijn, indien men de aaltjes alle kon laten op groeien. totdat ze geslachtsrijp worden, dus paling of schieraal zijn geworden. Dan n.1. houdt de groei op en gaan de alen onze stre ken weer verlaten. Het zal iedereen duidelijk zijn, dat het vernietigen van montée verbo den moet zijn, maar aan den anderen kant ook is het even duidelijk, dat men met het vangen van de aal niet kan wachten, totdat rij geheel volwassen is. Hier zal dus een mid denweg gevonden moeten worden en de groo te vraag is nu, waar zal deze middenweg ge legd moeten worden Wanneer vangen Aangaande deze vraag geldt het spreek woord zooveel hoofden zooveel zinnen. Dit wordt b.v. bijzonder duidelijk gedemonstreerd door Duitschland in dit land bestonden in 1035 niet minder dan 6 verschillende maten aal, b.v. 25 cm voor de Pruisische kustwateren der Noordzee 28 cm. voor de kustwateren van Oldenburg Bremen heeft als maat 30 cm, verder het binnenland in is de maat meest 35 cm. en Beieren, Saksen en Thurin- gen hebben zelfs 40 cm. Men begrijpt wel, dat deze groote verschillen niet aan toeval of ver schil van inzicht te wijten zijn, zij zijn zuiver te beschouwen als uitvloeisel van plaatselijke omstandigheden elk gebied eischt zijn bij zondere maat en daarbij geldt de regel, dat hoe verder men van zee komt en hoe moei lijker de verbinding met de zee is, hoe grooter de maat op aal is, vandaar de hooge maat van 40 cm., die men in Beieren en Saksen vindt. Theoretisch zou men aan deze eisch elk ge bied zijn eigen maat, ook hier te lande moe ten voldoen. Hiertegen bestaan echter prac- tische bezwaren en ik ga dan ook uit van het beginsel, dat slechts één enkele maat voor geheel Nederland moet bestaan. Hoe een zoo groot mogelijke op brengst Welke maat Houden wij dus voor oogen, dat wij hier te lande slecht één maat kunnen gebruiken, dan doet zich de vraag voor, welke moet dan die maat zijn Om deze vraag te kunnen beant woorden moeten wij teruggrijpen tot onze grondgedachte, dat uit de binnenkomende iioeveelheden montée een zoo groot mogelijke opbrengst in geld in de zakken der Neder landsche visschers moet komen. Deze op brengst wordt bepaald door le het aantal gevangen alen 2e het gewicht per stuk en 3e den prijs per kg. Van deze drie waarden aantal, stukge wicht en prijs moet het product zoo groot mogelijk zijn. Hoe hooger wij de maat nemen en dus het gewicht per stuk, hoe hooger wordt de prijs, ten minste tot een zekere grens, maar hoe kleiner wordt het aantal. Het aan tal wordt kleiner, omdat gedurende den groei alen verloren gaan, b.v. doordat zij stroom opwaarts trekken of doordat zij sterven of opgevreten worden of ten slotte, omdat zij geslachtsrijp wordende, het gebied verlaten. Er moet dus een zekere lengte zijn, waarbij de prijs en het stukgewicht zoo hoog moge lijk zijn, maar het aantal, dat gevangen mag v/orden, niet al te klein is. Deze lengte moe ten wij als de meest voordeelige maat be schouwen. Het is gemakkelijk een grens te noemen, waarboven de maat niet mag uitkomen en wel omdat de mannelijke alen reeds bij een lengte van ruim 30 cm geslachtsrijp beginnen te worden, een vrij belangrijk percentage alen van 33 en 34 cm wordt reeds geslachtsrijp en trekt dus bij die lengte al weer naar zee. Stelde men de maat dus op 35 cm, dan zouden deze alen verloren gaan. Door deze omstandigheid is het voor ons land onmogelijk om ooit tot een maat te ko men, die belangrijk boven 30 cm ligt. Willen wij dus de maat verhoogen, dan is de keuze beperkt tusschen de cijfers