28e JAARGANG
DINSDAG 2-2 JUNI 1937
No. 69
BEKENDE LAGE TARIEVEN.
DE
BULTENAAR.
N.V.W.A.C.O. - HOORN
CINEMA DE HAAN - WIERINGEN
SAN FRANCISCO
bWIERINGER courant
Mimurs. KM ABVEHTENTIEBLAS VOO»
TENTIEBLAD VOOR
WtflRUMMN BN OMSTREKEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden I 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER W KRINGEN.
BUREAU:
Uippolytushoef Wierlngen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van .1—5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
CAFÉ 'T CENTRUM SCHAGEN.
SPREEKUUR van de tandarts
elke Donderdag van 9'/21 uur.
Inlichtingen kosteloos.
VOOR ONZE PALINGVISSCHERS.
DE VOORDEELEN VAN DE
VERHOOGING VAN MAAT OP AAL.
Inleiding van Dr. B. Havinga ter algemeene
vergadering van de Hoofdafdeling op 29 Mei
1937 te Utrecht.
(Vervolg.)
Het IJsselmeer.
Dan volgt als no. 2 het verreweg belangrijk
ste aalvischwater van ons land, het IJssel
meer. Aangaande dit water beschik ik over
zeer uitvoerige gegevens en aan de hand hier
van zullen we heel beknopt nagaan, welke
voordeelen de verhooging van maat oplevert.
Er zijn in 1936 in het IJsselmeer gevangen
ongeveer 50 millioen stuks aal met een gewicht
van 2.4 millioen kg. Van deze 50 millioen stuks
hadden niet minder dan 39 millioen een leng
te van 2530 cm, ruim 10 millioen van 30—
35 cm en niet veel meer dan 1 millioen boven
35 cm.
Werd nu de maat gesteld op 30 cm en ble
ven alle alen tusschen 25—30 cm gespaard,
trokken er geen weg en werden er geen op
gevreten, dan zou het gewicht van de totale
vangst van 2.4 m. kg stijgen tot ongeveer
3.5 millioen, een vermeerdering van niet min
der dan 1.1 millioen kg deze vermeerdering
zou alleen al meer bedragen dan de vermoe
delijke geheele overige aalvangst in Neder
land.
Zoo mooi is het echter niet, want er treden
verliezen op door wegtrekken en door natuur
lijke sterfte. Nu komen de verliezen door
wegtrekken weer ten goede aan de visschers
op de wateren, die op het IJsselmeer uitko
men zij zijn dus vanuit het algemeen stand
punt, dat wü hier in moeten nemen, geenszins
verjoren. Ik ben echter overtuigd, dat ook
voor het IJsselmeer zelf de verliezen niet
zóó groot zullen zijn, of er zal nog een zeer
belangrijke bate overblijven.
Ik heb nu alleen nog maar rekening gehou
den met de voordeelen in gewicht, die de
verhooging van de maat zou meebrengen
daar komt nog bij de hooge prijs, die de groo-
tere aal zal opbrengen. In het laatste num
mer van „Onze Zoetwatervisscherij" zie ik als
prijs te Urk opgegeven voor kuilaal 15—23,
gemiddeld 19 cent, en voor dobberaal 2537
cent, gemiddeld 31 cent, voor fuikaal 2732
cent, gem. 29.5 cent. Een verschil van meer
dan 20 cent per kg, dat uitsluitend te wijten
is aan de grootere soort, die met de fuiken
en hoeken gevangen wordt. Reken ik nu maar,
dat de aal met verhoogde maat van 30 cm
5 cent per pond, 10 cent per kg dus, méér op
zou brengen, dan zou de opbrengst vermeer
deren met 6—700.000 gulden bij een opbrengst
nu van 1 millioen gulden een vermeerdering
van ongeveer 70 dus. Ook hierbij heb ik
de verliezen door wegtrekken en dergelijke
niet in rekening gebracht, daarentegen heb
ik slechts een prijsverhooging van 5 cent per
pond gerekend, wat toch wel heel weinig is.
