28e JAARGANG
ZATERDAG 19 JUNI 1937
No. 6B
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE
BULTENAAR.
N.V. W. A. C. O. - HOORN
BIJ ZOMERKLEEDING
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINOE^
BUREAU:
Hlppolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
VOOR ONZE PALINGV1SSCHERS.
DE VOORDEELEN VAN DE
VERHOOGING VAN MAAT OP AAL.
Inleiding van Dr. B. Havinga ter algemeene
vergadering van de Hoofdafdeeling op 29 Mei
1937 te Utrecht.
Als titel van mijn inleiding heb ik geno
men „De voordeelen van de verhooging van
de maat op aal." Ik wil aldus den nadruk op
de voordeelen leggen ik meen hiermede te
kunnen volstaan, want ik vermoed, dat de
nadeelen, vermeende of gegronde, van de
zijde van Uw vergadering wel voldoende breed
zullen worden uitgemeten.
Wij zijn hier vergaderd op een algemeene
vergadering van de Hoofdafdeeling Zoetwa-
tervisscherij en in overeenstemming daarme
de zal ik mij ook stellen op een zoo algemeen
mogelijk Nederlandsch standpunt. Ik bedoel
hiermede, dat ik het algemeene belang van
de Nederlandsche visscherij in haar geheel
genomen op den voorgrond zal stellen, waarbij
ik mij niet met particuliere en plaatselijke
belangetjes kan ophouden.
Montée.
Ik mag wel als algemeen bekend veronder
stellen, dat de jonge aal, glasaaltjes of mon
tée genoemd, niet veel dikker en langer dan:
een ouderwetsche stopnaald, ons vanuit haar
geboorteplaats, den Oceaan, via de Noordzee
en dan door de vele rivieren en sluizen onze
vischwateren bereikt. Het aantal van deze
kleine vischjes is zeer groot, het loopt in de
honderden millioenen. Dit aantal is echter
niet grooter dan de natuur ons toedeelt
hieraan valt niet te tornen. Wij staan dus
voor het feit, dat een bepaald niet voor ver
grooting vatbaar aantal kleine aaltjes de Ne
derlandsche wateren binnentrekt en de grond
gedachte van mijn betoog is dus, dat van dit
aantal jonge aaltjes een voor da nationale
visscherij als geheel genomen zoo groot mo
gelijk profijt dient te worden getrokken.
Het meest dwaze, dat wij zouden kunnen
doen, zou zijn, dat wij de montée direct op
vingen en gingen consumeeren, zooals dat in
de monden van tal van Fransche en Spaan-
sche rivieren in werkelijkheid op groote schaal
gebeurt. Indien wij hetzelfde deden, dan zou
de opbrengst minimaal zijn, want het totale
gewicht binnentrekkende montée bedraagt
niet meer dan één of ten hoogste een paar
honderd duizend kg. Het voordeeligste zou
zijn, indien men de aaltjes alle kon laten op
groeien. totdat ze geslachtsrijp worden, dus
paling of schieraal zijn geworden. Dan n.1.
houdt de groei op en gaan de alen onze stre
ken weer verlaten. Het zal iedereen duidelijk
zijn, dat het vernietigen van montée verbo
den moet zijn, maar aan den anderen kant
ook is het even duidelijk, dat men met het
vangen van de aal niet kan wachten, totdat
rij geheel volwassen is. Hier zal dus een mid
denweg gevonden moeten worden en de groo
te vraag is nu, waar zal deze middenweg ge
legd moeten worden
Wanneer vangen
Aangaande deze vraag geldt het spreek
woord zooveel hoofden zooveel zinnen. Dit
wordt b.v. bijzonder duidelijk gedemonstreerd
door Duitschland in dit land bestonden in
1035 niet minder dan 6 verschillende maten
aal, b.v. 25 cm voor de Pruisische kustwateren
der Noordzee 28 cm. voor de kustwateren
van Oldenburg Bremen heeft als maat 30
cm, verder het binnenland in is de maat
meest 35 cm. en Beieren, Saksen en Thurin-
gen hebben zelfs 40 cm. Men begrijpt wel, dat
deze groote verschillen niet aan toeval of ver
schil van inzicht te wijten zijn, zij zijn zuiver
te beschouwen als uitvloeisel van plaatselijke
omstandigheden elk gebied eischt zijn bij
zondere maat en daarbij geldt de regel, dat
hoe verder men van zee komt en hoe moei
lijker de verbinding met de zee is, hoe grooter
de maat op aal is, vandaar de hooge maat van
40 cm., die men in Beieren en Saksen vindt.
