28e JAARGANG DINSDAG 2-2 JUNI 1937 No. 69 BEKENDE LAGE TARIEVEN. DE BULTENAAR. N.V.W.A.C.O. - HOORN CINEMA DE HAAN - WIERINGEN SAN FRANCISCO bWIERINGER courant Mimurs. KM ABVEHTENTIEBLAS VOO» TENTIEBLAD VOOR WtflRUMMN BN OMSTREKEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden I 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER W KRINGEN. BUREAU: Uippolytushoef Wierlngen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van .1—5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 CAFÉ 'T CENTRUM SCHAGEN. SPREEKUUR van de tandarts elke Donderdag van 9'/21 uur. Inlichtingen kosteloos. VOOR ONZE PALINGVISSCHERS. DE VOORDEELEN VAN DE VERHOOGING VAN MAAT OP AAL. Inleiding van Dr. B. Havinga ter algemeene vergadering van de Hoofdafdeling op 29 Mei 1937 te Utrecht. (Vervolg.) Het IJsselmeer. Dan volgt als no. 2 het verreweg belangrijk ste aalvischwater van ons land, het IJssel meer. Aangaande dit water beschik ik over zeer uitvoerige gegevens en aan de hand hier van zullen we heel beknopt nagaan, welke voordeelen de verhooging van maat oplevert. Er zijn in 1936 in het IJsselmeer gevangen ongeveer 50 millioen stuks aal met een gewicht van 2.4 millioen kg. Van deze 50 millioen stuks hadden niet minder dan 39 millioen een leng te van 2530 cm, ruim 10 millioen van 30— 35 cm en niet veel meer dan 1 millioen boven 35 cm. Werd nu de maat gesteld op 30 cm en ble ven alle alen tusschen 25—30 cm gespaard, trokken er geen weg en werden er geen op gevreten, dan zou het gewicht van de totale vangst van 2.4 m. kg stijgen tot ongeveer 3.5 millioen, een vermeerdering van niet min der dan 1.1 millioen kg deze vermeerdering zou alleen al meer bedragen dan de vermoe delijke geheele overige aalvangst in Neder land. Zoo mooi is het echter niet, want er treden verliezen op door wegtrekken en door natuur lijke sterfte. Nu komen de verliezen door wegtrekken weer ten goede aan de visschers op de wateren, die op het IJsselmeer uitko men zij zijn dus vanuit het algemeen stand punt, dat wü hier in moeten nemen, geenszins verjoren. Ik ben echter overtuigd, dat ook voor het IJsselmeer zelf de verliezen niet zóó groot zullen zijn, of er zal nog een zeer belangrijke bate overblijven. Ik heb nu alleen nog maar rekening gehou den met de voordeelen in gewicht, die de verhooging van de maat zou meebrengen daar komt nog bij de hooge prijs, die de groo- tere aal zal opbrengen. In het laatste num mer van „Onze Zoetwatervisscherij" zie ik als prijs te Urk opgegeven voor kuilaal 15—23, gemiddeld 19 cent, en voor dobberaal 2537 cent, gemiddeld 31 cent, voor fuikaal 2732 cent, gem. 29.5 cent. Een verschil van meer dan 20 cent per kg, dat uitsluitend te wijten is aan de grootere soort, die met de fuiken en hoeken gevangen wordt. Reken ik nu maar, dat de aal met verhoogde maat van 30 cm 5 cent per pond, 10 cent per kg dus, méér op zou brengen, dan zou de opbrengst vermeer deren met 6—700.000 gulden bij een opbrengst nu van 1 millioen gulden een vermeerdering van ongeveer 70 dus. Ook hierbij heb ik de verliezen door wegtrekken en dergelijke niet in rekening gebracht, daarentegen heb ik slechts een prijsverhooging van 5 cent per pond gerekend, wat toch wel heel weinig is. FEUILLETON. Naar het Fransch van Paul Féval. 24. „Ik herinner mij niet, dat ik in mijn leven, rijk aan veelvuldige beproevingen, ooit een bitterder schok ondergaan heb. Ik weet, dat ik in dit opzicht voor allen mag spreken. De zeventien jaren, sedert dien noodlottigen nacht verloopen, hebben den angel onzer smart nog niets van zijn scherpte doen ver liezen. Hier heeft zijne nagedachtenis," zeide hij met eene trillende stem, terwijl hij de hand op het hart legde, „hier blijft zijne na gedachtenis altijd frisch en eeuwig in stand, evenals de rouw dier vrouw, die het niet be neden zich geacht heeft mijn naam na dien van Nevers te dragen Aller oogen