tïndiTTnrïchiing 28e JAARGANG DINSDAG 29 JUNI 1937 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN BEKENDE LAGE TARIEVEN. ADMINISTRATIE- EN BELASTINGZAKEN. DE BULTENAAR. N.V.W.A.C.O. - HOORN No. 72 ■WIERINGER COURANT MirillMQ. CM ADVERTENTIEBLAD VOOR VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden I 1. CAFÉ 'T CENTRUM SCHAGEN. SPREEKUUR van de tandarts elke Donderdag van 9V41 uur. Inlichtingen kosteloos. UITGEVER CORN. J. BOSKER WEERING! BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van i 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 De crisis als factor die meetelt bij de ondersteuning van kinderen door Mr. J. H. van Doorne, Advocaat en Belastingconsulent. 33. Artikel 19 van de wet op de inkomstenbe lasting staat toe dat van het' inkomen wor den in mindering gebracht periodieke uitkee- ringen welker verschuldigdheid bij den aan vang van het belastingjaar vaststaat. Hier onder vallen ook die uitkeeringen, voortvloei end uit de z.g.n. alimentatieplicht. Kinderen en kleinkinderen zijn verplicht tot onder steuning van hun behoeftige ouders en groot ouders, en dezen omgekeerd met betrekking tot hun kinderen en kleinkinderen. Men lette wel op het woord behoeftig. Want daarop komt het aan. In ieder bijzonder geval zal dan ook in eerste instantie ter beoordeeling van den fiscus staan of er werkelijkheid spra ke is van „behoeftigheid" en zoo ja, in hoe verre de gedane uitkeering voldoende is die behoeftigheid op te heffen daar het bedrag dat zou worden uitgekeerd boven hetgeen dat daartoe toereikend is, niet als een „ver schuldigde" uitkeering kan worden beschouwd, zoodat te dezen aanzien geen aftrek toelaat baar kan zijn. Bekend is dat de Hooge Raad te aanzien van het begrip „behoeftigheid" niet bepaald roy ale opvattingen heeft. Het geval heeft zich voorgedaan dat een uitkeering gedaan werd door een zoon aan zijn behoeftige moeder, die nog een gering kapitaaltje bezat, welks opbrengst echter in geenendeele toereikend was om haar levensonderhoud te bestrijden. Die uitkeering werd ontoelaatbaar geacht éérst moest dat kapitaaltje zijn opgeteerd anders was er naar 's-Hoogen Raads oordeel geen behoeftigheid. Een later arrest van den Hoogen Raad doet echter zien, dat de crisis ons hoogste rechts college wat ruimer heeft doen denken. Het betrof hier een geval, dat in het huidige da gelij ksche leven wel niet tot de uitzonderin gen zal behooren. Hoe vaak toch komt het in dezen tijd niet voor dat meerderjarige kinderen na het vol eindigen hunner studie niet in staat zijn om in hun levensonderhoud te voorzien Van de ouders kan kwalijk verwacht worden dat zij, althans zoolang de omstandigheden hen daartoe niet dwingen, hun meerderjarige kinderen maar aan hun lot overlaten. En vol komen begrijpelijk is het dat een belasting plichtige vader zijn bikomen wenscht in mindering te brengen wat hij tot ondersteu ning van zijn meerderjarige kinderen be steedt. En het onderwerpelijke geval betrof het, we zouden kunnen zeggen een crisisdrama. De belanghebbende beoogde voor den Raad van Beroep dat bij zijn aanslag geen rekening was gehouden met een verstrekking van le vensonderhoud, gedaan aan zijn meerderjari- F E UIL L ËTON7 gen zoon, die de handelschool had afgeloopen nog diploma's van handelscorrespondentie behaald had, daarna in betrekking was geko men aan een bank, doch na twee jaren was „afgevloeid". Sindsdien had het jongemensch niet stil gezeten om een betrekking machtig te worden hij had zich gewend tot een groot aantal financieele en industrieele onderne mingen, tot verzekeringsmaatschappijen, de Nederl. Spoorwegen, kortom hij had geen enkele kans verzuimd om te trachten aan een baantje te komen, echter zonder resultaat Voor