Theoretisch zou men aan deze eisch elk ge
bied zijn eigen maat, ook hier te lande moe
ten voldoen. Hiertegen bestaan echter prac-
tische bezwaren en ik ga dan ook uit van het
beginsel, dat slechts één enkele maat voor
geheel Nederland moet bestaan.
Hoe een zoo groot mogelijke op
brengst Welke maat
Houden wij dus voor oogen, dat wij hier te
lande slecht één maat kunnen gebruiken, dan
doet zich de vraag voor, welke moet dan die
maat zijn Om deze vraag te kunnen beant
woorden moeten wij teruggrijpen tot onze
grondgedachte, dat uit de binnenkomende
iioeveelheden montée een zoo groot mogelijke
opbrengst in geld in de zakken der Neder
landsche visschers moet komen. Deze op
brengst wordt bepaald door
le het aantal gevangen alen
2e het gewicht per stuk en
3e den prijs per kg.
Van deze drie waarden aantal, stukge
wicht en prijs moet het product zoo groot
mogelijk zijn. Hoe hooger wij de maat nemen
en dus het gewicht per stuk, hoe hooger wordt
de prijs, ten minste tot een zekere grens,
maar hoe kleiner wordt het aantal. Het aan
tal wordt kleiner, omdat gedurende den groei
alen verloren gaan, b.v. doordat zij stroom
opwaarts trekken of doordat zij sterven of
opgevreten worden of ten slotte, omdat zij
geslachtsrijp wordende, het gebied verlaten.
Er moet dus een zekere lengte zijn, waarbij
de prijs en het stukgewicht zoo hoog moge
lijk zijn, maar het aantal, dat gevangen mag
v/orden, niet al te klein is. Deze lengte moe
ten wij als de meest voordeelige maat be
schouwen.
Het is gemakkelijk een grens te noemen,
waarboven de maat niet mag uitkomen en
wel omdat de mannelijke alen reeds bij een
lengte van ruim 30 cm geslachtsrijp beginnen
te worden, een vrij belangrijk percentage alen
van 33 en 34 cm wordt reeds geslachtsrijp en
trekt dus bij die lengte al weer naar zee.
Stelde men de maat dus op 35 cm, dan zouden
deze alen verloren gaan.
Door deze omstandigheid is het voor ons
land onmogelijk om ooit tot een maat te ko
men, die belangrijk boven 30 cm ligt. Willen
wij dus de maat verhoogen, dan is de keuze
beperkt tusschen de cijfers van de huidige
maat van 25 cm en tusschen 30 cm. Voor een
leek moet het vrij onbegrijpelijk zijn, dat
over dit kleine verschil, dat maximaal 5 cm
bedraagt, zoo ontzaglijk veel woorden zijn
vuil gemaakt. De ingewijden weten echter wel
beter, welke groote belangen in deze paar cm
schuilen.
Welk gewicht bij een zekere lengte
Om echter nog eens goed duidelijk te ma
ken, wat hieraan vastzit, verwijs ik naar de
graphische voorstelling, waaruit kan worden
opgemaakt welk gewicht een aal van zekere
lengte heeft. Wij zien hieruit, dat een aal van
25 cm bijna 25 gram weegt, een aal van 30
echter bijna 50 gram, m. a. w. een aal van 30
cm is ongeveer tweemaal zoo zwaar als een
van 25 cm.