richtten zich bij deze woorden op de prinses op wier gelaat eene ontroering te lezen was. „Spreek daar niet vanzeide zij met eene gesmoorde stem ,,'t Zijn nu zeventien jaren, die ik in afzondering en in tranen door breng Hij zag, dat zijne gemalin in een groote ontroering verkeerde en gevaar liep in zwijm te vallen, en dus oordeelende, dat hij een nieuwen aanval zonder gevaar kon wagen, zeide hij met de meeste voorkomendheid „Indien mevrouw de prinses ons eenige me- dedeeling te doen had zou ik haar volgaarne het woord afstaan." Aurora de Cayluo deed een poging om te spreken, doch het was of haar de keel werd toegeschroéfd en zij kon geen geluid voort brengen. „Thans, mijne heeren," hernam Gonzaga, Hoewel wij natuurlijk niet alles nauwkeurig kunnen berekenen en vooral de grootte der verliezen een factor is, waarvan de grootte moeilijk is te schatten, meen ik toch wel er genoeg van te weten om met volle overtuiging een verhooging van maat in het IJsselmeer te kunen aanbevelen. Binnenwateren. Wij willen nu overgaan tot de binnenwate ren. De naam binnenwateren omvat een groep van wateren met een sterk uiteenloo pend karakter. Hiertoe behooren zoowel de kleinere rivieren als b.v. het Zwarte Water als de volkomen afgesloten plassen op de heide. De vrijwel afgesloten plassen kan ik direct uitschakelen, aal die hier op de een of andere wijze inkomt of geplant is, moet natuurlijk niet eerder gevangen worden dan bij een zoo groot mogelijk gewicht. De riviertjes daaren tegen geven een beeld in het klein van de groote rivieren de aal trekt er door om de hoogerop gelegen wateren te bereiken. Ook enkele boezemwateren verkeeren in dezelfde omstandigheden, dat zij den verkeersweg naar de achterliggende polders vormen. Schakelen wij deze wateren, die gezamen lijk slechts een zeer gering aandeel van onze totale aalvangst opleveren, uit, dan blijft er de zeer groote groep van plassen, polderwate ren en kanalen over. Dit zijn de wateren, waar de voortdurend zwervende aaltjes ein delijk min of meer hun voorloopige bestem ming vinden en min of meer tot rust komen hier groeien zij op tot zij bijna geslachtsrijp zijn, waarna zij hun laatste groote zwerftocht den Oceaan in, ondernemen. Nemen wij dit in aanmerking, n.1. dat de aal in de plassen en de polders blijft tot on geveer het tijdstip van rijp worden, dan moet er ook alles vóór te zeggen zijn om de aal hier niet ontijdig bij een lengte, dat zij nog in vollen groei is, en slechts den prijs van afval opbrengt, weg te vangen en voor dit soort van wateren is een maat van 25 cm ten eenen male onvoldoende. Ja zelfs lijkt mij in een polder, waar hoofdzakelijk vrouwelijke voorkomt, een maat van 30 cm nog te Ik ben overtuigd, dat dit door de visschers op de polderwateren en op vele plassen ook wel wordt ingezien en dat een maatverhooging door deze met vreugde zou worden ontvangen en dat velen de invoering van een verhoogde maat als de kroon op hun langdurige actie voor de maatverhooging zouden beschouwen, Maatverhooging. Om den toestand nog eens kort samen te vatten, meen ik te mogen zeggen, dat voor de binnenwateren en voor het IJsselmeer een maatverhooging belangrijke voordeelen zou bieden, voor de benedenrivieren staat dit niet vast maar moet zelfs integendeel rekening worden gehouden met de mogelijkheid, dat een verhooging van maat de inkomsten ook op den duur zou doen dalen. Mag echter ter wille van de groep der rivier- visschers een maatverhooging achterwege blijven Om hierover een bekoorlijk gegrond oordeel te kunnen uitspreken, zou men de grootte der belangen der verschillende groepen ri vier visschers, binnenvisschers en IJsselmeer- visschers tegen elkaar moeten afwegen. Dit is wel niet met groote nauwkeurigheid uit te voeren, omdat wij. slechts bij benadering we ten hoe groot de aanvoer en opbrengst der aalvisscherij van de binnenwateren en de