handenarbeid was hij niet geschikt, ter wijl bovendien in deze tijden van werkloosheid iedere werkgever maar een kik behoeft tc geven om de beschikking te hebben over zoo vele geschoolde krachten als hij maar belieft. Waar er dus absoluut geen kans bleek te zijn een betrekking te krijgen, was de jonge man als behoeftig aan te merken, en was de vader van oordeel dat hij gerechtigd was ter zake van ondersteuning van zijn zoon een; zeker bedrag in mindering van zijn inkomen te brengen. De inspecteur bestreed zulks. Hier was z.i. geen sprake van een verschuldigde uitkeering als bedoeld bij de wet op de inkomstenbelas ting daar immers niet was gebleken dat ap- pellantt zoon niet door eerlijken, hem pas senden arbeid in zijn onderhoud kon voor zien weliswaar had de vader betoogd dat zijn zoon bij verschillende banken, zaken en andere instellingen vruchteloos had gesolli citeerd, terwijl hij met handenarbeid als on geschoolde kracht, evenmin in zijn onderhoud kon voorzien, doch daaruit volgde nog geens zins, dat de zoon op generlei wijze in staat was te zorgen voor eigen onderhoud. De raad van Beroep vereenfgde zich met het stand punt van den inspecteur, handhaafde den, aanslag en stond geen aftrek toe. De Hooge Raad kon zich echter met de uitspraak niet vereenigen en besliste Dat de Raad van Beroep tegenover het be toog van belanghebbende, dat alle pogingen van zijn zoon tot het verkrijgen van een be trekking zijn mislukt en dat deze zich niet kan onderhouden door handenarbeid, van oor deel zijnde dat daaruit nog niet volgt, dar de zoon op generlei wijze in zijn onderhoud kan voorzien, kennelijk bedoelt dat nog niet is uitgesloten, dat de zoon zijn eigen kost kon verdienen anders dan door middel van een betrekking, als waarnaar hij gezocht iieeft of van handenarbeid. Dat deze opvatting van den Raad houd baar kan zijn in een economisch voorspoedigen althans normalen tijd. Dat evenwel belanghebbende zich er juist op heeft beroepen dat de tijd niet normaal is, immers de werkloosheid bijzonder groot was. Dat de Raad, die op deze stelling niet in ging, intusschen had behooren te onderzoe ken of, rekening houdend met de economische omstandigheden bij het begin van het belas ting jaar, ook daaruit, in verband met de overige stellingen van belanghebbende, niet zou volgen, dat diens zoon op geenerlei wijze in staat was zichzelf te onderhouden. Op deze overwegingen werd de uitspraak van den Raad van Beroep vernietigd en die zaak teruggewezen. De Hooge Raad geeft dus als zijn oordeel te kennen, dat bij de beoor deeling van de mogelijkheid in eigen onder houd te voorzien, terdege behoort gelet te worden op de heerschende crisisomstandighe den. Het voorheen geldend standpunt, dat als iemand gezond naar lichaam en ziel is, niet als behoeftig kan worden aangemerkt tenzij is gebleken dat hij op geenerlei wijze voor zijn eigen onderhoud kan zorgen, wat dus betee- kent dat een afgestudeerd leeraar in de wis kunde niet als behoeftig kan worden aange merkt als hij nog zijn kost kan verdienen als polderjongen of steenensjouwer, is met dit arrest dus aanmerkelijk besnoeid. Want aan gezien er, om in de terminologie te blijven, polderjongens en steensjouwers genoog zijn die hun vak verstaan, en desondanks werke loos zijn, zou een leeraar in de wiskunde hier heelemaal geen kans maken De crisisom standigheden dienen derhalve bij de beoor- deeling van de vraag of er mogelijkheid be staat in eigen onderhoud te voorzien, terdege in aanmerking genomen worden. Nu sinds 1 Mei 1937 bovendien aftrek toe gestaan is van uitkeeringen niet gegrond op wettelijke verplichtingen, maar op „nor maal en fatsoen", zal een uitkeeing als bo venbedoeld thans zeer zeker in mindering van het inkomen mogen