29e JAARGANG
DINSDAG )8 JANUARI 1938
No. 7
NIEUWS- EN AOVERTENT1ËBLÊS VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
TANDARTS
ELKEN DONDERDAG VAN 9 -1 UUR.
HET IJS
GEBROKEN.
„TARZAN'S VLUCHT.
REIST PER W.A. C. O.
TARZAN'S VLUCHT.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
'ar
BUREAU:
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
CAFÉ R00B0L Markt SCHAGEN
blijft spreekuur houden
DE MINISTER VAN FINANCIëN
SPREEKT IN DE EERSTE KAMER.
„Een volk dat voor zijn onaf
hankelijkheid geen offers wil
brengen, is niet waard een
volk te zijn."
De Minister van Financiën, de heer
De Wilde, constateerde, dat over den
linancieelen toestand weinig is gezegd
in deze Kamer. Die toestand is niet ho
peloos, doch vercisclit wel de uiterste
zorg. De raming der middelen is eer
optimistisch dan pessimistisch. De be
lastingen ztjn vooi 1938 ruim 60 miii.
hooger geraamd dan voor 1937, maar
het is de vraag, rf we-dit wel zullen lia
len. De economische toestand blijft
iioogst onzeker.
Zeker is het dat we met ons natio
naal vermogen meer dan 1' 700 milli-
oen zijn achteruit gegaan. Bezorgd
heid voor de toekomst is er dus bij den
Minister van Financiën en de andere
Ministers. Ze moet er zijn ook bij de
Slaten-Generaal en zoovele gemeenten.
Waar moet het naar toe 'l Onze belas
tingdruk is al zeer zwaar.
ilet is de vraag of we niet aan het
begin slaan van een periode, waarin 'n
drastische versobering van den staats
dienst noodzakelijk is. Alle energie van
ieder moet er op gericht zijn, te voor
komen dat we op een gegeven oogen-
blik niet meer verder kunnen. Het
zwaarst zou een dergelijke toestand
hen treffen die direct of indirect inkom
sten trekken van den staat ambte
naren, gepensionneerden en ook de
werkloozen, aangewezen op den steun
van derden of zelfs van den staat. Kan
deze niet meer aan zijn verplichtingen
voldoen, dan zullen zij er in de eerste
plaats de dupe van worden. Doch ook
allen die van de rente van staatsfond
sen e.d. moeten leven.
Spr. weet niet, hoe de gang van za
ken precies zal zijn. Maar onze ver
plichtingen zullen in 1940 zeker met
eenige honderden millioenen geste
gen zijti.
Verzwaring van belasting.
Wij zullen niet kunnen ontkomen
aan verzwaring van belasting. Spr.
ziet er zwaar tegen op„ maar het is
noodzakelijk. Als de dienstplichtwet
er is en in andere eischen voorzien
moet worden, moet in de middelen
tot dekking worden voorzien door- of
afsnijding van stukken van den staats-
FEUILLETON.
20.)
Eéne ontdekking, die de Graaf deed. was
dat de weduwe van zijn zoon geen werkeloos
leven leidde. Het duurde niet lang of hij be
gon te merken, dat de armen haar zeer goed
kenden. Was er armoede, ziekte of smart in
de eene of andere woning, dan kon men daar
het welbekende rijtuigje gedurig voor de
deur zien staan.
„Weet gij wel," zei Cedric eens, „dat ieder
een, die haar tegenkomt, God zegen u zegt
en de kinderen houden zooveel van haar. Er
zijn meisjes, die naar haar toegaan om naai
en te leeren. Zij zegt, dat zij zoo graag de ar
men helpen wil, nu zij zoo rijk is."
Het was den Graaf eene aangename ver
rassing geweest, dat de moeder van zijn erf
genaam een mooi, jong gezichtje had en
daarbij iets zoo „ladylike's" alsof zij eene
geboren hertogin was, en in zekeren zin was
het hem ook niet ongevallig, dat zij zich bij
de dorpsbewoners bemind wist te maken. En
toch voelde hij menigmaal eene opwelling van
bittere jaloezie, als hij merkte hoe zij het
geheele hart van haar kind vervulde, hoe hij
aan haar hing en niemand zoo liefhad als
haar. De oude man zou zoo graag de eerste
zijn geweest en de genegenheid van zijn klein
zoon onverdeeld hebben bezeten.
