i
28e JAARGANG
ZATERDAG 26 JUNI 1937
Micnuie. bm «nuBBTBMTiBat rs unriB
No. ~L
MIEUWS* EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQEN EN OMSTREKEN
TANDHEELKUNDIGE
INRICHTING
GEBR. GOYARTS.
DE
BULTENAAR
N.V. W. A. C. O. - HOORN
fgWIERINGER COURANT
fhx/ïXJ&lM
3E:-~t
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f I.
UITGEVER:
CORN. J BOSKER
-<r
WIERINGEN.
I
BUREAU
tïippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van l 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0 10
VERPLAATST naar Hotel Centraal
S. Kaan Pz., Telefoon 18.
H.-HOEF IEDEREN DINSDAG 10—3 UUR.
SPREEKUREN VOLGENS AFSPRAAK.
ANNA PAULOWNA HOTEL VEERBURG.
Lage vaste tarieven. Ook voor Ziekenfondsl.
DE S. D. A. P. EN DE
MONARCHIE.
De roemrijke geschiedenis
van het Oranjehuis.
Bolwerk tegen dictatuur.
De vroegere hoofdredacteur van
„Het Volk" (soc. dem.), de heer J. F.
Ankersmit, geeft in dat blad een be
schouwing over de verhouding van
de S.D.A.P. tot de monarchie. Hij her
innert aan de hartelijke ontvangst van
de Koninklijke familie te Amsterdam
en brengt deze hartelijkheid in ver
band met den verkiézingsuitslag.
Deze omstandigheid heeft ons mijns
inziens iets te zeggen, vervolgt de schr.
Reeds is sinds enkele jaren onze ver
houding tot de monarchie belangrijk
verbeterd. liet begon met het vroeger
zoo zeer bestreden bijwonen door onze
Kamerleden van de opening van de
Staten Generaal door de Koningin.
Niemand neemt daaraan nu nog aan
stoot.
Daarop volgden de door een partij
congres goedgekeurde conclusies van
het rapport, jder herzieningscommis
sie. In het rapport werd voortgebouwd
op reeds in onze beweging bestaande
opvattingen, waarbij slechts verschil
lende klemtonen verlegd werden.
Dit geschiedde ook ten aanzien van
onze verhouding tot het staatshoofd.
Onze publieke vertegenwoordigers -
wethouders en burgemeesters bijvoor
beeld - hadden altijd al dit staats
hoofd ten volle erkend bij officieele
bezoeken en zich hiervan niet laten
weerhouden door die omstandigheid,
dat het staatshoofd een monarch was.
Ook dit had onder ons weinig verzet
ontmoet.
Deze lijn werd nu door- de herzie-
uingscommissie doorgetrokken. Onze
partij bleef republikeinsch gezind,
maar ze was bereid aan het staatshoofd
en aan de Koninklijke familie alle eer
te bewijzen, die er aan verschuldigd
was. In overeenstemming daarmee
werd, op advies van de partijleiding,
door onze gemeentelijke ambtsdragers
gehandeld tijdens de verlovingsfees
ten. Allo geestesdwang bleef daarbij
achterwege. Wie onoverkomelijke be
zwaren had of in zijn partij-omgeving
op sterken tegenzin stuitte, kon zich
vrijelijk onthouden. Deze gansche ge
dragslijn heeft naar mijn meening on
der ons weinig critiek gevonden.
FEUILLETON.
Naar het Fransch van Paul Féval.
26.)
Het was ook hoog tijd, want Chaverny
was nieuwsgierig geworden en achter den
kardinaal heengeslopen, en lichte nu plotse
ling het tapijtbehangsel op. Er was niets ach
ter te zien, maar de prinses kon een gesmoor-
den kreet niet onderdrukken. Dit was aan
wijzing genoeg. Chaverny rukte de deur open
en liep den gang in, die vrij donker was, want
de avond begon te vallen. Chaverny zag dus
niets, tenzij de schaduw van een bultenaar,
die juist de groote achtertrap afging.
Mijn neef heeft den duivel een poets willen
spelen," dacht Chaverny, „en nu doet de dui
vel het hem."
