28e JAARGANG
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1937
No. 89
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
TANDHEELKUNDIGE
INRICHTING
GEBR. GOYARTS.
OVER HOEVEEL JAAR TERUG KAN
NOG EEN AANSLAG WORDEN
OPGELEGD
ADRTINISTRATIE- EN
BELASTINGZAKEN.
DE
BULTENAAR.
N.V. W. A. C. O. - HOORN
ZOMERDIENSTREGELING.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
UITGEVER
1i
Hippolytushoef Wieringen
Van 1 5 regels
t 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
Telef. Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10
per 3 maanden f 1.25.
S. Kaan Pz., Telefoon 18.
VERPLAATST naar Hotel Centraal
H.-HOEF IEDEREN DINSDAG 10—3 UUR.
Lage vaste tarieven. Ook voor Ziekenfondsl.
ANNA PAULOWNA HOTEL VEERBURG.
SPREEKUREN VOLGENS AFSPRAAK.
door Mr. J. H. van Doorne,
Advocaat en Belastingconsulent.
Gelijk men zal weten kennen verschillende
belastingwetten het navorderingsinstituut. Dit
maakt mogelijk, dat als een aanslag is op
gelegd, en later blijkt uit een feit, dat den in
specteur bij het destijds opleggen van dien
aanslag onbekend was, dat daardoor te wei
nig belasting was geheven, alsnog een navor-
deringsaanslag wordt opgelegd.
Dit recht is echter niet onbeperkt. Nadruk
kelijk stelt de wet o.m. dat sindt den aanvang
van het belastingjaar, waarover te weinig be
taald zou zijn, geen drie jaren, (inkomsten
en vermogensbel.) of vijf jaren (div.- en tan-
tièmebel.) mogen verstreken zijn. Dat dit
recht aan een termijn is gebonden vindt zijn
oorzaak in het beginsel der rechtszekerheid
ten slotte moet er toch ééns een aanslag difi-
nitief en onherroepelijk vaststaan,, en daarop
niet meer kan worden teruggegrepen.
Dit geldt dus den navorderingsaanslag.
Maar hoe staat het met een gewone, primi
tieve aanslag Men heeft een aangifte ge
daan, maar niets daarna vernomen, het duurt
twee, drie, vier jaar, en nog steeds is geen
aanslag opgelegd. Kan nu b.v. na zeven of na
tien jaren alsnog zoo'n primitieve aanslag
worden opgelegd Afgaande op voornoemd
beginsel, zou men geneigd zijn deze vraag ont
kennend te beantwoorden, en te redeneeren
als de wet maar drie of vijf jaar toestaat om
een navorderingsaanslag op te leggen opdat
de belanghebbende ééns wete waar hij aan
toe is, dan zal toch zeker een primitieve aan
slag wel aan den zelfden termijn gebonden
zijn.
Dit is echter niet zoo. Een arrest van den
Koogen Raad van 2 Mei 1934 B. 5612, leert ons,
dat de inspecteur een aan géén termijn ge
bonden bevoegdheid heeft tot opleggen van
een primitieven aanslag. Hierbij moet echter
vooropgesteld worden, dan moest vaststaan,
dat de inspecteur nog géén besluit had geno
men om geen aanslag op te leggen. Was dit
wel gebeurd, dan zou er sprake van zijn dat
èen aanslag „ten onrechte was achtergeble
ven," en dan zou slechts een navorderingsaan
slag kunnen worden opgelegd om dat te her
stellen.
Het genoemde arrest betreft het geval dat
in 1933 een aanslag in de dividend- en tan
tièmebelasting was opgelegd over het jaar
1926. De aangeslagene verzette zich daartegen
op grond dat de inspecteur daartoe niet ge
rechtigd zoude zijn, daar meer dan vijf jaren
sedert het einde van het betreffende boekjaar
verstreken waren, en de inspecteur dus „zelfs"
geen navorderingsaanslag zou hebben kunnen
opleggen. Het verweer van den inspecteur
was, daartegenover „ik heb nimmer besloten
géén aanslag op te leggen derhalve blijf ik
daartoe immer bevoegd."