Ik kan er hier wel bij vertellen, dat de groei
van 25 cm tot 30 cm zich in ruim 1 jaar vol
trekt, indien het water ten minste vrucht
baar is. Wanneer men dus een aal van 25 cm
vrij laat en men vangt hem het volgende jaar
terug, dan is zijn gewicht ongeveer verdub
beld, terwijl bovendien zijn prijs per gewicht
FEUILLETON
Naar
het Fransch van Paul Féval.
HOOFDSTUK IX.
Het pleidooi.
De groote zaal van het hotel Lorraine, die
dezen morgen onteerd was door de veiling
der plaatsen en den volgenden morgen bezoe
deld zou worden door de bezitneming der
speculanten, scheen deze maal nog eens voor
't laatst in al haar luister te schitteren, want
nooit was er binnen deze wanden een gezel
schap vergaderd geweest, zoo aanzienlijk, als
hetwelk zich daar thans bijeen bevond.
Gonzaga, de gunsteling van den Regent van
Frankrijk, had niets verzuimd om de plech
tigheid indrukwekkend te maken doch al
zijne toebereidselen waren in het geheim ge
schied en de oproepingsbrieven, in naam des
Konings, waren pas van den vorigen avond
gedagteekend.
De eenvoudige edelllieden en de gevolmach
tigden, ook groot in aantal, zaten gelijkvloers
beneden de gaanderij. Natuurlijk was deze
aanzienlijke vergadering in twee kampen ver
deeld, die welke Gonzaga omgekocht had en
die, welke onafhankelijk waren. Onder de
eersten telde men een hertog, een prins, ver
scheidene markiezen, een aantal graven en de
kleine adellijken. Gonzaga rekende op zijne
welsprekendheid om ook de anderen te zij
nen gunste te stemmen.
Niemand wist nauwkeurig met welk doel
de vergadering belegd was. Velen dachten,
dat het zou neerkomen op eene sehikking
nog gestegen is.
Wat gebeurt bij maatverhooging
Wanneer dus in een afgesloten water de
maat van 25 cm op 30 cm wordt gesteld, dan
kan men er zeker van zijn, dat de opbrengst
hiervan aanzienlijk zal stijgen.
Evenwel, onze wateren zijn niet afgesloten,
en de aal rustelooze zwerver als hij is, blijft,
ook nadat hij het stadium van montée verla
ten heeft, de neiging vertoonen stroomop
waarts te trekken. Als men dus aal van 25 cm
loslaat, is men niet zeker, dat mpn die later,
b.v. na het bereiken van een lengte van 30
cm, weer terugvangt. Dezelfde kwade kans
loopt men als de aal opgevreten wordtik
denk hierbij aan het steeds toenemende aan
tal aalscholvers, die het juist op deze kleine
aal voorzien hebben.
J Ten slotte is er nog het bezwaar, dat, als
men de kleine een jaar laat zwemmen, de
tijd, waarin de aal gevangen kan worden, met
!één jaar wordt ingekort, waardoor de kans,
dat de aal heelemaal niet gevangen wordt,
grooter wordt.
Deze 3 factoren het wegtrekken, de kans
op een natuurlijken dood en de verkorting
van den vangtijd maken, dat de baten van
de maatverhooging niet zoo hoog zijn als op
het eerste gezicht wel lijkt. En ook zullen de
baten niet in alle soorten wateren dezelfde
zijn, omdat de trek van de aal in alle wate
ren niet dezelfde rol speelt.
Ik zal daarom al onze vischwateren in 3
groepen verdeelen en nagaan welke rol de
trek in elk der 3 groepen, te weten 1. de
groote rievieren, 2. het IJsselmeer en 3. de
binnenwateren, speelt bij de vraag of maat
verhooging voordeelen biedt of niet.
Benedenrivieren.
