78e JAARGANG DINSDAG 12 OCTOBER 1937 No. li7 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WEERINGEN EN OMSTREKEN BEKENDE LAGE TARIEVEN. DE BULTENAAR. N. V. WACO - HOORN. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU? Hippolytushoef Wleringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.1Q CAFÉ 'T CENTRUM SCHAGEN. SPREEKUUR van de tandarts elke Donderdag van 9V'21 uur. Inlichtingen kosteloos. Reparaties in één dag gereed. BINNENLANDSCH NIEUWS. BIJEENKOMST VAN DE N.S.B. TE LUNTEREN. Zaterdammiddag hebben op den Goudsberg nabij Lunteren ruim dertigduizend leden van de N.S.B. een rede van Ir. Mussert aangehoord, waarbij de spreker o.m. het gebeurde van de laatste weken heeft behandeld. „De opstand-operette is voorbij." Daar, waar de eikenbladeren de fraaie roo- de herfstkleuren hebben gekregen en de bla deren van berken, beuken en pupolieren, lang zaam maar zeker, een voor een van de tak- kan dwarrelen, daar heeft de N.S.B. Zaterdag middag een bq eenkomst gehouden. Op de Luntersche hei, op den Goudsberg, waren on geveer dertig-duizend leden van de beweging bijeengekomen om te luisteren naar hetgeen de leider, ir. A. A. Mussert, hun zou mededee- len. De aanvang dezer bijeenkomst, welke op vier uur gesteld was, ving eerst bij vijven aan. Toen de heer Mussert het spreekgestoelte be trad, werd hij met een. daverend gejuich be groet het „Hou zee"-geroep hield vele secon den aan. Rede-Mussert. „Ik heb U opgeroepen, zoo ving ir. Mussert zijn rede aan, op onzen grond, waar wij thuis zijn. Velen zullen vragen, waarom wil ik re kenschapgeven van mijn daden? Voor ons is het een zekerheid dat de sa menleving in zijn huidigen vorm naar den ondergang voert. Daarentegen zien wij maar één mogelijkheid om, vertrouwende op God, tot een gezond sterk, arbeidzaam volk in een vrij Vaderland te komen het nationaal-soci- alisme. Bij de verkiezingen bleek dat 96% van het Nederlandsche volk deze waarheid nog niet ziet, maar daarom is zij er niet minder waar om. De N.S.B. is allerminst dood, doch hij is alleen door nog meer vuur gelouterd moeten worden vóór God haar de groote taak van de wederopstanding van ons volk wilde toevertrouwen. De N.S.B. zou op 26 Mei be graven zijn in Amsterdam geschiedde dit door dat gedeelte van het Jodendom, dat be hoort tot „Eenheid door Democratie." In de laatste veertien dagen is de N.S.B. weer begraven. Wij moeten het van de be grafenissen hebben riep de spreker uit. In Indië werd de heer Hogewoud opgevolgd door ir. Van der Laaken. Daarna, zoo zeide ir. Mussert, kwam de reorganisatie der Beweging hier te lande aan c'e beurt en de groote bezuiniging. Einde Mei telde de N.S.B. 50.000 leden. Ik verwachtte na den teleurstellenden verkiezingsuitslag terug gang van leden en een geringer offervaardig heid met als totaal gevolg een daling der in komsten met ongeveer 25%. Deze teruggang eischte bezuiniging. Alle verplichtingen kon- FEUILLETON. Naar het Fransch van Paul Féval. 71.) Aurora maakte zich uit de armen harer moeder los, doch hij duwde haar met zacht heid terug en zeide Vaarwel Aurora op onze echtverbintenis zal geen morgen volgen. Bewaar dat contract, dat u voor het oog der menschen tot mijne vrouw'maakt, gelijk gij het sedert gisteren voor het aangezicht des hemels waartmevrouw de prinses zal u deze mesaillance met een doode wel willen verge ven. Voor de laatste maal drukte hij een kus op de hand van het meisje, maakte eene diepe buiging voor de prinses, en begaf zich met de woorden Breng mij voor mijne rechters, naar de deur. VIJFDE AFDEELING. HET GETUIGENIS VAN DEN DOODE. HOOFDSTUK I. De slaapkamer van den Regent. Het was