Op een middag kwam Cedric, na een be
zoek bij zijne moeder, met een betrokken,
bezorgd gezichtje in de bibliotheek. Hij ging
op den hoogen stoel zitten, waarop hij den
avond van zijne aankomst gezeten had, en
keek in het vuur. De Graaf sloeg hem scil-
zwijgend gade, nieuwsgierig wachtend wat hij
zeggen zou. Het was duidelijk merkbaar, dat
Cedric iets op het hart had. Eindelijk sloeg
hij de oogen op. „Weet Newick alles van de
menschen?" vroeg hij.
dienst, of verzwaring der belastingen.
Het eerste wil de Regeering zooveel
mogelijk vermijden, doch te ontgaan is
het niet.
Onze onafhankelijkheid moet op den
voorgrond staan. Een volk, dat daar
voor niet alle offers wil brengen, is
niet meer waard een volk te zijn. Ons
volk zal bereid zijn deze offers te
brengen.
De ellende in vele huisgezinnen is
groot. Er zijn jaren, waarin f 300 miili-
oea voor ondersteuning wordt uitgege
ven. Er is veel ellende, doch er zijn ook
nog vele gelukkigen. Er is nog geld en
de staat is credietwaardig. De ellende
van andere landen kennen we hier nog
niet, de ellende bijv. van den oorlog.
Onder biddend opzien tot God moeten
we alles doen om ons volk huiten den
oorlog te houden.
De heer Kranenburg heeft betreurd,
dat de heer Oud zijn financieele poli
tiek niet meer kan voortzetten. In hel
vorige kabinet stonden echter juist de
lieer Oud en spr. het dichtst hij elkaar.
Spr. heeft allen eerbied voor het
werk van den heer Oud als Minister en
daarbij sluit dat van spr. zich aan. Ook
wat betreft de persspectief-bezuinigin-
gen. Het is onjuist, dat er maatregelen
worden voorgesteld, waarvoor geen dek
king tevens is overwogen. Trouwens
de heer Oud heeft in de Tweede Kamer
zijn zegen gegeven met het inzicht en
beleid op financieel gebied van deze
Règeering. Haar standpunt is duidelijk
en klaar. Het is ons aller belang, dat
de Nedcrlandsche staat beschikt over
normale financiën, opdat hij zijn roe
ping jegens God en het volk kan ver
vullen.
Na eenige replieken werden de alge-
meene beschouwingen gesloten en
de Kamer tot nadere bijeenroeping ver
daagd.
De boekhouder, die sedert kort ge
huwd is, genoot tot voor eenigen tijd
het volste vertrouwen van liet bestuur
[en den kassier en is op geraffineerde
wijze te werk gegaan. Het geld is ge
bruikt om den ievenstaat te voeren, die
geheel boven de financieele krachten
van den gearresteerde ging. Dit werd
[evenwel eerst na zijn huwelijk in Don
gen bekend. Bovendien zocht hij buiten
Dongen voorna mol ij n zijn genoegens,
'waardoor minder de aandacht op de
verkwistingen werden gevestigd.
De man zal woeden voorgeleid voor
den Officier van Justitie te Breda.
CINEMA DE HAAN WIERINGEN
WIJ VERWACHTEN
EEN TEKORT VAN f 15.000
BIJ BOERENBOND.
Fraude te Dongen. - Valsche
boekingen.
Reeds eenigen tijd had het bestuur
van den R. K. Boerenbond te Dongen
verdenkingen tegen zijn tweeden bofck
houder, die er een zeer luxueuze levens
wijze op nahield. De gewone controle
bracht evenwel geen bijzonderheden
aan het licht, waarna een consciëntieus
onderzoek werd bevolen. Dit bracht
ernstige vervalschingen en tekorten aan
het licht, waarna de burgemeester der
gemeete Dongen, hiervan in kennis
w erd gesteld, onmiddellijk tot aanhou
ding en voorgeleiding van den betrok
kene overging. Terstond heeft deze be
kend door valsche boekingen geduren
de ongeveer 8 a 9 jaar kleinere bedra
gen te hebben ontvreemd, waardoor
thans een tekort van ruim f 15.000 zou
zijn ontstaan, welk tekort evenwel ver
moedelijk tot f 20.000 zal opioopen
„Hij moet alles van hen weten daar is
hij voor," zei zijne Lordschap. „Nalatig ge
weest ja
Hoe tegenstrijdig het moge klinken, was er
toch niets wat hem meer aantrok en amu
seerde dan de belangstelling van hes kleine
ventje in zijne pachters. Zelf had hij zich
nooit om hen bekommerd, maar hij vond het
wei aardig, dat er, in weerwil van zijne kin
derlijke vroolijkheid, zijne spelletjes en grap
pen, zulke ernstige gedachten in dat kleine
krullekopje huisden.
