Voorjaarskleeding voor de jeugd. Ons Patronenhoekje Zoodra het weer het maar eenigszins toelaat zijn de kinderen schooltijd niet meer in huis te houden. Verschillende spel letjes, die ieder voor zich in een bepaalde lijd van het jaar weer terugkomen, vragen, evenals de autoped hun aandacht. Straks weer houden hoepels, ballen of knikkers hen bezig en uit dit alles kan men op maken, dat zij het gevoel hebben, dat het werkelijk voorjaar is. Zoodra zij de kans schoon zien laten kinderen hun mantels en jassen thuis, als overtollige ballast, die hen belemmert in hun bewegingen. Wollen jurken, jumpers en blouses zul len dan ook nog voorloopig niet gemist kunnen worden. Moeder heeft intusschen de handen vol om voor de kleine schaar ;r naaien of kleedingstukken klaar te koopen, want komen meerdere zonnige dagen, dan verzekeren de knderen met het ernstigste gezicht, dat ze gewoon „stikken van de warmte" Voor meisjes zijn er alleraardigste ka toentjes, shamtung, voile, bedrukt met aardige motieven, waaronder bloemen en «heren een groote plaats innemen. Pastel- kleurige weefsels van dunne, voegzame wol worden voor mantels verwerkt, terwijl marineblauw zéér veel aan gewend wordt voor matrozen-jurken, die jaren lang zoo populair geweest zijn, doch de laatste jaren minder in trek waren. Vlotte plooi rokjes met rechte blouses met matrozen kragen en zwart zijden das. Het anker op de mouw ontbreekt al even min als de matrozenmuts. Na deze kleine afdwaling, keer en wij weer tot de katoentjes terug, die ook zeer veel ruitjes en streepjes te zien geven, terwijl bedrukt piqué en crêpe weefsels tevens een groote plaats innemen. Zijden linnen leent zich voor meer gekleede jurk jes en is in mooie kleuren verkrijbaar, ter wijl geborduurd batist gedragen wordt, hetgeen een der laatste nouveauté's voor den zomer 1938 belooft te worden, evenals batisten en katoenen broderie. Hand versierde jurken staan steeds bij zonder aardig, zelfs reeds met de eenvou digste kruisjesrandjes, margrietjes enz. Open randen en smockwerk blijven een zeer gedistingeerde garneering. Wollen jurken worden veel afgewerkt met stik sels, terwijl plooien en ingehaalde ruimte veel toepassing vinden, evenals nervures en tres. Practisch is het om bij een jurk enkele garnituren te maken, die met niet re kleine steken in de halsopening geregen worden en gemakkelijk verwisseld kunnen worden. Bolero's worden ook door iets grootere meisjes gedragen, b.v. over een wit piqué lijfje (links), terwijl het kleine meisje rechts een gebloemde jurk heeft met pas en vierkante halsuitsnijding. Speel- pakjes van effen of gebloemde waschbare weefsels, zijn practisch voor de kleintjes. Grootere jongens dragen o.m. grijs- flanellen pakken met gesteven boord en strik, dat, terwijl de kleintjes er in een geruit jasje over een wit overhemd en een linnen broek aardig uit zien. Het meisje rechts heeft een jurk, die versierd is met p'ooien en stiksels en aardige ronde zakjes heeft. Onderaan een mandeltje van pastel- kleurige wollen stof met pas en sluiting aan de voorzijde. Rechts een jurkje met smalle plooitjes aan bovendeel en piqué revers. HET BESTELLEN VAN PATRONEN. Patronen van in deze rubriek voorko mende genummerde modellen zyn op aan vraag te verkrijgen bij „Het Practisch Mo deblad" Postbus 36, Den Haag. Postreke ning 203203. De prijs der patronen bedraagt indien niet anders staat aangegeven, 0.58. Betaling reeds vooruit, in postzegels, per giro of per postwissel. Voorjaarsmantels en Costumes doch de ensembles laten meer vrijheid van keuze. Zilvergrijs en ook donkere nuan ceeringen worden voor het strengere gen re veel gekozen evenals donkerblauw en zwart. Opvallend veel zakjes opgestikt of ingezet ziet men thans aan de manteltjes, soms wordt het wel eens wat teveel aan het goede, wanneer men er niet minder dan drie aan iedere kant aanbrengt! De rokken zijn kort en nauw en heb ben soms een gedeeltelijk opgestikte plooi aan de voorzijde, een enkele maal kleine splitjes op zij, hetgeen echter in den regel niet mooi is, vooral niet indien ook in dit opzicht overdreven Wordt. De meeste cos tumes worden gedragen met eenvoudige hoeden, waarvoor o.a. de postillon, de matelot en breton in aanmerking komen, terwijl de flatteuse cloche modellen groote veroveringen maken. Bij de keus moet men er rekening mede houden, dat bij een sportief