f
T
28e JAARGANG
ZATERDAG 3 JULI 1937
No. ~4
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
TANDHEELKUNDIGE
INRICHTING
GEBR. GOYARTS.
DE
BULTENAAR.
ADMINISTRATIE- EN
BELASTINGZAKEN.
N.V. W. A. C. O. - HOORN
ZOMERDIENSTREGELING.
hWIERINGER courant
MIBIIIAie. CAI AnueiBTeilTlEBfe m. m
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maandden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
BUREAU!
rrippolytushoef Wierlngen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer t 0.10
VERPLAATS 1 naar Hotel Centraal
S. Kaan Pz., Telefoon 18.
H.-HOEF IEDEREN DINSDAG 10—3 UUR.
Lage vaste tarieven. Ook voor Ziekenfondsl.
SPREEKURENVOLGENS AFSPRAAK.
ANNA PAULOWNA HOTEL VEERBURG.
EEN MOEILIJK ARTIKEL
door Mr. J. H. van Doorne,
Advocaat en Belastingconsulent.
34.
Wanneer gesproken wordt over artikelen
die moeilijkheden met zich brengen kunnen
wij het er wel over eens zijn dat als nummer
één van dat rijtje wel genoemd mag worden
artikel 14 van de wet op de inkomstenbelas
ting, het z.g.n. „begrootingsartikeF' dat voor
schrijft dat de opbrengst van nieuwe bron
nen van inkomen tot hun j aarlij ksch bedrag
moeten begroot worden. Allereerst toch zit
men vaak voor de vraag wanneer is er spra
ke van een nieuwe bron van inkomen, en, is
die vraag beantwoord, dan hangt daarmee
onmiddellijk de volgende samen Hoe de toe
komstige opbrengst te begrooten
Op de eerste vraag is slechts in zooverre
een algemeen antwoord te geven, dat als nieu
we bron kan aangemerkt worden, iedere bron
die niet gedurende het geheele vorige kalen
derjaar, aan het belastingjaar voorafgaand,
in het bezit van den aangever is geweest.
Maar daarmede zijn we er nog niet. Want
teJkenmale staat men in de praktijk voor de
puzzle, of in een bepaald geval moet geacht
worden een nieuwe bron aanwezig te zijn. Zoo
moet niet het uitoefenen van een zeker be
roep of ambt op zich zelf als bron van inko
men beschouwd worden, maar iedere dienst
betrekking waarin men dat ambt of beroep
uitoefentm. a. w. de dienstbetrekking is
de bron niet het ambt of beroep, zoodat ver
andering van dienstbetrekking, terwijl het
ambt of beroep hetzelfde blijft, een nieuwe
bron van inkomen doet ontstaan. Zoo be
sliste de Hooge Raad (arrest van 2 April 1919)
dat voor een procuratiehouder niet zijn trac-
tement en aandeel in de winst bron van inko
men was, maar uitsluitend zijn dienstbetrek
king. In casu had de belastingplichtige voor
1 Mei zijn aandeel in de winst verloren en
was uit dien hoofde van meening, dat het
door hem het vorig jaar genoten winstaandeel
niet behoefde te worden aangegeven. Een
uitzondering op dezen regel vormen de z.g.
losse arbeiders, voor welke niet de dienstbe
trekking doch het zijn van arbeider bron van
inkomen is.
Het geval heeft zich voorgedaan dat een
huurder door erfenis eigenaar werd van het
door hem geëxploiteerd wordend bedrijf
de Raad van Beroep was van oordeel, niette
genstaande zijn eigenlijk bedrijf toch precies
het zelfde was gebleven, dat geacht moest
worden dat thans een nieuwe bron van inko
men was ontstaan. Ten onrechte want daar
de bron van inkomen, de exploitatie van zijn
bedrijf bleef bestaan, al was zijn verhouding
tot dat bedrijf ook gewijzigd, telde hoogstens
als nieuwe bron van inkomen mede, de huur
FEUILLETON.
Naar
29.)
het Fransch van Paul Féval.
„Wat blijft hij lang weg zuchtte zij, za
melde de papieren van de tafel bijeen en borg
ze in eene cassette, die zij achter het hoofd
kussen van haar bed plaatste. „Tot morgen
zeide zij, alsof zij afscheid van een goede
vriendin nam.
Daarop greep zij hare guitare en sloeg ee-
nige accoorden aan, om den tijd van het
wachten te korten.