Ik wil beginnen mét de benedenrivieren,
den verkeersweg voor de aal naar het gehee-
le gebied bovenstroonis. Voor een deel trekt
I de aal wel al zeer jong, als montée, stroom-
i opwaarts, maar met deze trek gaat ook de
oudere aal geregeld door. Tenminste dit is
löe algemeene opvatting. Nemen wij aan, dat
'aal van 25 cm nog stroomopwaarts trekt, dan
zal dit toch zeker alleen maar voor een deel
ivan de aal gelden, men mag immers wel aan-
nemen, dat een ander deel achterblijft, want
{waar zou anders de grootere aal die hiér
•toch ook gevangen wordt, vandaan moeten
komen Trekt inderdaad echter het grootste
j gedeelte van de aal van 25 cm verder naar
i beven, dan is voor de benedenrivieren geen
heil te verwachten van een maatverhooging.
Immers dan zouden de benedenriviervisschers
sparen ten behoeve van de van de visschers
stroomopwaarts. Voor zoover ik weet, is ech
ter helaas niets bekend wélk gedeelte van de
aal op de benedenrivieren stationnair is en
welk wegtrektwij kunnen daarom ook niet
met zekerehid uitmaken of een verhooging
van maat voor de benedenrivieren voordeel
biedt of niet.
(Wordt vervolgd.)
BINNENLANDSCH NIEUWS.
tusschen den prins en de prinses wegens de
goederen van Nevers, maar anderen verwach
ten, dat er een voorstel zou gedaan worden
om haar onder curateele te stellen. Op grond
daarvan was men van oordeel, dat zij wel
niet in de vergadering zou verschijnen.
Men wachtte echter op haar, zoo als de
v.elvoegelijkheid medebracht en Gonzaga
drong daar zelfs op aan, hetgeen men zeer
edelmoedig van hem vond. Te half drie plaat
ste de president de Lamoignon zich op den
voorzittersstoel.
De griffier las de acte van bijeenroeping
voor, die in hoofdzaak inhield, dat Philips van
Frankrijk, hertog van Orleans, regent des
rijks, zoowel uit hoofde van zijne vriendschap
voor den prins van Gonzaga, als ter wille van
de broederlijke genegenheid, die hem met
wijlen den hertog van Nevers verbonden
had, dezen familieraad had willen presidee-
jren, maar dat de zorgen van het rijksbestuur,
j die hij zelfs niet voor een dag ter zake van
een particulier belang ter zijde mocht zetten,
hem verplicht hadden in het Palais-Royal te
blijven.
De familieraad werd met de macht van een
souverein gerechtshof bekleed, dat in hoog-
sien aanleg en zonder appèl zou mogen beslis
sen over alle kwestiën betrekkelijk de nala
tenschap van den hertog van Nevers en, in
dien daarvoor termen bestonden, dien goede
ren onherroepelijk aan een bezitter zou kun
nen toewijzen.
Als Gonzaga dit stuk eigenhandig had op
gesteld, zou het niet gunstiger voor hem heb
ben kunnen luiden.
Men hoorde de voorlezing in stilte aan,
waarna de kardinaal aan den president de
I.amoignon vroeg
„Heeft mevrouw de prinses van Gonzaga
een gevolmachtigde
De president herhaalde die vraag met lui
der stemme en Gonzaga wilde juist voorstel
len, dat men er ambtshalve een voor haar
zou benoemen, teneinde met de behandeling
DE MEDEDEELING DER PRINSES.
Over de verblijdende mededeeling van
Prinses Juliana door de radio, schrijft Het
Volk de navolgende beschouwing
Degenen, die hebben geluisterd naar het
dankwoord, dat het prinselijk paar, door mid-
Vanaf heden Zomer Dienstregeling.
Onze uitgebreide dienst en tariefregeling
a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs.
der zaak te kunnen voortgaan, toen de beide
groote vleugeldeuren opengeworpen werden
en de deurwaarders binnentraden zonder
iemand aan te dienen. Al de leden der verga
dering stonden dadelijk op, want niemand
anders dan de prins van Gonzaga of zijne
gemalin konden op die wijze binnenkomen.