vroeg in den morgen. De markies van Gossé, de hertog van Brissac, de dichter Laf are, hadden juist het Palais-Royal verla ten door het kleine poortje, waarvan wij reeds meer dan eens gesproken hebben. De regent bevond zich alleen in zijne slaap kamer en maakte toebereidselen om zich ter ruste te begeven, want men had in het Pa lais Royal op dezelfde wijze gesoupeerd als bij den prins van Gonzaga, doch het was vroolijker afgeloopen. De regent viel bijna staande in slaap, terwijl zijn kamerdienaar hem ontkleedde. De knecht diende mijnheer de Machault den onverwijld worden nagekomen. Wij waren arm,, eerlijk, maar schuldenvrij. De oude beweging was goed. ik had echter te hoog geprezen, aldus spr. De beweging kan thans iedere klap opvangen, dien men ons zou willen geven. De gebeurtenissen van den laatsten tijd. Vervolgens behandelde de spreker de ge beurtenissen van den laatsten tijd. Ik wensch niet uit te wijden over persoon lijke kwesties, en ik zal het niet doen riep ir. Mussert. Als leider der Beweging kan ik met alle gemoedsrust aanvaarden met mod der te worden gesmeten, mits ik weet zelf dergelijke middelen niet te hanteeren. On middellijk na de verkiezingen was ik er zeker van, zoo vervolgde de spreker, dat de Bewe ging door velen zou worden verlaten, door weinigen verraden. Tegen den herfst ver wachtten wij ditook voor verraad is voor bereiding noodig. Het is speciaal de taak van den heer van Geelkerken om op dit gebied waakzaam te zijn. Uitvoerder, misschien hoofd, van de revolte was mr. v. d. Goes, van Naters, die het land rondreisde om een zee van verdachtmakingen uit te werpen.In Den Haag probeerde men zelfs in iedere groep een kern te vormen. De kwestie-van Duyl maakte het noodig di rect in te grijpen. Het is daarom niet onmo gelijk, dat het achterste deel van den kop is blijven zitten. Bewijzen dat ds. van Duyl me deplichtig is heb ik niet. De in het hoofdkwar tier gehouden gesprekken zijn niet afgeluis terd, anders zou ik zekerheid hebben. Vast staat echter, dat de dienst van de Vorming de schuldige is. Gezien de capaciteiten van de opstandelin gen is het geheele geval meer belachelijk dan dramatisch. Maar één ding heeft mij uiter aard gehinderd. De heeren wilden mij met een soort pensioen naar Zwitserland sturen. Als zij hadden afgesproken mij te laten dood schieten, had ik eenige waardeering kunnen hebben. Dat zij mij aanzagen voor zulk een laffen hond, dat ik mijn duizenden ka meraden, die jaren met mij vochten, in den steek zou laten, teekent hun mentaliteit. Indien ik ooit het gevoel krijg, dat een an der beter dan ik geschikt is als leider der Be weging, dan zal ik het oordeel vragen van de duizend hardste werkers der Beweging, niet van een Pont, een Goes van Naters en con sorten. De opstand-operette is voorbij de beweging marcheert, niet verbitterd maar blijmoedig. Het is gezond noodzakelijk, dat een jonge beweging groeiende, zoekende is. Het is mijn taak, daarvoor de richtlijnen te geven op het juiste oogenblik. Het wezen van het Nederlandsche nationaal sosialisme saam te flansen uit Duitsche of Italiaansche boeken ware niet moeilijk ge weest, maar wel de grootst denkbare fout. In eigen volk, op eigen bodem moet het groeien en tot uitdrukking gebracht worden. Welnu, het is gegroeid en op mij rust de verantwoor delijke taak te formuleeren en neer te schrij ven, wat leeft in ons hart. Ons nationaal-so- cialisme komt voort uit drie bronnen Gods vertrouwen liefde voor volk en vaderland eerbied voor den arbeid. Wij gaan, aldus spr., dezen winter in ge zond, gelouterd, goed georganiseerd op stevig geestelijk fundament. Hoewel de lucht zich