De Raad van Beroep stelde eveneens het
beroep van appellant op de regeling voor na
vordering terzijde. „De omstandigheid dat het
opleggen van een navorderingsaanslag aan
een termijn van vijf jaar is gebonden brengt
nog niet mede zonder wetsbepaling, dat ook
het opleggen van een oorspronkelijken aan
slag aan zulk een termijn gebonden is." Aldus
de Raad van Beroep, die zijn beslissing door
den Hoogen Raad zag bekrachtigd.
Dit college besliste, dat waar de wet geen
termijn stelt binnen welken een oorspronke
lijke aanslag moet worden opgelegd, het recht
dezen op te leggen blijft bestaan zoolang niet
de toestand is ingetreden dat de heffing nog
slechts bij navordering kan geschieden zoo
danige toestand zou in casu slechts ingetreden
zijn wanneer de inspecteur ten onrechte be
sloten had geen aanslag op te leggen."
Op dit laatste komt het dus aan. Heeft men
een aangifte gedaan, voor welke belasting ook
waarbij navordering mogelijk is, en geen aan
slag ontvangen, dan is men eerst dan zeker,
dat men niet aan de verrassing van een aan
slag over zeven of twaalf jaar of langer bloot
staat, als de inspecteur besloten heeft geen
aanslag op te leggen. Men kan die zekerheid
slechts verkrijgen door na verloop van zooda-
nigen tijd, dat men denkt dat de aanslag toch
langzamerhand wel eens had kunnen zijn op
gelegd, zich tot den inspecteur te wenden met
de schriftelijke vraag of een aanslag te wach
ten is, ja dan neen. Schrijft deze terug dati
geen aanslag zal worden opgelegd, dan kan
daarop slechts worden teruggekomen langs
den weg van navordering, waarvoor aan alle
vereischten en formaliteiten welke de wet
dienaangaande stelt, moet zijn voldaan.
Zóó is dus de zaak. Het zou zeker zonderling
aan doen, dat terwille van de rechtszekerheid
de navorderingsaanslag is gebonden aan een
zekeren termijn, terwijl een oorspronkelijke
aanslag stééds kan worden opgelegd, ware
het niet dat de belanghebbende zich die ze
kerheid zelve kan verschaffen, door zich met
den betreffenden inspecteur in verbinding te
stellen.
N.V. Centraal Administratiekantoor
UtrechtAmsterdamGorinchemGoes-Soest
Hoofdkantoor Trans 15 Utrecht Tel. 11871.
Directeur Mr. J. H. VAN DOORNE.
B1NNENLANDSCH NIEUWS.
FEUILLETON.
Naar het Fransch van Paul Féval.
43.
En zult gij mij daarvan dan niet onderrich
ten mijnheer vroeg de prinses met eene flik
kering in de oogen.
Neen, mevrouw. Dit eerste en laatste onder
houd zal kort zijn, zoo dat wij slechts kunnen
handelen over hetgeen onvermijdelijk noodig
is te weten. Ik zie reeds met smart doch met
gelatenheid, dat wij elkander niet zullen ver
staan. Toen ik de bedoelde tijding Ontving,
deed ik, mij eene andere vraag, en daar ik de
macht der vijanden van uwe dochter kende,
vroeg ik mij af Hoe zal de prinses van Gon
zaga, die zich zelve niet heeft kunnen verde
digen, hare dochter verdedigen
Mijnheer, riep de prinses ontroerd uit ter
wijl zij haar gelaat met de handen bedekte,
gij weet niet, welk een man mijn vader was
gij weet niet hoe ik in mijne eenzaamheid ge
folterd, hoe ik bedrogen en bedreigd werd
Mevrouw, hernam Lagardère met eene die
pe buiging, ik weet, hoe lief gij den hertog
van Nevers hadt. Het toeval, dat uw kind in
mijne handen leverde, heeft mij in uw geheim
ingewijd. Ik weet, dat gij hem een innige en
vurige liefde hebt toegedragen. En echter zijt
gij voor geweld geweken.