rivieren zijn. Ik heb echter getracht toch zoo goed mogelijk duidelijk te maken hoe de ver houding is der belangen, die bij een maatver hooging voordeelen zou hebben, dus het IJs selmeer en de binnenvisschers, tegenover de groep der rivier visschers, die van j hooging misschien schade hebben te duch-achteruitgaan, deze verliezen worden in een ten. Ik heb daarbij gerekend, dat op de bene- water, waar de aal goeit groeit, in enkele den- en bovenrivieren iets meer aal wordt maanden, volkomen ingehaald. Wanneer b.v. gevangen dan op de Zuidhollandsche Stroo men beneden den Moerdijk dus. Voor de bin- nenvisscherij heb ik de aanvoeren niet scherp omgrensd weergegeven. Wanneer wij dan in aanmerking nemen hoeveel malen grooter de belangen der IJssel meer- en binnenvisschers zijn dan die der riviervisschers, dan kan daaruit naar mijn meening maar een gevolgtrekking worden ge maakt en wel deze indien bij die groote belangen een maatverhooging vereischt wordt, dan moet die er komen en eerst dan kan men nagaan of er slachtoffers van een der gelijke maatregel zijn en op welke wijze deze geholpen kunnen worden. Gelukkig bestaat de mogelijkheid om ook de riviervisschers te helpen en deze niet tot slachtoffers te maken. Een voorstel. Het voorstel, dat ik heb uitgewerkt en nu zal behandelen is als volgtVerhooging van de maat van 25 cm op 30 cm lijkt mij een te groote sprong ineens ik stel daarom voor begin Juli de maat werd ingevoerd, dan zou met den aanvang van het volgende seizoen de schade reeds vrijwel zijn ingehaald en zou men in den loop van het volgende jaar reeds de voordeelen genieten. Samenvatting. Terwille van de duidelijkheid wil ik nog even mijn voorstel heel in het kort samen vatten het luidt dus, dat voor het geheele land een maat aal wordt ingevoerd van 28 cm, evenwel zullen de visschers op de groote rivieren de aal van 2528 cm mogen behou den, zij mogen deze echter alleen verkoopen aan de organisatie, die deze pootaal onder de binnenvisschers tegen verlaagden prijs zal distribueeren. Wanneer deze gelden voor den aankoop van pootaal niet beschikbaar gesteld zouden wor den, dan meen ik toch, dat de verhoogde maat ingevoerd moet worden, waarbij wij dan als eerste stap misschien niet direct 28 maar 27 cm als maat zouden moeten nemen. Ik zou het zeer betreuren als de riviervisschers een maat van 28 cm voor het geheele land hierdoor schade zouden ondervinden, maar bij wijze van tijdelijke overgangsmaatregel. de belangen der overige visschers zijn te groot, Gedurende dien tijd zal zooveel mogelijk dan dat deze verwaarloosd moeten worden worden nagegaan of de maatregel voordeelen tenbehoeve van een betrekkelijk zoo kleine afwerpt of niet en of een verhooging tot 30 groep als de riviervisschers en wat het zwaarst cm nog meer voordeelen belooft. is moet het zwaarst wegen. Ik wil echter op Om nu te voorkomen, dat de riviervisschers j deze aangelegenheid, die buiten mijn eigen- schade lijden door een maat van 28 cm, luidt lijke voorstel gaat, hier voorloopig niet verder „kom ik tot de feiten, die de aanleiding zijn geweest om deze vergadering te beleggen. Mevrouw de prinses heeft, toen zij mij hare hand schonk, haar geheim, doch wettig huwe lijk met wijlen den hertog van Nevers bekend gemaakt en bij die gelegenheid het bestaan eener dochter uit dat huwelijk wettig beves tigd. Schriftelijke bewijsstukken ontbraken het doopregister, waar op twee plaatsen stuk ken uitgescheurd waren, bevatte geenerlei bewijs en nogmaals ben ik verplicht te zeg gen, dat alleen mijnheer de Caylus in staat zou geweest zijn ons daaromtrent eenige op heldering te geven. Doch bij zijn leven be waarde mijnheer de Caylus het stilzwijgen. Op dit oogenblik rust hij in het graf en kan niemand hem meer ondervragen." „Het kind verdween in den nacht van den moord. Gij weet, mijne heeren, wat de moe derliefde is sedert achttien