28e JAARGANG ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1937 No. 89 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN TANDHEELKUNDIGE INRICHTING GEBR. GOYARTS. OVER HOEVEEL JAAR TERUG KAN NOG EEN AANSLAG WORDEN OPGELEGD ADRTINISTRATIE- EN BELASTINGZAKEN. DE BULTENAAR. N.V. W. A. C. O. - HOORN ZOMERDIENSTREGELING. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG UITGEVER 1i Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels t 0.50 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN. Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f 0.10 per 3 maanden f 1.25. S. Kaan Pz., Telefoon 18. VERPLAATST naar Hotel Centraal H.-HOEF IEDEREN DINSDAG 10—3 UUR. Lage vaste tarieven. Ook voor Ziekenfondsl. ANNA PAULOWNA HOTEL VEERBURG. SPREEKUREN VOLGENS AFSPRAAK. door Mr. J. H. van Doorne, Advocaat en Belastingconsulent. Gelijk men zal weten kennen verschillende belastingwetten het navorderingsinstituut. Dit maakt mogelijk, dat als een aanslag is op gelegd, en later blijkt uit een feit, dat den in specteur bij het destijds opleggen van dien aanslag onbekend was, dat daardoor te wei nig belasting was geheven, alsnog een navor- deringsaanslag wordt opgelegd. Dit recht is echter niet onbeperkt. Nadruk kelijk stelt de wet o.m. dat sindt den aanvang van het belastingjaar, waarover te weinig be taald zou zijn, geen drie jaren, (inkomsten en vermogensbel.) of vijf jaren (div.- en tan- tièmebel.) mogen verstreken zijn. Dat dit recht aan een termijn is gebonden vindt zijn oorzaak in het beginsel der rechtszekerheid ten slotte moet er toch ééns een aanslag difi- nitief en onherroepelijk vaststaan,, en daarop niet meer kan worden teruggegrepen. Dit geldt dus den navorderingsaanslag. Maar hoe staat het met een gewone, primi tieve aanslag Men heeft een aangifte ge daan, maar niets daarna vernomen, het duurt twee, drie, vier jaar, en nog steeds is geen aanslag opgelegd. Kan nu b.v. na zeven of na tien jaren alsnog zoo'n primitieve aanslag worden opgelegd Afgaande op voornoemd beginsel, zou men geneigd zijn deze vraag ont kennend te beantwoorden, en te redeneeren als de wet maar drie of vijf jaar toestaat om een navorderingsaanslag op te leggen opdat de belanghebbende ééns wete waar hij aan toe is, dan zal toch zeker een primitieve aan slag wel aan den zelfden termijn gebonden zijn. Dit is echter niet zoo. Een arrest van den Koogen Raad van 2 Mei 1934 B. 5612, leert ons, dat de inspecteur een aan géén termijn ge bonden bevoegdheid heeft tot opleggen van een primitieven aanslag. Hierbij moet echter vooropgesteld worden, dan moest vaststaan, dat de inspecteur nog géén besluit had geno men om geen aanslag op te leggen. Was dit wel gebeurd, dan zou er sprake van zijn dat èen aanslag „ten onrechte was achtergeble ven," en dan zou slechts een navorderingsaan slag kunnen worden opgelegd om dat te her stellen. Het genoemde arrest betreft het geval dat in 1933 een aanslag in de dividend- en tan tièmebelasting was opgelegd over het jaar 1926. De aangeslagene verzette zich daartegen op grond dat de inspecteur daartoe niet ge rechtigd zoude zijn, daar meer dan vijf jaren sedert het einde van het betreffende boekjaar verstreken waren, en de inspecteur dus „zelfs" geen navorderingsaanslag zou hebben kunnen opleggen. Het verweer van den inspecteur was, daartegenover „ik heb nimmer besloten géén aanslag op te leggen derhalve blijf ik daartoe immer bevoegd." De Raad van Beroep stelde eveneens het beroep van appellant op de regeling voor na vordering terzijde. „De omstandigheid dat het opleggen van een navorderingsaanslag aan een termijn van vijf jaar is gebonden brengt nog niet mede zonder wetsbepaling, dat ook het opleggen van een oorspronkelijken aan slag aan zulk een termijn gebonden is." Aldus de Raad van Beroep, die zijn beslissing door den