Ten einde mijn eerste huwelijk en de ge
boorte mijner dochter te doen erkennen.
De Fransche wet kent aan dat hulpmiddel
geen kracht toe. Ik ben het, die de wezenlijke
bewijzen van uw huwelijk en van de geboorte
van Aurora bezit.
Die zult gij toch geven riep de prinses uit.
Ja, mevrouw. Gij hebt, zeide ik, in weerwil
van uwe standvastigheid en de nog frissche
herinnering aan en pas voorbijgegaan gelük,
voor het geweld gebukt. Kon dat geweld, waar
voor de moeder had moeten zwichten, niet
Fimses Juliana op de Kortenhoefsche
plassen.
Een herhaald bezoek.
Door niemand opgemerkt, heeft Prin
ses Juliana Woensdagmiddag met twee
hofdames een roeitocht op de Katen-
hoefsche plassen gemaakt. Dit schijnt
de Prinses bijzonder te zijn bevallen,
tenminste Donderdag verscheen zij op
nieuw met het kleine gezelschap te
Kortenhoef om per roeibootje het
mooie plassengebied te doorkruisen.
ook weder tegen de dochter aangewend wor
den Had ik, die nog nooit voor geweld ge
bukt had en die den degen weet te hantee-
ren zooals niemand anders, het recht niet
mijne bescherming meer afdoende te achten
dan die van anderen
De prinses bewaarde eenige oogenblikken
het stilzwijgen, en vroeg toen met eene ge
smoorde stem Heb ik u begrepen weigert
gij mijne dochter terug te geven
Neen, mevrouw, dat doe ik niet. Ik heb vier
honderd mijlen afgelegd en mijn hoofd op het
spel gezet, om haar weder bij u terug te bren
gen. Sinds achttien jaren bescherm ik uwe
dochter. Haar leven behoort tienvoudig aan
mij. want ik heb het wel tienmaal gered. En
ik zal haar tegen iedereen blijven bescher
men.
Zelfs tegen haar moeder vroeg de prinses
met zekere trots.
Misschien, antwoordde Lagardère dat zal
van de omstandigheden afhangen.
Gij maakt misbruik van mijn ongelukkigen
toestand,hernam zij. Verklaar u nader, want
ik begrijp u niet goed.
Ik ben gekomen om mij te verklaren, me
vrouw, en ik wensch, dat die verklaring tot
een goed einde kome. Wees dus zoo goed aan
dachtig naar mij te luisteren. Ik weet niet,
hoe gij mij miskent. Mijn weg is echter afge
bakend en ik laat mij door geene hinderpalen
weerhouden. Ik heb de rechten van een voogd.
Hoe zeide de prinses.
Welken anderen naam zoudt gij kunnen
geven aan iemand, die om het verzoek van
een stervende te vervullen, zijne eigen belan
gen laat varen en zich geheel aan een ander
opoffert Achttien jaren van eene onafgebro
ken bescherming hebben mij een recht ge
schonken, dat even hoog staat als het uwe,
ja dat grooter is want de macht die de ster
vende vader mij plechtig opgedragen heeft,
weegt tegen uwe macht als moeder op en
mijne macht heb ik met een derde gedeelte
van mijn leven betaald. Dit schenkt mij het
recht om met de meeste zorg en teederheid
over het meisje te waken en ik ben voorne
mens dit recht zelfs tegen hare moeder te
Thans echter merkte de bevolking
haar op en bij haar terugreis is de Prin
ses overal langs den weg hartelijk toe
gejuicht.
Wielrijder door touringcar aangereden
In het Ziekenhuis overleden.