FEUILLETON.
Naar het Fransch van Paul Féval.
24.
„Ik herinner mij niet, dat ik in mijn leven,
rijk aan veelvuldige beproevingen, ooit een
bitterder schok ondergaan heb. Ik weet, dat
ik in dit opzicht voor allen mag spreken. De
zeventien jaren, sedert dien noodlottigen
nacht verloopen, hebben den angel onzer
smart nog niets van zijn scherpte doen ver
liezen. Hier heeft zijne nagedachtenis," zeide
hij met eene trillende stem, terwijl hij de
hand op het hart legde, „hier blijft zijne na
gedachtenis altijd frisch en eeuwig in stand,
evenals de rouw dier vrouw, die het niet be
neden zich geacht heeft mijn naam na dien
van Nevers te dragen
Aller oogen richtten zich bij deze woorden
op de prinses op wier gelaat eene ontroering
te lezen was.
„Spreek daar niet vanzeide zij met eene
gesmoorde stem ,,'t Zijn nu zeventien jaren,
die ik in afzondering en in tranen door
breng
Hij zag, dat zijne gemalin in een groote
ontroering verkeerde en gevaar liep in zwijm
te vallen, en dus oordeelende, dat hij een
nieuwen aanval zonder gevaar kon wagen,
zeide hij met de meeste voorkomendheid
„Indien mevrouw de prinses ons eenige me-
dedeeling te doen had zou ik haar volgaarne
het woord afstaan."
Aurora de Cayluo deed een poging om te
spreken, doch het was of haar de keel werd
toegeschroéfd en zij kon geen geluid voort
brengen.
„Thans, mijne heeren," hernam Gonzaga,
Hoewel wij natuurlijk niet alles nauwkeurig
kunnen berekenen en vooral de grootte der
verliezen een factor is, waarvan de grootte
moeilijk is te schatten, meen ik toch wel er
genoeg van te weten om met volle overtuiging
een verhooging van maat in het IJsselmeer
te kunen aanbevelen.
Binnenwateren.
Wij willen nu overgaan tot de binnenwate
ren. De naam binnenwateren omvat een
groep van wateren met een sterk uiteenloo
pend karakter. Hiertoe behooren zoowel de
kleinere rivieren als b.v. het Zwarte Water
als de volkomen afgesloten plassen op de
heide.
De vrijwel afgesloten plassen kan ik direct
uitschakelen, aal die hier op de een of andere
wijze inkomt of geplant is, moet natuurlijk
niet eerder gevangen worden dan bij een zoo
groot mogelijk gewicht. De riviertjes daaren
tegen geven een beeld in het klein van de
groote rivieren de aal trekt er door om de
hoogerop gelegen wateren te bereiken. Ook
enkele boezemwateren verkeeren in dezelfde
omstandigheden, dat zij den verkeersweg
naar de achterliggende polders vormen.
Schakelen wij deze wateren, die gezamen
lijk slechts een zeer gering aandeel van onze
totale aalvangst opleveren, uit, dan blijft er
de zeer groote groep van plassen, polderwate
ren en kanalen over. Dit zijn de wateren,
waar de voortdurend zwervende aaltjes ein
delijk min of meer hun voorloopige bestem
ming vinden en min of meer tot rust komen
hier groeien zij op tot zij bijna geslachtsrijp
zijn, waarna zij hun laatste groote zwerftocht
den Oceaan in, ondernemen.
Nemen wij dit in aanmerking, n.1. dat de
aal in de plassen en de polders blijft tot on
geveer het tijdstip van rijp worden, dan moet
er ook alles vóór te zeggen zijn om de aal hier
niet ontijdig bij een lengte, dat zij nog in
vollen groei is, en slechts den prijs van afval
opbrengt, weg te vangen en voor dit soort
van wateren is een maat van 25 cm ten eenen
male onvoldoende. Ja zelfs lijkt mij in een
polder, waar hoofdzakelijk vrouwelijke
voorkomt, een maat van 30 cm nog te
Ik ben overtuigd, dat dit door de visschers op
de polderwateren en op vele plassen ook wel
wordt ingezien en dat een maatverhooging
door deze met vreugde zou worden ontvangen
en dat velen de invoering van een verhoogde
maat als de kroon op hun langdurige actie
voor de maatverhooging zouden beschouwen,
Maatverhooging.