ensemble nooit, wat men een ,,echl" gekleede hoed met bloemen en voile gedragen wordt, doch dat men zich dan steeds tot de eenvoudige genres bepalen moet. Ieder seizoen speelt de mantel een groo te rol en besteedt men de noodige aan dacht aan dit kleedingstuk. Wellicht geen mode heeft ons echter zóóveel verschillende modellen gebracht en tevens zóóveel vrij heid geboden. Men ziet lange, zeven acht ste, drie kwart lange mantels in verschil lende ontwerpen in gekleede en sportieve uitvoeringen. De moderne, loshangende mantels zullen zich echter meestal niet aanpassen aan gekleeden japonnen, aan zien ze zuiver sportief zijn, vooral indien ze van geruite weefsels zijn gemaakt. „Swaggers", de klokkende halflange mantels zijn evenals de loshangende half lange „Jigger's" sportief en geschikt voor slanke figuren. Ongetwijfeld zijn het ech ter zeer practische kleedingstukken, die men op zachte voorjaarsdagen maar al te gaarne draagt in plaats van dikke winter mantels. Behalve ietwatfursche ruiten ziet men ook effen weefsels en genopt, vischgraat of andere fantasiestoffen. Doorgestikte naden, opgestikte zakken, soms zelfs dub bele zakken ziet men als behoorende bij bet sportieve type voorjaarsmantels. Zeer practische modellen voor het voor jaar zijn de lange mantels, die men bij alles kan dragen en die vooral veel van donker blauwe wollen stof gezien worden. Meestal komen de voorpanden tegen elkander, doch men ziet ze ook gesloten met één rij knoo- pen of een rits. Vele modellen zijn kraag loos, sluiten met knoop en lus aan hals en op taille hoogte, zoodat men een chabot of vest onder kan dragen, dat de opening tusschen beide knoopen aanvult. Bijzonder aardig kleeden bedrukte japonnen onder deze openvallende modellen. Op- en doorgestikte biezen spelen een groote rol, zooals men ook op de schetsjes zien kan. De meesten onzer zullen niet meer dan één lange mantel hebben en daarom is het aan te bevelen om een neutrale kleur te kiezen of alles op donkerblauw, bruin of zwart af te stemmen. Deze mode stelt hooge eischen aan de verschillende bijkomstigheden, die het toilet afmaken; als tasch, handschoenen, schoenen en hoed, die in éénzelfde kleur zijn, al zullen de tinten dan ook varieeren. Gekleede mantels sluiten in de taille aan en hebben een onderlijn, die even klokt. Veelal zijn zij a jour bewerkt, waardoor de japon door de kleine openingen schemert. Groote waarde wordt gehecht aan de keu ze van het materiaal en een onberispelijken snit. Aangezien de V vormige halslijn weer groote veroveringen maakt, zijn ook de mantels dieper van uitsnijding, waar- WASSCHEN VAN BEDRUKTE STOFFEN. Bedrukte katoenen japonnetjes, die er nieuw vaak zoo allerliefst uitzien, verlie zen na het wasschen heel dikwijls de frisch- heid van kleur. Men moet eens trachten een geheel nieuw middel aan te wenden, daar zeep de stof wel reinigt, doch de kleuren meermalen aantast. Men kookt een pond rqst in vijf liter water zoo lang tot de vloeistof dik en de rijstkorrels fijn zijn geworden, daarna zeeft men alles en laat het mengsel goed afkoe len. Indien men er de handen in kan steken, zonder dat het t e heet aanvoelt, dan dom pelt men de japon erin en jvrijft deze over de handen, zooals men dit met zeepsop ook zou doen. Goed naspoelen en in de zon drogen. Indien men crêpestoffen op een grove bandhanddoek strijkt, dan behouden zij hun bijzonder soort van weefsel. Vlekken van zeewater op regenjassen verdwijnen indien men ze afsponst met water en ammoniak. Kleine restjes fuweel bewaart men om er de uiteinden van kleerenhangers mede om te werken, waardoor het afglijden van japonnen enz. voorkomen wordt. Zout onttrekt water aan de stoffen waar mede het in aanraking komt, daarom is het aan te bevelen vleesch niet lang vooraf te zouten. Bij het trekken van vleesch voor bouillon, dat met koud water wordt opge zet, doet men met het vleesch tegelijkertijd het zout bij het water. De sap komt dan beter uit het vleesch en de bouillon wordt krachtiger. Klein vleesch wordt eerst gezouten, na dat het even aangebraden is. BON VOOR GOEDKOOPE PATRONEN. Op te zenden aan „Het Practisch Mode- olad". Postbus 36, Den Haag, giro 203203. NAAM: STRAAT: PLAATS: .Yïfslfo.. Patroon NoMaat Hierbij Ingesloten t aan postzegels. Indien u tevens het laatste nummer van Het Practisch Modeblad" wenacht te ont vangen, gelieve u 10 cent extra In te «lui ten. (Postzege)s liegt van ljjt 3. 