meermalen dreigend liet aanzien, bleef het tijdens de bijeenkomst, welke even voor zessen afgeloopen was, droog. Er waren niet bijzonder veel draagdoeken meegenomen op één er van lazen wij „Tot veler spijt rook Mussert lont, Trouw ging nog nimmer bij het Pond." Regeering maakt verbouw vau aardappelen nog duurder. In het volgende jaar zullen de boe ren niet langer f 30, docli f 50 per ha. moeten betalen, om teelt'vergunning te verkrijgen. Naar men meldt, staat het vast, wat de boeren aan de Akkerbouw Centrale moeten betalen voor het verkrijgen eener vergunning voor den verbouw van consumptie-aardappelen, voor den oogst 1938 zal worden verhoogd van f 30 op f 50 per hectare, dat is dus met 66 pCt. Er zij aan herinnerd, dat tot en met den oogst 1934 een z.g. vervoerhef- fing bestond van f 1.25, later f 1 per 100 Kg. aardappelen. Hieraan waren echter zóóveel bezwaren verbonden henevens zóóveel paperassen, en in auto's langs de wegen rijdende contro leurs, dat voor den oogst 1935 een z.g. teeltheffing werd ingevoerd van f 30 per ha., terwijl de vervoerbelasting werd afgeschaft. De opbrengst van deze door de boe ren zelf betaalde heffing - tot dusver ruim 2V£ millioen per jaar - dient, om aardappelvoorraden, die niet in de consumptie kunnen worden geplaatst, te denatureeren, d.w.z. voor mensche- lijk gebruik ongeschikt te maken. In den beginne werd er naar gestreefd, speciaal de zandaardappelen van de consumptie-markt af te houden, doch dit beginsel is losgelaten. Bovendien moet een boer, die zijn aardappelen wil laten denatureeren, voortaan één gulden voor de aanvraag betalen. De boeren betalen dus zelf den aardappelsteun en de uitvoerings kosten daarvan en deze laatste zijn boog, zoo boog, dat er tot dusver geld bij moest. Hierin nu wenscht de nieu we minister verandering te brengen de zaak moet zichzelf bedruipen. Bij een bebouwde oppervlakte van ruim 90.000 ba., betalen de verbouwers dus volgend jaar 4y2 millioen gulden voor de teeltvergunning en bovendien één gulden voor elk deniaturatie-ver- zoek. De consument staat hier buiten. De Regeering rekent op een ver bouw van 60.000 ha. plus 10.000 ba. vroege aardappelen, dus in totaal 70.000 ha. of evenveel als vorig jaar doch de werkelijke verbouw bedraagt in de laatste jaren ruim 90.000 ha., waarvan slechts een klein deel vrij stelling van teeltheffing geniet. Met Ingang van 3 OCTOBER Wintel-dienst. Zomerdienstregeling 1937 blijft onveranderd gehandhaafd als winterdienstregeling.* Dienstregelingen a 5 ct. verkrijgbaar bij onze chauffeurs. Laat mijnheer de luitenant van politie om twaalf uur terugkomen, zeide de regent ge melijk die menschen spotten met mijne ge zondheid en zullen mij nog vermoorden. Mijnheer de Machault zegt, dat hij gewich tige mededeelingen te doen heeft, hernam de knecht. Ja, die ken ik, zeide de regent. Om twaalf uur terugkomen of liever om één uur, want ik gevoel mij niet wel. De lakei ging heen, doch kwam spoedig te rug en riep Mijnheer de secretaris van staat te Le Blanc Met woorden, getuigende van zijne ontevre denheid, legde de regent zijn hoofd op het kussen en sliep dadelijk in. Juist werd de deur der antichambre geo pend en trad de prins van Gonzaga geheel alleen en zonder gevolg binnen. De drie hee ren wisselden diepe buigingen met elkander en Gonzaga vroeg Is Zijne Koninklijke Hoog heid nog niet op Wij zijn afgewezen, gaven Le Blanc en Ma chault gelijktijdig ten antwoord. Dan ben ik overtuigd, dat de deur voor ie dereen gesloten is, hernam de prins. Breon riep de luitenant van politie een lakei toe, dien mijnheer de prins van Gonzaga bij Zijne Koninklijke Hoogheid aan. Gonzaga wierp een achterdochtigen blik op Machault, hetgeen aan de beide heeren niet ontging en vroeg Zijn er voor mij bijzondere orders achtergelaten een vraag die van ze kere ongerustheid getuigde. 