Donderdagmorgen is de 25-jarige G
Gerritsen uit Arnhem, die met zijn ver
loofde een fietstocht maakte, op den
rijksstraatweg ter hoogte van de bui
tenplaats „Sterreschans" te Nieuwer-
sluis door een touringcar uit Amster
dam aangereden. De man kwam te val
lep en bleef ernstig gewond op den
weg liggen. In bewusteloozen toestand
is het slachtoffer naar het Ziekenhuis
te Utrecht overgebracht, waar hij des
middags is overleden.
Mosselkweekers vergaderen.
In de afdeelings-vergadering van
den Zeeuwschen Bond van Mossel
kweekers werd ernstig geklaagd over
de nieuwe maatregelen, waardoor
kweekers, die een order niet kunnen
uitvoeren, omdat zij aan de eischen bc
treffende vischgewicht of maat niet
kunnen voldoen, toch geacht worden
de order te hebben uitgevoerd het
quantum dat met een dergelijke niet-
uitgevoerde order gemoeid is, wordt
op hep leveringscijfer van den kwee-
ker in mindering gebracht. Het komt
in de practijk 'herhaaldelijk voor (bij
voorbeeld met mosselen die wegens ge
ringeren groei nog niet in de B-klasse
kunnen worden opgenomen) dat een
kweek er geen voorraad heeft om een
hem verstrekte order uit te voeren
zou hij dat wel doen, dan was hij uit
anderen hoofde strafbaar. Het betreft
in deze gevallen geen onjuiste opga
ven, doch de algeheele onmogelijkheid
om te leveren. De vergadering was
van oordeel, dat het. Centraal Verkoop
kantoor mot dezen toestand rekening
dient te houden.
Een krachtig pleidooi werd gevoerd
om meer vrijheid van handelen de
kweekers willen de gelegenheid gebo
den zien om tegen de vastgestelde prij
zen op bepaalde plaatsen te mogen ver
koopen. De aTzet naar Brussel en Ant
werpen is momenteel goed de prijs
voor B-qualiteiten is f 2,25 per ton.
OORZAAK FLAMINGO - RAMP
BRAND IN DE CABINE.
Paniek onder passagiers.
Uit het onderzoek naar de oorzaak van de
ramp van de Flamingo wordt afgeleid, dat de
brand in de cabine is ontstaan en dat bliksem
inslag buigengesloten moet worden geacht.
Uit voorwerpen, die men heeft aangetroffen
in de omgeving van de plaats, waar het toe
stel is neergestort, heeft men waardevolle con
clusies kunnen trekken. Men neemt aan, dat
de passagiers reeds dood waren, voor het toe
scel de aarde bereikte, maar er schijnen zich
in de cabine hartverscheurende scènes te heb
ben afgespeeld, daar een verbrijzeld raampje
en het noodluik zijn gevonden. Zouden de in
zittenden van het toestel nog pogingen heb
ben aangewend, het leven te redden
De snelheid, waarmede de ramp zich heeft
voltrokken, heeft hen echter verrast.
Verscheidene personen zijn de laatste dagen
als getuigen gehoord over de ramp met de
Flamingo. Sommigen verklaarden korte knal
len van den motor te hebben gehoord en allen
hadden den indruk, dat het vliegtuig zich in
moeilijkheden bevond.
Bij het vertrek van het vliegveld te Evere
(Brussel) had men den piloot medegedeeld,
dat zich tusschen de 700 en 3000 m. onweers
wolken bevonden. Daarom vloog het toestel
onder^ de wolken, op een hoogte van 500 m.
Dit had tot gevolg, dat het lawaai van de mo
toren sterker scheen dan gewoonlijk.
Het lage vliegen van de Flamingo gaf dus
geen reden te veronderstellen, dat er iets aan
het toestel haperde.
Vreeselijke tooneelen.
Andere ontdekkingen wijzen erop, dat zich
in de kajuit van het vliegtuig vreeselijke too
neelen moeten hebben afgespeeld. Men heeft
een voorwerp uit het vliegtuig zien vallen.
