De Zevende
?8e JAARGANG ZATERDAG 2' AUGUSTUS 1937No. 95
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
OP DEN 7den VERJAARDAG.
POLDERDAG 1937.
•AFSLUITDIJK
.DEN OEVEf^
Kluizen
BOSCH
IN AANLEG
iHOUKEj
AMSTEL-
MEER
ANNAy
PAUL^N'A
FOLDER
'SLOOTDORJ
WlERINGEi
V/AARD
SCHAGEN
-KOLHORN
WINKEL
LAM BERTSCHAAG.
tTSWOUD
SCHAAL I IOOOOO
NAAR HOORN
WiERINGERMEERPOLDER
TOESTAND OP 1MEI 1937
JSSELMEER
VERKLARING
WEGEN !N AANLEG
GEREEDGEKOMEN WEGEN
GRASLAND
AKKERBOUV/GEWASSEN
EI2IS3 NOODMENGSEL
i (GESCHEURD).
IX<I VERPACHT MET BOERDERIJ
L"^—=TTI LOS LAND
WIERSNGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1^|.
UITGEVER
CORN J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
«ippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No, 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10
Weder wordt het goudgele koren op
de onafzienbare Wieringermeer-velden
geoogst, weder hoort men heinde en
ver het gebrom der dorschkasten, en
het gelijkt of dat allemaal hier jaar
in jaar uit zoo geweest is, tientallen,
honderdtallen jaren lang.
Inderdaad, het is waar zooals de ge-
dachtengang in 't excursie-gidsje 1937
is weergeven
„Het zal U wellicht gaan als zoo-
velen vóór U als ge de Wieringer-
meer voor het eerst binnenrijdt en
ge hebt Uw blik laten gaan over de
onafzienbare vlakte met haar
gewassen, dorpen, boerderijen,
menschen, machines en vee, dan
kost het moeite te bedenken, dat
hier het menschenwerk van
slechts enkele jaren bezien wordt.
Immers, 21 Augustus 1930 is de
dafum waarop de Wieringermeer
„droog" viel.
Zeven jaar is een tijdperk, dat
de mensch lang pleegt te vinden,
wanneer het de ontwikkeling van
zijn eigen leven aangaat, waarvan
hem echter de kortheid opvalt als
het de evolutie van stad of dorp
betreft.
In genoemd tijdsbestek is het
territoir, waar eeuwenlang golfjes
pleegden te kabbelen, herschapen
in een landstreek met vruchtbare
grond, voor een deel reeds door
pachters bewerkt, met wegen,
kanalen, bruggen, sluizen - bene
vens dorpen met woon- en winkel
huizen, kerken, scholen en kanto
ren woonkernen met kerkelijk
en maatschappelijk leven ook --
gebied met een bestaan voor vrij
wel allen door hun arbeid
Onze eerste Zuiderzeepolder."
Ts het wonder, dat velen aan het
schrijven zijn getogen, om dit beroem
de Hollandsche ingenieurswerk te
boekstaven in beknopte en uitgebrei
der vorm. Doch het nieuwste werk
„Zuiderzee-land" door Mr. A. F. Kamp
(het zal over enkele dagen verschijnen)
is wel zoo overzichtelijk, zoo goed in
alle details verzorgd, dat wij het als
het mooiste Polder-ver j aars-cadeau
voor 1937 zouden willen aanbevelen.
Daarin is ernst, daarin is veel humor!
Wat er van te zeggen, als de schrijver
een automobilist aan een op jaren zijn
de Wieringermeerbewoner doet vra
gen „bent U hier geboren
En bij al het nieuwe, dat mooi en
goed is, heeft de schrijver het oude,
dat ons lief was en door de inpol
dering verloren ging, niet vergeten.
Integendeel, het treft, hoe hij zijn ge
dachten in dichtvorm uitdrukt over
„de oude Zuiderzee."
VAN ZEE TOT MEER
Er is een zee niet meer
Geen woeste, zilte baren
Bestormen met hun kracht
De dijken en het land.
Er is een dam gebouwd
Gemaakt in enk'le jaren,
Een ongewoon groot werk
Van kleine menschenhand.
Er is een strakke lijn
Van kust tot kust getrokken.