Hoogen Raad zag bekrachtigd. Dit college besliste, dat waar de wet geen termijn stelt binnen welken een oorspronke lijke aanslag moet worden opgelegd, het recht dezen op te leggen blijft bestaan zoolang niet de toestand is ingetreden dat de heffing nog slechts bij navordering kan geschieden zoo danige toestand zou in casu slechts ingetreden zijn wanneer de inspecteur ten onrechte be sloten had geen aanslag op te leggen." Op dit laatste komt het dus aan. Heeft men een aangifte gedaan, voor welke belasting ook waarbij navordering mogelijk is, en geen aan slag ontvangen, dan is men eerst dan zeker, dat men niet aan de verrassing van een aan slag over zeven of twaalf jaar of langer bloot staat, als de inspecteur besloten heeft geen aanslag op te leggen. Men kan die zekerheid slechts verkrijgen door na verloop van zooda- nigen tijd, dat men denkt dat de aanslag toch langzamerhand wel eens had kunnen zijn op gelegd, zich tot den inspecteur te wenden met de schriftelijke vraag of een aanslag te wach ten is, ja dan neen. Schrijft deze terug dati geen aanslag zal worden opgelegd, dan kan daarop slechts worden teruggekomen langs den weg van navordering, waarvoor aan alle vereischten en formaliteiten welke de wet dienaangaande stelt, moet zijn voldaan. Zóó is dus de zaak. Het zou zeker zonderling aan doen, dat terwille van de rechtszekerheid de navorderingsaanslag is gebonden aan een zekeren termijn, terwijl een oorspronkelijke aanslag stééds kan worden opgelegd, ware het niet dat de belanghebbende zich die ze kerheid zelve kan verschaffen, door zich met den betreffenden inspecteur in verbinding te stellen. N.V. Centraal Administratiekantoor UtrechtAmsterdamGorinchemGoes-Soest Hoofdkantoor Trans 15 Utrecht Tel. 11871. Directeur Mr. J. H. VAN DOORNE. B1NNENLANDSCH NIEUWS. FEUILLETON. Naar het Fransch van Paul Féval. 43. En zult gij mij daarvan dan niet onderrich ten mijnheer vroeg de prinses met eene flik kering in de oogen. Neen, mevrouw. Dit eerste en laatste onder houd zal kort zijn, zoo dat wij slechts kunnen handelen over hetgeen onvermijdelijk noodig is te weten. Ik zie reeds met smart doch met gelatenheid, dat wij elkander niet zullen ver staan. Toen ik de bedoelde tijding Ontving, deed ik, mij eene andere vraag, en daar ik de macht der vijanden van uwe dochter kende, vroeg ik mij af Hoe zal de prinses van Gon zaga, die zich zelve niet heeft kunnen verde digen, hare dochter verdedigen Mijnheer, riep de prinses ontroerd uit ter wijl zij haar gelaat met de handen bedekte, gij weet niet, welk een man mijn vader was gij weet niet hoe ik in mijne eenzaamheid ge folterd, hoe ik bedrogen en bedreigd werd Mevrouw, hernam Lagardère met eene die pe buiging, ik weet, hoe lief gij den hertog van Nevers hadt. Het toeval, dat uw kind in mijne handen leverde, heeft mij in uw geheim ingewijd. Ik weet, dat gij hem een innige en vurige liefde hebt toegedragen. En echter zijt gij voor geweld geweken. Ten einde mijn eerste huwelijk en de ge boorte mijner dochter te doen erkennen. De Fransche wet kent aan dat hulpmiddel geen kracht toe. Ik ben het, die de wezenlijke bewijzen van uw huwelijk en van de geboorte van Aurora bezit. Die zult gij toch geven riep de prinses uit. Ja, mevrouw. Gij hebt, zeide ik, in weerwil van uwe standvastigheid en de nog frissche herinnering aan en pas voorbijgegaan gelük, voor het geweld gebukt. Kon dat geweld, waar voor de moeder had moeten zwichten, niet Fimses Juliana op de Kortenhoefsche plassen. Een herhaald bezoek. Door niemand opgemerkt, heeft Prin ses Juliana Woensdagmiddag met twee hofdames een roeitocht op de Katen- hoefsche plassen gemaakt. Dit schijnt de Prinses bijzonder te zijn bevallen, tenminste Donderdag verscheen zij op nieuw met het kleine gezelschap te Kortenhoef om per roeibootje het mooie plassengebied te