Later heeft men dit voorwerp gevonden bij
het kerkhof van Halle, 4 km. van Lembeek.
Het bleek te zijn het noodluik, dat door een
passagier is ingetrapt. Het is nagenoeg niet
verbrand en de toestand, waarin het is aan
getroffen, wijst erop dat het niet door een
explosie is weggedrukt.
Ook heeft men een reisdeken gevonden, die
weinig van het vuur te lijden heeft gehad.
Te Lembeek trof men een deel van een
raam van het vliegtuig aan. Een van de pas
sagiers schijnt het met een vuistslag te heb
ben verbrijzeld, vermoedelijk om zich door de
ontstane opening te willen redden.
Uit verschillende feiten kan worden afgeleid
dat de brand in de cabine is ontstaan en dat
niet blikseminslag als de oorzaak van de
ramp kan worden beschouwd. Verondersteld
wordt, dat benzinedamp uit de tanks in de
kajuit is gedrongen, waarna een ontploffing
is ontstaan.
Doordat het noodluik en een raam open
waren is een felle trek in de cabine ontstaan,
waardoor de vlammen met ontstellende snel
heid zijn aangewakkerd, hetgeen een paniek
onder de passagiers tengevolge had.
Artsen hebben geconstateerd, dat de longen
van de slachtoffers verbrand waren, zooals
ook het geval is met mijnwerkers, die door een
gasontploffing worden verrast. Waarschijnlijk
waren alle inzittenden reeds dood, voor het
toestel den grond bereikte.
Men weet niet, waardoor de exploisie is
ontstaan kortsluiting of onvoorzichtigheid
van een passagier. Dit zal wel altijd een raad
sel blijven.
Gedood voor de oogen van zijn vrouw.
Tusschen treeplank en perron
gevallen.
Woensdagavond is in het hoofdsta
tion te Groningen een doodelijk onge
luk gebeurd.
1 De 58-jarige heer H. Mulder uit Gro
'ningen, die met den laatsten trein uit
jHoogezand om half twaalf te Gronin
gen arriveerde, stapte uit den trein,
'terwijl deze nog in beweging was. Hij
laten gelden.
Wantrouwt gij mij dan vroeg de prinses.
Gij hebt dezen morgen gezegd, mevrouw,
(ik was toen onder de menigte verborgen en
heb het gehoord). Als er op de dochter van
Nevers maar een enkele vlek rustte, indien zij
maar een oogenblik de fierheid van haar ge-
j slacht uit het oog verloren had, zou ik mijn
aangezicht bedekken en uitroepen Nevers
is thans geheel dood
Zou ik dan misschien moeten vreezen
begon de prinses, de wenkbrauwen fronzende.
Gij behoeft niets te vreezen mevrouw. De
prinses beet zich op de lippen en men zag
den toorn bij haar opkomen, doch Lagardère
hernam
Ik kwam hier vol goed vertrouwen, hoop en
blijdschap. Maar uwe woorden zijn als koud
water op mij neergekomen, mevrouw. Waren
die woorden niet gesproken, uwe dochter zou
reeds in uwe armen liggen. Hoe is het moge
lijk, dat die gedachten het eerst onder alle
bij u opgerezen zijn Nog voordat gij uwe
dochter gezien hadt, sprak de stem van den
hoogmoed reeds sterker bij u dan die der
liefde De groote dame hield mij haar wapen
schild voor, toen ik het hart der moeder zocht
Ik heb u terecht gezegd, mevrouw, dat ik
vrees moest koesteren. Als men mij had gezegd
Uwe dochter is daar, zou ik slechts eene ge
dachte gehad hebben, haar in mijne ar
men te sluiten en mijn kind te omhelzen.
Gij kent mij niet en echter velt gij een oor
deel over mij, zeide zij.
Ik oordeel u naar uwe woorden, mevrouw.