5. 10 De gewichtigste vrouw is onge- kleedij der jonge twijfeld haar bruidskleed. Wel ke tijd* eigent zich meer om hoop en goede wenschenin vervulling te zien komen dan wel 't voorjaar? Steeds meer blijkt ieder jaar opnieuw, de* in Mei en Juni vele jonge paren in den echt ver bonden worden en een voorjaars bruidje kan zich in allerlei mooie, dunne weefsels kleeden. Noodig is ech ter, dat men vroegtijdig over weegt of men in een complet dan wel in een bruids japon zal trou wen. Complets be staande uit japon en zeven achtste mantel in zilver grijs, bleu of zacht groen zijn bijzon der mooi en wor den door niet zeer jonge bruidjes ge dragen. Een vrouw, die voor tweede maal in het huwelijk treedt, draagt geen bruidsjapon noch sluier. De bruidsjapon, die niet wit noch crème, doch ivoorkleurig gekozen wordt, kan van wol, of zijde zijn., doch aan te bevelen is een weefsel, uit te zoeken, dat later met succes geverfd kan worden. Hiervoor komen wollen en zuivere zijden weefsels in aanmerking, kunstzijde laat zich in de meeste gevallen niet verven. Bruidsjaponnen met lange sleep ziet men veel minder dan vroeger, meestal reiken zij tot op den grond, terwijl ook de japon nen der bruidsmoeders voor receptie en diner langs zijn. Fijne wollen en zijde weefsels worden veelal met kant gecombi neerd, een afwerking, die steeds flatteus is. De hals wordt hoog, de mouwen lang ge dragen, terwijl de modellen als geheel uiterst eenvoudig van lijn zijn. De bruidsjapon, die onze afbeelding aan geeft, is zeer eenvcudig, doch buitengewoon geslaagd. Van groot belang is de wijze, waarop de sluier gedragen wordt, hetgeen samenhangt met figuur en persoon der draagster. Meestal zal men deze door de kapster laten opspelden, terwijl in het haar toefjes bloemen gedragen worden of een klein kransje. Links een bruidsmoeder met matzijden, liefst zwarte japon met ge drapeerde halslijn en clips. De japon heeft korte mouwen, terwijl die van de bolen, lang en aansluitend zijn. Rechts een allerliefst model voor een bruidsmeisjes japon, die in zachte kleuren gekozen zal worden van mat crêpe of taf zij de. Het bovendeel met lange taille lijn is op de rok gestikt en in het midden ingehaald. Zeer flatteus is zacht blauwe of lavendel- keurige tafzijde met een touffe bloemen in donkerder tint. Het boemen strooistertje onderaan heeft een waschzijden jurkje met kleine rozenknopjes bedrukt en garneering van entre-deux van Valengienne kant. door zijden shawltjes vrijwel onmisbaar geworden zijn. Zeer populair is het man- telcostume. zoowel de strenge tailleur als het ensemble Beiden hebben aanmerke lijk langere manteltjes, waardoor het mo gelijk is, dat ook iets meer <?eze+te en oude re dames deze mode volgen A'leen moet de aandacht gevestigd b'ijve" op de samen stelling der kleuren en zullen deze voor jonge dames gerust iets sorekend mogen zijn, Men ziet zelfs strnogal" mmskleurige terra cotta, steenroode, hel groene en soortgelijke manteltjes dragen op effen rokken, terwijl frissche ruiten vlot klee den. Gezette dames zullen b.v. een zwarte rok met zwart-wit ruitje kunnen dragen, dat echter zoo k'ein mogelijk zal moeten zijn. De blouses hebben zich door deze mode van mantelcostumes onmisbaar gemaakt en vooral bij de sportieve modellen herle ven het overhemd en het vest model. Onze afbeelding geeft eenige modellen van costumes, waarvan vooral het middel ste zich bijzonder goed leent voor gezette dames, aangezien deze lijn zeer afkleedt. Voor kleine figuren za". de mantel echter weer-iets te lang zijn, indien men althans rokken draagt, die halverwege de kuit reiken. Tailleurs vragen speciale weefsels, z.g. heerenstoffen verwerkt men er veel voor, BLOUSE EN ROK. Succespatroon 3070. Prijs 30 cent en 5 cent voor adm. en ver zendkosten. Een flatteuze blouse met rok met opge stikte zakjes. Voor de rok kan zoowel een zwarte stof als een wollen fantasiestof wor den gebruikt. Patfonen In de maten 40, 42, 44, 40. MIDDAGJAPON. Succes patroon 2079. Prijs 30 cent en 5 cent voor adm en ver zendkosten. Japon van bedrukte stof met loshangen de zijpandjes in bolerovorm. Korte mouw tjes en garneering van de stof. Driebaans voorbaan en ééndeelige achterbaan. Patronen in de maten 42 t.m. 48.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1938 | | pagina 6