doorkruisen. ook weder tegen de dochter aangewend wor den Had ik, die nog nooit voor geweld ge bukt had en die den degen weet te hantee- ren zooals niemand anders, het recht niet mijne bescherming meer afdoende te achten dan die van anderen De prinses bewaarde eenige oogenblikken het stilzwijgen, en vroeg toen met eene ge smoorde stem Heb ik u begrepen weigert gij mijne dochter terug te geven Neen, mevrouw, dat doe ik niet. Ik heb vier honderd mijlen afgelegd en mijn hoofd op het spel gezet, om haar weder bij u terug te bren gen. Sinds achttien jaren bescherm ik uwe dochter. Haar leven behoort tienvoudig aan mij. want ik heb het wel tienmaal gered. En ik zal haar tegen iedereen blijven bescher men. Zelfs tegen haar moeder vroeg de prinses met zekere trots. Misschien, antwoordde Lagardère dat zal van de omstandigheden afhangen. Gij maakt misbruik van mijn ongelukkigen toestand,hernam zij. Verklaar u nader, want ik begrijp u niet goed. Ik ben gekomen om mij te verklaren, me vrouw, en ik wensch, dat die verklaring tot een goed einde kome. Wees dus zoo goed aan dachtig naar mij te luisteren. Ik weet niet, hoe gij mij miskent. Mijn weg is echter afge bakend en ik laat mij door geene hinderpalen weerhouden. Ik heb de rechten van een voogd. Hoe zeide de prinses. Welken anderen naam zoudt gij kunnen geven aan iemand, die om het verzoek van een stervende te vervullen, zijne eigen belan gen laat varen en zich geheel aan een ander opoffert Achttien jaren van eene onafgebro ken bescherming hebben mij een recht ge schonken, dat even hoog staat als het uwe, ja dat grooter is want de macht die de ster vende vader mij plechtig opgedragen heeft, weegt tegen uwe macht als moeder op en mijne macht heb ik met een derde gedeelte van mijn leven betaald. Dit schenkt mij het recht om met de meeste zorg en teederheid over het meisje te waken en ik ben voorne mens dit recht zelfs tegen hare moeder te Thans echter merkte de bevolking haar op en bij haar terugreis is de Prin ses overal langs den weg hartelijk toe gejuicht. Wielrijder door touringcar aangereden In het Ziekenhuis overleden. Donderdagmorgen is de 25-jarige G Gerritsen uit Arnhem, die met zijn ver loofde een fietstocht maakte, op den rijksstraatweg ter hoogte van de bui tenplaats „Sterreschans" te Nieuwer- sluis door een touringcar uit Amster dam aangereden. De man kwam te val lep en bleef ernstig gewond op den weg liggen. In bewusteloozen toestand is het slachtoffer naar het Ziekenhuis te Utrecht overgebracht, waar hij des middags is overleden. Mosselkweekers vergaderen. In de afdeelings-vergadering van den Zeeuwschen Bond van Mossel kweekers werd ernstig geklaagd over de nieuwe maatregelen, waardoor kweekers, die een order niet kunnen uitvoeren, omdat zij aan de eischen bc treffende vischgewicht of maat niet kunnen voldoen, toch geacht worden de order te hebben uitgevoerd het quantum dat met een dergelijke niet- uitgevoerde order gemoeid is, wordt op hep leveringscijfer van den kwee- ker in mindering gebracht. Het komt in de practijk 'herhaaldelijk voor (bij voorbeeld met mosselen die wegens ge ringeren groei nog niet in de B-klasse kunnen worden opgenomen) dat een kweek er geen voorraad heeft om een hem verstrekte order uit te voeren zou hij dat wel doen, dan was hij uit anderen hoofde strafbaar. Het betreft in deze gevallen geen onjuiste opga ven, doch de algeheele onmogelijkheid om te leveren. De vergadering was van oordeel, dat het. Centraal Verkoop kantoor mot dezen toestand rekening dient te houden. Een krachtig pleidooi werd gevoerd om meer vrijheid van handelen de kweekers willen de gelegenheid gebo den zien om tegen de vastgestelde prij zen op bepaalde plaatsen te mogen ver koopen. De aTzet naar Brussel en Ant werpen is momenteel goed de prijs voor B-qualiteiten is f 2,25 per ton. OORZAAK