't Is niets anders, antwoordde Machault met eene buiging, dan dat Zijne Koninklijke Hoog heid, wiens deur voor de ministers gesloten is, niets anders dan genoegen in het gezelschap van zijn besten vriend kan scheppen. Breon kwam terug met de boodschap, dat Zijne Koninklijke Hoogheid mijnheer den prins van Gonzaga wenschte te ontvangen. Eene verbazing die echter uit geheel verschil lende oorzaken voortsprong, stond op het ge laat der drie heeren geschilderd. Gonzaga maakte eene buiging tegen de beide minis ters en ging naar binnen. De regent zal altijd dezelfde blijven, zeide le Blanc spijtig het vermaak vóór de zaken. Gij zult niet kunnen tegenspreken dat de invloed van Gonzaga Op het punt staat om te verdwijnen, viel de luitenant van politie hem in de rede, doch bemerkende hoe de secretaris van staat hem verbaasd aankeek, voegde hij er bij Tenzij die invloed misschien nog hooger stijgt. Verklaar u iets nader, mijnheer en vriend. Gij spreekt in raadsels. Gisteren, antwoordde de heer de Machault op een eenvoudigen toon, waren de regent en Gonzaga goede vrienden en echter moest Gon zaga meer dan een uur antichambre met ons houden. En wat leidt gij daaruit af De hemel beware mij, dat ik er iets uit zou afleiden Maar de Vurige Kamer heeft zich, gedurende het regentschap van den hertog van Orleans alleen nog met de cijfers bezig gehouden. Zij heeft het zwaard ter zijde ge legd, om lei en griffel op te nemen. Nu wordt haar echter die mijnheer de Lagardère als prooi toegeworpen. Dat is een eerste stap. Tot weerziens, mijnheer en vriend om drie uur kom ik terug. In de kleine gang, die de antichambre van de kamer van den regent afscheidde, -had Gonzaga slechts eene seconde tijd, om zich te bedenken en van dien oogwenk maakte hij een goed gebruik. Zijne ontmoeting met Ma chault en le Blanc deed hem zijne plannen geheel wijzigen. Die heeren hadden niets bij zonders gezegd en echter gevoelde Gonzaga, toen hij hen verliet, dat zich wolken samen trokken, die zijne geluksster zouden verduis teren, zoo er niet nog iets ergers gebeurde. Toen hij bij den regent binnentrad, reikte deze hem de hand. In plaats van die aan zijne lippen te brengen, zooals sommige hovelingen deden, drukte hij ze in de zijne en nam een stoel bij het bed zonder daartoe uitgenoodigd te zijn. De regent had het hoofd op het kus sen en hield de oogen half gesloten, doch Gonzaga bemerkte zeer goed, dat hij nauw keurig opgenomen werd. Zoo ziet ge, Philips, hoe alles openbaar wordt NAAR MINDER WERKLOOSHEID. Regeerings-commissie inge steld voor bedrijfsgewijze onderzoek. De Regeeringspersdien&t meldt De Minister van Sociale Zaken heeft, een commissie ingesteld, welke tot taak heeft a. een bedrijfsgewijze in te stellen onderzoek voor te bereiden naar de mogelijkeden van een bestrijding van de huidige werkloosheid binnen het kader van het Nederlandsche bedrijfs leven door regelingen op het gebied van den arbeid b. o& grond van de resultaten van bedoeld onderzoek en van eigen zicht aan hem voorstellen te doen, welke tot daadwerkelijke verminde ring van de werkloosheid in de eerst komende tijden zullen strekken. Tot lid en voorz. dezer commissie is benoemd de heer ir. R. A. Verwey, directeur van den Rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeids bemiddeling, tot lid en secretaris de heer Meyer de Vries, referendaris bij het Departement van Sociale Zaken, hoofdinspecteur voor de werkverschaf fing. Voorts hehben in