In de vergaderzaal hadden de aanwezigen
in dien tusschentijd op een teeken van den
heer de Lamoignon hunne zitplaatsen weder
ingenomen. Gonzaga had zich in zekere ma
te geweld aangedaan en was oogenschijnlijk
weder kalm.
Met eene buiging voor den raad, zeide hij
„Mijne heeren, ik acht het beneden mij, er
verder nog een woord bij te voegen. Hebt de
goedheid tusschen de prinses en mij te beslis
sen."
„Wij moeten beraadslagen," lieten zich ee-
nige stemmen hooren.
De heer de Lamoignon stond op en zette
zijn hoed op. „Prins", zeide hij, „de konink
lijke commissarissen zijn van oordeel, na mijn
heer de kardinaal in het belang van mevrouw
de prinses gehoord te hebben, dat er geen
grond bestaat om eene uitspraak te doen.
Daar mevrouw van Gonzage weet, waar hare
dochter zich bevindt, hebbe zij die voor te
Een stap verder.
Naar de opvatting van den heer An
kersmit is er nu aanleiding, nog een
stap verder te gaan. Reden daartoe
vindt hij in den afkeer van de S.D.A.P.
tegen het fascisme, een nieuw feit, dat
grondig moet worden doordacht.
Niet in de constitutioneel monar
chaal geregeerde landen, maar in re
publieken heeft de dictatuur het tot
de overwinning, gebracht, vervolgt de
schrijver. Italië schijnt een uitzonde
ring te maken, maar Italië is slechts in
naam nog een koninkrijk. In werke
lijkheid heeft Mussolini er alle macht
tot zich getrokken. Hij heeft niet al
leen het parlement tot een schijnparle-
ment verlaagd, maar ook den mo
narch tot een schijnkoning gemaakt-
die hoegenaamd niets meer heeft in
te brengen. In een totalitairen staat
is dit trouwens niet anders denkbaar.
Vandaar, dat de luidruchtige hulde
betuigingen van onzen Ni.S.B.-hoofd-
man aan het Oranjehuis door ieder
als een misleidende schijnvertooning
worden doorzien, meent de schrijver.
Er zijn ook republieken, Frankrijk bij
voorbeeld en in de eerste plaats wel
Tsjecho-slowpakije, die krachtjig weer
stand bieden aan de fascistische aan
matiging.
De beteekenis der monarchie
Doch niet te ontkennen valt, dat de
parlementaire monarchiën in het al
gemeen een veel sterker bolwerk te
gen de dictatuur zijn gebleken te zijn
dan de republieken. Wanneer wij de
monarchiën Engeland, België, Dene
marken, Zweden, Noorwegen en Ne
derland tegenover de republieken Por
tugal, Polen, Oostenrijk en Rusland
stellen, valt de vergelijking sterk ten
gunste van de monarchiën uit. Ook
wat de positie van de sociaal-democra
tie betreft.
In de buitenlandsche parlemen
taire monarchiën is onze partij volko
men gelijkwaardig met de andere po
litieke partijen en in verschillende er
van kwam de sociaal-democratie reeds
onbelemmerd tot de regeering.
In het achterlijke Nederland, aldus
de heer Ankersmit, is dit nog niet het
geval en zijn uitzonderingsmaatregelen
tegen onze beweging nog sieeus niet
opgeheven. Maar zoowel bij de verlo
vingsfeesten als nu weer bij de ont
vangst van de Koninklijke Familie te
Amsterdam zijn de oude anti-socialis
tische deunen en leuzen geheel ver
dwenen en hoort men veeleer soms
uit de menigte zingen, dat Mussert zak
jes moet plakken, dan dat dit lot nog
steeds aan wijlen Nieuwenhuis wordt
toegewenscht.
Persoonlijke gevolgtrekkingen.
Voor mij persoonlijk heb ik hieruit
de noodige gevolgtrekkingen gemaakt.