Zij had dezen dag al de bladzijden overge
lezen, die zij nu in de cassette had weggeslo
ten. Zij had er door zijne afwezigheid al den
tijd voor gehad. Die bladen behelsden alles,
wat zij van hare geschiedenis en van hare
herinneringen en gewaarwordingen wist.
Kortom het was Aurora's dagboek.
Waarom had zij dat alles opgeschreven
De eerste regels van het geschrift gaven het
antwoord op die vraag. Aurora zeide daarin
„Dit is niet voor hem bestemd, 't Is het
eerste, wat ik in mijn leven doe, dat niet voor
hem is.
„Hij heeft mij gezegd, dat mijn vader dood
is maar mijne moeder zou nog in leven zijn.
„Voor u, o moeder, is het, dat ik schrijf.
Mijn hart behoort aan hem, maar ook aan u.
Wie kan mij het geheim van die dubbele ge
negenheid ophelderen Bezitten wij twee
harten
„Ik schrijf voor u. Het schijnt mij toe, dat
lk niets voor u zou kunnen verbergen, en dat
het mij een genot zou zijn u in de geheimste
schuilhoeken van mijn hart te laten zien. Is
eene moeder niet de vriendin, die alles moet
weten, de heelende hand, die alles kan gene
zen
„Eens zag ik, door een geopend venster, een
meisje geknield liggen voor eene schoone ern
stige vrouw. Het meisje schreide, maar de
moeder boog zich tot haar over om haar een
waarde van zijn woning, waarvan hij hans
eigenaar was geworden. Ook als een bedrijf
geliquideerd wordt, moet worden aangeno
men dat de oude bron blijft voortvloeien tot
de liquidatie ten einde is, ook wanneer overi
gens het geheele oude bedrijf is gestaakt, en
en nog slechts de loopende vorderingen wor
den afgewikkeld. Ook het bedrijf van een ge
failleerde, dat door den curator wordt voort
gezet, blijft voor den gefailleerde bron van
inkomen. En zoo zouden nog tal van beslis
singen te noemen zijn met betrekking tot de
exploitatie van huizen, met betrekking tot
landbouwers, accountants handelsreizigers,
doktoren en welke belastingplichtigen al niet
meer,, voor wie zich op een gegeven oogen-
blik, de vraag voordeed Is er nu sprake van
een nieuwe bron van inkomen of niet Zoo
als reeds werd opgemerkt, een regel te geven,
waaronder alle gevallen te brengen zijn, is
onmogelijk ieder geval dient op zich zelf te
worden beoordeeld.
Thans de tweede vraag Hoe de opbrengst
van een nieuwe bron te begrooten Artikel
14 geeft daarvoor deze richtlijn dat men
slechts mag, doch tevens moet, letten op de
1 Mei bestaande feiten. Herhaaldelijk wordt
bij verwerving van nieuw bezit de vraag ge-1
steld hoe moet ik nu toch de toekomstige
opbrengst eenigszins juist gaan begrooten I
En zeker, vaak is dit heel moeilijk. Ieder ge
val moet natuurlijk ook hier weer op zichzelf
worden beschouwd. Speciaal bij nieuwe aan-
deelen zal het moeilijk zijn het juiste rende-
ment te begrooten. Men zal zich daarbij eerst
moeten afvragen hoe de toestand der maat- j
schappij was bij den aanvang van het belas
tingjaar vervolgens of in den loop van het
nieuwe belastingjaar waarschijnlijk dividend
zal worden vastgesteld daar of eventueel hetj
dividend, dat het vorig jaar werd uitgekeerd
maatstaf kan zijn voor het toekomstige. Zou
namelijk de toestand der maatschappij min-1
der geworden zijn, zoodat er kans bestaat dat
minder dividend zal worden uitgekeerd, dan
moet men daarmede terdege rekening houden.
Men bedenke hierbij ook wel dat het dividend
dat het vorig kalenderjaar werd vastgesteld
veelal niet betrekking heeft op dat jaar, doch
op een boekjaar dat daaraan vooraf gaat.
Dat belastingplichtigen door al die puzzles in
de war raken is waarlijk geen wonder.