Werkelijk vertoonde de prinses van Gonza
ga zich op den drempel als naar gewoonte in
rouwgewaad gekleed, doch zoo fier en zoo
schoon, dat er, zoodra men haar zag, een
gemompel van bewondering door de rijen der
aanwezigen liep. Niemand had verwacht haar
hier te zien.
„Mijne heeren," "zeide de prinses aan den
ingang der zaal, „er is geen gevolmachtigde
noodig hier ben ik zelf."
Gonzaga stond ijlings op en bood zijne ge
malin de hand, met wellevendheid en eerbied
beide. Zij wees die hand niet af, doch men
zag haar sidderen $>ij de aanraking en op haar
bleeke wangen vertoonde zich een blos, toen
hij haar de trappen opleidde naar een arm
stoel, die aan den rechterkant, dicht bij dien
van den kardinaal, reeds bij voorbaat voor
haar gereed gezet was. Rechts van de prin
ses hing een tapijt gordijn, die een deur be
dekte.
De opschudding, door het binnentreden der
prinses veroorzaakt, had eenigen tijd noodig
cm te bedaren. Gonzaga moest waarschijnlijk
eenige verandering in zijne plannen beden
ken, want hij scheen in een diepe mijmering
verzonken.
De president liet nu de acte van bijeenroe
ping ten tweede male voorlezen en zeide ver
volgens
„Daar mijnheer de prins' van Gonzaga ons
het oogmerk dezer vergadering zal uiteenzet
ten, wachten wij zijne inlichtingen af."
Onmiddellijk stond Gonzaga op en boog
diep, eerst voor zijn vrouw, vervolgens voor de
koninklijke commissarissen en eindelijk voor
de vergadering. De prinses had, na een snel
len blik in 't rond geworpen te hebben, de
del van de radio-omroep, tot de burgerij van
Amsterdam heeft gericht, mochten tevens
getuige zijn van de fijnzinnige wijze, waarop
de Kroonprinses mededeeling deed van de
blijde verwachting, waarin zij zich bevindt.
Reeds geruimen tijd deden dienaangaande
geruchten de ronde, doch de Nederlandsche
pers, getrouw aan een beproefde discretie,
heeft zich door berichten in buitenlandsche
bladen niet laten verleiden tot publicaties
vóór de naast betrokkenen, het aanstaande
ouderpaar, daarvoor het tijdstip gekomen
achtten.
Het was een bijzonder gelukkige gedachte
van de Prinses om in door eenvoud treffende
bewoordingen zelve mededeeling te doen van
dit feit. Juist deze ontstentenis van ophef
kwam uit het hart en sprak tot het hart. Na
derend moederschap, de natuurlijke levens
vervulling van iedere vrouw, is een zaak van
teere en hooge orde, waarin de verwantschap
en de wezensgelijkheid van alle menschen op
bijzonder schoone wijze tot uitdrukking komt;
Helaas brengen de maatschappelijke omstan
digheden en ook wel menschelijke afdwalin
gen met zich, tot de gerezen verwachting
maar al te veelvuldig niet omstraald wordt
met de blijdschap, die hier toch tot de na
tuurlijke orde der dingen behoort. Deze we
tenschap zal elk sociaal voelend menschen-
paar, voor wie de belofte van een op handen
zijnd ouderschap wel in alle opzichten tot
vreugde strekt, slechts kunnen sterken in hun
gevoel van verantwoordelijkheid voor de toe
standen en verhoudingen in het maatschap
pelijk bestel, waarvan zij mede de dragers
zijn.
Moge de zegen, aan het jonge prinselijk
huisgezin beloofd, hun rijpheid voor de taak,
die hen wacht, tot volle wasdom doen ontwik
kelen.
De Fokker „Spin" vliegt \&eer.