Als het mij gold, zou ik wachten maar daar
het haar geldt, heb ik den tijd om te wach
ten. Wat zal het lot van dat kind wezen Jn
het huis, waar gij de meesteres zijt Welke
waarborgen kunt gij mij geven tegen uw twee
den gemaal en tegen u zeiven Geef mij ant
woord op die vragen. Welk geluk zal haar in
de plaats gegeven worden van het geluk, dat
zij verliest Zij zal voornaam en rijk zijn en
meer eerbewijzen ontvangen, naarmate zij
minder genoegen heeft. Neen, mevrouw, dat
is 't niet, wat wij zoeken. Wij. zouden alle
aardsche grootheid, alle schatten, alle eer
Onze uitgebreide dienst en tariefregeling
a 5 ct. Verkrijgbaar bij de chauffeurs
en in Bosker's Boekh. H.-hoef-Middenmeer.
kwam te vallen, geraakte tusschen de
treeplank en het perron bekneld en
iwerd ongeveer vijftig meter meege
sleurd.
De treinbeambten zagen, dat de on
gelukkige hierbij werd rondgeslingerd
Toen de trein tot stilstand was geko
men, werd het slachtoffer bevrijd. Hij
gaf nog teekenen van leven, doch over
leed eenigen tijd daarna.
Als tragische bijzonderheid wordt
nog vermeld, dat het ongeval geschied
de voor de ooge# van Mevr. Mulder,
die haar man van den trein zou halen.
Jongen in Haringvliet verdronken.
Enkele anderen in levensgevaar
Donderdagmiddag ging een drietal
jongens uit Den Bommel zwemmen in
het Haringvliet. Nabij den hoek van
den dijk gekomen, waar een sterke
stroom staat, verdween plotseling een
12-jarige jongen in de diepte en werd
door den stroom meegesleurd. De an
dere jongens verkeerden eveneens in
groot gevaar, doch het mocht iemand
uit Rotterdam, die aldaar gelogeerd
was, en het hulpgeroep gehoord had,
gelukken, deze jongens te redden. Toen
de redder weer op het droge kwam,
bemerkte hij, dat zijn neefje In de diep
te was verdwenen. Direct werd met
liet dreggen begonnen, doch men be
reikte geen resultaat..
Heï verscheiden van Helene Cals.
De heer Louis van Tulder schrijft in
het Ilbld.
Enthousiast geworden door alles,
wat ik verteld had van de prachtige
opera-voorstellingen, welke ik verle
den jaar in de Arena van Verona heb
bijgewoond en die ieder jaar in de
eerste helft van Augustus aldaar wor
denden gegeven, besloot Helene Cals
en Nico Treep dit jaar met mij de op
voeringen van enkele opera's te gaan
zien en liooren. Daar ik eerst later kon
vertrekken, zouden wij elkaar ont
moeten in Rimini, een badplaats niet
ver van Verona gelegen.
Toen ik Zaterdag 24 Juli aankwam
vond ik Nico Treep aan het station
met de mededeeling, dat Helene een
zware angina had en te bed moest blij
ven. De dokter zag den toestand, on
danks de hooge koorts, absoluut niet
ernstig in en zoodoende hadden wij al
le hoop dat spoedige verbetering in zou
treden en wij naar Verona zouden kun
nen vertrekken.
Het heeft echter niet zoo mogen zijn.
De koorts hield aan en zoowel de dok
ter als de keelspecialist, die haar regel
matig bezochten, wisten niet beter te
adviseeren, dan haar naar het Zieken
huis te doen overbrengen.