gebracht worden. N.V. Centraal Administratiekantoor UtrechtAmsterdamGorinchemGoes-Soest Hoofdkantoor Trans 15 Utrecht Tel. 11871. Directeur Mr. J. H. VAN DOORNE. BINNENLANDSCH NIEUWS. Oud-burgemeester van Haarlem zwaar gewond. Mevrouw Maarschalk gedood bij 'n auto-ongeluk nabij Wesel Zaterdag, den eersten dag van zijn pensionneering als burgemeester van Haarlem, is de heer C. Maarschalk van Egmond en Rinnegom, vergezeld van zijiA echtgenoote, waarin bovendien zijn chauffeur was gezeten, op reis gegaan. Niet lang na zijn vertrek ech ter heeft een ernstig ongeluk, niet ver voorbij de Nederlandsche grens, in de nabijheid van de Duitsche garnizoen- stad Wesel aan den Rijn een wel zeer abrupt einde gemaakt aan dezen eer sten vacantiedag van den oud-burge meester. De burgemeester heetUJoen bet on geluk gebeurde, zelf aan het stuur ge zeten en moet, naar ooggetuigen aan de politie hebben verklaard, met een snelheid van ongeveer 120 Km. per uur hebben gereden. Hij kwam uit de richting Emmerik. De weg naar Wesel is goed berijd baar weliswaar niet breed, maar twee wagens kunnen elkaar goed pas- seeren. Bij het passeeren van een tegemoet komende auto moest de burgemeester even uitwijken, waarbij hij waarschijn lijk de macht over het stuur heeft ver loren en tegen een boom is gereden. De gevolgen waren verschrikkelijk. Naar het Fransch van Paul Féval. 27. „Rue de Chantre," zeide hij, een jong meisje, datAurora heet." Had men de uitdrukking kunnen zien die op het gelaat van den bultenaar verscheen, men zou er van verschrikt zijn en in zijne cogen vertoonden zich een sombere gloed. „Dat weet hij dus Maar hoe is hij aan die wetenschap gekomen dacht hij. „Begrijpt gij het vroeg Gonzaga. „Ja, ik begrijp het," antwoordde Peyrolles. „Dat noem ik geluk „De menschen van mijne soort hebben altijd een gelukkig gesternte," merkte Gonzaga aan. „Maar waar zullen wij het meisje plaat sen „In het. paviljoen van donna Cruz." De bultenaar tikte zich tegen hef voor hoofd. „Dat is het Heidinnetje" mompelde Onderwijl Peyrolles naar de keuken ging om Cocardasse en Passepoil te halen, dacht Gon zaga „Er moet dadelijk gehandeld worden. Ik geloof dat er aanstaanden nacht zonder linge dingen zullen gebeuren." „Gauw watvoegde Peyrolles het twee tal toe, zoodra hij in de keuken kwam. „Mon seigneur heeft u noodig." „Zijn uwe rapieren nog altijd goed?" vroeg'hij. „Maar hoe heeft deze kunnen weten." Gonzaga. i „Moet men haar eenvoudig wegvoeren „Nog beter als vroeger, zeide de Gascogner. vroeg Peyrolles op dit oogenblik. „En geheel tot de orders van monseigneur,", „Geen opschudding, als 't u belieft," ant- voegde hij er bij. j woordde Gonzaga. „Wij verkeeren niet in een „Zeer goed," antwoordde Gonzaga en keer- toestand om ons lastige zaken op den hals te de hun den rug toe, voor welken de beide halen. Er moet list en behendigheid te baat ijzervreters juist eene buiging maakten. i genomen worden, en dat is uw talent Peyrol- Gonzaga wenkte Peyrolles tot zich en bei- les. Ik zou mij niet tot u wenden, als er den begaven zich naar het einde der zaal, slagen uit te deelen of te ontvangen waren, dicht bij de deur, die tot uitgang strekte. De Ik zou durven wedden, dat onze man ook in prins scheurde uit zijn zakboekje het blad, dat huis woont waarop hij de inlichtingen had geschreven, „Lagardère mompelde Peyrolles met die hem door doona Cruz gegeven waren. Op zichtbare ontsteltenis, het oogenblik, toen hij dit papier aan zijn „Gij behoeft u aan dien dolleman niet te vertrouwde ter hand wilde stellen, vertoonde vertoonen. Het voornaamste is, te onderzoe- zich het slimme gelaat van den bultenaar ken of hij afwezig is ik zou. wel durven wed tusschen de deur, die een weinig geopend den, dat hij