„Er is eene woning," zei Cedric, hem met
wijd geopende verschrikte oogen aankijkend
„liefste is er geweest, het is aan den ande
ren kant van het dorp, de huizen staan er
dicht op elkander en vallen bijna in van ou
derdom men kan er bijna geen adem halen,
en de menschen zijn zoo arm en alles is er
zoo akelig Zij zijn dikwijls ziek en de mees
te kinderen sterven en zij worden slechts
ziek, omdat zij zoo wonen en zoo arm en
ellendig moeten leven. Het is nog veel erger
dan Michaël en Bridget! Het regent er door
dc daken Liefste ging eene vrouw opzoeken,
die daar woont. Zij wilde niet, dat ik bij haar
zou komen voordat zij zich geheel verkleed
had. De tranen liepen haar over de wangen
toen zij er mij van vertelde."
Ook zijne oogen waren vochtig geworden
terwijl hij sprak.
„Ik heb haar gezegd, dat gij het zeker niet
wist en dat ik het u vertellen zou," vervolgde
hij. Hij sprong op, liep naar den Graaf toe
en leunde tegen diens stoel. „Gij kunt hen
helpen evenals gij Higgins geholpen hebt,"
zei hij. „Gij helpt altijd iedereen. Ik heb ge
zegd, dat gij het zeker doen zoudt en dat
Newick misschien vergeten had er met u over
te spreken."
De Graaf keek n%ar het handje, dat op
zijne knie lag. Newick had volstrekt niet ver
geten er over te spreken integendeel, Ne
wick had hem meer dan eens opmerkzaam
gemaakt op den verwaarloosden toestand
van die achterbuurt. Hij wist van de bouw
vallige krotten, van het slechte drinkwater,
de vochtige muren, de gebroken vensters en
lekkende daken, hij wist van de armoede,
Volledige bekentenis inzake knoeierijen
ie Haarlem.
Agent van Levensverzekering
maatschappij gearresteerd.
De recherche der Haarlemsclie poli-
heeft Zaterdagmiddag den 53-jarigen
agent van de Algemeene Friesche Le
vensverzekering Maatschappij gearres
teerd, die een bedrag van ruim f 25000
heeft verduisterd, waarvan aangifte
was gedaan.
Toen na de aangiflei de politie den
agent wilde arresteeren, bleek hij niet
thuis te zijn. Blijkbaar had de man dus
lont geroken en was hij er snel van
door gegaan. Des nachts is hij niet
in zijn woning teruggekeerd. (Het huis
werd streng bewaakt.) En ook in den
loop van den dag werd hij in de stad
niet gezien. Omstreeks half vijf Zater
dagmiddag bereikte echter de politie
de mededeeling van dein rijksveldwacli
ter te Spaarndam, dat de man daar
zwervende was aangetroffen. Zijn arres
tatie was toein nog slechts een kwestie
van enkele oogenblikken. Hij werd
naar het politie-bureau overgebracht
en onmiddellijk verhoord. De man, die
na zijn omzwervingen gedurende den
nacht eenigszins overstuur was, beken
de volledig. Zelf gaf hij een bedrag van
ruim f 28.000 op, dat hij zou hebben ver
duisterd. De knoeierijen heeft hij ruim
6 ia) en weten vol te houden, zonder
dat men het in Leeuwarden merkte.
Toen echter een der cliënten een lee-
r.irg wilde afsluiten en hiervan het
hoofdbureau in kennis stelde, ontving
deze bericht, dat hij enkele jaren gele
den reeds had geleend. Naar aanlei
ding hiervan stelde toen het hoofdbu-
door geheel West-Friesland
naar DEN HELDER—WIERINGERMEER en
AMSTERDAM.