Men zal zicli herinneren, dat Kokker
ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubi
leum als vlieger, constructeur en pi
loot het vorige jaar een toestel van
zijn eerste type 1910^1911 liet nabou
wen. Doordat echter voor dat vliegtuig
geen passende motor en schroef beschik
baar waren, moest tijdelijk een andere
motor worden ingebouwd. Thans is
het toestel uitgerust met een nieuwen
Hirth-motor van 100 P.l\. en thans
heeft het toestel zijn eerste vlucht ge
maakt. De bekende sportvlieger Hoek
stra startte dezer dagen te zes uur en
maakte vier vluchten van in totaal 60
minuten op een hoogte van ca. 80 M.
De lage bewolking was oorzaak, dat
niet hooger werd geklommen. De vlie
ger was zeer tevreden over de gemaak
te vlucht.
Een schenking ten bate van
t.b.c.-lijders.
De heer J. L. Bosma, onlangs te
Haren in Groningen overleden, heeft
onder bezwaar van vruchtgebruik,
aan het Friesch sanatorium te Appel
scha. vermaakt zijn onroerende goede
ren, bestaande uit drie staten en lan
den te Selmien, onder Ureterp (Fr.),
ter gezamenlijke grootte van 85.65.71
ha. De revenuen daarvan zullen in de
toekomst een krachtigen steun zijn
bij het verleenen van bijdragen aan
hulpbehoevende t.b.c.-lijders.
oogen nedergeslagen en zat daar roerloos als
een beeld.
Met eene bedaarde en bijna beschroomde
stem begon Gonzaga
„Niemand uwer, mijne heeren, zal zich voor
stellen, dat ik eene vergadering als deze be
legd heb voor eene zaak van alledaagschen
aard, en evenwel voel ik de behoefte, nu ik
op het punt sta een zeer ernstig onderwerp
op te vatten, om eene vrees, eene misschien,
kinderachtige vrees, die mij bezielt, te ken
nen te geven. Als ik bedenk, dat ik verplicht
ben het woord te voeren voor zoo vele aan
zienlijke en talentvolle personen, dan word ik
beducht voor mijne zwakheid.
„Ik zou inderdaad voor mijne taak terug
deinzen, indien ik niet wist, dat de sterke
toegeefelijk is en dat juist uwe meerderheid
boven mij tot een beveiligend schild voor mij
zal strekken."
Bij deze academische inleiding vertoonde
zich op het gelaat van verscheiden, die op de
eereplaatsen gezeten waren, een zweem van
een spotlachje, doch Gonzaga deed niets zon
der overleg.
„Het zij mij eerst vergund," vervolgde hij,
„allen dank te zeggen, die in deze aangele
genheid onze familie met hunne belangstel
ling vereerd hebben. Het eerst noem ik mijn
heer den regent, over wien ik onbewimpeld
mag spreken, daar hij zich niet in ons mid
den bevindt, die uitstekende vorst die altijd
aan het hoofd staat, wanneer er iets goeds
en iets groots te verrichten is.
Het ontbrak niet aan teekenen van goed
keuring en toejuiching, waarbij Oriol met
ijver voortging.
„In de tweede plaats," hervatte Gonzaga,
„noem ik mevrouw de prinses, die, in weerwil
van hare zwakke gezondheid en hare zucht
voor de eenzaamheid, de goedheid heeft ge
had hare neigingen het zwijgen op te leggen
en uit de verheven sfeeren, in welke zij zich
beweegt, tot onze geringe menschelijke be
langen af te dalen. Ten derde verwijs ik op
STERKER KUIKENS, IDEALE LEGSTERS
BERTELS'
opfokvoeder c.o.
volledig voeder voor kippen-, kal
koenen- en eendenkuikens van 2-30
dagen oud, gevolgd door de voeding
met uitsluitend:
BERTELS'
„kunstkorrel"
Alle foutief voederen wordt hierdoor
opgeheven. Eenvoudiger, voordeeli-
ger en betere voeding! Betere be
vruchting; lagere productiekosten van
het ei.
Indien niet ter plaatse verkrijgbaar,
geschiedt de levering door de fabriek
ongefrankeerd onder rembours of
na bestelling per postwissel.