Een lezer vroeg onlangs hoe het nu toch
mogelijk was dat hij drie jaar achtereen over
hetzelfde dividend belasting moest betalen
En toch was dit wettelijk volkomen juist
voor 1 Mei 1934 was de N.V. opgericht, 'dus
voor het belastingjaar 1934/35 moest het di
vidend begroot worden op het bedrag dat
vermoedelijk zou worden vastgesteld, wat in
overleg met den inspecteur werd bepaald op
10% het volgend jaar 1935/36 moest weder- I
om een begrooting plaats vinden omdat aan-
deelen nog geen vol kalenderjaar in het bezit J
van den aangever waren geweest, wat, in
aanmerking nemend den toestand op 1 Mei
1935, wederom op 10% geschiedde, het derde j
jaar, 1936/37 moest aangifte worden gedaan
naar het dividend dat in 1935 was vastgesteld,
wat eveneens 10% was. Op den eersten Mei
1936 was in werkelijkheid nog slechts EEN
maal dividend ontvangen, n.1. IN 1935 over
het boekjaar 1934/35, en toch moest de aan
deelhouder er reeds ten derde male van be
talen
Vanzelf sprekend is, dat de begrooting van
het rendement van schuldvorderingen en
effecten met een vaste rente weinig moeite
zal geven, als op 1 Mei immers vaststaat wat
de opbrengst zal zijn. Is er echter op 1 Mei
aanleiding te veronderstellen dat een debi
teur wiens schuld nog geen vol kalenderjaar
bestaan heeft, in den loop van het belasting
jaar zijn verplichtingen niet of niet ten volle
zal nakomen dan is dit een omstandigheid
waarmede men bij de begrooting rekening
zal mogen houden.
N.V. Centraal Administratiekantoor
UtrechtAmsterdamGorinchemGoes-Soest
Hoofdkantoor Trans 15 Utrecht Tel. 11871.
Directeur Mr. J. H. VAN DOORNE.
AANBESTEDINGEN.
Vanwege den Rijkswaterstaat is
CRISIS - BUREAU.
St,eunvergoiedin.g erwten en
veldboonen.
De Nederlandsche Akkerbouw Cen
trale maakt bekend, dat belanghebben
den, die nog erwten van den oogst
1936 wenschen te denatureeren er re
kening me,e moeten houden, dat over
partijen, welke na 24 Juli 1937 zijn
gedenatiutfeerd geen stleunvergoeding
meer zal worden gegeven.
Deswege zullen alleen aanvragen
tot denaturatie, welke niet later dan
17 Juli zijn ingekomen nog in behan
deling worden genomen.
Aan telers van veldboonen van den
oogst 1936 aan wie steun wordt ver
leend op grond van de bij taxatie van
van de opbrengst van het te velde
staande gewas vastgestelde hoeveel
heid, wordt medegedeeld, dat partijen
aanbesteed de aanleg van de aarde-1g ®®1 „0f °P>17 "og
baan van het gedeelte De Hulk-Kleine bericht van afdorsching is bin-
Wijzend van weg no. 7, Rijkswegen
plan 1932 (Amsterdam-Wieringen
Leeuwarden.), bet maken van *woe
bruggen en een veetunnel van gewa
pend beton in genoemd weggedeelte
en het maken van verhardingen van
parallelwegen en rijwielpaden met bij
komende werken in de gemeenten
Avenhorn, Berkhout en Hoorn. Laag
ste inschrijver was J. G. Steensma te
Lemmer» voor f 518.000.
nengekomen niet meer voor
aanmerking komen.
bin
steun in
Onze uitgebreide dienst en tariefregeling
a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs.
STERKER KUIKENS, IDEALE LEGSTERS
BERTELS'
opfokvoeder e.o.
volledig voeder voor kippen-, kal
koenen- en eendenkuikens van 2-30
dagen oud, gevolgd door de voeding
met uitsluitend:
BERTELS'
„kunstkorrel"
Alle foutief voederen wordt hierdoor
opgeheven. Eenvoudiger, voordeeli-
ger en betere voeding! Betere be
vruchting; lagere productiekosten van
het ei.
Indien niet ter plaatse verkrijgbaar,
geschiedt de levering door de fabriek
ongefrankeerd onder rembours of
na bestelling per postwissel.
5 KG 10 KG 50 KG
Bertels' Opfokvoeder C.0. f. 1.05 1.80 7.45
Berlels' Kunstkorrel B
(vastzittende kippen) f.0.90 1.50 5.75
Ratio Superstandaard
Kunstkorrel
(losloopende kippen) f. 5.20
N RFPTFI V OLIEFABRiEKEN A'nAM
v. DtK I tld AFD. KUNSTKORREL A
ZOMER - DIENST REGELING
Nederlandsche Spoorwegen
voorhanden in Boskers Boekhandel
H.-HOEF - MIDDENMEER.