VLUG VEILIG GOEDKOOP.
Verwarmde wagens.
reau eeri onderzoek in dat tot het
onfstcllene resultaat leidde.
De politie vermoedt, dat de agent
met het verduisterde geld gespecu-
j leerd heeft. De man is aan de justitie
overgeleverd.
BAKKERSKNECHT OVERVALLEN.
Dader voortvluchtig.
Zaterdagavond omstreeks half ne
gen is de 22-jarige banketbakkers
knecht A, Ruift uit Nooldorp bij Delft,
die te Delft in betrekking is, toen hij
zich per fiets naar zijn ouders in Noot
dorp begaf, op den eenzamen Brassers
kade te Delft plotseling aangevallen
door een onbekend geiileven man, die
zich achter een boom verscholen had
gehouden. Er volgde een hevige woste-
lirig. waarbij Ruift zich flink verweerde
IIij kon zicli tenslotte bevrijden en ver
volgde zoo snel mogelijk zijn weg per
fiets. Te Nooldorp werd de politie iti
kennis gesteld met het gebeurde. In sa
menwerking met de politie te Delft,
werd een uitgebreid onderzoek inge
steld. Tot dusver heeft men den dader
nog niet gevat. Zoowel de aanvaller
als het slachtoffer van den overval,
werden licht gewond.
IN CLOEIEND IJZER GEVALLEN.
Ongeluk op gieterij te Vaassen.
Zaterdagochtend half twaalf is op dc
ijzergieterij „Vulcanus" te Vaassen de
werkmeester Stevens in gloeiend ijzer
gevallen. Met zware brandwonden is hij
naar het Gem.-Ziekenhuis te Apel
doorn overgebracht. Drie andere arbei
ders. die in de nabijheid van Stevens
werkten, kregen lichte verwondingen.
Na ter plaatse te zijn verbonden kon
den zij op eigen gelegenheid naar huis
gaan.
Omtrent .de oorzaak meldt men, dat
werkmeester Stevens tijdens het ijzer-
gieten op een leeg olievat stond. Onder
het werk is gloeiend ijzer onder het
leege olievat geloopen. Door .de hitte
hebben zich hiqrjn dampen ontwik-
veld, welke tot ontploffing zijn geko
men. liet vat vloog uit e-kaar mot -bo
venstaand noodlottig gevolg.
Zijn spatschermlampjes in bebouwde
kom voldoende
„Is het vodoende indien de automo
bilist, die bij donker op een weg met
straatverlichting binnen de bebouwde
kom rijdt, aan den voorkant van zijn
wagen alleen 2 spatschermlampjes
ontstoken lieeft V' Ziedaar do vraag
welke clezer dagen voor den Kanton
rechter te Breda v. erd behandeld, een
zaak van prin-upi-iel belang voor alle
automobilisten.
In Prinsenhag3 werd een au'omobi-
list, die in het verlichte gedeelte van
le bebouwing uitsluitend deze lamp
jes aan had d >or de marechaussee
bekeurd, omdat deze. va:i oordeel was,
dat volgens de wet ook de dimlichten
in de koplampen zouden moeten zijn
ontstoken.
Daar deze opvatting allereerst on-
juist moet worden geacht, doch daarbij
ziekte en ellende. De heer Mordaunt had
hem alles met de schrilste kleuren afgeschil
derd en tot eenig antwoord had zijne Lord
schap geraasd en gevloekten eens toen de
jicht hem bijzonder plaagde, had hij gezegd,
dat die heele troep maar hoe eerder hoe lie
ver uitsterven en door de diakonie begraven
moest worden en daarmee uit. En toch
terwijl hij naar het kleine handje keek en
van het kleine handje naar het ernstige,
openhartige gezichtje, begon hij zich werke
lijk te schamen over deze achterbuurt en
over zich zelven.
„Hoe heb ik het er nu mee zei hij, „wilt
gij mij soms modelwoningen laten bouwen,
zeg En hij legde werktuigelijk zijn grootc
hand op het kleintje en streelde het.