de commissie zitting ambtenaren van de Departe menten van Sociale en Economische Zaken en van de aibeids-inspectie, als mede vertegenwoordigers van de voornaamste werkgevers- en midden stands-organisaties en arbeiders-val<- centralen. Vrijz. Herv. Vrouwen-Vereen. Eerste vergadering te Alkmaar De onlangs gestichte Federatie van Vrijz. Hervormde Vrouwenver- cenigiïigen in Noord-Holland heeft Donderdag te Alkmaar haar eerste le denvergadering gehouden onder pre sidium van Mevr. Cannegieter-Van Iterson. Spr. sprak den wensch uit, dat de vereeniging iets mag beteeke kenen voor liet Vrijz. godsdienstig le ven in deze provincie en dat in de toekomst de naam „Onkerkelijk Nrd. Holland" mede door haar toedoen ver dwijnen mag. Vervolgens ging men over tot behandeling der notulen. Des middags hield dr. A. Trouw uit Den Haag een lezing met lichtbeelden over „Mijn reis naar Indie",, waarna de heer v.d. Sluis, voorz. van de Vereen, van Vrijz. Hervormden in Noord-hol land sprak. Een koortje onder leiding van Mevr. Wolvers verleende mede werking aan deze bijeenkomst. BOND TEGEN HET VLOEKEN. Herdenkingsamenkomst twin- jarig bestaan. Men meldt, dat de „Bond tegen het schenden door het vloeken van God's heiligen naam" te Den Helder zijn 20- jarig bestaan heeft gevierd. Nadat de voorz. van het eere-comité ds. F. Tollenaar, geref. predikant te Den Helder, een openingswoord had gesproken, sprak de voorz. van den zeide de hertog van Orleans op een welwillen- dén en hartelijken toon gij waart ongeluk kig en wij wisten er niets van. Voor 't aller minst is dit een gebrek aan vertrouwen. 't Is een gebrek aan moed, monseigneur, antwoordde Gonzaga, die in 't geheel niet op zijn gemak was, maar dit niet liet blijken. Ik begrijp u. Men wil de rampen, die men in zijne familie heeft, niet gaarna bekend maken. De prinses is, naar 't schijnt zeer be vooroordeeld. Monseigneur moet wel weten, hoeveel macht de laster bezit, merkte Gonzaga aan. De regent richtte zich half op, fronste een weinig zijn voorhoofd, waarop zich reeds al te vroeg rimpels vertoonden en zeide Mijne eer, mijne eerlijkheid, al wat den mensch dier baar is, heeft aan den laster ten doel gestaan; maar ik begrijp niet, waarom gij, Philips, mij aan zaken herinnert, die mijne vrienden mij trachtten te doen vergeten. Monseigneur, hernam Gonzaga, het hoofd latende hangen, ik vraag u verschooning. Het ongeluk is egoïstisch en ik dacht aan mij en niet aan Uwe Koninklijke Hoogheid. Ik vergeef u dan ook, Philips, onder voor waarde, dat gij mij uw ongeluk verhaalt. Wij zijn beiden gewoon, monseigneur, zeide Gonzaga daarop, met eene zoo zachte stem, dat de regent moeite had hem te verstaan, sommige aandoeningen van het hart in een belachelijk daglicht te stellen. Ik mag er mij niet over beklagen, want ik ben daaraan zelf schuldig maar er bestaan van die aandoe ningen. Goed, goed, Philips, viel de regent hem in de rede, gij zijt verliefd op uwe vrouw, 't Is een schoone en achtenswaardige dame. Wij lachen wel eens om zulke dingen, als wij te veel gedronken hebben, maar om den hemel lachen wij dan ook. Wij doen daar zeer verkeerd aan, monseig neur hernam Gonzaga met eene ontroerde stem, want de hemel wreekt zich. Wat neemt gij het ernstig op Hebt gij mij iets bijzonders te zeggen Zeer veel, monseigneur. Er zijn gedurende den afgeloopen nacht twee moorden in mijn Bond, ds. H. Janssen, leger- en vloot- predikant in algemeenen dienst. Spr. betoogde ö.m. dat het vloeken ner gens zoo'n grooten omvang had als in Nederland en ging vervolgens de oorzaken hiervan na. Als voornaam ste oorzaak noemde hij de besmetting die ons volk in de tweede helft