Z. K. H. Prins Bernhard neemt op het bordes van het paleis Soestdijk van eenige kleuters bloemen in ontvangst, welke Hem tijdens
de huldiging ter gelegenhfid ven Jljn verjaardag werden eangeboden, terwijl H. M. de Koningin laohend toeziet
kus te geven.
„O moeder, het is mij, alsof ik uw kus op
mijn voorhoofd voel. Ook gij moet zacht en
schoon zijn en met een glimlach weten te
troosten."
Het was thans geheel donker geworden en
in de huizen aan de andere der Rue Saint-
Honoré ontstak men de lichten reeds.
De deur werd zachtjes geopend en de ge
daante van Jean Marie Berrichon stak donker
af tegen het lichte behangsel der belendende
kamer, waar een lamp stond. Aurora staakte
bij zijn binnenkomst haar guitaarspel.
Jean Marie was de zoon van den kleinen
page, dien wij in een der eerste hoofdstukken
ren.
Dat mag niet" viel Aurora op strengen
toon hem in de rede.
,,'t Was maar om te zien of meester Louis
al thuis was gekomen Nieuwsgierig ben ik
niet."
„En wat hebt gij gehoord
„Niets, volstrekt niets," gaf hij ten ant
woord terwijl hij het tafellaken spreidde.
„Waar kan hij toch heengegaan zijn
vroeg Aurora zich af.
„Ach, dat weet de bochel alleen juffer
zeide Berrichon. „'t Is toch wonder, dat ie
mand, zooals mijnheer de ridder, ik meen
zooals meester Louis, die zoo recht is als een
een brief van den hertog van Nevers aan den kaars, omgang houdt met zulk een kurke-
ridder de Lagardére hebben zien overhandi- trekker als die bult."
gen. Die page was soldaat geworden en op het -Hij is immers de meester en kan doen wat
slagveld gevallen en zijne oude moeder hadhij wil," merkte het meisje aan.
alleen dezen eenigen kleinzoon. „Zeker is hij de meester," zeide Berrichon
„Juffer,v zeide Jean Marie, „grootmoeder»hij kan doen en laten wat hij verkiest en
vraagt of hier of in de andere kamer gedektdaarvoor ontziet hij zich dan ook niet. Maar
moet worden." dat maakt dat de buren er heel wat praats
„Hoe laat is het dan vroeg Aurora. over hebben."
,,'t Is tijd voor 't avondeten, juffer," ant- »GiJ Praat te veel met de buren, Berrichon."
woordde Berrichon. zeide Aurora op beslissenden toon.
„Ach, wat blijft hij weer lang uit zucht- -Ik". riep de knaap uit. „Nu zal men nog
te Aurora en hervatte daarop, „dek hier zeggen dat ik een babbelaar ben."
maar." j „Hoort ge het, grootmoeder," vervolgde hij
„Zeer goed, juffer," zeide Berrichon en ziJn hoofd door de deur stekende „Ik ben
haalde de lamp, die hij op den schoorsteen een babbelaar.
zette. I ..Dat weet ik sedert lang", was het onver-
Uit de keuken, die aan het andere einde wachte antwoord, „en een luiaard bovendien."
van het" belendende vertrek lag, hoorde men I „Mooi zoo," zeide Berrichon, de armen op
de grove stem van Franqoise roepen „Dede borst kruisende. „Ik schijn alle ondeugden
gordijnen zijn niet goed toe, mijn jongen, te bezitten Ik, die nooit een woordje kik te-
op zeide Aurora.
„Ik moet de menschen toch aanhooren als
zij tegen mij spreken," zeide Berrichon. Zij
hebben mij gevraagd of gij de nicht van mees
ter Louis waart Ik zei neen. Zijne
dochter dan Neen Zijn vrouw
Neen, neen. Zijne zuster Neen.
Hoe zeiden zij. Zijne nicht niet, zijne doch
ter, zijn vrouw, en zijne zuster niet Is zij
dan een weeskind, dat hij aangenomen heeft,
te roepen. Er scheen licht door die opening
en ik hield er mijn oog eens voor."