Ik heb voor ons staatshoofd reeds een
persoonlijk respect gekregen, toen het
nu bijna een kwart eeuw lang - den
voorzitter der sociaal-democratische
Kamerfractie regelmatig voor een ka
binetsvorming ontving om zijn advies
in te winnen. Prinses Juliana heb ik
altijd een frissche figuur gevonden en
sinds ik uit uitstekend ingelichte
bron vernam, dat de vroegere prins
zur Lippe, nu haar echtgenoot, niet
fascistisch gezind was, maar een aan
hanger van het „ancien régime" van
de monarchie, heb ik mijn aanvanke
lijke bezwaren tegen hem, dien ik op
grond van de eerste stellige berichten
als een fascist beschouwde, laten varen
Ik ben tot het bewustzijn gekomen,
dat de parlementaire, constitutioneele
monarchie, mits vertegenwoordigd
door een Vorstenhuis, dat meer rugge-
graat tegen een dictatuur bezit dan
het Italiaansche, verkieslijk is boven
een republiek, waarin een keerende
wind al te gemakkelijk een president
met fascistische sympathiën aan het
hoofd van staat, zou kunnen brengen.
De roemrijke geschiedenis van het
Oranjehuis en zijn historischen oor
sprong uit den heldenstrijd tegen de
hert-doorwondende tyrannie, zie ik
als een vrij vasten waarborg tegen fas
cistische overweldiging.
Bij mijn monarchaal geworden ge
voelens hoop ik zeker alle byzantische
vernederende strooplikkerij te blijven
vermijden, besluit de heer Ankersmit,
maar mijn parlementair-monarchale
meening verheel ik niet.
FAILLISSEMENTEN.
De Alkmaarsche rechtbank heeft heden de
volgende personen in staat van faillissement
verklaard
G. v. Nuland, manufacturier te Anna Pau-
lowna. Mr. Ubbens r.-c., mr. de Groot, cur.
J. Buijs Jr., handelsreiziger te Bergen N.H.;
mr. Frin r.-c. mr. v. d. Loos, cur.
J. Bakker M.Jzn. te Den Oever mr. Lede-
boer r.-c., mr. Scholten, cur.
J. Navis, electrotechnisch-bureau te Hippo-
lytushoef mr. Ubbens r.-c., mr. Scholten,
cur.
OUDSTE MAN TER WERELD VERRICHT
10 DAGEN DWANGARBEID.
Abd-el-Salam, de oudste man ter wereld,
is volgens een Stefani-bericht uft Kaïro tot
100 piaster boete veroordeeld wegens schgn-
ding der irrigatiebepalingen. De 153-jarige
weigerde evenwel deze boete te betalen en gaf
er de voorkeur aan tien dagen dwangarbeid
te verrichten bij den aanleg van landwegen.
Nadat hij zijn overtreding had geboet door
acht uur per dag in de brandende zon te wer
ken, verklaarde hij tegenover journalisten,
dat de tien dagen ongewoon werk hem veel
goed hadden gedaan.
Hij zeide zich uitstekend den tijd van de
bezetting van Egypte door Napoleon en de
regeering van Mohamed Ali, den stichter der
regeerende dynastie, te herinneren.
MARKTBERICHTEN.
Eierveiling, Helder, 24 Juni 1937. Aange
voerd 22650 Kipeiren. Prijzen als volgt
55—57 Kg. f 2.60—2.90 58—60 Kg. f 2.80—
3.00 61—63 Kg. f 2.80—3.20 64—67 Kg.
f 3.20—3.40 540 Eendeieren f 1.90—2.40.
Eierveiling, Schagen, 24 Juni 1937. Aange
voerd 55000 Kipeiren. Prijzen als volgt56
58 Kg. f 2.70—2.90 f 2.80 3 60—62 Kg.
t 2.90 a 3.05 62—65 Kg. f 3.10—3.40.
2500 Eendeiren f 2.452.50.
HET NIEUWSTE PORTRET VAN
H. M. DE KONINGIN.
GEMEENTE ZIJPE.
brengen. Mijnheer van Gonzaga kome van
zijne zijde op voor haar, die hij meent, dat
erfgename moet zijn van de goederen van
Nevers. Als het bewijs waarop èn de prins èn
de prinses zich beroepen, dat blad uit het re
gister der kapel van Caylus, ter tafel wordt
gebracht, zal de beslissing gemakkelijk vallen.
In den naam des Konings verdagen wij de
vergadering voor drie dagen."
„Ik neem het aan," zeide Gonzaga „ik zal
het bewijs hebben."
„Ik zal mijne dochter en het bewijs heb
ben," zeide de prinses eveneens „ik neem
het ook aan."
De koninklijke commissarissen hieven daar
na onmiddellijk de zitting op.