„Deze moeten afgebroken worden," liep
Cedric met groote levendigheid. „Liefste
heeft het gezegd Wij moesten wij moes
ten er morgen heengaan en ze terstond laten
afbreken De menschen zullen zoo blij zijn
als zij u zien Zij zullen terstond begrijpen,
dat gij komt om hen te helpen En zijne
oogen blonken als sterretjes in het verhit
gelaat.
De Graaf stond van zijn stoel op en legde
het kind de hand op den schouder. „Kom, ga
mee op het terras wandelen dan zullen wij
er onderwijl eers over praten," zei hij met
een glimlach.
En hoewel hij zijn gewonen, korten, scham
peren lach nog een paar maal liet hoeren,
terwijl zij naast elkander heen en weer lie
pen op het breede steenen terras, hunne ge
wone avondwandeling, scheen hij toch te
denken aan iets, dat hem niet zoo onaange
naam stemde en nog altijd rustte zijne nand
op den schouder van het kleine ventje.
HOOFDSTUK X.
DE GRAAF IN ONRUST.
De waarheid was, dat mevrouw Errol al
lerlei droevige ontdekkingen gedaan had,
terwijl zij haar werk voortzette onder de ar
men van het dorp, dat er, van de heide ge
zien, zoo schilderachtig uitzag'. Van nabij
tot zeer groot ongerief voor tal van au
tomobilisten zou leiden, deed de
A.N.W.B. den geverbaliseerden auto
mobilist door ir. R. Tijken als deskun
dige bijstaan.
Deze betoogde, dat ofschoon het Mo
tor- en Rijwielreglement inderdaad
cisclit dat „koplichten" ontstoken moes
ten zijn, dit niet mag worden ver
ward. met „koplampen." Het Regle
ment geeft geen definitie van het be
grip „koplicht", zoodat deze uit de vel
schillende voorschriften moet worden
afgeleid.
Gaat men deze nauwkeurig na, dan
blijkt dat de spatschermlampjes aan
alle eischen voldoen welke aan de kop
lichten binnen de verlichte kom wor
den gesteld, zoodat men hier wel dege
lijk van koplichten in den zin der wet
kan spreken. In de praktijk voert het
gebruik van dimlichten in de stad bo
vendien tot ongewenschte toestanden.
Het effect van het knippersignaal
wordt er door verminderd, het ver
keerbeeld wordt veel onrustiger, ter
wijl bij natte straten ernstig verblin
dingsgevaar optreedt door gereflec
teerde stralen. Ook uit een oogpunt
van verkeersveiligheid, aldus ir. Tij
ken, acht de A.N.W.B, het standpunt
van verbalisanten dus zeer bedenkelijk
Hij meende dat het overigens niet
aan twijfel onderhevig was of liet ge
bruik van alleen stadslampjes in de
gegeven omstandigheden niet alleen
volgens den ietter d(\ v- maar ook
volgens de bedoeling van den wetge
ver voldoend-; is.
De Kant on rechte mr. Ter Veer, kon
zich, nadat de ambtenaar van het O.M.
een boete van f0.50 had geëischt, omdat
:.1. de automobilist wel in overtreding
was geweest, met de opvatting van den
deskundige van den A.N.W.B. vereeni
gen en ontsloeg den automobilist in
kwestie van rechtsvervolging.
bekeken, was het vrij wat minder schilder
achtig dan uit de verte. Zij vond luiheid
armoede en onwetendheid, waar vlijt en wel
gesteldheid hadden moeten wonen, en het
duurde niet lang of zij wist dat Erleboro als
het slechtste dorp werd beschouwd, uren in
den omtrek. Dominé Mordaunt had haar heel
wat verteld van zijne teleurstellingen en be
swaren en zij had zelve ook al veel ervaring-
opgedaan in dat opzicht. De agenten, die de
bezittingen tot nog toe bestuurd hadden,
waren er altijd veel meer op uit geweest om
het den Graaf naar den zin te maken, dan
om zich veel te laten gelegen liggen aan de
ontaarding en den achteruitgang van de
arme boeren. Veel was verwaarloosd en ver
onachtzaamd, waarvoor zorg gedragen had
moeten worden en zoo was het van kwaad
tot erger gegaan.