„En wat hebt gij toen gezien
„Ik zag alleen meester Louis, die aan tafel
zat en op die tafel stond het kleine kistje,
dat hij op zijn reizen altijd medeneemt. Ik
was brandend nieuwsgierig wat daar toch in
was en zag niets dan een berg papieren en
daaronder een soort van grooten brief met
drie roode zegels er aan, zoo groot als kleine
of eene vondelinge, over wie hij zich heeft tafelborden. Die brief was mij haast duur te
erbarmd Neen, neen, neen, was mijn ant- staan gekomen. Het schijnt, dat ik gedruisch
woord." gemaakt had, hoe zacht ik ook liep, want
„Dan hebt gij onwaarheid gesproken, Ber- hij kwam plotseling de deur open doen. Ik
richon," zeide Aurora. „Ik ben wel degelijk had maar even den tijd om de trap af te vlie-
een kind, dat hij aangenomen, eene wees,gen en daarbij viel ik, zoodat het mij nog
waarvan hij zich het lot aangetrokken heeft.pijn doet. Ik zal het niet meer wagen. Maar
Maar waar zou hij dezen avond wel zoo juffer, gij, die alles moogt doen, als gij
laat blijven I eens naar boven wilde gaan en hem met uw
„Ik zou er wel iets onder durven verwed- zacht stemmetje te roepen want ik wensch-
den, dat hij weder daarboven is met dien dui- te, dat het eten spoedig afgeloopen ware, daar
velschen bochel," zeide Berrichon. Als ik maar ik wil gaan zien naar de voorname lui, die op
durfde." I het bal in het Palais-Royal genoodigd zijn.
Bij deze woorden was hij het vertrek door-Den ganschen dag zijn er wagens met bloe-
gegaan en had hij den voet op de eerste trede men en guirlandes en lampions en lekkernijen
van den trap gezet, die naar de kamer van voorbij gekomen."
trek ze maar dicht.'
Berrichon haalde eventjes de schouders op,
hoewel hij aan het bevel voldeed. „Men zou
wel zeggen, dat wij dieven en moordenaars
waren," dacht hij.
Men ziet dat Berrichon nagenoeg in den
toestand van Aurora verkeerde hij wist van
niets en wilde toch zoo gaarne veel weten.
,Zijt gij zeker dat hij niet langs de achter
trap is binnengekomen vroeg Aurora.
.Zeker bromde Jean Marie, „wie is hier
ooit van iets zeker Ik heb den bochel laat
zien binnenkomen. Ik ben eens gaan luiste-1
gen iemand Maar als ik voorbij ga moet ik
toch wel hooren, wat er tegen mij gezegd
wordt. Iedereen tracht mij uit te vragen."
„En wat vraagt men u dan
„Lastige dingen. Men vraagt mij van alles
wie wij zijn, wat wij doen, waar wij van daan
komen, waar wij naar toe gaan, hoe oud zijt
gij, hoe oud de ridder ik meen meester
meester Louis is, waarom de bochel o, die
bochel zit hun dwars in de maag.
Juffrouw Balahault zegt, dat hij zeker met
den duivel omgaat.
„Waarom houdt gij u met al die praatjes
meester Louis leidde. Hij kwam echter bij na
der inzien terug en zeide tegen Aurora
„Waarom verbergt hij zich ook zoo De men
schen praten er maar over.
Ik zou even als al die anderen zeggen „'t gaan dansen.'
„Ga uwe grootmoeder maar helpen, Berri
chon," zeide Aurora.
„Arme juffer," dacht hij, zich verwijderen
de, „zij brandt van verlangen om er ook te
Is een toovenaar
„Zeggen zij dat
Een oogenblik daarna liet zich een welbe-
I kend gedruisch hooren, dat der deur boven
(Wordt vervolgd).
Ach, ik weet wel beter. Daar boven staat aan de trap, die geopend werd. Meester Louis
een ledikant met eene kist en twee stoelen,kwam de trap af en Berrichon plaatste zich
en verder hangt er een degen aan den muur, I aan den voet daarvan met eene lamp om
dat is al het huisraad. Maar wat er in dat hem voor te lichten,
afgesloten kamertje is, dat weet ik nie,t. Ik
heb er maar een ding gezien
„Wat hebt gij gezien viel Aurora hem
handig in de rede.
„O niet veel bijzonders," antwoordde de
Berrichon. ,,'t Was op een avond, toen hij
vergeten had het plaatje toe te schuiven, da.f
hij van binnen voor het sleutelgat kan doen."
„Hoe hebt gij het durven wagen daar door
heen te gluren
„Och, juffer, het was zonder boos opzet.
Gij hadt mij naar boven gezonden om hem
VIER BLADEN ADVERTEEREN
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.