op dit oogenblik niet thuis is. Is was geweest. Niemand zag hem gelijk hij wel hij afwezig, dan kan de geheele zaak eenvou- wist, want uit zijne oogen straalden een bui- dig afloopenneem deze kaart." tengewoon vuur en zijn geheele gelaat had En bij die woorden stelde Gonzaga hem eene andere uitdrukking gekregen. Toen hij eene der beide uitnoodigingskaarten voor het echter Gonzaga en diens handlanger zoo dicht bal van den Regent, die hij voor Saldagne en in zijne nabijheid bespeurde, deinsde hij Faënza bewaard had, ter hand, haastig terug, waarna hij zijn oor tegen hetj „Schaf een fraai baltoilet aan, van denzelf- Vanaf heden Zomer Dienstregeling. Onze uitgebreide dienst en tariefregeling a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs. Met een zwaren slag kwam de fraaie, pas nieuwe auto tegen een boom langs den kant van den weg te recht. De auto werd vernield. De politie uit Wesel, die onmiddel lijk door passeerehde automobilisten was gewaarschuwd, heeft voor trans port van de slachtoffers naar het zie kenhuis gezorgd. Mevr. Maarschalk bleek helaas reeds te zijn overleden. De burgemeester, evenals zijn chauf feur, leefden nog, doch waren heiden huiten bewustzijn. Van de auto, aldus de heer De Koek, is niets heel gebleven. De bodem was zelfs geheel versplinterd, geen ruit was heel gebleven, de kussens van de zit tingen waren uit den wagen geslin gerd, de motorkap was als een har monica in elkaar geschoven, de stuur stang was totaal verbogen, de portie ren waren ingedeukt. Om elf uur Zaterdagavond was de burgemeester weer bij kennis gekomen Een nadere informatie echter meld de. dat zoowel zijn toestand als die van den chauffeur zooveel was verergerd, dat hun geen verhoor meer kon wor den afgenomen. Men vrees- voor hun leven. De „Oehoe" spreekt met Sydney Vliegende tusschen Amster dam en Londen. 20.000 Km. overbrugd. Het K.U,M.-vliegtu/ig „jOehoe" dat Vrijdagavond onder commando van den heer G. J. te Roller tusschen Am sterdam en Londen vloog, is tegen 9 uur op de korte golf 36 M. band on geveer 5 minuten met het radio-stati on Sydney (Australië)) in verbinding geweest. De radio-telegrafist, de heer Saaf, had de radio enkele minuten overgeschakeld op de korte golf om zich te oefenen op die golf voor de Indië-route, langs welke route thans door de Iv.L.M. proeven worden geno men met de korte golfverbinding tus schen het vliegtuig en de stations Scheveningen en Bandoeng. Toen hooi de, hij plotseling een algemeenen op roep van het station Sydney, gericht aan alle luisterende telegrafisten met het verzoek, indien men de oproep hoorde, te antwoorden. Onmiddellijk seinde de heer Saaf te rug „Hallo, hier K.L.M.-vliegtuig „Oehoe" tusschen Amsterdam en Lon den. Sydney meldde een goede ont vangst en gedurende vijf minuten on derhielden het vliegtuig en het radio station zich met elkaar. Daarna moest Saaf weer overschakelen naar de lan ge golf voor weerberichten, etc. Deze verbinding is een mooi resul taat voor de K.L.M., daar dit nage noeg de grootst bereikbare afstand namelijk pl.m. 20.000 Km. of de halve aardomtrek is. Gewone zenders en ontvangers hebben natuurlijk over dezen afstand reeds meermalen ver binding gehad, maar voor vliegtuigen is dit resultaat werkelijk schitterend en het wijst op de noodzakelijkheid om de korte golf installatie, waarmede sleutelgat hield. den aard, als ik voor donna Cruz besteld heb,' Hij hoorde dat Peyrolles met moeite de let- ging hij voort. „Laat een draagstoel gereed ters ontcijferde, die zijn meester met potlood houden in de Rue du Chantre en vervoeg u op het papier gekrabbeld had. bij het jonge meisje uit naam van Lagardère zeiven." „Daarmede zet ik mijn leven op het spel," merkte Peyrolles aan. „Komaan zij zal