Om den toestand nog eens kort samen te
vatten, meen ik te mogen zeggen, dat voor de
binnenwateren en voor het IJsselmeer een
maatverhooging belangrijke voordeelen zou
bieden, voor de benedenrivieren staat dit niet
vast maar moet zelfs integendeel rekening
worden gehouden met de mogelijkheid, dat
een verhooging van maat de inkomsten ook
op den duur zou doen dalen.
Mag echter ter wille van de groep der rivier-
visschers een maatverhooging achterwege
blijven
Om hierover een bekoorlijk gegrond oordeel
te kunnen uitspreken, zou men de grootte
der belangen der verschillende groepen ri
vier visschers, binnenvisschers en IJsselmeer-
visschers tegen elkaar moeten afwegen. Dit
is wel niet met groote nauwkeurigheid uit te
voeren, omdat wij. slechts bij benadering we
ten hoe groot de aanvoer en opbrengst der
aalvisscherij van de binnenwateren en de
rivieren zijn. Ik heb echter getracht toch zoo
goed mogelijk duidelijk te maken hoe de ver
houding is der belangen, die bij een maatver
hooging voordeelen zou hebben, dus het IJs
selmeer en de binnenvisschers, tegenover de
groep der rivier visschers, die van
j hooging misschien schade hebben te duch-achteruitgaan, deze verliezen worden in een
ten. Ik heb daarbij gerekend, dat op de bene- water, waar de aal goeit groeit, in enkele
den- en bovenrivieren iets meer aal wordt maanden, volkomen ingehaald. Wanneer b.v.
gevangen dan op de Zuidhollandsche Stroo
men beneden den Moerdijk dus. Voor de bin-
nenvisscherij heb ik de aanvoeren niet scherp
omgrensd weergegeven.
Wanneer wij dan in aanmerking nemen
hoeveel malen grooter de belangen der IJssel
meer- en binnenvisschers zijn dan die der
riviervisschers, dan kan daaruit naar mijn
meening maar een gevolgtrekking worden ge
maakt en wel deze indien bij die groote
belangen een maatverhooging vereischt wordt,
dan moet die er komen en eerst dan kan
men nagaan of er slachtoffers van een der
gelijke maatregel zijn en op welke wijze deze
geholpen kunnen worden.
Gelukkig bestaat de mogelijkheid om ook
de riviervisschers te helpen en deze niet tot
slachtoffers te maken.
Een voorstel.
Het voorstel, dat ik heb uitgewerkt en nu
zal behandelen is als volgtVerhooging van
de maat van 25 cm op 30 cm lijkt mij een te
groote sprong ineens ik stel daarom voor
begin Juli de maat werd ingevoerd, dan zou
met den aanvang van het volgende seizoen
de schade reeds vrijwel zijn ingehaald en zou
men in den loop van het volgende jaar reeds
de voordeelen genieten.
Samenvatting.
Terwille van de duidelijkheid wil ik nog
even mijn voorstel heel in het kort samen
vatten het luidt dus, dat voor het geheele
land een maat aal wordt ingevoerd van 28
cm, evenwel zullen de visschers op de groote
rivieren de aal van 2528 cm mogen behou
den, zij mogen deze echter alleen verkoopen
aan de organisatie, die deze pootaal onder de
binnenvisschers tegen verlaagden prijs zal
distribueeren.
