Centr. Verwarming TRIUMPH TRIOMFATOR IN SMAAK ROOKT 1 CENT VIRGINIA DOUWE EGBERTS 29e JAARGANG ZATERDAG 23 APRIL 1938 No. 47 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN VOOR SMIT - BERGEN Ruïnelaan 11. VOORDEELIG EN ONDER GARANTIE. GELOUTERD WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN OIN8DAO. DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maande® f 1.25. BOERDERIJ. BOELGOED VAN GEBK. DOKTER. Ruim f 30.000 voor 71 dieren. Een boelgoed van zeldzame belangrijkheid heeft plaats gehad te Achlum (Fr.), waar het vee van de nationaal, zoowel als internatio naal bekende fokkers Gebr. Dokter, ten ge tale van 71 stuks, werd verkocht voor ruim f 30.000. Er waren koeien bij, die meer'dan duizend gulden opbrachten een enterstier bracht het tot f 1670 Het gemiddelde vet gehalte van het beslag bedroeg dit jaar 4.20 Over deze verkooping, die tien dagen gele den werd gehouden, lezen we het volgende in het Friesch Landbouwblad De belangstelling uit de provincie en uit de andere deelen van ons land was buitengewoon groot. Het aantal auto's was enorm groot en vanzelfsprekend ook het getal fietsen. Wie voorar niet een kijkje had genomen was bij kans niet in staat het vee behoorlijk te be zien en toen het boelgoed om ruim negen uur pen aanvang nam waren de groote hooilooze schuur en de diverse zolders totaal gevuld met een enorme menschenmassa. Voor den aanvang sprak notaris Bijlsma een kort inleidend woord, waarin hij den groei en bloei van de fokkerij van Gebr. Dok ter schetste en waarin hij de Gebroeders hul digde voor hun schitterende prestaties als fokkers. De eerste koe werd al dadelijk ingezet op 580, no. 2, 3 en 4 op f 640. f 725 en f 705. Het begin was al dadelijk goed en het spreek woord, dat een goed begin het halve werk is, werd nadien ook volkomen bewaarheid. De laagste koe in den grooten stal werd ingezet op f 390 en de hoogste een rier dat in Janu ari voor den eersten keer heeft gekalfd op f 900. Dit is een zeer correct gebouwd dier. De kop kon iets mooier en de uier een ietsje voorlijk geplaatst, maar overigens is het af, in elk opzicht. De volgende vier melke rieren werden ingezet op f 500, f 490, f 530 en f 470. FEUILLETON UITGEVER CORN J BOSKEK WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëK: Iedere regel meer f 0.10 Van 1 5 regels X 0.50 Dit zijn eveneens dieren van hooge klasse, die voor de fokkerij goede beloften in zich dragen. Ook in den jongveestal kon van vele dieren eenzelfde verwachting worden gekoes terd. Het rier Dora 46, dochter van Roosje's Athleet, deed wat lichaamsbouw betreft wei nig of niets voor haar duurdere jaargenooten onder. Dit rier werd ingezet op f 775, haar volgnimimers eveneens melke rieren op f 390 en f 410. Waren de rieren, meerendeels dochters van Marius Adema 21892, dieren van hooge qua- liteit, niet minder was dat het geval met de hokkelingen, die Wiepkje's Julius tot vader hebben. Deze dieren werden achtereenvolgens ingezet op f 280, f 360, f 390, f 700, f 200, f 310, f 300, f 360 en f 210. Vooral het voor f 700 ingezette hokkeling Aaltje 87 is van een qua- liteit, zooals men ze weinig ziet. De met 75 punten voorloopig opgenomen enterstier De Schoone werd ingezet op f 1400. Dit is een stier van goed type die in den kop zondigt maar overigens goede beloften in zich draagt. De met 72 punten opgenomen stier Bouke Julius kon ons minder goed bekoren, wat ook in den prijs wel tot uitdrukking kwam. Deze stier werd ingezet op f 400. De niet gekeurde Roosevelt en de afgekeurde Ju lius Lindbergh brachten het respectievelijk tot f 300 en f 195. De jongste generatie, eveneens afstamme lingen van Wiepkje's Julius, mocht zich ook in goede belangstelling verheugen en ook deze dieren en vooral de koekalveren, deden hun vader alle eer aan. De inzetprijzeix van de koekalveren