jaren heeft me vrouw de prinses geene andere zorg gekend dan hare dochter op te sporen. Die nasporin gen zijn echter tot nu toe volslagen vruchte loos gebleven. Er is geen spoor, geen scha duw gevonden en mevrouw de prinses is nog niet verder dan op den eersten dag." „Men heeft gezegd," hernam hij na een oo genblik, „dat ik overal mijne handlangers had, die Frankrijk, Spanje en Italië door kruisten en dat ik mij meer aan de dochter, dan aan de moeder zelve liet gelegen zijn. Heeft men u dat niet gezegd, mevrouw vroeg hij zich tot haar wendende. Zonder de oogen op te slaan en zonder zich te bewegen, antwoordde Aurora de Caylus „Ja." „Hoort ge wel zeide Gonzaga tegen de vergadering, en zich daarna wederom tot zijne gemalin richtende, vervolgde hij „Men heeft ook tot u gezegd arme moeder, gij hebt uwe dochter te vergeefs gezocht en al uwe nasporingen zijn vruchteloos gebleven, omdat iemand, die in het duister werkt, u van het spoor brengt en op trouwelooze wijze uwe pogingen verijdelt. „Heeft men dat ook niet tegen u gezegd, mijn voorstel verder den riviervisschers te vergunnen om de aal van 2528 cm lengte te verkoopen aan een of ander officieel li chaam, dat deze aal als pootaal zal distribu eeren. Dit kost geld, want als pootaal zal de aal niet zooveel kunnen kosten als de inkoops prijs zal moeten bedragen. Dit verschil zou moeten worden aangevuld door den Staat. Ik meen echter, dat er geen beteren steun aan de binnenvisscherij denkbaar is dan in deze vorm, want waaraan heeft de beroepsvis- scher meer behoefte dan aan toename van den aalstand. Op deze wijze zouden alle partijen geholpen zijn, te riviervisschers zouden vrijwel kun nen blijven visschen als tot nu toe. hun aan voeren zouden dus niet veranderen, de IJssel- meervisschers zouden een grootere opbrengst krijgen door de maatverhooging en de bin nenvisschers zouden profiteeren van de maat verhooging en daarboven van het uitzetten van pootaal en wij allen zouden voor het vervolg bespaard blijven voor het feit, dat al die kleine aal, die nog zooveel belooft voor de toekomst, tegen afbraakprijzen op de markt gegooid wordt. Alleen de Regeering zou de zaak financieel moeten steunen. Dat dit geld welbesteed is, ik geloof niet, dat één binnenvisscher er een oogenblik aan twijfelt. Hoewel het zich nu niet nauwkeurig laat berekenen, geloof ik, dat met een bedrag van f 2030.000 de zaak geholpen zou zijn. Dit bedrag zou de staat telken jare beschikbaar moeten stellen. Ik neem daarbij aan, dat er voldoende vraag naar pootaal zal blijven bestaan. Welke gevolgen van maatverhooging Natuurlijk zullen onmiddellijk na het in- Vanaf heden Zomer Dienstregeling. Onze uitgebreide dienst en tariefregeling a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs. mevrouw „Ja," gaf de prinses andermaal ten ant woord. „Hoort ge het wel, mijne heeren rechters en pairs vroeg Gonzaga. „En heeft men nog niet iets tegen u gezegd, mevrouw na melijk dat die slechte hand, welke in het duister werkte, die van uw man was Heeft men u niet gezegd, dat het kind misschien niet meer in leven was, dat er menschen wa ren slecht genoeg om een kind te vermoor den, dat misschien ik zal niet verder voort gaan, mevrouw, maar dat alles heeft men u gezegd." Zoo bleek als een lijk antwoordde Aurora de Caylus voor de derde maal„Zoo is het." „En hebt gij er geloof aan geslagen, me vrouw vroeg de prins met eene stem, waar uit verontwaardiging sprak. „Dat heb* ik," antwoordde de prinses koel. Toen men dit hoorde, ging er uit alle hoe ken der zaal een gemompel op. „Gij bereidt u den ondergang, mevrouw," fluisterde de kardinaal de prinses in 't oor „welk besluit mijnheer van Gonzaga ook voorstelle, gij kunt zeker zijn, dat gij in 't on gelijk gesteld zult worden." De president de Lamoignon wilde juist het woord tot haar richten, toen Gonzaga hem door een eerbiedig gebaar terughield. „Ik