Wanneer deze gelden voor den aankoop van
pootaal niet beschikbaar gesteld zouden wor
den, dan meen ik toch, dat de verhoogde
maat ingevoerd moet worden, waarbij wij dan
als eerste stap misschien niet direct 28 maar
27 cm als maat zouden moeten nemen. Ik
zou het zeer betreuren als de riviervisschers
een maat van 28 cm voor het geheele land hierdoor schade zouden ondervinden, maar
bij wijze van tijdelijke overgangsmaatregel. de belangen der overige visschers zijn te groot,
Gedurende dien tijd zal zooveel mogelijk dan dat deze verwaarloosd moeten worden
worden nagegaan of de maatregel voordeelen tenbehoeve van een betrekkelijk zoo kleine
afwerpt of niet en of een verhooging tot 30 groep als de riviervisschers en wat het zwaarst
cm nog meer voordeelen belooft. is moet het zwaarst wegen. Ik wil echter op
Om nu te voorkomen, dat de riviervisschers j deze aangelegenheid, die buiten mijn eigen-
schade lijden door een maat van 28 cm, luidt lijke voorstel gaat, hier voorloopig niet verder
„kom ik tot de feiten, die de aanleiding zijn
geweest om deze vergadering te beleggen.
Mevrouw de prinses heeft, toen zij mij hare
hand schonk, haar geheim, doch wettig huwe
lijk met wijlen den hertog van Nevers bekend
gemaakt en bij die gelegenheid het bestaan
eener dochter uit dat huwelijk wettig beves
tigd. Schriftelijke bewijsstukken ontbraken
het doopregister, waar op twee plaatsen stuk
ken uitgescheurd waren, bevatte geenerlei
bewijs en nogmaals ben ik verplicht te zeg
gen, dat alleen mijnheer de Caylus in staat
zou geweest zijn ons daaromtrent eenige op
heldering te geven. Doch bij zijn leven be
waarde mijnheer de Caylus het stilzwijgen.
Op dit oogenblik rust hij in het graf en kan
niemand hem meer ondervragen."
„Het kind verdween in den nacht van den
moord. Gij weet, mijne heeren, wat de moe
derliefde is sedert achttien jaren heeft me
vrouw de prinses geene andere zorg gekend
dan hare dochter op te sporen. Die nasporin
gen zijn echter tot nu toe volslagen vruchte
loos gebleven. Er is geen spoor, geen scha
duw gevonden en mevrouw de prinses is nog
niet verder dan op den eersten dag."
„Men heeft gezegd," hernam hij na een oo
genblik, „dat ik overal mijne handlangers
had, die Frankrijk, Spanje en Italië door
kruisten en dat ik mij meer aan de dochter,
dan aan de moeder zelve liet gelegen zijn.
Heeft men u dat niet gezegd, mevrouw
vroeg hij zich tot haar wendende.
Zonder de oogen op te slaan en zonder zich
te bewegen, antwoordde Aurora de Caylus
„Ja."
„Hoort ge wel zeide Gonzaga tegen de
vergadering, en zich daarna wederom tot
zijne gemalin richtende, vervolgde hij „Men
heeft ook tot u gezegd arme moeder, gij
hebt uwe dochter te vergeefs gezocht en al
uwe nasporingen zijn vruchteloos gebleven,
omdat iemand, die in het duister werkt, u
van het spoor brengt en op trouwelooze wijze
uwe pogingen verijdelt.
„Heeft men dat ook niet tegen u gezegd,
mijn voorstel verder den riviervisschers te
vergunnen om de aal van 2528 cm lengte
te verkoopen aan een of ander officieel li
chaam, dat deze aal als pootaal zal distribu
eeren.
Dit kost geld, want als pootaal zal de aal
niet zooveel kunnen kosten als de inkoops
prijs zal moeten bedragen. Dit verschil zou
moeten worden aangevuld door den Staat.
Ik meen echter, dat er geen beteren steun
aan de binnenvisscherij denkbaar is dan in
deze vorm, want waaraan heeft de beroepsvis-
scher meer behoefte dan aan toename van
den aalstand.