van de huidige maat van 25 cm en tusschen 30 cm. Voor een leek moet het vrij onbegrijpelijk zijn, dat over dit kleine verschil, dat maximaal 5 cm bedraagt, zoo ontzaglijk veel woorden zijn vuil gemaakt. De ingewijden weten echter wel beter, welke groote belangen in deze paar cm schuilen. Welk gewicht bij een zekere lengte Om echter nog eens goed duidelijk te ma ken, wat hieraan vastzit, verwijs ik naar de graphische voorstelling, waaruit kan worden opgemaakt welk gewicht een aal van zekere lengte heeft. Wij zien hieruit, dat een aal van 25 cm bijna 25 gram weegt, een aal van 30 echter bijna 50 gram, m. a. w. een aal van 30 cm is ongeveer tweemaal zoo zwaar als een van 25 cm. Ik kan er hier wel bij vertellen, dat de groei van 25 cm tot 30 cm zich in ruim 1 jaar vol trekt, indien het water ten minste vrucht baar is. Wanneer men dus een aal van 25 cm vrij laat en men vangt hem het volgende jaar terug, dan is zijn gewicht ongeveer verdub beld, terwijl bovendien zijn prijs per gewicht FEUILLETON Naar het Fransch van Paul Féval. HOOFDSTUK IX. Het pleidooi. De groote zaal van het hotel Lorraine, die dezen morgen onteerd was door de veiling der plaatsen en den volgenden morgen bezoe deld zou worden door de bezitneming der speculanten, scheen deze maal nog eens voor 't laatst in al haar luister te schitteren, want nooit was er binnen deze wanden een gezel schap vergaderd geweest, zoo aanzienlijk, als hetwelk zich daar thans bijeen bevond. Gonzaga, de gunsteling van den Regent van Frankrijk, had niets verzuimd om de plech tigheid indrukwekkend te maken doch al zijne toebereidselen waren in het geheim ge schied en de oproepingsbrieven, in naam des Konings, waren pas van den vorigen avond gedagteekend. De eenvoudige edelllieden en de gevolmach tigden, ook groot in aantal, zaten gelijkvloers beneden de gaanderij. Natuurlijk was deze aanzienlijke vergadering in twee kampen ver deeld, die welke Gonzaga omgekocht had en die, welke onafhankelijk waren. Onder de eersten telde men een hertog, een prins, ver scheidene markiezen, een aantal graven en de kleine adellijken. Gonzaga rekende op zijne welsprekendheid om ook de anderen te zij nen gunste te stemmen. Niemand wist nauwkeurig met welk doel de vergadering belegd was. Velen dachten, dat het zou neerkomen op eene sehikking nog gestegen is. Wat gebeurt bij maatverhooging Wanneer dus in een afgesloten water de maat van 25 cm op 30 cm wordt gesteld, dan kan men er zeker van zijn, dat de opbrengst hiervan aanzienlijk zal stijgen. Evenwel, onze wateren zijn niet afgesloten, en de aal rustelooze zwerver als hij is, blijft, ook nadat hij het stadium van montée verla ten heeft, de neiging vertoonen stroomop waarts te trekken. Als men dus aal van 25 cm loslaat, is men niet zeker, dat mpn die later, b.v. na het bereiken van een lengte van 30 cm, weer terugvangt. Dezelfde kwade kans loopt men als de aal opgevreten wordtik denk hierbij aan het steeds toenemende aan tal aalscholvers, die het juist op deze kleine aal voorzien hebben. J Ten slotte is er nog het bezwaar, dat, als men de kleine een jaar laat zwemmen, de tijd, waarin de aal gevangen kan worden, met !