Waar eens een vaartuig voer
Loopt nu een autobaan,
Die tusschen water door
Terwijl de golven klokken,
De kans biedt ijlings naar
Den overkant te gaan.
Er werd een zee tot meer
Een naam moest uitgebannen.
Er ging iets groots te loor,
Dat telt thans niet meer mee.
Maar 't zoete IJsselmeer
Door dijken gansch omspannen
Wordt nimmer wat ons was
De oude Zuiderzee.
(Uit „Zuiderzee-land" door
Mr. A. F. Kamp.)
Na deze treffende, ietwat droefgees
tige ontboezeming over wat voorbij
ging, laat de schrijver het tweede ge
deelte van zijn boek „maatschappe
lijke opbouw" voorafgaan door een ge
dicht, waarin hij zijn enthousiasme
uit voor de kimde en Neerlands kracht,
die het nieuwe land vormden.
VAN WATER TOT LAND.
Er werden golven land,
Want toen het water zakte,
Dat der gemalen kracht
Naar buiten had gevoerd,
Bescheen een warme zon
Eén woeste, barre vlakte,
Zoo schrijft Mr. Kamp in zijn prach-J
tig boek over de Wieringermeer, doch
zoo denkt ook ieder, die op dezen
zevenden Polder-verjaardag de vrucht
bare Wicringermeer-landouwen aan
schouwt.
En wij kunnen niet nalaten ook nu
weder hulde te brengen aan de Direc
tie van onzen Wieringcrmeer-Polder
en haar staf van medewerkers, die nog
steeds doorgaan ons schoon nieuw
land te volvormen.
Dankbaar zijn we haar tevens voor
de medewerking, die wij voor onze
Wieringcrmeerbode mochten ontvan-
8en-
En daarnaast zijn we erkentelijkheid
verschuldigd aan allen, die met ons
medewerkten in den Polder, om ons
blad tot een vriend in ieder gezin te
maken. Moge het contact dat we in
het verloopen tijdvak met de burgerij
hadden, op den 7den Polder-verjaar
dag opnieuw worden versterkt.
Redactie.
Zeven jaren zijn verloopen sinds de Wierin
germeer droogviel. Veel, ja zeer veel, is in het
tijdperk 1930 1937 geschied, 't Is niet de
bedoeling dit alles te' vermelden. De Wierin-
germeerbode en andere bladen maakten hier
steeds melding van.
Voor hen, die de Wieringermeer reeds ken
den toen aldaar de golfjes nog kabbelden,
heeft dit nieuwe land reeds een geschiedenis
gevormd, doch vooral voor hen, die in dit
nieuwe gewest hun brood voor gezin en zich
zelf verdienen, wekt den 21sten Augustus
steeds herinneringen op.
Want hoe jong de polder ook nog moge
zijn, toch heeft haast elk gezin lief en leed
in dit nieuwe gewest meegemaakt.
Hoe vaak zien we den ooievaar niet neer
strijken op een der daken met een nieuwen
wereldburger doch ook de dood heeft reeds
aan menige deur geklopt, terwijl ook sommige
gezinnen het reeds mochten meemaken, dat
een lid van het gezin het hart verpande en
zich een der Wieringermeerdochters tot gade
koos en het stadhuis van Medemblik of Wie
lingen betrad, om verder gezamelijk in de
Meer te leven.
Zoo gaan op dezen dag de herinneringen
terug naar het verleden en allen laten de
gebeurtenissen van het afgeloopen jaar de
revue passeeren.
In de allereerste plaats gaan de gedachten
terug naar eigen gezin, terwijl voorts een oo-
genblik wordt stilgestaan bij de oude plek
van weleer.
Allen zijn in dit nieuwe gewest gekomen
met nieuwe voornemens en illusie's. Dit neemt
echter niet weg, dat zeer velen nog vaak met
aangename herinnering terugdenken aan hun
vorige woonplaats, waar zij het eerste gedeel
te van het leven sleten in een omgeving, die
hun overbekend was, en die met recht een
band vormde tusschen de bewoners onderling.
Anders werd dit in de Wieringermeer.
Het oude was weg. Een nieuw leven lag
open. Maar ook nog een geheel vreemd leven.