Vooral Earl's-Court zooals de buurt heet
te, was met zijne vervallen huizen, zijne ar
moedige, onverschillige, ziekelijke bevolking,
eene schande voor den Graaf. Toen mevrouw
Errol er voor de eerste maal den voet zette,
walgde zij er letterlijk van. De vuilheid en
slordigheid, dat gebrek aan alles was het
leven veraangenaamt of ook maar dragelijk
maakt, had haar in de groote stad nooit zoo
getroffen als hier buiten. Er moest toch iets
aan te doen zijn, meende zij. En terwijl zij
naar de bleeke, verwaarloosde kinderen keek.
die daar opgroeiden te midden van zonde en
schaamtelooze onverschilligheid, dacht zij
aan haar eigen jongen, die zijn leven door
bracht in het prachtige kasteel, bewaakt en
bediend, als een kleine prins, zonder onver
vulde wenschen te kennen, omringd door
weelde en gemak en schoonheid. En in haar
verstandig moederhart rees eene vermetele
gedachte op. Langzamerhand was zij begin
nen op te merken, dat haar jongen zoo ge
lukkig was geweest den Graaf voor zich in
te nemen en dat deze hem zeker niet weige
ren zou wat hij dringend wenschte.
„De Graaf geeft hem al wat hij verlangt,"
sprak zij tot dominé Mordaunt. „Geen luim,
die hij niet zou inwilligen. Waarom zouden
wij van die toegefelijkheid geen gebruik ma
ken ten bate van anderen Ik zal wel zor-
CINEMA DE HAAN WIERINGEN
WIJ VERWACHTEN
PLOTSELING STERFGEVAL.
Zaterdagmorgen was de hoogbejaar
de YVijnant Keizer uit Groet (Gem.
Schoorl) op familiebezoek in Koedijk.
Door plotselinge ongesteldheid bleef
hij dood op den weg liggen. Na medisch
onderzoek is hij naar het lijkenhuis
vervoerd.
IN WASCHWATER VERDRONKEN.
Zaterdagmiddag om vier uur viel
het 2-jarig zoontje van de familie Valk,
wonende aan de Kerksteeg te Drunen
in een onbewaakt oogenblik voorover
in het waschwater. De ouders waren
slechts een oogenblik afwezig geweest,
toen zij het treurige geval ontdekten.
Dr. Akkerman heeft langen tijd ge
tracht de levensgeesten op te wekken,
doch zonder resultaat.
gen, dat het gebeurt."
Zij kende het vriendelijke, medelijdende
hart van haar kind daarom vertelde zij hem
van Earl's-Court, vast overtuigd, dat hij er
met zijn grootvader over spreken zou en in
ds hoop, dat de goede gevolgen niet zouden
uitblijven.
En hoe vreemd iedereen er ook van opzag,
deze verwachting werd niet beschaamd. Niets
had meer invloed op den Graaf dan het on
bepaald vertrouwen zijn eijn kleinzoon het
feit, dat Cedric altijd de beste, de edelmoe
digste daden van zijn grootvader verwachtte.
Hij kon er niet toe komen het kind te laten
ontdekken, dat hij heel weinig lust had om
edelmoedig te zijn en dat hij altijd
zijn eigen zin trachtte door te zetten,
al was die nog zoo slecht. Het was zulk eene
geheel nieuwe gewaarwording, aangestaard
te worden als een weldoener van het men-
schelijk geslacht, als een toonbeeld van goed
heid en nobelen zin, dat hij het geen aange
naam denkbeeld vond in de lieve bruine oo
gen te kijken en te zeggen „Ik ben een
hardvochtige, zelfzuchtige oude kerelik
heb nog nooit in mijn leven eene edelmoedige
daad gedaan, en hoe het daar in Earl's-Court
toegaat, kan mij geen zier schelen," of iets
van dien aard. Hij was langzamerhand ge
noeg van het blonde jongetje gaan houden,
cm tegenover hem wel eens het gevoel te
willen hebben,, dat hij eene goede daad
verricht had. En hoewel hij in stilte zich zel
ven uitlachte, zond hij, na kort beraad, eene
boodschap aan Newick en had een langdurig'
onderhoud met hém over de beruchte buurt,
en het slot daarvan was, dat de vervallen
krotten afgebroken en nieuwe huisjes ge
bouwd zouden worden.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN 1
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zljper Courant. j