één jaar wordt ingekort, waardoor de kans, dat de aal heelemaal niet gevangen wordt, grooter wordt. Deze 3 factoren het wegtrekken, de kans op een natuurlijken dood en de verkorting van den vangtijd maken, dat de baten van de maatverhooging niet zoo hoog zijn als op het eerste gezicht wel lijkt. En ook zullen de baten niet in alle soorten wateren dezelfde zijn, omdat de trek van de aal in alle wate ren niet dezelfde rol speelt. Ik zal daarom al onze vischwateren in 3 groepen verdeelen en nagaan welke rol de trek in elk der 3 groepen, te weten 1. de groote rievieren, 2. het IJsselmeer en 3. de binnenwateren, speelt bij de vraag of maat verhooging voordeelen biedt of niet. Benedenrivieren. Ik wil beginnen mét de benedenrivieren, den verkeersweg voor de aal naar het gehee- le gebied bovenstroonis. Voor een deel trekt I de aal wel al zeer jong, als montée, stroom- i opwaarts, maar met deze trek gaat ook de oudere aal geregeld door. Tenminste dit is löe algemeene opvatting. Nemen wij aan, dat 'aal van 25 cm nog stroomopwaarts trekt, dan zal dit toch zeker alleen maar voor een deel ivan de aal gelden, men mag immers wel aan- nemen, dat een ander deel achterblijft, want {waar zou anders de grootere aal die hiér •toch ook gevangen wordt, vandaan moeten komen Trekt inderdaad echter het grootste j gedeelte van de aal van 25 cm verder naar i beven, dan is voor de benedenrivieren geen heil te verwachten van een maatverhooging. Immers dan zouden de benedenriviervisschers sparen ten behoeve van de van de visschers stroomopwaarts. Voor zoover ik weet, is ech ter helaas niets bekend wélk gedeelte van de aal op de benedenrivieren stationnair is en welk wegtrektwij kunnen daarom ook niet met zekerehid uitmaken of een verhooging van maat voor de benedenrivieren voordeel biedt of niet. (Wordt vervolgd.) BINNENLANDSCH NIEUWS. tusschen den prins en de prinses wegens de goederen van Nevers, maar anderen verwach ten, dat er een voorstel zou gedaan worden om haar onder curateele te stellen. Op grond daarvan was men van oordeel, dat zij wel niet in de vergadering zou verschijnen. Men wachtte echter op haar, zoo als de v.elvoegelijkheid medebracht en Gonzaga drong daar zelfs op aan, hetgeen men zeer edelmoedig van hem vond. Te half drie plaat ste de president de Lamoignon zich op den voorzittersstoel. De griffier las de acte van bijeenroeping voor, die in hoofdzaak inhield, dat Philips van Frankrijk, hertog van Orleans, regent des rijks, zoowel uit hoofde van zijne vriendschap voor den prins van Gonzaga, als ter wille van de broederlijke genegenheid, die hem met wijlen den hertog van Nevers verbonden had, dezen familieraad had willen presidee- jren, maar dat de zorgen van het rijksbestuur, j die hij zelfs niet voor een dag ter zake van een particulier belang ter zijde mocht zetten, hem verplicht hadden in het Palais-Royal te blijven. De familieraad werd met de macht van een souverein gerechtshof bekleed, dat in hoog- sien aanleg en zonder appèl zou mogen beslis sen over alle kwestiën betrekkelijk de nala tenschap van den hertog van Nevers en, in dien daarvoor termen bestonden, dien goede ren onherroepelijk aan een bezitter zou kun nen toewijzen. Als Gonzaga dit stuk eigenhandig had op gesteld, zou het niet gunstiger voor hem heb ben kunnen luiden. Men hoorde de voorlezing in stilte aan, waarna de kardinaal aan den president de I.amoignon vroeg „Heeft mevrouw de prinses van Gonzaga een gevolmachtigde De president herhaalde die vraag met lui der stemme en Gonzaga wilde juist voorstel len, dat men er ambtshalve een voor haar zou benoemen, teneinde met de behandeling DE MEDEDEELING DER PRINSES. Over de verblijdende mededeeling van Prinses Juliana door de radio, schrijft Het Volk de navolgende beschouwing Degenen, die hebben geluisterd naar het dankwoord, dat het prinselijk paar, door