„Wat u betreft, arm kind," zeide Gonzaga
tegen donna Cruz, toen hij haar weder onder
de hoede van Peyrolles stelde, „ik heb gedaan,
wat ik kon. De hemel alleen kan u thans het
hart uwer moeder terugschenken."
Donna Cruz liet haar sluier vallen en wilde
zich verwijderen, doch plotseling kwam zij tot:
andere gedachten en snelde op de prinses
aan.
„Mevrouw," riep zij uit, Aurora's hand
grijpende en kussende, „of gij al dan niet
mijne moeder zijt, ik vereer u en heb u lief."
De prinses glimlachte en gaf haar een kus
op het voorhoofd, terwijl zij zeide „Gij zijt
niet in het complot, dat heb ik zeer wel ge
zien en ik ben dus niet boos op u. Ik vind u
ook lief."
Peyrolles voerde thans donna Cruz weg,
gelijk reeds de andere aanwezigen vertrokken
waren.
De avond viel snel, Gonzaga, die de konink
lijke commissarissen uitgeleide had gedaan,
kwam weder binnen, juist toen de prinses
met hare kameniers wilde heengaan.
Op eene gebiedende beweging van den prins
traden die vrouwen op zijde. Gonzaga nader
de de prinses en bukte zich met die beleefd
heidsvormen, die hij nooit naliet, over hare
hand om èr eene kus op te drukken.
„Mevrouw" zeide hij op een schijnbaar
luchthartigen toon, „het is dus openbare oor
log tusschen ons
't ZAND. Paard op hol. De heer J. K. alhier
liet zijn paard en rijtuig eenigen tijd onbe
heerd op den weg staan, waarvan het paard
gebruik maakte om op hol te slaan. Paard en
rijtuig passeerden al slingerende een auto
en kwamen tenslotte op het erf van hun
baas terecht, waar het rijtuig tegen een hek-
paal aanbotste tengevolge waarvan de paal
ontzet en de tuigen en het rijtuig bescha
digd werden. Bovendien was het rijtuig gedeel
Lelijk in de sloot terechtgekomen. Overigens
liep het ongeval goed af.
't ZAND. Geslaagd. De heer P. Doedens al
hier is aan de Bisschoppelijke Kweekschool te
Beverwijk geslaagd voor onderwijzer.
Vanaf heden Zomer Dienstregeling.
Onze uitgebreide dienst en tariefregeling
5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs.
Foto Godfried de Groot, Amsterdam.
„Ik val niet aan, mijnheer ik verdedig mij
slechts," antwoordde Aurora de Caylus.
„Wij zullen met uw verlof, daar in een
tête a-tête niet over rwisien, hernam Gon
zaga, die moeite had om zijn inwendigen
toorn achter zijne koele beleefdheid te ver
bergen „ik wil u die nuttelooze moeite gaar
ne besparen. Gij schijnt geheimzinnige be
schermers te bezitten, mevrouw
„De rechtvaardige hemel, die de steun der
moeders is, mijnheer, staat mij bij."
De prinses zeide tegen een harer vrouwen
„Laat mijn draagstoel gereed maken."
,Is er avonddienst in de kerk Saint-Magloi-
re vroeg Gonzaga verwonderd.
„Dat weet ik niet, mijnheer," antwoordde
de prinses bedaard„maar ik ga niet naar
Saint-Magloire. Félicité, haal mijne diaman
ten voor den dag."
„Uwe diamanten mevrouw zeide de prins
spottend. „Zal het hof, dat uwe afwezigheid
reeds zoo lang betreurt, eindelijk de eer heb
ben u weer te zien
„Ik ga dezen avond naar het bal van den
Regent," was haar antwoord.
Deze maal stond Gonzaga letterlijk ver
stomd.
„Gij stamelde hij eindelijk.
„Ja, ik gaf zij ten antwoord, zich met
zulk een fierheid oprichtende dat Gonzaga
onwillekeurig de oogen neder sloeg.
„Mijn rouw is hedep geëindigd mijnheer de
prins," hernam zij zich verwijderende. „Doe
verder tegen mij, wat gij wilt, ik vrees u
niet meer."
HOOFDSTUK XI.