verzoek u, mijnheer de president, het hierbij maar te laten schrijven," zeide hij. Onder diepe stilte richtte hij verder het woord tot de prinses. „Men heeft u goed onderricht, mevrouw ik had meer agenten in Frankrijk, Spanje en Italië dan gij, en terwijl gij het oor leende aan de beschuldigingen, die tegen mij inge bracht werden, was ik ten uwen behoeve werkzaam. Ik beantwoordde al die lasterin gen door verdubbeling van mijn ijver in uw belang. Ik liet zonder ophouden nasporingen doen en legde daaraan mijn goud, mijn in vloed, mijn leven ten koste. Nu eindelijk kom ik, die u vereer en lief heb, tot u, die mij ver acht en haat, om u toe te voegenbreid uwe ingaan. Slot. Hiermede ben ik aan het eind van mijn voordracht gekomen. Ik hoop, dat mijn voor stel bij het overgroote deel der vergadering instemming moge vinden en vooral ook hoop ik, dat de Staat bereid zal zijn de paar tien duizenden guldens voor dit goede doel be schikbaar te stellen, en dat wij eindelijk mo gen komen tot een regeling van de maat op aal, die algemeene bevrediging schept. BINNENLANDSCH NIEUWS. Schipper mishandelt brugwachter. Vergunning om in Friesland te varen, ingetrokken. Donderdagavond voer door de pro vinciale Scharsterbrug bij Joure een groot schip, getrokken door een sleep boot. Toen een der brugwachters dit schip wilde onderzoeken op den meet brief en deze reeds in handen had, werd hij door den schipper, die op den wal was gesprongen, onverhoeds aangevallen, met een stuk hout ern stig- mishandeld en aan het hoofd ge wond. Onmiddellijk snelde de andere brugwachter toe om zijn collega te ont zetten. Inmiddels sprong de schipper weer aan boord, waarop de sleep de boot optrok en het schip doorvoer, niettegenstaande het bevel om te me ren. Nadat de controleur van den pro vincialen waterstaat met dit feit kennis was gebracht, stelde deze zich in verbinding met den majoor der rijksveldwacht, den heer Jong bloed te Rinsum, die met twee veld wachters des nachts per motorboot er op uittrok om den schipper aan te houden. Deze werd in de Wetering in de buurt van Irnsum aangetroffen, armen uit, gelukkige moeder, want ik zal uw kind aan uw hart brengen Daarop wendde hij zich tot Peyrolles, die op bevelen stond te wachten en zeide met luider stemme „Laat mademoiselle Aurora de Nevers bin nentreden." HOOFDSTUK X. Ib ben er. Gonzaga had wonderen verricht, want iedereen geloofde hem en zou er op gezworen hebben, dat hij de waarheid sprak. Gonzaga's grootste overwinning was echter de bekeering van Chaverny, den twijfelaar, en de verbazende indruk, dien het medege deelde op de prinses maakte. Chaverny had zich nog zoo lang mogelijk verweerd, maar bij de laatste woorden van den prins bleef hij met open mond staan. „Als hij dat gedaan heeft," mompelde de markies, „dan vergeef ik hem al de rest." De prinses van haar kant rees verbleekt op en beefde zoo hevig, dat de kardinaal ver plicht was haar te ondersteunen. Zij hield een strkken blik gevestigd op de deur, door welke Peyrolles heengegaan was. Beurtelings vertoonde zich hoop en vrees op haar gelaat. Zou zij hare dochter werkelijk zien Was haar dit aangekondigd door die geheimzinnige aanteekening in het getijde- boek De onbekende schrijver dier woorden had haar aangeraden te komen en zij was gekomen. Zou zij hare dochter moeten verde digen Van welken aard het gevaar ook zijn mocht, haar hart klopte op dit oogenblik van blijdschap. Achttien jaren van tranen zouden haar rijkelijk vergolden zijn door een enkelen glimlach van haar kind. Zij wachtte, gelijk al de anderen wachtten. Peyrolles was heengegaan door de deur, die naar de vertrekken van den prins leidde. Wel dra keerde hij terug, de hand gevende aan donna Cruz. Gonzaga ging haar te gemoet. .waar liij met zijn schip lag. Hij werd: gearresteerd en naar Scharsterbrug overgebracht, ter confrontatie, met den