mid- Vanaf heden Zomer Dienstregeling. Onze uitgebreide dienst en tariefregeling a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs. der zaak te kunnen voortgaan, toen de beide groote vleugeldeuren opengeworpen werden en de deurwaarders binnentraden zonder iemand aan te dienen. Al de leden der verga dering stonden dadelijk op, want niemand anders dan de prins van Gonzaga of zijne gemalin konden op die wijze binnenkomen. Werkelijk vertoonde de prinses van Gonza ga zich op den drempel als naar gewoonte in rouwgewaad gekleed, doch zoo fier en zoo schoon, dat er, zoodra men haar zag, een gemompel van bewondering door de rijen der aanwezigen liep. Niemand had verwacht haar hier te zien. „Mijne heeren," "zeide de prinses aan den ingang der zaal, „er is geen gevolmachtigde noodig hier ben ik zelf." Gonzaga stond ijlings op en bood zijne ge malin de hand, met wellevendheid en eerbied beide. Zij wees die hand niet af, doch men zag haar sidderen $>ij de aanraking en op haar bleeke wangen vertoonde zich een blos, toen hij haar de trappen opleidde naar een arm stoel, die aan den rechterkant, dicht bij dien van den kardinaal, reeds bij voorbaat voor haar gereed gezet was. Rechts van de prin ses hing een tapijt gordijn, die een deur be dekte. De opschudding, door het binnentreden der prinses veroorzaakt, had eenigen tijd noodig cm te bedaren. Gonzaga moest waarschijnlijk eenige verandering in zijne plannen beden ken, want hij scheen in een diepe mijmering verzonken. De president liet nu de acte van bijeenroe ping ten tweede male voorlezen en zeide ver volgens „Daar mijnheer de prins' van Gonzaga ons het oogmerk dezer vergadering zal uiteenzet ten, wachten wij zijne inlichtingen af." Onmiddellijk stond Gonzaga op en boog diep, eerst voor zijn vrouw, vervolgens voor de koninklijke commissarissen en eindelijk voor de vergadering. De prinses had, na een snel len blik in 't rond geworpen te hebben, de del van de radio-omroep, tot de burgerij van Amsterdam heeft gericht, mochten tevens getuige zijn van de fijnzinnige wijze, waarop de Kroonprinses mededeeling deed van de blijde verwachting, waarin zij zich bevindt. Reeds geruimen tijd deden dienaangaande geruchten de ronde, doch de Nederlandsche pers, getrouw aan een beproefde discretie, heeft zich door berichten in buitenlandsche bladen niet laten verleiden tot publicaties vóór de naast betrokkenen, het aanstaande ouderpaar, daarvoor het tijdstip gekomen achtten. Het was een bijzonder gelukkige gedachte van de Prinses om in door eenvoud treffende bewoordingen zelve mededeeling te doen van dit feit. Juist deze ontstentenis van ophef kwam uit het hart en sprak tot het hart. Na derend moederschap, de natuurlijke levens vervulling van iedere vrouw, is een zaak van teere en hooge orde, waarin de verwantschap en de wezensgelijkheid van alle menschen op bijzonder schoone wijze tot uitdrukking komt; Helaas brengen de maatschappelijke omstan digheden en ook wel menschelijke afdwalin gen met zich, tot de gerezen verwachting maar al te veelvuldig niet omstraald wordt met de blijdschap, die hier toch tot de na tuurlijke orde der dingen behoort. Deze we tenschap zal elk sociaal voelend menschen- paar, voor wie de belofte van een op handen zijnd ouderschap wel in alle opzichten tot vreugde strekt, slechts kunnen sterken in hun gevoel van verantwoordelijkheid voor de toe standen en verhoudingen in het maatschap pelijk bestel, waarvan zij mede de dragers zijn. Moge de zegen, aan het jonge prinselijk