Waarin beschreven wordt hoe de Bultenaar
zich op het bal ten hove liet
noodigen.
Gonzaga bleef een oogenblik onbewelijk
staand om zijne vrouw na te staren, die de ga
lerij doorging, om naar hare vertrekken te-
lug te keeren.
„Ik heb echter mijn spel goed gespeeld,"
dacht hij, „waarom heb ik het dan verloren
Ik heb blijkbaar niet alles gezien. Er is iets,
dat mij onbekend is gebleven. Maar in ieder
geval heb ik geen oogenblik te verliezen. Wat
wil zij op het bal in het Palais Royal gaan
doen Den Regent spreken 't Is duidelijk,
dat zij weet waar hare dochter zich bevindt.
Maar ik weet het ook" en bij die woorden
nam hij zijn zakboekje„in dit opzicht
heeft het toeval mij goed gediend."
Hij schelde en zeide tegen den binnentre-
denden bediende „Laat mijnheer Peyrolles
dadelijk hier komen."
In afwachting van diens komst wandelde
hij nadenkend op en neer en eindelijk riep hij
uit
„Zij heeft een handlanger Er moet iemand
achter het tapijt verborgen zijn geweest
Op dit oogenblik trad Peyrolles binnen.
„Eindelijk kan ik u dan spreken, monseig
neur!" zeide hij. „Ik heb zeer slechte tijdin
gen. Toen de kardinaal de Bissy heenging,
zeide hij tegen de koninklijke commissarissen:
„Er schuilt hier ergens een groote ongerech
tigheid."
„Laat den kardinaal maar praten," zeide
Gonzaga.
„Donna Cruz is ten eenemale onhandelbaar
en zegt, dat men haar eene onwaardige rol
heeft laten spelen. Zij wil uit Parijs weg."
„Laat donna Cruz maar begaan en luister
naar mij."
„Niet voordat ik u geheel heb medegedeeld,
wat hier omgaat. Lagardère bevindt zich te
Parijs."
„Zoo Dat dacht ik wel. En sedert wan
neer
„Ten minste sedert gisteren."
„Dan heeft de prinses hem stellig gespro
ken," dacht Gonzaga, en daarop vroeg hij
„Hoe weet ge dat
„Doordien Saldagne en Faënza vermoord
zijn," antwoordde Peyrolles.
Dit was een antwoord, dat Gonzaga niet
verwacht had, want zijn gelaat vertrok zich
en het was alsof eene duizeling hem beving.
Doch dit duurde slechts een oogenblik.
„Twee in een slag zeide hij. „Die man is
de levende duivelEn waar zijn hunne lijken
gevonden
„In het steegje naast uw huisje."
„Bij elkander
„Saldagne lag bij de deur en Faënza een
tiental stappen verder. Saldagne was omge
bracht door een stoot.
„Hier, niet waar vroeg Gonzaga, met den
vinger tusschen zijne wenkbrauwen wijzende.
„Ja, daar," antwoordde Peyrolles, dat ge
baar herhalende. „En Faënza is door een
soortgelijken stoot getroffen."
„Was er geen andere kwetsuur waar te ne
men
„Neen. De stoot van Nevers is altijd doode-
lijk."
„Zeer wel," zeide Gonzaga, voor den spie
gel zijne kanten in orde brengende. „De rid
der de Lagardère heeft zich dubbel bij mij
aanbevolen. Het doet mij genoegen, dat hij
te Parijs is wij zullen hem laten ophangen."
„Het koord, dat hem verworgen zal,"
begon Peyrolles.
„Is nog niet gedraaid, wilt ge zeggen. Ik
geloof het tegendeel. Luister toch eens, het
wordt hoog tijd, dat er een einde aan kome,
want wij zijn nog slechts met ons vieren."
„Ja, hoog tijd," herhaalde de vertrouwde,
met een rilling.
,,'fc Zou een treurspel in slechts twee bedrij
ven zijn," hernam Gonzaga „het eene voor
ons beiden en het andere voor die twee arme
duivels.
„Cocardasse en Passepoil?" vroeg Peyrol
les. Zij zijn zoo bang als de dood voor Lagar
dère."
Dan gelijken zij op u. Maar dat doet er
niets toe wij hebben geen keus. Laat hen
hier komen."
(Wordt vervolgd).
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.