FLAMINGO - RAMP BRAND IN DE CABINE. Paniek onder passagiers. Uit het onderzoek naar de oorzaak van de ramp van de Flamingo wordt afgeleid, dat de brand in de cabine is ontstaan en dat bliksem inslag buigengesloten moet worden geacht. Uit voorwerpen, die men heeft aangetroffen in de omgeving van de plaats, waar het toe stel is neergestort, heeft men waardevolle con clusies kunnen trekken. Men neemt aan, dat de passagiers reeds dood waren, voor het toe scel de aarde bereikte, maar er schijnen zich in de cabine hartverscheurende scènes te heb ben afgespeeld, daar een verbrijzeld raampje en het noodluik zijn gevonden. Zouden de in zittenden van het toestel nog pogingen heb ben aangewend, het leven te redden De snelheid, waarmede de ramp zich heeft voltrokken, heeft hen echter verrast. Verscheidene personen zijn de laatste dagen als getuigen gehoord over de ramp met de Flamingo. Sommigen verklaarden korte knal len van den motor te hebben gehoord en allen hadden den indruk, dat het vliegtuig zich in moeilijkheden bevond. Bij het vertrek van het vliegveld te Evere (Brussel) had men den piloot medegedeeld, dat zich tusschen de 700 en 3000 m. onweers wolken bevonden. Daarom vloog het toestel onder^ de wolken, op een hoogte van 500 m. Dit had tot gevolg, dat het lawaai van de mo toren sterker scheen dan gewoonlijk. Het lage vliegen van de Flamingo gaf dus geen reden te veronderstellen, dat er iets aan het toestel haperde. Vreeselijke tooneelen. Andere ontdekkingen wijzen erop, dat zich in de kajuit van het vliegtuig vreeselijke too neelen moeten hebben afgespeeld. Men heeft een voorwerp uit het vliegtuig zien vallen. Later heeft men dit voorwerp gevonden bij het kerkhof van Halle, 4 km. van Lembeek. Het bleek te zijn het noodluik, dat door een passagier is ingetrapt. Het is nagenoeg niet verbrand en de toestand, waarin het is aan getroffen, wijst erop dat het niet door een explosie is weggedrukt. Ook heeft men een reisdeken gevonden, die weinig van het vuur te lijden heeft gehad. Te Lembeek trof men een deel van een raam van het vliegtuig aan. Een van de pas sagiers schijnt het met een vuistslag te heb ben verbrijzeld, vermoedelijk om zich door de ontstane opening te willen redden. Uit verschillende feiten kan worden afgeleid dat de brand in de cabine is ontstaan en dat niet blikseminslag als de oorzaak van de ramp kan worden beschouwd. Verondersteld wordt, dat benzinedamp uit de tanks in de kajuit is gedrongen, waarna een ontploffing is ontstaan. Doordat het noodluik en een raam open waren is een felle trek in de cabine ontstaan, waardoor de vlammen met ontstellende snel heid zijn aangewakkerd, hetgeen een paniek onder de passagiers tengevolge had. Artsen hebben geconstateerd, dat de longen van de slachtoffers verbrand waren, zooals ook het geval is met mijnwerkers, die door een gasontploffing worden verrast. Waarschijnlijk waren alle inzittenden reeds dood, voor het toestel den grond bereikte. Men weet niet, waardoor de exploisie is ontstaan kortsluiting of onvoorzichtigheid van een passagier. Dit zal wel altijd een raad sel blijven. Gedood voor de oogen van zijn vrouw. Tusschen treeplank en perron gevallen. Woensdagavond is in het hoofdsta tion te Groningen een doodelijk onge luk gebeurd. 