dadelijk buiten zichzel- ven geraken, zoodra zij het kleedje en de ge steenten maar ziet. Gij behoeft alleen te zeg gen „Lagardère zendt u dit alles en wacht u ginds." „Een slecht gekozen middel," zeide een pie pende stem, die zich tusschen hen beiden liet hooren „het meisje zal geen voet verzetten." Peyrolles sprong verschrikt op zijde en Gonzaga sloeg de hand aan zijn degen. Peyrolles herstelde zich weder en begon te lachen, zooals alle bloodaards, die geheel bang zijn. „Esopus anders genaamd Jonas!" riep hij uit. „Alweer die bultenaarzeide Gonzaga korzelig. Meent gij, dat gij, door mijn hon denhok te huren, het recht hebt gekregen om door mijn geheele hotel te loopen Wat komt gij hier doen „En gij," vroeg de bultenaar onverschrok ken, „wat wilt gij daar ginds gaan doen „Wij zullen u op staanden voet leeren, Esopus," hernam Gonzaga, „hoe gevaarlijk het is, zich met eens anders zaken te bemoeien." t Gonzaga stond echter als versteend over het vermetele gedrag van den bochel, die zon der den minsten omslag, zich van de invita tiekaart meester maakte, die Peyrolles in de hand hield. „Wat doet gij daar schreeuwde Gonzaga. De bultenaar haalde zonder te antwoorden bedaard zijn intkoker en eene pen uit zijn zak. „Hij is gek," zeide Peyrolles. „Nog niet geheel en al," antwoordde Esopus en vouwde eene knie ter aarde om gemakke- Jlijker te kunnen schrijven, waarop hij eenige woorden op de achterzijde der invitatiekaart kr&ste. j „Lees maar eens zeide hij op een toon I van triomf, terwijl hij opstond en de kaart aan Gonzaga toereikte, die er het volgende op las „„Kindlief, deze mooie kleeren komen van schepen uitgerust zijn, algemeen in te voeren, op vliegtuigen. Onderwijzers zonder emplooi. Mogelijkheid tot plaatsing in overheidsbetrekking. De .mannelijke Nederlanders, die in het bezit zijn van de akte van be kwaamheid als onderwijzer, en die deze akte hebben behaald vóór 1 Apr. 1937, zullen, voor zoover zij niet als onderwijzer in vasten dienst zijn ge plaatst of geplaatst geweest en zij den leeftijd van 21 jaar hebben be reikt, doch hun 36ste levensjaar nog niet zijn ingegaan, desgewenscht zoo veel doenlijk in voor hen geschikte be trekkingen in overheidsdienst buiten het onderwijs worden geplaatst. Een regeling dienaangaande, gelden de voor de plaatsing in dienst van het Rijk, zal dezer dagen in de „Nederland sche Staatscourant" worden bekend gemaakt. De besturen van Provinciën en ge meenten worden uitgenoodigd op overeenkomstige wijze te handelen. Degenen, die van deze regeling ge bruik zouden wensclien te maken, kunnen zich uitsluitend schriftelijk wenden tot den directeur van het Centraal Capitulantjën-bureau te Den Haag, Raamweg 3. TEXEL HEEFT EEN VLIEGVELD. Plechtige opening bij fraai weer. Dé opening van het vliegveld Texel, Zaterdagmorgen te 12 uur, werd be gunstigd door zeer fraai weer, zoodac de plechtigheid een feestelijk cachet had. Precies 11 u. 15 arriveerde de Dou- glasmachine op het terrein, waar zich zich tal van autoriteiten bevonden. O.m. waren aanwezig dr. P. J. van Tienhoven en den heer Drijver van de Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten, den heer H. Ch. E. van Ede van der Pais als vertegenwoordi ger van den minister van Waterstaat, baron Krayenhoff, voorzitter van de Alg. Nederl. Vereen, voor Vreemde lingenverkeer, burgemeester Bloemers van Arnhem, als vertegenwoordiger van den A. N. W. B., den heer Meijer de Vries, namens den Minister van Sociale Zaken, den heer Drayer, chef van liet Departement van Sociale Za ken en voorts vertegenwoordigers van de K.L.M. In twee Fokkers-vliegtuigen arriveerden eveneens verscheidene K<L.M.