varieerden van de f 115 tot f 210, van de stierkalveren van de f 60 tot f 250. Bij de finale toewijzing was de belangstel ling minder groot dan bij den inzet. Zooals te verwachten was werden slechts enkele dieren voor den inzetprijs gegund en het wa ren juist de beste en hoogst gemijnde dieren die ook nu nog de grootste verhooging wisten te boeken. Het met f 900 ingezette rier Aal- tje 78 bracht het tot f 1340, de op f 700 inge zette pink Aaltje 87 tot f 900 en de enterstier De Schoone werd met f 270 verhoogd en kost te zijn nieuwen eigenaar alzoo f 1670. De totale opbrengst van den 71 stuks groo ten ruxidveestapel bedraagt ruim f 30.000. In derdaad een respectabel bedrag, dat toont, dat doelbewust fokken geen nuttelooze bezig heid is. IS EEN BAKFIETSWEL EEN EEN FIETS De politie te Velsen zegt Neen Maar de wet zegt Ja De interessante kwestie, die Donderdag middag in het geding werd gebracht voor de Rechtbank te Haarlem, hield slechts zijde lings verband met een strafzaak, die behan deld werd, maar zij opent toch weer nieuwe perspectieven voor het stiefkind van de Motor- en Rijwielwiel, het vehikel, dat bij nagenoeg alle weggebruikers in een kwaden reuk staat de bakfiets, meer officiéél ge doopt het „driewielig transportrijwiel" Als verdachte stond een 25jarige chauf feur uit Santpoort terecht, die op 9 October van het vorige jaar op den rijksweg Velsen Haarlem onder Santpoort met zijn vracht auto een bakfiets van achteren had aange reden, tengevolge waarvan het 15-jarige meisje, dat de fiets bestuurde, er af werd ge slingerd, beide beenen en een arm brak en bovendien nog een hersenschudding opliep. Maandenlang is het meisje in het St. Antho- niusziekenhuis te IJmuiden verpleegd en thans is zij nog niet geheel beter. De verdachte kwam dien avond uit de rich ting Velsen en had naar hij verklaarde zijn dimlichten overgeschakeld op zijn par- keerlampjes, omdat tegemoetkomend ver keer blijkbaar last had ondervonden van zijn dimlichten. Hij reed met een snelheid van ongeveer 40 kilometer en had (terwijl hij dus vrijwel in het duister reed) de bakfiets, die geheel rechts van den weg reed, niet gezien. Eerst op het allerlaatste oogenblik zag hij liet vihekel voor zich, maar toen was het te laat. Waarschijnlijk heeft ook het achterlicht van de bakfiets niet of slechts in geringe mate gebrand bovendien had het ongeluk niet behoeven te gebeuren, wanneer het meis je gebruik had gemaakt van een parallelweg een z.g. ventweg die over eenigen af stand langs den rijksweg loopt. De verdachte werd verdedigd door mr. N. •1. Polak uit Groningen, die o.m. opmerkte, dat de weg, waarop de bakfiets reed, verbo den is voor rijwielen, aangegeven door de bekende blauwe borden. Mag dan op zoo'n weg eigenlijk wel een driewielig transportrij wiel rijden, dat immers toch ookeen rijwiel is In de Motor- en Rijwielwet wordt een dergelijk voertuig tenminste nadrukkelijk genoemd „een rijwiel op meer dan twee wielen, ingericht voor het vervoer van goe deren." Indertijd zijn de bakfietsen op de rijwielpaden verboden, dus zouden ze wel op de autowegen moéten rijden, maar feitelijk 3.) Intusschen was het vermoeden van Ida niet juist, dat de justitie geen onderzoek meer deed maar daar er geen enkele draad was, dien men kon volgen, waren de naspo ringen uiterst moeilijk. Men wist niet meer op welke wijze men nog iets te weten zou kunnen komen toch werd nog steeds op middelen gepeinsd om de zaak tot klaarheid te brengen. De heer Hartema liet den officier van justitie geen rust, zelf trachtte hij ookj een spoor te ontdekken reeds meer dan .eenmaal was hij bij juffrouw Hoolstra ge-j weest, maar deze had hem vrij koel ontvan gen, omdat zij het gevoelen van de meesten deelde, dat al de moeite, die de heer Hartema1 zich gaf, niet anders ten doel had dan te doen gelooven, dat