Op deze wijze zouden alle partijen geholpen
zijn, te riviervisschers zouden vrijwel kun
nen blijven visschen als tot nu toe. hun aan
voeren zouden dus niet veranderen, de IJssel-
meervisschers zouden een grootere opbrengst
krijgen door de maatverhooging en de bin
nenvisschers zouden profiteeren van de maat
verhooging en daarboven van het uitzetten
van pootaal en wij allen zouden voor het
vervolg bespaard blijven voor het feit, dat al
die kleine aal, die nog zooveel belooft voor de
toekomst, tegen afbraakprijzen op de markt
gegooid wordt.
Alleen de Regeering zou de zaak financieel
moeten steunen. Dat dit geld welbesteed is, ik
geloof niet, dat één binnenvisscher er een
oogenblik aan twijfelt. Hoewel het zich nu
niet nauwkeurig laat berekenen, geloof ik,
dat met een bedrag van f 2030.000 de zaak
geholpen zou zijn. Dit bedrag zou de staat
telken jare beschikbaar moeten stellen. Ik
neem daarbij aan, dat er voldoende vraag
naar pootaal zal blijven bestaan.
Welke gevolgen van maatverhooging
Natuurlijk zullen onmiddellijk na het in-
Vanaf heden Zomer Dienstregeling.
Onze uitgebreide dienst en tariefregeling
a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs.
mevrouw
„Ja," gaf de prinses andermaal ten ant
woord.
„Hoort ge het wel, mijne heeren rechters
en pairs vroeg Gonzaga. „En heeft men
nog niet iets tegen u gezegd, mevrouw na
melijk dat die slechte hand, welke in het
duister werkte, die van uw man was Heeft
men u niet gezegd, dat het kind misschien
niet meer in leven was, dat er menschen wa
ren slecht genoeg om een kind te vermoor
den, dat misschien ik zal niet verder voort
gaan, mevrouw, maar dat alles heeft men u
gezegd."
Zoo bleek als een lijk antwoordde Aurora
de Caylus voor de derde maal„Zoo is het."
„En hebt gij er geloof aan geslagen, me
vrouw vroeg de prins met eene stem, waar
uit verontwaardiging sprak.
„Dat heb* ik," antwoordde de prinses koel.
Toen men dit hoorde, ging er uit alle hoe
ken der zaal een gemompel op.
„Gij bereidt u den ondergang, mevrouw,"
fluisterde de kardinaal de prinses in 't oor
„welk besluit mijnheer van Gonzaga ook
voorstelle, gij kunt zeker zijn, dat gij in 't on
gelijk gesteld zult worden."
De president de Lamoignon wilde juist het
woord tot haar richten, toen Gonzaga hem
door een eerbiedig gebaar terughield.
„Ik verzoek u, mijnheer de president, het
hierbij maar te laten schrijven," zeide hij.
Onder diepe stilte richtte hij verder het
woord tot de prinses.
„Men heeft u goed onderricht, mevrouw
ik had meer agenten in Frankrijk, Spanje en
Italië dan gij, en terwijl gij het oor leende
aan de beschuldigingen, die tegen mij inge
bracht werden, was ik ten uwen behoeve
werkzaam. Ik beantwoordde al die lasterin
gen door verdubbeling van mijn ijver in uw
belang. Ik liet zonder ophouden nasporingen
doen en legde daaraan mijn goud, mijn in
vloed, mijn leven ten koste. Nu eindelijk kom
ik, die u vereer en lief heb, tot u, die mij ver
acht en haat, om u toe te voegenbreid uwe
ingaan.
Slot.
Hiermede ben ik aan het eind van mijn
voordracht gekomen. Ik hoop, dat mijn voor
stel bij het overgroote deel der vergadering
instemming moge vinden en vooral ook hoop
ik, dat de Staat bereid zal zijn de paar tien
duizenden guldens voor dit goede doel be
schikbaar te stellen, en dat wij eindelijk mo
gen komen tot een regeling van de maat op
aal, die algemeene bevrediging schept.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Schipper mishandelt brugwachter.