1 De 58-jarige heer H. Mulder uit Gro 'ningen, die met den laatsten trein uit jHoogezand om half twaalf te Gronin gen arriveerde, stapte uit den trein, 'terwijl deze nog in beweging was. Hij laten gelden. Wantrouwt gij mij dan vroeg de prinses. Gij hebt dezen morgen gezegd, mevrouw, (ik was toen onder de menigte verborgen en heb het gehoord). Als er op de dochter van Nevers maar een enkele vlek rustte, indien zij maar een oogenblik de fierheid van haar ge- j slacht uit het oog verloren had, zou ik mijn aangezicht bedekken en uitroepen Nevers is thans geheel dood Zou ik dan misschien moeten vreezen begon de prinses, de wenkbrauwen fronzende. Gij behoeft niets te vreezen mevrouw. De prinses beet zich op de lippen en men zag den toorn bij haar opkomen, doch Lagardère hernam Ik kwam hier vol goed vertrouwen, hoop en blijdschap. Maar uwe woorden zijn als koud water op mij neergekomen, mevrouw. Waren die woorden niet gesproken, uwe dochter zou reeds in uwe armen liggen. Hoe is het moge lijk, dat die gedachten het eerst onder alle bij u opgerezen zijn Nog voordat gij uwe dochter gezien hadt, sprak de stem van den hoogmoed reeds sterker bij u dan die der liefde De groote dame hield mij haar wapen schild voor, toen ik het hart der moeder zocht Ik heb u terecht gezegd, mevrouw, dat ik vrees moest koesteren. Als men mij had gezegd Uwe dochter is daar, zou ik slechts eene ge dachte gehad hebben, haar in mijne ar men te sluiten en mijn kind te omhelzen. Gij kent mij niet en echter velt gij een oor deel over mij, zeide zij. Ik oordeel u naar uwe woorden, mevrouw. Als het mij gold, zou ik wachten maar daar het haar geldt, heb ik den tijd om te wach ten. Wat zal het lot van dat kind wezen Jn het huis, waar gij de meesteres zijt Welke waarborgen kunt gij mij geven tegen uw twee den gemaal en tegen u zeiven Geef mij ant woord op die vragen. Welk geluk zal haar in de plaats gegeven worden van het geluk, dat zij verliest Zij zal voornaam en rijk zijn en meer eerbewijzen ontvangen, naarmate zij minder genoegen heeft. Neen, mevrouw, dat is 't niet, wat wij zoeken. Wij. zouden alle aardsche grootheid, alle schatten, alle eer Onze uitgebreide dienst en tariefregeling a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs en in Bosker's Boekh. H.-hoef-Middenmeer. kwam te vallen, geraakte tusschen de treeplank en het perron bekneld en iwerd ongeveer vijftig meter meege sleurd. De treinbeambten zagen, dat de on gelukkige hierbij werd rondgeslingerd Toen de trein tot stilstand was geko men, werd het slachtoffer bevrijd. Hij gaf nog teekenen van leven, doch over leed eenigen tijd daarna. Als tragische bijzonderheid wordt nog vermeld, dat het ongeval geschied de voor de ooge# van Mevr. Mulder, die haar man van den trein zou halen. Jongen in Haringvliet verdronken. Enkele anderen in levensgevaar Donderdagmiddag ging een drietal jongens uit Den Bommel zwemmen in het Haringvliet. Nabij den hoek van den dijk gekomen, waar een sterke stroom staat, verdween plotseling een 12-jarige jongen in de diepte en werd door den stroom meegesleurd. De an dere jongens verkeerden eveneens in groot gevaar, doch het mocht iemand uit Rotterdam, die aldaar gelogeerd was, en het hulpgeroep gehoord had, gelukken, deze jongens te redden. Toen de redder weer op het droge kwam, bemerkte hij, dat zijn neefje In de diep te was verdwenen. Direct werd met liet dreggen begonnen, doch men be reikte geen resultaat.. Heï verscheiden van Helene Cals. De heer Louis van Tulder schrijft in het Ilbld. Enthousiast geworden door alles, wat ik verteld had van de prachtige opera-voorstellingen, welke ik verle den jaar in de Arena van Verona heb bijgewoond en die ieder jaar in de eerste helft van Augustus aldaar wor denden gegeven, besloot Helene Cals en Nico Treep dit jaar met mij de op voeringen van enkele opera's te gaan zien en liooren. Daar ik eerst later kon vertrekken, zouden wij elkaar ont moeten in Rimini, een badplaats niet ver van Verona gelegen. Toen ik Zaterdag 24 Juli aankwam vond ik Nico Treep aan het station met de mededeeling, dat Helene een zware angina had en te bed moest blij ven. De dokter zag den toestand, on danks de hooge koorts, absoluut niet ernstig in en zoodoende hadden wij al le hoop dat spoedige verbetering in zou treden en wij naar Verona zouden kun nen vertrekken. Het heeft echter niet zoo mogen zijn. De koorts hield