brugwachter. Tegen schipper en sleepboot-kapi tein is procesverbaal opgemaakt. Voorts meldt men nog, dat de vergun, ning tot varen in de provincie Fries land aan den schipper is ontnomen, zoodat hij langs clenzelfden weg de provincie moet verlaten. Het schip was op weg naar Groningen. Fietser voor vrachtauto gevallen. Overreden en op slag gedood. Vrijdagavond omstreeks half vijf reed te Tilburg op het Pius-plein de 15-jarige J. v.de Boom uit Goirle per fiets. Op den bagagedrager zat zijn 8-ja rig zusje. Achter hem reed een groote met zand beladen vrachtauto. De jon gen moest uitwijken voor een tege moetkomende personenauto en reed daarbij tegen het t rot oir, waardoor hij van de fiets sloeg. Hij viel met het hoofd juist voor het achterwiel van de vrachtauto en werd overreden. De jon gen was op slag dood. Zijn zusje was ook gevallen, maar had geen letsel opgeloopen. De fiets was niet beschadigd. Het lijk van den jongen is naar het lijkenhuisje van het St. Eiisabeths- Ziekenhüis te Tilburg overgebracht. VRIJDAG. ZATERDAG EN ZONDAG 8.15, ZONDAGMIDDAG 3 UUR 's werelds grootste, machtigste en indrukwekkendste film- schouwspel met Clark Gable en Jeanette Mac Donald. BOERDERIJ. GRAS MAAIEN MET DE AUTO. Prof. ir. M. F. Visser demon streert te Wageningen een in het Instituut v. Landbouw werktuigen tot schoffelmachi ne en landb.-trekker verbouw de tweedehandsch auto. Zagen wij in den loop der jaren ver schillende zeer interessante nieuwig heden door het Instituut te Wagenin gen uitgedacht, bij de Woensdag ge- honden demonstratie heeft prof. Vis ser een nieuw werktuig aan deze serie toegevoegd. Dat dit nieuwe werktuig de volle be langstelling had van den Nederland- schen landbouw, moge blijken uit het feit, dat de groote Hulpaula belang rijk te klein was voor het groote aan tal belangstellenden. Alleen al meer dan honderd auto's waren hij het In- tituut en omgeving geparkeerd. In zijn rede, welke prof. Visser vóór de demonstratie hield en waarin hij zoo goed mogelijk uitleg gaf van het hoe en^ waarom van zijn constructie, ,Wat is zij schoon was de eenparige kreet, die aan al de monden ontsnapte. Gonzaga's aanhangers, hunne rol weder opvattende, begonnen dat woord te mompe len, hetwelk men in hunne herinnering had aanbevolen ,Wat heeft zij sprekend den familietrek Doch er waren geheel onafhankelijke lieden, die nog verder gingen dan de huurlingen. De president, de maarschalk, de kardinaal en al de hertogen keken beurtelings de prinses en donna Cruz aan en verklaarden „Zij is het evenbeeld van hare moeder." Zij hadden dus reeds begrepen, dat zij uit spraak zou moeten doen of de prinses de moeder van donna Cruz was. De prinses had echter, na nog herhaalde lijk van kleur verwisseld te hebben, haar ge jaagd en twijfelend voorkomen weder aange nomen. Als zij het schoone jonge meisje aan zag was er eene zekere ontsteltenis in haar gelaatstrekken waar te nemen. O neen Zóó had zij zich hare dochter niet voorgesteld. Dat kind kon niet schooner zijn, maar het moest zich anders voordoen. De plotselinge koelheid die zij in zich voel de opkomen op een oogenblik, dat haar hart overstelpt had moeten zijn van vreugde, joeg haar schrik aan. Daaraan paarde, zich eene andere vrees. Wat moest de vroegere geschiedenis geweest zijn van dit bekoorlijk meisje, dat zoo vrij uit de oogen zag, dat zulke ongewone golvingen in hare slanke gestalte vertoonde, dat meis- e kortom, welks geheele voorkomen die gra tie, die groote bevalligheid bézat, welke de strenge huiselijke opvoeding doorgaans niet aan de erfdochters van hertogen schenkt Chaverny, die zich reeds weder volkomen van zijne aandoening hersteld had en zich verweet, dat hij een oogenblik aan Gonzaga's oprechtheid had kunnen gelooven, drukte het gevoelen der prinses beter uit, dan zij het zelve zou hebben kunnen doen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1