Dr. Annessa, directeur van het „Ca-
sa di Cura" te Rimini, een buitenge
woon bekwaam geneesheer, heeft alles
wat in zijn vermogen was, gedaan, om
haar te behonden, doch een algeheele
bloedvergiftiging ontstaan door de an
gina, maakte den toestand hopeloos.
geven voor één woord, dat uit het hart kwam,
en dat woord wachten wij nog altijd. Waar is
uwe liefde Ik zie et geen bewijzen van. Uw
trots is opgewekt, maar uw hart zwijgt. Ik
ben bevreesd, verstaat ge mij niet meer
voor mijnheer van Gonzaga, maar voor u,
voor u, hare moeder. Ik gevoel, dat aan die
zijde het gevaar gelegen is en indien ik de
dochter van Nevers niet tegen dat gevaar
beschermde, zooals ik haar tegen alle andere
gevaren beschermd heb, dan zou ik meineedig
zijn jegens den doode.
Hij wachtte hierop een antwoord van de
prinses, maar zij bewaarde het stilzwijgen.
Mevrouw, hervatte hij zich geweld aandoen
de om bedaard te blijven, vergeef het mij,
maar plicht schrijft mij voor, dat ik in de
allereerste plaats mijne voorwaarden make.
Ik wil, dat Aurora gelukkig zij en vrij, en lie
ver dan haar eene slavin te zien worden.
Ga voort, mijnheer, zeide de prinses op een
toon waarin de ergernis doorstraalde.
Neen, mevrouw, ik zal niet voortgaan, ant
woordde hij, uit eerbied voor u. Gij hebt mij
voldoende begrepen. i
I Met een bitteren lach richtte de prinses zich
1 op en voegde haren verbaasden toehoorder,
dien zij strak in het gelaat zag, de onverwach
te woorden toe
j Mademoiselle de Nevers is de rijkste erf-
1 dochter in Frankrijk. Als men die prooi mees-
ter meent te zijn, kan men een hooge toon
voeren. Ik heb u begrepen, ik heb u begrepen
mijnheer, veel beter dan gij zelf vermoedt.
HOOFDSTUK VI.
Een ander onderhoud.
Het was nu reeds vrij laat in den nacht.
Elk oogenblik hoorde men op een afstand de
glazen luider klinken, maar de lampions gin-
gen meer en meer uit, en alles duidde aan,
dat het feest het einde naderde. De tuin was
geheel verlaten, en niets scheen het onder
houd van mevrouw van Gonzaga met den rid
der de Lagardère te zullen storen. Maar even
min schenen zij het eens te zullen worden.
De hooghartigheid der prinses had den rid
der een verschrikkelijken slag toegebracht en
aanvankelijk juichte zij daarin.
Gij hebt mij koel gevonden mijnheer, her
nam de prinses op nog hooger toon dan te
voren, en gij hebt de blijdschap niet bij mij
waargenomen, waarvan gij met zooveel ophef
gesproken hebt, omdat ik alles geraden had.
Ik wist wel dat de slag nog niet afgeloopen
en het de tijd nog niet was, om victorie te
blazen. Zoodra ik u zag, liep eene koude ril
ling mij door de aderen. Gij zijt knap van
voorkomen en jong, gij bezit geene familie,
uw degen is uw erfgoed. De gedachte moet
wel bij u opgerezen zijn om aldus met een
slag fortuin te maken.
Mevrouw riep Lagardère met de hand op
het hart uit, de Rechter daarboven kent mij
van uwe beleedigende beschuldiging vrij.
Durft gij tegenspreken, dat dergelijke on
zinnige gedachten wel eens bij u opgerezen
zijn vroeg de prinses met plotselinge hevig
heid.
Hierop volgde eene tamelijke lange stilte,
gedurende welke de prinses een uitdagenden
blik op Lagardère bleef vestigen. Hij verschoot
een paar malen van kleur en antwoordde toen
op ernstigen toon
Ik ben niets anders dan een arm edelman.
Ben ik zelfs wel een edelman Ik bezit eigen
lijk geen naam mijn naam is ontleend aan
het vervallen gebouw, waarin ik als verlaten
kind mijne gedachten doorbracht. Nog gisteren
was ik een balling. En echter hebt gij gelijk
mevrouw ik heb buitengewone gedachten
gekoesterd, geen onzinnige, maar blijde en
gelukkige.
(Wordt vervolgd).
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.