Vergunning om in Friesland
te varen, ingetrokken.
Donderdagavond voer door de pro
vinciale Scharsterbrug bij Joure een
groot schip, getrokken door een sleep
boot. Toen een der brugwachters dit
schip wilde onderzoeken op den meet
brief en deze reeds in handen had,
werd hij door den schipper, die op
den wal was gesprongen, onverhoeds
aangevallen, met een stuk hout ern
stig- mishandeld en aan het hoofd ge
wond. Onmiddellijk snelde de andere
brugwachter toe om zijn collega te ont
zetten. Inmiddels sprong de schipper
weer aan boord, waarop de sleep de
boot optrok en het schip doorvoer,
niettegenstaande het bevel om te me
ren. Nadat de controleur van den pro
vincialen waterstaat met dit feit
kennis was gebracht, stelde deze
zich in verbinding met den majoor
der rijksveldwacht, den heer Jong
bloed te Rinsum, die met twee veld
wachters des nachts per motorboot er
op uittrok om den schipper aan te
houden. Deze werd in de Wetering in
de buurt van Irnsum aangetroffen,
armen uit, gelukkige moeder, want ik zal uw
kind aan uw hart brengen
Daarop wendde hij zich tot Peyrolles, die
op bevelen stond te wachten en zeide met
luider stemme
„Laat mademoiselle Aurora de Nevers bin
nentreden."
HOOFDSTUK X.
Ib ben er.
Gonzaga had wonderen verricht, want
iedereen geloofde hem en zou er op gezworen
hebben, dat hij de waarheid sprak.
Gonzaga's grootste overwinning was echter
de bekeering van Chaverny, den twijfelaar,
en de verbazende indruk, dien het medege
deelde op de prinses maakte. Chaverny had
zich nog zoo lang mogelijk verweerd, maar bij
de laatste woorden van den prins bleef hij
met open mond staan.
„Als hij dat gedaan heeft," mompelde de
markies, „dan vergeef ik hem al de rest."
De prinses van haar kant rees verbleekt op
en beefde zoo hevig, dat de kardinaal ver
plicht was haar te ondersteunen.
Zij hield een strkken blik gevestigd op de
deur, door welke Peyrolles heengegaan was.
Beurtelings vertoonde zich hoop en vrees op
haar gelaat. Zou zij hare dochter werkelijk
zien Was haar dit aangekondigd door die
geheimzinnige aanteekening in het getijde-
boek De onbekende schrijver dier woorden
had haar aangeraden te komen en zij was
gekomen. Zou zij hare dochter moeten verde
digen Van welken aard het gevaar ook zijn
mocht, haar hart klopte op dit oogenblik
van blijdschap. Achttien jaren van tranen
zouden haar rijkelijk vergolden zijn door een
enkelen glimlach van haar kind.
Zij wachtte, gelijk al de anderen wachtten.
Peyrolles was heengegaan door de deur, die
naar de vertrekken van den prins leidde. Wel
dra keerde hij terug, de hand gevende aan
donna Cruz. Gonzaga ging haar te gemoet.
.waar liij met zijn schip lag. Hij werd:
gearresteerd en naar Scharsterbrug
overgebracht, ter confrontatie, met
den brugwachter.
Tegen schipper en sleepboot-kapi
tein is procesverbaal opgemaakt.
Voorts meldt men nog, dat de vergun,
ning tot varen in de provincie Fries
land aan den schipper is ontnomen,
zoodat hij langs clenzelfden weg de
provincie moet verlaten. Het schip
was op weg naar Groningen.
Fietser voor vrachtauto gevallen.
Overreden en op slag gedood.
Vrijdagavond omstreeks half vijf
reed te Tilburg op het Pius-plein de
15-jarige J. v.de Boom uit Goirle per
fiets. Op den bagagedrager zat zijn 8-ja
rig zusje. Achter hem reed een groote
met zand beladen vrachtauto. De jon
gen moest uitwijken voor een tege
moetkomende personenauto en reed
daarbij tegen het t rot oir, waardoor hij
van de fiets sloeg. Hij viel met het
hoofd juist voor het achterwiel van de
vrachtauto en werd overreden. De jon
gen was op slag dood.