Nieuwe manieren en nieuwe gewoonten of
liever gezegd de Wieringermeer had in het
geheel nog geen conventie's. Deze moesten
hier immer nog gevormd worden. Een groot
j arbeidsveld voor maatschappelijk werk lag
open.
De nieuwe bevolking had in dezen een taak
te vervullen. Dit was echt pionierswerk
Reeds onmiddellijk traden eenige personen
op den voorgrond, die algemeene richtlijnen
aangaven, 't Is niet mogelijk hier namen van
personen te noemen, die voor het maatschap
pelijke leven van de Wieringermeer van be-
teekenis zijn geweest en nog zijn. We zouden
zeer zeker namen vergeten. De bevolking
kent ze echter zelf
Dat dit eerste maatschappelijk werk vele
moeilijkheden ondervond en nog ondervinden
zal valt door niemand te ontkennen. Immers
de heterogeniteit van de bevolking maakt het
soms moeilijk om elkaar te begrijpen. Te veel
klampt men zich vast aan het oude land en
aan de gewoonten van vroeger.
Uit alle plaatsen van ons land is de Wie-
ringermeerbevolking samengesteld. Men vindt
een Fries en een Brabanter, een Groninger en
een Zeeuw naast elkaar. Ieder heeft zijn eigen
opvattingen. En toch zullen deze personen
gezamelijk het leven in de Wieringermeer
moeten deelen. Eisch is dan ook de oude ge
woonten af te leggen en nieuwe voor de ge-
heele Meer geldende gewoonten te vormen.
Bezien wij thans het maatschappelijke le
ven in vergelijking met de eerste jaren, dan
valt op te merken dat er verbetering in de
samenleving is waar te nemen. Dit gaat na
tuurlijk niet snel, doch dat is niet noodzake
lijk ook. Men kan zulks niet dwingen, veel
moet men hier laten afhangen van de geheele
ontwikkeling van de Meer.
Het bloeiende vereenigingsleven in den
polder heeft zeer zeker voor een belangrijk
deel bijgedragen om het eenheidsgevoel te
versterken.
En toch, hoe goed wij ook bemerken, dat de
bevolking tracht een eenheid te grondvesten,
toch is het vaak waarneembaar, dat zij nog
dikwijls met de gedachte vertoeft in de vorige
landstreek.
Dit zal moeten veranderen. Het zevende
levensjaar van den polder is voorbij het
achtste zijn wij weer begonnen. Wat zal dit
brengen Wij weten het niet
Een nieuw jaar van werken en volhouden
in den strijd het reeds begonnen maatschap
pelijk leven verder op te bouwen en te ver
sterken.
Laat ons allen zien, dat in onze eendracht
onze kracht ligt en laat ons begrijpen dat
wij, welk beroep wij ook mogen uitoefenen,
de plicht hebben mede te werken om te ko
men tot de eenheid, die noodzakelijk is voor
een goede ontwikkeling der gemeenschap.
Laat ons bedenken, dat de oogen van Neder
land op ons gericht zijn. Laten wij het oude
land daarom toonen wat eendrachtig samen
werken vermag.
Eendracht maakt Macht.
Wieringermeerbevolking, het woord is aan
U. De handen ineengeslagen
Ga zoo het achtste levensjaar van den pol
der in.
V.
Met schelpen, groot en klein.
Fijn glinsterend bevloerd.
Toen heeft een mannenhand
Daar alles moeten bouwen,
Om deze streek geschikt
Te maken voor den mensch.
Reeds na een jaar of twee
Vertoonden die landouwen
Een zware korenaar
Naar rechten boerenwensch.
En in de dorpen daar
In snelheid reeds verrezen,
Leeft uit het heele land
In kunde saamgebracht
Een groeiend menschental
Dat zich bewust wil wezen
Te leven in een land
Gevormd door Neerlands kracht.
(Uit „Zuiderzee-land" door
Mr. A. F. Kamp.)
Een belangrijk feit in het 7e Polder jaar voor het Koudhioedpaard.
De Fokdag, georganiseerd door de Hengstenvereeniging Holl.-Noorderkwartier
op Vrijdag 2 Juli 1937 te Slootdop werd een groot succes.