aan en zoowel de dok ter als de keelspecialist, die haar regel matig bezochten, wisten niet beter te adviseeren, dan haar naar het Zieken huis te doen overbrengen. Dr. Annessa, directeur van het „Ca- sa di Cura" te Rimini, een buitenge woon bekwaam geneesheer, heeft alles wat in zijn vermogen was, gedaan, om haar te behonden, doch een algeheele bloedvergiftiging ontstaan door de an gina, maakte den toestand hopeloos. geven voor één woord, dat uit het hart kwam, en dat woord wachten wij nog altijd. Waar is uwe liefde Ik zie et geen bewijzen van. Uw trots is opgewekt, maar uw hart zwijgt. Ik ben bevreesd, verstaat ge mij niet meer voor mijnheer van Gonzaga, maar voor u, voor u, hare moeder. Ik gevoel, dat aan die zijde het gevaar gelegen is en indien ik de dochter van Nevers niet tegen dat gevaar beschermde, zooals ik haar tegen alle andere gevaren beschermd heb, dan zou ik meineedig zijn jegens den doode. Hij wachtte hierop een antwoord van de prinses, maar zij bewaarde het stilzwijgen. Mevrouw, hervatte hij zich geweld aandoen de om bedaard te blijven, vergeef het mij, maar plicht schrijft mij voor, dat ik in de allereerste plaats mijne voorwaarden make. Ik wil, dat Aurora gelukkig zij en vrij, en lie ver dan haar eene slavin te zien worden. Ga voort, mijnheer, zeide de prinses op een toon waarin de ergernis doorstraalde. Neen, mevrouw, ik zal niet voortgaan, ant woordde hij, uit eerbied voor u. Gij hebt mij voldoende begrepen. i I Met een bitteren lach richtte de prinses zich 1 op en voegde haren verbaasden toehoorder, dien zij strak in het gelaat zag, de onverwach te woorden toe j Mademoiselle de Nevers is de rijkste erf- 1 dochter in Frankrijk. Als men die prooi mees- ter meent te zijn, kan men een hooge toon voeren. Ik heb u begrepen, ik heb u begrepen mijnheer, veel beter dan gij zelf vermoedt. HOOFDSTUK VI. Een ander onderhoud. Het was nu reeds vrij laat in den nacht. Elk oogenblik hoorde men op een afstand de glazen luider klinken, maar de lampions gin- gen meer en meer uit, en alles duidde aan, dat het feest het einde naderde. De tuin was geheel verlaten, en niets scheen het onder houd van mevrouw van Gonzaga met den rid der de Lagardère te zullen storen. Maar even min schenen zij het eens te zullen worden. De hooghartigheid der prinses had den rid der een verschrikkelijken slag toegebracht en aanvankelijk juichte zij daarin. Gij hebt mij koel gevonden mijnheer, her nam de prinses op nog hooger toon dan te voren, en gij hebt de blijdschap niet bij mij waargenomen, waarvan gij met zooveel ophef gesproken hebt, omdat ik alles geraden had. Ik wist wel dat de slag nog niet afgeloopen en het de tijd nog niet was, om victorie te blazen. Zoodra ik u zag, liep eene koude ril ling mij door de aderen. Gij zijt knap van voorkomen en jong, gij bezit geene familie, uw degen is uw erfgoed. De gedachte moet wel bij u opgerezen zijn om aldus met een slag fortuin te maken. Mevrouw riep Lagardère met de hand op het hart uit, de Rechter daarboven kent mij van uwe beleedigende beschuldiging vrij. Durft gij tegenspreken, dat dergelijke on zinnige gedachten wel eens bij u opgerezen zijn vroeg de prinses met plotselinge hevig heid. Hierop volgde eene tamelijke lange stilte, gedurende welke de prinses een uitdagenden blik op Lagardère bleef vestigen. Hij verschoot een paar malen van kleur en antwoordde toen op ernstigen toon Ik ben niets anders dan een arm edelman. Ben ik zelfs wel een edelman Ik bezit eigen lijk geen naam mijn naam is ontleend aan het vervallen gebouw, waarin ik als verlaten kind mijne gedachten doorbracht. Nog gisteren was ik een balling. En echter hebt gij gelijk mevrouw ik heb buitengewone gedachten gekoesterd, geen onzinnige, maar blijde en gelukkige. (Wordt vervolgd). IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1