Zijn zusje was ook gevallen, maar
had geen letsel opgeloopen. De fiets
was niet beschadigd.
Het lijk van den jongen is naar het
lijkenhuisje van het St. Eiisabeths-
Ziekenhüis te Tilburg overgebracht.
VRIJDAG. ZATERDAG EN ZONDAG 8.15,
ZONDAGMIDDAG 3 UUR 's werelds grootste,
machtigste en indrukwekkendste film-
schouwspel
met Clark Gable en Jeanette Mac Donald.
BOERDERIJ.
GRAS MAAIEN MET DE
AUTO.
Prof. ir. M. F. Visser demon
streert te Wageningen een in
het Instituut v. Landbouw
werktuigen tot schoffelmachi
ne en landb.-trekker verbouw
de tweedehandsch auto.
Zagen wij in den loop der jaren ver
schillende zeer interessante nieuwig
heden door het Instituut te Wagenin
gen uitgedacht, bij de Woensdag ge-
honden demonstratie heeft prof. Vis
ser een nieuw werktuig aan deze serie
toegevoegd.
Dat dit nieuwe werktuig de volle be
langstelling had van den Nederland-
schen landbouw, moge blijken uit het
feit, dat de groote Hulpaula belang
rijk te klein was voor het groote aan
tal belangstellenden. Alleen al meer
dan honderd auto's waren hij het In-
tituut en omgeving geparkeerd.
In zijn rede, welke prof. Visser vóór
de demonstratie hield en waarin hij
zoo goed mogelijk uitleg gaf van het
hoe en^ waarom van zijn constructie,
,Wat is zij schoon was de eenparige
kreet, die aan al de monden ontsnapte.
Gonzaga's aanhangers, hunne rol weder
opvattende, begonnen dat woord te mompe
len, hetwelk men in hunne herinnering had
aanbevolen
,Wat heeft zij sprekend den familietrek
Doch er waren geheel onafhankelijke lieden,
die nog verder gingen dan de huurlingen.
De president, de maarschalk, de kardinaal en
al de hertogen keken beurtelings de prinses
en donna Cruz aan en verklaarden „Zij is
het evenbeeld van hare moeder."
Zij hadden dus reeds begrepen, dat zij uit
spraak zou moeten doen of de prinses de
moeder van donna Cruz was.
De prinses had echter, na nog herhaalde
lijk van kleur verwisseld te hebben, haar ge
jaagd en twijfelend voorkomen weder aange
nomen. Als zij het schoone jonge meisje aan
zag was er eene zekere ontsteltenis in haar
gelaatstrekken waar te nemen.
O neen Zóó had zij zich hare dochter niet
voorgesteld. Dat kind kon niet schooner zijn,
maar het moest zich anders voordoen.
De plotselinge koelheid die zij in zich voel
de opkomen op een oogenblik, dat haar hart
overstelpt had moeten zijn van vreugde, joeg
haar schrik aan.
Daaraan paarde, zich eene andere vrees.
Wat moest de vroegere geschiedenis geweest
zijn van dit bekoorlijk meisje, dat zoo vrij uit
de oogen zag, dat zulke ongewone golvingen
in hare slanke gestalte vertoonde, dat meis-
e kortom, welks geheele voorkomen die gra
tie, die groote bevalligheid bézat, welke de
strenge huiselijke opvoeding doorgaans niet
aan de erfdochters van hertogen schenkt
Chaverny, die zich reeds weder volkomen
van zijne aandoening hersteld had en zich
verweet, dat hij een oogenblik aan Gonzaga's
oprechtheid had kunnen gelooven, drukte
het gevoelen der prinses beter uit, dan zij
het zelve zou hebben kunnen doen.
(Wordt vervolgd.)