huisgezin beloofd, hun rijpheid voor de taak, die hen wacht, tot volle wasdom doen ontwik kelen. De Fokker „Spin" vliegt \&eer. Men zal zicli herinneren, dat Kokker ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubi leum als vlieger, constructeur en pi loot het vorige jaar een toestel van zijn eerste type 1910^1911 liet nabou wen. Doordat echter voor dat vliegtuig geen passende motor en schroef beschik baar waren, moest tijdelijk een andere motor worden ingebouwd. Thans is het toestel uitgerust met een nieuwen Hirth-motor van 100 P.l\. en thans heeft het toestel zijn eerste vlucht ge maakt. De bekende sportvlieger Hoek stra startte dezer dagen te zes uur en maakte vier vluchten van in totaal 60 minuten op een hoogte van ca. 80 M. De lage bewolking was oorzaak, dat niet hooger werd geklommen. De vlie ger was zeer tevreden over de gemaak te vlucht. Een schenking ten bate van t.b.c.-lijders. De heer J. L. Bosma, onlangs te Haren in Groningen overleden, heeft onder bezwaar van vruchtgebruik, aan het Friesch sanatorium te Appel scha. vermaakt zijn onroerende goede ren, bestaande uit drie staten en lan den te Selmien, onder Ureterp (Fr.), ter gezamenlijke grootte van 85.65.71 ha. De revenuen daarvan zullen in de toekomst een krachtigen steun zijn bij het verleenen van bijdragen aan hulpbehoevende t.b.c.-lijders. oogen nedergeslagen en zat daar roerloos als een beeld. Met eene bedaarde en bijna beschroomde stem begon Gonzaga „Niemand uwer, mijne heeren, zal zich voor stellen, dat ik eene vergadering als deze be legd heb voor eene zaak van alledaagschen aard, en evenwel voel ik de behoefte, nu ik op het punt sta een zeer ernstig onderwerp op te vatten, om eene vrees, eene misschien, kinderachtige vrees, die mij bezielt, te ken nen te geven. Als ik bedenk, dat ik verplicht ben het woord te voeren voor zoo vele aan zienlijke en talentvolle personen, dan word ik beducht voor mijne zwakheid. „Ik zou inderdaad voor mijne taak terug deinzen, indien ik niet wist, dat de sterke toegeefelijk is en dat juist uwe meerderheid boven mij tot een beveiligend schild voor mij zal strekken." Bij deze academische inleiding vertoonde zich op het gelaat van verscheiden, die op de eereplaatsen gezeten waren, een zweem van een spotlachje, doch Gonzaga deed niets zon der overleg. „Het zij mij eerst vergund," vervolgde hij, „allen dank te zeggen, die in deze aangele genheid onze familie met hunne belangstel ling vereerd hebben. Het eerst noem ik mijn heer den regent, over wien ik onbewimpeld mag spreken, daar hij zich niet in ons mid den bevindt, die uitstekende vorst die altijd aan het hoofd staat, wanneer er iets goeds en iets groots te verrichten is. Het ontbrak niet aan teekenen van goed keuring en toejuiching, waarbij Oriol met ijver voortging. „In de tweede plaats," hervatte Gonzaga, „noem ik mevrouw de prinses, die, in weerwil van hare zwakke gezondheid en hare zucht voor de eenzaamheid, de goedheid heeft ge had hare neigingen het zwijgen op te leggen en uit de verheven sfeeren, in welke zij zich beweegt, tot onze geringe menschelijke be langen af te dalen. Ten derde verwijs ik op STERKER KUIKENS, IDEALE LEGSTERS BERTELS' opfokvoeder c.o. volledig voeder voor kippen-, kal koenen- en eendenkuikens van 2-30 dagen oud, gevolgd door de voeding met uitsluitend: BERTELS' „kunstkorrel" Alle foutief voederen wordt hierdoor opgeheven. Eenvoudiger, voordeeli- ger en betere voeding! Betere be vruchting; lagere productiekosten van het ei. Indien niet ter plaatse verkrijgbaar, geschiedt de levering door de fabriek ongefrankeerd onder rembours of na bestelling per postwissel. 