5 KG 10KG 50KG
Beriels Opfokvoeder C.O. f. 1.05 1.80 7.45
Beitels' Kunslkorrel B
(vasbillende kippen) f.0.90 1.50 5.75
Ratio Superslandaard
Kunslkorrel
(losloopende kippen)f. 5.20
N RFPTFI V OLIEFABRIEKEH A'hAM
v. DlKIlLj afd kunstkorrel m
BüïTENLANDSCH NIEUWS.
WAAR LEEFT DE TONIJN
Bestudeering van de versprei
ding van deze visch.
Het ministerie van Marine van Por
tugal houdt zich sedert jaren bezig
met oceanografische studiën betref
fende de beweging en de verspreiding
van de tonijn. Tot dit doel is een ze
ker aantal van deze vischsoort voor
zien van een metalen plaatje, dat be
vestigd is in een riempje, hetwel om
den staart is bevestigd. Het plaatje
draagt het inschrift „Aquario, Lis
boa, Portugal 1937", en is voorzien
van een volgnummer. Tevens zijn dooi
de Portugeesche regeering aan ver
schillende visschers met den hengel
in dc verschillende havens aan de
kust eveneens deze plaatjes verstrekt,
teneinde deze te bevestigen aan de
rugvin der vissclien. Deze piaatjes heb
ben het volgende opschrift „Aquario
Portugal" en zijn eveneens van een
volgnummer voorzien.
Het Portugeesche ministerie van
Marine verzoekt, daarom ailen mari
ne- en douane-autoriteiten, visscherij-
diensten, oceanografische inrichtin
gen, eigenaars van visschersschepen
en visschers, om, wanneer een der
hierbedoelde visschen gevangen
wordt, het plaatje wel te willen terug
zenden, met de mededeeling omtrent
den dag, het uur en de plaats waar de
behoort een mooie bruine huid. Dat staat
sportief en charmant. Gelaat, hals en armen
worden snel, écht bruin, indien U deze bij fiets
tochten en bij verblijf in de zon, inwrijft met
AMILDA-zonnebruincrême. Deze beschermt
U tevens volkomen tegen vervellen en de zoo
pijnlijke zonnebrand.
Flacon 90 ct-. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
de hoogste dienaren van de aanzienlijkste
kroon der wereld de twee hoofden van het
roemrijke gerechtshof, dat voor de justitie
waakt en het lot van den staat regelteen
vermaard veldheer, wiens zegepralen aan
latere Plutarchussen de stof zullen leveren
een hooggeacht kerkvorst, en al de pairs des
rijks, hunne plaats op de trappen des troons
zoo waardig. En eindelijk bedoel ik u allen,
mijne heeren, van welken rang gij ook zijt.
Ik ben vervuld met erkentelijkheid en zoo ik
mijn dankgevoel ook slechts gebrekkig uit
druk, komt het althans uit den grond mijns
harten voort."
Dit alles werd met de grootste kalmte ge
sproken en met dien gang en die welluidend
heid, die een voorrecht der inboorlingen van
Noord-Italië is. 't Was echter slechts de in
leiding geweest. Gonzaga scheen thans na te
denken en vervolgde daarop, terwijl hij het
hoofd boog en de oogen liet dalen, met eene
minder luide stem
„Philips van Lotharingen, hertog van Ne
vers, was naar den bloede mijn neef, doch
naar gevoel en vriendschap mijn broeder. In
de dagen onzer jeugd waren wij onafscheiden-
lijk van elkander wij hadden één hart, ééne
ziel, want wij deelden onze smart en onze
blijdschap, 't Was een edelman, van de groot
ste verwachtingen, en God alleen weet, welk
eene roemrijke toekomst nog voor hem was
weggelegd. Maar hij, die het lot van de groo-
ten der aarde in zijne almachtige hand heeft,
stuitte den jongen adelaar op het oogenblik,
toen hij de vleugelen wilden uitslaan. Nevers
stierf, voordat hij zijn 25ste jaar bereikt had
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.