der 18e eeuw opliep,, tóen de Fransclie mentaliteit, de geest van Voltaire c.c., hier binnendrong. Spr. concludeer de, dat in de verbetering hiervan voor ons volk een grootsche taak is weg gelegd. Hierna zette de heer J. Baas Az. in een lezing „Voorheen en thans" de ac tie en groei van den Bond uiteen. De bond is in de mobilisatie-jaren, toen het vloeken een ontstellenden omvang aannam, opgericht. Het begin was niet gemakkelijk, doch tenslotte geluk te het spr. contact te krijgen; de Bond heeft in de afgeloopen jaren 60.000 op schriften verspreid over het geheele land tot in België toe heeft men kunnen werken. Op het oogenblik, zoo besloot spr., is men bezig om in alle trams en autobussen een pam flet aangeplakt te krijgen. Tot slot sprak ds. W. J F. Meiners, Herst. Evang. Luth. Predant te Den Helder. DE HARINGVISSCHERIJ. De aanvoer van haring over de ver schillende reederijpiaatsen bedraagt thans 510.000 kantjes tegen 385.000 kantjes in 1936 op denzelfden datum, alzoo een grootere aanbrengst van bij na 125.000 kantjes. Op het oogenblik is er een flinke verzending van haring en wei naar België, Amerika en de Oostzeehavens. Van Duitschland is reeds voor een zeer groot bedrag aan factures ter vi seering gezonden aan de Ned. Vis- scherij Centrale te 's-Grovenhage, doch voorloopig worden geen nieuwe visa verstrekt. Mót spaaning worden thans de Genehmigungen van Berlijn tegemoet gezien, waarna dan ook Duitschland wel de noodige haring zal afnemen. Over het algemeen zijn de vooruit zichten voor den haring-handel niet ongunstig. Wel zou alleen te wen- schen zijn, dat door Rusland nog een quantum zou worden afgenomen, wat zeer zeker de markt ten goede zou komen. De prijzen van de verschillende soor ten haring hebben zich de afgeloopen weken kunnen handhaven. Alleen de ijleharing is iets goedkooper geworden NIEUWE BELASTINGEN Wij hebben onlangs het een en an der geschreven over wat men met een beetje ongezellig, maar geenszins kwaad bedoeld, woord noemt, „het vrouwen overschot" in ons land, dat, volgens de jongste opgaven van het Centraal Bureau voor de Statistiek, ongeveer 33.00 bedraagt. En in ver paviljoen bedreven. 'k Wil wedden, dat het de ridder de Lagar dère is riep Philips van Orleans uit, zich plotseling geheel opheffende. Als gij dat ge daan hebt, Fhilips, hebt gij zeer verkeerd ge handeld, en op mijn woord, vermoedens be vestigd. De slaap had den regent geheel verlaten. Hij fronste de wenkbrauwen, toen hij Gonza ga aanzag, die van zijn kant 't hoofd ophief en het woord „vermoedens" herhaalde, alsof hij zich verontwaardigd gevoelde. Heeft mon seigneur dan vermoedens tegen mij vroeg hij daarop. Nu ja, ik heb vermoedens gehad, antwoord de de regent na een oogenblik zwijgens. Maar uwe komst alhier heeft ze verzwakt, want uw blik is die van een rechtschapen man. Poog ze door uwe woorden geheel uit te wisschen. Ik luister. Zou monseigneur de goedheid willen heb ben mij in te lichten van welken aard die vermoedens geweest zijn Er zijn oude en nieuwe. Dan liefst de oude het eerst, indien het monseigneur behaagt. De weduwe van Nevers was rijk en gij waart arm. Nevers was onze broeder. Had ik dan de weduwe van Nevers niet moe ten huwen De regent liet het hoofd weder op den elle boog rusten en gaf geen antwoord. Monseigneur, vervolgde Gonzaga, de oogen neerslaande ik heb het reeds gezegd wij hebben te veel gespot; die zaken van het hart kunnen tusschen ons niet goed behan deld worden. (Wordt vervolgd.) BLADEN AD VERTEEREN EENMAAL BETALEN I Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zij per Courant. j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1