-vertegenwoordigers. Burgemeester Kamp heette de aan wezigen welkom, waarna de vertegen woordiger van den Minister van Water staat, de heer Van Ede van der Pais 'n ede uitsprak. Hij besloot zijn woorden met het aanheffen van het Wilhelmus. Verscheidene sprekers voerden hier na nog het woord, waarna tal van bur gerlijke en militaire vliegtuigen 'n de monstratie gaven, wat door de, naar scliattng 5000 aanwezigen zeer op priis werd gesteld. Te half twee vereenigde men zich in Hotel Juliana te De Koog, waar het ver dere programma werd afgewerkt. „mij, want ik heb u eens willen verrassen. „Doe u schoon voor, als gij kunt. Een draag stoel en twee lakeien zullen u van mijnent- „wege komen afhalen en u naar het bal bren- gen,waar ik u wachten zal. „Henri de Lagardère." Cocardasse en Passepoil, die te ver af ston den om iets van het gesprek te hooren, sloe gen het tooneel met aandacht gade en begre pen er niets van. .Monseigneur ziet er uit als iemand, die niet weet of hij waakt of droomt," riep de Gascogner uit. .Maar let toch eens op dien bochel," zeide de Normandiër. „Nu weer, even als de eerste maal, is het mij. alsof ik die oogen reeds vroeger ergens gezien had." „Ik let op geen menschen, die minder dan vijf voet vier duim lang zijn," antwoordde Cocardasse, de schouders ophalende. „Ik ben maar juist vijf voet," zeide Passe poil op een toon van zacht verwijt. „Eens voor altijd, mijn jongen, gij zijt daar buiten," hernam Cocardasse op bescher menden toon, hem de hand reikende. „De vriendschap maakt, dat ik niets dan goeds en schoons in u zie." Gonzaga zag er inderdaad uit als iemand, die geheel verbijsterd was, zoodat hij Esopus, bijgenaamd Jonas, zelfs met een soort van ontzetting aankeek. „Wat wil dat zeggen vroeg hij met eene gesmoorde stem. „Wat dat zeggen wil," antwoordde de bul tenaar kalm, „dat het meisje vertrouwen zal hebben, als zij dit leest. „Hebt gij dus ons plan geraden „Ik heb begrepen, dat gij het jonge meisje in uwe macht wilt hebben." „En hebt gij wel nagedacht, wat men te wachten heeft, als men sommige geheimen onderschept „Een groote belooning," antwoordde de bochel zich de handen wrijvende. Gonzaga en Peyrolles wisselden aen blik. „Maar" hernam Gonzaga op zachten toon „dit schrift." „Ik ben niet zonder talenten," antwoordde Esopus. „Ik sta er borg voor dat het sprekend is nagemaakt. Als ik eenmaal iemands schrift ken." „Ei, eidat kan u ver brengen En die man zelf." „Die man," viel de bultenaar hem lachend in de rede, „is te groot en ik ben te klein hem kan ik niet namaken." „Kent gij hem „Tamelijk goed." „Waardoor kent gij hem ,„Door zaken." „Kunt gij ons niet eenige inlichtingen over hem geven „Slechts ééne, gisteren heeft hij twee sla gen gedaan en morgen zal hij er twee andere doen." Peyrolles rilde van het hoofd tot de voeten, maar Gonzaga hernam de gewelven van mijn hotel zijn goede gevangenissen." De bultenaar liet zich geen schrik aanja gen door den dreigenden toon, waarop dit gezegd werd en antwoordde „Dat is grond, die geen rente geeftlaat er hokken van ma ken en verhuur die aan wijnkoopers." „Ik houd u eigenlijk voor een spion. „Dat is niet slim. De man, over wien wij spreken, bezit geen penning en gij zijt milli- onnair. Gonzaga zette groote oogen op, toen hij dit aanbod hoorde. „Geef mij die kaart," vervolgde Esopus, op de laatste invitatie wijzende, die de prins nog in de hand hield. „Wat wilt gij daarmede doen „Ik zou er een goed gebruik van maken. Ik zou haar dien man geven, en die man zou de belofte nakomen, die ik hier in zijn naam wilde afleggen. Hij zou naar het bal van den Regent gaan." „Gij moet eigenlijk een aartschelm zijn riep Gonzaga uit. „Ik", antwoordde de bultenaar met een voorkomen van zedigheid „er zijn grooter schelmen dan ik ben (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1