zijne dochter onschuldig was en zij daardoor gerehabiliteerd zou wor den. Eens had zelfs iemand, bij wien hij om inlichtingen kwam, hem op vrij duidelijke wijze gezegd, dat hij die inlichtingen waar schijnlijk het best in zijn eigen huis zou kun nen krijgen maar de heer Hartema stoorde zich aan dergelijke uitingen niet, doch zette voortdurend zijn onderzoek voort. Er was nog iemand, die met de familie Hartema leed. Het was Piet, die haar trouw bleef bezoeken en na het gebeurde nog meer dan vroeger kwam. Hoewel het hem pijnlijk aandeed te zien, hoezeer Ida onder den smaad gebukt ging, zoo kwam hij toch omdat haar vader hem gezegd had, dat hij meende, dat zijn bezoek Ida altijd eenigszins opbeurde. Dat gezegde deed hem zooveel goed en hij hoopte daaruit te mogen opmaken, dat hij voor de toekomst eenige kans had. Het was een schoone Zondagmiddag in No vember. Piet was over en deed met Ida eene wandeling haar vader kon niet mede, om dat de koetsier van Dalrust zijn maande- lijksch bezoek bracht, dat altijd op Zondag geschiedde. Reeds lang had Piet overwogen of hij niet tot den gewichtigen stap zou over- gaan, dien hij zich reeds zoo lang voorgeno- mén had. Vroeger had hij altijd het plan gehad te wachten totdat hij zijne studiën voltooid zou hebben, maar hij meende dat er na liet gebeurde toch wel iets voor pleitte om zijn aanzoek niet zoo lang uit te stellen. De schande, die op Ida rustte, drukte haar diep ter neder het was alsof zij gevoelde, dat die haar op het voorhoofd was gebrand. Behalve met hen, van wie zij wist, dat zij geheel over tuigd waren, van hare onschuld, sprak zij met niemand, maar juist de vrijwillige afzon dering was niet geschikt om de vermoedens, die op har rustten, weg te nemen. Haar vader had haar dit wel eens onder 't oog gebracht, maar zij had geantwoord „Ik kan niet an ders doen, vader ik ben te trotsch om te spreken tot menschen, die zoo iets van mij kunnen denken." Toch, hoe fier dit gezegde ook mocht klinken, Piet wist, hoezeer zij zich de verworpene, de uitgestootene gevoelde, en zou het dan nu niet het geschikste oogenblik zijn, om haar te toonen, dat hij zóóveel van haar hield, dat hij gaarne de schande, die op haar rustte, met haar zou willen deelen Kon er iets zijn, dat haar meer kon verheffen in de oogen der menschen, dan de openlijke verklaiïng van een man, dat hij bereid was haar tot zijne levensgezelling te nemen Vroeger had Piet reeds herhaaldelijk aan Ida over zijne liefde gesproken en hij had dit altijd gerust gedaan, omdat Ida het toch als scherts opnam. Thans, dit gevoelde hij, kon zij niet meer schertsen. Als hij haar nu vroeg, zou zij hem antwoorden en hij zou dus zijn hoogste geluk of zijn diepste teleurstelling vernemen. „Waarom ga je toch niet verhuizen, Ida?" vroeg Piet, toen zij op de wandeling verschei dene menschen waren tegengekomen, die vroeger wel groetten, maar het nu niet meer deden. „Neen, Piet, wij blijven hier. Hier is de schande op mij gekomen en hier zal zij ook van mij afgenomen worden, ofhier daalde hare stem, „hier zal ik haar mede in het graf nemen." „Denkt je vader er ook zoo over „In den beginne sprak hij van verhuizen, omdat hij meende, dat het mij goed zou doen, maar ik wilde niet. Als ik ging verhuizen, zou het zijn alsof ik mij hier voor de menschen te schamen had, en ik heb mij voor niets te schamen," zeide zij heftig, „maar zij wel. Zij hebben mij beschuldigd zonder reden zij hebben mij behandeld als het uitvaagsel der is dat toch in strijd met de wet. Officier „We kunnen die vehikels toch moeilijk opdoeken Of moeten ze soms worden omgebouwd tot zweefvliegtuigen Mr. Polak gaf toe, dat in de practijk hand having van de letter der wet in dezen zin moeilijk is. ïxiaar een rijwiel is en blijft toch maar een rijwiel. De president besloot bij den agent van po