5 KG 10KG 50KG Beriels Opfokvoeder C.O. f. 1.05 1.80 7.45 Beitels' Kunslkorrel B (vasbillende kippen) f.0.90 1.50 5.75 Ratio Superslandaard Kunslkorrel (losloopende kippen)f. 5.20 N RFPTFI V OLIEFABRIEKEH A'hAM v. DlKIlLj afd kunstkorrel m BüïTENLANDSCH NIEUWS. WAAR LEEFT DE TONIJN Bestudeering van de versprei ding van deze visch. Het ministerie van Marine van Por tugal houdt zich sedert jaren bezig met oceanografische studiën betref fende de beweging en de verspreiding van de tonijn. Tot dit doel is een ze ker aantal van deze vischsoort voor zien van een metalen plaatje, dat be vestigd is in een riempje, hetwel om den staart is bevestigd. Het plaatje draagt het inschrift „Aquario, Lis boa, Portugal 1937", en is voorzien van een volgnummer. Tevens zijn dooi de Portugeesche regeering aan ver schillende visschers met den hengel in dc verschillende havens aan de kust eveneens deze plaatjes verstrekt, teneinde deze te bevestigen aan de rugvin der vissclien. Deze piaatjes heb ben het volgende opschrift „Aquario Portugal" en zijn eveneens van een volgnummer voorzien. Het Portugeesche ministerie van Marine verzoekt, daarom ailen mari ne- en douane-autoriteiten, visscherij- diensten, oceanografische inrichtin gen, eigenaars van visschersschepen en visschers, om, wanneer een der hierbedoelde visschen gevangen wordt, het plaatje wel te willen terug zenden, met de mededeeling omtrent den dag, het uur en de plaats waar de behoort een mooie bruine huid. Dat staat sportief en charmant. Gelaat, hals en armen worden snel, écht bruin, indien U deze bij fiets tochten en bij verblijf in de zon, inwrijft met AMILDA-zonnebruincrême. Deze beschermt U tevens volkomen tegen vervellen en de zoo pijnlijke zonnebrand. Flacon 90 ct-. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. de hoogste dienaren van de aanzienlijkste kroon der wereld de twee hoofden van het roemrijke gerechtshof, dat voor de justitie waakt en het lot van den staat regelteen vermaard veldheer, wiens zegepralen aan latere Plutarchussen de stof zullen leveren een hooggeacht kerkvorst, en al de pairs des rijks, hunne plaats op de trappen des troons zoo waardig. En eindelijk bedoel ik u allen, mijne heeren, van welken rang gij ook zijt. Ik ben vervuld met erkentelijkheid en zoo ik mijn dankgevoel ook slechts gebrekkig uit druk, komt het althans uit den grond mijns harten voort." Dit alles werd met de grootste kalmte ge sproken en met dien gang en die welluidend heid, die een voorrecht der inboorlingen van Noord-Italië is. 't Was echter slechts de in leiding geweest. Gonzaga scheen thans na te denken en vervolgde daarop, terwijl hij het hoofd boog en de oogen liet dalen, met eene minder luide stem „Philips van Lotharingen, hertog van Ne vers, was naar den bloede mijn neef, doch naar gevoel en vriendschap mijn broeder. In de dagen onzer jeugd waren wij onafscheiden- lijk van elkander wij hadden één hart, ééne ziel, want wij deelden onze smart en onze blijdschap, 't Was een edelman, van de groot ste verwachtingen, en God alleen weet, welk eene roemrijke toekomst nog voor hem was weggelegd. Maar hij, die het lot van de groo- ten der aarde in zijne almachtige hand heeft, stuitte den jongen adelaar op het oogenblik, toen hij de vleugelen wilden uitslaan. Nevers stierf, voordat hij zijn 25ste jaar bereikt had (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1