litie, die als getuige was gehoord, te infor- meeren hoe dc politie te Velsen over deze ingewikkelde materie denkt. En het antwoord menschheid, zij hebben mij vertrapt en ik heb niets tegen hen misdaan." „En is je vader het nu met je eens „Ja, al spoedig was hij van dezelfde ge dachten als ik. Nu, in den laatsten tijd, heb ben wii er niet meer over gesproken, maar ik weet dat hij mij gelijk geeft. Zal het geheim nog eens ontdekt worden, dan moet dit hier gebeuren hier moet ik de menschen nog j onder de oogen zien als zij weten, hoezeer zij zich tegenover mij schuldig hebben ge- maakt. Maar ik word bitter, Piet, ik moest 1 dat niet zijn, ik moest liever bedenken dat, als men zelf nooit schande heeft gekend, het zoo gemakkelijk valt, anderen te veroordee- len. Maar is het wonder als dit gevoel wel eens in mij opkomt," ging zij voort, „die wensch om hen in de oogen te zien en dat zij dan de oogen moeten neerslaan Ik heb zooveel geleden, meer dan misschien iemand weet. Ik heb een zwaren strijd gestreden, want je weet niet, Piet, hoe ik in het begin dacht. Ik wenschte wraak en ik weet, dat mag nietik heb het bijna overwonnen, Piet, maar toch nog niet geheel, dat heb je ge hoord." ..Maar zou je dan geen wraak mogen koes teren, als je zóó behandeld wordt en dat zoo geheel onschuldig „Neen, Piet, dat mag nietik weet het heel goed, maar het is zoo moeilijk, o zoo moeilijk. Ik heb een tijd gehad dat ik gevoelde tot al les in staat te zijn tegen hem, die mij die schande heeft berokkend, maar gelukkig is dat niet meer zoo. Ik tracht mij te overtui-: gen. „Maar zoo iets gemeens, dat zou ik nooit vergeven," zei Piet. „Ik dacht ook eerst, dat ik het nooit zou kunnen doen, maar ik zal er toe komen gelukkig zijn er reeds oogenblikken dat ik hem, die mij dat aangedaan heeft, geheel zou kunnen vergeven en ik bid, dat als ik hem ooit mocht ontmoeten, ik dan in die stem ming moge zijn. Ik heb veel geleerd, veel moeten leeren in dien moeilijken tijd, dien ik hier heb doorgebracht. Wat kostte het mij in het begin een moeite om mij te onderwer pen aan mijn loten toch, wat een verschil met nu je weet niet, Piet, welk een gevoel het is, als de schande je drukt." „Maar als je dan toch zelf weet, dat je onschuldig bent, dan moet dit, dunkt me, niet zoo drukken." ECHTE FRIESCHE HEEREN-BAAI OUD-HOLLANDSCHE PIJPTABAK was kort en krachtig „Een fiets is bij ons een ding op twee wielen bakfietsen hooren op den rijweg thuis De Officier van Justitie, requisitoir nemend, vond, afgezien van deze juridische bijkomstig heid, de schuld van den verdachte wel bewe zen rijden terwijl alleen de parkeerlampjes branden op den drukken, donkeren asfalt weg is roekeloos en onvoorzichtig. Spr. eisch- fce derhalve een geldboete van 25 gulden subs. vijftien, dagen. Mr. N. J. Polak vond de verklaring van dexx politieagent wel zeer merkwaardig en meende, dat de redeneering een fiets is een fiets en blijft een fiets', ook al rijdt het ding op meer dan drie wielen, veel aannemelijker ls. Pleiter was overigens van oordeel, dat den verdachte voor dit ongeluk geen verwijt kan treffen en drong aan op vrijspraak. De rechtbank zal op 5 Mei uitspraak doen. „Misschien zou ik dat ook denken, als ik het nooit ondervonden had, maar het is zoo niet. Me dunkt, dat kan je wel aan mij zien." „En zou er nu niets zijn," vroeg Piet, „waar door je die schande minder zoudt gevoelen „Neen, ik weet niets," antwoordde Ida somber. „Maar als er nu eens iemand was, Ida" de stem van Piet werd teeder, „die alles, ook die schande, zoo graag met je deelen wou, zou dat dan niet iets zijn, dat dien druk kon ver minderen Hij zag haar met een blik van gespannen verwachting aan. De tranen kwamen Ida in de oogen zij wierp een vriendelijken doch tevens meewa- rigen blik op Piet en stak hem de hand toe met de woorden „goeie, beste Piet." Hij greep die hand innig en drukte er een kus op. Zij trok haar hand eenigszins snel terug. „Je begrijpt mij toch niet verkeerd zei- de zij op vriendelijken toon. „Dus kan er niets van komen vroeg Piet somber. „Heb je ooit gedacht, dat ik liefde voor je voelde, Piet vroeg Ida zacht. Piet schudde van neen. „Ik houd veel van je, dat weet je ook wel, maar ik kan nooit meer dan een zuster voor je zijn „Zeg niet nooit," roept Piet op smartelijken toon uit. „Laat mij eenige hoop, al is die klein." „Ik mag dat niet doen, Piet, ik mag je niets voorspiegelen wat niet bestaat. Mijn hart be hoort aan een ander." „Aan wien Aan van Almen Ida knikte toestemmend. „Hij heeft mij reeds'vóór zijn vertrek over zijne liefde ge sproken, en nu onlangs, nadat hij gehoord bad, dat ik in betrekking was, heeft hij mij ten huwelijk gevraagd." „En je hebt hem aangenomen „Neen, de schande, die op mij rust, zal ik niet brengen op het hoofd van den man, dien ik bemin." Een straal van hoop drong tot Piet door. „Hij kan ook nog niet weten, dat.dat. „Hij kan het nu misschien wetentoen hij mij ten huwelijk vroeg, wist hij het niet, maar dat doet er niets toe ik weet zeker, dat hij dat niet van mij kan gelooven en dat hij mij toch gevraagd zou hebben." „Misschien", zegt Piet zacht. CRISIS EURLAU. de boterheffing. ij vernemen van bevoegde zijde, dat het bedrag, bedoeld in artikel 2 van de Crisis Zuivelbeschikking '35 V, dat is het bedrag van de heffing en de steunuitkeering op boter, behoudens tusscbentijdsclie wijziging, voor de week van 21 tot 28 April is vastgesteld op 45 cent per Kg. Aanvragen om extra kalveren-schetsen in verband met geleden verliezen dcor het Mond- en Klauwzeer. De Landbouw Crisis Oig. voor Nrd. en Zuid-Holland vestigen de aandacht van de bij haar georganiseerde veehou ders op het persbericht, waarin wordt medegedeeld, dat door den Minister „Neen, zeker. Maar dat behoef je niet te gelooven het doet er ook niets toe ik heb hem bedankt." Was het eene slechte gedachte, die in Piet opkwam, dat het hem toch een troost was, als Ida hem niet had aangenomen, van Al- men haar toch ook niet zou bezitten Ja, want hij schaamde zich op hetzelfde oogen blik toen hij een blik sloeg op het edele meis je, dat naast hem ging, zijn afgod. Zwijgend gingen Piet en Ida naast elkan der voort. Na eenigen tijd zeide zij „Het spijt me dat ik je verdriet heb gedaan. Hadt je werkelijk veel hoop, dat mijn ant woord anders zou zijn „Neen, als ik de waarheid moet zeggen, neen Maar ik klampte me aan een stroo- halm vast. Je bent altijd zoo lief voor me ge weest." „Ik hoop, dat ik dit ook voortaan nog mag zijn. Ik heb altijd veel van je gehouden, Piet, en ik doe dat nog valt het je niet al te pijn lijk, dan heb ik graag, dat je veel bij ons blijft komen, maar je moet het niet doen, als het je te moeilijk valt. Mijn vader denkt ook heel anders over je dan vroeger. Toen moest ik je altijd voorspreken, maar nu heeft hij achting voor je gekregen, nu hij ziet, hoe ernstig je aan het werk bent gegaan en ook doet het hem goed, dat je zoo lief voor mij bentook na alles wat gebeurd is." „Zou ik anders dan lief voor je kunnen zijn, Ida Zie-je, al wist ik zeker, dat je schul dig waart, het zou mijn gevoel niet verande ren jij blijft voor mij het ideaal van de vrouw, zoowel vroeger in de glorie als thans in de droefheid. Ik geloof ook niet dat er zoo een tweede bestaat als jij." „Ik hoop, Piet, dat je er nog eens eene zult vinden, die beter is dan ik en die je innig gelukkig maakt, want dat verdien-je." Piet schudde treurig het hoofd. (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN AD VERTEER EN VOOR EENMAAL BETALEN I Wieringermeerbode. Wieringor Courant. De Polderbode. Zijper Courant

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1938 | | pagina 1